Tweede Blad
ZATERDAG 10 JUNI 1922NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Uit de Pers
Kerknieuws
Voor onze vrouwen.
Het hoekje van humor.
Voor de Keuken.
Gemengd Nieuws.
z«n meester gevonden.
Pater Stracke en de boeren.
De Belgische „Standaard" schrijft:
De „Libre Belgique", de Vlaamscli-
hatende Brusselsche krant, heeft het
weerom eens over de „démogagie
tiamingante" en over Pater Stracke
en voelt zich danig geërgerd, omdat
een oude pastoor van te lande den
veroordeelde vergeleek met St.-Pieter
door Herodes in de gevangenis ge
worpen. Is het toegelaten aan een
„petit vicaire" van te lande 't Pari-,
zeeërsblad nog wat meer genoegen
of. ergenis te verschaffen met hier
zoo eenvoudig mogelijk den indruk
weer te geven welken de veroor
deeling van den geliefden Pater bij
onze brave boerkens verwekte?
Verbeeld u een dorp, gelegen niet
verre van Gent, rasechte Vlamingen,
hardnekkige wroeters, ruw in omgang
en taal, maar eerlijk als goud. Van
P. Stracke hadden die menschen
vroeger nooit gehoordwel eens van
Vlaamsche Beweging en Vlaamsche
grieven, doch tot groote roering kwam
het tot nu toe niet. Ze zagen met
genoegen neer op de Hinke werking
van eenige jonge geestdriftige intel-
lectueelen en luisterden graag naar
't striemend woord van sommige oud-
strijders'; doch groote heeren hebben
lange airmen en men buigt gedwee
het hoofd als men 'tjuk reeds zoo
lange draagt. Arme wroeters uit
arm Vlaanderen.
Dan kwam 't. proces Stracke. Een
pater die voor 't Hof kwam, dat
maakte, dat moest ophef maken.
Dagelijks verscheen in de veel ge
lezen bladen een uitgebreid verslag.
Met spanning werd de zaak gevolgd.
Met genoegen vertelden ze me, hoe
meesterlijk de welbespraakte pater
de weifelende aanklagers den mond
stopte; hoe eerlijk hij was, hoe recht
schapen en hoe roerend schoon hij
spreken kon. Die meester sprak waar
heid, kon niet liegen, dat wisten ze,
dat gevoelden ze. Ook hadden ze
over hem vonnis geveld langen tijd
reeds vóór de rechters van Gentaan
vrijspraak konden hun eerlijke ge
moederen niet twijfelen.
Pater Stracke kreeg drie juarl
Dan heb ik het wonder zien ge
beuren.
De wroeters richtten zich op als
één man: daar stonden geen slaven
meer, geen gedweetobbers die leed
en vernedering verkropten, maar ras-
fiere Vlamingen met gebalde vuist
en de vlam in 't oog. 'k Heb tranen
gezien van verbeten woede in oogen
die nog nooit geweend hadden, tranen
van medelijden bij stokoude moeder,
tjes. 's Avonds rond den haard, bidt
men voor hem en ook voor Vlaanderen.
Zijn portret wordt overal verlangd
en op de eereplaats gehangen.
Een onschatbaren dienst hebben
de Gentsche Vlaamschhaters ons be
wezen; wat jarenlange propaganda
niet vermocht heeft het ooi'deel der
Gentsche rechters teweeggebracht.
Die bedeesde, onverschillige, lauwe
menschen zijn niet meer te herkennen
geen lawaaierig gedoe, maar een in
toom gehouden verontwaardiging en
een onwrikbaar besluit te „willen
wat is, recht en te winnen, wat zij
willen".
Een slechten dienst bewezen ze
ons ook. De eerbied voor het gerecht
zat onzen braven dorpers in merg en
been. Nu. is die eerbied geschokt.
En zou dit bij de boeren alleenzijn?
Op den feestdag der allerheiligste
Drievuldigheid.
Epistel van den H. Paulus tot do
Romeinen. XI. 3336.
„O afgrond der rijkdommen van de
wijsheid en wetenschap Gods, hoe
ondoorgrondelijk zijn zijne oordeelen,
en hoe onnaspeurlijk zijne wegen!
Wie toch heeft het voornemen des
Heeren begrepen, of wie is zijn raads
man geweest? Of wie heeft Hem het
eerste iets gegeven, opdat het Hem
worde wedergegeven? Want liit Hem,
en door Hem, en in Hem zijn alle
dingen; Hem zij eer en heerlijkheid
in eeuwigheid. Amen.
Evangelie. Mattheus XXVIII. 1820.
In dien tijde zeide Jesus aan zijne
LeerlingenMij is alle macht gegeven
in den hemel en op aarde. Gaat dan,
leert alle volken, en doopt hen in
den naam des Vaders, en des Zoons,
en des heiligen Geestes. Leert hen
onderhouden, al hetgene ik u bevolen
heb. En ziet, ik ben met u alle dagen
tot de voleinding der wereld.
De slotzitting van het Eucharistisch
Congres te Rome.
De laatste zitting van het inter
nationaal Eucharistisch congres werd
door Mgr. Heijlen, bisschop van Namen,
gepresideerd. Tegenwoordig waren de
kardinalen Pompilj, Maffi, Faulhaber,
Pifft, Giorgi, Bourne, Dubois, Maurin
en Gasquet. alsmede talrijke bis
schoppen.
De eerste spreker, De Simone uit
Napels, die het onderwerp: „Eucharis
tie en de nationale vrede" behandelde,
wees den toehoorders op den grond
slag van eenheid in het werk van
God, dat met de schepping begon en
in de verlossing zijn voltooiing vond.
De band der eenheid in de nieuwe
wet is de charitas en deze bereikt
haar meest volkomen uitdrukking,
als Jezus zegt: „Neemt en eet, dit is
mijn lichaam, dit is mijn bloed". Door
de deelneming aan de Tafel des
Heeren wordt in den mensch de
goddelijke harmonie der eenheid inge
stort, die tot eenheid in het familie
leven, in het leven der gemeenten,
provincies en der natie leidt.
Engeland was door Mgr. Grosch
vertegenwoordigd. Deze sprak over
het onderwerp: De macht van den
Paus ten gunste van den vrede. Hij
wees er op, dat de macht des Pausen
de voortzetting der macht van den
Godmensch was; die tot den eersten
Paus zeide: „Weid mijne lammeren,
weid mijne schapen". Thans is het
de plicht van den herder, de kudde
over de weelderig-begroeide dalen te
leiden om gezond voedsel te vinden.
En deze spijs is geen stoffelijke spijs,
maar het is spijs voor de ziel.
Spreker wees dan op de pogingen
des Pausen ten gunste van den vrede
De bedegeef ons den vrede is nooit
tevergeefs tot den Paus gericht, wijl
deze steeds op vrede aangedrongon
heeft en vredesvoorstellen gedaan
heeft. Ook de niet-Katholieken erken
nen, dat de Paus vaak vruchtbaar
vredeswerk kan verrichten. Maar dit
is den Katholieken niet voldoende.
Zij zijn van meening, dat de Paus de
stichter van den vrede moet zijn,
niet bij een toevallige gelegenheid,
maar krachtens zijn waardigheid en
zijn ambt. En zij hebben gelijk, want
de ware vrede kan slechts verkregen
worden door de vruchten, door het
offer van Jezus Christus op den
Calvarieberg verworven. De macht
van den Paus tengunste van den
vrede nu is geheel van Eucharis-
tischen oorsprong.
Over de Eucharistie en den wereld
vrede sprak de aartsbisschop van
Kamerijk. De groote karakteristiek
van het geheim der verlossing, aldus
de doorluchtige spreker, is haar
universaliteit, Adam werd tot God
omhoog geheven en met hém zijn
gansche nakomelingschap. Ilij viel
en zijn gansche nakomelingschap viel
met hem. Jezus, de nieuwe Adam,
verloste de geheele menschheid. Voor
allen heeft Hij Zich gegeven, voor
allen stelde Hij het Allerheiligste
Sacrament des Altaars in. Dell. Hostie
brengt God samen met den mensch,
wijl Zij het werktuig der verzoening
tusschen den mensch en God is. Maar
niet alleen is Zij het werktuig dei-
eenheid met God, Zij is ook een mid
del tot eenheid onder de menschen.
Evenalsmillioenen Hosties den eenigen
en denzelfden Jezus omvatten, zoo
kan men ook in millioenen menschen,
die de H. Communie ontvangen, het
cor unum et anima una verwezen
lijkt zien. De H. Hostie ruimt den
scheidsmuur weg, die de menschen
van elkaar verwijderd houdt. Ten
slotte beteekent de H. Hostie den
vrede van Jezus, dien vrede, welken
de Verlosser den zijne noemde en
van welken Hij zeide, dat de wereld
hem niet kon geven. (Msb.)
Dank van Z.H. den Paus.
Zijne Heiligheid heeft aan Z.Em.
den Kardinaal Vicaris liet volgende
schrijven gericht:
Weinige dagen geleden hadden wij,
omringd door een zeer groote menigte
van beminde zonen, gekomen van
elk deel der wereld om Jezus in de
Allerheiligste Eucharistie te vcrheer-
lijken, de vreugde het XXVI Inter
nationaal Eucharistisch Congres te
openen en de zoete hoop uit te druk
ken of veeleer het vaste vertrouwen
op een volledig succes van deze zeer
belangrijke gebeurtenis. Deze ver
wachting is een werkelijkheid ge
worden, die onze ziel van heilige
blijdschap vervult. In de afgeloopcn
dagen hebben wij met de meeste be
langstelling en met steeds toenemende
gemoedsbeweging het verloop van het
program gevolgd, in den geest deel
nemende aan alles wat die dagen
plaats greep, zoowel in de eucharis
tische bijeenkomsten als in de heilige
oefeningen. En wij hebben met bizon
der voldoening waargenomen niet
alleen de godsvrucht en den ijver
maar ook het enthousiasme, waarmee
de geloovigen hebben willen toonen
hun kinderlijke genegenheid jegens
hun zoeten Jezus,slachtoffer geworden
van vrede en liefde en hebben ge-
eerd den gevangene dor goddelijke
tabernakelen met religieuze plechtig
heden, de Stad, die het centrum dei-
katholieke wereld is en de zetel van
den Plaatsbekleeder van Jezus Chris
tus, waardig.
Waarlijk een gedenkwaardige be
kroning van de werkzaamheden van
het Congres is geweest de dag van
gisteren, waarin de stad der Pausen
en der martelaren heeft gevierd de
apotheose van de Eucharistie, ge
dragen in triomf langs de rijk ver
sierde straten, te midden van een 1
ontelbare menigte, juichend van heilig
enthousiasme. Het is een gebeurtenis,
zóó groot van beteekenis, dat het in
de geschiedboeken'van het Christelijk
Rome een van de heerlijkste pagina's
zal achterlaten.
Ten hoogste getroost om deze be
vestiging van geloof en devotie voor
de Allerheiligste Eucharistie, danken
wij op de eerste plaats de Goddelijke
Barmhartigheid, die, te midden van
de grootste bitterheden van deze
zoo rampvolle tijden, voor ons in het
begin van ons pontificaat, heeft willen
wegleggen een troost. En waarlijk een
grooter troost hadden wij niet kunnen
verwachten. Maar onze dankbaarheid
moet ook betoond worden aan allen,
die met bewonderenswaardige wils
kracht hebben bijgedragen tot het
welslagen van deze feesten; en in
het bijzonder richten wij een woord
van dank aan U, beminden Zoon, aan
uwe onmiddelijke medewerkers, als
ook aan alle leden der verschillende
comité's, die door hun activiteit heb
ben medegewerkt tot dit gelukkig
succes. En nu al de katholieken van
geheel de wereld in dit centrum der
Christenheid, aan Jezus, het Slacht
offer van liefde voor de menschheid,
hun hart hebben gewijd, zullen wij
blijven bidden, opdat de schatten van
eeuwig leven, vérzameld in deze
dagen van vreugde bij de tombe der
II. Apostelen, in de arena, geverfd
met het bloed der martelaren, in de
majestueuze Romeinsche basilieken
en tot zelfs in de afgelegen plaatsen
der catacomben; dat zij veeleer het
veelbelovend begin mogen zijn van
de tweede reeks der Eucharistische
Congressen.
Moge het Jezus, den Vorst van den
vrede, behagen Zijn Rijk uit te strek
ken tot alle sociale klassen, zoodat
in de gemoederen van aile menschen
door een enkelen bafSl van geloof
en liefde vereenigd, op de aarde, nat
van bloed en tranen, de schoone
regenboog van vrede moge verrijzen
en van uit de mystieke ark der heilige
tabernakelen moge uitvliegen door
het azuur der hemelen de duif met
den olijftak.
Met dezen hartewensch en met het
allerzoetste voorgevoel, dat die wensch
verwezenlijkt zal worden, verleenen
wij van ganscher harte aan u be
minden Zoon, den Apostolisohen
Zegen, alsook aan uwe ijverige mede
werkers, aan de verschillende comité's
van het Eucharistisch Congres, aan
allen, die in deze dagen aan Jezus
in het H. Sacrament hebben aange
boden de bloem van hunne godsvrucht
en piëteit.
Van uit het Vaticaan, 29 Mei 1922.
PIUS PP. XI.
Hoeden voor den middenzomer.
Het ongunstige weer met zijn zonne-
looze dagen en lagen temperatuur,
heeft niet erg medegewerkt om den
handel en de modisten tevreden te
stellen. Er is, in verhouding tot nor
male voorjaarstoestanden, betrekkelijk
weinig verkocht. Een paar dagen voor
Paschen was het druk, maar toen
trad, met de veranderde weersgesteld
heid, weder een stilte in. Wanneer
de warme dagen echter aanbreken,
zal nog veel worden goed gemaakt.
De Klokhoed blijft nog steeds in den
smaak, zoo vertelt „DeManufacturier",
de dames vragen ten minste dit mo
del nog herhaaldelijk en ook in de
modecentra wordt hij nog genoemd
naast den „carbriolet", den lioogen
hoedebol met smallen rand. Bij de
exposities was laatstgenoemde echter
weinig vertegenwoordigdwel trof
men hier en daar twee of drie van
die moddellen aan, maar het schijnt
toch wel dat hij langzamerhand zal
beginnen opgang te maken.
Groote capelihes en Rembrandtmo-
dellen zullen als moddellen voor den
midzomer de eerste plaats innemen
en fijn stroo „Paile Anglaise", picot,
alsmede strookant en stroostoffen ko
men er voor in aanmerking. Stroo
stoffen, gelijkende op broches, zijn
weder nouVeauté's, die opvallen. Ons
schijnt het echter toe, dat ze verre
van „algemeen" in den smaak zullen
vallenmen zal ze zien komen en ze
zullen weder verdwijnen, want ze
maken een zwaar en niet geheel
effect.
Crêpe Georgette zal „het" artikel
worden voor den zomer.
Onverschillig of 't voor hoeden of
voor japonnen zal dienen. Al wie van
elegant houdt, zoekt crêpe Georgette,
terwijl daarnaast lacquó-mousseline in
zijde en katoen in aanmerking komt,
aisook organdie. De lacqué mode rust
niet; steeds weder komt ze met an
dere stoffen en andere garneeringen
en men vraagt zich verbaasd af hoe
deze dunne luchtige stoffen zich zoo
goed laten verwerken met deze min
of meer stijve grondstof.
Strenge vormen, evenals zijwaarts
opslagen genres, matelots en bretons
worden vervaardigd van „Organdie-
lacqué". De rand is met gelijkkeurig
tres of lint omboord, Ze worden glad
overtrokken in tegenstelling met de
crêpe-Georgette-modellen, die met veel
draperies en geplooide stof prijken.
De mode heeft ons buitengewoon
mooie nieuwe kleuren gebracht; in
bruinachtige tinten zijn het dezulke
met een roodachtigen rand, als mei
kever, chocolade, kaneel; in lichte
tinten is het „gezelle". Verder een
zacht groen en reseda, geen hard
liessGhengroen meer; dat heeft zich
overleefd en komt zoo goed als niet
meer in aanmerking; citi'oengeel en
de nieuwe roode nuances, die het
midden houden tusschen kaneel en
wijnrood en den naam hebben gekre
gen van Kardinaalrood of „cadiurn".
Monenteel ziet men voor het meeren-
deel zwarte hoeden, ofgedemte kleuren,
doch de zomer zal allerlei levendige
nuances brengen, kleuren, die in de
soepele crêpe-zijden zulk een fraaien
weerschijn doen ontstaan, iriseerend
en glanzend zijn.
Garneeringen. Het afhangend genre
heeft afgedaan en zal plaats maken
voor alles wat omhoog gaat. Struis en
reiger gaan weer meer naar den ach
tergrond en ter garneering van strand-
hoeden en voor badplaatshoeden be
dient men zich van hanen- en ganzen-
veeren in allerlei lichtkleurige nuances.
Volgelfantasieën en geprepareerde vo
geltjes vormen, dicht aaneensluitend,
een stevige bandeau rond den hoedebol.
Deze soort garneering, de vogelban-
deau n.l. is in helglanzend rood en
groen gehouden, doch komt ook veel
vuldig voor in bescheiden gespikkeld
bruin.
Als garnituren worden ook bloemen
aangebracht. Kransjes van allerhande
bloemen zijn rond den hoedebol of
dwars over den zijwaarts opgeslagen
rand gelegd. In lacqué maakt men
nog gebruik van tulpen en groote
margrieten, die vlug en losjes worden
gearrangeerd in bonte kleuren men
gelmoes. Papaver en pinksterrozen
leenen zich uitstekend voor cabriolets,
en schijnen als 't ware tegen den
hoogen hoedebol te „aangegroeid",
Ook vruchten komen verbazend veel
voor: pruimen, appels, vijgen, nacht
schade en maluwe. Kersen behooren
tot de afhangende garneeringen, en
deze vindt men op het moment ver
velend. De Italiaansche stroohoed is
feitelijk de het meest geschikte hoed
voor vruchtengarneersels, die in com
binatie met bandfiuweel verschijnen.
Plu weel van het stuk geniet de voor
keur misschien zien we ons verrast
door het feit, dat bij gelegenheid van
de groote rennen te Parijs fluweelen
capelines verschijnen; van die zijde
is verleden jaar ook de doffe crèpe-
Georgette-mode tot ons gekomen:
mogelijk geeft de Parisienne thans
weder de voorkeur aan haar ffuweelen
hoed, dien zij voor den oorlog gewoon
was te dragen bij elegante midden-
zomerrobes.
Vele fabrikanten zijn reeds druk
bezig met hun wintercolleties en,
aansluitend aan de laatste zomernou-
veauté's, vervaardigen ze de eerste
winternouveaute's. Gekleede klokhoe-
den, naar binnengeslagen randen,
vierpunten, bretons en zijwaarts hoog
opgeslagen, groote Rembrands zijn het,
die, vervaardigd van sealskin en
kunstzijde-pluche, het eerst gezien
zullen worden. De hoedebollen zullen
niet heel groot zijn en soepel en
luchtig worden gedrapeerd. Voor jonge
vrouwen verscheen een bizonder aan
trekkelijke toque, smal en langwerpig
van vorm met ronden bol en luchtig
geplooiden rand. Het is hoogst moei
lijk om in deze categorie, den geschik-
ten kleinen hoed te vinden, doch met
dit „model" schijnt de belangrijke
voorwaarde „vlug" en „jeugdig" te
zijn opgelost. Onder de kleuren ziet
men een nieuw blauw, chocolade,
leder en de nieuwe groene nuances.
Natuurlijk komen altijd voor: zwart,
violet en grijs. („De Tijd")
Clubgebouw.
Ook in Amsterdam wil men een
clubgebouw voor vrouwen oprichten,
zooals dat in Den Haag reeds bestaat.
Men wilde dan tevens gelegenheid
geven aan jonge schilderessen om te
exposeeren, aan musiciennes om te
zingen en spelen, enz. Er zouden lo
geerkamers aan verbonden worden,
zoodat ook de dames buiten Amster
dam er steeds een prettig thuis kun
nen vinden.
Engeland.
In Engeland is thans door de com
missie besloten dat er geen vrouwen
tot het Iloogerhuis zullen worden toe
gelaten: de eisch van burggravin
Rhonda wordt dus niet ingewilligd.
Wel zullen alle vrouwen, die aan de
wettelijke vereischten voor benoeming
tot rechter voldoen, van nu af, even
goed tot rechter benoembaar zijn als
mannen.
EEN SLIMMERD.
In een dorpsherberg is sprake van
het dorp Lisse. „Lisse waar leit
dat vraagt een uit het gezelschap.
„Weet je dat niet?" zegt do herber
gier „Lisse of Lis is een verkorting
van Lissabon daar ergens bij Bonn
moet het liggen."
EEN AFSCHRIKWEKKEND MIDDEL
Jonge vrouw: „Mij dunkt, we moes
ten het overgebleven eten maar aan
de armen geven."
Jonge echtgenoot: „Voor mijn part.
dan zullen ze ons voortaan niet meer
lastig vallen."
MISVATTING.
Vader (op het bureau van den bur
gerlijken stand): „Ik kom u kennis
geven, dat ik een zoon heb gekre
gen."
Ambtenaar (barsch) „Naam."
Vader: „Hendrik Muller."
Ambtenaar: „Qualiteit."
Vader: „Thans nog zuigeling."
BAAS BOVEN BAAS.
Reiziger A; „Mijn patroon is zoo
op orde gesteld, dat ik mij altijd
streng aan mijn reisroute moet hou
den, al zou ik er drie of vier dagen
bij verliezen."
Reiziger B.Dat beduidt niemen
dal; de mijne is zoo regelmatig, dat
ik de steden en dorpen niet naar
hun geographische ligging, maar vol
gens het alphabet moet bezoeken."
HUZARENSLA.
Een half pond koud vleesch, over
geschoten vleesch of soepvleesch, tien
of twaalf koude aardappelen, een
kleine biet, een paar hard-gekookte
eieren, twee kropjes sla en twee zure
appels.
Maak vleesch en aardappels fijn,
snijd de gekookte biet in plakjes,
snipper de appels en maak de sla
schoon. Roer alles dooreen met drie
lepels slaolie en vier lepels azijn,
maar houd van de biet en de sla
iets over voor garneering. Leg alles
netjes in een hoop op een vleesch-
schotel en snijd de eieren in vier.de
partjes. Schik nu netjes de biet en
sla en eieren over en om den schotel.
Ook augurkjes en uitjes kunt ge er
bij doen.
VISCHRESTEN.
De overgeschoten viseh fijnmaken
en vermengen met fijngemaakte aard
appels, rijst, gesnipperde en gefruite
uien (naar believen) en gesmolten
boter, of resten van botersaus. Alles
in een vuurvasten schotel doen, het
met paneermeel bestrooien en hier
en daar een klontje boter leggen.
Dan in den oven tot er een mooi
bruin korstje op is gekomen.
Frankrijk.
Te Parijs heeft in April het 3e
Huishoudkundig Congres plaats gehad.
Drie onderwerpen werden behandeld.
Het huishoudonderwijs in algeemen
zin. Het huishoudonderwijs als vak
onderwijs. De wetenschappelijke ken
nis en het sociale belang van het
huishoudonderwijs.
Het merkwaardigste van dit con
gres was, dat over louter vrouwelijke
belangen meer mannen dan vrouwen
het woord voerden. Hier ware toch
zeker een vrouw méér op haar plaats
geweest. De Fransche huishoudscholen
zijn dan ook niet zoo goed als de onze.
Wat wél behartigenswaardig was.
was de nadruk die er gelegd werd
op de noodzakelijkheid ook den jongen
op te voeden in de huiselijke plichten.
(„Centrum")
Intern, vrouwenraad.
De Intern. Vrouwenraad, die in Den
Haag bij elkaar kwam, lieett ook
vooral het vredes-vraagstuk behandeld,
doch naar de verslagen te oordeelen
zijn niet vele nieuwe gezichtspunten
geopend, hoewel zulk een bijeenkomst
toch de harmonie onderling weder
versterkt. Verschillende van de vreem
de afgevaardigden werden ook door
H. M. de Koningin ontvangen en
menig belangwekkend uitstapje werd
gemaakt.
Men schrijft aan „De Tijd" uit
Nijmegen
Het gebeurde dezer dagen aan de
grens
Een' zoon van het oude volk kwam
met een zwaar pak uit den trein aan
de Ilollandsche grens. Hij scheen
toegerust voor een veertigjarige woes-
tijnreis.
„Wat heb je in dat pak?" vroeg
de douanebeambte kort en zakelijk.
Kinderkousies; flor tuisend kinder-
kousies!" en 't joodje stak graaiïg vier
vieze vingers op.
„Laat zien! was het korte bevel.
„Je khunt me geloofe, op m'n woord