i, boes
ragen.
oren,
tien zijn
reizen,
Tweede Blad
DEL.
erjjatr in
VttSSWGEN
De goede kant van
den Voetbal.
Kerknieuws
Voor onze vrouwen.
Gemengd Nieuws.
Het hoekje van humor.
Voor de Keuken.
ZATERDAG 22 JULI 4822
VÊUWÉ ZEEUWSCHE COURAN
6849-25»
6767-50
:r
fLESSINGEN
)ranjes»raat 9-11
Telefoon 321
nen, Likeuren.
6885-3»
Tiaoj^
or der^Mfltriendcn
voordeelige
ing 6883-28
lRKOLEN,
mkoolbriketten.
ïcurreerende prijzen.
18 - MIDDELBURG
tr. Perserij Loskade)
dkoopst ad'®*
Onder dezen titel "«schrijft Pastooi
Sloet (Abcoude) in „Het Centrum
Als een ding aan één kant belicht
wordt, dan komt de andere kant in
de schaduw.
Op de waarheid, dat aan alle urn-
gen twee kanten zijn, maakt de
voetbal geen uitzondering. Maar nu
is de kwade kant van het „bruine
monster" den laatsten tijd door allerlei
voorlichters zoo dikwijls en zoo sterk
belicht geworden, dat velen er geen
goeden kant meer aan zien. Anderen
hebben den goeden kant behoorlijk
in het licht gesteld, maar bij de zwart
kijkers overweegt natuurlijk de
eerste indruk.
Ik wilde eens het volle licht doen
vallen op één bepaald punt van den
goeden kant, een punt, dat m. i. nog
niet voldoende belicht is geworden
en dat toch allerminst uit liet oog
mag worden verloren. Ik bedoel liet
rechtstreeks zedelijk effect van den
voetbal.
Ik behoef mijn geachten confraters
in de zielzorg niet te vertellen van
de zedelijke gevaren, waarin de jon
gens verkeeren in de „vlegeljaren".
Dan krijgt de jongen allerlei indruk
ken en phantasieëh, die hij vroeger
niet gekend heeft. Hij ziet dingen in
de wereld, die hij nog niet opmerkte,
en krijgt gedachten, die hij voorheen
niet had. De sexueele passie leeft op
hij kijkt de meisjes anders dan vroe
ger aan, en zij kijken hèm anders
aan.
Wij hebben in Abcoude ook een
voetbalclub. De rechtstreeksclie reden
voor de oprichting wasliefst alle
jongens in het patronaat te krijgen
en te houden. Het middel werd uit
stekend. Maar dat is het niet, wat ik
zeggen wil.
Vóór het bestaan van de voetbal
club hadden we veel te doen met
jongens van genoemden leeftijd, die
mot meisjes, en natuurlijk met
meisjes (nog niet eens bakvisehjes),
die met jongens „liepen". Dat ge
beurde juist op Zondag, want dan
gaan de meisjes „wandelen" en de
jongens „loopen". En dan treffen ze
mekaar, natuurlijk „heel toevallig",
en de jongens mochten (of gingen
toch) met de meisjes „een eindje op-
loopen". En zoo worden er kennisjes
gemaakt, enz. Door de week moesten
de meisjes 's avonds wel eens „bood
schappen" doen en de jongens waren
„toevallig" ook op straat. En de
ouders ontdekten soms briefjes, die
wat weg hadden van minnebriefjes.-
Zelfs in de kerk werden aardige
briefjes gevonden, waarin ook af
spraakjes niet ontbraken. Men begrijpt,
dat we met dat gedoe, en alles wat
er' bij kwam, heel wat te stellen had
den. Eu men meene niet, dat het in
andere plaatsen beter is: de jongens
en meisjes zijn elders natuurlijk net
zoo, en Abcoude is in zedelijk opzicht
geenszins de slechtste parochie in de
Vechtstreek.
Welnu, dat is nu uit. En dat komt
van den R.-K. Voetbal.
De jongens voetballen Zondags
middags. De ouders weten waar ze
ziju en onder welke hoede ze zijn en
zelf gaan ze ook dikwijls naar het
spel van hun jongens kijken. Hebben
de jongens geen ernstige „match",
dan voetballen ze onder elkaar, om
zich te oefenen", maar ze voetballen
toch. En als ze gevoetbald hebben,
dan zij n te moe om te gaan wandelen.
Ze gaan dan naar het patronaat, waar
ze nog wat na-voetballen, vooral als
ze een wijdstrijd gespeeld hebben, en
waar ze verder prettig en nuttig den
avond doorbrengen. Daarna gaan ze
niet meereen straatje omloopen, maar
gaan naar huis. En dan slapen ze
's nachts als rozen en denken niet
aan meisjes, maar droomen over voet
ballen.
Dr. Ariens heeft gelijk, als hij zegt,
dat de geest der jongens door den
voetbal in beslag wordt genomen.
Maar dat is juist de mooiste en de
beste kant van den voetbal. Meent
men dan, dat een doorsnee-jongen in
de vlegeljaren, die niet voetbalt, op
het beetje werk (vooral in den tegen-
woordigen tijd), dat hij door de week
op een kantoortje of werkplaatsje of
in het boerenbedrijf te verrichten
heeft, z'n jongensgeest zet'? Denkt ge
dat de meisjes niet in z'n hoofd zitten,
dat hij 's avonds van zijn werk recht
door naar huis gaat, en dat hij met
andere jongens niet over meisjes praat'?
Waar zal hij anders over praten'?
Over 't weer of over de politiek soms?
Een voetballer praat over voetballen
en wat daarbij te pas komt, en daar
komt het weer ook bij.
r Hierbij mag ik ook wel even reppen
van dat andere kwaad, dat fatale
-waad, dat zoovele jongens aantast,
ri1'®11 Physischen psychisch degene-
ruïneert. moieel eu S°dsdienstig
Vooi die sexueele gevaren, de
grootste voor de jeugd, bewaart hen
de voetbal, d. w. z. de Roomse he
voetbal. Dat is het alles overwegende
goede effect van den Roomschen
voetbal. Onze jongens moeten op
Zondag voetballen, want juist dan, de
Zondagnamiddagen, dreigen hen de
grootste gevaren. De jongens gaan
loopen en de meisjes gaan „wandelen".
De jongens gaan fietsen en de meisjes
ook. In eeh kwartier zijn ze een uur
ver weg buiten toezicht van ouders
en fatsoenlijke mensehen, Do jongens
van de „fijne" Protestanten mogen op
Zondag niet voetballen van hun oude
lui, en op andere dagen kunnen zij
niet. Ze moeten thuis blijven in ern
stige Zondagsstemming, waar hun
jongensgeest niet bij is, of stemmig
wandelen, waar ze geen jongens voor
zijn. Denkt ge dat die sterker en
beter zijn dan de onzen?
Ernstige w e d s t r ij d e n moeten ze
ook hebben. Anders „voelen ze er
niet genoeg voor. IIuu geest moet er
bij zijn en moet er in zijn. Alle jon
gens moeten spelen, en dat spel is
een „wedstrijd", en groote jongens
moeten een wedstrijd hebben, die
hun een vermoeiend spel waard is.
Andersgaan ze liever liggen
dobbelen, om centen, en later om
rijksdaalders. Dat weten we ook bij
ondervinding.
Voetballen is „onhygiënisch", zeg
gen sommigen. Kom ze eens kijken,
onze jongens.
Echte gezonde, ferme, vroolijke jon
gens, die in een paar jaar uit de
kluiten geschoten zijn, hun ouders
over het hoold heen. Dat komt van
het voetballen. De jongens moeten
zich moe spelendan komen ze thuis
en eten alles op en slapen zich
's nachts een hal v en centimeter grootcr.
En nu, gij die zoo bejorgd zijt voor
de jongens, die voor het voetbalspel
een soort „passie" hebben dat
hebben ze allemaal en als ze deze
niet hebben, dan hebben ze andere
en slechtere, en elke passie is ook
geen kwaad wees gerustAls ze
eventjes in de twintig zijn, dan
komen ze er wel af. Ze willen nog
wel eens optreden als invaller in een
zeldzaam geval, of een .keer als scheids
rechter, maar het eigenlijke voetbal
spel is er af. Ze hebben ook altijd
geen tijd meer; ernstiger dingen leg
gen beslag op hun geest. De jongens
jaren zijn voorbij. En de vroegere
voetbaljongen gaat als frissche onbe
dorven jongeman het rijpe leven in.
Ten slotte nog een paar opmer
kingen.
- Voetbaljongens gewennen aan tucht
eu orde en gehoorzaamheid. Die zijn
bij het spel noodig en worden streng
gehandhaafd. Zij leeron daar die
deugden heel nattig voor llolland-
sclie jongens.
Alle voetbaljongens wij hebben
hier 3 elftallen zijn vrienden ouder
elkaar. Geen betere kameraadschap
dan onder voetbaljongens. Geen aparte
vriendschapjes, enz.
De jongens laten zich leiden door
den kapelaan. Want bij een Roomsche
voetbalclub hoort een „voetbalkape
laan", die hun beste kameraad is en
aan wien zij alles kunnen vertellen.
Zij passen goed op en gedragen zich
zoo goed mogelijk; anders zouden ze
van het patronaat afkomen en meteen
van de voetbalclub.
En al is hun geest in beslag ge
nomen door den voetbal, ze doen hun
door-de-vveeksche werk even goed als
anderen; trouwens zooveel geest hoort
daar niet bij. Ik bedoel de gewone
jongens, die de groote meerderheid
vormen. Ook voor de studenten is
voetballen goed en heilzaam. Alleen
wanneer ze 's avonds moeten studee-
ren, dan moeten ze dien dag niet
voetballen. Overigens strekt die massa
huiswerk, die aan II. B. SJongens,
enz. dikwijls wordt opgelegd, hun
veel meer tot nadeel dan tot nut. En
vooral Zondagsavonds moeten ze niet
behoeven te studeeren.
Hiermede heb ik mijn meening
gezegd, die, zooals men wel begrijpen
zal, rechtstreeks alleen geldt voor een
dorp als Abcoude, maar die toch ook
in groote plaatsen mutatis mutandis
in menig opzicht wel van toepassing
kan zijn. Als er uitwassen zijn aan
den Roomschen voetbal, laat men die
dan verbeteren en andere voorkomen,
doch laat men niet „het kind met
het bad uitgieten."
Op den zevenden Zondag na
Pinksteren.
Epistel van den H. Paulus tot de
Romeinen. VI. 19—23.
Broeders! ik spreek menschelijker-
wijze, om de zwakheid van uw vleesch
want gelijk gij uwe lidmaten hebt
overgegeven, om de onzuiverheid en
de ongerechtigheid ter ongerechtig
heid te dienen, zoo geeft nu uwe
ledematen over, om de gerechtigheid
te dienen, ter heiligwording. Want
toen gij slaven der zonde waart, waart
gij vrij ten aanzien der rechtvaardig
heid. Welk eene vrucht hadt gij toen
uit die dingen, over welke gij u nu
schaamt? Het einde toch daarvan is
de dood. Maar nu gij bevrijd van de
zonden en dienaren Gods zijt gewor
den, hebt gij uwe vrucht in de heilig
making, en uw einde is het eeuwig
leven. Want het loon der zonde is
de dood; maar de genade Gods is
het eeuwig leven in Jesuk Christus,
onzen Heer.
Evangelie, Mattlieus VII. 1521.
In dien tijde zeide Jesus aan zijne
Leerlingenwacht u voor de valsche
Profeten, die in schaapskleederen tot
u komen, maar inwendig grijpende
wolven zijn. Aan hunne vruchten
zult gij ze kennen. Plukt men,wel
druiven van de doornen of vijgen
van de distelen? Alzoo brengt alle
goede boom goede vruchten voort.
Een goede boom kan geen kwade
vruchten, noch een kwade boom goede
vruchten voortbrengen. Alle boom, die
geene goede vruchten voortbrengt,
zal uitgehakt en in het vuur gewor
pen worden. Z:o dan, aan hunne
vruchten zult gij ze kennen. Niet
ieder, die tot mij zegt: Heer! Heer!
zal in het rijk der hemelen ingaan;
maar die den wil mijns Vaders doet,
die in den hemel is, die zal in het
rijk der hemelen komen.
Een nieuw receptenboek.
De Volksbond tegen Drankmisbruik
heeft een boekje uitgegeven met
„Verschillende recepten van alcohol
vrije dranken." Martine Wittop Koning
schreef het, dus kan men zeker wezen
dat de recepten uitstekend zijn. Er
zijn héél eenvoudige en meer kostbare
dranken, koude en warme, limonades
om dadelijk te drinken en om te be
waren, maar de bereiding is altijd
zeer duidelijk verklaard. En er zijn
zóó veel verschillende recepten, dat
men waarlijk geen behoefte aan alco
holische dranken heeft, wanneer men
dit boekje bezit. De prijs is dertig
cents. („C")
Vlaanderen.
„Gudrun", het tijdschrift van den
Vlaamsehen Meisjesbond heeft in Juli
een praêlitnummer, waarin Cyriel
Verschaeve een vlammend artikel
schreef over 11 Juli, de herdenking
van den Gulden Sporenslag. Er is een
portret in dit nummer van Dr. Mar-
gariet Baers, de begaafde en sym
pathieke bestuurster der Hoogeschool
voor Vrouwen te Antwerpen en óók
een portret van Mej. Gabriella van
Caeneghem, de eerste voorzitster van
den Landsbond, die thans kloosterzus
ter is te Antwerpen.
't Moet gezegd wordendie Vlaamsche
meisjes durven. Wat zij zeggen van
de moeilijkheid voor een Vlaamsch
meisje dat een kloosterroeping heeft,
om edn Vlaamsch klooster te vinden,
is waar en raak. „De meisjes uit ons
volk", zegt M., „worden tot het kloo
sterleven opgeleid in een taal die ze
moeilijk begrijpen, ze zijn veroordeeld
levenslang de innigste gemoedsaan
doeningen uit te schreien ook in
het gebed met vreemde klanken;*
in haar eigen kloosterkapel, vlak
naast het altaar, hangt de Fransche
vlag."
Wanneer de meisjes uit die ver
schillende gou wen allemaal Vlaamsche
beschaving verspreiden, die óók in
haar huis ontwikkeld en Vlaamsch
zijn, dan wordt het wezelijk zomer
in Vlaanderen.
Gr. Gr. Gr.
Het Geert Groote Genootschap heeft
een héél mooi boekje uitgegeven: het
leven van Sint Agnes, als no. 19 van
de Serie. Dit korte leven van Sint
Agnes is zuivere historie, alle legende
is er uit verwijderd, maar daarom is
het zóó mooi, eenvoudig en aandoen
lijk. Opnieuw een jiewijs, dat alleen
het goed geschreven heiligenleven
boeiend en aantrekkelijk wordt. Het
is oen mooi voorbeeld hoe de korte
heiligen levensgeschreven moeten zijn.
C. J. Ligthart S.J. schreef dit boekje
Het kost 25 cent.
Intern. Congres der Christ. Arbeidster.
Op 28 Juni is het tweede Congres
geweest der Christelijke arbeidsters
van alle landen te Insbrück in Tirol.
Tusschen de Fransche en Duitsche
elementen was alle stroefheid dooi
de oorlogsellende veroorzaakt nog
niet overwonnen, zeggen de verslagen.
De vrouwen uit do neutrale lauden
zullen al haar best moeten doen den
zusterlijken geest te doen herleven.
Vrouwelijke griffier.
Begin Juli is voor het eerst aan
het Kantongerecht te Amsterdam het
ambt van griffier waargenomen door
een vrouw. Mej. Mr. v. Geuns, doch
ter van den advocaat-generaal bij het
geréchtshof te Amsterdam, was de
eerste vrouw die in deze hoedaning-
heid optrad.
Academie voor hoogere studie.
De religieuzen van het Sacré-Coeur,
Newtonstraat 326 den Haag zullen
met aanvang October een Academie
voor Hoogere Studie openen.
Deze instelling wordt na herhaalde
aanvragen opgericht voor jongedames,
die njet aan de Universiteit gaan
studeeren, maar toch meer algemeene
ontwikkelingen intellectueele vorming
wenschen.
Vóór de terechtstelling.
In Frankrijk, zoo lezen we, en dit
was niet onbekend, is het sedert de
revolutie gewoonte geweest om ter
dood veroordeelden tot het laatste
oogenblik onkundig te laten van het
lot, dat hun wacht. Plotseling worden
ze dan met het feit der aanstaande
executie in kennis gesteld en tot
behoorlijke voorbereiding voor de
Groote Reis blijft geen tijd.
In Spanje, een land, waar ook het
Staatsbestuur van Christelijke begin
selen is doortrokken, gaat het anders.
Daar wordt de veroordeelde aan den
vooravond van zijn terechtstelling
naar de kapel gebracht, terwijl een
priester den geheelen nacht in zijn
nabijheid blijft. En bijna altijd volgt
dan een goede biecht met een vurige
H. Communie, waarna de gevang-ene
rustig en vol vertrouwen op Gods
oneindige barmhartigheid het schavot
betreedt.
Nu zijn onlangs te Chateau-roux in
Frankrijk, twee moordenaars terecht
gesteld.
Zij hadden tot advocaat een katho
liek'Kamerlid, die den vorigen dag
de beide veroordeelden mededeelde
wat ging geschieden. Welnuook zij
hebben gebiecht en met hun ver-
dediger de II. Communie ontvangen.
De minister van Justitie bemoeit
er zicli 1111 mee, want er schijnt een
reglement ovei'treden te zijn, doch
twee zielen zijn gered.
En Frankrijk wordt niet meer door
Combes gei'egeerd, al zit het ambte-
nai'oncorps nog vol met lieden van
ziju geest. Er is juist een ook in
andere landen hoogst noodige actie
gaande om te zorgen, dat deze uit
voerders der wetten niet ""een soort
tegenregeering blijven vormen tegen
den wil van volk en parlement.
Andere geest spreekt uit hetgeen
in Czecbo-Slovakije, het land van
Huss, geschiedt. Daar streeft men er
naar, om ter dood veroordeelden de
gelegenheid te geven, zich zeiven
nog vóór de executie van 't leven te
berooven.
En zelfs wil men eiken zieke, die
door de wetenschap voor ongeneeslijk
wordt verklaard ot zware pijnen lijdt,
in de gelegenheid stellen, zelfmoord
te plegen of zelfs op zijn verzoek van
het leven berooven.
Nog één stap en men doet het
tegen zijn wil in 't algemeen belang
of zoo iets. Maar in werkelijkheid,
omdat men alles, wat met den dood
in verband staat, daaraan doet den
kon, zoo snel mogelijk wil verwijderen.
De lafaards.
Die bovendien anderen den weg
versperi'on tot een gelukkige eeuwig
heid, welke Gods Hart zoo gaarne
aan allen geven wil.
(„Centrum")
Gtrieksclie snuifjes.
Naar aanleiding van het sensatio-
neele bericht over een besluit der
Gi'ieken om een aanval op Konstan ti-
nopel te doen waartoe zou be
sloten zijn in een vergadering op
29 Juni te paleize, die koning Kon
stan tijn zelt, de Gi'ieksclie Hoogc
Commissaris te Smyrna, Stei'ghiades,
en de nieuwe opperbevelhebber,
Hadjianestis, bijwoonden ontleent
Nypels van het „Hbl." aan een
schrijven d.d. 1 dezer, van een
Fransch zakenman in Smyrna het
volgende
„De zaken gaan hier nóg slechter
,dan toon jij er was. Wij wachten
nog steeds vol verlangen op de rege
ling van de quaestie van Klein-Azië
en Smyrna. Inmiddels heeft de almach
tige Sterghiades, die den tegenstand
van niemand duldt, zelfs generaal
Papoelas, den officieelen overwinnaar
van In-Eunu, Eski-sjehir, den Sanga-
ries en zoovele andere roemruchtige
nederlagen der Grieken, tot aftreden
gedwongen. Deze is thans opgevolgd
door generaal Hadjianestis, die jou
zeker aan een paar feuilletons zou
geholpen hebben
„Deze nieuwe opperbevelhebber der
Hellenen is namelijk een maniak van
de discipline en van de slobkousen-
knoopen. Hij stopt zijn ondei'geschik-
ten voor elk vei'gi'ijp tegen de dis
cipline of tegen de correctheid van
hun kleeding onherroepelijk in de
doos. Laatst moest hij in een spiegel
geconstateerd hebben, dat een knoop
aan zijn unifox'm los zat en zich toen
zelf onverbiddelijk vier dagen aiTest
opgelegd hebben!
„Tijdens dat arrest in zijn kamer
van het Grand-Splendid-Palce Hotel,
heeft hij waarschijnlijk zijn laatste
oekase uitgevaardigd, waarbij over
de di'acht van snorren door officieren
en minderen nauwkeurige instructies
gegeven worden. De soldaten, die hun
geweer niet cox'rect voor hem presen
teeren, gaat hij persoonlijk hun hou-
OP DE VERKEERDE PLAATS.
Moeder! riep de kleine Willem
uit de slaapkamer van de kinderen,
Jan neemt de helft van het bed.
Nu, antwooi'dde de moeder, heeft
hij daar dan geen recht op!
Ja moeder, antwooi'dde Willem,
maar hij neemt zijn helft in het
midden.
EEN SNUGGERTi,
Amstcrdamsch agent tot buitenman
Zou je niet doorloopen, meneer'?
De boer: Tja, ziet, uwes, ik
wacht nog altijd op den man, die
m'n horloge zou gelijk zetten op Am-
sterdamschen tijd. Hij heeft het een
uur geloden meegenomen, maar is
nog niet terug.
EEN 16-VOUDIGE KANS.
„Vadei', wat zou u me aanraden",
zei de jonge student, „alleen speciali
teiten kunnen tegenwooi'dig op een
behooi'lijk bestaan rekenen; zal ik
nu specialist worden voor de ooren
of voor de tanden."
„Voor de tanden jong, daarvan
heeft ieder er twee-en-dertig en vau
ooren maar twee."
DE WRAAK WAS ZOET.
A. Maar kerel, die Smit heeft
je altijd geërgerd en nu geef je 'm
je dochter tot vrouw!
B. Ja,... Maar m'n vrouw tot
schoonmoeder.
MAGERE BLOEMKOOLSOEP.
Deze soep maakt men van 't water,
waarin de bloemkool gekookt is. Men
fruit boter en bloem gaar, maar zon
der kleur te laten krijgen (men moet
er goed op letten niet te veel boter
te gebruiken).
Dan voegt men er 't bloemkoolnat
bij en wat melk en laat 't zachtjes
op zij gaar koken. Intusschen heeft
men enkele worteltjes, selderij schoon
gemaakt en kookt die gaar in water
met een stukje foeli. Men kan er
ook enkele aan kleine stukjes gesne
den aardappelen bijvoegen. Als dit
alles gaar is, voegt men het bij de
bloemkoolsoep.
Klop een heel ei, voeg er een
weinig maïzena bij en verdun dit met
nog wat melk. Laat dit bij de soep
nog even doorkoken en maakt de
soep dan af met zout en wat maggi's
ai'oma naar smaak.
Croutons gebakken brood wordt er
bij gepresenteerd.
CITROENVLA.
1 L. melk, 1 ons suiker, 50 gram
maïzena, 1 ei, sap van 4 citroenen,
wat citi-oenrasp.
De melk aan de kook brengen met
de suiker en de citroenrasp.
1 heel ei klopt men en doet daarbij
de maïzena maakt daar een glad
papje van en doet de sap van de
citroen er bij. Als de melk kookt doet
men dit mengsel er bij en laat 't ~Jr
10 min. doorkoken. In een glazen
vlaschotel legt men wat biscuits en
drenkt die in wat bessewijn, madera,
persico desnoods in wat warme melk.
Als de biscuits genoeg gedi'enkt
zijn, doet men er voorzichtig de vla
overheen.
ding rectificeei'en. alles in afwach
ting, dat hij Moestafa Kemal gaat
verslaan.
„Hij en Sterghiades zijn op het
oogenblik in Athene, waar de groote
beslissing over Smyrna thans genomen
moet worden, daar het geldgebrek
steeds nijpender wordt. De drachme
noteert hier thans nog slechts 4
piaster en je krijgt voor een fi'anc
al zoowat 13 piaster!
„De heeren schijnen in Athene twee
mogelijkheden te bepleiten: óf de
proclamatie van Griekenland's annex
atie van al het gebied in Klein-Azië,
dat thans door de Grieksche troepen
bezet is, óf de evacuatie tot aan de
lijn, die bij het vredesverdrag van
Sèvres vastgesteld is. (Een veel
kleiner gedeelte van Klein-Azië: de
.stad Smyrna met een 15.000 vierk.
K.M. terrein er om heen, N.)
„De nieuwe zaakgelastigde van
jullie consulaat-genei-aal is sedert je
vertrek hier aangekomen. Het is een
zeer sympathiek,maar ei-g jong man.
Jij, die dezen Oriënt kent, kunt je
dus voorstellen hoe vreemd men hier
opkijkt iemand van 28 jaar deze
hoogst gewichtige positie hier te zien
bekleedeu. Waarschijnlijk begrijpen
ze aan jullie (Juai cl'Orsay niet hét
verschil tusschen een gewoon consu
laat-generaal ergens in de min of
meer geordende wereld en een in
deze ook. voor jullie zoo gewichtige
haven, die elk oogenblik een Fiume
of veel erger worden kan, waar het
al eens zoo warm toegegaan is.
„Waarom sturen jullie ook geen
oorlogsschip hierheen? Dat zou ten
eerste onze society nog een beetje
opfleuren* maar kon ook straks wel
eens erg nuttig worden. Je weet hoe
de groote mogendheden zijn: als er