vraagstukken van den dag ZATERDAG 1 APRIL T9Z2 NIEUWE ZËEUWSCHE COURANT het eenige R.-K. Dagblad in deze Provincie! Sociale Berichten. Gemengd Nieuws. De „NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT" is voor Roomsch-Katbolieken een veilige (rids bij de be spreking van de en houdt hen op de hoogte van wat er in de Katholieke wereld van verre en van nabij omgaat. Daarom,Roomsch-Katholieken van Zeeland, abonneert u op 44 jaar leek de meesten van ons een on-hollandsch waagstuk. In ons kleine vaderland is men zoo weinig gewoon jonge figuren in hooge ambten te zien. En dus. Ik wed er een lief ding om, dat de heer Ruys de Beerenbrouck er zélf ook een beetje van opgekeken heeft. Hij zat nét zoo lekker en zoo veilig in het gouvernementshuis van z'n geliefde Limburg, opvolger van een alom geëerden vader, toen hij vriendelijk werd uitgenoodigd maar eens eventjes Minister-president te worden. Denk U dat hij het prettig gevonden heeft? Hp had het gevoel of hjj een dromedaris cadeau kreeg. Kort na zijn optreden zei de Minister president tegen mij: „Ik heb om dit ambt niet gevraagd en ik heb het niet begeerd. Ik was veel liever Commissaris der Koningin gebleven," En dit is de eenvoudige waarheid. Denk U de rij van statige minister presidenten, die wjj in de latere tjjden op het Binnenhof' hadden zien ver schenen. Als daar waren: Roëll, Pierson, Kuyper, de Messter, Heemskerk, Cort van der Linden. Eén en dl plechtigheid en gedegen ernst. Staatslieden in den herfst of in den winter huns levens. Zelfs de opgewekte Heemskerk was niet zoo jong meer. Een stoet om stijf te staan van eerbied. Zestigers, zeventigers. Vaak met sneeuwige lokken om den van staatsmanswijsheid zwaren schedel. Denk vooral aan Ruys' onmid- delljjken voorganger: Cort van der Linden. Een grijsaard, gedragen door een philosofische rust. Een staatsman van eerste kwaliteit. In de moeilijke oorlogsjaren als een nationale patri arch, een moderne vader-des-vader- lands. Wanneer z'n stille, statige stem door 's lands vergaderzaal klonk, en scheen óp te stijgen uit den zilver- witten baard een stem, vol rus- tigen, voornamen, koelen trots, als een zwaan die op een blank meer drijft - dan zweeg alles. Geïmpo neerd. En toen daar opeens: de jeugdige gouverneur van Limburg. Dertig jaar jonger bijna dan zijn voorganger. Een slanke, prettige figuur. Even over de veertig. Kampioen van alle Holland- sche premiers, wijl: de jongste. En onze nuchtere, bedachtzame Hollandsche aard kwam een beetje in verzet. Was dat geen waagstuk? Was dat wel ernstig en deftig ge noeg? Zeker, het staat wel nergens in de Grondwet, dat de minister president grijs haar moet hebben, of althans als hij géén haar heeft oen grijzen baard, of, in het aller uiterste, een kleur van peper-en-zout, maai- het was toch goede nationale zede geweest. En nu plotseling zoo'n jonge man in het beroemde Torentje? Het Torentje van Thorbecke. Het is tot-nu-toe zonder ongelukken afgeloopen. De glasruiten van onze nationale waardigheid liggen nog niet in scherven op den grond. De vier jaar van een normale Hollandsche regeer-periode zijn bijna om en de jeugdige premier heeft zich als zoo danig volkomen weten te handhaven. Verschillende van zijn ambtgenooten z\jn om hen heen gevallen. En hij liet ze vallen. Naudin ten Cate, Alting von Geusau, Bjjleveld, Pop, de Vries, j Men zou kunnen zeggen, dat de ^minister-president niet altijd gelukkig bis geweest in de keuze van zijn ambt genooten. Het wijst niet op de sterkte ran een kabinet in zijn geheel, als iet in drie jaar liefst 5 ministers verliest. Gezwegen nog van de hoe ren Excellenties, die zich tot heden op een stoel met drie pooten zittende hebben gehouden, maar die ook ver dienen te verdwijnen. Doch nu is bij al deze verwisseling-en dit wel het eigenaardige geweest: dat de positie van den premier ongeschokt is ge bleven. De heer Ruys de Beerenbrouck is een alleraangenaamste figuur. Nie mand zal hem gouvernementeele kracht en waardigheid ontzeggen, maar hjj stelt ze nooit op den voor grond. En wanneer ge hem ver schijnen ziet op officieele recepties, maakt hij stellig een representatieven indruk. Maar hjj heeft bovenal twee aller-beminnelijkste karakter-trekken hij is de eenvoud zelf en hij is joviaal. Hij houdt niet in het minst van op smuk en onnatuur, van franje en groot-doenerij en hij heeft, staande in de hoogste positie waarin iemand het in ons land brengen kan, z'n Limburgsche goed-rond-lieid en opge wektheid in den omgang volkomen behouden. Hij heeft zich nooit opge sloten. Hij was steeds bereikbaar. Hij is niettemin als het moet, zelfbewust, en in moeilijke oogenblikken ook sterk door zelfvertrouwen. Het is toch waar- Ijjk een kleinigheid, dat hij zich deze vier jaar door een zware regeer periode met zooveel persoonlijk suc ces heeft heengeslagen. Zeker, z'n begrooting leverde niet veel moeilijk heden op. Maar bij de Grondwets herziening toonde hij zich zonder nu bepaald groote-stijlredevoeringen, zwaar van geleerdheid, te houden volkomen meester van de situatie en wist hij de verscheidenheid van onderwerpen te beheerschen en tel kens, ook tegenover den stormvloed van amendementen, een eigen stand punt te kiezen. Heelemaal alleen. Zonder ambtenaar in z'n kielzog. Eerlijk gezegd was dit een prestatie, waarvoor ik bewondering heb gevoeld. En dan: de leiding van het Kabinet. Hier is veel wat de buitenwereld niet ziet. Des te meer waarde hechtte ik aan het oordeel van een alleszins bevoegd man, die dagelijks in 's Minis ters nabijheid verkeert, en die mij verzekerde, dat de Premier bij de leiding der- Regeering van bijzondere talenten heeft blijk gegeven. En zoo voegde hij er bij in November 1918 was de heer Ruys de Beeren brouck in het Kabinet een van de heel weinigen, die het hoofd koel wist te houden. Hij hield krachtig en beslist de teugels in handen en ver loor geen oogenblik z'n opgewektheid. En dus ligt de conclusie voor de hand, dat de proef met den jongsten Premier, die ons landje in z'n parlementaire periode heeft gehad, geenszins op een mislukking is uitgeloopen. De heer Ruys de Beerenbrouck heeft zich weten te handhaven en is in z'n per soonlijk beleid vrijwel geheel onge rept gebleven. Mócht de rechterzijde straks winnen, en mócht dit Kabinet blijven, dan laat het zich aanzien, dat de tegenwoordige Premier het roer van staat in handen zal houden. Al zal hij verstandig doen met een paar mannetjes over boord te zetten. De ervaring heeft nu bewezen, dat men geen grijzen baard behoeft te hebben, of lokken-van-sneeuw, om aan het hoofd der Regeering te staan. Trouwensons brave voorgeslacht begreep dat ook. De geachte heer Jan de Witt was 25 jaar toen hij pensionaris van Dordt en 28 toen hij raadpensionaris werd. De heer Ruys heeft één gebrek: hij is katholiek. En aangezien katho liek tegenwoordig naar een opgewon den propagandist heeft verzekerd, „troef" is. Maar wij, liberalen, vergeven het den minister. Heusch. Wij hebben van Thorbecke verdraagzaamheid ge leerd. En minister Ruvs de Beeren brouck zélf is óók een verdraagzaam man. Een prettig figuur. Iemand als Zijne Excellentie het niet wat te gemeenzaam vindt om mee uit visschen te gaan." Kapitalisme. Wjj denken er niet aan, om kapitaal vorming en gebruik daarvan ten algemeenen nutte verkeerd te achten. Het socialisme is ook op dit punt in dwaling gevallen doordat het goed en kwaad dooreenhaspelde. Maar we mogen en moeten er wel degelijk op letten, dat er ook een kapitalisme in verkeerden zin bestaat, lijnrecht in strijd met Gods bedoelingen omtrent den eigendom der aardsché goederen. Het katholieke weekblad „America" geeft daarvan onder den titel: „Iloe millioenen worden gemaakt", ver schrikkelijke voorbeelden. In den Staat Nebraska was een Petroleummaatschappij opgericht, die in 1911 op grond der anti-trustwet moest worden ontbonden, maar dit geschiedde enkel op papier. In 1911 bezat zij een kapitaal van 600.000 dollars. Daarvan werd in 1912 een dividend betaald van 960.000 dollars. In 1913 was het dividend 270.000 dollars, en zoo ging het ongeveer door tot in 1921 weer 300.000 dollars werd uitgekeerd. Maar intusschen was ook telkens een deel der opbrengst voor kapitaal- vergrooting gereserveerd, 'zoodat dit kapitaal in 1913 reedsveen millioen bedroeg en thans bedraagt het drie millioen, zonder eenigen inbreng van buiten. Het product der maatschappij, petro leum en benzine, werd afgenomen door den landbouw, die zjjn produc ten 't vorig jaar met verlies moest verkoopeu. En de werklieden hebben nooit' van deze enorme winsten eenig voordeel gehad. Het is wel zeker, dat dit toch niet de bedoeling van den Schepper is geweest, toen Hij de petroleum in Nebraska deed ontstaan. Maar we mogen nu natuurlijk ook weer niet de eenzijdigheid begaan van te meenen, dat deze kapitalis tische geest enkel bij kapitalisten moet worden gezocht; hij openbaart zich overal, ook bij arbeiders, en waar deze tot macht komen, soms zeer sterk. Evenals ook de zalig geprezen armen van geest gelukkig in alle kringen, ook onder kapitalisten wor den gevonden. („Centrum.") De Katholieke arbeiders in Engeland. In het tijdschrift „Soziale Revue" schreef E. White onlangs over de vraag ..Hoe staan de Katholieke arbeiders in Engeland tegenover de vakbonden", een artikel waaruit onze Roomsche werklieden het een en ander kunnen leeren. Deze vraag is brandend geworden sinds de Arbeiderspartij (wier orgaan, „Daily Herald" in één jaar 300.000 abonné's heeft gewonnen) socialistisch is geworden en een socialistisch streven merkbaar is in de coöperatie van de Trade Unions en de Laubour- partijOp een groote Katholiekendag, gehouden in den herfst van 1921 in Schefiield, waarop de belangrijkste vragen van onzen tjjd in het licht van 'tKatholicisme werden beschouwd, werd aangenomen een resolutie, die duidelijk uitsprak, dat een Katholiek niet socialist kan zijn. De katholieke arbeiders werden aangemaand, om in de vakbonden den invloed der socialis ten, tegen te gaan en actief op te treden voor toepassing der Christelijke beginselen in de arbeidersbeweging. In een Artikel„Catholics and Trade Unionism" in het Engelsche blad „Bode van het H. Hart", geeft John Mills yan de „Vereeniging van Ingenieurs" aan, hoe de katholieke arbeiders zulks moeten aanleggen. Hij schrijft: De ervaring heeft geleerd, dat de meer derheid der Engelsche arbeiders te vreden zal zjjn met een loon, berekend op een behoorlijk levensonderhoud, een goede woning en verzekering tegen de geldelijke gevolgen van werkeloosheid en ouderdom. Dit alles is geen socialisme: het is nog veel minder dan de Katholieke Kerk aan den arbeider zou willen geven, indien zij de macht hiertoe bezat. Dit alles kan ook worden bereikt, wanneer de leden der vereeniging slechts meer praktisch samenwerkten aan de wel vaart van hun stand. De onverschilig- heid van velen, zelfs bij de gewich tigste besprekingen over-arbeidersbe- langen, is echter oorzaak dat de bondsleiding steeds meer in handen raakt van radicale leiders. Wie zich ertoe bepaalt, aleen zijn contributie te betalen en den arbeid aan anderen overlaat, moet er zich niet over ver wonderen, wanneer werkzamere, voor hunne zaak voelende socialisten de leiding aan zich trekken en de wereld doen gelooven,dat hunne ideeën ook die der overige leden zijn. Welke houding moet nu de katho lieke arbeider onder zulke omstandig heden aannemen? De oprichting van een eigen katholieke bond ljjkt niet doelmatig, omdat deze die bestaande organisaties zou verzwakken en wel licht ook den ouden haat tegen de Katholieken die thans gelukkig bezworen is - weer zou wakker roepen. Ook een aaneensluiting van katholieke arbeiders uit verschillende vakbonden is niet raadzaam, maar er is geen reden voor aan te geven, waarom niet een algemeene aaneen sluiting zou kunnen plaats hebben, om katholieke belangen te behartigen en te verdedigen, zoo b.v. waar op het spel staan het katholiek onderwijs, het christelijk huwelijk enz. Ieder katholiek lid moet echter in den kring zijner vereeniging voor zulke belangen optreden en geen functies of bestuurswerkzaamheden afwijzen, wanneer hem deze worden aangeboden. Wint de katholieke arbeider door zjjn werkzaamheid het vertrouwen zijner medeleden, dan zal men ook naar hem luisteren, wanneer hij zich verzet tegen eischen, welke indrui- schen tegen zijn katholieke over tuiging. Zoo moet het ook gaan bij de verkiezingen. Tot heden waren het bijna steeds socialisten, die de geschiktheid en bereidwilligheid had den, de leiding en de hiermede verbonden offers op zich te nemen. Niet omdat zij coeialisten, maar omdat zij knappe koppen bleken te zijn, werden zij gekozen. Stellig zullen ook Katholieken worden gekozen, wanneer hunne bekwaamheid en hun wil, om de gemeenschap te dienen, bij de leden bekend zijn, Godsdienst haat speelt bij den E ngelschen arbeider, wanneer hij zijn leiders kiest, geen rol; allereerst let hij op persoonlijke verdiensten voor den arbeidersstand. Begrijpen wij dit alles goed, zegt „Het Roer", waaraan wij deze bij zonderheden ontleenen, dan willen de Katholieken in Engeland geen eigen vakbeweging, maar waakzaamheid voor katholieke belangen in de Trade Unions, en daarnaast een organisatie, geljjk aan onze R. K. Werklieden- vereeniging. Jammer, dat wij niet iets meer vernemen van dé ver eeniging, die Pater Martindale Leeft gesticht. Terug na 67 jaar. Zondag is de 87-jarige Earl of Ducie na een afwezigheid van 67 jaren uit Australië in Engeland teruggekeerd. Toen hij 20 jaar oud was, Verliet hij als Berkeley Basil Moreton zijn vader land om in Australië zijn fortuin te gaan zoeken. Hierin is hij ten volle geslaagd, want van boerenarbeider is hij lieereboer geworden, om ver volgens steeds hooger op den maat- schappelijken ladder op te klimmen. Hij is secretaris van koloniën en van het openbare onderwijs in Queensland geweest en lid van de Wetgevende Vergadering. Pas zeer kort geleden werd hij Earl door den dood van zijn broeder, die eenige maanden geleden op 94-jarigen leeftijd is overleden. Hjj besloot toen naar zjjn vaderland terug te keeren en het familiegoed in Falfield (Glou cestershire te betrekken. De avonturen van een schooljongen. Een avontuurlijk aangelegde twaalf jarige schooljongen te Liverpool heeft dezer dagen het zeldzaam genoegen mogen smaken, twee dagen en twee nachten in een schoorsteen van een leegstaand huis door te brengen. Johnnie Short, zoo heet deze jeugdige avonturier, rekende het tot zjjn lievelingsbezigheid langs de daken der huizen te klauteren. Dezer dagen was hij wederom met dit vermaak bezig zoo vertelt de „Daily Chro nicle" en wel op een hoogte van 40 voet boven den beganen grond. Plotseling vloog er een bal op het dak, die van een der voetballers op den grond een te harden schop had gekregen, Johnnie wachtte kalm tot dat de voetballers waren vertrokken. Toen ging hij den bal zoeken en ont dekte hem ook inderdaad in een goot. Op den terugtocht over de daken trapte hij per ongeluk op een paar losse pannen, die over een schoor steengat waren gelegd. Hjj viel in het gat, trachtte nog een uitstekenden steen te grjjpen doch ook deze liet los en zoo gleed hij dieper en dieper, totdat hjj in een ingemetseld gedeelte belandde. Er zat voor hem toen niets anders op dan uit zijn benarde positie te geraken langs den zelfden weg, waarlangs hjj daar was gekomen. Hjj trachtte zich dan ook naar boven te werken, doch de steenen boden geen houvast. Schreeuwen om hulp bracht evenmin redding aangezien het huis onbewoond was. Door de vermoeid heid van al die vergeefsche pogingen viel de jongen ten slotte in slaap. Hij wist later niet meer te vertellen hoe lang hij had geslapen, doch toen hjj weer ontwaakte begon hij zjjn ontsnappingspogingen met hernieuw den moed. Hij slaagde er in nu hoo ger te klimmen dan het hem bij vorige pogingen was gelukt. Hjj kon zich op een gegeven oogepblik echter niet meer vasthouden en dacht terug te zullen vallen, toen plotseling een steen losbrak en hjj daardoor met zijn elleboog steun kon krijgen. Daar na slaagde hij er in, zich nog wat hooger op te werken, totdat hij zijn voet in het gat kon zetten. Toen had hjj het pleit gewonnen en zat hjj weldra boven op het dak. Een farmer van 101 jaar. Een correspondent van een der Engelsche bladen heeft te Hassocks in Sussex een bezoek gebracht aan den farmer Tulley, die dezer dagen 101 jaar is geworden. Toen de cor respondent hem aantrof, was hij juist bezig in den tuin, die vol sneeuw lag, een boom door te zagen. Dat ging nog best, zeide hij, en om de sneeuw gaf hij niet. Tulley ging nooit naar school, maar leerde zich zelt lezen en schrijven, wat hjj nog doet. Elf jaren oud werd hjj koetsiersjongen en ontving toen hij 21 werd een legaat van 100 pond sterling uit de erfenis zijner moeder. Met deze som toog hij aan het werk en na 14 jaar bezat hij een boerderjj met 300 acres land. Thans bezit hjj 1300 acres en is een der grootste far- mes in Sussex. Tot zjjn 80ste jaar beheerde hij zelf het geheele bedrijf. Thans echter werkt hij nog iederen dag. Werken en matigheid, dan blijf je een Wink man, is zijn stel regel. Als de menschen dat meer be grepen, zou het er heel wat beter uitzien. Er zit voor de arbeiders echter tegenwoordig in het werk te weinig aanmoediging, daar de slechte evenveel krjjgen betaald als de goede. Van deze nieuwerwetsche regelingen en het dansen tot vroeg in den mor gen moest Tully niets hebben. Zij zullen ons jong volk niet oud doen worden verzekerde hjj. De eenige ernstige ziekte, die de oude boer heeft gehad is de griep, enkele maanden geleden. Maar daar is hij weer geheel van bovenop. Het. paard weer in eere hersteld. De „Gaulois" geeft zjjn vreugde te kennen,dat bjj officieele gelegenheden het rjjtuig weer in aanzien komt en dat de poëtische equipage weer in de plaats gaat komen van den grof- materialistischen jachtenden auto. Kort geleden, bjj het huwelijk van Mademoiselle de Chevreuse met graaf Emmanuel du Bourg de Boza, aldus de „Gaulois", bediende de jonge ver loofde zich van een prachtige „dor- say", met twee prachtige paarden bespannen. En bij de begrafenis van barones Salomon Rotschild reed baron Van Zuylen naar het sterfhuis in een sier lijk bespannen coupé. Een adres aan mevrouw zjjn echtgenoot. De gemeenteraad van Amerongen telt zeven leden, waaronder een vrouweljjk lid (soc.-dem.), wier echt genoot onderwjjzer aan de openbare school no. 1 in die gemeente is. Wegens het steeds dalend aantal leerlingen dier school zijn twee onder wijskrachten overcompleet geworden. Bedoelde onderwijzer, echtgenoot van het raadslid, bevreesd dat ook hem „op wachtgeld stellen" boven het hoofd hangt, heeft zich naar de „Stand." meldt, tot den raad gewend met het beleefd verzoek, hem niet op wachtgeld te willen stellen. In het onderhavige geval klinkt eenigzins eigenaardig de aanhef van het adres: Edelachtbare Mevrouw en Heeren Mjjnheer vraagt dus aan mevrouw zjjn echtgenoote om in zjjn positie gehandhaafd te mogen bljjven. Mevrouw zal daarover zeker wel niet ongunstig oordeel. Pannekoekendag. De Romeinsche „Msbd." correspon dent schrjjft d.d. 25 Maart: Een der weinige Romeinsche ge bruiken uit den goeden ouden tjjd, dat nog steeds in eere wordt gehouden, is het pannenkoekenbakken op den St. .Jozefdag. Toen in het begin van de 19de eeuw de San Guiseppedag nog een wetteljjke feestdag was, waren alle winkels en werkplaatsen gesloten. Slechts den priggitori, den verkoopers van de in oljjfolie gebakken, ronde pannekoeken, was het geoorloofd hun tentjes op de pleinen op te. slaan. Bjj het Pantheon, op de Piazza Barberini, bij de Cinquo Lune, op het Campo di Eiori waren de houten met bonte slingers en myrthen en palm takken versierde tentjes opgericht, welke 's avonds met papieren lan taarns of fakkels feestelijk verlicht waren. Op groote jjzeren schotels prjjkten heerljjk geurende, smakelijk uitziende pannekoeken, welke tot pyramiden opgestapeld waren. In het midden van het geïmprovi seerde winkeltje hing in een vergul den lijst het schilderjj van den H. Jozef, dat echter in 1849 en na 1870 vaak door twee andere Giuseppe: Garibaldi en Mazzini vervangen werd. De friggitore droeg een wit linnen, met hanenveren versierde muts, een wit jasje en een schort van twijfel- aclitigen kleur. Uit volle borst prees hij zjjn waren aan. De echte panne koeken van den goeden lieven ouden Jozef! Ook nu zjjn deze bakkerjjen nog in vol bedrjjf. Zjj hebben echter haar oorspronkeljjk karakter verlorenuft de origineele houten tentjes zjjn zjj naar de met alle moderne comfort ingerichte winkels verbannen. Maar geen echte Romein zal het toch wagen de oude Jozefpannekoeken •te verachten. Voor hom is het geen .Tozeftëest, als hij niet het noodige aantal pannekoeken verorberd heeft! In rook gestikt. Toen de „Venezuela" van de West- Indische Mail Maandag van Para maribo te Plymouth aankwam, meldt de „Evening Standard", werd aldaar mededeeling gedaan van een treurig feit, dat op zee geconstateerd was. Twee jonge meisjes, de 13-jarige Maria Rosa Rampazzini en de 18-jarige Maria Sara Iglesias, die met familieleden naar Europa onderweg waren om in Parijs muziek te studeeren, werden dood in haar hut gevonden, in den slaap gestikt door rook, welke uit een belendend vertrek in het hare gedrongen was. Verscheidene leden van de bemanning, die ook door den rook bevangen waren, geraakten wel bewusteloos, maar konden weer bjjge- bracht worden. („Hbld.") Circa half twee brak Woensdag middag brand uit in de werkplaats van de Z. H. E. S. Maatschappjj, ge legen achter 't station Leidschendam. De groote loods brandde tot den grond toe af.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1922 | | pagina 6