Tweede Blad
ZATERDAG 15 APRIL 1922
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Genua, „la Superba".
Kerknieuws
Voor onze vrouwen.
Het hoekje van humor.
Voor de Keuken.
Halvemaanvormig en amphiteaters-
gewijze gebouwd tegen de steile hel
lingen der Apenijnnen, verheft zich
aan de gelijknamige golf de, stad
Genua, waar thans de vertegenwoor
digers van schier alle landen dei-
oude wereld ter conferentie vereenigd
zijn. Niet zonder reden voert zij den
bijnaam van „La Superba" „de prach
tige", want in schoonheid, belangrijk
heid en historische voornaamheid
strijdt zij met Milaan, Venetië, Florence
Pisa, Rome en Napels om den",voorrang,
terwijl haar beteekcnis als centrum'
der Middellandsclie-Zeescheepvaart
met hare ontwikkeling als moderne
wereldhaven gaandweg toeneemt.
Hare havenwerken beslaan een
oppervlakte van ruim 200 hectaren
en worden door twee dammen be
schermd, waarvan de eene 4,7 K.M.
de andere 6,57 K.M. lang is. Het
binnenloopen der haven wordt door
tal van verlichtingswerken verge
makkelijkt, waarvan de groote vuur
toren (la Lanterna) op het rotsige
schiereiland Capo Faro eene bijzon
dere vermelding verdient; diens licht
toeli, 11772 M- boven den zeespiegel
geplaatst, is op 27 mijlen afstand van
zee uit reeds zichtbaar. Even impo
sant als de haven in haar geheel
zijn de dokken en kaden, waaraan
de schepen meeren van vast alle
landen der wereld.
In het oude Genua zijn de straten
smal, maar zindelijk en loopen traps
gewijze op. Sommige straten zijn door
brugachtige overgangen met elkander
verbonden; eenig is als zoodanig de
in 1718 door den architect Langlad
gebouwde Carignauobrug, die in het
zuiden der stad over huizen van
zeven verdiepingen naar de gelijk
namige kerk voert. Een typische
ouderwetsehe winkelstraat is de via
Luccoli. In de nieuwe stad zijn tal
van breede, fraai aangelegde straten:
de Via Roma, eeu moderne winkel
straat, de Via Assarotti. Aanmerkelijk
hooger circa 1000 M. ligt de in 1876
aangelegde Via di Circonvallazione
a Monte, welke onder verschillende
benamingen een ceintuurbaan vormt
rondom de flanken der bergen en
met zijn prachtige villa's en heerlijk
uitzicht op de benedenstad een der
fraaiste wandelwegen van Europa
mag heeten.
Dan zijn er nog de Via Audrea
Doria, de Via Carlo Alberto, in 't jaar
1885 aanmerkelijk verbreed, de Via
Vittorio Emanuele, die uitloopt op de
prachtige 18 M. breede langs de zee
loopende kade, welke tot aan de mon
ding der rivier de Bisagno reikt, de
Via Venti Settembre, Via Garibaldi,
Via Caroli, de winkelgalerij Galleria
Mazzini, de Via Corsica, Via Caffaro,
Via Palestro enz.
Genua is de stad der pleinen en
monumenten. Midden in de stad be
vindt zich het plein (piazza) Deferrari
met het ruiterstandbeeld van Garibaldi,
Het Piazza Corvetto met boomen be
plant is met Jt; zoo juist genoemde
plein het grootste en mooiste der stad.
Verder zijn er het Piazza Manin, het
Piazza Aqua Verde, dicht bij het hoofd
station en gesierd met het marmeren
Columbus-monument, door Genua ter
eere van zijn grooten zoon opgericht.
De beroemde ontdekker toch van
Amerika zag in die stad het levens
licht in 1446. Dan nog de Piazza
Cavour, Piazza d'Armi (het exercitie
veld), Piazza Annuntiata. Piazza Brig-
nole en Piazza dei Bianchi.
Plet natuurschoon, der stad reeds
zoo kwistig toebedeeld, wordt nog
verhoogd door twee riant gelegen,
keurig aangelegde, lommerrijke open
bare parken: het Vilettra di Nigro,
met een marmeren standbeeld van
Mazzini en het Aqua Solo.
Gelijk alle Italiaansche steden is
Genua rijk aan tal van kerken en
heiligdommen, paleizen en museum's,
getuigen van den godsdienst- en kunst
zin van het voorgeslacht. Wij zullen
den lezer niet vermoeien met de op
somming van al deze gebouwen
alleen do kerken zijn 82 in getal
slechts enkele mogen hier niet
onvermeld blijven.
De San Lorenzo, de kathedraal
Genua is de zetelstad van een aarts
bisdom is de oudste en vertoont
een mengsel van Romaanschen, Gothi-
schen en Renaissancestijl. Haar ont
staan klimt op tot in de 10e eeuw.
Zij bezit een kostbarenreliquieënschat.
De Santissima Annunziata is de sier
lijkste, de Santa Maria di Carignano
is uit bouwkunstig oogpunt de mooiste
kerk der stad.
Onder de paleizen verdienen bij
zondere vermelding het Palazzo
Durazzo-Pallavicini met een wonder-
schoonc trap, werk van de bouw
meesters Bianco (1604—1656j en
Tagliafico (1729—1812); liet Palazzo
Rosso, zoo genoemd naar zijn gevel
in roodeii steen en door de bezitster,
markiezin Brignole-Sale in 1874 met
de daarin aanwezige 20000-deelige
bibliotheek aan de stad vermaakt
ook vermaakte deze dame het Palazzo
Bianco (witte paleis) met al de daarin
zich bevindende kunstschatten in 1889
aan de stad, die het omvormde tot
'n museum. Het Palazzo reale (konink
lijk paleis) is sinds 1817 in het bezit
van hot huis van Savooie, het Palazzo
di Andrea Doria werd in 1522 door
de republiek Genua aan den Doge
Andrea Doria, den vader des Vader
lands ten geschenke gegeven. Verder
do paleizen Cambiaso met marmeren
voorgevel, Georgio Doria met prach
tige fresco's en schilderijen, Serra,
met de schoonste zaal van geheel
Genua. „Last not least" zij vermeld
het Palazzo Uucale (hertogelijk paleis)
voorheen de residentie der doge's van
Genua, niet minder machtig dan de
beroemde doge's van Venetië, met
een prachtigen gevel van kostbaar
marmer, 't Is thans staatseigendom
en regeeringsgebouw. Gesticht in dp
13e eeuw werd het in 1564 door
Rocco Pennone verbouwd en in 1777
door een zwaren brand geheel in de
asch gelegd, doch spoedig daarop in
zijn tegenwoordige gedaante her
bouwd.
Vele dezer opgenoemde paleizen
dienen thans tot vergadergebouw
voor de Conferentie en tot verblijf
van de gedelegeerden.
Het Palazzo reale is de zetel der
Conferentie, daar is het secretariaat
gevestigd; de vergaderingen worden
echter evenals zulks met de openings
zitting het geval was, gehouden in
het Palazzo di San Giorgio, waar
vroeger het machtige banklicliaam
van dien naam hare tenten had opge
slagen.
Genfla bezit een universiteit oud
tijds een college der Jezuïeten met
een gedenkteeken voor Simone Boc-
canegra, den eersten doge en een
accademie van schoone kunsten; ver
der een bibliotheek van 95000 deeleu,
een antiek museum, een observato
rium, een botanischen tuin en uit
stekende inrichtingen van middelbaar
en hooger onderwijs, waaronder be
halve de genoemde universiteit ook
een handels-hoogeschool behoort ge
rekend te worden.
Het kan niet anders of een stad
met een zoo rijk verleden als Genua
heeft de meest grillige lotsverwisse-
ling ondergaan. Oudstijds hoofdstad
van Ligurië werd Genua door Hannibal
veroverd en verwoest. Herbouwd,
bleef het onder het Romeinsche rijk,
totdat 'tin 670 weder verwoest werd
door de Longobarden, doch herstelde
zich spoedig. In 774 ging het voor
de Longobarden verloren en maakten
de Franken er zich meester van,
totdat s ten tijde der Karoliugers
Genua zich tot eene zelfstandige re
publiek wist te verheffen en door
een uitgebreiden handel en het stich
ten van tal van nederzettingen op
Sicilië, Tunis,Tripolis Cyprus, Lesbos,
Chios, enz. allengs tot groote macht en
bloei geraakte.
Dit wekte den naijver op der mach
tige zusterrepublieken Pisa en Vene
tië, waarmede Genua een eeuwenlan-
gen strijd voerde om de hegemonie,
de heerschappij over de Middellaud-
sche Zee. Pisa leed in 1284 in den
zeeslag bij Meloria eene beslissende
nederlaag. Nu kreeg Genua met het
stijgen van zijn macht de handen
vrij tegen Venetië, doch in dezen
kamp moest zij het onderspit delven:
haar vloot werd in 1379 bij Chioggia
door de Venetiaansche vernietigd en
zag de trotsche republiek zich ge
noodzaakt eene yoor haar nadeeligen
vrede met Venetië te Turyn te slui
ten in 1381.
Bekend is het roemrijke aandeel
dat Genua nam aan de kruistochten.
In den middeleeuwsclien strijd tus-
schen keizer Frederik II en den Paus
stond Genua aan de zijde des laatst
genoemde. Later door inwendige twis
ten verzwakt, geraakte Genua onder
Fransche heerschappij om later, in
de oorlogeft van Karei V met den
Fransehen koning, de zijde des kei
zers te kiezen op aanraden van zijn
admiraal Andrea Doria, die de repu
bliek weer onafhankelijk maakte en
haar een staatsvorm gaf die tot 1797
voortduurde en niet ongelijk was aan
den vroegeren, waarbij een doge
(doge dux-liertog) een getemperd
aristocratisch bewind voerde. Dit be
wind was de vrucht van een com
promis tusselien de adellijken en de
burgers die eeuwen lang in Genua
elkander bestookt hadden. Als eerste
dogetradin 1339 Simone Boccranegra
op, bij vrije volkskeuze gekozen, doch
bij een nieuwen burgeroorlog in 1363
door vergif uit den weg geruimd.
Nadat Genua in de 17e eeuw veel
van Lodevvijk XIV had te lijden ge
had zag het zich zijn meeste bezit
tingen ontvallen en moest o.a. liet
eiland Corsica aan Frankrijk afstaan.
Toch zijn de vele paleizen en hotels in
eigenlijk Genua niet voldoende om al de
vreemde gasten te bevatten. Vele hunner
zijn dan ook in de voorsteden ondergebracht.
De Nederlandsche delegatie b.v. verblijft
met de Deenscbe en Ziveedsebe in bet Grand
hotel Mftditerranée te Pegli, eene in een
zeer gezonde streek gelegen voorstad, op
ruim 6 K. M. afstand van het hart der stad.
De Oostenrijkers waren ook eenigen
tijd heer en meester der republiek
waar ten slotte een opstand tegen
den adel, door Bonaparte begunstigd
in 1797 aan Genua's onafhankelijkheid
voor goed oen einde maakte, om haar
tot vazal van Frankrijk te verlagen.
In 1805 werd Genua zelfs bij Frank
rijk ingelijfd. Na den Napoléontischen
tijd herstelde d,e stad Genua zich
gaandeweg van haar achteruitgang
om zich op te werken tot wat zij
thans is: een der schoonste, welvarend
ste steden van Italië met een nijvere
bevolking van circa een half miilioen
zielen, een stad in alle opzichten den
scliooncn bijnaam: „La Superba"
waardig.
Op liet Hoogfeest van Pasehen, of de
Verijzenls dos Hoeren.
Epistel I. van den II. Paulus tot
de Corinthers. V. 7 8.
Broeders! zuivert u van den ouden
deesem, ten einde gij een nieuw beslag
zijt, gelijk gij toch ongedecsemd zijt;
want ons paaschlam, Christus, is ge-
slagt. Laat ons dan feest houden, niet
met den ouden deesem, noch met
den deesem der boosheid en ondeugd,
maar met ongedeesemde brooden van
oprogtheid en waarheid.
Evangelie. Marcus XVI. 17.
In dien tijde kochten Maria Magda-
lena en Maria, de moeder van Jacobu's,
en Salome specerijen, om Jesus te
komen balsemen. En zeer vroeg op
den eersten dag der week, kwamen
zij aan het graf, toen de zon nu was
^opgegaan. Zij zeiden tot elkander:
wie zal ons den steen van den ingang-
des grafs afwentelen? Want hij was
zeer groot. En opziende, zagen zij dat
de steen afgewenteld was. En in het
graf tredende, zagen zij aan de regter-
zijde zitten eenen jongeling, omhan
gen met een wit kleed, en zij werden
verbaasd. Hij zeide tot haarverschrikt
niet, gij zoekt Jesus van Nazareth,
die gekruist is; Hij is verrezen, Hij
is hier niet; ziet de plaats, daar zij
Hem gelegd hebben. Maar gaat, zegt
aan zijne Leerlingen en aan Petrus,
dat Hij u reeds vooruit gaat naar
Galiiea. Dan zult gij Hem zien, gelijk
Hij u gezegd heeft.
Op Paaselunaandag.
Lesse uit de handelingen der Apos
telen. X. .37. 43.
In die dagen stond Petrus in het
midden des volks,-en zeide; Broeders!
gij weet, hetgene er na den doop,
dien Joannes predikte, in Galiiea
begonnen en door geheel Juilea ge
schied is; hoe Jesus van Nazareth
met den heiligen Geest en met sterkte
heeft gezalfd, die al weldoende rond
toog, en allen genas die onder het
geweld des duivels waren; daar God
met Hem was. Wij zijn nu getuigen
van al hetgene Hij in het land 'Van
Judea en te Jeruzalem heeft gedaan;
dien zij aan het hout gehangen en
gedood hebben, dezen heeft God ten
derden dage opgewekt, en Hem
laten verschijnen, niet aan het volk,
maar aan de getuigen, die hiertoe
van God waren beschikt; aan ons,
die met Hem gegeten en gedronken
hebben, nadat Hij van den dood ver
rezen was. Hij heeft ons ook geboden
aan het volk te prediken en te ge
tuigen, dat Hij het is, die door God
tot regter van levenden en dooden
is gesteld. Van Hem geven alle pro
feten getuigenis, dat allen die in Hem
gelooven, door zijnen naam vergiffenis
der zonden zullen krijgen.
Evangelie, Lucas. XXVI. 13 35.
In dien tijde, op denzelfden dag,
gingen twee Leerlingen van Jesus
naar een dorp, met name Emmaus,
dat zestig station van Jeruzalem lag.
En zij spraken tot elkander van al
hetgeen daar geschied was. En het
geschiedde, terwijl zij te zamen spra
ken en onderhandelden, dat Jesus
zelf daar kwam, en met hen ging;
maar hunne oogen werden gehouden,
zoo dat zij Hem niet erkenden. En
Hij zeide tot hen: welke zijn de
redenen, die gij al wandelende met
elkander behandelt, en zoo bedrukt
zijt? En de eene, genaamd Cleoplias,
antwoordde, en zeide: zijt Gij alleen
een vreemdeling in Jeruzalem, en weet
Gij niet,wat daar, in deze dagen ge
schied is? En Hij zeide hun: wat
dan'? En zij zeiden: van Jesus van
Nazareth, zijnde een Profeet, magtig
in werken en in woorden voor God,
en voor al het volk; en hoe de O ver
priesters en onze Vorsten Hem ter
dood veroordeeld, overgeleverd en
gekruist hebben. Dan wij hopen, dat
Hij Israël zoude verlossen: en met
dit alles is het heden de derde dag-
dat deze dingen geschied zijn. Maar
ook hebben eenigc van onze vrouwen
ons ontsteldzij waren vóór den dag
aan het graf geweest, en zijn lichaam
niet vindende, kwamen zij, en zeiden,
dat zij ook eene verschijning van
Engelen gezien hebben, die zeiden,
dat Hij leefde. Eenigen van ons zijn
dau naar het graf gegaan, en hebben
het zoo bevonden, als de vrouwen
gezegd haddenmaar Hem hebben
zij niet gevonden. Toen zeide Hij hun
o gij dwazen en tragen van hart, om
te gelooven alles wat de Profeten ge
zegd hebben! Moest de Christus niet
deze dingen lijden, en aldus in zijne
heerlijkheid ingaan? En Hij vanMozes
en alle Profeten, en verklaarde hun,
hetgeen van Hen in alle - Schriften
geschreven stond. Zij naderden dan
het dorp, daar zij heen gingen, en
Hij hield zich verder te willen gaan.
En zij dwongen Hem, en zeiden
blijf bij ons, want het wordt avond,
en de dag is reeds aan hot afgaan;
en Hij ging met hen binnen. En het
geschiedde, als Hij met hen aan tafel
zat, dat Hij het brood nam, het zegen
de, brak en het hun gaf. Toen werden
hunne oogen geopend, en zij konden
Hem; en Hij verdween uit hunne
oogen. Zij zeiden dan tot elkander:
was ons hart niet brandende in ons,
toen Hij.op den weg sprak en ons
de Schriften opende En op hetzelfde
uur stonden zij op, en keerden terug
naar Jeruzalem; en zij vonden ver
gaderd de elf, en degenen die bij
hen waren, die zeiden: dat de Heer
waarlijk verrezen, en aan Simon
verschenen was. Ook verhaalden zij,
hetgeen op den berg geschied was,
en hoe zij Hem in het breken des
broods gekend hadden.
Enquête Trouwekleeding.
Over de Enquête in zake de vrouwen-
kleeding door de „Nieuwe Courant"
op touw gezet is het wel merkwaardig
op te merken dat de vrorwerf van
rijper leeftijd en zij die aan sociaal
werk deden uit één mond de tegen
woordige mode - - uit zedelijk oogpunt
- afkeuren van welke geestesrichting-
zij ook zijn, terwijl de jongeren „het
niet erg vinden". Over de vraag of
de tegenwoordige mode uiteenaesthe-
tisch oogpunt te verdedigen is heeft
Eduard Verkade wel een der aardigste
antwoorden gegeven: „Wanneer de
moeders haar 'dochterjes weer gaan
kleeden zooals zij zich zelf kleeden,
zooals we bij onze nationale kleeder
drachten nog zien, zal het resultaat
zeker aesthetischer zijn dan wanneer
de moeders zich trachten te kleeden
zooals haar dochtertjes gekleed gaan".
Heel en al gaat dit niet op, wat
het eerste gedeelte betreft. Want, in
nationale kleederdracht moge het
aller sierlijkst zijn ^en er gaat heel
wat moois verloren als onze lieve
boerinnetjes uit Zeeland, Friesland,
enz. haar kleederdracht verlaten
maar niets was leelijker dan de kinder
mode van vroeger eeuwen, die een
nabootsing was van de damesmode.
Maar Verkade heeft groot gelijk dat
het tegen alle schoonheidsbegrippen
zondigt wanneer de ouder-wordende
en oude vrouw zich kleedt als een
achttienjarige.
Engeland.
Tot nu toe neemt een gehuwde
vrouw ook in ons land de
nationaliteit aan van den man. Thans
is in het Lagerhuis een wetsontwerp
ingediend, waardoor hierin verande
ring komt. Men wil deEngelsche vrouw,
die met een vreemdeling huwt, haar
nationaliteit laten behouden, terwijl
de vrouwen uit andere landen, die
metEugelschc onderdanen huwen,kun
nen kiezen of zij al of niet van
nationaliteit willen veranderen. Het
wetsontwerp is in eerste lezing reeds
goedgekeurd, zoodat het waarschijnlijk
zal worden aangenomen. Het zou ook
voor andere landen aanbevelenswaar
dig zijn.
Portugal.
Te Lissabon heett Dr. Paolina Luisi,
een Braziliaansche een Portugeesclien
Vrouwenbond opgericht, welke zich
bij den wereldbond voor vrouwen
stemrecht heeft aangesloten. Intus-
sclien bestond in Portugal ook reeds
de II. K. Vrouwenbond.
Moderne parapluios.
De parapluie is zeer langen tijd
een stiefkind dor mode geweest. Zij
werd beschouwd als een noodzakelijk
kwaad, iets, dat men nu eenmaal
hebben moest, maar waarvoor men
overigens niet de minste genegenheid
koesterde. Haar positie was in over
eenstemming met de dienstbare rol,
die zij vervulde. Zij werd blootgesteld
aan den regen om den mooien hoed
den kostbaren mantel te beschermen.
Op welk een lage maatschappelijke
trap stond zij dus vergeleken bij haar
meer bevoorrechte zusters, de andere
dochters der mode! Niemand keek
ooit naar haar om, niemand had ooit
een vriendelijk woord voor haar over.
De dames lieten elkaar haar hoeden,
haar costuums bewonderen, maar wie
toonde jjhaar parapluie aan haar vrien
din. Wat gaf men om een parapluie.
Men moest 't ding nu eenmaal mee-
nmnen, wanneer liet weer dreigend
was, maar pleizier had men er nooit
van. En vele dames waren altijd boos
en knorrig op haar parapluie, alsof
zij de oorzaak van den regen was!
De laatste jaren echter is er een
EEN GOEDE KLANT.
Student (in den winkel)Juffrouw
wilt U die das met roode stippeltjes
voor me uit de étalage halen?
Winkeljuffrouw: Zeker, meneer,
met genoegen
Student: Zoo, dank U wel, dat
weergaasche ding heeft me de heele
Weck al geërgerd
OOK 'N WURM.
MamaFrits, waarvan heeft de
onderwijzer je vanmorgen verteld?
Frits: Och, van rupsen en vlin
ders mama.
Mama: Dan weet je zeker nu
wel van welke worm de zijde komt,
waarvan ik japonnen draag?
Frits: Zeker, van papa.
BEZET.
Een jonge Baron komt ter audiëntie
bij een Minister van een kleinen
■Staat om eene betrekking te ver
krijgen. „En welk ambt zou U wel
gaarne willen hebben?" vroeg de
Minister. „Zulk, een, dat veel opbrengt
en weinig werk eischt" antwoordde
de edelman, „Dan moet U wachten
tot ik dood ben", hervatte de Minister.
FIJNE WENK.
Een burger is ter audiëntie bij den
Minister geweest en wordt bij zijne
terugkomst door den Burgemeester
ontvangen. „Nu," vraagt deze onmid
dellijk, zonder den binnenkomende
een stoel aan te bieden, wat heeft de
Minister gezegd
Burger. Het eerste wat Zijne Excel
lentie zeide was.- „Wees zoo goed te
gaan zitten, mijnheer."
Chipolata-pudcling.
Benoodigdhedenlj2 L. slagroom,
3 of 4 eieren, 1 kopje melk, 6 gr.
gelatine, een ons biscuit en maresquin.
Men legt de biscuit te weeken in
een weinig maresquin in een compöte-
schotel. De gelatine en de suiker lost
men op in de warme melk. De slag
room wordt stijfgeklopt (niet te lang,
want dan komen er kluitjes in!) en
de eieren (wit en dooier samen) wor
den geklutst.
Dit laatste mengt men al roerende
voorzichtig met de warme melk (tel
kens een beetje melk) doet er dan
de gelatine en de suiker bij en daar
na de slagroom.
Dit alles giet men op de geweekte
biscuits en legt dan bovenop eenige
geeonfijte vruchtjes.
Practische wenken.
Om slap geworden beschuiten weer
croquant te maken, zet men ze even
in een matig verwarmde oven.
Om bij boter uithakken spatten te
voorkomen, roere men er in met een
ijzeren vork.
Vleeschpannen kan men grondig
reinigen door ze uit te koken met
een sterke oplossing van soda.
Heeft men uien in een pan ge
kookt, zoo kan men door soda-water
er in te laten koken, reuk en smaak
van de uien verdrijven.
groote wijziging gekomen in de maat
schappelijke positie van de dames-
parapluie. Een goed-aangekleede dame
kan niet meer uitgaan met een min
of meer geciviliseerd „besteedstertje".
De oude verontschuldigingEen para
pluie dient toch maar tegen den
regen, dus behoeft niet mooi te zijn,—
kan niet meer worden aangevoerd.
Hoezeer ook het regenscherm is en
blijft de dienares van hoed en costuum,
men is gaan inzien, dat ook de dienares
gekleed moet zijn in overeenstemming
met den stand barer gebiedster.
Tegenwoordig moet de parapluie,
moet zelfs elk onderdeel der parapluie
„niveau" hebben. De parapluie fabri
kanten hebben begrepen, dat het in
hun belang was ook in hun artikel
een mode te creëeren.N Mode brengt
variatie, en variatie brengt geldt in.
De parapluie moest niet meer uit
sluitend een gebruiksartikel, doch
tevens een luxe-artikel zijn, zooals een
hoed een paar schoenen. De goede
smaak althans jsmaak moest
haar rechte doen gelden.
Lang vergeten is de tijd, dat een
dame de knop van haar parapluie
vast in de hand klemde, en de stok
maflliaftig op den grond plantte, als
wilde zij door deze ruwe behandeling-
te kennen geven, dat het nare ding
niet de minste aanspraak op haar
genegenheid kon maken. Thans neemt
zij het rijk-versierde, monumentale
voorwerp liefderijk in haar arm zij
koèstert het, bevreesd, dat het met de
straatsteencn in aanraking zal komen.,
en wanneer haar parapluie heel mooi
is, dan gaat zij bij voorkeur uit,
wanneer er eenige wolkjes aan den
hemel drijven, zoodat zij haar troe
telkind met zich kan nemen, zonder
zich belachelijk te maken, doch ook
zonder gevaar te loopen het moois
werkelijk te moeten gebruiken.
De spits van de moderne parapluie
is niet meer een dun stokje zonder
pretentie, neen zij is alles behalve