Tweede Blad ZATERDAG 15 APRIL 1922 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Genua, „la Superba". Kerknieuws Voor onze vrouwen. Het hoekje van humor. Voor de Keuken. Halvemaanvormig en amphiteaters- gewijze gebouwd tegen de steile hel lingen der Apenijnnen, verheft zich aan de gelijknamige golf de, stad Genua, waar thans de vertegenwoor digers van schier alle landen dei- oude wereld ter conferentie vereenigd zijn. Niet zonder reden voert zij den bijnaam van „La Superba" „de prach tige", want in schoonheid, belangrijk heid en historische voornaamheid strijdt zij met Milaan, Venetië, Florence Pisa, Rome en Napels om den",voorrang, terwijl haar beteekcnis als centrum' der Middellandsclie-Zeescheepvaart met hare ontwikkeling als moderne wereldhaven gaandweg toeneemt. Hare havenwerken beslaan een oppervlakte van ruim 200 hectaren en worden door twee dammen be schermd, waarvan de eene 4,7 K.M. de andere 6,57 K.M. lang is. Het binnenloopen der haven wordt door tal van verlichtingswerken verge makkelijkt, waarvan de groote vuur toren (la Lanterna) op het rotsige schiereiland Capo Faro eene bijzon dere vermelding verdient; diens licht toeli, 11772 M- boven den zeespiegel geplaatst, is op 27 mijlen afstand van zee uit reeds zichtbaar. Even impo sant als de haven in haar geheel zijn de dokken en kaden, waaraan de schepen meeren van vast alle landen der wereld. In het oude Genua zijn de straten smal, maar zindelijk en loopen traps gewijze op. Sommige straten zijn door brugachtige overgangen met elkander verbonden; eenig is als zoodanig de in 1718 door den architect Langlad gebouwde Carignauobrug, die in het zuiden der stad over huizen van zeven verdiepingen naar de gelijk namige kerk voert. Een typische ouderwetsehe winkelstraat is de via Luccoli. In de nieuwe stad zijn tal van breede, fraai aangelegde straten: de Via Roma, eeu moderne winkel straat, de Via Assarotti. Aanmerkelijk hooger circa 1000 M. ligt de in 1876 aangelegde Via di Circonvallazione a Monte, welke onder verschillende benamingen een ceintuurbaan vormt rondom de flanken der bergen en met zijn prachtige villa's en heerlijk uitzicht op de benedenstad een der fraaiste wandelwegen van Europa mag heeten. Dan zijn er nog de Via Audrea Doria, de Via Carlo Alberto, in 't jaar 1885 aanmerkelijk verbreed, de Via Vittorio Emanuele, die uitloopt op de prachtige 18 M. breede langs de zee loopende kade, welke tot aan de mon ding der rivier de Bisagno reikt, de Via Venti Settembre, Via Garibaldi, Via Caroli, de winkelgalerij Galleria Mazzini, de Via Corsica, Via Caffaro, Via Palestro enz. Genua is de stad der pleinen en monumenten. Midden in de stad be vindt zich het plein (piazza) Deferrari met het ruiterstandbeeld van Garibaldi, Het Piazza Corvetto met boomen be plant is met Jt; zoo juist genoemde plein het grootste en mooiste der stad. Verder zijn er het Piazza Manin, het Piazza Aqua Verde, dicht bij het hoofd station en gesierd met het marmeren Columbus-monument, door Genua ter eere van zijn grooten zoon opgericht. De beroemde ontdekker toch van Amerika zag in die stad het levens licht in 1446. Dan nog de Piazza Cavour, Piazza d'Armi (het exercitie veld), Piazza Annuntiata. Piazza Brig- nole en Piazza dei Bianchi. Plet natuurschoon, der stad reeds zoo kwistig toebedeeld, wordt nog verhoogd door twee riant gelegen, keurig aangelegde, lommerrijke open bare parken: het Vilettra di Nigro, met een marmeren standbeeld van Mazzini en het Aqua Solo. Gelijk alle Italiaansche steden is Genua rijk aan tal van kerken en heiligdommen, paleizen en museum's, getuigen van den godsdienst- en kunst zin van het voorgeslacht. Wij zullen den lezer niet vermoeien met de op somming van al deze gebouwen alleen do kerken zijn 82 in getal slechts enkele mogen hier niet onvermeld blijven. De San Lorenzo, de kathedraal Genua is de zetelstad van een aarts bisdom is de oudste en vertoont een mengsel van Romaanschen, Gothi- schen en Renaissancestijl. Haar ont staan klimt op tot in de 10e eeuw. Zij bezit een kostbarenreliquieënschat. De Santissima Annunziata is de sier lijkste, de Santa Maria di Carignano is uit bouwkunstig oogpunt de mooiste kerk der stad. Onder de paleizen verdienen bij zondere vermelding het Palazzo Durazzo-Pallavicini met een wonder- schoonc trap, werk van de bouw meesters Bianco (1604—1656j en Tagliafico (1729—1812); liet Palazzo Rosso, zoo genoemd naar zijn gevel in roodeii steen en door de bezitster, markiezin Brignole-Sale in 1874 met de daarin aanwezige 20000-deelige bibliotheek aan de stad vermaakt ook vermaakte deze dame het Palazzo Bianco (witte paleis) met al de daarin zich bevindende kunstschatten in 1889 aan de stad, die het omvormde tot 'n museum. Het Palazzo reale (konink lijk paleis) is sinds 1817 in het bezit van hot huis van Savooie, het Palazzo di Andrea Doria werd in 1522 door de republiek Genua aan den Doge Andrea Doria, den vader des Vader lands ten geschenke gegeven. Verder do paleizen Cambiaso met marmeren voorgevel, Georgio Doria met prach tige fresco's en schilderijen, Serra, met de schoonste zaal van geheel Genua. „Last not least" zij vermeld het Palazzo Uucale (hertogelijk paleis) voorheen de residentie der doge's van Genua, niet minder machtig dan de beroemde doge's van Venetië, met een prachtigen gevel van kostbaar marmer, 't Is thans staatseigendom en regeeringsgebouw. Gesticht in dp 13e eeuw werd het in 1564 door Rocco Pennone verbouwd en in 1777 door een zwaren brand geheel in de asch gelegd, doch spoedig daarop in zijn tegenwoordige gedaante her bouwd. Vele dezer opgenoemde paleizen dienen thans tot vergadergebouw voor de Conferentie en tot verblijf van de gedelegeerden. Het Palazzo reale is de zetel der Conferentie, daar is het secretariaat gevestigd; de vergaderingen worden echter evenals zulks met de openings zitting het geval was, gehouden in het Palazzo di San Giorgio, waar vroeger het machtige banklicliaam van dien naam hare tenten had opge slagen. Genfla bezit een universiteit oud tijds een college der Jezuïeten met een gedenkteeken voor Simone Boc- canegra, den eersten doge en een accademie van schoone kunsten; ver der een bibliotheek van 95000 deeleu, een antiek museum, een observato rium, een botanischen tuin en uit stekende inrichtingen van middelbaar en hooger onderwijs, waaronder be halve de genoemde universiteit ook een handels-hoogeschool behoort ge rekend te worden. Het kan niet anders of een stad met een zoo rijk verleden als Genua heeft de meest grillige lotsverwisse- ling ondergaan. Oudstijds hoofdstad van Ligurië werd Genua door Hannibal veroverd en verwoest. Herbouwd, bleef het onder het Romeinsche rijk, totdat 'tin 670 weder verwoest werd door de Longobarden, doch herstelde zich spoedig. In 774 ging het voor de Longobarden verloren en maakten de Franken er zich meester van, totdat s ten tijde der Karoliugers Genua zich tot eene zelfstandige re publiek wist te verheffen en door een uitgebreiden handel en het stich ten van tal van nederzettingen op Sicilië, Tunis,Tripolis Cyprus, Lesbos, Chios, enz. allengs tot groote macht en bloei geraakte. Dit wekte den naijver op der mach tige zusterrepublieken Pisa en Vene tië, waarmede Genua een eeuwenlan- gen strijd voerde om de hegemonie, de heerschappij over de Middellaud- sche Zee. Pisa leed in 1284 in den zeeslag bij Meloria eene beslissende nederlaag. Nu kreeg Genua met het stijgen van zijn macht de handen vrij tegen Venetië, doch in dezen kamp moest zij het onderspit delven: haar vloot werd in 1379 bij Chioggia door de Venetiaansche vernietigd en zag de trotsche republiek zich ge noodzaakt eene yoor haar nadeeligen vrede met Venetië te Turyn te slui ten in 1381. Bekend is het roemrijke aandeel dat Genua nam aan de kruistochten. In den middeleeuwsclien strijd tus- schen keizer Frederik II en den Paus stond Genua aan de zijde des laatst genoemde. Later door inwendige twis ten verzwakt, geraakte Genua onder Fransche heerschappij om later, in de oorlogeft van Karei V met den Fransehen koning, de zijde des kei zers te kiezen op aanraden van zijn admiraal Andrea Doria, die de repu bliek weer onafhankelijk maakte en haar een staatsvorm gaf die tot 1797 voortduurde en niet ongelijk was aan den vroegeren, waarbij een doge (doge dux-liertog) een getemperd aristocratisch bewind voerde. Dit be wind was de vrucht van een com promis tusselien de adellijken en de burgers die eeuwen lang in Genua elkander bestookt hadden. Als eerste dogetradin 1339 Simone Boccranegra op, bij vrije volkskeuze gekozen, doch bij een nieuwen burgeroorlog in 1363 door vergif uit den weg geruimd. Nadat Genua in de 17e eeuw veel van Lodevvijk XIV had te lijden ge had zag het zich zijn meeste bezit tingen ontvallen en moest o.a. liet eiland Corsica aan Frankrijk afstaan. Toch zijn de vele paleizen en hotels in eigenlijk Genua niet voldoende om al de vreemde gasten te bevatten. Vele hunner zijn dan ook in de voorsteden ondergebracht. De Nederlandsche delegatie b.v. verblijft met de Deenscbe en Ziveedsebe in bet Grand hotel Mftditerranée te Pegli, eene in een zeer gezonde streek gelegen voorstad, op ruim 6 K. M. afstand van het hart der stad. De Oostenrijkers waren ook eenigen tijd heer en meester der republiek waar ten slotte een opstand tegen den adel, door Bonaparte begunstigd in 1797 aan Genua's onafhankelijkheid voor goed oen einde maakte, om haar tot vazal van Frankrijk te verlagen. In 1805 werd Genua zelfs bij Frank rijk ingelijfd. Na den Napoléontischen tijd herstelde d,e stad Genua zich gaandeweg van haar achteruitgang om zich op te werken tot wat zij thans is: een der schoonste, welvarend ste steden van Italië met een nijvere bevolking van circa een half miilioen zielen, een stad in alle opzichten den scliooncn bijnaam: „La Superba" waardig. Op liet Hoogfeest van Pasehen, of de Verijzenls dos Hoeren. Epistel I. van den II. Paulus tot de Corinthers. V. 7 8. Broeders! zuivert u van den ouden deesem, ten einde gij een nieuw beslag zijt, gelijk gij toch ongedecsemd zijt; want ons paaschlam, Christus, is ge- slagt. Laat ons dan feest houden, niet met den ouden deesem, noch met den deesem der boosheid en ondeugd, maar met ongedeesemde brooden van oprogtheid en waarheid. Evangelie. Marcus XVI. 17. In dien tijde kochten Maria Magda- lena en Maria, de moeder van Jacobu's, en Salome specerijen, om Jesus te komen balsemen. En zeer vroeg op den eersten dag der week, kwamen zij aan het graf, toen de zon nu was ^opgegaan. Zij zeiden tot elkander: wie zal ons den steen van den ingang- des grafs afwentelen? Want hij was zeer groot. En opziende, zagen zij dat de steen afgewenteld was. En in het graf tredende, zagen zij aan de regter- zijde zitten eenen jongeling, omhan gen met een wit kleed, en zij werden verbaasd. Hij zeide tot haarverschrikt niet, gij zoekt Jesus van Nazareth, die gekruist is; Hij is verrezen, Hij is hier niet; ziet de plaats, daar zij Hem gelegd hebben. Maar gaat, zegt aan zijne Leerlingen en aan Petrus, dat Hij u reeds vooruit gaat naar Galiiea. Dan zult gij Hem zien, gelijk Hij u gezegd heeft. Op Paaselunaandag. Lesse uit de handelingen der Apos telen. X. .37. 43. In die dagen stond Petrus in het midden des volks,-en zeide; Broeders! gij weet, hetgene er na den doop, dien Joannes predikte, in Galiiea begonnen en door geheel Juilea ge schied is; hoe Jesus van Nazareth met den heiligen Geest en met sterkte heeft gezalfd, die al weldoende rond toog, en allen genas die onder het geweld des duivels waren; daar God met Hem was. Wij zijn nu getuigen van al hetgene Hij in het land 'Van Judea en te Jeruzalem heeft gedaan; dien zij aan het hout gehangen en gedood hebben, dezen heeft God ten derden dage opgewekt, en Hem laten verschijnen, niet aan het volk, maar aan de getuigen, die hiertoe van God waren beschikt; aan ons, die met Hem gegeten en gedronken hebben, nadat Hij van den dood ver rezen was. Hij heeft ons ook geboden aan het volk te prediken en te ge tuigen, dat Hij het is, die door God tot regter van levenden en dooden is gesteld. Van Hem geven alle pro feten getuigenis, dat allen die in Hem gelooven, door zijnen naam vergiffenis der zonden zullen krijgen. Evangelie, Lucas. XXVI. 13 35. In dien tijde, op denzelfden dag, gingen twee Leerlingen van Jesus naar een dorp, met name Emmaus, dat zestig station van Jeruzalem lag. En zij spraken tot elkander van al hetgeen daar geschied was. En het geschiedde, terwijl zij te zamen spra ken en onderhandelden, dat Jesus zelf daar kwam, en met hen ging; maar hunne oogen werden gehouden, zoo dat zij Hem niet erkenden. En Hij zeide tot hen: welke zijn de redenen, die gij al wandelende met elkander behandelt, en zoo bedrukt zijt? En de eene, genaamd Cleoplias, antwoordde, en zeide: zijt Gij alleen een vreemdeling in Jeruzalem, en weet Gij niet,wat daar, in deze dagen ge schied is? En Hij zeide hun: wat dan'? En zij zeiden: van Jesus van Nazareth, zijnde een Profeet, magtig in werken en in woorden voor God, en voor al het volk; en hoe de O ver priesters en onze Vorsten Hem ter dood veroordeeld, overgeleverd en gekruist hebben. Dan wij hopen, dat Hij Israël zoude verlossen: en met dit alles is het heden de derde dag- dat deze dingen geschied zijn. Maar ook hebben eenigc van onze vrouwen ons ontsteldzij waren vóór den dag aan het graf geweest, en zijn lichaam niet vindende, kwamen zij, en zeiden, dat zij ook eene verschijning van Engelen gezien hebben, die zeiden, dat Hij leefde. Eenigen van ons zijn dau naar het graf gegaan, en hebben het zoo bevonden, als de vrouwen gezegd haddenmaar Hem hebben zij niet gevonden. Toen zeide Hij hun o gij dwazen en tragen van hart, om te gelooven alles wat de Profeten ge zegd hebben! Moest de Christus niet deze dingen lijden, en aldus in zijne heerlijkheid ingaan? En Hij vanMozes en alle Profeten, en verklaarde hun, hetgeen van Hen in alle - Schriften geschreven stond. Zij naderden dan het dorp, daar zij heen gingen, en Hij hield zich verder te willen gaan. En zij dwongen Hem, en zeiden blijf bij ons, want het wordt avond, en de dag is reeds aan hot afgaan; en Hij ging met hen binnen. En het geschiedde, als Hij met hen aan tafel zat, dat Hij het brood nam, het zegen de, brak en het hun gaf. Toen werden hunne oogen geopend, en zij konden Hem; en Hij verdween uit hunne oogen. Zij zeiden dan tot elkander: was ons hart niet brandende in ons, toen Hij.op den weg sprak en ons de Schriften opende En op hetzelfde uur stonden zij op, en keerden terug naar Jeruzalem; en zij vonden ver gaderd de elf, en degenen die bij hen waren, die zeiden: dat de Heer waarlijk verrezen, en aan Simon verschenen was. Ook verhaalden zij, hetgeen op den berg geschied was, en hoe zij Hem in het breken des broods gekend hadden. Enquête Trouwekleeding. Over de Enquête in zake de vrouwen- kleeding door de „Nieuwe Courant" op touw gezet is het wel merkwaardig op te merken dat de vrorwerf van rijper leeftijd en zij die aan sociaal werk deden uit één mond de tegen woordige mode - - uit zedelijk oogpunt - afkeuren van welke geestesrichting- zij ook zijn, terwijl de jongeren „het niet erg vinden". Over de vraag of de tegenwoordige mode uiteenaesthe- tisch oogpunt te verdedigen is heeft Eduard Verkade wel een der aardigste antwoorden gegeven: „Wanneer de moeders haar 'dochterjes weer gaan kleeden zooals zij zich zelf kleeden, zooals we bij onze nationale kleeder drachten nog zien, zal het resultaat zeker aesthetischer zijn dan wanneer de moeders zich trachten te kleeden zooals haar dochtertjes gekleed gaan". Heel en al gaat dit niet op, wat het eerste gedeelte betreft. Want, in nationale kleederdracht moge het aller sierlijkst zijn ^en er gaat heel wat moois verloren als onze lieve boerinnetjes uit Zeeland, Friesland, enz. haar kleederdracht verlaten maar niets was leelijker dan de kinder mode van vroeger eeuwen, die een nabootsing was van de damesmode. Maar Verkade heeft groot gelijk dat het tegen alle schoonheidsbegrippen zondigt wanneer de ouder-wordende en oude vrouw zich kleedt als een achttienjarige. Engeland. Tot nu toe neemt een gehuwde vrouw ook in ons land de nationaliteit aan van den man. Thans is in het Lagerhuis een wetsontwerp ingediend, waardoor hierin verande ring komt. Men wil deEngelsche vrouw, die met een vreemdeling huwt, haar nationaliteit laten behouden, terwijl de vrouwen uit andere landen, die metEugelschc onderdanen huwen,kun nen kiezen of zij al of niet van nationaliteit willen veranderen. Het wetsontwerp is in eerste lezing reeds goedgekeurd, zoodat het waarschijnlijk zal worden aangenomen. Het zou ook voor andere landen aanbevelenswaar dig zijn. Portugal. Te Lissabon heett Dr. Paolina Luisi, een Braziliaansche een Portugeesclien Vrouwenbond opgericht, welke zich bij den wereldbond voor vrouwen stemrecht heeft aangesloten. Intus- sclien bestond in Portugal ook reeds de II. K. Vrouwenbond. Moderne parapluios. De parapluie is zeer langen tijd een stiefkind dor mode geweest. Zij werd beschouwd als een noodzakelijk kwaad, iets, dat men nu eenmaal hebben moest, maar waarvoor men overigens niet de minste genegenheid koesterde. Haar positie was in over eenstemming met de dienstbare rol, die zij vervulde. Zij werd blootgesteld aan den regen om den mooien hoed den kostbaren mantel te beschermen. Op welk een lage maatschappelijke trap stond zij dus vergeleken bij haar meer bevoorrechte zusters, de andere dochters der mode! Niemand keek ooit naar haar om, niemand had ooit een vriendelijk woord voor haar over. De dames lieten elkaar haar hoeden, haar costuums bewonderen, maar wie toonde jjhaar parapluie aan haar vrien din. Wat gaf men om een parapluie. Men moest 't ding nu eenmaal mee- nmnen, wanneer liet weer dreigend was, maar pleizier had men er nooit van. En vele dames waren altijd boos en knorrig op haar parapluie, alsof zij de oorzaak van den regen was! De laatste jaren echter is er een EEN GOEDE KLANT. Student (in den winkel)Juffrouw wilt U die das met roode stippeltjes voor me uit de étalage halen? Winkeljuffrouw: Zeker, meneer, met genoegen Student: Zoo, dank U wel, dat weergaasche ding heeft me de heele Weck al geërgerd OOK 'N WURM. MamaFrits, waarvan heeft de onderwijzer je vanmorgen verteld? Frits: Och, van rupsen en vlin ders mama. Mama: Dan weet je zeker nu wel van welke worm de zijde komt, waarvan ik japonnen draag? Frits: Zeker, van papa. BEZET. Een jonge Baron komt ter audiëntie bij een Minister van een kleinen ■Staat om eene betrekking te ver krijgen. „En welk ambt zou U wel gaarne willen hebben?" vroeg de Minister. „Zulk, een, dat veel opbrengt en weinig werk eischt" antwoordde de edelman, „Dan moet U wachten tot ik dood ben", hervatte de Minister. FIJNE WENK. Een burger is ter audiëntie bij den Minister geweest en wordt bij zijne terugkomst door den Burgemeester ontvangen. „Nu," vraagt deze onmid dellijk, zonder den binnenkomende een stoel aan te bieden, wat heeft de Minister gezegd Burger. Het eerste wat Zijne Excel lentie zeide was.- „Wees zoo goed te gaan zitten, mijnheer." Chipolata-pudcling. Benoodigdhedenlj2 L. slagroom, 3 of 4 eieren, 1 kopje melk, 6 gr. gelatine, een ons biscuit en maresquin. Men legt de biscuit te weeken in een weinig maresquin in een compöte- schotel. De gelatine en de suiker lost men op in de warme melk. De slag room wordt stijfgeklopt (niet te lang, want dan komen er kluitjes in!) en de eieren (wit en dooier samen) wor den geklutst. Dit laatste mengt men al roerende voorzichtig met de warme melk (tel kens een beetje melk) doet er dan de gelatine en de suiker bij en daar na de slagroom. Dit alles giet men op de geweekte biscuits en legt dan bovenop eenige geeonfijte vruchtjes. Practische wenken. Om slap geworden beschuiten weer croquant te maken, zet men ze even in een matig verwarmde oven. Om bij boter uithakken spatten te voorkomen, roere men er in met een ijzeren vork. Vleeschpannen kan men grondig reinigen door ze uit te koken met een sterke oplossing van soda. Heeft men uien in een pan ge kookt, zoo kan men door soda-water er in te laten koken, reuk en smaak van de uien verdrijven. groote wijziging gekomen in de maat schappelijke positie van de dames- parapluie. Een goed-aangekleede dame kan niet meer uitgaan met een min of meer geciviliseerd „besteedstertje". De oude verontschuldigingEen para pluie dient toch maar tegen den regen, dus behoeft niet mooi te zijn,— kan niet meer worden aangevoerd. Hoezeer ook het regenscherm is en blijft de dienares van hoed en costuum, men is gaan inzien, dat ook de dienares gekleed moet zijn in overeenstemming met den stand barer gebiedster. Tegenwoordig moet de parapluie, moet zelfs elk onderdeel der parapluie „niveau" hebben. De parapluie fabri kanten hebben begrepen, dat het in hun belang was ook in hun artikel een mode te creëeren.N Mode brengt variatie, en variatie brengt geldt in. De parapluie moest niet meer uit sluitend een gebruiksartikel, doch tevens een luxe-artikel zijn, zooals een hoed een paar schoenen. De goede smaak althans jsmaak moest haar rechte doen gelden. Lang vergeten is de tijd, dat een dame de knop van haar parapluie vast in de hand klemde, en de stok maflliaftig op den grond plantte, als wilde zij door deze ruwe behandeling- te kennen geven, dat het nare ding niet de minste aanspraak op haar genegenheid kon maken. Thans neemt zij het rijk-versierde, monumentale voorwerp liefderijk in haar arm zij koèstert het, bevreesd, dat het met de straatsteencn in aanraking zal komen., en wanneer haar parapluie heel mooi is, dan gaat zij bij voorkeur uit, wanneer er eenige wolkjes aan den hemel drijven, zoodat zij haar troe telkind met zich kan nemen, zonder zich belachelijk te maken, doch ook zonder gevaar te loopen het moois werkelijk te moeten gebruiken. De spits van de moderne parapluie is niet meer een dun stokje zonder pretentie, neen zij is alles behalve

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1922 | | pagina 6