DAGBLAD VOOR ZEELAND
1 500 SSSS 1250 4,, 1150
175
f35
f 15
Eerste Ned. partfabriek
eleloon 189, Zaandam
HH. Landbouwers
w. SCHIPPER,
f nn bij verlies van
I DU een duim
DIVERSEN
at Q1, M i d d e I b u r gc
V
van
een Mof voet
een oog
van
een wijsvinger
van
een anderen vinger
FA.J. ELSENBÜRG
/SCHE COURANT
erlijke Stand.
[STAATSLOTERIJ
rrespondentie.
ÈINTJES
sche Courant
Nummer 117
Woensdag 25 Mei 1921
Zeventiende Jaargang
De Man van Canossa.
BUITENLAND.
DUITSCHLAND
BELGIE
FRANKRIJK
BILJART MONARCH
ENGELAND
l;oren werd, ter Directie og
liekjc afgeschreven f 120<>.
20—23 Mei 1921.
TRGr. Ondertrouwd: V\". An-
M. Boogerd, 25 i.* P. L.
121 J. en M. Labruvere, 21' j.;
|26 j. en F. Th. de Ruijtery
beun, 28 j. en P. A. I.. Bora-»
I J. Tjaarda 22 j. en N. P.
(3 j.
h Bosdijk, geb. Gemier, d.j
^n, geb. Simonse, d.; P. We-
Belzen, z.; W. Maizinger,
tg, d.T. Gast, ge. Bos-
E. Laban, gèb. Gakeer, d.;
pb. v. Schagen, d.; A. Puijpe,
gd, d.
N. BastLaanse, vrouw van.
fndse, 47 j.; H. Flissebuaije,
In 12—19 Mei 1921.
IgEN. OndertrouwdPieter
en Leuntje Jacoba van den
Jan Pot, 30 j. en Jannetja-
7 j.; Jan Jansen, 27 j. en:
lejan, 24 j.
Vdriaan Jacous, zi v. Ara*
rcq en Pieternella, de Jong;
|v. Hubrecht Kievit en Maatje
(Kr. Ct.)
i.ijst. Trekking van 24 Mei.
^61 13378 15548 15699 15755.
214 8707 9625 11482 20963,
404 3864 7879 8641 10837,
1290 6224 11313 14830 15155
(778 16262 17541 18346
luieren heeren correspondenten
't a.s. Donderdag de „Nieuwe
Courant" niet verschijnt.
Redactie.
Prijs: 30 cents a contant
UIVEREN HUIZEN. Hp^^dres tot
zuiveren vamTOuizen is thans
BESTSrt^P^sisingel 117, Goes#
leerd fabrieksmerk. Huisjwwttxeep,
Jteejwu, ffij&mi qualiteit,
3246-20
poor Zeeland
it- en Handelsdrukkerij
GOES
M
ten
.ouranten
mma's Wissel?
Tabel werken
rten, Dankbetuigingen
)pening. Reclamekaarten
iekaarten. Convocaties
rten Enveloppes
Servetten
ndrukken
/erken -r
-urreerend
noemde Drukwerken zijn
ons gaarne aanbevolen
Voorstad - GOES
Vastzittende, hoestprik-
kelende slijmen komen
spoedig los door
Mijnhardt's Anga-siroop
I
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Hoofdredacteur: J. W. V1 E N 1 N G S. Telefo°™
Bureaux van Redactie en Administratie: Westsingel, GCJEb
Telegram-Adres: Nizeco.
Bijkantoor: MIDDELBURG. Markt 1 en 2.
Telefoon 474
Directeur: JOS. VAN DE GRIENDT. Telefoon 207
Abonnementsprijs f 2.50 per drie maanden, f 0.20 per week,
voor Post-abonnés f2.90 per 3 m. Advertentiën v^n 1 tot6 regels
f 1.50, elke regel meer f 0.25, bij contract beduidende korting
-p
Al onze Abonnés zijn gratis verzekerd tegen ongevallen krachtens onze overeenkomst met „The Ocean and Guarantee Corporation Ltd." te Amsterdam, Rokin 151, en wel voor de hieronder vermelde bedragen:
Wegens den feestdag van H. Sacra
mentsdag zal de „Nieuwe Zecnwsche C»u.
runt" Donderdag 26 Mei a.s. niet ver
schijnen.
Zoo het waar is, dat de strijd voor de
verwezenlijking van een heerlijk ideaal
niet alleen hij don strijder zelf, maar bij
een ieder, die hem' gadeslaat in Jen strijd,
begeestering wekt, dan moet wel een hei
lig enthousiasme ons in de ziel varen,
wanneer wij, in gedachten in den loop der
tijden terugtredend, Paus Gregbrina den
Zevenden beschouwen in zijn reuzenstrijd
tegen vorstelijke willekeur en ongebonden,
heid van adel en clerus, teneinde zijn le
vensideaal te verwezenlijken: oen vrije en
reine Kerk Gods op aarde.
Het ia vandaag de feestdag van den
kardinaal-diaken Hildebrand, die den 29en
April 1073 met algemeene stemmen1 tót
paus gekozen, den naam Gregorius aan
nam, om dien te omstralen met een luis Gr,
welke hem maakte tot een der grootste
figuren der Historie en, wat meer, ja,
wat alles zegt, tot een heilige.
Den anti-clericalen is zijn naam een
doorn in het oog. „Wij1 gaan niet naar
Oanossa!" Met dien theatralen uitroep
etaleeren zij bij' voorkeur hun vijandigo
gezindheid jegens de Roomsch-Katholieke
Kerk en haar doorluchtig opperhoofd, den
Stedehouder Gods. Bismarck, de man der
beruchte Meiwetten van 1870, ging hen
hierin voor; koevele politiek groot- en
kleinheden volgden hem hierin na, wan
neer zij meenden een hooge horst te moeten
zetten tegen „Rome". Het zit hun dwars,
dat eenmaal eeh Duitsche keizer in het
boetekleed stond- voor den Roomschen
Paus, om vrijspreking te vragen .voor den
kerkelijken ban. Zegt niet de geschied
schrijver Giesehreeht: „Toen Hendrik IV
voor de poort van de bergvesting Oanossi,
in het boetehemd gekleed1, "tevergeefs
smeekte; tot den Paus te worden toege
laten, verbleekte de glans van het Duit
sche keizerschap?" 1)
En toch, valsche woordenpraal,"anders
niet! „Het was een aangrijpend oogen-
blik", zegt Joseph De Maistre, -„en dat
de stof zou kunnen leveren voor een im
posante schilderij, toen Paus Gregorius bij
zijn ontmoeting met Hendrik te Oanossa
(Januari *1077), met het Eucharistisch
Brood in de handen zich wendde tot den
Keizer en hem sommeerde te zWere.n op
zijn eeuwig heil, gelijk hij', de Paus hot
zwoer, dat hij nooit anders .gehandbld had
dan met een zuivere meening, God te 'die
nen en het geluk der volken te verzeke
ren". 2) Welnu, Hendrik "kon dien eed niet
zweren, omdat hij1 te Canossa niet kwatn
als boeteling, maar als politiek intrigant.
Hiji wist, dat hij den banvloek dubbel en
dwars had verdiend 3) en dat de eerst
komende Rijksdag te Augsburg hem' zou
vervallen verklaren van den troon. Dat
moest, kostte wat het kostte, voorkomen
worden en daarom huichelde Hendrik een
onderwerping "die wel uitscheen in zijn
kleederen, maar die niet voortkwam uit
het hart. 'Toen dan ook Gregorius den
keizer ontsloeg van de excommunicatie
onder voorwaarde, dat deze naar Augs
burg zou gaan om er het onderzoek m
zijn zaak af te wachten, ging ere valsche
monarch niet naar Augsburg, maar naar
Jjombardije, om zich aj[ar met 's Pausen
vijanden te verbinden tot een actie tegen
den Opperpriester, wien hif nog zoo pas
deling was nader getreden.
Zoo spreekt de Geschiedenis en dat is
het geheim van Hendriks gang llaar Ca
nossa. Van een verbleeken van den glans
van het Dmtsche keizerschap is Ven
sprake geweest en ook zou 'daar geen
sprake van geweest zijn, indien Hendrik
werkelijk als een boetvaardig en rouw
moedig smeekeling den Paus ware te vost
gevallen. Want dan zeggen' wij mef dir.
Knijper: „het boetekleed onteert den man
niet".
Doch de haat der anti-clericalen jeo-ens
den grooten Hildebrand schuilt minder in
het, gebeurde te Canossa dan wel in diens
onverschrokken houding 'tegenover het
vorsten-ahsolutisme, "dat onder de regse-
ring van Hendrik IV hoogtij vierde. De
aarts-anticlericaal Voltaire durft dan ook
van Gregorius VII schrijven: „de Kerk
heeft hem opgenomen onder het getal ba
rer heiligen en de wijzen hebben hem ge
plaatst onder het getal der gekken". 4)
■nedaax waartoe verblinde haat lieden ver
eert die zich „verlicht" wanen en er op
..jrij"-denker te zijn.
baat°C j onrtnuig oordeel van een Jbor
eensten^Waiasden geest valt we&
en nanp«fg r Yan kf, door tijdgenoot
benevelden bftiTxL*6, met den, °f"
verstand het leven J A °ah,ev'3Or00rf^d
"e daden van dezen
.wen* S Middeleeuwen besohou-
haren heiligen zoon Gregorius begroet 'in
zoo hoog gestemde bewoordingen van lof
en cere, als Zij maar zelden en bïj schier
geen enkelen anderen heilige gebruikt
„Door geleerdheid-, heiligheid en allerlei
soort van deugden boven alle anderen
uitstekend, strekte hij de Kerk tot won
derbaren luister". Zoo vangt de lectie
zijner levensgeschiedenis aan in de tweeds
nocturne. Dan wordt het getuigenis aan
gehaald van een zijher tijdgenooteu en
geestverwanten, den H. Petrus Dam i an na
(10071072), die hem noemt: „een rnaa,
even heilig als zuiver van meening in zijn
besluiten". Bij de vermelding van v.Mt
Gregorius deed- voor het herstel van de
Kerkelijke tucht, door den dubbelen kan
ker der simonie en van de ongebonden
heid van een deel van den clerus 5) aan
gevreten, verzekert "het Brevier, dat sinds
de tijden der apostelen geen paus gevon
den is, die zooveel arbeidde, leed en streed
voor de vrijheid- der Kerk els Gregorius
VII. Gewagend van den feilen strijd, dien
deze handhaver van de rechten der Kerk
en van God's ordonnantiën tegen Hendrik
IV en de met hem "heulende geestelijks
en wereldlijke grooten had te voeren, gaat
hePt Brevier aldus voort: „onder al die
omstandigheden bleef hij als een forsehe
athleet onverschrokken en plaatste zich
manmoedig voor de bedreigde muren van
het Huis van Israël".
De overlevering wil, dat verschillende
personen, Gregorius aan het altaar gade
slaande, zagen, hoe een duif kwam aan
vliegen, die met uitgespreide vleugels
bleef zweven "boven het hoofd van den
Opperpriester. Het Brevier, tic al- of niet-
geschiedkundige waarheid dezer overleve
ring in het midden latende, ziet daarin
echter' een schoon symbool van liet feit,
dat Gregorius hij het bestuur der Kerk
niet aoor de voorschriften der tnenscne-
lijke wijsheid maar door ie inspraken
van den H. Geest geleid wérd.
Er. als dan op het eindo het Brevier
Gregorius' zalig afsterven vermeldt in ct
dio immer gedenkwaardige woorden, die
den stervenden lippen des Pausen ontvlo
den: „de .gerechtigheid heb ik liefgehad
en het onrecht heb ik gehaat, .biyom
sterf ik in ballingschap", dan luidt het
zijn nagedachtenis uit met de waarden,
dat hij was: ",,vir vere sanctus"-, ,,ean
waarachtig heilig man"; „criminum vin-
dex", „de wreker der euveldaden"; „aoer-
rimus Ecclesiae defensor", „een allerdap
perst verdediger der Kérk".
Bij die gewijde stem der Kerk komen
zich vele andere, ook uit de profane we
reld, voegen. Lambert van Schafnaburg,
een geloofwaardig geschiedschrijver der
11e eeuw, zegt van Gregorius: „hij; was
een man, grondig onderlegd in de gewijde
wetenschappen en uitblinkend door alle
soort van deugden". 6) „Wat hij' met den
mond leerde, bracht hij ïn zijn gedrag tót
uitdrukking", getuigt van hem de kro
niekschrijver Otto von Ereisingsn. 7)
Fleury, allesbehalve eén vleier waar het
de pausen geldt, is eerlijk genoeg om- te
erkennen, dat Gregorius VII „een 'deugd
zaam man (was), geboren met een groote
geestkracht, opgevoed in streng^ klooster
tucht als Hildebrand' was Gregorius
een Bencdiktijnermonnik en vol van
ijver, om de Kerk te zuiveren van de smet
ten waarmede hij haar bevlekt Zag, voor
namelijk die der simonie en van de.in
continentie 'der geestelijken." 8)
Over Gregorius' levensarbeid oordeelt
ten slotte de geschiedschrijver Carlo De-
nina als volgt„de eenvoudige uiteenzet
ting der historische feiten toont aan, dat
het gedrag van dezen Paus .geen ander
Was als dat van elk ander verlicht en
karaktervol man in dezelfde omstandig
heden zou zijn geweest." 9) En de Neder-
landsche kerkelijke schrijver van onze da
gen, P. Albers S. J„ vat zijn oordeel over
Gregorius VII aldus samen: „een dei
grootste Pausen, een man der Voorzienig
heid, stond hij onwrikbaar en onversaagd;
bestreed, trots alle verzet van vorsten en
bisschoppen, de schending van het caeli-
baat, de simonie en de investituur met
staf en ring. Vertrouwend op God' bleel
hij' zijn groot werk doorzetten, zelfs toen
de .heiligste mannen wanhoopten aan' dé
uitroeiing van het diep ingewortelde
kwaad". 10)
Gregorius was vóór zijn kardinalaat Be
nedictijn wij zeiden het reeds met een
enkel woord en abt van Monte-Cassino,
de bakermat en moederabdij' der "Benedik-
tijnerorde. Ongeveer*aéhthonderd jaren'ia-
ter, in 1868, overnachtte de even vrome als
geleerde apologeet Franz Hettinger als
gast in Monte-Cassino. Het was een heer
lijke nacht zoo beschrijft hij in zijn:
„Aus Welt und Kirche" zoo als alleen
Italië die geven kan. Ik ging nog niet te
bed, maar wierp het venster mijner cel
open en zag naar buiten, waar aan den
diy> donker-hlauwen hemel de sterren
fonkelden in ongekenden luister. En dan
dwalen de gedachten van Hettinger af en
gaat hij aldus voort:' „hoe. vaak heeft 'niet
weleer Paus Gregorius VII naar die ster
ren opgezien, toen hij' in zijn reuzenstrijd
tegen Hendrik IV en de mét hem verbon
den verwereldlijkte bisschoppen en l'affen
hof clerus 'een toevlucht zocht hij' zijn
vriend en geestverwant, den abt Dssi-
derms. Gewis hebben zij' hem moed in Ie
ziel gestort, want hij wist waarom het
ging: om de bevrijding der Kerk van de
l ketenen van het Staatsabsolutisme en zoo
doende om de zegepraal van goede zeden
en tucht over losbandigheid en hei.deit-
schen wellust, om het récht des geestes Lo
ven dat van het ruwe geweld'. En daar
om kon hij- in het jaar daarop dan ook
stervend te Salerno peggen: „ik 'heb de
gerechtigheid liefgehad en het onrecht
gehaat en daarom sterf ik in ellende". Dia
macht temidden van schijnbare oamaclit,
die kracht hij alle uiterlijke zwakheid',
dat geloof aan 'de onverwoestbare levens
kracht der Kerk, ook ddaar .waar alles
haar dreigt te ontzinken, is zoo iets
groots, zoo iets oneindig schoons, zoo iets
hegeesterends en verhevens, dat hoc e n
ieder die erover nadenkt, als met geweld
tot navolging trekt/In dien nacht heb ik
dat alles overwogen en mijn gelofte aan
God vernieuwd". 11)
Zoo begeestert nog de Man van Caujssa
de kinderen van onzen .tijd. „Als een zon
scheen hij in het huis van God", zegt het
Brevier. Nog is die zon niet ondergegaan,
haar licht niet gebluscht, haar £>-loed niet
gedoofd. En' ook in onze dagen, geken
merkt door een niet minder feilen kamp
dien Gods Kerk heeft te voeren tegen dan
geest des Afgronds en zijn trawanten:
ongeloof en zedenbederf, zich aandienend
onder het mom eener nieuw-heidenscha
cultuur, bezielt het voorbeeld van Grego
rius VII alle oprechte kinderen der Kerk
tot heerlijke levensdaden van .offervaar
digen moed voor het herstel van Chris
tus' geest in de wereld' en de overwinning
der Kerk over ai haai vijanden.
Voor den strijdbaren Katholiek is dan
ook telken jare de 25e Mei de hij uitstek
aangewezen dag om hem, met Gregorius'
heldenfiguur voor oogen, aan zijn christen
plicht te herinneren.
1) Kirchengeschichte III. s. 393.
2) Du Pape, livre II, art. 2.
3) Dit blijkt o. a. uit een brief van
Hendrik's moeder, Agnes, aan bisschop
Altman van Passau.
4) Essai sur l'histoire générale, lom.
HI, chap. 46, p. 44.
5) Deze ongebondenheid- bij hoogere en
lagere geestelijken werd zeer in de hand
gewerkt door 'het misbruik, dat wereld
lijke vorsten kerkelijke ambten van bis
schop, abt enz. konden vergeven door de
symbolische overreiking van staf en ring,
de z.g. investituur, waartegen Gregorius
VII met kracht te velde trok. Door dot
misbruik kreeg de kerk tal van onwaard!-
gen lot herders en Voorgangers.
61 In zijn jaarboeken: anno 1071
1076.
7) In zijn jaarboeken, anno 10,73.
8) Disc. 3 sur l'hist. ecclés. no. 17 en
4e disc. no. 1.
9) Rivoluzione della Germania, torn: II
c. 5. p. 49.
10) Handhoek der Algem. Kerkgesch.
D. II "blz. 11.
11) Ram und Italien, s. 373.
De Duitsche rijkspresident heeft Dr.
Rosen, tot nog toe gezant in den Haag,
benoemd tot rijksminister van buiten-
landsche zaken en den rijkskanselier van
de waarneming van "dit ministerie ont
heven.
De benoeming van Dr. Rosen wordt
door de geheele 'Duitsche pers met sym
pathie ontvangen.
De nieuwe .minister van buitenland-
schc zaken is 65 'jaar. Een groot deel
van zijn leven heeft hij als diplomaat
in het buitenland vertoeft. In 1910 afe.rd
hij gezant te Boekarest. In 1912 ging hij
naar Lissabon. Daar bleef bij tot Portugal
in oorlog ging in 1916 en werd vervolgens,
daar Von Kiihlmann tot staatssecretaris
was benoemd, Duitsch vertegenwoordiger
in Den Haag.
De Duitsche regeering had het, Zooals
bekend is, dusver niet nuttig geacht, in
weerwil van alle tot haar gerichte ver
zoeken, om de Duitsche tegenlijst van
vijandelijke oorlogsmisdadigers te puhli-
eeeren.
Juist op het tijdstip, dat' te Leipzig
het proces tegen de Duitsche oorlogs
misdadigers 'is begonnen, wordt nu van
particuliere zijde een Duitsche tegenlijst
gepubliceerd. Zij is samengesteld uit offi
cieel materiaal met verklaringen onder
eede van krijgsgevangenen en bevat' de
namen van ruim 400 Geallieerde oorlogs
misdadigers.
De entwapening.
BERLIJN, 24 Mei. De Beiersehe mi
nisterraad zal heden hijeen kómen ter be
spreking van de kwestie der burgerwacht.
De voorbereidende werkzaamheden te de
zer zaak zijn onafgebroken voortgezet.
Gisteren is de landdag weer hijeen
gekomen. De voorzitter las een verkla
ring voor yan den minister-president, in
houdende, dat de aangekondigde mededee-,
ling over de uitvoering van het ultima
tum nog niet kon plaats hebben, wijl de
premier nog berichten uit Berlijn wach
tende was.' (Msh'.)
DUITSCHLAND EN FRANKRIJK
Do actie der vrijseharen
tegen de Pooische opstandelingen niet
zonder succes ondernomen, heeft in Frank
rijk 'groote opwinding veroorzaakt.
Briand die sedert Zaterdag buiten Pa-
rjjs vertoefde, keerde daarom '5 uur n.m.
terug, had een onderhoud van twee uur
met Berthelot en nam kennis van een
telegram van Lerond, meldende, dat de
Duitsche aanval Zondag was opgehou
den ten gevolge vnn den collectieven
staj: der geallieerde commissie. In weerwil
van deze bevredigende resultaten, achtte
de Fransche premier een rechtstreek
sche interventie der geallieerde mogend
heden bijde Duitsche regeering noodza
kelijk. Na Loncheur te hebben ontvan
gen na diens terugkeer uit Brussel
waar hij blijkbaar met de Belgische re
geering over den toestand heeft gecon
fereerd ontbood Briand den Duitschen
gezant op de Quai d'Orsay. Na een onder
houd van 20 minuten verliet. Mayer
ministerie met een nota in de hand, welke
Briand hem blijkbaar had overhandigd.
Omtrent het onderhoud wórdt een vol
komen stilzwijgen in acht genomen, maar
het valt niet te betwijfelen of de Fran
sche minister-president spoorde Mayer
aan, om zijn regeering uit te noodigen'
voor goed een einde te maken aan de-
aanvallen in Opper-Silezië, indien zij
zich niet aan vergeldingsmaatregelen der
Entente wilde blootstellen. Naar men
meent, werd te Londen bij den Duitschen
ambassadeur eenzelfde stap- gedaan, ten
einde aan het verzoek nog meer klem hij
te zetten.
De Duitsche betalingen.
De Fransche minister voor de bevrijde
gebieden, de heer Loueheur, is te Brussel
aangekomen, waar hij een twee-urig, on
derhoud heeft gehad met de Belgische
ministers van huitenlandsche zaken en
financiën. Jaspan en Theunis.
De drie ministers hielden zich bezig
met de finaneieele maatregelen welke ge-
nomen moesten worden in verhand met de
a.s. stortingen door D'uitsohland.
De spoorwegstaking.
Naar uit Brussel wordt gemeld, beslo
ten de leiders van het nationaal (soeia-
l'stlsche) syndicaat van spoorwegwerklie
den, de aanbieding van de regeering pe
weigeren en aan hun eischen vast te
honden.
Van onmiddellijke staking schijnt even
wel op het oogenblik nog geen sprake te
zijn, daar de leiders willen blijven onder
handelen om tot inwilliging hunner eischeh
te komen. Toch blijft men op alle onvoor
ziene gebeurtenissen voorbereid.
De kWcstie van herspel..
De Msb.-redacteur bericht uit Parijs
het volgende:
Do „Temps' 'weet nog tal' van bijzon
derheden mede te deel'en, omtrent dej wijze,
waarop de commissie voor herstel' is ge
komen tot de vaststelling v,an het totaal
cijfer van 132 milliard gouden marken.
De kwestie van het accoord van Parijs
Was feitelijk van de baan, doordat zulk
een accoord noodzakelijkerwijze slechts
een eenzijdig karakter had en van zelf
te niet werd gedaan, zoo de tegenpartij
het accoord niet aannam. Dit accoord
is te Londen door Duitschland geweigerd.
Ook het accoord van Londen is om de
zelfde redenen nooit werkelijkheid gewor
den.
Er blijft dus niets anders over dan het
vredesverdrag van Versailles na te volgen
en door de commissie voor herstel1 den'
betalingsstaat te doen vaststellen, die
voor Duitschland krachtens de ondertee-
kening van het vredesverdrag bindend is.
Te Londen is aan de commissie voor
herstel gevraagd, de cijfers van het ac
coord van Londen te onderzoeken en die
om te zetten in een heslissen, die krach
tens de uitvoerende macht, aan de com
missie voor herstel gegeven, bindend zal
zijn. De commissie heeft de cijfers van
het accoord van Londen slechts haastig
kunnen onderzoeken en heeft ook nog
enkele wijzigingen daarop aan de groote
mogendheden voorgesteld. Ten slotte is
het resultaat van die beweging als beta
lingsstaat van Duitschland gevordefd.
Wat nu betreft het deel, dat Frankrijk
toekomt en het totaal' der Duitsche vér-'
plichtingen, daaromtrent heeft de com
missie geen aanwijzingen te geven. Het
verdrag maakt uit, dat de werkzaamheid
van de commissie voor herstel niets an
ders is dan het vaststellen van het totaal
en dat het deel, dat aan iedere mogend
heid moet worden toegekend, moet worden
vastgesteld door de mogendheden zelf
door een overleg, dat tevpren moet heb
ben plaats gehad.
Men zal zich herinneren, dat die ver
houding werd vastgesteld te Spa en dat
toen aan Frankrijk 52 pet. werd toege
kend.
Mgr. Ceretti.
Volgens mededeeling van 'de „Croix" is
het zoo goed als zeker, dat Mgr. Cecctti
AMSTERDAM N. Z. VOimBURGWAL 177
TELEPHOON 26»T) N.
OPGERICHT 1844.
Steeds m voorraad]:
fijne Belgisch# Biljartlakens, prima
ivooren Balletf, Tafel-Biljarts, Tafel
kegelspelen,. Öam-, Schaak-, Tric-Trac-
spalen, enjt. 3232-20
bij zijn komst in Parijs bekleed zal woy
den met alle waardigheden, die ook vroe
ger aan den vertegenwoordiger van Idcni
H. Stoel toekwamen. Het vraagstuk om
trent "t dekenaat van 't corps diploma
tique heeft een onderwerp van bespreking
uitgemaakt, die een oplossing doet ver
wachten in gunstigen zin voor het Vati-
caan.
De Ierseke verkiezingen.
De vorige week reeds meldde de Msb.^
dat de Valera, aan een man van de
„Chicago Tribune" had verklaard, dat de
verkiezingsstrijd het felst' in het Noorde
lijk gedeelte van Ierland en Ulster zou'
gevoerd worden.
De Londensche Msb'. -redacteur schrijft'
neg over deze vprkiezingMa
„Dinsdag 24 Mei. zullen de verkiezin
gen plaats hebben. Zij zullen feitelijk all
leen voor N.O. Ulster verkiezingen mogen'
genoemd Worden, daar voor de overige
graafschappen, d.i. voor vier-vijfden van!
Ierland het resultaat vooraf bekend is.
In N.O. Ulster, neemt de opgewonden
heid merkbaar toe. Overal wordt er drnH
aan „vlag-zwaaien" gedaan, zooals de tyJ
pisehe uitdrukking in de Iersehe bladen'
is. Honderden mapifesten op de muren'
en in de kranten verkondigen dat nut
vrede en voorspoed overal zullen heer-
schen
De Ulster Unionist is een „vechter"
zonder veel' scrupules, en hij' bekommert
er zich niet veel om, of zijn geestverwan
ten zelfs handtastelijk' optreden tegenoveg
diegenen, die het Wagen andere gevjiB-
lens er op na te honden, dan die der
Unionisten-clubs en Orangel'oges. Belfast
heeft reeds hare honderden „Specials" 1)
Sir Nevil Macready, de opperbevelheb
ber der troepen en van 3e politie in'
Ierland, heeft een order uitgevaardigd'^
waarbij het schenken van sterke drank'eiS
op de dagen der verkiezing ten strengstd
-mrboden wordt. Tevens is' het verbód'
dat de markten en' de kermissen in da
districten van Tipperary en Cashel af
schafte, opnieuw van kracht geworden.
Intimidatie is nu een gewoon iets' ge
worden in Ulster.
Belfast heeft zich' slecht voorbereid!
voor zulk een ernstige gebeurtenis als!
het in-het-leven roepen van een afzonder
lijk parlement is en wij vreezen een fiasco
in dien dit parlement niet gebaseerd zal
zijn op de Verzoening en de verdraagzaam
heid van minderheden)
1) „Specials" zijn de tijdelijk aange
stelde stedelijke politieagenten, uit Unio
nisten-clubs van Belfast als vrijwilligers
gereeruteerd.
Sinu Fein.
Volgens een officieele mededeeling zijn
de verliezen, in Ierland' geleden in de
week, welke 16 Mei eindigde, de zwaarste
geweest, die sedert 1916 voorkwamen.
Verder wordt gezegdOngetwijfeld was
de aanval, welke op den dag na de ver
kiezingen voor de nieuwe Home Rule par
lementen op de strijdkrachten van dis
Kroon werd gedaan, het gevolg van een
vooraf beraamd plan, om een betoo-jjng
te geven van Sinn Fein's politieke kracht
en van zijn macht, om gewapenderhand!
weerstand te blijven bieden aan het gezag
dei' Engelsche wet. In gezegde week vie
len aan de zijde van militairen en politie'
55 slachtoffers, waaronder 23 dooden. In
dezelfde week hadden 52 aanvallen op
posttreinen plaats, 14 met het' doel wa
pens buit te maken, 'en 9- aanvallen op
bureaux. In deze laatstgenoemde aanval
len maakten de Sinn Feiners in totaal een:
som van ruim 10.000 pond buit.
De méthoden van den uitersten vleugel
van. Sinn Fein zijn opnieuw gebleken üis'
de afschuwelijke misdaden op het einde
der vorige week. In een geval was het
slachtoffer van Sinn (Fein een invalide,
op wien 's avonds gevuurd' ward! en die
gewónd werd-. Hij" werd in een ziekenhuis
opgenomen. Zondagmiddag wandelden:
twee niet vermomde jongelieden met ten:
herrie het ziekenhuis binnen, namen den
invalide van zijn bed- en droegen hem op
d® berrie naar buiten, waar zij 'hem dood
schoten.
Sedert Zaterdagavond zijn er Veer ze-
ven_ personen gedood-, waaronder f wee mi
litairen en een politieman. 1