NIEUWE ZEEUWSGHE COURANT ZATERDAG 4 MAART 1922 Kerknieuws Voor onze vrouwen. Gemengd Nieuws. liet echter doorgaans vastendag en moet men zich bepalen tot brood met margarine en aardappelen met vet. Vleesch is bij de meesten een onge kende „weelde" en wordt als een extratje voor den Zondag bewaard als het steuncomité het uitdeelt, Daarom durven wij vooral een beroep doen op onze boeren om van hun voorraad spek een gedeelte af te staan voor hun misdeelde landge- nooten in de venen. Ook aan aard appelen bestaat groote behoefte. Ze zijn te duur om door de arbeiders van hun steungeld te kunnen betaald worden en maken het voornaamste voedsel voor deze meschen uit. Steeds hoorden wij dezelfde opmer king: de aardappelen kunnen wij niet meer betalen. liet Pi.-K. Huisvestings-Comité, dat zijn centraal magazijn in Den Bosch op de Zuid-Willemsvaart heeft, zal dus gaarne vooral deze levensmidde lenvoor de veenbewonersin ontvangst nemen. De kleeding is absoluut onvol doende, zoowel wat boven- als onder goed betreft. De kleeren- en linnen kast, meestal keurig in orde ge houden voor zoover het 't droevig beetje betreft, dat er zicli nog in be vindt, vertooncn bedenkelijke gapingen, die door do mensehen zelf niet kunnen worden aangevuld. Zoo wel voor volwassenen als kinderen is hier hulp dringend noodig en daarbij Vergete men ook de nieuwe wereld burgers niet, die in deze streek zoo talrijk zijn! Met vertrouwen doen wij een beroep op onze landgenooten om hier te helpen. Beter nog dan oude of nieuwe kleeren te schonken hoewel die gaarne zullen ontvangen worden is het, voor dit doel geld te geven, opdat die kleeren ter plaatse bij den zwaar beproefden midden stand kunnen gekocht worden. Dezelfde behoefte is er aan bedde- goed en dekens, die meest in een orbarmelijken toestand verkoeren en dikwijls geheel ontbreken. Wie de venen kent en wij kun nen er thans van meespreken! weet dat goed schoeisel een onont beerlijke vereischte is. Dus ook schoenen cn niet het minst klompen zullen van harte welkom zijn. De toestand in de venen moge immer slecht geweest zijn, thans kan in waarheid van een abnormalen noodtoestand gesproken worden, waar in een extra hulpverleening door ons Nederlandsche volk ons alleszins ge motiveerd lijkt. Wanneer liet verslag van onze be vindingen tot het verleenen van deze hulp eenigszins moge bijdragen, zal het Ned. R.-K. Huisvestings-Comité zich gelukkig gevoelen tot deze actie voor eigen landgenooten té hebben mogen medewerken. Op den eersten Zondag in de Vaste. Epistel II. van den II. Paulus tot de Corinthen. VI. 110. Broeders! wij vermanen U, dat gij de genade Gods niet te vergeefs ont vangt. Want Hij zegt: In' don aan- genamen tijd heb ik U verhoord, en U geholpen op den dag der zaligheid. Ziet, nu is het een aangename tijd; ziet, nu is het de dag der zaligheid. Wij geven niemand eenige ontstich ting, opdat deze bediening niet ver acht wordemaar gedragen ons zeiven in alles, als dienaren Gods, in veel geduld, in verdrukkingen, in nood zakelijkheden, in benauwdheden, in slagen, in gevangenissen, in oproeren, in arbeid, in waken, in vasten, in zuiverheid, in wetenschap, in lang- moedigheid, in lieftalligheid, in den heiligen Geest, in ongeveinsde liefde, in het woord der waarheid, in de kracht Gods, door de wapenen der rechtvaardigheid ter rechter- en ter linkerzijde, door eer eii oneer, door cenen goeden en eenen kwaden naam als verleiders en rechtzinnigenals onbekenden en bekenden; als sterven den, en ziet, wij leven als gefolter- den, en niet gedood; als droevig, maar altoos blijde; als arm, maar die velen rijk maken; als die niets heb ben, en alles bezitten. Evangelie, Mattheus IV. 111. In dien tijde werd Jesus door den geest naar de woestijn geleid, om van den duivel bekoord te worden. En als Hij veertig dagen en veertig nachten gevast had, kreeg Hij einde lijk honger. En de bekoorder bij Hem komende, zeideindien Gij Gods Zoon zijt, zeg dat deze steenen brood worden. Maar Hjj antwoordde, en zeidedaar is geschreven, de mensch leeft niet bij brood alleen, maar bij alle woord, dat uit den mond Gods voorkomt. Toen nam de duivel Hem op naar de heilige stad, en stelde Hem op de tinne des tempels, en zeide Hem: indien Gij Gods Zoon zijt, werp U van boven neder, Want daar staat geschreven: dat Hij zijnen Engelen wegens U bevolen heeft, en zij zullen U op de handen dragen, opdat Gij uwen voet aan geenen steen moogt stooten. .lesus zeide hem: er is ook geschrevengij zult den Heer uwen God niet tergen. De duivel nam Hem weder met zich op een' zeer hoogen berg, en toonde Hem alle koningrijken der wereld, en hunne heerlijkheid, en zeide Hemdit alles zal ik U geven, indien Gij ncdervalt en mij aanbidt. Toen zeide .Jesus hem: wijk Satan want er is geschreven gij zult den Heer uwen God aan bidden, en Hem alleen dienen. Toen verliet Hem de duivel; en ziet, de Engelen kwamen en dienden Hem. Missie-nieuws. Zuid-Amerika. De bevolking van Z.-A.kan worden verdeeld in 46.147.539 Katholieken, 506.359 Potestanten, 1.390.000 heidenen (Indianen) en 8.400 Joden. (Z. M. W. 1921, 169). Zware crisissen heeft de Kath. Kerk in de meeste staten moeten doormaken, maar thans is overal weder opbloei te constateeren, niettegenstaande de groote priesternood. Bijzonder moeilijk zijn de missies onder de 1.390.000 Indianen, waar onder een «00 priesters Augustijnen, Recollecten, Capucijnen, Lazaristen, Zonen v. h. Onbevlekt Hart van Maria, Carmelieten, Dominicanen, Salesianeh, Jezuiten, Franciskanen, Benedictijnen, Redemptoristen, Paters van den II. Geest, v. d. H. Familie, van het Godd. Woord, van het Gezelschap van Maria en wereldpriesters werkzaam zijn. Ondanks een 400-jarige Europeesche kolonisatie is de beschaving in die streken nog zeer achterlijk, is het verkeer uiterst moeilijk, het land slecht gecultiveerd, zijn de sociale, politieke, godsdienstige en zedelijke toestanden allertreurigst. De Europeanen hebben de Indianen in slavernij gebracht en uitgebuit zooveel het mogelijk was. Daardoor is op sommige plaatsen een onver zoenbare haat ontstaan tegen alle blanken (bijv. in Peru) en wordt het werken der missionarissen zeer be moeilijkt. Brazilië. Dit reusachtig land telt ongeveer 25 millioen inwoners, die voor het grootste gedeelte Katholiek zijn (maar hoe). Evenals in andere Shiten van Z.-A. heeft de Braziliaan- sche Katholieke Kerk met groote moeilijkheden te kampen. Een Brazili- aansche krant schrijft: „In verschil lende steden en dorpen is een cam pagne begonnen tegen den Roomschen clerus, onder samenwerking van vrij denkers, Spiritistischegenootschappen, methodisten, evangelisten en vrij metselaars." Een der grootste moeilijkheden voor den Missiearbeid in Brazilië zijn de groote afstanden, de slechte wegen en de uitgestrektheid der parochies. Ook hier is nog een groot tekort aan arbeidskrachten, al hebben de verbannen Duitsche Missionarissen er een dankbaar arbeidsveld gevonden. Toch zijn ook mooie successen be reikt. De Fransche Dominicanen, die in de binnenlanden 15 groote paro chies hebben, hadden in 1919 bij de 100.000 leden in de rozenkransbroeder schap en door een keurbende kate- chisten werden er in deze parochies 2000 in het H. Geloof onderwezen. Even groote successen hadden de Capucijnen behaald, die in 1896 de reuzen parochie Barra overnamen. Waar het aantal onwettige kinderen 95 bedroeg, thans echter 20 In de havenstad Santos werden per jaar plm. 40.000 II. Communies uitgereikt, in 1905 slechts 40. Utrechtscli Missie-Comité. Toenadering van de Orthodoxe Kerk tot Rome. Bij gelegenheid van den dood van Benedictus XV begaf zich een depu tatie van het Grieksche oecumenische patriarchaat te Constantinopel, met den orthodoxen opper-aarts-diaken Mgr. Neofitos aan het hoofd, op offici- eele wijze naar de apostolische dele gatie in Constantinopel om Mgr. Dolci namens de Oostersche kerk te con- doleeren. Alle Grieksche bladen in de Turk- sche hoofdstad hechten een bijzondere kerkelijk-politieke beteekenis aan dit bezoek. Het blad „Bospliore" spreekt met geestdrift van deze toenadering en herinnert er aan, dat de apostolische delegatie en de fanar (zetel van de Grieksche orthodoxie) elkaar tot nu toe negeerden. Rome en het patriarchaat bleven eeuwenlang ieder op zijn eigen stand punt staan, in de overtuiging, dat hun wederzijdsche belangen' de besten diging van zulk een houding eischte. Intusschen poogde het Vaticaan in de laatste 25 jaar meer dan éénmaal de hand ter verzoening te reiken en de „Bospkore" herinnert aan de encyclieken van Leo XIII, Pius X en 'Benedictus XV, die echter zonder resultaat zijn gebleven. Naar het blad te verstaan geeft, blijkt uit den ofticieelen stap van het patriarchaat de wil van het hoogste orthodoxe gezag om van houding te veranderen. De „Bospliore" pleit verder voor een samengaan der beide christelijke kerken. De oorzaken en de intriges, waardoor tot nu toe deze verzoening werd tegenwerkt, worden door genoemd blad aan invloeden viyi politieken aard toegeschreven, waar door steeds de grootste tweedracht werd gezaaid en de goede bedoelingen van Rome werden gedwarsboomd. l)e vrouw en het rechterlijk ambt. Bij de behandeling van de begrooting van Justitie is voorverleden week in de T weede Kamer ook ter sprake gekomen een motie, reeds het vorig jaar (21 Mei 1921), door den heer Kleerekoper c.s. ingediend, strekkende om in het algemeen de benoembaarheid dei- vrouw tot rechterlijke ambten uit te spreken en te vorderen. De motie luidde in haar oorspronkelijke redactie als volgt: „De Kamer, van oordeel, dat het gewenseht is do vrouw tot het rechterlijk ambt toe te laten, dat mitsdien de ten gevolge dier toelating noodige wettelijke voorzieningen on verwijld dienen te worden aangebracht, noodigt de Regeering uit. voorstellen tot dat doel ten spoedigste bij de Kamer aanhangig te maken." In den loop der discussie wijzigden de voorstellers hun motie in dien zin, dat het woord „onverwijld" daaruit werd geschrapt. Aan de bespreking namen ook deel een tweetal katholieke afgevaardigden de lieeren mr. Van Schaik en mr. Van Sasse van l.Isselt, wier meenin gen bleken uiteen te loopen. Eerst genoemde verklaarde zich voorstander, laatstgenoemde tegenstander van de motie. Aan het betoog van mr. Van Schaik die zich ook vroeger reeds deed kennen als sympathiek gezind ten aanzien van het optreden der vro'nw als rechter ontleenen wij het volgende: De oude voorstelling, dat de vrouw haar verstand te veel in dienst zou stellen van haar gevoel, lijkt mij niet houdbaar, Men vergete niet, dat alleen die vrouwen tot het reebtersambt zullen geroepen worden, die juist door haai- studie en haar praktijk de blijken hebben gegeven haar verstand goed te gebruiken. En de ondervinding met de vrouw opgedaan in de openbare lichamen - ik denk bijv. aan de gemeenteraden, waarin zij toch ook ■telkens hun verstand moeten stellen tegenover haar hart bewijst in geen enkel opzicht, dat zij haar evenwicht gemakkelijk kwijt raken. Hebben bepaalde vrouwen eenmaal roeping tot het rechterambt en komen zij daarvoor ook om hun capaciteiten en andere eigenschappen in aanmerking, dan dienen zij niet door de willekeur van den wetgever van de benoem baarheid uitgesloten te blijven. Integendeel, is een bepaalde vrouw eenmaal om haar persoonlijke quali- teiten in staat de functie van rechter uit te oefenen, dan kan de rechterlijke macht door haar opname in het corps slechts worden verrijkt, de rechtspraak daardoor slechts worden gediend. De vrouw beschikt over een eigen visie op personen en rechten heeft een eigen ervaring; aan de volledigheid van een gerechtelijk onderzoek en dus ook aan een rechterlijk oordeel moet dit ten goede komen. Als men daarenboven ten aanzien van strafzaken bedenkt, dat de straf- berechting voor een groot deel en zeker voor het allerbelangrijkste deel bestaat in de juiste keuze van do strafsoort en de strafmaat, en dat naast wetskennis goed sociaal inzicht eerste voorwaarde is voor een rechtvaardige en doelmatige strafrechttoepassing,dan zal men niet kunnen ontkennen, dat het zitting nemen van de vrouw op den rechterstoel valt toe te juichen. Dat andere belangen er voor zouden pleiten de vrouw van de rechtsbe- deeling verre te houden, is mij niet bekend. Overings zal men het niet moeten voorstellen dat er, is de vrouw eenmaal toegelaten, een soort exodus naar de rechterlijke macht zal plaats vinden, Het aantal gepromoveerde vrouwen is betrekkelijk niet groot, zal ook wel immer verre bij dat van de mannen achterblijven; voorts trekken de meesten harer zich bij huwelijk uit het ambtelijk leven of uit betrekking- terug, terwijl van de overblijvenden uiteraard slechts een klein percentage voor de bezetting van plaatsen in de rechterlijke macht in aanmerking komt. Intusschen wenscht de heer Van Schaik de vrouw niet zonder meer tot het rechterlijk ambt toe te laten: De vraag moet namelijk nauwgezet worden overwogen, of althans de gehuwde vrouw of de moeder niet van sommige betrekkingen moet wor den uitgesloten of beperkende be palingen aan haar bevoegdheid moeten worden gesteld, Ik denk daarbij minder aan het eigenlijke rechterambt, het welk in staatstelt, een groot deel van den aan de functie verbonden arbeid te huis te verrichten, dan wel* aan de functies die te vervullen zijn bij de griffie en het openbaar ministerie. Deze vereisclien zitting-, bureau- en ander werk, hetwelk tdeu gansehen dag in beslag neemt, en énkel buitens huis kan worden verricht. Ook dienen maatregelen te worden getroffen voor de tijdvakken voorafgaande aan of volgende op de bevalling. Kortom, zonder op deri inhoud eener regeling te willen vooruitloopen, ben ik aanvankelijk van meening, dat er moet komen niet enkel een toelating zonder meer, maar een deugdelijke regeling, inhoudende de noodige waar borgen, dat de natuurlijke cn zedelijke .plichten, die de vrouw heeft te vervullen als echtgenoote en moeder niet ten offer vallen óf aan de zucht een bepaald Staatsambt te beklecdeu óf aan de vrees een winstgevende functie te verliezen. De lieer Van Sasse van l.Isselt achtte de motie veel te algemeen, omdat zij het gehoele rechterlijke ambt omvat, ook dat van ambtenaar van het Open baar Ministerie. Ook meende hij, dat de vrouw wegens haar groote gevoelig heid in het algemeen ongeschikt is voor het ambt van rechter, dat van kinderrechter wellicht uitgezonderd. Ook de minister van Justitie, mr. Heemskerk, bleek tegenstander van de motie, die hij o.a. bestreed door te verklaren, dater waarschijnlijk weinig ambten zijn, waarvoor de bezwaren in dit verband zwaarder Wjegen dan juist voor het rechterlijk ambt. Boven dien meende Z.Exe., dat de voor stellers te veel spoed verlangden, en besloot, hij met te zeggen: „Het vraagstuk moet zeer nauwkeurig in studie worden genomen en misschien zal het eens gelukken een oplossing te vinden. Ik zal de motie bij aan neming niet naast mij neder leggen, maar „onverwijld" is volslagen on mogelijk en het denkbeeld daarin neergelegd is dus niet uit te voeren". Gelijk gezegd, werd liet door den minister gewraakte woord geschrapt. En uit het Kamerverslag heeft men reeds kunnen lezen, dat in de zitting van Dinsdag 1.1. de motie werd aange- met 41 tegen 36 stemmen, waarbij 5 katholieke afgevaardigden tot dé meerderheid behoorden. De zaak is daarmee in een nieuw staduim gekomen. Want al laat de Grondwet, naar de meening van ge zaghebbende juristen thans reeds vrouwen tot de rechterlijke functie toe, de Kamer heeft thans verklaard, dat de wettelijke beletselen, die zich daartegen verzetten, moeten worden uit den weg geruimd, al moge het eenigszins twijfelachtig heeten, of met de voorstellen daartoe door minister Heemskerk de spoed zal worden be tracht, door de voorstellers verlangd. Mevrouw Curie. Mevr. Curie werd bij haar toe lating in de Académie de medócine ontvangen door den Raad der Acadé mie en nam plaats naast dr. Roux, die haar candidatuur krachtig ge steund had. De president de schei kundige Bébal begroette het nieuwe lid en sprak met waardeering over haar werk. Op zijn korte toespraak volgde een langdurig en hartelijk applaus. De vrouw en liaar werk. „De vrouw en haar werk" zal van 12 Mei tot 11 Juni in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam een tentoon stelling houden, waar zal worden gedemonstreerd wat de vrouw be reikte met handen- en hoofdarbeid; hoever zij het heeft gebracht op maat schappelijk gebied, en wat zij aan geestelijken arbeid presteerde. De kleeding der vrouw. Het Centraal Comité tot zedelijke verlieffiug meldde ons: Eind September 1921 werd door het Haagsche Centraal Comité tot zedelijke verheffing samengesteld uit afgevaardigden van verschiRende lichamen werkzaam op het terrein van zedelijke verheffing of opvoeding, een artikel ingezonden in do Haagsclie bladen, met het opschrift: Maatschap pelijke verwildering en de kleeding der vrouw. De gedachte in dit artikeltje neer gelegd vond sympathie in vele levens kringen, zoodat eind November eene bijeenkomst met adhearonten kon worden gehouden onder presidium van mevrouw van Biema Hijmans. Sinds dien had een werkvergadering plaats waarin een pers-commissie werd aangewezen om het publiek op de hoogte te houden van de werk zaamheden en waarin o.a. werd be sloten dat het comité zich in ver binding zal stellen met de directies van modezaken, met winkeliers organi saties teneindè medewerking te ver krijgen in zake de wijze van etaleeren, waarmede ook het ethisch gevoel vrede kan hebben. De eerste stappen zijn hiertoe gedaan. Mededeeling kan tevens worden gedaan van de ge bleken belangstelling van II. M. de Koningin, die het comité ongevraagd een mooie gift deed toekomen en zich nader liet inlichten. In liet dames comité werden nog bereid gevonden zitting te nemen de damesRuys de Beerenbrouck, König, Berghuis en van Rappard. Gearresteerd. De Berlijnsche politie heeft te Dresden den eersten luiteant Netzold gearresteerd, nadat deze had getracht zijn schoonmoeder, die daar woont, door twee gehuurde mannen te doen vermoorden. N. was pas korten tijd gehuwd. Het jongen paar werd door de zeer rijke moeder financieel ondersteund en af en toe ging het een paar dagen te Dresden logeeren. N., die tijdens den oorlog in Mesopotamia en iii Turkije had gestreden en daar verschillende tropenziekten had opgedaan, trachtte voortdurend zelf een bestaan te vinden. Toen hij daar echter niet in slaagde besloot hij zonder zijn jonge vrouw iets van zijn plannen mede te deelen, de rijke schoonmoeder uit den weg te ruimen. In een Bcrlijnsch koffiehuis had hij de mannen leeren kennen die zich bereid verklaarden de misdaad uit te voeren. Zij zouden 100.000 mark en juweelen van het slachtoffer krijgen, in den nacht waarop het tweetal de schoonmoeder moest ver moorden zou N. buiten wachten. Een lichtsein zou hem doen weten dat de oude dame uit den weg was gerutmd. Een der twee mannen heeft de politie gewaarschuwd die daarop N. arre steerde. Hij heeft reeds een volledige bekentenis afgelegd. Kostbare ring verdwenen. In devorigeweek bemerkte de ju welier A. in de Spuistraat in Den Haag, na het bezoek van een Duitsch sprekenden heer met dame, die in zijn zaak ringen bezichtigden, doch niets kochten, dat een kostbare ring met een brillant van hooge waarde was verdwenen. Do recherche stelde een onderzoek in en kreeg vermoeden op een Duitsch ingeneur, zekeren F.. die met een dame in een hotel in Den Haag verblijf hield en den dag, waarop den diefstal van den ring plaats vond, met de noorderzon was vertrokken. De inspecteur van politie C. Last ging naar Berlijn, waarheen het paar waarschijnlijk was afgereisd, en slaagde er in, met behulp van de politie aldaar, de gezocliten te arre steeren, die nog in het bezit van den gestolen ring, werden gevonden. De dranksmokkelai-y. De douaneautoriteiten aan de Oost kust van de Vereen. Staten vatten den laatsten tijd de bestrijding van de dranksmokkelarij zeer ernstig op. Daarbij ontzien zij de Engelsche vlag geenszins; en wie onder verdenking staat van smokkelarij op zee, ten koste van de Vereen. Staten wordt aangepakt. Daarbij kan uit den aard der zaak de bekende driemijls-Iimiet voor de territoriale wateren niet altijd met mathematische nauwkeurigheid worden in acht genomen. Uit Norfolk in den staat Virginië wordt thans weer gemeld, dat de Britsche schoener Esmerald, die thuis behoort te Digby (Nieuw-Schotland) bij de invaart van de Chesapeake- baai is aangehouden en opgebracht. Het Britsche vaartuig was toen al een uur achterna gezeten door een Amerikaansche douanekotter, die van Hampton Roads kwam. De Esmerald had duizend kisten sterken drank -aan boord; en het schip was zoover uit zijn koers dat er gereede aanleiding- bestond om aan te nemen, dat do kapitein zijn lading wilde lossen aan de Amerikaansche kust. De opvarenden ontkenden dit en beweerden dat het schip onderweg- was van Nassau (Bahama-eil.) naar St. Pierre, dat even bezuiden New- Foundland ligt. De Esmerald is reeds het derde Britsche schip dat binnen tien dagen tijds door de Amerikaansche douane-poli tie wordt aangehouden, De beide andere vaartuigen waren de schoener Annabelle, die was aange houden ter hoogte van Jewfïsh-creek, 40 mijl ten zuiden van Miami (Florida), en de schoener Grace and Ruby'die bijgedraaid lag voor Bakers Island in dé baai van Massachusetts. De Annabelle had voor een waarde van 3.000.000 aan sterken drank aan boordde Grace and Ruby voor een waarde van 150.000. Jaarbeurs te Brussel. Voor de 3de Jaarbeurs in het Jubel park te Brussel zijn 1267 stands ver huurd van 12 M2 oppervlakte en in de hallen 890 stands van 12 M2 opper vlakte. De stands in de open lucht beslaan 1200 M2. Tot nu reeds een oppervlakte van 27.084 M2. De ver meerdering buiten het vorige jaar in stands bedraagt reeds 46 pet. Tegen half Maart rekent men, dat alle plaat sen zullen verhuurd zijn.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1922 | | pagina 6