Tweede Blad
ZATERDAG 9 DECEMBER 1922
3ÜEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Buitenland
DUITSCHLAND
feuilleton
BEKAR, DE FAKIR
SS'-»® n™ï.t" r"
AMERIKA
ITALIË
Kerknieuws
Het hoekje van humor.
Voor de Keuken.
Ryks president Bbert.
De Berlijnsche correspondent van
De Tijd" schreef over den definitief
tot 1925 benoemden President der
Duitsche Republiek Ebert het na
volgende
Friedrich Ebert werd 1871 geboren,
in de dagen, toen heel Duitschland
jubelde over de zegepraal op Frank
rijk, toen in Versailles j.uist was uit
geroepen het nieuwe, imperialistische
Duitsche Keizerrijk. Geboren werd
hij in een der oude, nauwe straatjes,
in het oeroude gedeelte van Heidel-
berg. Niet direct een proletariër-zoon.
Maar zijn jeugd en omgeving waren
toch schamel en vrijwel behoeftig. In
ieder geval stond hij als „onterfde"
buiten het groote kunst- en weten
schapsleven in Heidelberg, buiten
het daarmede annex vlotte studenten
leven met al zijn praal en veel ver
kwisting, zooals het zich vooral in
Heidelberg altijd manifesteerde. Als
veertienjarige verlaat hij de Volks
school. Hij komt in de leer bij een
zadelmaker. In het huisgezin Ebert
heerschte reeds socialistische geest.
In Fritz was het reeds erfenis. De
Ebert's waren katholiek; het socia
lisme dreef hen uit de Kerk. De jonge
Fritz was reeds dra dissident. Hij
las alles, wat los en vast was, veel
onrijps en groens en zoog geest en
ziel vol met sociaal-democratische
ideeën en idealen. Eii alles in het
geheim, want Bismarck regeerde toen
tertijd fel met de uitzonderingswetten
tegen de socialisten in zijn geweldige
vuist. "Wilhelm II opent met groote
gestie een „sociale aera". Bismarck
moet gaan. De sociaal-democratie is
vrij. En de jonge Ebert stort zich
hals over kop in partij-leven. Als
„Wanderbursche" gaat het nu door
heel Duitschland. Deze tijden eindigen
in Bremen. Daar wordt hij redactecr
van de „Bremer Biirgerzeitung". Jaren
vergaan incidentloos. Hij koopt een
herberg. En daar aan de witgeschuurde
tafels is hij partijman. Zijn genooten
kennen en waardeeren hem. Hij
wordt lid van den gemeenteraad en
arbeiders-secretaris. Vijf jaar later zit
hij al in het hoofdbestuur der partij.
Het burger-manneke met het zwarte
sikje blijkt een kracht. Zijn specia
liteit is organiseeren. Eerst in 1912
komt hij in den Rijksdag. Zijn eerste
rede was een onbelangrijk praatje
bij de postbegrooting. Als hem toen
iemand had voorspeld, dat hij na
zes jaren reeds de opvolger zou zijn
van Wilhelm II," dan zou hij wel
gekeken, hebben als anno 1794 de
artillerie-luitenant Bonaparte, wien
een profeet de Keizerskroon voorspel
de. Met den vermoorden Haase werd
hij leider der patij na Bebel's dood.
Hij stond op den rechter vleugel der
partij. In 1914 gaat hij accoord met
de oorlogspolitiek der Duitsche re
geering. De partij volgde hem. Na
een paar jaar scheuren de radicalen
zich los. Ebert probeert met Scheide-
mann practisch te werken in verbin
ding met Centrum en democraten.
Met Erzberger werkt hij koortsachtig
voor de vredesresolutie. Kort vóór
het einde van den oorlog wordt hij
voorzitter van de almachtige hoofd
commissie van den Rijksdag. Toen
de van ouderdom versufte Hertling
het roer van staat aan Prins Max
overgaf, vroeg deze Ebert om raad.
Prins en socialist begrepen elkaar in
een tijd, dat de catastrophe reeds
onafwendbaar was. Ebert wordt ge
noemd als eerste staatssecretaris van
het parlementaire regime. Hij blijft
echter op den achtergrond, wil de
teugels der partij bij de te verwach
ten stormen zelf in de hand houden.
November 1918 breekt aan. De
politieke hemel is zwart van ontij.
Ebert tracht herhaaldelijk de regeering
van den ernst der situatie te over
tuigen. In Kiel breekt de revolutie
uit. Onheimelijk snel breidt zij zich
uit. Ebert is bij Prins Max. Hij dreigt
dat de socialisten uit de regeering
zullen treden, als de keizer niet direct
Naar het Fransch van L. B.
80) O,
1 atiick sloot de oogeu en verloor hel
bewustzijn.
Onder de doeken, die den mon.l der
slachtoffers sloten, deed zich een ge
smoord gebrul hooren op hst cOgenbiik
nat de klauwen van het onreine roei
Wbu zich in de kleederen vast
l®n 01 hun bekken, spits als de
undername)? y een eerste verkenning!
klaring ratt8'en en ootholiem
Al anus tn Pennyless, onbewees ilk nis
tend in bun ondiep steenen eraf 'knmen
"Maar bew1eSing maken.
Maai Johrmy, de schipper, gaal u i™P
bilk in de gieren, voor welke ,8n telea-
aftreedt. De prins is het er mee eens.
Hij wil naar het hoofdkwartier, om den
keizer tot troonafstand te brengen.
Ebert belooft nu, zijn- partij terug te
houden. Hij beloofde te veel. De be
weging ging reeds boven zijn hoofd.
Den 9en November viel Berlijn. Ebert
naar prins Max en eischt een sociaal
democratische Rijksregeering. Max
treedt af en benoemt, terwijl alle
ministers toestemmen. Ebert tot Rijks
kanselier. Hij blijft het één dag. In
een ministerraad had hij een dépêche
voorgelezen uit het hoofdkwartierde
wapenstilstand moest direct worden
onderteekend. De ministers wilden
geen stelling nemen. Toen handelde
Ebert alleen en beval, dat de wapen
stilstand moest worden gesloten. Het
Kabinet verdween van zelf. De raad
der volkscommissarissen werd ge
sticht. Ebert was voorzitter.
Doornige weken begonnen. Uiterlijk
leek de sociaal-democratie één. Inner
lijk was zij 't niet, Liebknecht eischt
de dictatuur van het proletariaat.
Ebert werkt democratisch in de rich
ting der nationale vergadering. Dan
oproer in Berlijn, Kerstmis 1918.
Januari 1919. De onafhankelijken
treden uit den mad der volkscommis
sarissen. Zij vormen een tegenregee-
ring. De regeering Ebert-Scheidemann
vecht om haar bestaan, Ebert, de
„bloedhond" bovendien nog om zijn
hoofd. Zeven dagen duurt den kamp.
Dan wint Ebert. Noske bezet Berlijn.
De verkiezingen voor de constituante
verloopen rustig. Ebert legt z'n ambt
in de handen van de souvereine volks
vertegenwoordiging. Hij wordt provi
sorisch president der republiek en
Augustus 1919 legt bij in handen van
Fehrenbach den eed op de grond
wet af.
Het presidentieele leven blijft zor
gelijk. De aanhangers van het oude
regime maken Ebert en vooral diens
vrouw op alle mogelijke wijzen be
lachelijk. Laster sluipt. Maar dit alles
stuit af op den spreekwoordelijk ge
worden tact van Ebert, die gereser
veerd leeft als een monnik. Thans is
hij, zonder uitzondering, bij iedere
partij (behalve bij de communisten)
in de hoogste achting en is populair
bij de massa,
In zijn persoon heeft hij respect
afgedwongen voor de republiek. En
dit is wel het grootste «resultaat van
zijn voorbeeldige ambtsvoering, dat
de republiek, hoe ziek zij ook moge
zijn en hoe zwak nog, toch niet meer
het object is van hoon en spot, noch
in het buiten- noch in het binnenland.
Volgens sommige Engelsche bladen
is de ontvangst die Clemenceau te
Chicago gehad heeft, althans van den
kant der overheid, meer dan koel, ja
zejfs kil geweest. Er was al dadelijk
aan het station weinig belangstelling
en zoo goed als geen gejuich.
Aan het stadhujs gekomen moest
Clemenceau geruimen tijd wachten
vóór de burgemeester, Thompson,
hem ontving, en toen de beide man
nen tegenover elkaar stonden deed
de burgemeester verstrooid, zeide
weinig en nam hij de houding aan
van iemand die van druk en belang
rijker werk was weggeroepen. Toen
het gesprek was doodgebloed, zeide
de burgemeester:
„Er is vandaag weinig zon in Chi
cago",
„Kunt u zelf niet in wat zonne
schijn voorzien" vroegondeugend
de Tijger.
„Neen" antwoordde de burger
vader ik word aansprakelijk ge
houden voor alles in Chicago, behalve
voor het weer".
Generaal Pershing, die er bij stond,
vond nu gelegenheid om een goeden
kwinkslag te plaatsen door zijn buur
man in te fluisteren:
„Maneschijn is er hier anders ge
noeg", waarbij men dient te weten,
dat „moonshine" een gebruikelijke
term is voor clandestien gestookte en
verhandelde whiskey.
De correspondent te New York van
de Daily Telegraph ziet in die koele
ontvangst van Clemenceau te Chicago
een bewijs, dat Chicago niet meegaat
met New-York en Boston in de harte-
spartelende prooi een. ongewoon ver
schijnsel is, op de vlucht te' jagen.
Plotseling juist ten gevolge van <ie
woeste, onregelmatige wringingen raakt
het stel banden in z:ijn geheel los. Met
de snelheid van den bliksem en bijna
krankzinnig van vreugde schudt hij zie
af op 'den grond, rukt zich 'de 'prop
uit den mond, vliegt op en maakt, om
aan zifn verstijfde ledematen hun lenig
heid terug te geven, een zegevierenden
bokkesprong.
Een. van de gieren, stoutmoediger of
wel meer uitgehongerd dan de andere,
vliegt opnemw op Patrick aan. Snel als
do gedachte schiet Johnny toe, grijpt met
reuzenzeep het roofgedierte bij den kalen
nek, slingert het zonder zich om 'hei
vleugelgeklap,per of de dreigende wilde be
wegingen miet de scherpe klauw.en te
bekommeren daaraan rond en roept
woedend: „Ziedaar, vervloekt gespui,,!.
Wacht even... terug!! Ik draai jelui bi;
«wijnen den nek' omj"
lijke verwelkoming van den ouden
Franschcn staatsman. In Midden
Westen van de Unie, waar een groote
bevolking van buitenlandsche origine
gevestigd is en waar de landbouwbe
langen domineeren, was men eigen
lijk nooit zóó warm geloopen voor den
oorlog als in het'Oosten der Republiek.
Nog een grapje van Clemenceau.
Men had hem te Chicago gevraagd
of hfj te Washington ook een bezoek
zou gaan brengen aan president Wilson.
Hij antwoo'rdde:
„Natuurlijk doe ik dat".
„Nu twee jaar geleden zeide Wil
son van u dat u militarist waart."
„O, maar dat is eeuwen geleden.
Dat is nu allemaal vergeten".
De New York Herald heeft ook het
een en ander mee te deelen over de
weinig hupsche ontvangst van Cle
menceau door burgemeester Thomson.
Reeds vroeger had de burgemeester
van de stad, die wel eens „de zesde
Duitsche stad van de wereld" wordt
genoemd zijnanti-Franschheid getoond,
door te weigeren, maarschalk Foch te
ontvangen. Ditmaal ontving hij Clemen
ceau wel, doch zoo onhoffelijk moge
lijk, en met zijn handen in zijn broek
zakken. Het heet dat Thompson, na
Clemenceau's bezoek verklaard had
„dat Frankrijk nog meer van onze
(Amerika's) centen wil". Ook zegt
men, dat Thompson een actie op touw
heeft gezet tegen „buitenlandsche
propaganda", welke in de eerste
plaats gericht zal zijn tegen den
Tijger en tegen Frankrijk.
Een en ander over Mussolini.
In een correspondentie van het
„Handelsblad', lezen wij de volgende
levensbijzonderheden over den tegen-
woordigen Italiaanschen minister-pre
sident, die in zoo korten tijd en op
zoo ongewone manier en ietwat ver
bijsterende wijze tot zijn hoogen post
opklom:
Benito Mussolini werd 1883 geboren
in een klein dorpje der Romagna,
niet meer dan een gehucht, waar zijn
vader smid was. „La Romagna Rossa"
heeft een bevolking, die van ouds
bekend staat als roerig en hardnek
kig; doch het ras dier landslieden, uit
de omgeving van Ravenna, wordt
evenzeer gekenmerkt door een ener
gieke arbeidzaamheid en .een niet
alledaagsche doorzettingskracht.
Mussolini's vader was een over
tuigd socialist en de zoon werd van
jongs af een aanhanger van zijn
denkbeelden. Van 1892 tot '98 bezocht
hij, na de gewone volksschool, een
„collegio" te Faenza, vocht.veel met
zijn kameraden en bezorgde aan zijn
leermeesters heel wat last. In 1902
werd hij hulponderwijzer te Gualtiere
Emilia op een salaris van 300 gulden
in 't jaar. Doch dat duurde maar een
halven cursus, daar Mussolini besloot
naar Zwitserland te emigreeren, ten
einde daar zijn geluk te beproeven.
Met 1 lire en tien centiem stapte hij
ergens uit den treiD, en zocht werk.
Het eerste werk dat hij vond, was
dat van een opperman; de eerste
vriendschap, die hij sloot was die
met een uitgeweken Russischen stu
dent Tolstoyaan, even arm als hij.
Na zijn uitzetting uit Zwitserland
werd Mussolini, einde 1908, directeur
van het socialistische dagblad
„rAvvenire"teTrente,om daar spoedig
over te gaan tot de redactie van
„II Popoio", de coifrant van Cesare
Battisti. Na ook door de Oostenrijk-
sche - autoriteiten over de grens te
zijn gezet, keerde de zwerveling naar
Romagna terug en stichtte te Forli
een eigen blad „la Lotta di Classe".
Niet langen tijd daarna wordt hem
de directie toevertrouwd van het
hoofdorgaan der socialistische partij
„1' Avanti". Zeer militante artikelen
zijn er in deze jaren uit Mussolini's
pen gevloeid, die er niet weinig toe
hebben bijgedragen de positie" van
het „proletariaat" in Italië te ver
sterken. Ook als vurige redenaar won
Mussolini de harten, zoo vaak hij
het woord de massa richtte.
Het aanvankelijk niet zoozeer prin
cipieel als wel praktisch meenings-
verschil tusschen Mussolini en het
bestuur der sociaal-democratische par-
Meu weet dat gieren, waaneer zij een
maal op den grond liggen, niet daideliu
maar eerst na. een aanloopje te hebben
genomen, weer kunnen opvliegen-.
Ter-wijl zijn. geztellen hem niet vreugde
volle verwondering aan het weric zien.
stormt Johnny, nog" altijd den gier nis een
levenden hanrer rondzWaaieni, op de an
dere beesten los. Dezen doen hun li ;ha-
en opzwellen, slaan met de vleugels en
rekken verbaasd den langen nek. In een
ogenblik heeft 'de Amerikaan er meer
dan twaalf gesmoord en. miet den voet
in den betenderenput geschopt.
De overige beesten, ontsteld door dez->
geheel ongebruikelijke manieren bij de
slachtoffers die mfen hun als voedsel voor
werpt, vliegen zlwaar en traag terug naai
de borstwering, waar zlij dit zonde:linge ei
hun gierenbegrjp te boven gaand schouw
spel gadeslaan in .storm: i verbazing.
Nu legt Jobny met den deftigen ernst
van een zegevierenden Gaesar dsn thans
dooden gier, die hem als wapen gediend
tij dateert van het voorjaar van 1914.
Aanleiding tot deze oneenigheid was
de revolutionaire beweging, die in
die roode lente de Romagna in rep
en roer bracht. Deze opstand werd
door verkeerde leiding in geheel
verderfelijke banen geleid. De repu
bliek werd uitgeroepen, zonder dat
er eenig uitzicht bestond, dat in het
overig Italië daarvoor aanhang te
vinden zou zijn! Door het sociaal
democratisch partijbestuur was aan
vankelijk de beweging aangemoedigd;
doch toen de zaken een verkeerden
loop namen, werden de opstandelin
gen" aan hun lot overgelaten. Zij
hadden dit zeer zeker aan zich zelf
te wijten, doordat zij, door het al te
gretig volgen van oproerkraaiers en
het bedrijven van ernstige buiten
sporigheden, veroorzaakt hadden dat
de partijgenooten uit de andere ge
westen zich van hen afwendden, en
terecht oordeelden dat het heele drij
ven der Romagnoli puur anarchistisch
wordt en zinneloos.
Mussolini was onder de leiders,
keurde evenmin de verwoesting goed
van eigendom en oogst, doch hij
kwam niettemin op voor de uit den
band gesprongen arbeiders. Hij betuig
de dat dezen misleid waren en dat
daarvan het partijbestuur allereerst
de schuld droeg. Men had de agitatie
ondernomen, voorspiegelingen gedaan;
doch toen het er op aankwam het
verlangde te verwerkelijken had men
doorzicht en flinkheid gemist om aan
de beweging de juiste richting te
geven. Zoo waren de stakers metter
daad gedupeerd en verraden.
Mussolini, in zijn ergernis en woede,
verliet de „Avanti", trad uit de roode
arbeiderspartij en richtte zich recht
streeks tot het volk. Den 15en Novem
ber 1914 verscheen het eerste num
mer van zijn dagblad: „II Popoio d'
Italia". Het vond lezers en aanhang
door de heftigheid en onverzettelijk
heid, waarmede het de beginselen
van» zijn onvermoeiden directeur
voorstond. De beginselen waren
aanvankelijk nog socialistisch, doch
de voormalige medewerker van
Cesare Battisti plaatste zich daarbij
op nationalen grondslag. Een bekend
gezegde van hem is, dat men nooit
een bruikbaar socialist kan worden,
zonder eerst een goed vaderlander
te zijn.
De oorlog kwam, en alom toonde
het socialisme neiging om 't patriot
tisme te plaatsen boven het klasse-
belang. In Italië was dit niet het
minst het geval, doch daar hier het
bestuur der sociaal democratische
partij (anders dan elders) theoretisch
züivër redeneerde en gekant was
tegen de deelneming aan den oorlog,
kon de aanhang van Mussolini snel
toenemen, die en het socialisme pre
dikte én de interventie. Strijdende
voor een grooter Italië zou de jeugd
op de slagvelden tevens hare andere
idealen verdedigen. Mussolini trok
weldra zelf mee in de loopgraven als
sergeant der bersaglieri. Na een ern
stige verwonding voor den verderen
dienst ongeschikt bevonden, keerde
hij achter zijn werktafel terug en
vocht verder den oorlog mede met
het geduchte wapen dat zijn dagblad
allengs geworden was, opwekkend
tot actie, tot weerstand, tot vertrou
wen in de overwinning.
Inmiddels was de patriottische so
cialist tot een vurig nationalist gewor
den. Geen klasse meer, maar Italië
zelf kwam in het centrum van zijn
ideologie, van zijn overtuiging. De
„Popoio d'Italia" was geen socialis
tisch dagblad meer, doch bij uitstek
de courant van het stijdend Italië.
Dan volgde de overwinning en daar
mee de groote, bittere teleurstelling:
„Te Versailles onderteekenden allen
den vrede, maar Italië onderteekende
niets."
Men weet hoe uit deze teleurstel
ling in Maart 1919 de organisatie is
voortgekomen van de „fasci di corn-
battimento". Mussolini werd de leider
dier nieuwe beweging, door hem zelf
in het leven geroepen.
De geschiedenis van het fascisme
behoeft hier niet wederom beschreven
te worden. Het is bekend hoe het in
kracht won en ook steun verwierf
heeft, heer óp het platform, ten. einde bij
een hernieuwden aanval zich nogmaals
van dit eigenaardig verdedigingsmiddel te
'tedieben, Hij, gaat haastig naar den kapi
tein, wiens gelaat ten gevolge van de prop,
die hem een voldoende ademhaling belet
steeds fooder wor'lt en meer opzwelt. Uit
fe'ijn zak haait hij een mesje, 't welkd
de bandieten vergeten hebben hem te ont
nemen, en snijdt vlug: de banden door, die
Pennyless elke beweging hebben belet.
„Kapitein, '1 is mij een waar feesl; u
dezen kleinen dienst te kunnen bewijzen,"
zlegt hij, de operatie violtooiïend dójór de
prop weg te nemen.
„En mij, niet minder, dien van u te
aanvaarden, trouwe, moedige Johny'l"
roept Pennyless, opgetogen van dankbare
geestdrift over dezie onverhoopte bevrij
ding in het aanschijn des dojofls.
Met denzlelfden ernst slaakt de Amfcri
Kaan de banden van Marius, maar vQegfde
de&en voor afwisseling op meer lossen
toon toe: „Wel, kameraad.ik gelóóf dat
der nijverheid, toen het gold te be
letten, dat de communisten in Italië
heer en meester werden. De kwestie
van Fiume en het optreden van
d'Annunzio droeg er ook toe bij, dat
het actief patriottisme bewonderaars
en aanhangers vond. Op het congres
te Rome in 1921 constitueerde het
fascisme zich als politieke partij. Wij
zijn slechts één jaar verder en na
haar tweede congres te Napels, heeft
deze partij het staatsbewind in han
den.
Op den tweeden Zondag van den
Advent.
Epistel van don H. Paulus tot' de
Romeinen, XV. 413.
Broedersal wat er geschreven is,
is tot onze onderrichting geschreven,
opdat wij, door het geduld en de ver
troosting der Schriftuur, hoop zouden
hebben. De God van geduld en ver
troosting geve u, dat gij eensgezind
onder elkander zijt, volgens Jesus
Christus, opdat gij eendrachtig uit
eenen mond God en den Vader van
onzen Heer Jesus Christus verheer
lijkt. Neemt derhalve elkander op,
gelijk Christus u heeft opgenomen ter
verheerlijking van God. Want ik zeg
u, dat Jesus Christus een dienaar der
besnijdenis is geweest om de waarheid
Gods, ten einde de beloften der vade-
DE STOTTERAAR.
Do vriendZoo Gijs, ik hoor dat
je nu eindelijk een cursus volgt tegen
het stotteren, dat doet me pleizier.
Leer je al goed
GijsKnaap de knapper knapper
knipt en kapt knapper dan de knecht
van knaap de kapper knipt en kapt.
De vriendKolossaal, Gijs, prach
tig
Gijs: J-.j-ja, m-m-maar 't k-k-komt
z-zoo zeld-zeld-zaam voor, d-dat ik
d-die zin-zin gebruiken k-k-kan
HET JUISTE ANTWOORD,
„Zijn dat de grootste appels, die
jullie hier kunt kweeken vroeg een
Amerikaan, die een boerderij bezocht
minachtend op een meloen wijzend.
„Blijf met je vingers van mijn
klapbessen af!" riep de boer terug.
KRAS.
„Zeg, weet je nou wat 't toppunt
van verstrooidheid is
„Toen George gisteravond van zijn
huwelijksreis thuiskomende, den koet
sier omhelsde en zijn vrouwtje 'n
rijksdaalder fooi gaf."
OUD GEWORDEN.
Oude dame, die een heelen tijd bezig
is geweest met het uitzoeken van
wat ze wilde hebben: „Maar ik ge
loof toch niet, dat het kalfsvleesch
is; het lijkt meer op ossevleesch."
Verontwaardigde slager„Maar toen
ik het u het eest liet zien, was het
nog kalfsvleesch."
BRUINE BOONENSOÉP.
I1/2 L. boonennat; 1 lepel kerry;
1 ui; 60 gram boter; 50 gram bloem;
100 gram klafsgehakt of dobbelsteen
tjes oudbakken brood.
De fijngesneden ui met de boter,
kerry en bloem onder voordurend
roeren, bruin laten worden, daarbij
langzaam het boonennat voegen en
dit alles op zij van de kachel onder
af en toe roeren, 15 minuten zachtjes
door laten koken.
De overgebleven bruine boonen
door een grove zeef wrijven en het
meel ervan bij de soep voegen. Wan
neer men veel overgebleven boonen
heeft, kan men minder bloem gebruiken.
Men kan in de soep kleine balletjes
gehakt doen of er stukjes gebakken
brood bij presenteeren. De balletjes
worden dan eerst met zout, en peper,
gekweekt brood en melk aangemaakt
en 7 minuten in de soep meegekookt.
Wanneer men brood er bij geeft, wordt
dit in dobbelsteentjes gesneden en in
een ijzeren potje met boter bruin en
knappend gebakken.
nen zult slikken...."
enn ztalt willen slikkjeïi -,
„Troun del'airlik zpui wel een I yn
water op kunnen," riep de Franss.Anan,
toen jij de prop uit den mond kwijt
was. „Mijn keel is een afgrond een uit
gedroogde poel.... een kolenmijn die ik
gaarne vol zóu laten looiplen... Sapristi,
matro-os, dank je wel! J'e weet.... ik hen
geen ondankbare."
Maar Johnlry luisterde niet naar hem.
Bijgestaan door Pennyless, hield hij z!ic3)
bezSg'met den armen knaap, die langzaam
«tot het bewustzijn terugkeerde, maar over
al pijn gevoelde en op zlacht-klagendp.il
loon om drinken vroeg. Mie'n móest hem
zeggen dat het cp dit O'O'genblik niet
mogelijk was aan zijn verlangen te vol
doen^ maar dat iren niefm' toch zoo
spoedig mogelijk eenige verkwikking zou
bezorgen.
(Woedt vervolgd.)