Tweede Blad De profetieën van Malachias, ZATERDAG 28 JANUARI 1822 NIEUWE ZEEUWSCHE COURAN'f De Kardinalen. Het Conclave. Kerknieuws Voor onze vrouwen. Het hoekje van humor. Voor de Keuken. V1SSCHER1J. Wij spraken in ons artikel op 's Pausen overlijden van de profitie van Malachias volgens welke het pontificaat van Benedictus XV stond onder het teeken van „ontvolkte gods dienst", „religio depopulata." Het „devies" voor het pontificaat van den volgenden Paus heet„fides intrepida" (onverschrokken geloof.) Daarna komen nog de volgende: Pastor angelicus: de engelachtige herder; Pastor et nauta: herder en stuurmanFlos fiorumbloem der bloemenDer medietate lunoevan het midden der maan; De labore solisvan den arbeid der zonDe gloria olivaevan den glorie van den olijf. Daarna volgen enkele streepjes, waarop de „profetie" voortgaat: „In persecutione extrema sacrae romanae ecclessiae sedebit Petrus Romanus, qui pascet oves in multis tribulationi- bus, quibus transactis, civitas septi- collis diruetur, et judex tremendus judicabit populum. Tijdens de laatste vervolging der heilige Roomsche Kerk zal Petrus, de Romein, zetelen op den Heiligen Stoelhij zal de schapen te midden van groote verdrukkingen weiden. Daarna zal de stad der zeven heuvelen verwoest worden en de ge duchte rechter zal de volken oor- deelen." Thans nog eenige bijzonderheden over Malachias en zijn profitieën ont leend aan „De Maasbode." Malachias O'Morgair, aan wien de „profetie" wordt toegeschreven, werd in 1095 te Armagh (Ierland) geboren. Achtereenvolgens was hij abt van Benchor, bisschop van Connerth, aarts bisschop van Armagh en primaat van Ierland (1129). Hij stiert te Clair- vaux, op weg naar Rome, in de armen van den II. Bernardus (1148) en werd later heilig verklaard. Eerst vier eeuwen na den dood van den aartsbisschop (1595) vond een Belgische Benedictijn, in een Itali- aansch klooster, een manuscript, dat de zoogenaamde „groote profetie" van Malachias zou bevatten. Het hand schrift gaf van het jaar 1143 af 111 Pausen aan, die elkaar op den Stoel van Petrus zullen opvolgenvan een reeks Pausen worden ook bijzonder heden gegeven over hun persoonlijk karakter en hun pontificaat. In 1905 werd de „profetie" te Venetië in druk gegeven. Onmiddellijk ontbrandde de strijd over de betrouw baarheid van de „profetie", waarbij vooral een omstandigheid naar voren gebracht werd, dat nl. de Pausen vóór 1590 (het jaar der vinding van het manuscript) vrij nauwkeurig staan aangegeven met vermelding van de groote feiten uit hun pontificaat. Na 1590 zijn de Pausen echter slechts vaag en zeer algemeen aangeduid. Sommige van die aanwijzingen zijn zéér toepasselijk geweest andere daarentegen z\jn met den besten wil ter wereld niet op het pontificaat van den betreffenden Paus toe te passen. N. B. Onder frappante uitkomsten der profetie noemen wij o.a. „pere- grinus apostolicus" (apostolische pel grim) toepasselijk op het pontificaat van Pius VI, die voor het Fransche geweld naar Savona moest vluchten, „aquila rapax" (roofzuchtige adelaar) kenschetsend voor het pontificaat van Pius VII die ernstige verwikkelingen had met Napoleon I, wiens regeerings- symbool de adelaar was. Lumen de coelo" (het licht uit den hemel) ken schetsende de hooge wijsheid die van Leo XIII bij het bestuur der Kerk uitstraalde. Ignis ardens" (het bran dende vuur) verzinnebeeldend de vurige devotie van Pius X voor het heilige Sacrament. Ook de spreuk „religio depopulata", „ontvolkte godsdienst" sloeg treffend op den wereldtoestand bij het optreden Paus Benedictus XV. Wij zijn het dan ook eens met hen, die er op wijzen, dat men de „profetie" niet zonder meer ter zijde stellen kan en dat de „uitkomst" van de verschil lende zinspelingen op het pontificaat van de achtereenvolgende Pausen de geloofwaardigheid der profetie bewijst. Zoo deed o.a. prelaat A. Farges in een reeks artikelen in de „Croix" in Maart 1920, waarbij hij rekening hield met verschillende nieuwe his torische gegevens. Red. N. Z. Crt. Het Gewijde College der Kardinalen waaruit de nieuwe Paus gekozen worden zal, bestaat uit drie orden nl. de kardinaal-bisschoppen,de kardinaal priesters en de kardinaal-diakens. Het telt hoogstens 70 leden maar bereikt zelden dat getal. Het symboliseert de 70 oudsten des volks, die Mozes bij stonden in het bestuur der Israëlieten. Op het oogenblik behooren tot de I. KARDINAAL-BISSCHOPPEN *1. Vincentio Vannutelli (geb. 1836, bisschop van Ostia en Palestrina, in 1889 kard. geer.) deken van hetCollege. *2. Gaetano de Lai (geb. 1853, bis schop van Sabina kard. geer. 1907), onder-deken. *3. Antonio Vico (geb. 1847, bisschop van Porto en S. Rufina, kard. 1911). *4. G.Granito Pignatelli di Belmonte (geb. 1851, bisschop van Albano, kard. 1911). *5. Basilio Pompili (geb. 1858, bis schop van Velletri, vic.-gen. van Rome, kard. 1916). *6. Giovanni Gagliero (geb. 1838, bisschop van Frascati, kard. 1915). II. KARDINAAL-PRIESTERS. 1. Michel Loque (geb. 1840,bisshop van Armagh, primaat van Ierland, kard. 1893). *2. Joz. Prisco (geb. 1836, aartsbis schop van Napels, kard. 1896). 3. Joz. M. M. de Herrera Y de la Iglesia (geb. 1835, aartsbisshop van Compostella, kard. 1897). *4. Joz. Francica-Nava di Bontifé (geb. 1846, aartsbisschop van Catania, kard. 1899). *5 Aug. Richelmy (geb. 1850, aarts bisschop van Turijn, kard. 1899). 6. Leo de Skrbensky (geb. 1863, aartsbisschop van Olmiitz, kard. 1901). *7. Barth. Bacilieri (geb. 1842 bis schop van Verona, kard. 1901). 8. Raph. Merry del Val, (geb. 1865 aartspriester van de Vaticaansche basiliek, kard. 1903). 9. Joach. Arcoverde de Albuquerque Cavalcanti (geb. 1848 aartsbisschop van Rio de Janeiro, kard- 1905) 10. Otto Gagiano de Azevedo (geb. 1845, kard. 1905). *11. Pietro Maffi (geb. 1858, aarts- bissschop van Pisa, kard. 1907). *12. Al. Lualdi (geb. 1858, aarts bisschop van Palermo, kard. 1907). 13. Des. Mercier (geb. 1851, aarts bisschop van Mechelen, kard. 1907). 14. Pietro Gasparri (geb. 1852, staatssecretaris, kard. 1907). 15. Lod. A. Lucon (geb. 1842, aartsbisschop van Reims, kard. 1907). 16. Paul. P. Andrieu (geb. 1849, aartsbisschop van Bordeaux, kard. 1907). 17. Ant. Mendes Bello (geb. 1842, patriarch van Lissabon, kard. 1914). 18. Er. Bourne, (geb. 1861, aarts bisschopvan Westminster, kard. 1911). 19. W. O' Gonnell (geb. 1859, aarts bisschop van?Boston, kard. 1911). 20. W. van Rossum (geb. 1854, prefect van de Congregatie der Pro paganda, kard. 1911). 21. Lod. Bégin (geb. 1840, aarts- bissch. van Quebec, kard. 11*14). 22. Joa, Czernoch (geb. 1852, aart8bissch. van Strigonia, kard. 1914), 23. Gust. Piffi (geb. 1864, aarts- bisscb. van Wcenen, kard. 1914). *24. Alf. M. Mistrangelo (geb. 1852, aartsbisschop vanFlorence, kard.1915). 25. Andr. Frlihwirth (geb. 1845, kard. 1915). *26. Raf. Scapinelli di Leguigno (geb. 1858, kard. 1915). *27. P. La Fonfaine (geb. 1860, patriarch van Venetië, kard. 1916). *28. Vict. Amedeo Ranuzzi de Bianchi (geb. 1857, kard, 1916). *29. Don. Sbarretti (geb. 1856, prefect vanfde',Congregatie van het Concilie, kard. 1916). 30. Lod. Dubois (geb. 1856, aarts- bissch. van Parijs, kard. 1916). *31. Th. P. Boggiani (geb. 1863, aartsbissch. van Genua, kard. 1916). *32. Alessio Ascalesi (geb. 1872, aartsbisschvan Ben even to, kard .1916). 33. Lod. .1. Maurin' (geb. 1859, aartsbissch. van Lyon, kard. 1916). 34. Ad. Bertram (geb. 1859, bis schop vanlBreslau, kard. 1919). *35. Aug. Sili (geb. 1846, prefect vad de segnatura, kard. 1919). 36. Joa. Soldevilla y Romero (geb. 1848, aartsbissch. van Saragossa, kard. 1919). *37. Theod. Valfré di Bonzo (geb. 1853, pref. van de Congr. der religi- eusen, kard. 1919). 38. Alex. Kakowskv (geb. 1863, 1919). 39. Edm. Dalbor (geb. 1369, aarts bissch, van Gnesen, kard. 1919). *40. Fr Ragonesi (kard. 1921). 41. Mich. Faulhaber (kard. 1921). 42. Dion Dougherty (kard. 1921). 43. Job. Benlochy.'Vivo (kard. 1921). 44. Franc. Vidal v Barraguer (kard. 1921). 45. Karl Schulte (kard. 1921). *46. Joa. Tacci (kard. 1921). *47. Ach. Ratti (kard. 1921). KARDINAAL-DIAKENS. *1. Gaet. Bisleti~(geb. 1856, kard. 1911). 2. Lod. Billot (geb. 1846, kard 1911). *3. Mich. Lega (geb. 1860, pref. vau de Congregatie der Sacramenten, kard. 1914). 4. Aid. Gasquet (geb. 1846, kard. 1915). *5. Nic. Marini (geb. 1843, kard. 1916). *6 Oreste Giorgi (geb. 1856, kard. 1916). *7. Cara. Laurenti (kard. 1921). N. B. Die met een sterretje voor hun naam zijn Italianen. Onmiddellijk na plechtige bijzetting van het stoffelijk overschot des Pausen begin nen de negeiidaagsche exequiën of freur- nonen, d. w. z. de telkens door oen kardi naal, in tegenwoordigheid der anderen ge- houdene ziclediensten. Na afloop van iedere plechtigheid vereenig'en zich de kardinalen tot congregatiën, waar zij zich met atle voorzorgen, betreffende de tucht en het ceremonieel van het te houden con clave, bezighouden. Men begint met de Bullen voor te lezen, die door Alexander III. Gregorius X, Clemens V en VI. Juliufl II, maar vooral die door Pius IV (1596) ui Clemens XII voor de Pauskeuze zijn af gekondigd. Ile voornaamste punten dezer Bullen zijn de volgende Tien dagen na den dood des Pausen moet met de keuze van een opvolger ten aanvang gemaakt worden door de aanwe zig zijnde kardinalen, zonder langer op de afwezigen te wachtendeze laatsten moe ten echter bepaaldelijk opgeroepen wor den geen enkele kerkelijke censuur kan een kardinaal van zijn stemrecht beroo ven, zelfs de kerkelijke ban is hiervoor g-eem beletsel. Be keuze moet in het conclave (een af gesloten gedeelte van het Vaticaan) ge schieden en de nadere bepalingen over de inrichting van het Conclave moeten vast gesteld worden. De gekozene moet twee derden van de stemmen qp zich vereenigii hebbenwanneer dit getal niet bereikt is, dan moet men het door toetreden (per- ae- cessum) trachten te bereikengeschiedt de keuze door scheidsrechters, dan mag geen dezer voor zie-h zei ven stemmen. Be nieuwbenoemde wordt, wanneer hij nog geen bisschop is, eerst door den aardin.aal- deken (die bisschop van Ostia is) tot bis schop gewijd: Hij wordt door niemand be vestigd, omdat hij zijn opperste en algc- meene macht over de Kerk van geen ïnenseh, maar onmiddellijk van Christus ontvangt. Hem wordt de driedubbele kroon opgezet als een zinnebeeld van het geloof der Katholieke Kerk aan het geheim der H. Drievuldigheid, alsmede van de hoogste macht, de eer en liet rechterlijk gezag in geestelijke zaken over de geheele Kerk en in de wereldlijke over de Kerke lijke Staten. Het voorlezen dezer Bullen en haar plechtige bezwering door de aanwezige kardinalen vormen het eerste gedeelte van de vóorbereiding- tot de keuze. Onmiddel lijk daarna laat de kardinaal-kamerling den door hom verzegelden ring en het ze gel van den overleden Paus door den eer sten ceremoniemeester verbreken en neëmt de supplieken en het bullenkistje in be waring, na afloop waarvan twee geleerde prelaten gekozen worden, de een om een lijkrede te houden, de andere om de inlei dende rede ter Pauskeuze te ontwerpen en voor te dragen. Vervolgens worden twee kardinalen gekozen, die met liet op pertoezicht over het te houden Conclave belast worden. Aeht congregatiën houden zieh bezig met de bevestiging der staats ambtenaren in hunne respectieve betrek kingen met de benoeming van de twee voor het 'Conclave bestemde geneeshee-- ren, van den heelmeester, den apotheker, den biechtvader en zes ceremoniemeesters en van de bedienden van minderen rang; voorts met de benoeming van den biecht vader der kardinalen en met de verloting der cellen in het conclave, waarbij de jongste kardinaal -diaken de loten trekt verder met het opmaken van een register van alle vreemde personen, die als noodig bij liet Conclave mede worden binnenge- sloten en van de Conclavisten, en einde lijk met de verkiezing van drie kardinalen, die in 't bijzonder toezicht moeten houder, over het sluiten en de inwendige mate- rieele werkzaamheden van het Conclave. Bij deze congregatiën worden ook de gp- zanten der buitenlandsche mogendheden en de eventueele deputatiën in audiëntie ontvangen; de toespraken worden meest al door den kardinaal-deken beantwoord. Na afloop der exequiën en congregatiën op den tienden dag, leest de kardiawl- deken in den Bint Pieter de Mis van den H Geest voor de nieuwe Pauskeuze, cd houdt bovenbedoelde vooraf gekozen pre laat de rede „de eligendo summo Ponti- fiee". Na de sluiting dezer godsdienstoefening volgt in plechtige processie de intocht in het Conclave. Onder den naam Conclave verstaat men zoowel de vergadering der kardinalen, die voor de keuze van een nieuwen Paus zijn bijeengekomen, als de plaats zelve, waar deze plechtige bijeenkomst wordt gehou den. In de eerste tijden werd het Conclave in die stad ge-houden, welke hiertoe liet meest geschikt voorkwam; eerst Gregorius X en andere Pausen na dezen, bevalen, dat de keuze daar moest geschieden, waar bij den dood van den ópper-priester het Romeinsche hof zijn verblijf hield. Te Ro me werd dus in den regei deze plechtig heid gevierd en alleen gevallen van oor log of opstand - zooals bijv. in 1800 ge beurde bij de benoeming van Pius VII in Venetië maakten hierop een uitzonde ring. De keuze van het paleis, wnr hel Conclave moet gehouden worden, hangt af van de kardinalen. Tot aan Pius VI ge schiedde dit meestal in het Vatie-iaii, ca enkele malen in het Quirinaal. Op dezelfde verdieping worden zoovele kleine cellen of kamertjes afgeschoten als er kiesgerech tigden zijnieder kamertje is in tweeën gesplitsthet grootste gedeelte is voor den kardinaal en het andere voor zijn con clavisten. Het gevolg van ieder en kardi naal bestaat aldaar uit twee of drie per sonen, van welke de een gewoonlijk een geestelijke is en de twee anderen leeken zijn. Aan dit ambt zijn vele voorrechten verbondenhet geeft 'recht op het ridder schap en het Romeinsche burgerrecht, als ook op andere gunstige bepalingen. Dat de keuze dezer conclavisten inet veel omzichtigheid .geschiedt, ligt in den aard der zaak. Pius IV hield het voor noodzakelijk', de neven der kardinalen bui ten aanmerking te laten. Naast ieder kies- kamertje, dat voorzien is van het wapen van zijn bewoner en tevens van een num mer, bevinden zich nog twee andere kleine kamertjes; liet cene dient tot kapel, wan neer de kardinaal de H. Mis leest of hoo- ren wil, het andere tot eetkamer. Wanneer de kardinalen hun eerste 111 trede in het Conclave gedaan nebben, dan begeven zij zich naar de kapel, alwaar liet Serutinium zal gehouden worden, en be zweren opnieuw de kiesbullen, na die nog eenmaal gelezen en vervolgens een gebed verricht te hebben. Zelfs dan nog hebben zij de vrijheid naar huis terug te keireu, maar op voorwaarde van des avonds op hot Conclave present te zijn. Het corps diplomatique, de prelaten en de hooge adel mogen nog bezoeken komen afleggen, doch tegen middernacht moeten alle vreemde lingen op een door den oppercaremoiiie- meester met de bel gegeven teeken hët Conclave verlaten, hetwelk voorts door dezen en den maarschalk van liet paleis in tegenwoordigheid der kardinalen ..ccpi d'ordine" (eigenlijk hoofdcommissarissen van orde), n.l. van den eersten kardinaal bisschop, kardinaal-priester en kardinaal diaken, op plechtige wijze gesloten wordt. De maarschalk (wiens betrekking erfelijk is en vroeger in liet bezit van de familie Savj^lli was, doch sedert Clemens :X over gegaan is in de familie Chigi) en een gou verneur, maar die prelaat moet wezen, aanvaarden nu de bewaking van het Con clave en laten alle toegangen en vensters op zoodanige wijze ommuren, dat slechts één deur open blijft, welke van binnen op andere wijze gesloten wordt dan van bui tende sleutel voor het binnenslot wordt door den gouverneur, die voor het buiten- slot door den opper-ceremoniemeester be waard en gezegeld. Boven aan de deur is er een klein venster en in de daaraan grenzende muren zijn vier openingen aan gebracht, in weike zich draaikastje.s bevin den, waardoor dc spijzen voor de kardina len in het Conclave ve.rsc.haft en ieder ander geoorloofd verkeer bewerkstelligd wordt; over de voltrokken afsluiting van het Conclave wordt een akte opgemaaki Nog denzelfdcn avond maakt de kardinaal- deken en de kardinaal-kamerling een ron de. om te zien of alles volgens liet voor schrift opgevolgd is. De eerste dag na de sluiting van het Conclave is bepaald voor audiëntiön; de afgevaardigden der kardinalen ontvangen vooi het spreekvenstertje de gezanten der vreemde mogendheden en de voornaamste ambtenaren. Den tweeden dag leest de kardinaal deken de H. Mis van den H. Geest, waar bij alle kardinalen communieeeren. Op den derden dag beginnen de eigenlijke, iries- vergaderingen en wel wanneer het Con clave in het Vaticaan gehouden wordt iu de Sixiijnsche Kapel. („De Tijd") Op den vierden Zondag na Drie-Koningen, Epistel van den H. Paulus tot de Romeinen, XIH, 810. Broeders! zijt niemand iets schul dig, dan elkander te beminnenwant die zijnen naaste bemint, heeft de wet vervuld. Trouwens, gij zult geen overspel bedrijven; gij zult niet doodslaan; gij zult niet stelen: gij zult geen valsche getuigenis geven; gij zult niet begeeren; en hetgeen verder geboden wordt, is begrepen in dit woord; gij zult uwen naaste beminnen, gelijk u zeiven. De liefde des naasten werkt geen kwaad. De liefde is derhalve de vervulling der wet. Evangelie, Mattheus VIII, 23—27. In dien tijde, als Jesus in het schip gestegen was, zijn Zijne leerlingen Hem gevolgd; en zie, op zee ontstond een zware storm, zoo dat het schip van de golven overdekt werden Hij sliep. Zijne leerlingen kwamen dan tot Hem, en wekten Hem, en zeiden Heer, behoed ons, wij vergaan. En Jesus zeide hun: wat vreest gij, gij kleingeloovigen. Hij stond toen op, gebood de winden en de zee, eu het werd zeer stil. De menschen waren dan verwonderd, en zeidenwie is Hij, wijl de winden en de zee Hem gehoorzamen V Wedstrijd ter besparing van huislioudciyk werk. Het Maandblad van het Nat. Bureau vóór Vrouwenarbeid bericht hoe de Vereeniging van Vrouwelijke Werk tuigkundigen te honden een wedstrijd heeft uitgeschreven ter besparing van •huishoudelijk werk, waaraan door iedere vrouw (ook niet-Engelsche) kan worden deelgenomen. De wedstrijd zal in drie afdeelingen vervallen a. uitvindingen van werktuigkun digen aard, ter mechaniseering, elec- trificeering of automatiseering van huishoudelijk werk; b. verbetering van hetgeen er op dit gebied reeds bestaat. c. andersoortige werkbesparing bij den huiskoudelijken arbeid. Bij de beoordeeling zal groote be- teekenis worden gehecht aan de om standigheid of de denkbeelden met geringe kosten uitvoerbaar zijn. Uit Ierland. De eerste vrouwelijke rechtsge leerden in Groot-Brittanië zullen van Ierland komen. Twee vrouwen zijn te Dublin geslaagd als doctor in de Rechter: Wat gaf aanleiding tot de vechtpartij Beschuldigde: Hij schold mij voor vlegel. RechterEn toen BeschuldigdeToen wist ik wat ik was, en ben ik 'aan den slag gegaan. Dikke boerin tot dito boer: Kijk, Krelis, dat jij nu met mij danst, vind ik erg aardig' van je. Boer: Wel Teuntje, dat komt nou zoo: De dokter heeft mij een ver mageringskuur voorgeschreven, en door met jou te dansen, moet ik erg hard werken. Bruid tot den klerk: Wilt u eens vragen aan den ambtenaar van den Burgerlijken Stand of hij zich wat wil haastenHet leven is zoo kort. Heer (tot dame die op het ijs ge vallen is); Mag ik u even mijn hand aanbieden Dame: Zoolang als u wilt. DUITSCHE BIEFSTUK. (4 personen) 500 gr. mager malsch rundvleesch. 8 gr. zout. peper. plm. I'/2 lepel melk. plm. 60 gr. boter. Hak het vleesch fijn, vermeng het met zout, peper en melk tot een samenhangende massa. Maak er ronde platte koekjes van, ieder plm. 100 gr. Druk er met den stompen kant van een mes ruitjes in. Bak ze in de boter bruin als biefstuk. Maak de jus af, door er vlug na elkaar een paar scheutjes melk door te roeren, waardoor de jus eenigszins wordt ge bonden. Zorg dat de kleur niet te licht wordt. Roer er daarna, zoo noodig, nog wat water door. Giet een gedeelte van de jus over de biefstukjes, pre senteer de rest er bij. rechten. Miss Kyla, een van de twee heeft de hoogste onderscheiding be haald, welke verworven kan worden. Duitscliland. De filosofische faculteit te Halle heeft mej. Rosa Burger benoemd als doctor honoris causa in de filosofie. Dr. Rosa Burger lieeft zich vooral gewijd aan de uitgave en verklaring der brieven van Kant. De 8-nrendag. „In en om ons Huis", het blad dei- Christelijke vrouwen sprak een poos geleden een woordje over den 8-uren- dag, dat best eens overdacht mag worden. De nieuwe instelling wordt tegelijk geprezen en verfoeid en dit niet door de werkgevers alleen. Twee voorbeelden werden gegeven. Een vrouwtje vertelde in den trein hoe voor haar gezin de 8-urendag een vloek was geworden, Haar man, die met zijn leegen tijd geen raad wist, was gaan drinken. en voor 't huishouden was de ellende be gonnen. Daartegenover vertelde een meisje uit een groot gezin, hoe vader thans meehielp nu hij meer tijd had ge kregen, hij had het schoen-repareeren geleerd en maakte nu de schoenen van het gansche gezin in orde. En dan werd er op gewezen hoe de vrouw er niet op moet blijven staan om van den Zaterdag de groote poets- en schrobdag te maken, waar door het voor den man ongezellig in huis wordt, maar hoe ook de man zijn vrijen Zaterdag niet als een rnst- dag voor hem alleen moet beschouwen. „Dit is het geheim van de liefde in het huwelijk: de vrouw zorgt voor den man en de man doet bij zijn thuiskomst alles om de vrouw te verlichten. Een benoeming. Mejuffrouw Anna Polak, directrice van het Nat. Bureau voor Vrouwen arbeid is benoemd tot lid van den Hoogen Raad van Arbeid. Er hebben slechts twee vrouwen in den Hoogen Raad van Arbeid zitting: Mr. Frieda Katz en Mej. Anna Polak. Hoewel Mej. Anna Polak inzake Vrouwen arbeid niet in alles op ons standpunt staat zal zij met baar groote ervaring en kennis en haar eerlijke opvatting veel kunnen doen in dezen nieuwen werkkring'. („C") Kreeften visscbery. Men schrijft uit Zeeland aan liet Alg. Hbld. E.i is niets meer verblijdend dan wanneer gewag gemaakt mag worden van een nieuw bedrijf, dat gunstige resultaten geeft. De kreeftenvisscherij js betrekkelijk nieuw in de Zeeuwsche Stroomen, want het is nog maar circa dertig jaren geleden, dat een gevan gen exemplaar in die wateren als unicum door de Nederlandsche Dier

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1922 | | pagina 6