WLST lerteeren ren Tweede Blad Toren" it, Goes NIEUWE ZEEUWSCHE COURAN1 COURANT GOES \n der mmi Goes, Telef. 167 taling Kano ERBEEiyi Opruit CHIPPER, euze gazijn andel Alva's Bri(e)l. Buitenland DU1TSCHLAND Kerknieuws Op Passiezondag. Voor onze vrouwen. Uit de Pers Voor de Keuken. TER ■ichten de LNBEVELEND. en flOO,- 6001-48 6040-10 atis en franco 6013-40 VERBOJ$ffTNG tdei', diiyfmor f1s50 popt ejaJ^Bon, waarop i-yfvermeld, waar rheeft. ook eens een keau haien 6033-12 y lajfae prijzen. Aanbevelend, ld GOES 6047-188 ;1 „Op den eersten April verloor Alva zijn Bri(e)l''. Zoo wordt reeds sinds eeuwen door den volksmond, die de dingen niet zel den èn raak èn schalks weet vast te leggen, uitgedruktwat den eersten van Grasmaand in het jaar 1572 geschied de vandaag precies 350 jaren ge leden! de inneming van de stad Den Briel door de Watergeuzen. Groote feesten hebben heden te Brielle plaats, gewijd aan de 350-ja- rige herdenking van dit feit en op geluisterd door de tegenwoordigheid van Hare Majesteit Koningin Wilhel- mina, afstammelinge van Willem den Zwijger, in wiens naam Den Briel werd opgeëischt "en aan het Spaansche bewind onttrokken. Wie toch kent niet het populaire, frisch getoonzette lied: -In naam van Oranje doet open de poort De Watergeus ligt voor den wal!" Enz. De vraag ishoe staan wij, Katho lieke Nederlanders, tegenover deze herdenking? Het antwoord is: nuch ter en waar. Ziet men in de verovering van Den Briel, waai" voor het eerst in dit land het Oranje-blanje-bleu van den toren wapperde, het begin onzer vrijheid en onafhankelijkheid in derdaad vielen spoedig na Den Briel tal van steden van Spanje af om zich aan de zijde van Willem van Oranje te scharen dan is er voor ons alle reden om gulhartig dit eeuwfeest mede te vieren en begrijpen wij, dat Briel le sinds 1 April 1572 met zekeren trots de zinspreuk onder zijn wapen voert„libertatis primitiae", „de eer ste eerstelingen der vrijheid". Want tegen het Spaansche regeeringsregiem waren de Nederlanders van die dagen, van ouds tuk op hunne vrijheden en privilegiën, allen op het felst gekant, Katholieke zoowel als niet-Katholieke, getuige het voorbeeld van den graaf van Egmond, van de Katholieke Hoo- geschool van Leuven, van zoovele andere aanzienlijke Roomsche Neder landers krijgslieden en politici, gees telijken en leeken, die hun stem ver hieven tegen de Spaansche dwinge landij, welke in Alva's onmeêdoo- gend bewind haar toppunt bereikte. En dit alles heeft des te grooter be- teekenis, wanneer men bedenkt dat toentertijd de Katholieken tienmaal zoo sterk waren in getal als de niet- Katholieken, zoowel in de Noordelijke als in de Zuidelijke Nederlanden. Nog eensbeschouwt men Den Briel's inneming als de wieg onzer vrijheid, met vreugde werpt vandaag ook de Katholieke Nederlander zijn hoed |in de luchten roept: „Oranje bovenen verstaan wij het, dat de Brielsche feestcommissie ook den pastoor dier stad onder haar leden telt. Evenwel, voor eene verheerlij king van de bewerkers van Brielle's val: de Watergeuzen, passen wjj. Maar al te velen zien die lieden in het valsche sehitterlicht eener apo theose, die zij allerminst verdienen. Wat toch zegt ons van hen, niet de opgeschrpefde lofrede in allerlei z.g. „vaderlandsche verhalen", maai' de Geschiedenis, de „nuntia veri", de „waarheidsbode!'zooaiB Cicero, „ver ledens wichelares" zooals Tasso haar noemt Watergeuzen, wel, dat was een bende zeeschuimers en piraten, voor wier gezelschap zich elk fatsoenlijk mensch in onzen tijd zou schamen, terwijl men het U hoogst kwalijk zou nemen mpt hen in éénen adem te worden genoemd. Zij waren niet veel beter dan de beruchte Duinker ker kapers en de Barbarijsche zee- roovers, of liever heel wat erger, want behalve het uitoefenen van hun ge wone handwerkmoorden en plun deren, schepten zij er een helsch be hagen in, hun renegaten-woede te koelen op priesters en monniken, op kerken en bedehuizen, aan den Ka tholieken eere-dienst gewijd. Ja, zoo zeer gingen zij zich hieraan te bui ten, dat zij meer dan eens de ver ontwaardiging van den Prins van Oranje, in wiens dienst zij stonden, gaande maakten, iets, waar zjj zich overigens weinig om bekommerden. Dat dit nobele(!) gilde de steden opeischte voor den Prins van Oranje om ze van het Spaansche juk te be vrijden, soit! Maar moesten daarom tegen de uitdrukkelijke voorwaar den der overgave in de kerken worden geplunderd, de priesters wor den vermoord, de trouwe Katholieken worden mishandeld Leidde dat er niet toe, dat duizenden Nederlanders, alles behalve Spaansch gezind, noch- thans het juk der Watergeuzen on eindig teller haatten dan het Spaan sche, zeer ten nadeele van de zaak der. vrjjheid En toch, zoo is het geschied en niet anders. Het blad, in ons geschied - boek door het losbandige, teugellooze wreede volk der Watergeuzen be- schrGveD, is een sciiandeblad, waarop het oog van eiken rechtgeaarden Nederlander niet dan met weerzin rust. Wat een Lumey, een Sonoy, z.g. Watergeuzen „van naam", ten over staan van onze Katholieke voorvade ren, hunne landgenooten, durfden be staan, overtreft in beestachtige wreed heid verre de griezelige wandaden van een Landru, welke de beschaafde menschheid deden ijzen. Welk grafschrift gaf de volksmond den losbandigen Lumey mede? „Hier ligt de Graef van der Marcke Hij leefde als een hond en stierf als een varckè." Wat zegt de niet-Katholieke Vivat's Encyclopedie van Sonoy? „Hij was berucht om zijn wreedheid jegens de Katholieken." Daarom, zoo wij vandaag instem men met den feestzang', die in Briel le's veste wordt aangeheven ter vie ring der daar ontloken vrijheid van het vaderlandsch gemeenehest, wij weigeren ook maar één korrel wierook te branden op het altaar der ver heerlijking van hen, die Brielle's poorten rammeiden op den eersten April des jaars 1572. En wij gelooven vastelijk, daarin elk rechtgeaard mensch aan onze zijde te hebben. De duurte. Men schrijft uit Berlijn aan „De Tfjd." Een troosteloos gezicht bieden tegen woordig do talrijke Berlijnsche markt hallen. Twee derden van het vroegere aanbod, slechts een derde van de vroegere vraag zjjn overgebleven. De duurteapringvloed geeselt alles dood. De prijzen zijn vol van koorts achtige onrust. Eiken dag' wisselen ze springend, natuurlijk altijd in de hoogte. De boeren kennen hun eigen prijzen niet; als ze naar de markt komen, maken ze ze eerst in Berlijn. Natuurlijk houden ze sluw en leepreke- ning met de conjunctuur van den dag. Zjj brengen ook steeds maar een ge deelte van hun waar mede, om kunst matig schaarschte te veroorzaken Groente is er haast heelemaal niet. De uit Holland aangevoerde voor den Duitscher bijkans onbetaalbaar. De vrachtprijzen zijn ongelooflijk hoog. Aardappelen zie je alleen zoo nu en dan. Alles wordt uit woeker zoo lang mogelijk achtergehouden. De kooplust is zeer gering geworden. De meeste families moeten zieh eiken dag meer beperkingen opleggen. Vele hande laars, die op de markt zoo goed als niets meer verkoopen, hebben hun „stands" gesloten. Velen kunnen ook bij gebrek aan kapitaal het geld niet meer voor inkoop opbrengen. Vleesch wordt' voor den gewonen man natuur lijk het allerduurste. Goed varkens vleesch kost reeds per pond bijkans een half honderd marken. Wie kan dat betalen? De „stands" der vleesch- houders zijn door vrouwen belegerd maar ze koopen niet; ze loopen met hun leege mandjes en hun leege beurzen vaR stalletje tot stalletje, vragen overal naar den prijs en kijken, wat meer bemiddelde vrouwen nemen, denken en. denken na, vragen nog eens en gaan dan tenslotte meesten tijds zuchtend en met kwaal in heur oogen naar huis, zonder te hebben gekocht. De duurte is ook oorzaak, dat de huisvrouw, ook de goed-gesitueerde, zelf koopt. Het boodschappen-doende dienstmeisje is verdwenen. Ook als begeleidster van mevrouw, vroeger voor dragend in volle korven het ge kochte. Wat mevrouw nu koopt, kan z\j heel makkelijk alléén naar huis dragen. Inkoop op voorraad bestaat niet meer. Karig is reeds, wat je koopen kan, voor den dagelijkschen disch. De meeste huishoudens moeten weer letterlijk bidden: „Geef ons heden ons dagelijksch brood." En ondertusschen maakt de Rijks dag heel den dag belastingwetten en houdt ellenlange redevoeringen (een zéér korte hielde heden de communist Höllein, die kwam, „dames en heeren" zeide, zich verlegen beklopte en ver dween, vermits hij zijn manuscript had vergeten!) en ondertusschen is de lente in het land gekomen en bracht, als symbool voor deez' ijzeren tijd, ijs en sneeuw meê insteê van zon door zijn eigen bloed, eens ingegaan in het'heilige, en heeft eene eeuwige verlossing bewerkt, Want indien het bloed van bokken en stieren, en het besproeien der asch van eene vaars de onreinen heiligt, ter zuivering' des vleesches, hoe veel te meer zal het bloed van Christus, die door den heiligen Geest zich zelve onbevlekt aan God heeft opgedragen, ons ge weten zuiveren van doode werken, om den levenden God te dienen. Daarom is Hij ook de middelaar van het nieuwe Testament; opdat, dooi de tusschenkomst van zijnen dood, ter verzoening' der overtredingen, welke onder het voorgaande Testament begaan waren, zij die geroepen zijn, de belofte van de eeuwige erfenis ontvangen, in Jesus Christus, onzen Heer. Evangelie, Joannes. Vin. 4659. In dien tijde zeide Jesus tot de scharen der Joden: Wie van U zal mij van zonden overtuigen? Indien ik de waarheid zegge, waarom ge looft gij mij niet? Die uit God is, hoort Gods woorden. Daarom hoort gij ze niet, omdat gij uit God niet zijt. Toen antwoordden de Joden, en zeiden Hem: zeggen wij niet wel, dat Gij een Samaritaan zijt, en den duivel in hebt? Jesus antwoordde: ik heb den duivel niet inmaar ik eer mijnen Vader, en gij onteert mij. Dan ik zoek mijne eer niet: daar is er een, die ze zoekt, en die recht doet. Voorwaar, voorwaar ik zeg U zoo iemand mijn woord onderhoudt, hij zal in eeuwigheid den dood niet zien. De Joden zeiden dan: nu zien wij, dat Gij den duivel in hebt. Abraham is gestorven en ook de Profeten; en Gij zegt, zoo iemand mijn woord onderhoudt, die zal in eeuwigheid den dood niet smaken. Zijt Gij grooter dan onzen vader Abraham die gestorven is? Ook zijn de Profeten gestorven. Wien maakt Gij U zeiven? Jesus antwoordde: indien ik mij zeiven verheerlijkte, dan is mijne eer niets; die mij ver heerlijkt, 'is mijn Vader, dien gij zegt; dat uw God is. En gij kent Hem niet; maar ik ken Hem. En zoo ik zeide, dat ik Hem niet kende, dan ware ik een leugenaar gelijk gij. Maar ik ken Hem; en ik onderhoud zjjn woord. Abraham, uw vader, heeft verlangd mijnon dag te zienhij heeft hem gezien, en is verheugd geweest. De Joden zeiden Hem dan: Gij zijt nog geen vijftig jaren oud, en -hebt Abra ham gezien Jesus zeide hunvoor waar, voorwaar ik zeg U, eer Abrar ham er was, ben ik. Zjj namen toen steenen op, om op Hem te werpen: maar Jesus verborg zich en ging uit den tempel. Epistel van den H. Paulus tot de Hebreën. IX. 11—15. Broeders! wanneer Christus, als hoogepriester der toekomende goede ren, is gekomen, is Hij door een grooter en volmaakter tabernakel, hetwelk door geene handen gemaakt is, dat is, dat niet van deze bouw orde was, noch ook niet door het bloed van bokken of kalveren, maar De rronwen aan de Weensehe Universiteit. Onder de 1200 studenten, die in den loop van het studiejaar (1920-'21) aan de Weensehe universiteit promo veerden, bevonden zich 152 vrouwen Daarvan kwamen er 79 op de philo sofische en 70 op de medische faculteit, Voor de eerste maal werd ook een vrouw, die vroeger reeds den titel van doctor in de philosofie had ver worven, tot doctor in de rechten gepromoveerd; twee andere vrouwen promoveerden in de staatswetenschap pen. Het doctoraat in de staatsweten schappen werd eerst enkele jaren geleden in Oostenrijk ingesteld; de studie in de rechtswetenschappen is den vrouwen eerst sinds de revolutie veroorloofd. Deze studie oefent groote aantrekkingskracht op haar uit, en ook in het loopende studiejaar hebben reeds eenige vrouwen den graad dr. juris ontvangen. Een harer werd op haar verzoek als eerste advocate in Oostenrijk bij een der Weensehe straf kamers ingeschreven. Aan de Ween sehe universiteit zjjn ook twee vrouwe lijke docenten, waarvan een, die reeds vóór den oorlog als eerste vrouw tot docent benoemd werd, onlangs van den bondspresident den titel van buitengewoon hoogleeraar ontving. Hygiënische tentoonstelling. In een der groote bladen schrijft een arts een ingezonden stuk en raadt daarin alle vrouwen aan de Hygiënische Tentoonstelling te be zoeken, die van stad tot stad zal gaan, om daarover veel en beter begrip te krijgen. Naar aanleiding' van een „mode- slachtolfer" met bontmantel goed voor de Poolstreek en doorzichtige kousen goed voor de Tropen, schrijft hij zijn stukje en dan vooral over de schoen tjes met hooge hakken, waarin het mode-slachtoffer, dat hij te Amsterdam op het perron zag, haar voeten had geperst. Daarover zegt hij o.a.: „Hoevele vrouwen zullen er zijn met stukgeloopen hielen, met blaren aan de voeten, met pijnlijk gewonrde groote teengewrichten tengevolge van te sterken lichaamslast, met lichte vervorming' van het voetskelet, zeits met een tuberculeuse ontsteking, die voor heel haar leven eene kwelling of nog veel erger zal zijn, alles ter wille van de mode! Wie op zjjn teenen staat, moet ter bewaring van het even wicht zijn lendenkolom naar voren buigen. De zijdelings uittredende zenuwen kun nen allicht iets worden gedrukt; de overspanning der lendenspieren moet tot vermoedheid leidende veranderde verhouding der buikspieren hetzelfde doen. Klaagt niet menige „vrouw op hooge hakken" over pijnen in rug en buik? Geen Röntgenfoto zal hier uitsluit sel, geene buikband verbetering geven, maar als zij op hooge hakken naar den huisarts gaat, zou het wel eens kunnen gebeuren, dat deze met een glimlach zegt: „Laat 2/3 der hakken verwijderen en zie dan of de klachten niet voor goed verdwenen zijn." De vrouwelijke politie. Een deputatie onder leiding van het parlementslid Lady Astor heeft zich deze week naar het Engelsche departement van Binnenlandsche Zaken begeven, om bij den minster aan te dringen op het behoud der vrouwelijke polite, welke krachtens het bezuinigingsrapport van Geddes zou worden geschrapt. De deputatie telde tal van vertegenwoodigers uit vrouwelijke politievereenigingen, en legde den nadruk op de groote dien sten, welke de vrouwelijke politie heeft bewezen. Schortt, staatssecretaris van Binnen landsche Zaken, verklaarde d.eze dien sten ten volle te erkennen, doch zij kunnen niet direct worden beschouwd als politiewerk, -n.l. het handhaven van de orde en het voorkomen van vergrijpen. Hij acht zich verplicht de adviezen van de commissie-Geddes op te volgen. Lady Astor verzekerde dat het geen besparing, doch veeleer verkwisting zou zjjn de vrouwelijke, politie te ontbinden. De waarde van den preven tieve!) arbeid, welken zij verricht, is veel grooter, niet slechts wat betreft de moreele redding van vrouwen en meisjes, doch tevens wat de uitgaven in haar geld aangaat. Het in de gevangenis houden van vrouwen en meisjes brengt voor de natie veel grooter kosten met zich dan het werk, dat men verricht door dit te voor komen. Eindelijk afgesehaft. Het oude Chineesche stelsel, dat verkoop van meisjes toestaat en be kend is onder den naam „Muitsai", zal door de Britsche overheid te Hongkong niet langer worden geduld. De Engelsche minister van Koloniën maakte in het Parlement bekend, dat hjj instructies had gegeven tot het onverwijld uitvaardigen van een proclamatie, die dit werkgevers en werknemers duidelijk maakt. Waardeering der Vasten-brieven. Het orgaan der gereformeerde Ker ken in Nederland, „De Heraut", laat zich waardeerend uit over de Vasten brieven van H.H. D.D. H.H. de Neder- landsche Bisschoppen. Wij ontleenen aan het blad: In de Vasten-brieven, die de Room sche bisschoppen, elk voor zjjn eigen diocese, jaarlijks geven bij den aan vang van de lijdensweken, worden gemeenlijk allerlei misstanden in het leven aangewezen, waarvoor de ge- loovigen gewaarschuwd worden. Ze bevatten vaak zeer juiste en rake opmerkingen, en ook in Protestant- sche kringen kan men met deze Vasten-brieven winste doen. In de handhaving van de zedelijke begin selen van ons volksleven en in het waarschuwen tegen de gevaren, die dat zedelijk leven bedreigen, toonen de Roomsche bisschoppen zeer goed op de hoogte van het volksleven te zijn en zeggen ze vaak uitnemende dingen. Zoo heeft een dezer bisschoppen thans met ernst gewezen op de ge varen, die aan de tegenwoordige sportbeweging verbonden zijn. De verruwing, die aan deze sport ver bonden is, de dolzinnige wedrennen, waarbij gezondheid en leven op het spel worden gezet, en de voort durende ontheiliging van den Dag des Heeren, die daarbij plaats vindt, zijn gevaren, waarop zeker wel eens gewezen mag worden, ook al keurt men de sport zelf als ontwikkeling van lichaaamskracht niet af. Toch is het niet daarom, dat we op deze Vasten-brieven wijzen, maar wel omdat een der andere bischoppen de geloovigen waarschuwt tegen den invloed, die uitgaat van de slechte lectuur en van de liberale pers. Natuurlijk is men in de liberale pers hierover weinig gesticht. Met verontwaardiging komt men dan ook tegen deze publieke waarschuwing op. Dat de liberale pers op één lijn gesteld wordt met zedelooze en slechte boeken, is een doorn in het oog. Maar nog meer, dat de liberale pers hier voorgesteld wordt als een gevaar voor de godsdienstige en zedelijke WTE KAATST MOET DEN BAL VERWACHTEN. Vriendin, die in een deftig gezelschap hare vriendin die zeer vooruitgekomen is in de wereld, hare minderheid eens wil laten voelen: Is het waar, mevrouw, dat uw vader paarden- slachter was? Mevrouw Ja, en hij heeft ons dik wijls veVteld, dat uwe ouders zijn beste klanten waren. OOK 'N KLAPLOOPER. Draaiorgelman tot voorbijganger „Zeg, parasiet, als je niks geeft, hoef je ook niet op de,maat|tè loopén." DOKTERSSCHRIFT. Maria, die met een jeugdig genees heer verloofd is, ontvangt van^hem den eersten^,brief. Vol verwachting en met een kloppend hart opent ze dien, maar op het zien der fijn ge krabbelde niet te ontcijferen hiëro- glypen van het doctorale schrift, legt ze mismoedig het schrijven neder. „Weet je wat je doen moet", zegt vindingrijk haar jongere broeder, „ga er mee naar den apotheker, dié kan er mee overweg". DE REDEN. Vraag: „Waarom eindigen de ro mans altijd daar waar ze mekaar krijgen Nurks: „Omdat het leed, dat den trouw voorafgaat wél, wat hem volgt niet te beschrijven is." Spinazie (Jonge). 2 K.G. spinazie; 35 gr. boter; 5 gr. zout; 25 gr. broodkruim; 2 eieren of reepjes brood. Bereiding. De spinazie uitzoeken en eenige malen wasschen tot het af- druipeade water geheel helder is. De groente met het aanhangende water en het zout opzetten en ze liefst zonder deksel zoo vlug mogelijk gaar laten koken, waardoor de kleur mooier groen blijft. Af en toe moet de groente omgeroerd wordén om aanbranden te voorkomen. Zoodra ze gaar is, laat men ze op een vergiet uitdruipen en hakt ze daarna zoo fjjn mogelijk. Om de spinazie bijzonder fijn te hebben, wordt ze soms wel door een paardenharen zeef gewreven. In de pan het broodkruim met een weinig van het spinazievocht fijnwrijven, daarbij de fijngehakte spinazie voe gen en dit alles op zjj van de kachel nog 10 minuten laten stoven. Het broodkruim wordt erbij gevoegd om het al te sterke slinken van jonge spinazie te voorkomen. Is de groente Wat ouder, dan is het niet meer noodig. De spinazie wordt versierd met in de leügte in vieren gesneden hardge kookte eieren, of met reepjes in boter bruin en knappend gebakken brood. beginselen van ons volk. De liberale pers, zoo heet het, tast deze zedelijke beginselen nooit aan en de godsdien stige overtuigingen worden in deze pers geëerbiedigd. Wanneer deze pers zich over de Kérken uitlaat, geschiedt dit altijd met objectiviteit en met eerbied voor ieders gevoelen. Zoo weet de wolf zich in schapen vacht te hullen. Wil men den besten commentaar op dit bisschoppelijke schrijven, dan neme men, wat de „Nieuwe Rotter dammer Courant" dezer dagen onder haar kerknieuws over de Mormonen schreef. Terwijl heel de Christelijke Kerk in deze Mormonen, die hun propagandatoehten ook tot Europa uitstrekken, een uiterst gevaarlijk secte ziet, wordt in dit liberale blad schier met bewondering over déze secte geschreven. Is het wonder, dat de bisschoppen tegen deze liberale pers waarschuwen Zoodra het geldt de Kerken, die nog vasthouden aan een positief Christelijk beginsel, dient deze liberale pers met name de „Nieuwe Rotterdammer", ais spreekbuis van allerlei dissidenten en stokebranden, die hun beginsel ondermijnen willen. Niet alleen de Roomsche Kerk, weet daarvan mee te spreken. Maar als het secten geldt, die lijnrecht tegen het Christelijk beginsel ingaan en wier geheele be staan zich grondt op zulk een onzinnig bedrog als met het boek Mormon ge pleegd is, heeft men niet anders dan lof en bewondering'. Dat is de onpartijdigheid, waar mede de liberale pers over kerkelijke zaken handelt en het volk voorlich ting geeft. Minister Buys de Beerenbronck. Aan de jongste Parlements-film van D. Hans in de liberale „Vrijheid" ontleenen we het volgende Toen indertijd de heer jhr, mr. Charles Buys de Beerenbrouck Minister-président werd, hebben we allemaal een beetje sip langs onzen geachten neus gekeken. Waarom? Wel eenvoudig: een Premier van

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1922 | | pagina 5