DAGBLAD VOOR ZEELAND
I IJ een anderen vinger
COURANT
Nummer 214
Maandag 19 September 1921
Zeventiende Jaarganj
t Tnn°nht levenslang f O&O bij f IRH bij verlies van f 7C bij verlies van f nn bij verlies van f QC bij verlies van
f 500 ongeschiktheid I ZOU overlijden I 1 DU een hand of voet T iD eenoog I OÜ een duim I een wijsvinger
De Aartsbisschop en de Bisschoppen
van Nederland
Net geheim van het kasteel Rocnoir,
„Ik heb de aanvallen van lunJeraars
en moordenaars afgeslagen."
HYPOTHEEf
ïi I
si
Let eereprijs); 4 e
Heer Abtskerke
K. Meertens Jr.,
Lr, Domburg; P.
|age; P- Meeuwse,
lermelding". J. C.
■P. Markusse <j» q-,
jd): le pr. B. J-
eerv. verm. P. M.
|ig): le pr. R-. J.
zeer eerv. verin.
Issingen (met eere
lima, Oostburg.
2e pr. W. Lou-
.-Souburg.
I-sle pr. H. A.
z. e. v. K.
I-U'g.
Is: le pr. S. Boon,
(eight)2e pr. S.
[land.
A. Nolet, Terseke
[let, Ierseke (jong),
ude rassenIe pr.
vai'e rassen.
le pr. G. J.
[met eereprijs); F.
Yvolle vermelding.
F(joilg): le pr. .Wed.
Joosland.
le pr. M. T. Rot-
llding: R. J. de Mit-
A. Hanken, Wil
li): eervolle vermel-
jriddelburg.
f): 2e pr. G. J.
e. v. J. Trimp,
J. M. Drijgers,
J. Rottier, Kats
Rottier, Kats (Her
rassen,
koud): 2e pr. S. Jas-
e. v: IC- Meertens Jr.,
le pr. W. Kes-
e. v. Wed. J. Mesu,
J, met eereprijs-
lie pr. K. Meertens Jr.,
len en Hennen),
j aan (oud)le pr. P.
uw.dorp.
laan (jong): le pr. P.
luwdorp; 2e pr. J. _M.
Bbtskerk'e3e pr. ff.
z. e. v. P. J. Ter-
erke, en W. Kesteloo,
v. K. Meertens Jr.,
jen (oud): le pr. P.
lieuwdorpz. e- v. K.
delburg.
.5 hen (jong): le pr. P.
ieuwdorp; z. e. v. K.
|delburg; J. M. Drjjg-ers,
P. j. Terwoert Jr.,
haan '(jong"): le pr.
Vlissingen.
is hen (oud): 2e pr.
jurg,
verlaken hen (oud)le
r., Middelburg.
haan (jong): z. e. v.
elburg.
ttes hen (oud): 3e pr. J.
ittes hen (jong): le pr.
is.
haan (jong): le pr. M.
dissingen3e pr. G. J.
g; 4e pr. idem.
iud): le pr. M. «T. Rot-
ong): le pr. M. J. Rot-
v. J. 'F. M. Horsten,
noemde middelzware ras-
z. e. v. Wed. J. Mesu,
and. Patrijs Wyandotte
jns haan (oud): 2e pr.
apinge.
ons haan (jong): 3e pr.
pinge; z. e. v. P. J. Ter-
idekerke.
ons hen (oud): le pr. W.
'ge-
ons hen (jong): le pr. W.
ïge; z. e. v. P. J- Ter-
laat hem St. Paules na-
g mij in mijn lijden en
istus lijden ontbreekt,
mijn vleesch voor Zijn
ie Kerk is, wiens dienaar
>ed roept de voorspraak
en, om rein te naderen
een geheim.
muniegebed doelt op
ivelbezweringen. De post-
raagt om de genade van
it, waaruit de zalige Jean
icht putte om alle tegen-
(Onoverwinnelijke stand
verdragen,
lerstel, dat niet velen
en gehad in deze Mis-
minnaars der liturgie
jr heden zoovelen onder
fcelde katholieken, zullen
•trouw, mij dank weten,
de bijzondere gedeelten
;ht. Voor deze keer heb
te veel gevraagd van
:ht, Laten we dus voor
t heiligdom verlaten, om
zetten aan een welver-
t in het Zusterhuis.
(Wordt vervolgd.)
ZEEUWSCHE COURANT
Hoofdredacteur: J. W. VI E N I N G S. T*fllr0" 9'
Bureaux van Redactie en Administratie; Westsingel. CaUfcö
Telegram-Adres; Nizeco.
Bijkantoor; MIDDELBURG, Markt 1 en 2.
Telefoon 474
Directeur* JOS. /AN DE GRIENDT. Telefoon 207
Abonnementsprijs f 2.50 per drie maanden, f 0.20 per week,
voor Post-abonnés f2.90 per 3 m. Advertentien van 1 tot 6 regel»
f 1.50, elke regel meer f 0.25, bij contract beduidende kortlrig
nratis verzekerd tegen ongevallen krachtens onze overeenkomst met „The Ocean and Guarantee Corporation Ltd." te Amsterdam, Rokin 151, en wel voor de hieronder vermelde bedragen:
Abonnes L!! fcII hli „nrlteeuon Ml unrllne eon 1 R hii unrlino non 1-r bij WM *811
aan de hun toevertrouwde geloovigen
Zaligheid in den Heer.
Wij, Katholieken v.an Nederland, die
thans leven, ga:an weldra heen, om ons
j,,bif den Oppersten Rechter voor de
eeuwigheid te verantwoordendie Reoh-
„ter zal niet verzuimen ons te vragen, wie
j.wij na ons achterlaten, om het katholiek
geloof in ons vaderland waardig te ver
tegenwoordigen'
Zoo spraken, niet' lang na het herstel
van het geregeld kerkelijk bestuur in
deze landen, onze Doorluchtige Voorgan
gers, om hunne geloovigen te wijzen op
de zware verantwoordelijkheid, die zij
Vooi' het opgroeiend geslacht droegen met
mame wat betreft het onderwijs. Zij heb-
iben aan de Katholieken van ons vader
land de beginselen voorgehouden, om hen
op te wekken, een echt katholiek onder-
Wijs, in zoover het bestond, te benutten,
in zoover het nog ontbrak, te helpen tot
standhrengen en te bevorderen.
Hun woord is begrepen; het is een
leuze geworden en een program van krach-
(tige actie. Lagere scholen verrezen alom;
■'de inrichtingen voor middelbaar en voor
bereidend hooger onderwijs nemen steeds
in aantal toe.
Dezelfde ernstige woorden, die onze
(Voorgangers in het bestuur van Christus'
Kerk in Nederland tot uwe vaderen heb
ben gericht, meenen wij te moeten her
balen voor U, B. G. Want hoeveel wij
ook, dank meer dan vijftig jaren arbeid
en si rijd van onze edelste mannen, van'
lal onze Katholieken, priesters en Leken,
mochten hereiken, er ontbreekt nog
één onmisbare schakel in onze onderwijs
organisatie, één instelling van het aller-
(groctste gewicht, die de kroon moot zetten
op al ons werk voor het vrije onderwijs:
de katholieke universiteit.
De beginselen, door het Doorluohtig
[Episcopaat in het mandement van 1868
vooral met het oog op het lager onder
wijs ontwikkeld, gelden voor het onder-
Iwijs in zijn -geheelen omvang, ook voor
!hct middelbare en het hoogere, ja, in
isommige opzichten op de eerste plaats
voor het hoogere of universitaire.
Het onderwijs' houdt op iederen trap
verband met den godsdienst. Het doet dit
feoowel om het onderwerp, dat behandeld
Wordt, als om den persoon, die het geeft,
maaar nergens geldt dit zoozeer als %an
He universiteit.
Dit onderwijs immers omvat ook de
godgeleerdheid en de wijsbegeerte, die zich
onmiddellijk met de groote wereld- en
levensvragen bezighoudenvele andere
Wetenschappen, die daar onderwezen wor
den, staan met deze vragen in het nauw
ste verband en enkele, die er slechts'
eene meer verwijderde betrekking méde
tiebam, komen om de diepte van het
onderzoek, toch met die vraagstukken in
aanraking, üit, den aard der zaak dus'
kal dit onderwijs anders gegeven worden
Hoor e.en 'geloovige, dan door een ongei
le© vige anders dooT een Katholiek dan
Hoor een niet-katholiek. Niet minder dan
bij het onderricht zal de levensopvatting
van den hoogleeraar naar voren komen
bij den zoo gewensehten omgang met
feijn studenten.
Hit dit alles volgt, vooreerst: dat de
opleiding aan eene universiteit, die niet is
opgebouwd op katholieken grondslag, voor
Hen katholieken student groote nadeelen
meebrengt, omdat hij daar den ravloed
FEUILLETON
30)
(Naar het Fransch)
De overwonnen helden.
Alle tegenstand' was onmogelijk. Nog
Slechts twee boeiron streden aa,n de zijde
v;an den markies, die veel bloed verloor
Juit een wonde, dia hij in het gevecht had
ppgeloopen.
Daar de strijd vruchteloos was, gaf hij
fcich over. De repu-blikeinsctte soldaten,
verzadigd van het bloed, lieten hun het
leven, maar niet de vrijheid. De markies
Werd naa.r Nantes gezonden, waar Je pro-
Carrier zetelde, die zich zoo be-
c gemaakt heeft door de struomen
bloeds door hem vergoten.
een^rL-ohvr™*1 iot dichting van
rechtbank, die den
(gezonden met do opfihf
Maar vooral na de nederlaag van Save
nay baadden êe> voeten van dezen v5fc
menner jn het bloed, en werd de Loire
tnet booten, lovend© doodkisten, bedsM
oen nieuwe uitvinding van den gloeiendén
haat der revolutionnairen. D'e iioyades
van Nantes hebben een treurige vermaard
heid gekregen.
Bij zijn aankomst te Nantes werd de
tearkies de Rocnoir in een vuile gevange
en de warmte zijner eigen levensover
tuiging mist; vervolgens: dat hem daar
niet zelden ernstige gevaren zullen drei
gen. Meer dan voorheen hegrscht im
mers in wetenschap»! ijke kringen e»n geest
van ongeloof. Wanneer nu de booglcera.ar
omgeven is van een glans van groote, soms
schitterende wetenschap, zullen ook' door
hem verkondigde stellingen, die Voort-
Spruiten uit zijne niet-geloovige levens
beschouwing, al te licht worden aange
zien als uitkomsten van wetenschap. Dit
gc.aar is des te ernstiger, omdat de uni
versiteit niet slechts tot doel heeft ue-
jsiaande wetenschap mede te deelen, maar
o k wil opleiden tot zelfstandig onder
zoek m.a-.w. den student wil maken tot
een man, die persoonlijk voortbouwt op d©
grondslagen door het universitaire onder
wijs gelegd. Zijn deze grondslagen aan
getast- door eene niet-geloovige, of ook|
door eene niet-Katholieké, levensbeschou
wing dan zal de afgestudeerde dikwijls
in Feel zijn verder levpn de. gevolgen
daarvan ondervinden.
Maar, B. G., de vrees voor deZe geva,-
ren, hoe gewettigd ook, komt slechts op
de tweede plaats'. Zij veronderstelt de
liefde tot de Waarheid en deze heilige
liede dringt ons bovenal tot stichting
een er eigen universiteit.
Gods Wijsheid en Liefde heeft den
mens'ch het natuurlijk1 licht deT rede ge
schonken. Volgens het woord van den
Meest -r ontsteekt men echter geen licht
om Het onder de kbrenmaat te zet',ten,
maar men zet het op den kandelaar
om te schijnen voor allen, die in het
'huis' zijn.
Ai - bezitters van het licht der rede
zijn "wij verplicht het onze bij te dragen
iot vermeerdering van die natuurlijke
monJrihelijke kennis, waaraan de maat
schappij voor hare ontwikkeling behoefte
heeft en waarvoor de universiteit het
machtigste middel is. Daar worden niet
alleen reeds verworven uitkomsten van
wetenschap medegedeeld, maar daar wordt
tevens gearbeid om nieuwe veroveringen
vooi de wetenschap te maken. Nieuwe
velden worden ontgonnen, ongekende
streken doorvorsoht, het terrein van het
menschelijk weten stap voor stap uitge
breid.
Dit is op zich zelf iets heerlijkshet
'js' een der voornaamste middelen o-m
het plan Gods te verwezenlijkendat de
mensCh koning zij over de zichtbaro
schepping en door de ontwikkeling van
ïijn ge'est heerschappij voere over de din
gen dezer aarde. Hielden wij ons daarbij"
afzijdig, lieten wij dat w aarheidsonder-
,zoek uitsluitend aan aanderen oVer, dan
zouden wij een ernstigen plicht verzui
men. De Kerk 'heeft dit nooit gedaan. Zij
heeft- steeds ook de ongewijde weton'-
schapp a bevorderd en geëerd als een der
edelste goederen der menschheid. Uit haar
echoot is de universiteit voortgekomen en
misschien werd het hooger onderwijs nooit
met zooveel geestdrift gevjolgd als in
de eeuwen, dat de Kerk het openbare
leven bezielde.
Met de stichting der R.-K. Universi
teit hopen wij dan ook1 in hooge mate
'het -deelnemen der Katholieken aan da
heoeitning der wetenschap te bevorderen.
Wij ontvingen echter niet' alleen het
natuurlijk licht der rede, maar Gods ge
nade schonk ons tevens het bovennatuur
lijk licht des igeloofs. Dat licht mag niet
verborgen hlijvfen, ook' dat licht moet op
den kandelaar, ook met dat talent moet
gewoekerd woTden.
Als 'wij God, den Heer der weten
schappen waardig willen dienen en ver-
geiiis geworpen, waar ©en groot aantal
-vrouwen, mannen en kinderen op een wei
nig stroo door elkaar lagen.
Ziekte en ontberingen ontnamen de
revolulionnaire rechtbank verscheidene
slachtoffers.
Na eenige dagen in de gevangenis te
hebben doorgebracht, verscheen de mar
kies voor da rechters, die daa.r alleen
zetelden om teveroordeelen.
Hij was met de wapens in de vuist
(gevangen genomengeen enkele hoop
bleef hem dus over. Deze IrechtbanK
indien deze naam niet te ironisch khnkt
vergaf zelfs niet aan onachuldigen, en
de royalist wa.s schuldig, omdat hij' voor
zijn God en koning gestreden had.
Toen de rechters zijn. naam yroegen,
antwoordde hij fier: „Albert Fréd'éric
August© Picot, markies de Rocnoir.?
Na eenige oogenblikken van stilte her
nam de president: „Gij, hebt in Je gele
deren der oproerlingen gestreden?"
„Ja. in-dien. men aldus de verde'disers
van altaar ,en troon noemt antwoordde
de markies, v,
„.Gij. bevondt u te Bernay, toen de dap
pere patriotten onder de slaren der edelen
ivielen?" i
„Gij hebt t© Savenay tegen het ieger de?
Republiek gestreden."
..Zeker, en slechts één zaak spijt mij;
nameljjk: dat ik het niet opheel heb kun
nen vernietigen."
„Ten slotte zijt gij met de wapens in
voop-NEDERLt
heerlijken, jfian zal d,at alleen kunnen
gebeuren, ..«ranneer /wij Hem tegelijkertijd
dienen al^schenker van ons geloof, wan
neer wijl'voortdurend het oog gericht
houden op Christus, do ongeschapen Wijs
heid, die in alles is de Wieg, de Waar
heid en het Leven.
Wij hebben daarom den heiligen plicht
het licht van Gods Openbaring te la,ten
schijnen over al ons doen en laten, ook!
over onzen wetenschappelijk'en arbeid. Die
Openbaring moet onze zwakke rede be
veiligen tegen dwaling ©n ons de hoogere
beteckenis toonen van geheel dit aardsche
leven. Fn ook' daan/oor moeten wij hebben
een eigen hoogeschool, waar onze katho
lieke overtuiging zic'h in volle breedte
kan ontplooien; waar de gewijde, en onge
wijde wetenschappen kunnen samenwer
ken tot één gr.aotsche ordewaar wij
getuigenis kunnen afleggen van de heer
lijke hkrmonie van natuur en genade; van
gelooven en weten, van die heerlijke har
monie, die wij door Gods onvolpTezeD
Goedheid het geluk hebben in ons zelf te
bezitten. Dé Openbaring, door Sint Ser-
vaas en Sint .Willibrord aan ons volk
gebracht, moet uitstralen in vollen glans.
Schuldenaren zijn wij, niet Slechts van
onwetenden, maar ook van geleerden.
Het k'an niemand uwer, B. G., ontgaan,
wat een kracht en welk' een 'zegen er
voor godsdienst en wetenschap heide en
dus voor onïe geheele samenleving moet'
uitgaan van de universiteit als centrale
bron, waaraan gevoed zullen worden zoo
vele personen, die eenmaal onder ons eene
leidenden plaats zullen innemengodge
leerden en wijs'g'eeren, rechtsgeleerden,
staatslieden en volksleiders, p.eneesheeren
en natuuronderzoekers, geschiodvorschefs
en leeraren.
De eigen universiteit moet. en zal ons
brengen die mannen en vrouwen, waaraan
wjj steeds mepr behoefte hebben: mannen
en vrouwen van wetenschappelijken zin,
tevens levend, en werkend uit ons heilig
geloof, mannen en vrouwen, die allen
des te beter vaderland en gemeenschap''
zullen dienen, naar gelang zij deze juister
zullen zien in het licht van Gods Waar
heid en \an zijne alwijze en a.lgoede
Voorzienigheid.
Mogen -wij dan, de waarheid houdend
in liefde, in allen deele opgroeien in
Hem, die ons hoofd is, Christus.
Is de oprichting eener katholieke hooge-
Bchool een belang, ja een eisch van onzen
heiligen -godsdienst en daarom voor uwe
Bisschoppen eène apostolische plicht, voor
U allen, Katholieken van Nederland, is zij'
tevens eene plicht van dankbaarheid. Rijk
dom van genade is de meest ernstige
vermaning om verder mede te werken
met Gods gaven.
Alles Wat -wij hebben en zijn, is een
geschenk van Gods Goedheid. Wij vlerge-
de- hand gevangen genomen."
„Ik verdedigde vrouwen, Voderen en
grijsaards, -die als wilds, b-'-^ten werden
achtervolgd.'-'
1 Nadat de president eenige woorden
fluisterend met z-ijn twee collega's, gewis
seld had, zei hij: „Voer den beschuldigde
weg, zijn zaak is beslist!"
Dat beteefcende, dal de macaws ter
dood was veroordeeld.
Verscheidene vrouwen en grijsaards,
wier zonen in liet lelger der Vendeërs ge
streden hadden, werden mede ler dood
veroord-eafd.
Het vonnis werd onmiddellijk uitgevoerd
het schavot moest in de gevangenissen
ruimte maken voor nieuwe gevangenen.
De heulen van Na,nies bonden' hun
slachtoffers twee en tw'ee aan elkaar en
wierpen hen daarna, in de Loire.
Die markies de Rocnoir hettoen het
zijn beurt was om gebonden té wo-rden,
behendig zijn hdrioge en beurs, in de han
den van zijn beul glijden en verkreeg daar
door, dat zijn handen vrij bleven onder
een 'schijn van boeien.
Wied'dra -dreeE men in boo len de Loire
Op'. Vele gevangenen, die niet wisien dat
men -hen ter dood leidde, ademden met
wellust de frissche riviierlucht in Hun
bloed-: stroomde veeil vlugger, z'ii begonnen
weer te hopen....
Plotseling werd eein teeken gegeven en
ailen werden in de rivier geworpen
Eenigen zonkein onmiddellijk in do diep
te en kwamen slechts bewusteloos boven,
anderen trachtten naar de boot te zwem-
ten het dikwijls. B. G., maar het brood,
dat wij eten, de dag-, dien wij leven',
het loon voor onzen arbeid, onze voor
spoed, de rust en vrede, die hier te
lande beWaard bleef het komt alles van
God.
Voegt daarbij den onwaardeerhairen
schat des gelóofs, dien waarborg van
geluk' in dit en het andere levende
vrijheid, die wij bezitten dit geloof te
belijden; de prachtige ontwikkeling van
ons katholiek vereenigingsleven, waardoor
de schat des geloofs hij U en uwé kinderen
zoo'n machtige bescherming vindt en
gij zult moeten erkennen, dat de verma
ning tot dankbaarheid jegens God, die
de Apostel aanhoudend voorhield aan de
eerste Christenen, te midden van zooveel
'gevaren en lijden, voor ons', Katholieken
van Nederland, geldt op zeer bijzondere
Wijze.
Dien dank' brengt gij ook aan God
door het steunen van allerlei goede wer
ken. Hoe stichtend is in de laatste, jaren
uwe zorg opgebloeid voor "de uitbreiding
van het Godsrijk' op aarde, voor het
missiewerk, waaraan gij niet slechts gel-
delii-ken steun verleent, maar waarvoor
gij uwe zónen en dochters bij honderden,
ja 'luizenden, 'hebt afgestaan.
Maar B. G., het Godsrijk' moet op
de eerste plaats bevestigd en uitgebreid
worden in het eigen land. Het machtigste
middel daartoe is het onderwijs, van ho
ven tot beneden doordrongen van echt
katholieken geest, en de onmisbare sluit
steen van dezen houw is de katholieke
universiteit.
Kunnen wij deze dus oprichten, dan ib
dat voor oïis onafwijsbare plicht.
Welnu, wij kunnen het, Gode zij dank.
De Staat gaf ons de vrijheiden de
stoffelijke welvaart en de verstandelijke
ontwikkeling van ons volk zijn beide
tot zulk eene hoogte geklommen, dat
wij in staat zijn hij ernstige inspannin'g de
lasten vaii eene universiteit, al zijn deze
nog zoo zwaar, behoorlijk' te dragen.
En zou de verwaarloozing v,an dien
plicht ow. niet dubbel zwaar drukken,
Waar eene protestantsche groep hier te
lande, niet half zoo talrijk als wij, Ka
tholieken, zich reeds sinds jaren het be
zit eener eigen universiteit wist te Ver
zekeren
Wij behoeven echter -gelukkig niet te
vreezen, B. G., dat gij uw plicht in dezen
niet voldoende zoudt heseffen. Uit tal
rijke uitingen is gebleken, dat het ver
langen naar eigen universiteit met oni
wordt gedeeld in alle kf(ng.n. Dit is
ons een bewijs, dat de overtuiging van
wat wij U hebben voorgehouden, al in
U leefde en dat het gewicht en de nood
zakelijkheid der eigen hoogeschool reeds
don» U werd beseft. Dit besef is ons
eene reden tot heilige vreugde, te mee.r
cmdat het een waarborg is, dat gij met
ons zult medewerken; en dan twijfelen
Wij niet ol onze en uwe verlangen»
kunnen en zullen verwezenlijkt worden.
Willen Wij dit echter in de naaste toe-
kbmst, bereiken dan zult gij U geen dogen-
blik ontveinzen, dat ernstige krachtsin
spanning en groote offers van noode zijn.
Op de eerste plaats doen Wij daarom
een beroep op uw gebed en zedeliiken
steun. Wii zullen gezamenlijke openbare
gebeden voorschrijven, want indien do
Heer het huis niet bouwt, werken de
bouwlieden te vergeefs. Gij zult niet na
laten uwe vurigste gebeden met de onze
te vereenigen, opdat de Heer ons werk'
zeg one. In dat gebed volhardend, mogen
wij vertrouwen, dat de goede God. die
zijne Kerk in ons vaderland zoo zichtbaar
mien, maar werden door de sabels der
beulen teruggedreven. Nog anderen zwom
men naar den oever, maar ook daar had
den andere beulen van Carrier post gevat,
die hen eveneens terugdreven en del stout-
miootligsLen m«t hun hun zwaarden het
hoofd Idiefden.
'Overal grijnsde hu,u do dood tegen.
De markies was een zeer beureven
zwemmer. Zoo dra men hem in de ivier
wierp, ontdeed hij zich snel' van zijn
boeiieln, en zijn kieederen, die los aan zijn
lichaam hingen.
Toen hij zag dat de dood heim overal
Wachtte; in de boot en asm den oever
kant, dook hij onder water opi de gie-
weerschoton te ontgaan en zwom naar
het midden der rivier.
Metn had hem echter op'ge'merkt. Een
schot werd op hem' gelost. Hij- bezat dej
tegenwoordigheid van geest, zich! te how-
den of hij getroffen was.
Hij dook en kwam vervolgens; u -er bo
ven en liet zich op zijn rug; voortdrijven,
waardoor zijn vijanden meenden, dat hij
doodelij-k gewond wast
Toen de m'arkiels zijn beiullon aldus, mis
leid bad, «n zij niet mfeer oJk hem ietten,
dook hij vopa' de derde maal en verwijder
de zich snel van de plaats, waar overal1
de dood hem tegengrijnsde;.
Maar zijn krachten waren door ver
moeienis en overspanning uitgeput, toen
hij eensklaps in die verte een boot zag,
die hem opnieuw vreees aanjoeg.
Zaten in die boot beulen, die hun,
slachtoffers onderzochten? Of waren het
beschermd en bijgestaan heeft, ook' in deze
zaak eene gunstige uitkomst zal geven.
Wij dringen er vervolgens met den H.
Paulns, op aan, dat gij onze vreugde vol
komen wilt maken door eensgezind te
zijn, eenzelfde lidfde hebbend, één van.
ziel en één van gevoelen, niets' willend
uit partijzucht of ijdele eer, niet lettend-
op uw eig'en belang. Wilt door vrede en
eensgezindheid de beslissingen uWer Bis
schoppen en daardoor uw eigen werk
steunen.
Naast geestelijke steun zult gij ook
stoffelijke hulp willen bieden. Mochten
wij verleden jaar Gode dank' brengen
voor de gelijkstelling van sta'atsriege van
het lager onderwijs, mogen het middelbaar
en het voorbereidend hooger onderwijs
rekenen op aanzienlijker rijkssteun, voor
het hooger onderwijs zijn wij nagenpeg
geheel aangewezen op eigen krachten. De
hulp van rijkswege is thans eene uiterst
geringe tegemoetkoming en de lasten Zn!-:
ïen dus bijna geheel op onze schouders
drukken. Zelfs als wij ons in de naast"
toekomst beperken tot drie- facul'feien,
die van de Godgeleerdheid, -die van da
Rechten en die van de Letteren en WijSJ
begeerte, zal uwe geldelijke hulp aanzien
lijk', zeer aanzienlijk moeten zijn.
Maar het verleden is ons een waarborg
voor de toekomst. Uit eigen middelen héb
ben onze vaderen in tallooze nooden van
godsdienstigen en maatséha.ppelijk'en aard!
voorzien. Gij hebt U kinderen getoond vin
den ouden stam, want het nog levend ge
slacht heeft in voorbeeldige milddadige
iheirl het lager onderwijs gesteund. JC»
Wat wij gedurende zoo'n langen tijd ver-'
mochten voor het lager onderwijs, zou
den wij dat niet vermogen v,oor het hoo-.
g-er? Ontheven van de geldelijke zorgen
voor de talrijke lagere scholen grooten-
deels' ook van die voor de middelbare
en de voorbereidend hoogere, dienen wij-
nu onze krachten vooral samen te trekken
op de ééne universiteit.
Wij vlagen U groote offers, omdat
wij weten, dat gij ze zult brengen. Offer
moed is ten allen tijde hét kenmerk
geweekt der katholieke Kerk. Injden en
offer hebben ons gereinigd en groot ge
maakt en het tijdelijk, stoffelijk offer
zal ons .geestelijk1 rijker maken, volgena
de goddelijke wet, dat hij, die zijn leven
verliest, het zal vinden.
Welaan, Broeders en Zusters in Chris
tus, die leeft in het rustige bezit van
den schat des geloofs, - waar duizenden
en duizenden nwe? vaderen dien met hun.
leien moesten verdedigen, daar zult gij
niet achterblijven om voor eene groot»
zaak van de aardsche goederen, waarover
gij slechts als rentmeester zijt aangesteld,
mede te deelen, teneinde de geheele ge
meenschap te sterken. Bedenkt hoe de
jonge Christenkerk blijde alles te zamen'
bracht om allen te steunen, die gered
worden tot hetzelfde leven.
Zijt gij met aardsche goederen geze
gend, geeft dan mild aan het universii
teitseommité, dat in uwe parochie is op»
gericht en zich binnenkort met de in
zameling der giften zal heksten; hebt!
gij nauwelijks meer dan het noodige, zon
dert daarvan iets af: gij kent immers het
Evangelieverhaal van het penningske dei
arme weduwe en nooit heeft eene beta
brook U beter gesmaakt, dan die, welk»
gij gedeeld hebt met nWen medebroeder.
Hebt gij zelf goud noch zilver, vergeet
dan niet te geven, wat gij geven kunt,
uw gebed, opdat onze katholieke uni
versiteit gebouwd worde door U allen,
niemand, ook niet de armste uitgezonderd-
Katholieken van Nederland, uwe Bis-
heldhaftige mannen, diei hun leven opof
ferden om -Je ongelukkige veroordeelden
te redden?
In die onzekerheid wilde de markies
de'zie boot. ontvluchten.
Ma,ar men had reeds opgemerkt. Op.
het «ogenblik, dat de krachten hem gin
gen verlaten, deed hij een laagte poging
on dook onder water. Toen hij weer boven
kwam, bemerkte hij,, dat eén der twee
mannen In -de boot eein kiuiisitie)eiten mvaictd
en den zeigen des hemels; over hem
afkiep,
Dat was de absolutie, di© men hem' gaf.
Gerustgesteld spande hij ziiu laatste!
krachten in en bereikte de boot, waar bij
mat liefde door den ,afge«ant van God
ontvangen werd.
Mat dToefiheid. in heit hart vernam hij,
'dat het Vend-eeische leger vernietigd was.
D|e «ude priester, wien hij z,ijn. naam
noemde, spoorde helm krachtig aan, naar
Engeland t0 vluchten.
„Uw naam", .z:éi hij; „is in Frankrijk
te- algemeen bekend, dan dat sjij. jn deze
oproerige lijden Ergens eenige rast zoudt
kunnen vinden. Vlucht en keel' later, alisl
betere tijden zullen zijn aangebroken, w-eei
naar het vaderland terug;."
Dte markiets volgde diotn raad op en
kwam na, tal van gevaren bfthoiruen. in
Engeland aan.
(Wordt vervolgd.)
.0 "tM ma.
CrLf
i