vraagstukken van den dag
ZATERDAG 1 APRIL T9Z2
NIEUWE ZËEUWSCHE COURANT
het eenige R.-K. Dagblad
in deze Provincie!
Sociale Berichten.
Gemengd Nieuws.
De „NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT"
is voor Roomsch-Katbolieken
een veilige (rids bij de be
spreking van de
en houdt hen op de hoogte
van wat er in de Katholieke
wereld van verre en van
nabij omgaat.
Daarom,Roomsch-Katholieken
van Zeeland, abonneert u op
44 jaar leek de meesten van ons een
on-hollandsch waagstuk.
In ons kleine vaderland is men zoo
weinig gewoon jonge figuren in hooge
ambten te zien.
En dus.
Ik wed er een lief ding om, dat
de heer Ruys de Beerenbrouck er
zélf ook een beetje van opgekeken
heeft. Hij zat nét zoo lekker en zoo
veilig in het gouvernementshuis van
z'n geliefde Limburg, opvolger van
een alom geëerden vader, toen hij
vriendelijk werd uitgenoodigd maar
eens eventjes Minister-president te
worden. Denk U dat hij het prettig
gevonden heeft? Hp had het gevoel
of hjj een dromedaris cadeau kreeg.
Kort na zijn optreden zei de Minister
president tegen mij: „Ik heb om dit
ambt niet gevraagd en ik heb het
niet begeerd. Ik was veel liever
Commissaris der Koningin gebleven,"
En dit is de eenvoudige waarheid.
Denk U de rij van statige minister
presidenten, die wjj in de latere tjjden
op het Binnenhof' hadden zien ver
schenen.
Als daar waren:
Roëll, Pierson, Kuyper, de Messter,
Heemskerk, Cort van der Linden.
Eén en dl plechtigheid en gedegen
ernst. Staatslieden in den herfst of
in den winter huns levens. Zelfs de
opgewekte Heemskerk was niet zoo
jong meer. Een stoet om stijf te staan
van eerbied. Zestigers, zeventigers.
Vaak met sneeuwige lokken om
den van staatsmanswijsheid zwaren
schedel. Denk vooral aan Ruys' onmid-
delljjken voorganger: Cort van der
Linden. Een grijsaard, gedragen door
een philosofische rust. Een staatsman
van eerste kwaliteit. In de moeilijke
oorlogsjaren als een nationale patri
arch, een moderne vader-des-vader-
lands. Wanneer z'n stille, statige stem
door 's lands vergaderzaal klonk, en
scheen óp te stijgen uit den zilver-
witten baard een stem, vol rus-
tigen, voornamen, koelen trots, als
een zwaan die op een blank meer
drijft - dan zweeg alles. Geïmpo
neerd.
En toen daar opeens: de jeugdige
gouverneur van Limburg. Dertig jaar
jonger bijna dan zijn voorganger. Een
slanke, prettige figuur. Even over de
veertig. Kampioen van alle Holland-
sche premiers, wijl: de jongste.
En onze nuchtere, bedachtzame
Hollandsche aard kwam een beetje
in verzet. Was dat geen waagstuk?
Was dat wel ernstig en deftig ge
noeg? Zeker, het staat wel nergens
in de Grondwet, dat de minister
president grijs haar moet hebben, of
althans als hij géén haar heeft
oen grijzen baard, of, in het aller
uiterste, een kleur van peper-en-zout,
maai- het was toch goede nationale
zede geweest. En nu plotseling zoo'n
jonge man in het beroemde Torentje?
Het Torentje van Thorbecke.
Het is tot-nu-toe zonder ongelukken
afgeloopen. De glasruiten van onze
nationale waardigheid liggen nog niet
in scherven op den grond. De vier
jaar van een normale Hollandsche
regeer-periode zijn bijna om en de
jeugdige premier heeft zich als zoo
danig volkomen weten te handhaven.
Verschillende van zijn ambtgenooten
z\jn om hen heen gevallen. En hij
liet ze vallen. Naudin ten Cate, Alting
von Geusau, Bjjleveld, Pop, de Vries,
j Men zou kunnen zeggen, dat de
^minister-president niet altijd gelukkig
bis geweest in de keuze van zijn ambt
genooten. Het wijst niet op de sterkte
ran een kabinet in zijn geheel, als
iet in drie jaar liefst 5 ministers
verliest. Gezwegen nog van de hoe
ren Excellenties, die zich tot heden
op een stoel met drie pooten zittende
hebben gehouden, maar die ook ver
dienen te verdwijnen. Doch nu is bij
al deze verwisseling-en dit wel het
eigenaardige geweest: dat de positie
van den premier ongeschokt is ge
bleven.
De heer Ruys de Beerenbrouck is
een alleraangenaamste figuur. Nie
mand zal hem gouvernementeele
kracht en waardigheid ontzeggen,
maar hjj stelt ze nooit op den voor
grond. En wanneer ge hem ver
schijnen ziet op officieele recepties,
maakt hij stellig een representatieven
indruk. Maar hjj heeft bovenal twee
aller-beminnelijkste karakter-trekken
hij is de eenvoud zelf en hij is joviaal.
Hij houdt niet in het minst van op
smuk en onnatuur, van franje en
groot-doenerij en hij heeft, staande
in de hoogste positie waarin iemand
het in ons land brengen kan, z'n
Limburgsche goed-rond-lieid en opge
wektheid in den omgang volkomen
behouden. Hij heeft zich nooit opge
sloten. Hij was steeds bereikbaar. Hij
is niettemin als het moet, zelfbewust,
en in moeilijke oogenblikken ook sterk
door zelfvertrouwen. Het is toch waar-
Ijjk een kleinigheid, dat hij zich deze
vier jaar door een zware regeer
periode met zooveel persoonlijk suc
ces heeft heengeslagen. Zeker, z'n
begrooting leverde niet veel moeilijk
heden op. Maar bij de Grondwets
herziening toonde hij zich zonder
nu bepaald groote-stijlredevoeringen,
zwaar van geleerdheid, te houden
volkomen meester van de situatie en
wist hij de verscheidenheid van
onderwerpen te beheerschen en tel
kens, ook tegenover den stormvloed
van amendementen, een eigen stand
punt te kiezen. Heelemaal alleen.
Zonder ambtenaar in z'n kielzog.
Eerlijk gezegd was dit een prestatie,
waarvoor ik bewondering heb gevoeld.
En dan: de leiding van het Kabinet.
Hier is veel wat de buitenwereld niet
ziet. Des te meer waarde hechtte ik
aan het oordeel van een alleszins
bevoegd man, die dagelijks in 's Minis
ters nabijheid verkeert, en die mij
verzekerde, dat de Premier bij de
leiding der- Regeering van bijzondere
talenten heeft blijk gegeven. En
zoo voegde hij er bij in November
1918 was de heer Ruys de Beeren
brouck in het Kabinet een van de
heel weinigen, die het hoofd koel
wist te houden. Hij hield krachtig en
beslist de teugels in handen en ver
loor geen oogenblik z'n opgewektheid.
En dus
ligt de conclusie voor de hand,
dat de proef met den jongsten Premier,
die ons landje in z'n parlementaire
periode heeft gehad, geenszins op een
mislukking is uitgeloopen. De heer
Ruys de Beerenbrouck heeft zich
weten te handhaven en is in z'n per
soonlijk beleid vrijwel geheel onge
rept gebleven. Mócht de rechterzijde
straks winnen, en mócht dit Kabinet
blijven, dan laat het zich aanzien,
dat de tegenwoordige Premier het
roer van staat in handen zal houden.
Al zal hij verstandig doen met een
paar mannetjes over boord te zetten.
De ervaring heeft nu bewezen, dat
men geen grijzen baard behoeft te
hebben, of lokken-van-sneeuw, om aan
het hoofd der Regeering te staan.
Trouwensons brave voorgeslacht
begreep dat ook. De geachte heer
Jan de Witt was 25 jaar toen hij
pensionaris van Dordt en 28 toen hij
raadpensionaris werd.
De heer Ruys heeft één gebrek:
hij is katholiek. En aangezien katho
liek tegenwoordig naar een opgewon
den propagandist heeft verzekerd,
„troef" is.
Maar wij, liberalen, vergeven het
den minister. Heusch. Wij hebben
van Thorbecke verdraagzaamheid ge
leerd. En minister Ruvs de Beeren
brouck zélf is óók een verdraagzaam
man. Een prettig figuur. Iemand
als Zijne Excellentie het niet wat te
gemeenzaam vindt om mee uit
visschen te gaan."
Kapitalisme.
Wjj denken er niet aan, om kapitaal
vorming en gebruik daarvan ten
algemeenen nutte verkeerd te achten.
Het socialisme is ook op dit punt in
dwaling gevallen doordat het goed
en kwaad dooreenhaspelde. Maar we
mogen en moeten er wel degelijk op
letten, dat er ook een kapitalisme in
verkeerden zin bestaat, lijnrecht in
strijd met Gods bedoelingen omtrent
den eigendom der aardsché goederen.
Het katholieke weekblad „America"
geeft daarvan onder den titel: „Iloe
millioenen worden gemaakt", ver
schrikkelijke voorbeelden.
In den Staat Nebraska was een
Petroleummaatschappij opgericht, die
in 1911 op grond der anti-trustwet
moest worden ontbonden, maar dit
geschiedde enkel op papier. In 1911
bezat zij een kapitaal van 600.000
dollars. Daarvan werd in 1912 een
dividend betaald van 960.000 dollars.
In 1913 was het dividend 270.000
dollars, en zoo ging het ongeveer
door tot in 1921 weer 300.000 dollars
werd uitgekeerd.
Maar intusschen was ook telkens
een deel der opbrengst voor kapitaal-
vergrooting gereserveerd, 'zoodat dit
kapitaal in 1913 reedsveen millioen
bedroeg en thans bedraagt het drie
millioen, zonder eenigen inbreng van
buiten.
Het product der maatschappij, petro
leum en benzine, werd afgenomen
door den landbouw, die zjjn produc
ten 't vorig jaar met verlies moest
verkoopeu.
En de werklieden hebben nooit' van
deze enorme winsten eenig voordeel
gehad.
Het is wel zeker, dat dit toch niet
de bedoeling van den Schepper is
geweest, toen Hij de petroleum in
Nebraska deed ontstaan.
Maar we mogen nu natuurlijk ook
weer niet de eenzijdigheid begaan
van te meenen, dat deze kapitalis
tische geest enkel bij kapitalisten
moet worden gezocht; hij openbaart
zich overal, ook bij arbeiders, en
waar deze tot macht komen, soms
zeer sterk.
Evenals ook de zalig geprezen
armen van geest gelukkig in alle
kringen, ook onder kapitalisten wor
den gevonden. („Centrum.")
De Katholieke arbeiders in Engeland.
In het tijdschrift „Soziale Revue"
schreef E. White onlangs over de vraag
..Hoe staan de Katholieke arbeiders
in Engeland tegenover de vakbonden",
een artikel waaruit onze Roomsche
werklieden het een en ander kunnen
leeren.
Deze vraag is brandend geworden
sinds de Arbeiderspartij (wier orgaan,
„Daily Herald" in één jaar 300.000
abonné's heeft gewonnen) socialistisch
is geworden en een socialistisch
streven merkbaar is in de coöperatie
van de Trade Unions en de Laubour-
partijOp een groote Katholiekendag,
gehouden in den herfst van 1921
in Schefiield, waarop de belangrijkste
vragen van onzen tjjd in het licht
van 'tKatholicisme werden beschouwd,
werd aangenomen een resolutie, die
duidelijk uitsprak, dat een Katholiek
niet socialist kan zijn. De katholieke
arbeiders werden aangemaand, om in
de vakbonden den invloed der socialis
ten, tegen te gaan en actief op te
treden voor toepassing der Christelijke
beginselen in de arbeidersbeweging.
In een Artikel„Catholics and Trade
Unionism" in het Engelsche blad „Bode
van het H. Hart", geeft John Mills
yan de „Vereeniging van Ingenieurs"
aan, hoe de katholieke arbeiders zulks
moeten aanleggen. Hij schrijft: De
ervaring heeft geleerd, dat de meer
derheid der Engelsche arbeiders te
vreden zal zjjn met een loon, berekend
op een behoorlijk levensonderhoud,
een goede woning en verzekering
tegen de geldelijke gevolgen van
werkeloosheid en ouderdom. Dit alles
is geen socialisme: het is nog veel
minder dan de Katholieke Kerk aan
den arbeider zou willen geven, indien
zij de macht hiertoe bezat. Dit alles
kan ook worden bereikt, wanneer de
leden der vereeniging slechts meer
praktisch samenwerkten aan de wel
vaart van hun stand. De onverschilig-
heid van velen, zelfs bij de gewich
tigste besprekingen over-arbeidersbe-
langen, is echter oorzaak dat de
bondsleiding steeds meer in handen
raakt van radicale leiders. Wie zich
ertoe bepaalt, aleen zijn contributie
te betalen en den arbeid aan anderen
overlaat, moet er zich niet over ver
wonderen, wanneer werkzamere, voor
hunne zaak voelende socialisten de
leiding aan zich trekken en de wereld
doen gelooven,dat hunne ideeën ook
die der overige leden zijn.
Welke houding moet nu de katho
lieke arbeider onder zulke omstandig
heden aannemen? De oprichting van
een eigen katholieke bond ljjkt niet
doelmatig, omdat deze die bestaande
organisaties zou verzwakken en wel
licht ook den ouden haat tegen de
Katholieken die thans gelukkig
bezworen is - weer zou wakker
roepen. Ook een aaneensluiting van
katholieke arbeiders uit verschillende
vakbonden is niet raadzaam, maar er
is geen reden voor aan te geven,
waarom niet een algemeene aaneen
sluiting zou kunnen plaats hebben,
om katholieke belangen te behartigen
en te verdedigen, zoo b.v. waar op
het spel staan het katholiek onderwijs,
het christelijk huwelijk enz. Ieder
katholiek lid moet echter in den
kring zijner vereeniging voor zulke
belangen optreden en geen functies
of bestuurswerkzaamheden afwijzen,
wanneer hem deze worden aangeboden.
Wint de katholieke arbeider door
zjjn werkzaamheid het vertrouwen
zijner medeleden, dan zal men ook
naar hem luisteren, wanneer hij zich
verzet tegen eischen, welke indrui-
schen tegen zijn katholieke over
tuiging. Zoo moet het ook gaan bij
de verkiezingen. Tot heden waren
het bijna steeds socialisten, die de
geschiktheid en bereidwilligheid had
den, de leiding en de hiermede
verbonden offers op zich te nemen.
Niet omdat zij coeialisten, maar omdat
zij knappe koppen bleken te zijn,
werden zij gekozen. Stellig zullen
ook Katholieken worden gekozen,
wanneer hunne bekwaamheid en hun
wil, om de gemeenschap te dienen,
bij de leden bekend zijn, Godsdienst
haat speelt bij den E ngelschen arbeider,
wanneer hij zijn leiders kiest, geen
rol; allereerst let hij op persoonlijke
verdiensten voor den arbeidersstand.
Begrijpen wij dit alles goed, zegt
„Het Roer", waaraan wij deze bij
zonderheden ontleenen, dan willen
de Katholieken in Engeland geen eigen
vakbeweging, maar waakzaamheid
voor katholieke belangen in de Trade
Unions, en daarnaast een organisatie,
geljjk aan onze R. K. Werklieden-
vereeniging. Jammer, dat wij niet
iets meer vernemen van dé ver
eeniging, die Pater Martindale Leeft
gesticht.
Terug na 67 jaar.
Zondag is de 87-jarige Earl of Ducie
na een afwezigheid van 67 jaren uit
Australië in Engeland teruggekeerd.
Toen hij 20 jaar oud was, Verliet hij
als Berkeley Basil Moreton zijn vader
land om in Australië zijn fortuin te
gaan zoeken. Hierin is hij ten volle
geslaagd, want van boerenarbeider
is hij lieereboer geworden, om ver
volgens steeds hooger op den maat-
schappelijken ladder op te klimmen.
Hij is secretaris van koloniën en van
het openbare onderwijs in Queensland
geweest en lid van de Wetgevende
Vergadering.
Pas zeer kort geleden werd hij Earl
door den dood van zijn broeder, die
eenige maanden geleden op 94-jarigen
leeftijd is overleden. Hjj besloot toen
naar zjjn vaderland terug te keeren
en het familiegoed in Falfield (Glou
cestershire te betrekken.
De avonturen van een schooljongen.
Een avontuurlijk aangelegde twaalf
jarige schooljongen te Liverpool heeft
dezer dagen het zeldzaam genoegen
mogen smaken, twee dagen en twee
nachten in een schoorsteen van een
leegstaand huis door te brengen.
Johnnie Short, zoo heet deze jeugdige
avonturier, rekende het tot zjjn
lievelingsbezigheid langs de daken
der huizen te klauteren. Dezer dagen
was hij wederom met dit vermaak
bezig zoo vertelt de „Daily Chro
nicle" en wel op een hoogte van
40 voet boven den beganen grond.
Plotseling vloog er een bal op het
dak, die van een der voetballers op
den grond een te harden schop had
gekregen, Johnnie wachtte kalm tot
dat de voetballers waren vertrokken.
Toen ging hij den bal zoeken en ont
dekte hem ook inderdaad in een goot.
Op den terugtocht over de daken
trapte hij per ongeluk op een paar
losse pannen, die over een schoor
steengat waren gelegd. Hjj viel in
het gat, trachtte nog een uitstekenden
steen te grjjpen doch ook deze liet
los en zoo gleed hij dieper en dieper,
totdat hjj in een ingemetseld gedeelte
belandde. Er zat voor hem toen niets
anders op dan uit zijn benarde positie
te geraken langs den zelfden weg,
waarlangs hjj daar was gekomen. Hjj
trachtte zich dan ook naar boven te
werken, doch de steenen boden geen
houvast. Schreeuwen om hulp bracht
evenmin redding aangezien het huis
onbewoond was. Door de vermoeid
heid van al die vergeefsche pogingen
viel de jongen ten slotte in slaap.
Hij wist later niet meer te vertellen
hoe lang hij had geslapen, doch toen
hjj weer ontwaakte begon hij zjjn
ontsnappingspogingen met hernieuw
den moed. Hij slaagde er in nu hoo
ger te klimmen dan het hem bij
vorige pogingen was gelukt. Hjj kon
zich op een gegeven oogepblik echter
niet meer vasthouden en dacht terug
te zullen vallen, toen plotseling een
steen losbrak en hjj daardoor met
zijn elleboog steun kon krijgen. Daar
na slaagde hij er in, zich nog wat
hooger op te werken, totdat hij zijn
voet in het gat kon zetten. Toen had
hjj het pleit gewonnen en zat hjj
weldra boven op het dak.
Een farmer van 101 jaar.
Een correspondent van een der
Engelsche bladen heeft te Hassocks
in Sussex een bezoek gebracht aan
den farmer Tulley, die dezer dagen
101 jaar is geworden. Toen de cor
respondent hem aantrof, was hij juist
bezig in den tuin, die vol sneeuw
lag, een boom door te zagen. Dat
ging nog best, zeide hij, en om de
sneeuw gaf hij niet.
Tulley ging nooit naar school, maar
leerde zich zelt lezen en schrijven,
wat hjj nog doet. Elf jaren oud werd
hjj koetsiersjongen en ontving toen
hij 21 werd een legaat van 100 pond
sterling uit de erfenis zijner moeder.
Met deze som toog hij aan het werk
en na 14 jaar bezat hij een boerderjj
met 300 acres land. Thans bezit hjj
1300 acres en is een der grootste far-
mes in Sussex. Tot zjjn 80ste jaar
beheerde hij zelf het geheele bedrijf.
Thans echter werkt hij nog iederen
dag. Werken en matigheid, dan
blijf je een Wink man, is zijn stel
regel. Als de menschen dat meer be
grepen, zou het er heel wat beter
uitzien. Er zit voor de arbeiders
echter tegenwoordig in het werk te
weinig aanmoediging, daar de slechte
evenveel krjjgen betaald als de goede.
Van deze nieuwerwetsche regelingen
en het dansen tot vroeg in den mor
gen moest Tully niets hebben. Zij
zullen ons jong volk niet oud doen
worden verzekerde hjj. De eenige
ernstige ziekte, die de oude boer heeft
gehad is de griep, enkele maanden
geleden. Maar daar is hij weer geheel
van bovenop.
Het. paard weer in eere hersteld.
De „Gaulois" geeft zjjn vreugde te
kennen,dat bjj officieele gelegenheden
het rjjtuig weer in aanzien komt en
dat de poëtische equipage weer in
de plaats gaat komen van den grof-
materialistischen jachtenden auto.
Kort geleden, bjj het huwelijk van
Mademoiselle de Chevreuse met graaf
Emmanuel du Bourg de Boza, aldus
de „Gaulois", bediende de jonge ver
loofde zich van een prachtige „dor-
say", met twee prachtige paarden
bespannen.
En bij de begrafenis van barones
Salomon Rotschild reed baron Van
Zuylen naar het sterfhuis in een sier
lijk bespannen coupé.
Een adres aan mevrouw zjjn
echtgenoot.
De gemeenteraad van Amerongen
telt zeven leden, waaronder een
vrouweljjk lid (soc.-dem.), wier echt
genoot onderwjjzer aan de openbare
school no. 1 in die gemeente is.
Wegens het steeds dalend aantal
leerlingen dier school zijn twee onder
wijskrachten overcompleet geworden.
Bedoelde onderwijzer, echtgenoot van
het raadslid, bevreesd dat ook hem
„op wachtgeld stellen" boven het
hoofd hangt, heeft zich naar de
„Stand." meldt, tot den raad gewend
met het beleefd verzoek, hem niet
op wachtgeld te willen stellen.
In het onderhavige geval klinkt
eenigzins eigenaardig de aanhef van
het adres: Edelachtbare Mevrouw en
Heeren
Mjjnheer vraagt dus aan mevrouw
zjjn echtgenoote om in zjjn positie
gehandhaafd te mogen bljjven.
Mevrouw zal daarover zeker wel
niet ongunstig oordeel.
Pannekoekendag.
De Romeinsche „Msbd." correspon
dent schrjjft d.d. 25 Maart:
Een der weinige Romeinsche ge
bruiken uit den goeden ouden tjjd,
dat nog steeds in eere wordt gehouden,
is het pannenkoekenbakken op den
St. .Jozefdag.
Toen in het begin van de 19de
eeuw de San Guiseppedag nog een
wetteljjke feestdag was, waren alle
winkels en werkplaatsen gesloten.
Slechts den priggitori, den verkoopers
van de in oljjfolie gebakken, ronde
pannekoeken, was het geoorloofd hun
tentjes op de pleinen op te. slaan.
Bjj het Pantheon, op de Piazza
Barberini, bij de Cinquo Lune, op het
Campo di Eiori waren de houten met
bonte slingers en myrthen en palm
takken versierde tentjes opgericht,
welke 's avonds met papieren lan
taarns of fakkels feestelijk verlicht
waren.
Op groote jjzeren schotels prjjkten
heerljjk geurende, smakelijk uitziende
pannekoeken, welke tot pyramiden
opgestapeld waren.
In het midden van het geïmprovi
seerde winkeltje hing in een vergul
den lijst het schilderjj van den H.
Jozef, dat echter in 1849 en na 1870
vaak door twee andere Giuseppe:
Garibaldi en Mazzini vervangen werd.
De friggitore droeg een wit linnen,
met hanenveren versierde muts, een
wit jasje en een schort van twijfel-
aclitigen kleur. Uit volle borst prees
hij zjjn waren aan. De echte panne
koeken van den goeden lieven ouden
Jozef!
Ook nu zjjn deze bakkerjjen nog
in vol bedrjjf. Zjj hebben echter haar
oorspronkeljjk karakter verlorenuft
de origineele houten tentjes zjjn zjj
naar de met alle moderne comfort
ingerichte winkels verbannen.
Maar geen echte Romein zal het
toch wagen de oude Jozefpannekoeken
•te verachten. Voor hom is het geen
.Tozeftëest, als hij niet het noodige
aantal pannekoeken verorberd heeft!
In rook gestikt.
Toen de „Venezuela" van de West-
Indische Mail Maandag van Para
maribo te Plymouth aankwam, meldt
de „Evening Standard", werd aldaar
mededeeling gedaan van een treurig
feit, dat op zee geconstateerd was.
Twee jonge meisjes, de 13-jarige Maria
Rosa Rampazzini en de 18-jarige Maria
Sara Iglesias, die met familieleden
naar Europa onderweg waren om in
Parijs muziek te studeeren, werden
dood in haar hut gevonden, in den
slaap gestikt door rook, welke uit
een belendend vertrek in het hare
gedrongen was. Verscheidene leden
van de bemanning, die ook door den
rook bevangen waren, geraakten wel
bewusteloos, maar konden weer bjjge-
bracht worden. („Hbld.")
Circa half twee brak Woensdag
middag brand uit in de werkplaats
van de Z. H. E. S. Maatschappjj, ge
legen achter 't station Leidschendam.
De groote loods brandde tot den grond
toe af.