Tweed© Biad Onthullingen over den groeten oorlog. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT ZATERDAG >7 DECEMBER 19Zf Kerknieuws Voor onze vrouwen. Het hoekje van humor. Voor de Keuken. I altei^ Pagoden] Edward^Grey. Het Tijdschrift „The Worlds Work" publiceert af en toe stukken uit een The Life and Letters of Walter H. Page, die Amerikaansch gezant was geweest te Londen in de dagen van .het uitbreken van den wereldoorlog zoo lezen wij in de N. R. Ct. Het werk is ^samengesteld door Burton J. ilendrick; en in de jongste afl. van The Worlds Work wordt het relaas gegeven van een onderhoud van Page met (toen nog) sir Edward Grey, den minister van buitenlandsche zaken. Het onderhoud vond plaats om drie uur 's middags van den 4en Augustus 1914. Het gesprek valt dus in don korten tijd, die verliep tusschen de verzending van het Britsehe ulti matum en de ontvangst van het Duitsche antwoord. Het bezoek van Page bij Grey geschiedde op verzoek van Grey. Wij volgen nu het relaas van Page, zooals het door Burton .T. Hendrick wordt oververteld: „Toen Page binnenkwam stond sir L Edward, een lange, vermoeid-uitziende en tamelijk bleeke man voor den schoorsteenmantel. Hij begroette den gezant met een ernstigen handdruk en beiden namen plaats. De minister van buitenlandsche zaken mocht al uitgeput zijn van de martelende week, die hij jiiist had doorgemaakt; maar er was niets verwards of opgewondens in zijn manier van doen; zijn geheeie houding was kalm en waardig; zijn spreken was rustig en beheerscht, hij uitte geen- enkel woord van bitter heid over Duitschland; maar uitzijn afgemeten nadrukkelijkheid spraken een zekerheid en een overtuiging nopens de rechtmatigheid van zijn gedragslijn, die vrijwel absoluut over tuigend waren. Sir Eward kwam al dadelijk te spreken over den inval in België. „De neutraliteit van België" en er was een klank van definitief heid in zijn stem is bij tractaat gewaarborgd. Duitschland is mede- onderteekenaar vanjdit tractaat. De beschaving berust op plechtige afspra ken als deze. Wanneer wij die laten varen of wanneer wij toelaten, dat zij worden geschonden, waar blijft dan de beschaving? De ordelijke maatschappij wijkt van die waar enkel kracht geldt uitsluitend af door zulke plechtige overeenkomsten of afspraken. Maar Duitschland heeft de neutraliteit van België geschonden. Dat is kwade trouw. Eim het zal bij België alleen niet blijven. Nederland zal daarna aan de beurt komen en na Nederland Denemarken. Nog dezen ochtend heeft de Zweedsche gezant mij meegedeeld, dat Duitschland aan Zweden voorstellen'fliad gedaan om aan Duitschlands]zijde mee te vechten. Het heele 'plan is op^die manier dui delijk. Deze eene groote militaire mogendheid is van plan België, Nederland en de Scandinavische staten te annexeeren en Frankrijk te onderwerpen. Sir Edward stond met energieke beweging op; weer stond hij voor den schoorsteenmantel; zijn gestalte werd rechter, zijn oogen schoten vonken het was een schilderij, die naar Page mij vertelde, hem later onuit- wischbaar was bijgebleven. „Engeland zou voorgoed veracht zijn" zeide sir Edward „indien het op zijn sto^l bleef zitten, terwijl het verdrag geschonden werd. Zijn positie zou weg zijn, indien op deze wijze aan Duitschland werd toege staan Europa te overheerschen. Ik heb u daarom verzocht hier te komen, ten einde u mede te deelen, dat wij hedenochtend een ultimatum aan Duitschland hebben gestuurd. Wij hebben tot Duitschland gezegd, dat, indien deze aanval op België's neu traliteit niet wordt gestaakt, Engeland den oorlog zal verklaren". „Verwacht u, dat Duitschland het ultimatum zal inwilligen? vroeg de gezant. Sir Edward schudde het hoofd. „Neen. Natuurlijk weet iedereen, dat er oorlog zal komen". Een oogenblik heersckte stilte; toen begon sir Edward opnieuw te spreken: „Wij moeten ons echter herinneren, dat er twee Duitschlanden zijn. Er is het Duitschland van men- schcn als wij zelf van menschen als Licknowsky en .lagow. Dan is er het Duitschland van de mannen der oorlogspartij. De oorlogspartij heeft de overhand gekregen". Toen hij dat gezegd had vulden de oogen van sir Edward zich met tranen. „Op deze wijs is de arbeid van heel mijn leven tot niets geworden. Ik heb het gevoel van eenjnan, die zijn leven verspild heeft". „Deze scene was uiterst ontroerend", zeide Page later. Sir Edward besefte niet alleen wat de geheeie zaak beteekendo, maar hij bewees, dat hij de vreeselijke verantwoordelijkheid er voor besefte. Sir Edward verzocht nu aan den gezant, den toestand uiteen te zetten aan president Wilson. Hij gat de hoop to kennen, dat de Vereenigde Staten een neutrale houding zouden aan nemen en dat Engeland van hen „de hoffelijkheden der neutraliteit zou mogen verwachten". Page trachtte liem te vertellen, van het oprechte leed, dat zulk een oorlog den Presi dent en het Amerikaansche volk zou berokkenen. „Ik ging heen" zoo vertelde de gezant later „met een soort verbijsterd gevoel van ver wachting, dat de halve wereld in ellende zou worden gedompeld". Hendrick schrijft dan verder: „De beteckenis van dit onderhoud is, dat de Britsehe minister de houding van zijn land uitsluitend rechtvaar digde op grond van de schending van een tractaat. Het deelnemen door Engeland aan dezen grooten strijd op het vasteland» van Europa wordt gemeenlijk beschouwd als onvermij delijk te zijn geweest, zelfs afgezien van den inval van België. Niettemin is het een feit, dat, indien Duitsch land België niet was binnengevallen Engeland den oorlog niet zou hebben verklaard, tenminste niet op dat kritieke tijdstip". Onvermijdelijkerwijs kwam de quaestie van een Amerikaansche bemiddeling aan de orde; maar op raad van koionel House besloot presi dent Wilson, dat op dit moment niets anders zou worden gedaan, dan aan de verschillende Amerikaansche ge zanten Jast te geven om aan de regeeringen bij welke zij waren geaccrediteerd mee te deelen, dat de President bereid was om zijn goede diensten aan te bieden, wanneer zulks maar zou worden verlangd. Het definitieve resultaat was, dat gezant Page instructie kreeg een audiëntie bij koning George te vragen en hem het volgende document aan te bieden. „Van den President der Vereenigde Staten aan Z. M. den Koning. Mijnheer. Als officieel hoofd van een der .Mogendheden, die de Haag- sche Conventie hebben geteekeud, acht ik het mijn voorrecht en mijn plicht, krachtens art. 3 van die Con ventie tot U. M. in den meest vriend- schappelijken geest te zeggen, dat ik een kans om te handelen in het belang van den Europeeschen vrede, hetzij te eeniger tijd, dat de gelegenheid geschikter wordt geacht en om (J. M. en alle betrokken te dienen, zal beschouwen als een duurzame bron van erkentelijkheid en geluk. Wood- row Wilson". Op den vierden Zondag van den Advent. Epistel van den H. Paules tot de Corintliiers. IV 15. Broeders! alle mensch besckouwe ons als dienaars van Christus, en uitdeelers van Gods geheimen. Doch, in uitdeelers wordt vereischt, dat men getrouw bevonden worde ."Doch voor mij, ik acht het zeer weinig, dat van u geoordeeld worde, of van eenig menschelijk oordeel; ja ik oor deel mij zeiven niet. Ik ben wij wel niets bewust, maar daarom niet ge- recthvaardigddoch liet is de Heer die mijn rechter is. Oordeelt dus niet voor den tijd, tot dat de Heer kome, die de duistere verborgenheden aau het licht brengen, en de begeerten der harten openbaren zal; dan zal ieder van God zijnen lof ontvangen. Evangelie, Lucas III: 1.—lli. In het vijftiende jaar der regeering van den keizer Tiberius, toen Pontius Pilatus stedehouder was van Judea, Herodes viervorst van Galilea, zijn broeder Philippus viervorst van Ttura en het landschap IrachoniHs, en Lysanias viervorst van Abilene, onder de hoogepriesters Annas en Caïphas, kwam het Woord des Ileeren tot Joannes, den zoon van Zacharias, in de woestijn. En hij ging in al het land omtrent de Jordaan, den doop der boetvaardigheid prediken ter vergeving der zonden, gelijk ge schreven is in het boek der woorden van Isaïas, den profeet: eene stem van die in de woestijn roept: be reidt den weg des Heereumaakt zijne paden rechtalle dal zal gevuld, en alle berg en heuvel zal geslecht wordenen de kromme wegen zullen recht, en de oneft'ene wegen effen wordenen alle vleesch zal de zalig heid Gods zien. De boodseliapsters van het geloof. Aangemoedigd door kardi naai Bourne, heeft zicli kort geleden te Londen een vereeniging gevormd: de bood seliapsters van liet Geloof. (The Mes sengers of the faiths). Deze „bood seliapsters" zijn katholieke vrouwen, levend volgens een religieuzen regel, die echter soepel genoeg is om haar toe te staan een zeer interessant apostolaat-progranima te verwezen lijken, waarvan hier eenige punten volgen. Ie. Hulp verschaffen aan niet-katho lieken, die wenschen met de katho lieke Kerk kennis te maken, maar liever geen priester willen bezoeken antwoorden op vragen van waarheid- zoekenden en, als het geschikt kan, lien met een geestelijke in verbinding stellen. 2e. Op verzoek van een gemach tigde dooi' de geestelijkheid zich belasten met het godsdienst-onderricht aan toekomstige bekeerlingen. 3e. In contact blijven met bekeer lingen na hun intrede in de katho lieke Kerk en hen helpen in de moeilijkheden die hun overkomen tengevolge van hun geestelijk isole ment of van welke oorzaak ook. 4e. Eindelijk stellen eenige van deze boodschapsters zich beschikbaar voor een soort propaganda, die in Engeland sterk in gebruik is: n.l. die van bijeenkomsten in de open lucht, op pleinen en in parken. 11. Philippus Ncrins. De Romeinsehe correspondent van ,Dr Tijd'' schrijft d.d. 2 December: Dit jaar stond in het teeken 'der eeuw feesten. Achtereenvolgens vierden we de jubeljaren van de Franeiskaansehe Derde Orde, van het heengaan naar beter ge westen van den H. Dominicus en het groote feest van den Verhevenste onder de dichters, Dante. In het jaar 1922 vie ren we weder een eeuwfeest, hetwelk bij zonder de stad Home aangaat, daar het een harer geliefde volksheiligen geldt. Driehonderd jaar is het geleden, dat Philippus Nerius, geboren te Florence, stichter der Oratorianen en apostel van Rome, heilig- werd verklaard. Wie hel groote werk van Ludwig voii Pastor: „De Geschiedenissen der Pau sen", gelezen heeft, zal zich een beeld kunnen vormen van het tijdperk hij 't uit gaan van den Renaissancetijd, .waarin Philippus Nerius naar Rome kwam om er zijn apostolaat voor pelgrims on zieken, voor do volksjeugd en ouderen van dagen te beginnen. De kerkelijke tucht, die reeds zooveel te lijden had in de middel eeuwen, had zich niet verbeterd in liet tijdperk der groote kunsten en het dwe pen met de overblijfselen van het heiden dom Nauwelijks waren in (le Romeinsehe Curie eenige diep-godvruohtige mannen opgestaan om ze te herstellen, de Kerk zelve scheen leenvrouwe geworden van keizers en koningen, die zich van haar trachtten te bedienen, op de eerste plaats voor hun politieke en militaire doelein den. Philippus Nerius heeft in de her stelling van het godsdienstig leven tc Rome, in de Pauselijke Staten, en in ge heel de wereld een groot deel gehad. Met een heiligen glimlach op het gelaat, met cngelaehtigen eenvoud in hart en geest, was hij in zijn tijd, bij de Curie de*. Pausen, hij Kardinalen, vorsten, edelen er bijzonder bij het Romeinsehe volk, de .eau. die de echt-christelijke aftasten- liefde herstelde jegens de lijdende lede maten van Christus, het woord van den Zaligmaker indachtig: „Wat gij den min sten Mijner zult gedaan hebben, hebt ge aan Mij gedaan". Van alle kanten der wereld kwamen cok toen te Rome pelgrims bidden op de graven der Apostelen en der Martelaren. Maar het reizen was toen niet zoo gemak kelijk als nu. Na lange reizen ló vod kwamen de vermoeide, uitgeputte pel grims te Rome, waar er velen ziek werden en stierven. Dikwijls kwamen ze geheel beroofd van middelen eu vonden geen onderkomen. Philippus Nerius zocht ze op, bracht hen in zijn eigen gasthuizen onder, verzorgde ze in hun behoeften naar ziel en lichaam. Hij geleidde ze in de bezoeken naar de katacomben, waar hij zoo dikwerf dagen en nachten doorbracht, deed met hen de bedevaart naar de zeven kerken, waaraan de Pausen zulke bel ma rijke geestelijke gunsten en voordeelen hadden gehecht. Voor de pelgrims was Philippus een leidsman en behoeder, voor cL Romeinsehe bevolking een zorgzame vader, een opvoeder der jeugd, een hechte steun in nood. Het ging Philippus Nerius ten zeerste ter harte, dat de jeugd in dien tijd te Rome zoo verwaarloosd werd. Terwijl Rome de kunst van Michelangelo er. van zoovele andere beeldhouwers, schilders, bouwmeesters bewonderde, en de humanis ten een gulden tijdperk beleefden, werff de eenvoudigste opvoeding eter volks- jeusrd. voor een g-root deel verwaarloosd. Edelen en rijken hadden de middelen om hun kinderen volg'ens hun stand opvoe ding en onderricht te geven door bizon dere en bekwame leermeesters, volks- jcugd ontving in 't geheel geen onder richt, tenzij dat een of ander klooster ling of monnik zich over de half verwaar loosde volkskinderen ontfermde, ?n ben met de leerstukken van den godsdienst, de eerste beginselen van een oppervlakkig onderwijs mededeelde. Te Rome, len tijde van Philippus, leefde men gelijk in .len tc- genwoordigen tijd op straat. De ouderen verrichtten hun bezigheden meestal buiten hun woningen, de jeugd volgde de ouders en bracht de dagen door met spelen, va da ten en baldadigheden uithalen in dc Romeinsehe volkswijken. Philippus ging de onopgevoede volkskinderen opzoeken in slofipeu en stegen, bracht ze meer in aanraking met de beschaving, verza melde ze in een huis of klooster 011 leerde hen met de vreeze dés, Heeren de begin selen der wijsheid. Het duurde niet bng of de jeugd kwam al vanzelf tot :len „Va der". Steeds met een glimlach op het ge laat, vroolijk zonder uitgelatenheid, ern stig zonder de jeugd af te schrikken, was hij onder de kleinen de veelgeliefde op voeder en onderwijzer. Met de zachtheid van zijn karakter, met, het beminnelijke zijner manieren wist hij van den gTool- sten der Romeinsehe boefjes, een gezon den ronden jonge» te maken, zijn 'zie! en hait verheffend tot de ongekende soknan- heid van het weten en denken, 't lichaam behoedend voor de kwalen, die oen zede- lijkc-n ondergang vergezellen. Spreekwoor delijk is thans nog te Rome de beminne lijkheid en zachtheid van Philippus in zijn omgang met de kinderen, aan wie, als ze al te rumoerig" ivaren, ilij toe voegde: „Zit stil, als g>c kunt!" Dikwijls begaf Philippus Nerius zich met zijn schoolkinderen tot buiten de stad en gezeten onder do heerlijke hoornen van den Janieulusheuvel, sprak hij van den Schepper van het Heelal, van den Zaligmaker en van 't Romeinseh Gelooi. Hij leerde hen spelen, lezen en schrij ven, was hun speelkameraad, onder wijzer en geestelijke vader. Tegenweer dig nog toont men op den Janieulus heuvel hij de kerk van Sant Onafrii de eik, maar Tassa, de dichter van bet Je rusalem verlost, levensmoe kwam pein zen en zich voorbereiden op den dood, en Philippus met zijn kinderen speelde c-n leerde en met hen een braaf kind werd,, zegt het in marmer gebeitelde schrift. „Qui Filipo Neri si faceva faneiullo coi ianeiulli. saviamente! In '1 hartje van het ouile Rome, bij het kerkje van S. Salvatore in Oampo, werkte Philippus en had daar'zijn eerste nederzetting" voor de gestelde Oratorianer- familie. Met de heiligen van cijn fiid, Ignatius van Loyola en Felix van Can- taÜ2io, den capucijn-bedelbroedor, ver wijlde Philippus in heilige Vriendschap. Te Rome vertelt men de volgende, ge schiedenis Op zekeren dag', niet ver van het Vaticaan, nabij den Engelenburcht en den Tiber, ontmoette Philippus Nerius den capucijn-bedelbrocder Felix, motten zwaren zak op de schouders, waarin de opbrengst van een dag doorgebrach* op termijn. Aau dep oever van den Tiber zetten de twee heiligen zich neder en na elkander over geestelijke dingen te heb ben gesproken, vroeg Philippus nieuws gierig aan zijn vriend, wat deze al in zijn zak bijeen vergaard had. Felix van Can- lalizio wist het zelf niet ;neer. De zak werd dan tusschen hen beiden gezet cn het onderzoek begon. Onder de yele le vensmiddelen, die de godvruchtige Romei nen aan den bedel-broeder geschonken hadden, kwam ook een fiasco (groote, met slroc omhulsde l'lesch wijn) te voorschijn, door luide vroolijkheid begriet door den bcminnelijken volksheilige. Op uitnoodi- ging- van Felix verkwikte zich Philippus met een teug" uit de fiasco, tot groote ergernis van in karossen en te paard voor bijrijdende prelaten en edelen. Heilige eenvoud, die Philippus populair gemaakt heeft in zijn tijd en hem nog ioor ide tegenwoordige Romeinen doet vieren als de volksheilige bij uitnemendheid. Na de dagen doorgebracht te hebben bij zieken, met pelgrims cn met de volk's- jcugd, ging Philippus zeer Jikivijls de r.achten doorbrengen bij de graven der Martelaren iu de Katakomben. Eigenlijk stamt dc wetenschap der christelijke oud heid en dc -.kennis der Katakomben af van Philippus Nerius. Bij de eerste mar telaren van diet .christendom ging hij bid den en overwegen, toen de Renaissance in kunst en beeeld het heidendom weer te voorschijn had geroepen. In de kerk van Santa Maria della V.d- ïcella, die de Paus geschonken had aan de Oratorianen, daar hun kerkje van S. Salvatore in Campo te klein was ge worden, werd Philippus bijgezet. Dezei kerk bracht met die van de Gesu, waar toe reeds Ignatius van Loyola plannen beraamd had, daar het kerkje van Sant,! Maria della Strada niet meer de „eloo- vigen kon bevatten, niet weinig bij tot dc godsdienstige herleving van de stad Rome. Philippus Nerius staat in nauiv' verband met het paleis van de prinsen Massimo, waar de heilige eens een Joode deed her leven. Alle jaren nog wordt in het paleis van de familie Massimo, waar een kapel aan den heilige gewijd is en vooral zijn graf door talrijke Romeinen bezocht. Na driehonderd jaren heeft men eraan gedacht de stoffelijke overblijfselen van Philippus Nerius een passeilden schijn te geven en dit eeuwfeest plechtig ie vie ren. De H. Vader, Wien het lief cn 'eed der stad Rome zoozeer ter 'harte gaat, geeft aan die feesten deel willen nemen cn een vorstelijke gift geschonken om een waardige rustplaats te schenken aan hit- geen vroeger het stoffelijk omhulsel van den Romeinschen Volksheilige geweest is. Dc „Soldatenvriendin." In Engeland is 87 jaar oud, mejuf frouw Sarah Robinson overleden, bij genaamd de „soldatenvriendin", dio schier haar geheeie leven wijdde aan de bevordering' van het welzijn van soldaten en matrozen. Zij stichtte verschillende instellingen voor de mannen van leger en vloot. Een huwelijksgeschenk voor Prinses Mary. De Lord Mayor van Londen zal binnenkort de inteekening voor een fonds opstellen, teneinde daaruit een huwelijksgeschenk voor prinses Mary te koopen. Dergelijke fondsen worden in de provincie geopend en Liver pool gaat daarbij voor. Het uitzet van de prinses zal ge heel van Engelsch maaksel zijn. Een gedeelte er van wordt gemaakt door de nijverheids-vereeniging van officiers- gezinnen en zal het werk zijn van weduwen of behoeftige bloedverwan ten van officieren, die in den oorlog gesneuveld zijn. Vroedvrouwenschool. „Zooals bekend, is men druk doende om de plannen voor een R. K. Vroed- Letterlijk opgevolgd. „Jantje" zei mama, „geef je zusje nu eens het leeuwendeel van dien sinasappel." „Ja, mama", zei Jantje. Maar later kwam zusje bp mama klagen, dat zij er niets van had gekregen. „Natuurlijk", zei Jantje, „leeuwen eten geen sinaasappelen." Lastige Mensehen. Heer (die een lastig handelsreiziger herhaaldelijk gewaarschuwd heeft zijn huis te verlaten). Jan, kom eens boven en gooi dien onbescliaamden man de trappen af. Handelsreiziger. Totdat hij boven komt, mijnheer, kunt ge deze stalen wel even inzien. Eerlijk gedeeld. Heb je de chocolade gedeeld met je broertje? vroeg tante eenigen tijd na hare aankomst aan haar zes jarig nichtje. Ja, tante. En heb je eerlijk gedeeld? Ja tante, ik heb hem de papier tjes gegeven, waar het in zat. Er waren zulke mooie prentjes op en daar houdt hij zoo veel van! Moderne Dienstboden. „Betje", riep mevrouw, „is de krant er nog niet? Mijnheer heeft er al eenige malen naar gevraagd." „Hij kan haar aanstonds krijgen, mevrouw" was het antwoord van de dienstbode. „Ik ben al aan het laatste blad." Schotel van vleesehresten met Macaroni. 1M gr. macaroni: 450 gr. vleesehresten; zout; nootmuskaat 1 ui; 1 theelepel kern 40 gr. boter. Bereiding. Do macaroni in stukken breken, deze wasschen en gaar koken in kokend water met zout. De vleesehresten fjjnhakken of door de vleeschmolen malen. Het uitje fijnsnipperen en niet de grootste helft van de boter en de kerry zachtjes lichtbruin fruiten, dit bij de fijngehakte vleesch voegen met de gaar gekookte macaroni zoo noodig iets zout of nootmuskaat, en een weinig' jusresten of bouillon. Dit alles in een met boter inge wreven vuurvasten schotel doen, met wat peneermeel bestrooien en het schoteltje in de oven lichtbruin laten worden. Noga. 75 gr. zoete amandelen van de bruine velletjes ontdoen en lijnhok ken. 150 gr. suiker met een stukje boter van 5 gr. onder in een ijzeren pan, onder voortdurend roeren, ver warmen tot een goudbruine stroop, daarbij de amandelen voegen en alles, roerende nog even verwarmen tot de noga de gewenschte kleur heeft. Ze dan zoo vlug mogelijk uitgieten op een met boter ingewreven steenen plaat of tafel, ze met een beboterd mes zoo dun mogelijk uitdrukken én in nette stukjes snijden. vrouwen school te Breda (Ginneken) in werkelijkheid om te zetten", schrijft het „Dbl. v. N.-Brab." „Het is harde noodzakelijkheid, dat ook hier een Vroedvrouwenschool wordt opgericht, niet alleen omdat er groot gebrek is aan deze vrouwen, vooral ook in Noord-Brabant, maar ook, omdat jonge vrouwen uit Zeeland eu Brabant zelf gemakkelijker dat beroep zullen kiezen, wanneer in eigen omgeving gelegenheid tot goede opleiding openstaat." Vrouwen roov het Hoogerhuis. Met het oog op een mogelijke her vorming' van het Engclsche Hooger huis in de volgende parlernentszitting, heeft de nationale bond van vereeni- gingen voor gelijke buigerscliaps- rechten, zich tot de rcgeerings-„whips" gewend met het verzoek te willen bevorderen dat ook vrouwen als Peeress zitting zullen kunnen nemen in het Hoogerhuis. De bruidsjapon van Prinses Mart. De „Daily Chron" meldt, dat eon deel van hot bruiclstoilet voor prinses Mary zal geborduurd worden door gewonde soldaten en zeelieden, dien men na hun verwondingen het bor duren geleerd heeft en daarin som wijlen buitengewone bekwaamheid hebben verkregen. Vrouwelijke Douaniers. De Belgische regeering heeft, naar het „Hbl." meldt, besloten^tot de vorming van een korps vrouwelijke douanebeambten, dio onverwachts aan de grensstations zullen optreden om vrouwelijke reizigers uit Duitschland komende, aan den lijve te onder zoeken. Deze maatregel staat in vel band, zoo wordt gemeld, met het

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1921 | | pagina 6