Tweede Blad ZATERDAG 9 DECEMBER 1922 3ÜEUWE ZEEUWSCHE COURANT Buitenland DUITSCHLAND feuilleton BEKAR, DE FAKIR SS'-»® n™ï.t" r" AMERIKA ITALIË Kerknieuws Het hoekje van humor. Voor de Keuken. Ryks president Bbert. De Berlijnsche correspondent van De Tijd" schreef over den definitief tot 1925 benoemden President der Duitsche Republiek Ebert het na volgende Friedrich Ebert werd 1871 geboren, in de dagen, toen heel Duitschland jubelde over de zegepraal op Frank rijk, toen in Versailles j.uist was uit geroepen het nieuwe, imperialistische Duitsche Keizerrijk. Geboren werd hij in een der oude, nauwe straatjes, in het oeroude gedeelte van Heidel- berg. Niet direct een proletariër-zoon. Maar zijn jeugd en omgeving waren toch schamel en vrijwel behoeftig. In ieder geval stond hij als „onterfde" buiten het groote kunst- en weten schapsleven in Heidelberg, buiten het daarmede annex vlotte studenten leven met al zijn praal en veel ver kwisting, zooals het zich vooral in Heidelberg altijd manifesteerde. Als veertienjarige verlaat hij de Volks school. Hij komt in de leer bij een zadelmaker. In het huisgezin Ebert heerschte reeds socialistische geest. In Fritz was het reeds erfenis. De Ebert's waren katholiek; het socia lisme dreef hen uit de Kerk. De jonge Fritz was reeds dra dissident. Hij las alles, wat los en vast was, veel onrijps en groens en zoog geest en ziel vol met sociaal-democratische ideeën en idealen. Eii alles in het geheim, want Bismarck regeerde toen tertijd fel met de uitzonderingswetten tegen de socialisten in zijn geweldige vuist. "Wilhelm II opent met groote gestie een „sociale aera". Bismarck moet gaan. De sociaal-democratie is vrij. En de jonge Ebert stort zich hals over kop in partij-leven. Als „Wanderbursche" gaat het nu door heel Duitschland. Deze tijden eindigen in Bremen. Daar wordt hij redactecr van de „Bremer Biirgerzeitung". Jaren vergaan incidentloos. Hij koopt een herberg. En daar aan de witgeschuurde tafels is hij partijman. Zijn genooten kennen en waardeeren hem. Hij wordt lid van den gemeenteraad en arbeiders-secretaris. Vijf jaar later zit hij al in het hoofdbestuur der partij. Het burger-manneke met het zwarte sikje blijkt een kracht. Zijn specia liteit is organiseeren. Eerst in 1912 komt hij in den Rijksdag. Zijn eerste rede was een onbelangrijk praatje bij de postbegrooting. Als hem toen iemand had voorspeld, dat hij na zes jaren reeds de opvolger zou zijn van Wilhelm II," dan zou hij wel gekeken, hebben als anno 1794 de artillerie-luitenant Bonaparte, wien een profeet de Keizerskroon voorspel de. Met den vermoorden Haase werd hij leider der patij na Bebel's dood. Hij stond op den rechter vleugel der partij. In 1914 gaat hij accoord met de oorlogspolitiek der Duitsche re geering. De partij volgde hem. Na een paar jaar scheuren de radicalen zich los. Ebert probeert met Scheide- mann practisch te werken in verbin ding met Centrum en democraten. Met Erzberger werkt hij koortsachtig voor de vredesresolutie. Kort vóór het einde van den oorlog wordt hij voorzitter van de almachtige hoofd commissie van den Rijksdag. Toen de van ouderdom versufte Hertling het roer van staat aan Prins Max overgaf, vroeg deze Ebert om raad. Prins en socialist begrepen elkaar in een tijd, dat de catastrophe reeds onafwendbaar was. Ebert wordt ge noemd als eerste staatssecretaris van het parlementaire regime. Hij blijft echter op den achtergrond, wil de teugels der partij bij de te verwach ten stormen zelf in de hand houden. November 1918 breekt aan. De politieke hemel is zwart van ontij. Ebert tracht herhaaldelijk de regeering van den ernst der situatie te over tuigen. In Kiel breekt de revolutie uit. Onheimelijk snel breidt zij zich uit. Ebert is bij Prins Max. Hij dreigt dat de socialisten uit de regeering zullen treden, als de keizer niet direct Naar het Fransch van L. B. 80) O, 1 atiick sloot de oogeu en verloor hel bewustzijn. Onder de doeken, die den mon.l der slachtoffers sloten, deed zich een ge smoord gebrul hooren op hst cOgenbiik nat de klauwen van het onreine roei Wbu zich in de kleederen vast l®n 01 hun bekken, spits als de undername)? y een eerste verkenning! klaring ratt8'en en ootholiem Al anus tn Pennyless, onbewees ilk nis tend in bun ondiep steenen eraf 'knmen "Maar bew1eSing maken. Maai Johrmy, de schipper, gaal u i™P bilk in de gieren, voor welke ,8n telea- aftreedt. De prins is het er mee eens. Hij wil naar het hoofdkwartier, om den keizer tot troonafstand te brengen. Ebert belooft nu, zijn- partij terug te houden. Hij beloofde te veel. De be weging ging reeds boven zijn hoofd. Den 9en November viel Berlijn. Ebert naar prins Max en eischt een sociaal democratische Rijksregeering. Max treedt af en benoemt, terwijl alle ministers toestemmen. Ebert tot Rijks kanselier. Hij blijft het één dag. In een ministerraad had hij een dépêche voorgelezen uit het hoofdkwartierde wapenstilstand moest direct worden onderteekend. De ministers wilden geen stelling nemen. Toen handelde Ebert alleen en beval, dat de wapen stilstand moest worden gesloten. Het Kabinet verdween van zelf. De raad der volkscommissarissen werd ge sticht. Ebert was voorzitter. Doornige weken begonnen. Uiterlijk leek de sociaal-democratie één. Inner lijk was zij 't niet, Liebknecht eischt de dictatuur van het proletariaat. Ebert werkt democratisch in de rich ting der nationale vergadering. Dan oproer in Berlijn, Kerstmis 1918. Januari 1919. De onafhankelijken treden uit den mad der volkscommis sarissen. Zij vormen een tegenregee- ring. De regeering Ebert-Scheidemann vecht om haar bestaan, Ebert, de „bloedhond" bovendien nog om zijn hoofd. Zeven dagen duurt den kamp. Dan wint Ebert. Noske bezet Berlijn. De verkiezingen voor de constituante verloopen rustig. Ebert legt z'n ambt in de handen van de souvereine volks vertegenwoordiging. Hij wordt provi sorisch president der republiek en Augustus 1919 legt bij in handen van Fehrenbach den eed op de grond wet af. Het presidentieele leven blijft zor gelijk. De aanhangers van het oude regime maken Ebert en vooral diens vrouw op alle mogelijke wijzen be lachelijk. Laster sluipt. Maar dit alles stuit af op den spreekwoordelijk ge worden tact van Ebert, die gereser veerd leeft als een monnik. Thans is hij, zonder uitzondering, bij iedere partij (behalve bij de communisten) in de hoogste achting en is populair bij de massa, In zijn persoon heeft hij respect afgedwongen voor de republiek. En dit is wel het grootste «resultaat van zijn voorbeeldige ambtsvoering, dat de republiek, hoe ziek zij ook moge zijn en hoe zwak nog, toch niet meer het object is van hoon en spot, noch in het buiten- noch in het binnenland. Volgens sommige Engelsche bladen is de ontvangst die Clemenceau te Chicago gehad heeft, althans van den kant der overheid, meer dan koel, ja zejfs kil geweest. Er was al dadelijk aan het station weinig belangstelling en zoo goed als geen gejuich. Aan het stadhujs gekomen moest Clemenceau geruimen tijd wachten vóór de burgemeester, Thompson, hem ontving, en toen de beide man nen tegenover elkaar stonden deed de burgemeester verstrooid, zeide weinig en nam hij de houding aan van iemand die van druk en belang rijker werk was weggeroepen. Toen het gesprek was doodgebloed, zeide de burgemeester: „Er is vandaag weinig zon in Chi cago", „Kunt u zelf niet in wat zonne schijn voorzien" vroegondeugend de Tijger. „Neen" antwoordde de burger vader ik word aansprakelijk ge houden voor alles in Chicago, behalve voor het weer". Generaal Pershing, die er bij stond, vond nu gelegenheid om een goeden kwinkslag te plaatsen door zijn buur man in te fluisteren: „Maneschijn is er hier anders ge noeg", waarbij men dient te weten, dat „moonshine" een gebruikelijke term is voor clandestien gestookte en verhandelde whiskey. De correspondent te New York van de Daily Telegraph ziet in die koele ontvangst van Clemenceau te Chicago een bewijs, dat Chicago niet meegaat met New-York en Boston in de harte- spartelende prooi een. ongewoon ver schijnsel is, op de vlucht te' jagen. Plotseling juist ten gevolge van <ie woeste, onregelmatige wringingen raakt het stel banden in z:ijn geheel los. Met de snelheid van den bliksem en bijna krankzinnig van vreugde schudt hij zie af op 'den grond, rukt zich 'de 'prop uit den mond, vliegt op en maakt, om aan zifn verstijfde ledematen hun lenig heid terug te geven, een zegevierenden bokkesprong. Een. van de gieren, stoutmoediger of wel meer uitgehongerd dan de andere, vliegt opnemw op Patrick aan. Snel als do gedachte schiet Johnny toe, grijpt met reuzenzeep het roofgedierte bij den kalen nek, slingert het zonder zich om 'hei vleugelgeklap,per of de dreigende wilde be wegingen miet de scherpe klauw.en te bekommeren daaraan rond en roept woedend: „Ziedaar, vervloekt gespui,,!. Wacht even... terug!! Ik draai jelui bi; «wijnen den nek' omj" lijke verwelkoming van den ouden Franschcn staatsman. In Midden Westen van de Unie, waar een groote bevolking van buitenlandsche origine gevestigd is en waar de landbouwbe langen domineeren, was men eigen lijk nooit zóó warm geloopen voor den oorlog als in het'Oosten der Republiek. Nog een grapje van Clemenceau. Men had hem te Chicago gevraagd of hfj te Washington ook een bezoek zou gaan brengen aan president Wilson. Hij antwoo'rdde: „Natuurlijk doe ik dat". „Nu twee jaar geleden zeide Wil son van u dat u militarist waart." „O, maar dat is eeuwen geleden. Dat is nu allemaal vergeten". De New York Herald heeft ook het een en ander mee te deelen over de weinig hupsche ontvangst van Cle menceau door burgemeester Thomson. Reeds vroeger had de burgemeester van de stad, die wel eens „de zesde Duitsche stad van de wereld" wordt genoemd zijnanti-Franschheid getoond, door te weigeren, maarschalk Foch te ontvangen. Ditmaal ontving hij Clemen ceau wel, doch zoo onhoffelijk moge lijk, en met zijn handen in zijn broek zakken. Het heet dat Thompson, na Clemenceau's bezoek verklaard had „dat Frankrijk nog meer van onze (Amerika's) centen wil". Ook zegt men, dat Thompson een actie op touw heeft gezet tegen „buitenlandsche propaganda", welke in de eerste plaats gericht zal zijn tegen den Tijger en tegen Frankrijk. Een en ander over Mussolini. In een correspondentie van het „Handelsblad', lezen wij de volgende levensbijzonderheden over den tegen- woordigen Italiaanschen minister-pre sident, die in zoo korten tijd en op zoo ongewone manier en ietwat ver bijsterende wijze tot zijn hoogen post opklom: Benito Mussolini werd 1883 geboren in een klein dorpje der Romagna, niet meer dan een gehucht, waar zijn vader smid was. „La Romagna Rossa" heeft een bevolking, die van ouds bekend staat als roerig en hardnek kig; doch het ras dier landslieden, uit de omgeving van Ravenna, wordt evenzeer gekenmerkt door een ener gieke arbeidzaamheid en .een niet alledaagsche doorzettingskracht. Mussolini's vader was een over tuigd socialist en de zoon werd van jongs af een aanhanger van zijn denkbeelden. Van 1892 tot '98 bezocht hij, na de gewone volksschool, een „collegio" te Faenza, vocht.veel met zijn kameraden en bezorgde aan zijn leermeesters heel wat last. In 1902 werd hij hulponderwijzer te Gualtiere Emilia op een salaris van 300 gulden in 't jaar. Doch dat duurde maar een halven cursus, daar Mussolini besloot naar Zwitserland te emigreeren, ten einde daar zijn geluk te beproeven. Met 1 lire en tien centiem stapte hij ergens uit den treiD, en zocht werk. Het eerste werk dat hij vond, was dat van een opperman; de eerste vriendschap, die hij sloot was die met een uitgeweken Russischen stu dent Tolstoyaan, even arm als hij. Na zijn uitzetting uit Zwitserland werd Mussolini, einde 1908, directeur van het socialistische dagblad „rAvvenire"teTrente,om daar spoedig over te gaan tot de redactie van „II Popoio", de coifrant van Cesare Battisti. Na ook door de Oostenrijk- sche - autoriteiten over de grens te zijn gezet, keerde de zwerveling naar Romagna terug en stichtte te Forli een eigen blad „la Lotta di Classe". Niet langen tijd daarna wordt hem de directie toevertrouwd van het hoofdorgaan der socialistische partij „1' Avanti". Zeer militante artikelen zijn er in deze jaren uit Mussolini's pen gevloeid, die er niet weinig toe hebben bijgedragen de positie" van het „proletariaat" in Italië te ver sterken. Ook als vurige redenaar won Mussolini de harten, zoo vaak hij het woord de massa richtte. Het aanvankelijk niet zoozeer prin cipieel als wel praktisch meenings- verschil tusschen Mussolini en het bestuur der sociaal-democratische par- Meu weet dat gieren, waaneer zij een maal op den grond liggen, niet daideliu maar eerst na. een aanloopje te hebben genomen, weer kunnen opvliegen-. Ter-wijl zijn. geztellen hem niet vreugde volle verwondering aan het weric zien. stormt Johnny, nog" altijd den gier nis een levenden hanrer rondzWaaieni, op de an dere beesten los. Dezen doen hun li ;ha- en opzwellen, slaan met de vleugels en rekken verbaasd den langen nek. In een ogenblik heeft 'de Amerikaan er meer dan twaalf gesmoord en. miet den voet in den betenderenput geschopt. De overige beesten, ontsteld door dez-> geheel ongebruikelijke manieren bij de slachtoffers die mfen hun als voedsel voor werpt, vliegen zlwaar en traag terug naai de borstwering, waar zlij dit zonde:linge ei hun gierenbegrjp te boven gaand schouw spel gadeslaan in .storm: i verbazing. Nu legt Jobny met den deftigen ernst van een zegevierenden Gaesar dsn thans dooden gier, die hem als wapen gediend tij dateert van het voorjaar van 1914. Aanleiding tot deze oneenigheid was de revolutionaire beweging, die in die roode lente de Romagna in rep en roer bracht. Deze opstand werd door verkeerde leiding in geheel verderfelijke banen geleid. De repu bliek werd uitgeroepen, zonder dat er eenig uitzicht bestond, dat in het overig Italië daarvoor aanhang te vinden zou zijn! Door het sociaal democratisch partijbestuur was aan vankelijk de beweging aangemoedigd; doch toen de zaken een verkeerden loop namen, werden de opstandelin gen" aan hun lot overgelaten. Zij hadden dit zeer zeker aan zich zelf te wijten, doordat zij, door het al te gretig volgen van oproerkraaiers en het bedrijven van ernstige buiten sporigheden, veroorzaakt hadden dat de partijgenooten uit de andere ge westen zich van hen afwendden, en terecht oordeelden dat het heele drij ven der Romagnoli puur anarchistisch wordt en zinneloos. Mussolini was onder de leiders, keurde evenmin de verwoesting goed van eigendom en oogst, doch hij kwam niettemin op voor de uit den band gesprongen arbeiders. Hij betuig de dat dezen misleid waren en dat daarvan het partijbestuur allereerst de schuld droeg. Men had de agitatie ondernomen, voorspiegelingen gedaan; doch toen het er op aankwam het verlangde te verwerkelijken had men doorzicht en flinkheid gemist om aan de beweging de juiste richting te geven. Zoo waren de stakers metter daad gedupeerd en verraden. Mussolini, in zijn ergernis en woede, verliet de „Avanti", trad uit de roode arbeiderspartij en richtte zich recht streeks tot het volk. Den 15en Novem ber 1914 verscheen het eerste num mer van zijn dagblad: „II Popoio d' Italia". Het vond lezers en aanhang door de heftigheid en onverzettelijk heid, waarmede het de beginselen van» zijn onvermoeiden directeur voorstond. De beginselen waren aanvankelijk nog socialistisch, doch de voormalige medewerker van Cesare Battisti plaatste zich daarbij op nationalen grondslag. Een bekend gezegde van hem is, dat men nooit een bruikbaar socialist kan worden, zonder eerst een goed vaderlander te zijn. De oorlog kwam, en alom toonde het socialisme neiging om 't patriot tisme te plaatsen boven het klasse- belang. In Italië was dit niet het minst het geval, doch daar hier het bestuur der sociaal democratische partij (anders dan elders) theoretisch züivër redeneerde en gekant was tegen de deelneming aan den oorlog, kon de aanhang van Mussolini snel toenemen, die en het socialisme pre dikte én de interventie. Strijdende voor een grooter Italië zou de jeugd op de slagvelden tevens hare andere idealen verdedigen. Mussolini trok weldra zelf mee in de loopgraven als sergeant der bersaglieri. Na een ern stige verwonding voor den verderen dienst ongeschikt bevonden, keerde hij achter zijn werktafel terug en vocht verder den oorlog mede met het geduchte wapen dat zijn dagblad allengs geworden was, opwekkend tot actie, tot weerstand, tot vertrou wen in de overwinning. Inmiddels was de patriottische so cialist tot een vurig nationalist gewor den. Geen klasse meer, maar Italië zelf kwam in het centrum van zijn ideologie, van zijn overtuiging. De „Popoio d'Italia" was geen socialis tisch dagblad meer, doch bij uitstek de courant van het stijdend Italië. Dan volgde de overwinning en daar mee de groote, bittere teleurstelling: „Te Versailles onderteekenden allen den vrede, maar Italië onderteekende niets." Men weet hoe uit deze teleurstel ling in Maart 1919 de organisatie is voortgekomen van de „fasci di corn- battimento". Mussolini werd de leider dier nieuwe beweging, door hem zelf in het leven geroepen. De geschiedenis van het fascisme behoeft hier niet wederom beschreven te worden. Het is bekend hoe het in kracht won en ook steun verwierf heeft, heer óp het platform, ten. einde bij een hernieuwden aanval zich nogmaals van dit eigenaardig verdedigingsmiddel te 'tedieben, Hij, gaat haastig naar den kapi tein, wiens gelaat ten gevolge van de prop, die hem een voldoende ademhaling belet steeds fooder wor'lt en meer opzwelt. Uit fe'ijn zak haait hij een mesje, 't welkd de bandieten vergeten hebben hem te ont nemen, en snijdt vlug: de banden door, die Pennyless elke beweging hebben belet. „Kapitein, '1 is mij een waar feesl; u dezen kleinen dienst te kunnen bewijzen," zlegt hij, de operatie violtooiïend dójór de prop weg te nemen. „En mij, niet minder, dien van u te aanvaarden, trouwe, moedige Johny'l" roept Pennyless, opgetogen van dankbare geestdrift over dezie onverhoopte bevrij ding in het aanschijn des dojofls. Met denzlelfden ernst slaakt de Amfcri Kaan de banden van Marius, maar vQegfde de&en voor afwisseling op meer lossen toon toe: „Wel, kameraad.ik gelóóf dat der nijverheid, toen het gold te be letten, dat de communisten in Italië heer en meester werden. De kwestie van Fiume en het optreden van d'Annunzio droeg er ook toe bij, dat het actief patriottisme bewonderaars en aanhangers vond. Op het congres te Rome in 1921 constitueerde het fascisme zich als politieke partij. Wij zijn slechts één jaar verder en na haar tweede congres te Napels, heeft deze partij het staatsbewind in han den. Op den tweeden Zondag van den Advent. Epistel van don H. Paulus tot' de Romeinen, XV. 413. Broedersal wat er geschreven is, is tot onze onderrichting geschreven, opdat wij, door het geduld en de ver troosting der Schriftuur, hoop zouden hebben. De God van geduld en ver troosting geve u, dat gij eensgezind onder elkander zijt, volgens Jesus Christus, opdat gij eendrachtig uit eenen mond God en den Vader van onzen Heer Jesus Christus verheer lijkt. Neemt derhalve elkander op, gelijk Christus u heeft opgenomen ter verheerlijking van God. Want ik zeg u, dat Jesus Christus een dienaar der besnijdenis is geweest om de waarheid Gods, ten einde de beloften der vade- DE STOTTERAAR. Do vriendZoo Gijs, ik hoor dat je nu eindelijk een cursus volgt tegen het stotteren, dat doet me pleizier. Leer je al goed GijsKnaap de knapper knapper knipt en kapt knapper dan de knecht van knaap de kapper knipt en kapt. De vriendKolossaal, Gijs, prach tig Gijs: J-.j-ja, m-m-maar 't k-k-komt z-zoo zeld-zeld-zaam voor, d-dat ik d-die zin-zin gebruiken k-k-kan HET JUISTE ANTWOORD, „Zijn dat de grootste appels, die jullie hier kunt kweeken vroeg een Amerikaan, die een boerderij bezocht minachtend op een meloen wijzend. „Blijf met je vingers van mijn klapbessen af!" riep de boer terug. KRAS. „Zeg, weet je nou wat 't toppunt van verstrooidheid is „Toen George gisteravond van zijn huwelijksreis thuiskomende, den koet sier omhelsde en zijn vrouwtje 'n rijksdaalder fooi gaf." OUD GEWORDEN. Oude dame, die een heelen tijd bezig is geweest met het uitzoeken van wat ze wilde hebben: „Maar ik ge loof toch niet, dat het kalfsvleesch is; het lijkt meer op ossevleesch." Verontwaardigde slager„Maar toen ik het u het eest liet zien, was het nog kalfsvleesch." BRUINE BOONENSOÉP. I1/2 L. boonennat; 1 lepel kerry; 1 ui; 60 gram boter; 50 gram bloem; 100 gram klafsgehakt of dobbelsteen tjes oudbakken brood. De fijngesneden ui met de boter, kerry en bloem onder voordurend roeren, bruin laten worden, daarbij langzaam het boonennat voegen en dit alles op zij van de kachel onder af en toe roeren, 15 minuten zachtjes door laten koken. De overgebleven bruine boonen door een grove zeef wrijven en het meel ervan bij de soep voegen. Wan neer men veel overgebleven boonen heeft, kan men minder bloem gebruiken. Men kan in de soep kleine balletjes gehakt doen of er stukjes gebakken brood bij presenteeren. De balletjes worden dan eerst met zout, en peper, gekweekt brood en melk aangemaakt en 7 minuten in de soep meegekookt. Wanneer men brood er bij geeft, wordt dit in dobbelsteentjes gesneden en in een ijzeren potje met boter bruin en knappend gebakken. nen zult slikken...." enn ztalt willen slikkjeïi -, „Troun del'airlik zpui wel een I yn water op kunnen," riep de Franss.Anan, toen jij de prop uit den mond kwijt was. „Mijn keel is een afgrond een uit gedroogde poel.... een kolenmijn die ik gaarne vol zóu laten looiplen... Sapristi, matro-os, dank je wel! J'e weet.... ik hen geen ondankbare." Maar Johnlry luisterde niet naar hem. Bijgestaan door Pennyless, hield hij z!ic3) bezSg'met den armen knaap, die langzaam «tot het bewustzijn terugkeerde, maar over al pijn gevoelde en op zlacht-klagendp.il loon om drinken vroeg. Mie'n móest hem zeggen dat het cp dit O'O'genblik niet mogelijk was aan zijn verlangen te vol doen^ maar dat iren niefm' toch zoo spoedig mogelijk eenige verkwikking zou bezorgen. (Woedt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1922 | | pagina 5