WLST
lerteeren
ren
Tweede Blad
Toren"
it, Goes
NIEUWE ZEEUWSCHE COURAN1
COURANT
GOES
\n der mmi
Goes, Telef. 167
taling
Kano
ERBEEiyi
Opruit
CHIPPER,
euze
gazijn
andel
Alva's Bri(e)l.
Buitenland
DU1TSCHLAND
Kerknieuws
Op Passiezondag.
Voor onze vrouwen.
Uit de Pers
Voor de Keuken.
TER
■ichten de
LNBEVELEND.
en flOO,-
6001-48
6040-10
atis en franco
6013-40
VERBOJ$ffTNG
tdei', diiyfmor f1s50
popt ejaJ^Bon, waarop
i-yfvermeld, waar
rheeft.
ook eens een
keau haien
6033-12
y
lajfae prijzen.
Aanbevelend,
ld
GOES
6047-188 ;1
„Op den eersten April verloor Alva
zijn Bri(e)l''.
Zoo wordt reeds sinds eeuwen door
den volksmond, die de dingen niet zel
den èn raak èn schalks weet vast te
leggen, uitgedruktwat den eersten van
Grasmaand in het jaar 1572 geschied
de vandaag precies 350 jaren ge
leden! de inneming van de stad
Den Briel door de Watergeuzen.
Groote feesten hebben heden te
Brielle plaats, gewijd aan de 350-ja-
rige herdenking van dit feit en op
geluisterd door de tegenwoordigheid
van Hare Majesteit Koningin Wilhel-
mina, afstammelinge van Willem
den Zwijger, in wiens naam Den
Briel werd opgeëischt "en aan het
Spaansche bewind onttrokken. Wie
toch kent niet het populaire, frisch
getoonzette lied:
-In naam van Oranje doet open de
poort
De Watergeus ligt voor den wal!"
Enz.
De vraag ishoe staan wij, Katho
lieke Nederlanders, tegenover deze
herdenking? Het antwoord is: nuch
ter en waar.
Ziet men in de verovering van
Den Briel, waai" voor het eerst in
dit land het Oranje-blanje-bleu van
den toren wapperde, het begin onzer
vrijheid en onafhankelijkheid in
derdaad vielen spoedig na Den Briel
tal van steden van Spanje af om zich
aan de zijde van Willem van Oranje
te scharen dan is er voor ons alle
reden om gulhartig dit eeuwfeest mede
te vieren en begrijpen wij, dat Briel
le sinds 1 April 1572 met zekeren
trots de zinspreuk onder zijn wapen
voert„libertatis primitiae", „de eer
ste eerstelingen der vrijheid". Want
tegen het Spaansche regeeringsregiem
waren de Nederlanders van die dagen,
van ouds tuk op hunne vrijheden en
privilegiën, allen op het felst gekant,
Katholieke zoowel als niet-Katholieke,
getuige het voorbeeld van den graaf
van Egmond, van de Katholieke Hoo-
geschool van Leuven, van zoovele
andere aanzienlijke Roomsche Neder
landers krijgslieden en politici, gees
telijken en leeken, die hun stem ver
hieven tegen de Spaansche dwinge
landij, welke in Alva's onmeêdoo-
gend bewind haar toppunt bereikte.
En dit alles heeft des te grooter be-
teekenis, wanneer men bedenkt dat
toentertijd de Katholieken tienmaal
zoo sterk waren in getal als de niet-
Katholieken, zoowel in de Noordelijke
als in de Zuidelijke Nederlanden.
Nog eensbeschouwt men Den
Briel's inneming als de wieg onzer
vrijheid, met vreugde werpt vandaag
ook de Katholieke Nederlander zijn
hoed |in de luchten roept: „Oranje
bovenen verstaan wij het, dat de
Brielsche feestcommissie ook den
pastoor dier stad onder haar leden telt.
Evenwel, voor eene verheerlij
king van de bewerkers van Brielle's
val: de Watergeuzen, passen wjj.
Maar al te velen zien die lieden in
het valsche sehitterlicht eener apo
theose, die zij allerminst verdienen.
Wat toch zegt ons van hen, niet de
opgeschrpefde lofrede in allerlei z.g.
„vaderlandsche verhalen", maai' de
Geschiedenis, de „nuntia veri", de
„waarheidsbode!'zooaiB Cicero, „ver
ledens wichelares" zooals Tasso haar
noemt
Watergeuzen, wel, dat was een
bende zeeschuimers en piraten, voor
wier gezelschap zich elk fatsoenlijk
mensch in onzen tijd zou schamen,
terwijl men het U hoogst kwalijk
zou nemen mpt hen in éénen adem
te worden genoemd. Zij waren niet
veel beter dan de beruchte Duinker
ker kapers en de Barbarijsche zee-
roovers, of liever heel wat erger, want
behalve het uitoefenen van hun ge
wone handwerkmoorden en plun
deren, schepten zij er een helsch be
hagen in, hun renegaten-woede te
koelen op priesters en monniken, op
kerken en bedehuizen, aan den Ka
tholieken eere-dienst gewijd. Ja, zoo
zeer gingen zij zich hieraan te bui
ten, dat zij meer dan eens de ver
ontwaardiging van den Prins van
Oranje, in wiens dienst zij stonden,
gaande maakten, iets, waar zjj zich
overigens weinig om bekommerden.
Dat dit nobele(!) gilde de steden
opeischte voor den Prins van Oranje
om ze van het Spaansche juk te be
vrijden, soit! Maar moesten daarom
tegen de uitdrukkelijke voorwaar
den der overgave in de kerken
worden geplunderd, de priesters wor
den vermoord, de trouwe Katholieken
worden mishandeld Leidde dat er
niet toe, dat duizenden Nederlanders,
alles behalve Spaansch gezind, noch-
thans het juk der Watergeuzen on
eindig teller haatten dan het Spaan
sche, zeer ten nadeele van de zaak
der. vrjjheid
En toch, zoo is het geschied en
niet anders. Het blad, in ons geschied -
boek door het losbandige, teugellooze
wreede volk der Watergeuzen be-
schrGveD, is een sciiandeblad, waarop
het oog van eiken rechtgeaarden
Nederlander niet dan met weerzin
rust.
Wat een Lumey, een Sonoy, z.g.
Watergeuzen „van naam", ten over
staan van onze Katholieke voorvade
ren, hunne landgenooten, durfden be
staan, overtreft in beestachtige wreed
heid verre de griezelige wandaden
van een Landru, welke de beschaafde
menschheid deden ijzen.
Welk grafschrift gaf de volksmond
den losbandigen Lumey mede?
„Hier ligt de Graef van der Marcke
Hij leefde als een hond en stierf als
een varckè."
Wat zegt de niet-Katholieke Vivat's
Encyclopedie van Sonoy? „Hij was
berucht om zijn wreedheid jegens de
Katholieken."
Daarom, zoo wij vandaag instem
men met den feestzang', die in Briel
le's veste wordt aangeheven ter vie
ring der daar ontloken vrijheid van
het vaderlandsch gemeenehest, wij
weigeren ook maar één korrel wierook
te branden op het altaar der ver
heerlijking van hen, die Brielle's
poorten rammeiden op den eersten
April des jaars 1572.
En wij gelooven vastelijk, daarin
elk rechtgeaard mensch aan onze
zijde te hebben.
De duurte.
Men schrijft uit Berlijn aan „De
Tfjd."
Een troosteloos gezicht bieden tegen
woordig do talrijke Berlijnsche markt
hallen. Twee derden van het vroegere
aanbod, slechts een derde van de
vroegere vraag zjjn overgebleven. De
duurteapringvloed geeselt alles dood.
De prijzen zijn vol van koorts
achtige onrust. Eiken dag' wisselen
ze springend, natuurlijk altijd in de
hoogte. De boeren kennen hun eigen
prijzen niet; als ze naar de markt
komen, maken ze ze eerst in Berlijn.
Natuurlijk houden ze sluw en leepreke-
ning met de conjunctuur van den dag.
Zjj brengen ook steeds maar een ge
deelte van hun waar mede, om kunst
matig schaarschte te veroorzaken
Groente is er haast heelemaal niet.
De uit Holland aangevoerde voor den
Duitscher bijkans onbetaalbaar. De
vrachtprijzen zijn ongelooflijk hoog.
Aardappelen zie je alleen zoo nu en
dan. Alles wordt uit woeker zoo lang
mogelijk achtergehouden. De kooplust
is zeer gering geworden. De meeste
families moeten zieh eiken dag meer
beperkingen opleggen. Vele hande
laars, die op de markt zoo goed als
niets meer verkoopen, hebben hun
„stands" gesloten. Velen kunnen ook
bij gebrek aan kapitaal het geld niet
meer voor inkoop opbrengen. Vleesch
wordt' voor den gewonen man natuur
lijk het allerduurste. Goed varkens
vleesch kost reeds per pond bijkans
een half honderd marken. Wie kan
dat betalen? De „stands" der vleesch-
houders zijn door vrouwen belegerd
maar ze koopen niet; ze loopen met
hun leege mandjes en hun leege
beurzen vaR stalletje tot stalletje,
vragen overal naar den prijs en kijken,
wat meer bemiddelde vrouwen nemen,
denken en. denken na, vragen nog
eens en gaan dan tenslotte meesten
tijds zuchtend en met kwaal in heur
oogen naar huis, zonder te hebben
gekocht.
De duurte is ook oorzaak, dat de
huisvrouw, ook de goed-gesitueerde,
zelf koopt. Het boodschappen-doende
dienstmeisje is verdwenen. Ook als
begeleidster van mevrouw, vroeger
voor dragend in volle korven het ge
kochte. Wat mevrouw nu koopt, kan
z\j heel makkelijk alléén naar huis
dragen. Inkoop op voorraad bestaat
niet meer. Karig is reeds, wat je
koopen kan, voor den dagelijkschen
disch. De meeste huishoudens moeten
weer letterlijk bidden: „Geef ons
heden ons dagelijksch brood."
En ondertusschen maakt de Rijks
dag heel den dag belastingwetten en
houdt ellenlange redevoeringen (een
zéér korte hielde heden de communist
Höllein, die kwam, „dames en heeren"
zeide, zich verlegen beklopte en ver
dween, vermits hij zijn manuscript
had vergeten!) en ondertusschen is
de lente in het land gekomen en
bracht, als symbool voor deez' ijzeren
tijd, ijs en sneeuw meê insteê van zon
door zijn eigen bloed, eens ingegaan
in het'heilige, en heeft eene eeuwige
verlossing bewerkt, Want indien het
bloed van bokken en stieren, en het
besproeien der asch van eene vaars
de onreinen heiligt, ter zuivering' des
vleesches, hoe veel te meer zal het
bloed van Christus, die door den
heiligen Geest zich zelve onbevlekt
aan God heeft opgedragen, ons ge
weten zuiveren van doode werken,
om den levenden God te dienen.
Daarom is Hij ook de middelaar van
het nieuwe Testament; opdat, dooi
de tusschenkomst van zijnen dood,
ter verzoening' der overtredingen,
welke onder het voorgaande Testament
begaan waren, zij die geroepen zijn,
de belofte van de eeuwige erfenis
ontvangen, in Jesus Christus, onzen
Heer.
Evangelie, Joannes. Vin. 4659.
In dien tijde zeide Jesus tot de
scharen der Joden: Wie van U zal
mij van zonden overtuigen? Indien
ik de waarheid zegge, waarom ge
looft gij mij niet? Die uit God is,
hoort Gods woorden. Daarom hoort
gij ze niet, omdat gij uit God niet
zijt. Toen antwoordden de Joden, en
zeiden Hem: zeggen wij niet wel,
dat Gij een Samaritaan zijt, en den
duivel in hebt? Jesus antwoordde:
ik heb den duivel niet inmaar ik
eer mijnen Vader, en gij onteert mij.
Dan ik zoek mijne eer niet: daar is
er een, die ze zoekt, en die recht
doet. Voorwaar, voorwaar ik zeg U
zoo iemand mijn woord onderhoudt,
hij zal in eeuwigheid den dood niet
zien. De Joden zeiden dan: nu zien
wij, dat Gij den duivel in hebt.
Abraham is gestorven en ook de
Profeten; en Gij zegt, zoo iemand
mijn woord onderhoudt, die zal in
eeuwigheid den dood niet smaken.
Zijt Gij grooter dan onzen vader
Abraham die gestorven is? Ook zijn
de Profeten gestorven. Wien maakt
Gij U zeiven? Jesus antwoordde:
indien ik mij zeiven verheerlijkte,
dan is mijne eer niets; die mij ver
heerlijkt, 'is mijn Vader, dien gij zegt;
dat uw God is. En gij kent Hem niet;
maar ik ken Hem. En zoo ik zeide,
dat ik Hem niet kende, dan ware ik
een leugenaar gelijk gij. Maar ik ken
Hem; en ik onderhoud zjjn woord.
Abraham, uw vader, heeft verlangd
mijnon dag te zienhij heeft hem
gezien, en is verheugd geweest. De
Joden zeiden Hem dan: Gij zijt nog
geen vijftig jaren oud, en -hebt Abra
ham gezien Jesus zeide hunvoor
waar, voorwaar ik zeg U, eer Abrar
ham er was, ben ik. Zjj namen toen
steenen op, om op Hem te werpen:
maar Jesus verborg zich en ging uit
den tempel.
Epistel van den H. Paulus tot de
Hebreën. IX. 11—15.
Broeders! wanneer Christus, als
hoogepriester der toekomende goede
ren, is gekomen, is Hij door een
grooter en volmaakter tabernakel,
hetwelk door geene handen gemaakt
is, dat is, dat niet van deze bouw
orde was, noch ook niet door het
bloed van bokken of kalveren, maar
De rronwen aan de Weensehe
Universiteit.
Onder de 1200 studenten, die in
den loop van het studiejaar (1920-'21)
aan de Weensehe universiteit promo
veerden, bevonden zich 152 vrouwen
Daarvan kwamen er 79 op de philo
sofische en 70 op de medische faculteit,
Voor de eerste maal werd ook een
vrouw, die vroeger reeds den titel
van doctor in de philosofie had ver
worven, tot doctor in de rechten
gepromoveerd; twee andere vrouwen
promoveerden in de staatswetenschap
pen. Het doctoraat in de staatsweten
schappen werd eerst enkele jaren
geleden in Oostenrijk ingesteld; de
studie in de rechtswetenschappen is
den vrouwen eerst sinds de revolutie
veroorloofd. Deze studie oefent groote
aantrekkingskracht op haar uit, en
ook in het loopende studiejaar hebben
reeds eenige vrouwen den graad dr.
juris ontvangen. Een harer werd op
haar verzoek als eerste advocate in
Oostenrijk bij een der Weensehe straf
kamers ingeschreven. Aan de Ween
sehe universiteit zjjn ook twee vrouwe
lijke docenten, waarvan een, die reeds
vóór den oorlog als eerste vrouw tot
docent benoemd werd, onlangs van
den bondspresident den titel van
buitengewoon hoogleeraar ontving.
Hygiënische tentoonstelling.
In een der groote bladen schrijft
een arts een ingezonden stuk en
raadt daarin alle vrouwen aan de
Hygiënische Tentoonstelling te be
zoeken, die van stad tot stad zal gaan,
om daarover veel en beter begrip te
krijgen.
Naar aanleiding' van een „mode-
slachtolfer" met bontmantel goed voor
de Poolstreek en doorzichtige kousen
goed voor de Tropen, schrijft hij zijn
stukje en dan vooral over de schoen
tjes met hooge hakken, waarin het
mode-slachtoffer, dat hij te Amsterdam
op het perron zag, haar voeten had
geperst. Daarover zegt hij o.a.:
„Hoevele vrouwen zullen er zijn
met stukgeloopen hielen, met blaren
aan de voeten, met pijnlijk gewonrde
groote teengewrichten tengevolge van
te sterken lichaamslast, met lichte
vervorming' van het voetskelet, zeits
met een tuberculeuse ontsteking, die
voor heel haar leven eene kwelling of
nog veel erger zal zijn, alles ter wille
van de mode!
Wie op zjjn teenen staat, moet ter
bewaring van het even wicht zijn
lendenkolom naar voren buigen. De
zijdelings uittredende zenuwen kun
nen allicht iets worden gedrukt; de
overspanning der lendenspieren moet
tot vermoedheid leidende veranderde
verhouding der buikspieren hetzelfde
doen.
Klaagt niet menige „vrouw op hooge
hakken" over pijnen in rug en buik?
Geen Röntgenfoto zal hier uitsluit
sel, geene buikband verbetering geven,
maar als zij op hooge hakken naar
den huisarts gaat, zou het wel eens
kunnen gebeuren, dat deze met een
glimlach zegt: „Laat 2/3 der hakken
verwijderen en zie dan of de klachten
niet voor goed verdwenen zijn."
De vrouwelijke politie.
Een deputatie onder leiding van
het parlementslid Lady Astor heeft
zich deze week naar het Engelsche
departement van Binnenlandsche
Zaken begeven, om bij den minster
aan te dringen op het behoud der
vrouwelijke polite, welke krachtens
het bezuinigingsrapport van Geddes
zou worden geschrapt. De deputatie
telde tal van vertegenwoodigers uit
vrouwelijke politievereenigingen, en
legde den nadruk op de groote dien
sten, welke de vrouwelijke politie
heeft bewezen.
Schortt, staatssecretaris van Binnen
landsche Zaken, verklaarde d.eze dien
sten ten volle te erkennen, doch zij
kunnen niet direct worden beschouwd
als politiewerk, -n.l. het handhaven
van de orde en het voorkomen van
vergrijpen. Hij acht zich verplicht de
adviezen van de commissie-Geddes op
te volgen.
Lady Astor verzekerde dat het geen
besparing, doch veeleer verkwisting
zou zjjn de vrouwelijke, politie te
ontbinden. De waarde van den preven
tieve!) arbeid, welken zij verricht, is
veel grooter, niet slechts wat betreft
de moreele redding van vrouwen en
meisjes, doch tevens wat de uitgaven
in haar geld aangaat. Het in de
gevangenis houden van vrouwen en
meisjes brengt voor de natie veel
grooter kosten met zich dan het werk,
dat men verricht door dit te voor
komen.
Eindelijk afgesehaft.
Het oude Chineesche stelsel, dat
verkoop van meisjes toestaat en be
kend is onder den naam „Muitsai",
zal door de Britsche overheid te
Hongkong niet langer worden geduld.
De Engelsche minister van Koloniën
maakte in het Parlement bekend,
dat hjj instructies had gegeven tot
het onverwijld uitvaardigen van een
proclamatie, die dit werkgevers en
werknemers duidelijk maakt.
Waardeering der Vasten-brieven.
Het orgaan der gereformeerde Ker
ken in Nederland, „De Heraut", laat
zich waardeerend uit over de Vasten
brieven van H.H. D.D. H.H. de Neder-
landsche Bisschoppen. Wij ontleenen
aan het blad:
In de Vasten-brieven, die de Room
sche bisschoppen, elk voor zjjn eigen
diocese, jaarlijks geven bij den aan
vang van de lijdensweken, worden
gemeenlijk allerlei misstanden in het
leven aangewezen, waarvoor de ge-
loovigen gewaarschuwd worden. Ze
bevatten vaak zeer juiste en rake
opmerkingen, en ook in Protestant-
sche kringen kan men met deze
Vasten-brieven winste doen. In de
handhaving van de zedelijke begin
selen van ons volksleven en in het
waarschuwen tegen de gevaren, die
dat zedelijk leven bedreigen, toonen
de Roomsche bisschoppen zeer goed
op de hoogte van het volksleven te
zijn en zeggen ze vaak uitnemende
dingen.
Zoo heeft een dezer bisschoppen
thans met ernst gewezen op de ge
varen, die aan de tegenwoordige
sportbeweging verbonden zijn. De
verruwing, die aan deze sport ver
bonden is, de dolzinnige wedrennen,
waarbij gezondheid en leven op het
spel worden gezet, en de voort
durende ontheiliging van den Dag
des Heeren, die daarbij plaats vindt,
zijn gevaren, waarop zeker wel eens
gewezen mag worden, ook al keurt
men de sport zelf als ontwikkeling
van lichaaamskracht niet af.
Toch is het niet daarom, dat we op
deze Vasten-brieven wijzen, maar
wel omdat een der andere bischoppen
de geloovigen waarschuwt tegen den
invloed, die uitgaat van de slechte
lectuur en van de liberale pers.
Natuurlijk is men in de liberale
pers hierover weinig gesticht. Met
verontwaardiging komt men dan ook
tegen deze publieke waarschuwing
op. Dat de liberale pers op één lijn
gesteld wordt met zedelooze en slechte
boeken, is een doorn in het oog. Maar
nog meer, dat de liberale pers hier
voorgesteld wordt als een gevaar
voor de godsdienstige en zedelijke
WTE KAATST MOET DEN BAL
VERWACHTEN.
Vriendin, die in een deftig gezelschap
hare vriendin die zeer vooruitgekomen
is in de wereld, hare minderheid
eens wil laten voelen: Is het waar,
mevrouw, dat uw vader paarden-
slachter was?
Mevrouw Ja, en hij heeft ons dik
wijls veVteld, dat uwe ouders zijn
beste klanten waren.
OOK 'N KLAPLOOPER.
Draaiorgelman tot voorbijganger
„Zeg, parasiet, als je niks geeft, hoef
je ook niet op de,maat|tè loopén."
DOKTERSSCHRIFT.
Maria, die met een jeugdig genees
heer verloofd is, ontvangt van^hem
den eersten^,brief. Vol verwachting
en met een kloppend hart opent ze
dien, maar op het zien der fijn ge
krabbelde niet te ontcijferen hiëro-
glypen van het doctorale schrift, legt
ze mismoedig het schrijven neder.
„Weet je wat je doen moet", zegt
vindingrijk haar jongere broeder, „ga
er mee naar den apotheker, dié kan
er mee overweg".
DE REDEN.
Vraag: „Waarom eindigen de ro
mans altijd daar waar ze mekaar
krijgen
Nurks: „Omdat het leed, dat den
trouw voorafgaat wél, wat hem volgt
niet te beschrijven is."
Spinazie (Jonge).
2 K.G. spinazie; 35 gr. boter; 5 gr.
zout; 25 gr. broodkruim; 2 eieren of
reepjes brood.
Bereiding. De spinazie uitzoeken
en eenige malen wasschen tot het af-
druipeade water geheel helder is.
De groente met het aanhangende
water en het zout opzetten en ze
liefst zonder deksel zoo vlug mogelijk
gaar laten koken, waardoor de kleur
mooier groen blijft. Af en toe moet
de groente omgeroerd wordén om
aanbranden te voorkomen.
Zoodra ze gaar is, laat men ze op
een vergiet uitdruipen en hakt ze
daarna zoo fjjn mogelijk.
Om de spinazie bijzonder fijn te
hebben, wordt ze soms wel door een
paardenharen zeef gewreven. In de
pan het broodkruim met een weinig
van het spinazievocht fijnwrijven,
daarbij de fijngehakte spinazie voe
gen en dit alles op zjj van de kachel
nog 10 minuten laten stoven.
Het broodkruim wordt erbij gevoegd
om het al te sterke slinken van jonge
spinazie te voorkomen. Is de groente
Wat ouder, dan is het niet meer
noodig.
De spinazie wordt versierd met in
de leügte in vieren gesneden hardge
kookte eieren, of met reepjes in boter
bruin en knappend gebakken brood.
beginselen van ons volk. De liberale
pers, zoo heet het, tast deze zedelijke
beginselen nooit aan en de godsdien
stige overtuigingen worden in deze
pers geëerbiedigd. Wanneer deze pers
zich over de Kérken uitlaat, geschiedt
dit altijd met objectiviteit en met
eerbied voor ieders gevoelen.
Zoo weet de wolf zich in schapen
vacht te hullen.
Wil men den besten commentaar
op dit bisschoppelijke schrijven, dan
neme men, wat de „Nieuwe Rotter
dammer Courant" dezer dagen onder
haar kerknieuws over de Mormonen
schreef. Terwijl heel de Christelijke
Kerk in deze Mormonen, die hun
propagandatoehten ook tot Europa
uitstrekken, een uiterst gevaarlijk
secte ziet, wordt in dit liberale blad
schier met bewondering over déze
secte geschreven.
Is het wonder, dat de bisschoppen
tegen deze liberale pers waarschuwen
Zoodra het geldt de Kerken, die nog
vasthouden aan een positief Christelijk
beginsel, dient deze liberale pers met
name de „Nieuwe Rotterdammer",
ais spreekbuis van allerlei dissidenten
en stokebranden, die hun beginsel
ondermijnen willen. Niet alleen de
Roomsche Kerk, weet daarvan mee
te spreken. Maar als het secten geldt,
die lijnrecht tegen het Christelijk
beginsel ingaan en wier geheele be
staan zich grondt op zulk een onzinnig
bedrog als met het boek Mormon ge
pleegd is, heeft men niet anders dan
lof en bewondering'.
Dat is de onpartijdigheid, waar
mede de liberale pers over kerkelijke
zaken handelt en het volk voorlich
ting geeft.
Minister Buys de Beerenbronck.
Aan de jongste Parlements-film van
D. Hans in de liberale „Vrijheid"
ontleenen we het volgende
Toen indertijd de heer jhr,
mr. Charles Buys de Beerenbrouck
Minister-président werd, hebben we
allemaal een beetje sip langs onzen
geachten neus gekeken.
Waarom?
Wel eenvoudig: een Premier van