Tweede Blad
tigheid
fL, GOES, Tel, 115
»CHE COURANT
ITJE8
1VERSEN
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
u w-
Mijnhardt's
inuw-tabletten,
iroeimachii
lines en
fbinders.
'VERBAAR.
nsverzekering-
iaatschappij
|N IJ M E G E N.
tgang 3235-40
Een Maria-legende.
FEUILLETON
De stem des Gewetens.
UIT DE PERS.
Voor de Keuken.
Voor onze vrouwen.
Gemengd Nieuws.
—m—
10 cents a contant
IEN HUIZEN. Het ad
zuiveren jvaMEfoÉaii
ITest-
Pils, Likeur erv Wijjiy-
|n huis be^öi'g#fê^'en
de Hond,
«gemeen. Het beste
lijdingsmiddel is een
Ir. 1127-19
geven een heerlijke
Ite, en nemen slape-
Jieid, gejaagdheid en
(waehtigheid weg,
k. 75 et. 3 k. f2.15.
Apoth. en Drogisten.
tsht, ^mlk-28
taal in de jaren
f 1.555.800,-
f 2.590.300,-
f 3.180.700,-
n f 15.000.000,-
w
Een oude afgeleefde straatzanger
liep langs den Ouden Rijn. Zijn
kleederen waren hier en daar ge
scheurd en zijn schoenen zoo goed
als versleten. Zijn bleek uitgeteerd
gezicht, zijn magere handen gaven te
kennen dat hij werkelijk armoe leed.
Zonder een cent op zak, waagde hij
de reis naar Mainz, in de hoop daar
zijn levensonderhoud te vinden. Vroe
ger was hij z'n gevierd zanger, maar
reeds lang waren de dagen vervlo
gen waarop ieder concertliefhebber
hem kende. Niemand zag nu nog
naar hom om. In treurige gemoeds
stemming, niet wetende wat hem te
wachten staat, vervolgt hij zijn weg.
Terwijl hij over zijn dieptreurigen
toestand nadenkt, hoort hij in een
nabijzijnd kapelletje den Angelus
luiden.
Aanstonds richt hij zijn schreden
er heen, en weldra treedt hij een
klein, maar rijk versierd Maria-hei-
ligdom binnen. Hij nadert een altaar
waarop een prachtig gepolichromeer-
de beeltenis van O. L. Vrouw zijn
aandacht trekt.
Niet alleen kroon en diadeem, die
het sclioone beeld sieren, maar zelfs
de sandalen zijn van het fijnste goud
vervaardigd.
Door een aangenaam voorgevoel
gedreven, nadert hij de Madonna. De
grijsaard knielt neer en stort vol ver
trouwen z'n hart uit. Hij klaagde al
weenende z'n nood aan de Moeder-
Gods „Hulp en troost der bedroefden
„Heilige Maagd, Moeder van mijn
„Verlosser, hebt gij toch tenminste
„medelijden met uw armen dienaar
„in vréugde en droefheid heb ik
„steeds uw lof in m'n gezangen ver
kondigd. Gij weet hoe een ieder mij
„nu veracht, en hoe men mij overal
„uitlacht en verjaagt."
Na die bede overstelpt hem 'n in
nig gevoel van vertrouwen: een in
wendige stem sprak hem moed in en
beloofde hem hulp en hijstand. O!
hartelijk dankMoeder" van Jezus
Christus hartelijk dank!"
En ziethet beeld der Moeder-Gods
beweegt zich, het schijnt te leven en
laat een gouden sandaal voor hem
neervallen.
„Neem" zoo sprak de Koningin des
..Hemels: neem dit geschenk".
Daarop verliet de oude man de
kapel. Nu kent hij geen ellende meer,
z'n honger is gestild. Hij bidt, weent,
lacht en bedankt de Moeder van
Christus. Daar nadert hij Mainz. Hij
wil de stadspoorten binnentreden,
doch de wacht roept hem toe: „Halt
zwerver! Wat hebt ge daar! Wie heeft
je dat geschenk gegeven?" en ter
stond ontneem* men hem z'n schat
van Maria ontvangen. „Spreek! waar
hebt ge deze gouden sandaal gestolen?"
De arme grijsaard vertelt het wonder
baar feit: doch niemand helaas wil
daaraan geloof hechten. „Neen" roept
de toegesnelde menigte: „Gij hebt
het gestolen in gindsche kapel!"
De arme zanger beweert te vergeets
dat hij het van de H. Maagd zelf ont
vangen heeft en men werpt hem in
de gevangenis: ja, men wil hem zelf
tot den strop veroordeelen. Het volk
wil hier kort recht en de boosdoener
wordt naar de strafplaats heêngeleid.
Maar eerst moet hij z'n schuld in de
kapel, waar hij z'n heiligschennis be
dreven heeft, bekennen.
Daar wordt hij heengevoerd en
f oor dc voeten der H. Maagd zingt
hij een zijner schoonste Maria-liederen.
Welk 'n harmonieuse stem doet
zich daar hooren: hij noemt Maria
„De bloem van het hemelshof; „Roze
„des hemels" en hij smeekt: „Aan-
,,vaard m'n lofzang en moge ik wel-
„dra m'n zang met die der Engelen
paren".
(door JENNY)
4) v
Sinds lang kwellen mij sombere voor
gevoelens en denk ik mij' mijn einde aan
staande. !Wat hiervan rij, mocht do Voor
zienigheid nog gedurende dezen overtocht
mij tot zicli roepen, dan wensch en ver
trouw ik, dat gij de wilsbeschikking, z'nlt
nakomen, die ik u thans opdraag. Jk
draag een schat bij mij, die) indien ik' ster
ven mocht, bestemd is voor mijn beide
indören. Wilt gij hun dien brengen. Zeg
rm, dat ik hen heb liefgehad en als
nnh ?0edj vader beb gezöI'gd voor een-
onbezorgde toekomst."
He stem van den Hollander beefde,
en toen ik hem beloofde, zijn wil t vci-
nwenen' slonden hem de tranen in de
mugen.
Itij nam het kleine houten crucifix,
dal hoven mijn bed hing, van don snik
ker, reikte het mij over en sprak Aivi
vorens fcfin nalatenschap te'löonem
z woer bij dit beeld, dat gij mij laatston wit
zult volbrengen.... „Ha! ik ia
ik (Zwoer opi het heilige kruis!....
Toen Wovermann mijn eed gehoord had
scheen hij rustiger; hij hing het kruisbeeld
weer aan den wand en kwam hij mij zit-
Het volk is buiten zich zelt van
bewondering.
't Is als hoort hot een wonderbaar
Engelenkoor: reeds gaan er stemmen
op: „Zulk 'n zanger mag niet „ver
oordeeld worden. „Maar de beul eischt
z'n slachtoffer op. „Lang genoeg hebt
ge gezongen", sprak deze: „beleid je
schuld hier in deze kapel misdreven".
De ongelukkige grijsaard schijnt
het niet te hooren. En ziet'n hemelsch
licht omstraalt hem: lichtbundels
komen uit Maria's oogen en omhullen
hem in een lichtwaas: z'n zilveren
lokken zijn als diamanten. De aan
blik van Maria schijnt hem te zeggen:
„Wat vreest gij onder mijn hoede"
en zij lacht hem bemoedigend toe.
Op eens laat Maria ook haar tweede
sandaal vallen, ten aanschouwe van
het volk. Een overstelpend' gejuich,
een vreugdevol Hosanna weerklinkt
door de kapel. Geheel het volk wil
dezen man zien en een ieder roept:
„Het is geen dief, het is 'n heilige!"
Triomfantelijk leidt men hem van de
kapel, de stad Mainz binnen. Elk in
woner wil nu den bevoorrechte en de
geschenken van Maria zien: ieder wil
hem eeren, hem huisvesten. Zij die
hem hebben beleedigd, vragen ver
giftenis, elkeen houdt hem voor 'n
heilige, die voortaan de stad bescher
men zal. Tot heden toe vertoeft iedere
arme, 'n oogenblik in de kapel: bidt
en droomt van de gouden sandalen
van de H. Maagd Maria.
Een Fransehuiaii «ver de
schold aan den oorlog.
Eenigen tijd geleden aldus! de Tijd, publi
ceerde George Demajtial. Fransch beambte
en officier van het legioen van Eer,
samen met Ch. Gide, (den Parijschen hoog.
feeraar, van wiens jongste redevoering-
te Tives wij gisteren melding maakten)
en M. Morhardt, stichter van do Fransche
erceniging voor critiscbe en documen-
hetEngelsche tijdschrift „Foreign Affairs"
een artikel over .schuldkwestie. Deze be-
schouwing is thans belangrijk aangevuld,
in Duitsche vertaling als brochure onder
den titel: „Die Schuld am Kriege, die
Yaterlandsliebe und die Walrrheit", hij
Hans Robert Engelmann te Berlijn ver
schonen. Lujo Brentano .schreef er een
voorwoord bij. De Duitsche geleerde wijst
er op, dat de leugenachtigheid, waarmee
de oorlog gevoerd werd, de geschied-
vervalsching, waarop het Verdrag van
.Versailles gebaseerd is en art. 2.31 van
dit Verdrag, dat Duitschland en Zijn bund-
genooten tot de eenige schuldigen aan
den wo-rlog stempelt, ook die kringen
met toenemende verbittering vervult, die
van den beginne at den oorlog veroordeeld
hebben, niet alleen in Duitschland, doch
overal waar waarheidslievende rpensehen
te vinden zijn.
Hiertoe moet ook Georges Demartiai
gerekend 'worden, die in zijn brochure
bijzonder scherpe critiek op art. 231 van
het Vredesverdrag uitoefent. „Als er ooit
een vrede gedicteerd word, als ooit een
vrede hard en vernederend voor den over>
wonnene was, dan was het de vrede van
Versailles. Waarmee heeft raeu dezen
vrede gerechtvaardigd? Steeds weer en
kel en alleen hiermee, dat de overwin
naars in geen enkel opzicht voor den oor
log verantwoordelijk zijn. Geen menseb
in Frankrijk kent den waren stand van za
ken en van de door de Duitsche vredes-
delegatie aan de Vredesconferentie overge
legde diplomatieke documenten inzake den
oorsprong van den oorlog zijn de Fran-
schcn op het oogenblik nog even onkun
dig als bijv. de Eskimo's".
Demartiai wijst er op, dat in de geschrif
ten der Entente omtrent het uitbreken van
den oorlog nooit sprake is geweest van
Rusland. Dit opzettelijke verzuim is van
de grootste beteeken is, daar de Entente al
leen hierdoor haar bewering kan volhou
den, dat zij aan het uitbreken van den
oorlog geen schuld heeft.
„Duitschland verklaart door de Russi
sche algemeene mobilisatie, welke „oor
log beteekende" tot den oorlog to zijn ge
dwongen. Men heeft de Duitsche regee-
ring voor de voeten geworpen, dat dit
een leugen is, daar do ÏZaar op 1 Augus-
tusschen aan den keizer telegrafeerde:
„Mobilisatie beteekent nog niet oorlcg."
Dit lijkt een redelijk argument, doch men
^.Nu zal ik Aijn schat laten zien".
Zij hij. Bij die woorden begonnen mij(,i
mnden Zoo te trillen, dat ik ze onder
tafel verborg, opdat Wovermanti het niet
zien zou. Hij maakte zijn kleed los
en haalde den gouden keten over het
hoofd waaraan liet taschje was vastge
hecht. Hij opende het en liet de diamanten
op de tafel vallep.
Het was oogverblindend!
Er waren twaalf steenen, waarvan de
kleinste nog een aanzienlijk kapitaal ver
tegenwoordigde! Als Jiêt nu nog kleine
juwelen geweest waren, zooals men ze
ie Goa verkocht, zou ik aan niets gedacht
hebben, doch deze prachtige diamanten,
die meer fonkelden dan alle sterren aan
liet firmament te zinnen, brachten mijn
hoofd in de war. Nog eenmaal' kwam
het goede in mij boven en ik sprak met
zulk een trillende stem, dat de Hollander
mij verschrikt aanzag
„Berg die steenen wog, Wovermann!
Berg ze weg, spoedig!" i
Thans begreep de Hollander als bij
intuïtie, wat er gebeuren zou, want als
(een gierigaard schraapte hij de diamanten
hij elkaar en deed zo haastig inhet
lederen zakje.
Nu wist ik, dat ik' de juweelen nooit
meer zou zien, dat ze voor altijd voor
mij verloren waren, als ik er mij niet,
't kostte wat 't kostte van meester maajk-
Auoet hierbij rekening houden met de oti
derhandelingen, die het Russisch-Fransche
verbond tot resultaat hadden. Op grond
van art. II der militaire conventie ver
plichtten de beide mogendheden zich on
middellijk te mobiliseeren, wanneer een
der leden van den Driebond tot mohilisatio
overging. ,Wat dit beteekende, blijkt uit
het onderhoud tusschen den Tzaar en
generaal Boisdeffre (Geelboek over het
Fransch-Russische Verbond No. 71). Ge
neraal Boisdeffe zei tot den Tz-aar; „Mo
bilisatie is /oorlogsverklaring," en de
Tz'aar antwoordde hem: „Dat is precies
mijn opvatting."
.Demartiai verzeker!, dat bij de ingewij
den in dit opzicht niet de geringste twij
fel bestaat. Voorts haalt hij het feit aan,
dat de Russische minister Sasonow needs
op 25 Juli verklaarde, dat Rusland, wan
neer het van Frankrijk'» steun verzekerd
was, niet voor hel risico van den r.oilog
'zou terugdeinzen, en dat do gevraagde
belofte van steun op 29 .Tuli gegeven en
den dag daarna herhaald weril. Doordat
de heer Viviani Rusland Frankrijk's
steun beloofde en zijn mobilisatie niet te
gen ging, heeft hij zijn volle aandeel in
de verantwoordelijkheid voor het uitbre
ken van den wereldoorlog op zich geno
men." De scKrij'ver geeft verder te kennen,
dat men moet aannemen, dat do Duüsch'e
regeering werkelijk om de reden, die zij
aanvoerde, n.l, onder den dSvang der
op 29 Juli afgekondigde Russisch©
mobilisatie tot den oorlog besloten heetl.
Van Fransche zijde is betoogd, dat Fran
krijk's eer het noodzaakte, zijn vei'Iionds1
plichten ten opzichte van Rusland na 'te
komen. 'Demartiai stelt tegenover deze
opvatting het argument,, dat het Rus
sisch-Fransche verdrag volgens den tekst
zuiver defensief was. Naar de meening
van den schrijver zou het niet eerloos ge
weest zijn, Rusland te zeggen, dat ran-
krijk niet zou mobiliseeren, wanneer Rus
land eerder tot mobilisatie overplus dan
Duitschland.
Het door de Fransche regeering gege
ven hevel, om tijdens -de critieke dagen
voor het begin der vijandelijkheden 10
KM. terug te .trekken, acht Demartiai een
„doorzichtige truc." Deze listigheid moest
Engelgnd, volgens Viviani's' verklaring,
van Frankrijks vredelievendheid overtui
gen, doch zij maakte in Engeland geens
zins den gewensebten indruk. Toen Sir
Ed'ward Grey op 3 Augustus in het Lager
huis (O-ver den toestand sprak, zeide hij:
„Dit kan ik met de grootste stelligheid
verklaren: wanneer Frankrijk' zich in
den oorlog ziet meegesleept, dan is het
Wegens 2ijn formeel- bondgenootschap mei
Rusland."
Viviani verklaarde in het procos-Cail-
lajux, dat het niet door de schending der
Belgische neutraliteit was geweest, dat
Engeland in den oorlog was gegaan; En
geland zou zich ook zonder deze schen
ding aan de zijde van Frankrijk hebben ge
schaard. Daarentegen zeide Clèmenceuu
op 25 Septemehr 1919 in zijn groote Ka-
mm'ede-over bet Verdrag van Versailles;
dat de schending der Belgische neutraliteit
Engeland tot ingrijpen had gebracht. Om
trent deze kwestie bestaat dus- in de opvat-
tnig van twee Fransche staatslieden, die
een leidende en verantwoordelijke positie
bekleedden, een pijnlijke tegenstelling, dia
dringend opheldering behoeft. Het is dug
inderdaad, "zöoals Poincaké in de „Revue
des deux Mondes" gezegd heeft, dat de
meest gewaagde onwaarheden omtrent den
oorlog gedrukt worden. Het gaat er nu
jslechls om. besluit Demartiai, eindelijk
te weten, aan welken kant deze onwaarhe
den verkondigd worden.
Stokvisch gehakt.
Men neemt de schoongemaakte
stokvisch en weekt die op de kachel
in kokend water met zout gaar (men
kan ook gevoegelijk restanten van
stokvisch gebruiken.) Dan maalt of
hakt men de stokvisch zeer fijn, na
ze ontdaan te hebben van alle vel
letjes en graten. Even zoo wat koude
gekookte aardappelen, de gaar ge
kookte rijst, wat gebakken uien, wat
overgebleven, botersaus of wel wat
gesmolten boter en wat melk, wat
zout en kerry naar smaak. Werk dit
alles goed dooreen, maak er lang
werpige ballen van, die men door
gestampte beschuit rolt. Maak een
stuk boter in de koekepan goed heet,
leg het gehakt erin en bak het aan
alle kanten mooi bruin. Men kan het
te. Verhit als' ik steeds was dor den
wijn, verbijsterd door den glans dier fon
kelende steenen, razend van afgunst op
den eigenaar, verdreef ik alle goede ge
dachten; slechts de duivel der hebzucht
beheersclite mij nog, en hij deed 'zijn werk
ik nam mijn dolkmes en stiet .het den
Hollander in het hart. Hij zeeg nsor met
de woorden: „O God wees mijner zin) ge
nadig, kinderen, bidt voor,...," meer kon
liji niet uitbrengen. Wel bewogen nog
zjjn lippen, doch een golf bloed verstikte
zijn slem. Toen richtten zich zjjn oogen
op mij met een uitdrukking, die ik nluimel'
vergeten zal. Wat w.-tfen zij vrees Mij!;
die brekende oogen en wat Zeiden zrj
mi; veel'.
Daar lag hij dam neer, koud, dood!
Het mes ontgleed mijn hand, en met ont
zetting staarde ik op het lijk. Het taSchie,
den doode ontglipt, lag op den grond;
(te steenen zelve waren hier en daar ver
spreid, en de vonken, die zij uitstraalden,
schenen tot in mijn hart te willen dringen
om daar in vurige lettors neer te schrijven
moordenaar 1
- Iloe lang bleef ik in dezen toestand'?
Ik zou het niet kunnen Zeggen. Een slin
gering van het schip, waardoor ik vieli
deed mij tot de werkelijkheid terugkeeren.
Inderhaast .raapte ik de diamanten op,
alle, behalve één die onder de bank ge
rold was; maar ik zou hem weJ terugvin-
gehakt ook in den oven bakken, men
legt 't dan in een braadslee en over
giet het met wat gesmolten boter.
Turfjes.
Van oud brood zonder korst, snijdt
men langwerpige stukjes, zoo groot
als croquetten.
Men neemtvan twee eieren geel
en wit, klopt die flink met suiker
en voegt er plm. V. L. melk bij
(Berekend op 18 turfjes.) In dit meng
sel weekt men de croquetten, neemt
ze er voorzichtig uit en bakt ze in
kokend vet. Bestrooit ze dan met
suiker en kaneel en laat ze even in
den oven opdrogen.
Warm opdienen.
Macaroni met kalfsvleeseh en ham.
200 gr. macaroni, 200 k 250 gr.
resten van kalfsvleeseh, 400 gr. ham,
1 ei, zout, peper, nootmuscoat, 15 gr.
boter, 1 lepel paneermeel.
De macaroni in vingerlange stuk
kon breken, wasschen en gaarkoken
in kokend water met zout, ongeveer
een half uur. Af en toe moet men
de macaroni voorzichtig omroeren,
om te voorkomen, dat ze op den
bodem van de pan gaat vastzitten;
men mag de macaroni echter niet
stuk roeren.
Intusschen de ham en het kalfs
vleeseh fijn snijden en bij de maca
roni voegen, zoodra deze gaar is. Er
mag dan niet te veel vocht meer
op zijn.
Het ei flink kloppen, bij de maca
roni voegen, met een weinig peper
en nootmuscaat, en zoo noodig een
beetje zout. Dit alles in een met
boter ingewreven vuurvasten schotel
doen, met een weinig paneermeel
bestrooien, bovenop eenige kleine
stukjes boter leggen en ongeveer 25
minuten in den oven zetten om bruin
te worden.
Heel goed kan men voor dezen
schotel kalfspoulet nemen, waarvan
bouillon getrokken is en resten van
ham.
Engelschc vrouwen en Ierland.
De harde bejegening welke het
zuster-eiland thans nog van de Engel-
sche Regeering ondervindt, wordt ook
door een deel der Engelsche vrouwen
onomwonden gelaakt.
In de Dinsdag te Londen gehouden
vergadering van de „Women's Na
tional Liberal Association" is aange
nomen een resolutie, waarin afkeuring
wordt uitgesproken over de politiek
der Britsche regeering en haar dwang
maatregelen in Ierland, en aange
drongen op een onmiddellijken
wapenstilstand, amnestie, terugroepen
der troepen en onderhandelingen
met de wettig gekozen vertegen
woordigers van het Iersche volk.
Lady Bonham Carter de schoon
dochter van den oud-minister Asquith
die met mrs. Acland Ierland heeft
bezocht om den stand van zaken ter
plaatse te bestudeeren, deelde mede
dat in Ierland vrijheid, veiligheid
en recht niet langer bestonden. De
schuld daarvan lag vooral bij de
regeering. „Zoodra men Ierland zal
erkend hebben als een natie, zal het
de vriend van Engeland zijn", zeide zij.
Te Manchester heeft een groote
vergadering plaats gehad van Engel
sche arbeidende vrouwen, waar mijn
werkersvrouwen, onderwijzeressen,
magistraten en leidsters der vrouwen
beweging aanwezig waren onder de
523 afgevaardigden. Men besprak de
mijnwerkersstaking, het vraagstuk
van vrouwen in de jury, de Iersclie
kwestie, buitenlandsche politiek, enz.
De stemming was zeer sterk tegen
de regeeringspolitiek ten opzichte van
Ierland. Ook de buitenlandsche poli
tiek werd scherp veroordeeld.
(„Centrum".)
den, want niemand mocht in mijn hut
komen.
Ik bezat ze dus, die steenen! Ik stak
ze zorgvuldig in mijn binnenzak en hield
mjjn hand er op, Nu was ik gelukkig)!
Nu dacht ik aan niets meer... Weer vieli
mijn oog op het doode lichaam. Ja, dat
moest ik over boord zien te werpen, zon
der dat een mijner officieren of manschap
pen bet merken zou. Ik ging het de'; op,
na de deur mijner luit goed gesloten te
hebben.
De nacht was heerlijk; aan den hemel
schitterden de sterren in al haar kracht
de wind was gunstig, en hot schip voer
kalm voort. Ik neuriede zacht allorlei
vreemde liederen, doch liever had ik bet
willen uitschreeuwen, dat ik rijk was,
rijk als een kening, dat ik alles k-.iopen,
alles verkrijgen kon, wat ik wildeI
Aan hel roer zag ik Martinez staan,
een oud-gediende van Forogne. l'i ging
naar hem toe, wenschte liem naar goe
den avond en ondervroeg hem naar den
koers, dien wij volgden.
Hij heeft mij zeker- geantwoord, doch
ik verstond niets, want een akeljg geluid
deed mij alles om mij heen vergeten. Neen
neen, ik was niet krankzinnig, het was
niet de golfslag tegen het schip, noch
de wind, die in het scheepstouw blies:
hel, was een geluid, dat uit mijn hut'kwam
uit -mijn hut, waar de Hollander lag,
De vrouw en de stukingen.
Een Engelsch parlementslid heeft,
naar de Volkskrant meldt, in een
vergadering van 'vrouwen gezegd,
dat stakingen nu snel een nationale
ziekte werden en dat de vrouwen
er zwaarder door getroffen werden
dan de mannen. Er moest geen sta
king afgekondigd kunnen worden
zonder een hoofdelijke stemming en
de vrouwen van de werklieden had
den evenzeer het recht, om dan haar
stem uit te brengen. Een, naar het
ons voorkomt volkomen rechtmatig
verlangen.
De klecding in onze tijd.
In een artikel over „Napoleon en
de vrouwen" dat dr. N. Japikse in
het weekblad de Amsterdammer
schreef, kan men lezen, dat in den
Directoire-tijd de kleeding zoo was, dat
de westelijke wereld het zelden „on
beschroomder" had gezien. „Alleen
onze tijd evenaart den Directoire-tijd
hierin", voegde de schrijver eraan toe.
Een woord, dat van een droevige
veelzeggendheid is en zeer be
schamend!
De Grondwetsherziening.
De vrijz. democratische Vrouwen
club heeft aan de Tweede Kamer
verzocht, bij de komende grondwets
herziening de bepaling te laten ver
vallen, waarbij de verplichting' is
vastgesteld een zee- en landmacht te
onderhonden.
Zij wijzen er in de toelichting op,
dat Nederland zich heeft aangesloten
bij den Volkenbond, die zal werken
in de richting van geleidelijke ont
wapening.
Internationaal Congres.
De Vrouwenbond voor Vrijheid en
Vrede zal zijn derde Internationaal
Congres houden te Weenen van
1016 Juli. Jane Addams uit'Chicago
zal presideeren.
Uit Japan.
In Japan maakt de vrouwenbe
weging snelle vorderingen. Eerst zijn
de vrouwen toegelaten tot de Keizer
lijke Universiteit te Tokio, toen ook
tot de Kunst-academie. Nu heeft ook
de Waseds-Universiteit te Tokio be
sloten meisjesstudenten toe te laten.
Wanneer men bedenkt hoe, nog kort
géleden, de vrouw in Japan geheel
als minderwaardig werd behandeld
en juist de meisjes van fatsoenlijke
familie verstoken bleven van alle
onderwijs, zijn deze snelle verande
ringen zeer belangrijk.
(„Centrum".)
Huwelijkskansen.
In de „Lokal Anzeiger" berekent
een medewerkster de huwelijkskansen
der Duitsche vrouw. Er zijn door den
oorlog véél meer vrouwen dan man
nen. In de huwelijksstatistiek ziet
men nog geen groote daling, eerder
een stijging, omdat er vele huwelijken
zijn gesloten door de uit den oorlog
teruggekeerde soldaten. Maar er zal
weldra sterke daling komen. De hooge
loonen in het landbouwbedrijf, de
dure prijzen in hotels en pensions
voor de ongetrouwde mannen bevor
deren wel het trouwen, maar duizen-
de vrouwen blijven toch ongehuwd,
omdat er 1.800.000 mannen gesneu
veld zijn.
Zeker is het dus noodig, zooals de
schrijfster ook aantoont, de vrouw te
helpen opdat zij zich een zelfstandig
bestaan zal kunnen verschaffen.
iWorsteling in een roeiboot.
In aapsluiting bjj het bericht van de
arrestatie van een tweetal inbrekers' ,in
een motorboot op den Rijn, verneemt
de „Tel.", dat in den namiddag- van 4 Mei
de politie te Renkum telefonisch uit Rhe-
nen bericht ontving, dat in aantocht Was
een motorjacht „Mascotte", dat vermoe
delijk gestolen was en waarop zich in
brekers konden bevinden. Terstond bega-
dier. ik had gedood!
Ja, ik begreep dat het gel'uid veroor
zaakt werd door het bloed van Wovermann,
dat nog steeds uit zijn wonde vloeide,
Het getik werd onuitstaanbaar. Radeloos
daalde ik in mijn hut af, die vol bloed
was. Had die oude man dan nog zboveei
tloed?.Baar moest een eind aan gemaakt!
Ik lichtte Wovermann op, zette hem
Overeind tegen mij ajajn en stak mijnl
arm door den zijnen. Ik ben altijd sterk
geweest en de waanzin, die mij toen aan
greep, maakte mij nog hondermaai ster
ker. Ik trok hem met mij nrec de
ladder op, en, eenmaal op het' dek zijnde,
zette ik hem tegen de verschansing op de
meest natuurlijke wijze. Ik zag Martinez
tiaar ons kijken en lachen. Hij duaal ztj-
fcer, dat wij dronken waren! Alsof er
niets gebeurd was, begon ik tegen Wover
mann te spreken en allerlei gebaren te
maken, terwijl1 ik tevens het oogenbü'tc pe-
spiedde, waarop Martinez: niet op ons
ietten zou.
Plotseling kwam er een windvlaag; Mar
tinez wendde zijn blik naar den horizon, ik
nam -Wovermann in mijn sterke armen en
wierp il«en* Over boord.
(Wordt vervolgd.)
„I
t