Tweed© Biad
Onthullingen over den
groeten oorlog.
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT ZATERDAG >7 DECEMBER 19Zf
Kerknieuws
Voor onze vrouwen.
Het hoekje van humor.
Voor de Keuken.
I
altei^ Pagoden] Edward^Grey.
Het Tijdschrift „The Worlds Work"
publiceert af en toe stukken uit een
The Life and Letters of Walter H.
Page, die Amerikaansch gezant was
geweest te Londen in de dagen van
.het uitbreken van den wereldoorlog
zoo lezen wij in de N. R. Ct. Het
werk is ^samengesteld door Burton
J. ilendrick; en in de jongste afl.
van The Worlds Work wordt het
relaas gegeven van een onderhoud
van Page met (toen nog) sir Edward
Grey, den minister van buitenlandsche
zaken. Het onderhoud vond plaats
om drie uur 's middags van den 4en
Augustus 1914. Het gesprek valt dus
in don korten tijd, die verliep tusschen
de verzending van het Britsehe ulti
matum en de ontvangst van het
Duitsche antwoord. Het bezoek van
Page bij Grey geschiedde op verzoek
van Grey. Wij volgen nu het relaas
van Page, zooals het door Burton
.T. Hendrick wordt oververteld:
„Toen Page binnenkwam stond sir
L Edward, een lange, vermoeid-uitziende
en tamelijk bleeke man voor den
schoorsteenmantel. Hij begroette den
gezant met een ernstigen handdruk
en beiden namen plaats. De minister
van buitenlandsche zaken mocht al
uitgeput zijn van de martelende week,
die hij jiiist had doorgemaakt; maar
er was niets verwards of opgewondens
in zijn manier van doen; zijn geheeie
houding was kalm en waardig; zijn
spreken was rustig en beheerscht,
hij uitte geen- enkel woord van bitter
heid over Duitschland; maar uitzijn
afgemeten nadrukkelijkheid spraken
een zekerheid en een overtuiging
nopens de rechtmatigheid van zijn
gedragslijn, die vrijwel absoluut over
tuigend waren. Sir Eward kwam al
dadelijk te spreken over den inval
in België. „De neutraliteit van België"
en er was een klank van definitief
heid in zijn stem is bij tractaat
gewaarborgd. Duitschland is mede-
onderteekenaar vanjdit tractaat. De
beschaving berust op plechtige afspra
ken als deze. Wanneer wij die laten
varen of wanneer wij toelaten, dat
zij worden geschonden, waar blijft
dan de beschaving? De ordelijke
maatschappij wijkt van die waar
enkel kracht geldt uitsluitend af door
zulke plechtige overeenkomsten of
afspraken. Maar Duitschland heeft de
neutraliteit van België geschonden.
Dat is kwade trouw. Eim het zal bij
België alleen niet blijven. Nederland
zal daarna aan de beurt komen en
na Nederland Denemarken. Nog dezen
ochtend heeft de Zweedsche gezant
mij meegedeeld, dat Duitschland aan
Zweden voorstellen'fliad gedaan om
aan Duitschlands]zijde mee te vechten.
Het heele 'plan is op^die manier dui
delijk. Deze eene groote militaire
mogendheid is van plan België,
Nederland en de Scandinavische
staten te annexeeren en Frankrijk te
onderwerpen.
Sir Edward stond met energieke
beweging op; weer stond hij voor den
schoorsteenmantel; zijn gestalte werd
rechter, zijn oogen schoten vonken
het was een schilderij, die naar
Page mij vertelde, hem later onuit-
wischbaar was bijgebleven.
„Engeland zou voorgoed veracht
zijn" zeide sir Edward „indien
het op zijn sto^l bleef zitten, terwijl
het verdrag geschonden werd. Zijn
positie zou weg zijn, indien op deze
wijze aan Duitschland werd toege
staan Europa te overheerschen. Ik
heb u daarom verzocht hier te komen,
ten einde u mede te deelen, dat wij
hedenochtend een ultimatum aan
Duitschland hebben gestuurd. Wij
hebben tot Duitschland gezegd, dat,
indien deze aanval op België's neu
traliteit niet wordt gestaakt, Engeland
den oorlog zal verklaren".
„Verwacht u, dat Duitschland het
ultimatum zal inwilligen? vroeg de
gezant. Sir Edward schudde het hoofd.
„Neen. Natuurlijk weet iedereen, dat er
oorlog zal komen".
Een oogenblik heersckte stilte;
toen begon sir Edward opnieuw te
spreken: „Wij moeten ons echter
herinneren, dat er twee Duitschlanden
zijn. Er is het Duitschland van men-
schcn als wij zelf van menschen
als Licknowsky en .lagow. Dan is er
het Duitschland van de mannen der
oorlogspartij. De oorlogspartij heeft
de overhand gekregen". Toen hij dat
gezegd had vulden de oogen van sir
Edward zich met tranen.
„Op deze wijs is de arbeid van
heel mijn leven tot niets geworden.
Ik heb het gevoel van eenjnan, die
zijn leven verspild heeft".
„Deze scene was uiterst ontroerend",
zeide Page later. Sir Edward besefte
niet alleen wat de geheeie zaak
beteekendo, maar hij bewees, dat hij
de vreeselijke verantwoordelijkheid
er voor besefte.
Sir Edward verzocht nu aan den
gezant, den toestand uiteen te zetten
aan president Wilson. Hij gat de hoop
to kennen, dat de Vereenigde Staten
een neutrale houding zouden aan
nemen en dat Engeland van hen „de
hoffelijkheden der neutraliteit zou
mogen verwachten". Page trachtte
liem te vertellen, van het oprechte
leed, dat zulk een oorlog den Presi
dent en het Amerikaansche volk zou
berokkenen. „Ik ging heen" zoo
vertelde de gezant later „met een
soort verbijsterd gevoel van ver
wachting, dat de halve wereld in
ellende zou worden gedompeld".
Hendrick schrijft dan verder:
„De beteckenis van dit onderhoud
is, dat de Britsehe minister de houding
van zijn land uitsluitend rechtvaar
digde op grond van de schending van
een tractaat. Het deelnemen door
Engeland aan dezen grooten strijd op
het vasteland» van Europa wordt
gemeenlijk beschouwd als onvermij
delijk te zijn geweest, zelfs afgezien
van den inval van België. Niettemin
is het een feit, dat, indien Duitsch
land België niet was binnengevallen
Engeland den oorlog niet zou hebben
verklaard, tenminste niet op dat
kritieke tijdstip".
Onvermijdelijkerwijs kwam de
quaestie van een Amerikaansche
bemiddeling aan de orde; maar op
raad van koionel House besloot presi
dent Wilson, dat op dit moment niets
anders zou worden gedaan, dan aan
de verschillende Amerikaansche ge
zanten Jast te geven om aan de
regeeringen bij welke zij waren
geaccrediteerd mee te deelen, dat de
President bereid was om zijn goede
diensten aan te bieden, wanneer
zulks maar zou worden verlangd. Het
definitieve resultaat was, dat gezant
Page instructie kreeg een audiëntie
bij koning George te vragen en hem
het volgende document aan te bieden.
„Van den President der Vereenigde
Staten aan Z. M. den Koning.
Mijnheer. Als officieel hoofd van
een der .Mogendheden, die de Haag-
sche Conventie hebben geteekeud,
acht ik het mijn voorrecht en mijn
plicht, krachtens art. 3 van die Con
ventie tot U. M. in den meest vriend-
schappelijken geest te zeggen, dat ik
een kans om te handelen in het belang
van den Europeeschen vrede, hetzij
te eeniger tijd, dat de gelegenheid
geschikter wordt geacht en om (J. M.
en alle betrokken te dienen, zal
beschouwen als een duurzame bron
van erkentelijkheid en geluk. Wood-
row Wilson".
Op den vierden Zondag van den
Advent.
Epistel van den H. Paules tot de
Corintliiers. IV 15.
Broeders! alle mensch besckouwe
ons als dienaars van Christus, en
uitdeelers van Gods geheimen. Doch,
in uitdeelers wordt vereischt, dat
men getrouw bevonden worde ."Doch
voor mij, ik acht het zeer weinig,
dat van u geoordeeld worde, of van
eenig menschelijk oordeel; ja ik oor
deel mij zeiven niet. Ik ben wij wel
niets bewust, maar daarom niet ge-
recthvaardigddoch liet is de Heer
die mijn rechter is. Oordeelt dus niet
voor den tijd, tot dat de Heer kome,
die de duistere verborgenheden aau
het licht brengen, en de begeerten
der harten openbaren zal; dan zal
ieder van God zijnen lof ontvangen.
Evangelie, Lucas III: 1.—lli.
In het vijftiende jaar der regeering
van den keizer Tiberius, toen Pontius
Pilatus stedehouder was van Judea,
Herodes viervorst van Galilea, zijn
broeder Philippus viervorst van Ttura
en het landschap IrachoniHs, en
Lysanias viervorst van Abilene, onder
de hoogepriesters Annas en Caïphas,
kwam het Woord des Ileeren tot
Joannes, den zoon van Zacharias, in
de woestijn. En hij ging in al het
land omtrent de Jordaan, den doop
der boetvaardigheid prediken ter
vergeving der zonden, gelijk ge
schreven is in het boek der woorden
van Isaïas, den profeet: eene stem
van die in de woestijn roept: be
reidt den weg des Heereumaakt
zijne paden rechtalle dal zal gevuld,
en alle berg en heuvel zal geslecht
wordenen de kromme wegen zullen
recht, en de oneft'ene wegen effen
wordenen alle vleesch zal de zalig
heid Gods zien.
De boodseliapsters van het geloof.
Aangemoedigd door kardi naai Bourne,
heeft zicli kort geleden te Londen
een vereeniging gevormd: de bood
seliapsters van liet Geloof. (The Mes
sengers of the faiths). Deze „bood
seliapsters" zijn katholieke vrouwen,
levend volgens een religieuzen regel,
die echter soepel genoeg is om haar
toe te staan een zeer interessant
apostolaat-progranima te verwezen
lijken, waarvan hier eenige punten
volgen.
Ie. Hulp verschaffen aan niet-katho
lieken, die wenschen met de katho
lieke Kerk kennis te maken, maar
liever geen priester willen bezoeken
antwoorden op vragen van waarheid-
zoekenden en, als het geschikt kan,
lien met een geestelijke in verbinding
stellen.
2e. Op verzoek van een gemach
tigde dooi' de geestelijkheid zich
belasten met het godsdienst-onderricht
aan toekomstige bekeerlingen.
3e. In contact blijven met bekeer
lingen na hun intrede in de katho
lieke Kerk en hen helpen in de
moeilijkheden die hun overkomen
tengevolge van hun geestelijk isole
ment of van welke oorzaak ook.
4e. Eindelijk stellen eenige van
deze boodschapsters zich beschikbaar
voor een soort propaganda, die in
Engeland sterk in gebruik is: n.l.
die van bijeenkomsten in de open
lucht, op pleinen en in parken.
11. Philippus Ncrins.
De Romeinsehe correspondent van ,Dr
Tijd'' schrijft d.d. 2 December:
Dit jaar stond in het teeken 'der eeuw
feesten. Achtereenvolgens vierden we de
jubeljaren van de Franeiskaansehe Derde
Orde, van het heengaan naar beter ge
westen van den H. Dominicus en het
groote feest van den Verhevenste onder
de dichters, Dante. In het jaar 1922 vie
ren we weder een eeuwfeest, hetwelk bij
zonder de stad Home aangaat, daar het
een harer geliefde volksheiligen geldt.
Driehonderd jaar is het geleden, dat
Philippus Nerius, geboren te Florence,
stichter der Oratorianen en apostel van
Rome, heilig- werd verklaard.
Wie hel groote werk van Ludwig voii
Pastor: „De Geschiedenissen der Pau
sen", gelezen heeft, zal zich een beeld
kunnen vormen van het tijdperk hij 't uit
gaan van den Renaissancetijd, .waarin
Philippus Nerius naar Rome kwam om er
zijn apostolaat voor pelgrims on zieken,
voor do volksjeugd en ouderen van dagen
te beginnen. De kerkelijke tucht, die
reeds zooveel te lijden had in de middel
eeuwen, had zich niet verbeterd in liet
tijdperk der groote kunsten en het dwe
pen met de overblijfselen van het heiden
dom Nauwelijks waren in (le Romeinsehe
Curie eenige diep-godvruohtige mannen
opgestaan om ze te herstellen, de Kerk
zelve scheen leenvrouwe geworden van
keizers en koningen, die zich van haar
trachtten te bedienen, op de eerste plaats
voor hun politieke en militaire doelein
den. Philippus Nerius heeft in de her
stelling van het godsdienstig leven tc
Rome, in de Pauselijke Staten, en in ge
heel de wereld een groot deel gehad. Met
een heiligen glimlach op het gelaat, met
cngelaehtigen eenvoud in hart en geest,
was hij in zijn tijd, bij de Curie de*.
Pausen, hij Kardinalen, vorsten, edelen
er bijzonder bij het Romeinsehe volk, de
.eau. die de echt-christelijke aftasten-
liefde herstelde jegens de lijdende lede
maten van Christus, het woord van den
Zaligmaker indachtig: „Wat gij den min
sten Mijner zult gedaan hebben, hebt ge
aan Mij gedaan".
Van alle kanten der wereld kwamen
cok toen te Rome pelgrims bidden op de
graven der Apostelen en der Martelaren.
Maar het reizen was toen niet zoo gemak
kelijk als nu. Na lange reizen ló vod
kwamen de vermoeide, uitgeputte pel
grims te Rome, waar er velen ziek werden
en stierven. Dikwijls kwamen ze geheel
beroofd van middelen eu vonden geen
onderkomen. Philippus Nerius zocht ze
op, bracht hen in zijn eigen gasthuizen
onder, verzorgde ze in hun behoeften naar
ziel en lichaam. Hij geleidde ze in de
bezoeken naar de katacomben, waar hij
zoo dikwerf dagen en nachten doorbracht,
deed met hen de bedevaart naar de zeven
kerken, waaraan de Pausen zulke bel ma
rijke geestelijke gunsten en voordeelen
hadden gehecht. Voor de pelgrims was
Philippus een leidsman en behoeder, voor
cL Romeinsehe bevolking een zorgzame
vader, een opvoeder der jeugd, een hechte
steun in nood.
Het ging Philippus Nerius ten zeerste
ter harte, dat de jeugd in dien tijd te
Rome zoo verwaarloosd werd. Terwijl
Rome de kunst van Michelangelo er. van
zoovele andere beeldhouwers, schilders,
bouwmeesters bewonderde, en de humanis
ten een gulden tijdperk beleefden, werff
de eenvoudigste opvoeding eter volks-
jeusrd. voor een g-root deel verwaarloosd.
Edelen en rijken hadden de middelen om
hun kinderen volg'ens hun stand opvoe
ding en onderricht te geven door bizon
dere en bekwame leermeesters, volks-
jcugd ontving in 't geheel geen onder
richt, tenzij dat een of ander klooster
ling of monnik zich over de half verwaar
loosde volkskinderen ontfermde, ?n ben
met de leerstukken van den godsdienst,
de eerste beginselen van een oppervlakkig
onderwijs mededeelde. Te Rome, len tijde
van Philippus, leefde men gelijk in .len tc-
genwoordigen tijd op straat. De ouderen
verrichtten hun bezigheden meestal buiten
hun woningen, de jeugd volgde de ouders
en bracht de dagen door met spelen, va da
ten en baldadigheden uithalen in dc
Romeinsehe volkswijken. Philippus ging
de onopgevoede volkskinderen opzoeken
in slofipeu en stegen, bracht ze meer
in aanraking met de beschaving, verza
melde ze in een huis of klooster 011 leerde
hen met de vreeze dés, Heeren de begin
selen der wijsheid. Het duurde niet bng
of de jeugd kwam al vanzelf tot :len „Va
der". Steeds met een glimlach op het ge
laat, vroolijk zonder uitgelatenheid, ern
stig zonder de jeugd af te schrikken, was
hij onder de kleinen de veelgeliefde op
voeder en onderwijzer. Met de zachtheid
van zijn karakter, met, het beminnelijke
zijner manieren wist hij van den gTool-
sten der Romeinsehe boefjes, een gezon
den ronden jonge» te maken, zijn 'zie! en
hait verheffend tot de ongekende soknan-
heid van het weten en denken, 't lichaam
behoedend voor de kwalen, die oen zede-
lijkc-n ondergang vergezellen. Spreekwoor
delijk is thans nog te Rome de beminne
lijkheid en zachtheid van Philippus in
zijn omgang met de kinderen, aan wie,
als ze al te rumoerig" ivaren, ilij toe
voegde: „Zit stil, als g>c kunt!"
Dikwijls begaf Philippus Nerius zich
met zijn schoolkinderen tot buiten de
stad en gezeten onder do heerlijke hoornen
van den Janieulusheuvel, sprak hij van
den Schepper van het Heelal, van den
Zaligmaker en van 't Romeinseh Gelooi.
Hij leerde hen spelen, lezen en schrij
ven, was hun speelkameraad, onder
wijzer en geestelijke vader. Tegenweer
dig nog toont men op den Janieulus
heuvel hij de kerk van Sant Onafrii de
eik, maar Tassa, de dichter van bet Je
rusalem verlost, levensmoe kwam pein
zen en zich voorbereiden op den dood,
en Philippus met zijn kinderen speelde
c-n leerde en met hen een braaf kind werd,,
zegt het in marmer gebeitelde schrift.
„Qui Filipo Neri si faceva faneiullo coi
ianeiulli. saviamente!
In '1 hartje van het ouile Rome, bij
het kerkje van S. Salvatore in Oampo,
werkte Philippus en had daar'zijn eerste
nederzetting" voor de gestelde Oratorianer-
familie. Met de heiligen van cijn fiid,
Ignatius van Loyola en Felix van Can-
taÜ2io, den capucijn-bedelbroedor, ver
wijlde Philippus in heilige Vriendschap.
Te Rome vertelt men de volgende, ge
schiedenis Op zekeren dag', niet ver van
het Vaticaan, nabij den Engelenburcht
en den Tiber, ontmoette Philippus Nerius
den capucijn-bedelbrocder Felix, motten
zwaren zak op de schouders, waarin de
opbrengst van een dag doorgebrach* op
termijn. Aau dep oever van den Tiber
zetten de twee heiligen zich neder en na
elkander over geestelijke dingen te heb
ben gesproken, vroeg Philippus nieuws
gierig aan zijn vriend, wat deze al in zijn
zak bijeen vergaard had. Felix van Can-
lalizio wist het zelf niet ;neer. De zak
werd dan tusschen hen beiden gezet cn
het onderzoek begon. Onder de yele le
vensmiddelen, die de godvruchtige Romei
nen aan den bedel-broeder geschonken
hadden, kwam ook een fiasco (groote, met
slroc omhulsde l'lesch wijn) te voorschijn,
door luide vroolijkheid begriet door den
bcminnelijken volksheilige. Op uitnoodi-
ging- van Felix verkwikte zich Philippus
met een teug" uit de fiasco, tot groote
ergernis van in karossen en te paard voor
bijrijdende prelaten en edelen. Heilige
eenvoud, die Philippus populair gemaakt
heeft in zijn tijd en hem nog ioor ide
tegenwoordige Romeinen doet vieren als
de volksheilige bij uitnemendheid.
Na de dagen doorgebracht te hebben
bij zieken, met pelgrims cn met de volk's-
jcugd, ging Philippus zeer Jikivijls de
r.achten doorbrengen bij de graven der
Martelaren iu de Katakomben. Eigenlijk
stamt dc wetenschap der christelijke oud
heid en dc -.kennis der Katakomben af
van Philippus Nerius. Bij de eerste mar
telaren van diet .christendom ging hij bid
den en overwegen, toen de Renaissance
in kunst en beeeld het heidendom weer te
voorschijn had geroepen.
In de kerk van Santa Maria della V.d-
ïcella, die de Paus geschonken had aan
de Oratorianen, daar hun kerkje van
S. Salvatore in Campo te klein was ge
worden, werd Philippus bijgezet. Dezei
kerk bracht met die van de Gesu, waar
toe reeds Ignatius van Loyola plannen
beraamd had, daar het kerkje van Sant,!
Maria della Strada niet meer de „eloo-
vigen kon bevatten, niet weinig bij tot
dc godsdienstige herleving van de stad
Rome.
Philippus Nerius staat in nauiv' verband
met het paleis van de prinsen Massimo,
waar de heilige eens een Joode deed her
leven.
Alle jaren nog wordt in het paleis van
de familie Massimo, waar een kapel aan
den heilige gewijd is en vooral zijn graf
door talrijke Romeinen bezocht.
Na driehonderd jaren heeft men eraan
gedacht de stoffelijke overblijfselen van
Philippus Nerius een passeilden schijn te
geven en dit eeuwfeest plechtig ie vie
ren. De H. Vader, Wien het lief cn 'eed
der stad Rome zoozeer ter 'harte gaat,
geeft aan die feesten deel willen nemen
cn een vorstelijke gift geschonken om een
waardige rustplaats te schenken aan hit-
geen vroeger het stoffelijk omhulsel van
den Romeinschen Volksheilige geweest is.
Dc „Soldatenvriendin."
In Engeland is 87 jaar oud, mejuf
frouw Sarah Robinson overleden, bij
genaamd de „soldatenvriendin", dio
schier haar geheeie leven wijdde
aan de bevordering' van het welzijn
van soldaten en matrozen. Zij stichtte
verschillende instellingen voor de
mannen van leger en vloot.
Een huwelijksgeschenk voor
Prinses Mary.
De Lord Mayor van Londen zal
binnenkort de inteekening voor een
fonds opstellen, teneinde daaruit een
huwelijksgeschenk voor prinses Mary
te koopen. Dergelijke fondsen worden
in de provincie geopend en Liver
pool gaat daarbij voor.
Het uitzet van de prinses zal ge
heel van Engelsch maaksel zijn. Een
gedeelte er van wordt gemaakt door de
nijverheids-vereeniging van officiers-
gezinnen en zal het werk zijn van
weduwen of behoeftige bloedverwan
ten van officieren, die in den oorlog
gesneuveld zijn.
Vroedvrouwenschool.
„Zooals bekend, is men druk doende
om de plannen voor een R. K. Vroed-
Letterlijk opgevolgd.
„Jantje" zei mama, „geef je zusje
nu eens het leeuwendeel van dien
sinasappel."
„Ja, mama", zei Jantje. Maar later
kwam zusje bp mama klagen, dat zij
er niets van had gekregen.
„Natuurlijk", zei Jantje, „leeuwen
eten geen sinaasappelen."
Lastige Mensehen.
Heer (die een lastig handelsreiziger
herhaaldelijk gewaarschuwd heeft zijn
huis te verlaten). Jan, kom eens boven
en gooi dien onbescliaamden man de
trappen af.
Handelsreiziger. Totdat hij boven
komt, mijnheer, kunt ge deze stalen
wel even inzien.
Eerlijk gedeeld.
Heb je de chocolade gedeeld
met je broertje? vroeg tante eenigen
tijd na hare aankomst aan haar zes
jarig nichtje.
Ja, tante.
En heb je eerlijk gedeeld?
Ja tante, ik heb hem de papier
tjes gegeven, waar het in zat. Er
waren zulke mooie prentjes op en
daar houdt hij zoo veel van!
Moderne Dienstboden.
„Betje", riep mevrouw, „is de krant
er nog niet? Mijnheer heeft er al
eenige malen naar gevraagd."
„Hij kan haar aanstonds krijgen,
mevrouw" was het antwoord van de
dienstbode. „Ik ben al aan het laatste
blad."
Schotel van vleesehresten met
Macaroni.
1M gr. macaroni:
450 gr. vleesehresten;
zout;
nootmuskaat
1 ui;
1 theelepel kern
40 gr. boter.
Bereiding. Do macaroni in stukken
breken, deze wasschen en gaar koken
in kokend water met zout.
De vleesehresten fjjnhakken of door
de vleeschmolen malen.
Het uitje fijnsnipperen en niet de
grootste helft van de boter en de
kerry zachtjes lichtbruin fruiten, dit
bij de fijngehakte vleesch voegen
met de gaar gekookte macaroni zoo
noodig iets zout of nootmuskaat, en
een weinig' jusresten of bouillon.
Dit alles in een met boter inge
wreven vuurvasten schotel doen, met
wat peneermeel bestrooien en het
schoteltje in de oven lichtbruin laten
worden.
Noga.
75 gr. zoete amandelen van de
bruine velletjes ontdoen en lijnhok
ken. 150 gr. suiker met een stukje
boter van 5 gr. onder in een ijzeren
pan, onder voortdurend roeren, ver
warmen tot een goudbruine stroop,
daarbij de amandelen voegen en alles,
roerende nog even verwarmen tot de
noga de gewenschte kleur heeft. Ze
dan zoo vlug mogelijk uitgieten op
een met boter ingewreven steenen
plaat of tafel, ze met een beboterd
mes zoo dun mogelijk uitdrukken én
in nette stukjes snijden.
vrouwen school te Breda (Ginneken)
in werkelijkheid om te zetten", schrijft
het „Dbl. v. N.-Brab."
„Het is harde noodzakelijkheid, dat
ook hier een Vroedvrouwenschool
wordt opgericht, niet alleen omdat er
groot gebrek is aan deze vrouwen,
vooral ook in Noord-Brabant, maar
ook, omdat jonge vrouwen uit Zeeland
eu Brabant zelf gemakkelijker dat
beroep zullen kiezen, wanneer in
eigen omgeving gelegenheid tot goede
opleiding openstaat."
Vrouwen roov het Hoogerhuis.
Met het oog op een mogelijke her
vorming' van het Engclsche Hooger
huis in de volgende parlernentszitting,
heeft de nationale bond van vereeni-
gingen voor gelijke buigerscliaps-
rechten, zich tot de rcgeerings-„whips"
gewend met het verzoek te willen
bevorderen dat ook vrouwen als
Peeress zitting zullen kunnen nemen
in het Hoogerhuis.
De bruidsjapon van Prinses Mart.
De „Daily Chron" meldt, dat eon
deel van hot bruiclstoilet voor prinses
Mary zal geborduurd worden door
gewonde soldaten en zeelieden, dien
men na hun verwondingen het bor
duren geleerd heeft en daarin som
wijlen buitengewone bekwaamheid
hebben verkregen.
Vrouwelijke Douaniers.
De Belgische regeering heeft, naar
het „Hbl." meldt, besloten^tot de
vorming van een korps vrouwelijke
douanebeambten, dio onverwachts aan
de grensstations zullen optreden om
vrouwelijke reizigers uit Duitschland
komende, aan den lijve te onder
zoeken. Deze maatregel staat in vel
band, zoo wordt gemeld, met het