Tweede Blad tigheid fL, GOES, Tel, 115 »CHE COURANT ITJE8 1VERSEN NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT u w- Mijnhardt's inuw-tabletten, iroeimachii lines en fbinders. 'VERBAAR. nsverzekering- iaatschappij |N IJ M E G E N. tgang 3235-40 Een Maria-legende. FEUILLETON De stem des Gewetens. UIT DE PERS. Voor de Keuken. Voor onze vrouwen. Gemengd Nieuws. —m— 10 cents a contant IEN HUIZEN. Het ad zuiveren jvaMEfoÉaii ITest- Pils, Likeur erv Wijjiy- |n huis be^öi'g#fê^'en de Hond, «gemeen. Het beste lijdingsmiddel is een Ir. 1127-19 geven een heerlijke Ite, en nemen slape- Jieid, gejaagdheid en (waehtigheid weg, k. 75 et. 3 k. f2.15. Apoth. en Drogisten. tsht, ^mlk-28 taal in de jaren f 1.555.800,- f 2.590.300,- f 3.180.700,- n f 15.000.000,- w Een oude afgeleefde straatzanger liep langs den Ouden Rijn. Zijn kleederen waren hier en daar ge scheurd en zijn schoenen zoo goed als versleten. Zijn bleek uitgeteerd gezicht, zijn magere handen gaven te kennen dat hij werkelijk armoe leed. Zonder een cent op zak, waagde hij de reis naar Mainz, in de hoop daar zijn levensonderhoud te vinden. Vroe ger was hij z'n gevierd zanger, maar reeds lang waren de dagen vervlo gen waarop ieder concertliefhebber hem kende. Niemand zag nu nog naar hom om. In treurige gemoeds stemming, niet wetende wat hem te wachten staat, vervolgt hij zijn weg. Terwijl hij over zijn dieptreurigen toestand nadenkt, hoort hij in een nabijzijnd kapelletje den Angelus luiden. Aanstonds richt hij zijn schreden er heen, en weldra treedt hij een klein, maar rijk versierd Maria-hei- ligdom binnen. Hij nadert een altaar waarop een prachtig gepolichromeer- de beeltenis van O. L. Vrouw zijn aandacht trekt. Niet alleen kroon en diadeem, die het sclioone beeld sieren, maar zelfs de sandalen zijn van het fijnste goud vervaardigd. Door een aangenaam voorgevoel gedreven, nadert hij de Madonna. De grijsaard knielt neer en stort vol ver trouwen z'n hart uit. Hij klaagde al weenende z'n nood aan de Moeder- Gods „Hulp en troost der bedroefden „Heilige Maagd, Moeder van mijn „Verlosser, hebt gij toch tenminste „medelijden met uw armen dienaar „in vréugde en droefheid heb ik „steeds uw lof in m'n gezangen ver kondigd. Gij weet hoe een ieder mij „nu veracht, en hoe men mij overal „uitlacht en verjaagt." Na die bede overstelpt hem 'n in nig gevoel van vertrouwen: een in wendige stem sprak hem moed in en beloofde hem hulp en hijstand. O! hartelijk dankMoeder" van Jezus Christus hartelijk dank!" En ziethet beeld der Moeder-Gods beweegt zich, het schijnt te leven en laat een gouden sandaal voor hem neervallen. „Neem" zoo sprak de Koningin des ..Hemels: neem dit geschenk". Daarop verliet de oude man de kapel. Nu kent hij geen ellende meer, z'n honger is gestild. Hij bidt, weent, lacht en bedankt de Moeder van Christus. Daar nadert hij Mainz. Hij wil de stadspoorten binnentreden, doch de wacht roept hem toe: „Halt zwerver! Wat hebt ge daar! Wie heeft je dat geschenk gegeven?" en ter stond ontneem* men hem z'n schat van Maria ontvangen. „Spreek! waar hebt ge deze gouden sandaal gestolen?" De arme grijsaard vertelt het wonder baar feit: doch niemand helaas wil daaraan geloof hechten. „Neen" roept de toegesnelde menigte: „Gij hebt het gestolen in gindsche kapel!" De arme zanger beweert te vergeets dat hij het van de H. Maagd zelf ont vangen heeft en men werpt hem in de gevangenis: ja, men wil hem zelf tot den strop veroordeelen. Het volk wil hier kort recht en de boosdoener wordt naar de strafplaats heêngeleid. Maar eerst moet hij z'n schuld in de kapel, waar hij z'n heiligschennis be dreven heeft, bekennen. Daar wordt hij heengevoerd en f oor dc voeten der H. Maagd zingt hij een zijner schoonste Maria-liederen. Welk 'n harmonieuse stem doet zich daar hooren: hij noemt Maria „De bloem van het hemelshof; „Roze „des hemels" en hij smeekt: „Aan- ,,vaard m'n lofzang en moge ik wel- „dra m'n zang met die der Engelen paren". (door JENNY) 4) v Sinds lang kwellen mij sombere voor gevoelens en denk ik mij' mijn einde aan staande. !Wat hiervan rij, mocht do Voor zienigheid nog gedurende dezen overtocht mij tot zicli roepen, dan wensch en ver trouw ik, dat gij de wilsbeschikking, z'nlt nakomen, die ik u thans opdraag. Jk draag een schat bij mij, die) indien ik' ster ven mocht, bestemd is voor mijn beide indören. Wilt gij hun dien brengen. Zeg rm, dat ik hen heb liefgehad en als nnh ?0edj vader beb gezöI'gd voor een- onbezorgde toekomst." He stem van den Hollander beefde, en toen ik hem beloofde, zijn wil t vci- nwenen' slonden hem de tranen in de mugen. Itij nam het kleine houten crucifix, dal hoven mijn bed hing, van don snik ker, reikte het mij over en sprak Aivi vorens fcfin nalatenschap te'löonem z woer bij dit beeld, dat gij mij laatston wit zult volbrengen.... „Ha! ik ia ik (Zwoer opi het heilige kruis!.... Toen Wovermann mijn eed gehoord had scheen hij rustiger; hij hing het kruisbeeld weer aan den wand en kwam hij mij zit- Het volk is buiten zich zelt van bewondering. 't Is als hoort hot een wonderbaar Engelenkoor: reeds gaan er stemmen op: „Zulk 'n zanger mag niet „ver oordeeld worden. „Maar de beul eischt z'n slachtoffer op. „Lang genoeg hebt ge gezongen", sprak deze: „beleid je schuld hier in deze kapel misdreven". De ongelukkige grijsaard schijnt het niet te hooren. En ziet'n hemelsch licht omstraalt hem: lichtbundels komen uit Maria's oogen en omhullen hem in een lichtwaas: z'n zilveren lokken zijn als diamanten. De aan blik van Maria schijnt hem te zeggen: „Wat vreest gij onder mijn hoede" en zij lacht hem bemoedigend toe. Op eens laat Maria ook haar tweede sandaal vallen, ten aanschouwe van het volk. Een overstelpend' gejuich, een vreugdevol Hosanna weerklinkt door de kapel. Geheel het volk wil dezen man zien en een ieder roept: „Het is geen dief, het is 'n heilige!" Triomfantelijk leidt men hem van de kapel, de stad Mainz binnen. Elk in woner wil nu den bevoorrechte en de geschenken van Maria zien: ieder wil hem eeren, hem huisvesten. Zij die hem hebben beleedigd, vragen ver giftenis, elkeen houdt hem voor 'n heilige, die voortaan de stad bescher men zal. Tot heden toe vertoeft iedere arme, 'n oogenblik in de kapel: bidt en droomt van de gouden sandalen van de H. Maagd Maria. Een Fransehuiaii «ver de schold aan den oorlog. Eenigen tijd geleden aldus! de Tijd, publi ceerde George Demajtial. Fransch beambte en officier van het legioen van Eer, samen met Ch. Gide, (den Parijschen hoog. feeraar, van wiens jongste redevoering- te Tives wij gisteren melding maakten) en M. Morhardt, stichter van do Fransche erceniging voor critiscbe en documen- hetEngelsche tijdschrift „Foreign Affairs" een artikel over .schuldkwestie. Deze be- schouwing is thans belangrijk aangevuld, in Duitsche vertaling als brochure onder den titel: „Die Schuld am Kriege, die Yaterlandsliebe und die Walrrheit", hij Hans Robert Engelmann te Berlijn ver schonen. Lujo Brentano .schreef er een voorwoord bij. De Duitsche geleerde wijst er op, dat de leugenachtigheid, waarmee de oorlog gevoerd werd, de geschied- vervalsching, waarop het Verdrag van .Versailles gebaseerd is en art. 2.31 van dit Verdrag, dat Duitschland en Zijn bund- genooten tot de eenige schuldigen aan den wo-rlog stempelt, ook die kringen met toenemende verbittering vervult, die van den beginne at den oorlog veroordeeld hebben, niet alleen in Duitschland, doch overal waar waarheidslievende rpensehen te vinden zijn. Hiertoe moet ook Georges Demartiai gerekend 'worden, die in zijn brochure bijzonder scherpe critiek op art. 231 van het Vredesverdrag uitoefent. „Als er ooit een vrede gedicteerd word, als ooit een vrede hard en vernederend voor den over> wonnene was, dan was het de vrede van Versailles. Waarmee heeft raeu dezen vrede gerechtvaardigd? Steeds weer en kel en alleen hiermee, dat de overwin naars in geen enkel opzicht voor den oor log verantwoordelijk zijn. Geen menseb in Frankrijk kent den waren stand van za ken en van de door de Duitsche vredes- delegatie aan de Vredesconferentie overge legde diplomatieke documenten inzake den oorsprong van den oorlog zijn de Fran- schcn op het oogenblik nog even onkun dig als bijv. de Eskimo's". Demartiai wijst er op, dat in de geschrif ten der Entente omtrent het uitbreken van den oorlog nooit sprake is geweest van Rusland. Dit opzettelijke verzuim is van de grootste beteeken is, daar de Entente al leen hierdoor haar bewering kan volhou den, dat zij aan het uitbreken van den oorlog geen schuld heeft. „Duitschland verklaart door de Russi sche algemeene mobilisatie, welke „oor log beteekende" tot den oorlog to zijn ge dwongen. Men heeft de Duitsche regee- ring voor de voeten geworpen, dat dit een leugen is, daar do ÏZaar op 1 Augus- tusschen aan den keizer telegrafeerde: „Mobilisatie beteekent nog niet oorlcg." Dit lijkt een redelijk argument, doch men ^.Nu zal ik Aijn schat laten zien". Zij hij. Bij die woorden begonnen mij(,i mnden Zoo te trillen, dat ik ze onder tafel verborg, opdat Wovermanti het niet zien zou. Hij maakte zijn kleed los en haalde den gouden keten over het hoofd waaraan liet taschje was vastge hecht. Hij opende het en liet de diamanten op de tafel vallep. Het was oogverblindend! Er waren twaalf steenen, waarvan de kleinste nog een aanzienlijk kapitaal ver tegenwoordigde! Als Jiêt nu nog kleine juwelen geweest waren, zooals men ze ie Goa verkocht, zou ik aan niets gedacht hebben, doch deze prachtige diamanten, die meer fonkelden dan alle sterren aan liet firmament te zinnen, brachten mijn hoofd in de war. Nog eenmaal' kwam het goede in mij boven en ik sprak met zulk een trillende stem, dat de Hollander mij verschrikt aanzag „Berg die steenen wog, Wovermann! Berg ze weg, spoedig!" i Thans begreep de Hollander als bij intuïtie, wat er gebeuren zou, want als (een gierigaard schraapte hij de diamanten hij elkaar en deed zo haastig inhet lederen zakje. Nu wist ik, dat ik' de juweelen nooit meer zou zien, dat ze voor altijd voor mij verloren waren, als ik er mij niet, 't kostte wat 't kostte van meester maajk- Auoet hierbij rekening houden met de oti derhandelingen, die het Russisch-Fransche verbond tot resultaat hadden. Op grond van art. II der militaire conventie ver plichtten de beide mogendheden zich on middellijk te mobiliseeren, wanneer een der leden van den Driebond tot mohilisatio overging. ,Wat dit beteekende, blijkt uit het onderhoud tusschen den Tzaar en generaal Boisdeffre (Geelboek over het Fransch-Russische Verbond No. 71). Ge neraal Boisdeffe zei tot den Tz-aar; „Mo bilisatie is /oorlogsverklaring," en de Tz'aar antwoordde hem: „Dat is precies mijn opvatting." .Demartiai verzeker!, dat bij de ingewij den in dit opzicht niet de geringste twij fel bestaat. Voorts haalt hij het feit aan, dat de Russische minister Sasonow needs op 25 Juli verklaarde, dat Rusland, wan neer het van Frankrijk'» steun verzekerd was, niet voor hel risico van den r.oilog 'zou terugdeinzen, en dat do gevraagde belofte van steun op 29 .Tuli gegeven en den dag daarna herhaald weril. Doordat de heer Viviani Rusland Frankrijk's steun beloofde en zijn mobilisatie niet te gen ging, heeft hij zijn volle aandeel in de verantwoordelijkheid voor het uitbre ken van den wereldoorlog op zich geno men." De scKrij'ver geeft verder te kennen, dat men moet aannemen, dat do Duüsch'e regeering werkelijk om de reden, die zij aanvoerde, n.l, onder den dSvang der op 29 Juli afgekondigde Russisch© mobilisatie tot den oorlog besloten heetl. Van Fransche zijde is betoogd, dat Fran krijk's eer het noodzaakte, zijn vei'Iionds1 plichten ten opzichte van Rusland na 'te komen. 'Demartiai stelt tegenover deze opvatting het argument,, dat het Rus sisch-Fransche verdrag volgens den tekst zuiver defensief was. Naar de meening van den schrijver zou het niet eerloos ge weest zijn, Rusland te zeggen, dat ran- krijk niet zou mobiliseeren, wanneer Rus land eerder tot mobilisatie overplus dan Duitschland. Het door de Fransche regeering gege ven hevel, om tijdens -de critieke dagen voor het begin der vijandelijkheden 10 KM. terug te .trekken, acht Demartiai een „doorzichtige truc." Deze listigheid moest Engelgnd, volgens Viviani's' verklaring, van Frankrijks vredelievendheid overtui gen, doch zij maakte in Engeland geens zins den gewensebten indruk. Toen Sir Ed'ward Grey op 3 Augustus in het Lager huis (O-ver den toestand sprak, zeide hij: „Dit kan ik met de grootste stelligheid verklaren: wanneer Frankrijk' zich in den oorlog ziet meegesleept, dan is het Wegens 2ijn formeel- bondgenootschap mei Rusland." Viviani verklaarde in het procos-Cail- lajux, dat het niet door de schending der Belgische neutraliteit was geweest, dat Engeland in den oorlog was gegaan; En geland zou zich ook zonder deze schen ding aan de zijde van Frankrijk hebben ge schaard. Daarentegen zeide Clèmenceuu op 25 Septemehr 1919 in zijn groote Ka- mm'ede-over bet Verdrag van Versailles; dat de schending der Belgische neutraliteit Engeland tot ingrijpen had gebracht. Om trent deze kwestie bestaat dus- in de opvat- tnig van twee Fransche staatslieden, die een leidende en verantwoordelijke positie bekleedden, een pijnlijke tegenstelling, dia dringend opheldering behoeft. Het is dug inderdaad, "zöoals Poincaké in de „Revue des deux Mondes" gezegd heeft, dat de meest gewaagde onwaarheden omtrent den oorlog gedrukt worden. Het gaat er nu jslechls om. besluit Demartiai, eindelijk te weten, aan welken kant deze onwaarhe den verkondigd worden. Stokvisch gehakt. Men neemt de schoongemaakte stokvisch en weekt die op de kachel in kokend water met zout gaar (men kan ook gevoegelijk restanten van stokvisch gebruiken.) Dan maalt of hakt men de stokvisch zeer fijn, na ze ontdaan te hebben van alle vel letjes en graten. Even zoo wat koude gekookte aardappelen, de gaar ge kookte rijst, wat gebakken uien, wat overgebleven, botersaus of wel wat gesmolten boter en wat melk, wat zout en kerry naar smaak. Werk dit alles goed dooreen, maak er lang werpige ballen van, die men door gestampte beschuit rolt. Maak een stuk boter in de koekepan goed heet, leg het gehakt erin en bak het aan alle kanten mooi bruin. Men kan het te. Verhit als' ik steeds was dor den wijn, verbijsterd door den glans dier fon kelende steenen, razend van afgunst op den eigenaar, verdreef ik alle goede ge dachten; slechts de duivel der hebzucht beheersclite mij nog, en hij deed 'zijn werk ik nam mijn dolkmes en stiet .het den Hollander in het hart. Hij zeeg nsor met de woorden: „O God wees mijner zin) ge nadig, kinderen, bidt voor,...," meer kon liji niet uitbrengen. Wel bewogen nog zjjn lippen, doch een golf bloed verstikte zijn slem. Toen richtten zich zjjn oogen op mij met een uitdrukking, die ik nluimel' vergeten zal. Wat w.-tfen zij vrees Mij!; die brekende oogen en wat Zeiden zrj mi; veel'. Daar lag hij dam neer, koud, dood! Het mes ontgleed mijn hand, en met ont zetting staarde ik op het lijk. Het taSchie, den doode ontglipt, lag op den grond; (te steenen zelve waren hier en daar ver spreid, en de vonken, die zij uitstraalden, schenen tot in mijn hart te willen dringen om daar in vurige lettors neer te schrijven moordenaar 1 - Iloe lang bleef ik in dezen toestand'? Ik zou het niet kunnen Zeggen. Een slin gering van het schip, waardoor ik vieli deed mij tot de werkelijkheid terugkeeren. Inderhaast .raapte ik de diamanten op, alle, behalve één die onder de bank ge rold was; maar ik zou hem weJ terugvin- gehakt ook in den oven bakken, men legt 't dan in een braadslee en over giet het met wat gesmolten boter. Turfjes. Van oud brood zonder korst, snijdt men langwerpige stukjes, zoo groot als croquetten. Men neemtvan twee eieren geel en wit, klopt die flink met suiker en voegt er plm. V. L. melk bij (Berekend op 18 turfjes.) In dit meng sel weekt men de croquetten, neemt ze er voorzichtig uit en bakt ze in kokend vet. Bestrooit ze dan met suiker en kaneel en laat ze even in den oven opdrogen. Warm opdienen. Macaroni met kalfsvleeseh en ham. 200 gr. macaroni, 200 k 250 gr. resten van kalfsvleeseh, 400 gr. ham, 1 ei, zout, peper, nootmuscoat, 15 gr. boter, 1 lepel paneermeel. De macaroni in vingerlange stuk kon breken, wasschen en gaarkoken in kokend water met zout, ongeveer een half uur. Af en toe moet men de macaroni voorzichtig omroeren, om te voorkomen, dat ze op den bodem van de pan gaat vastzitten; men mag de macaroni echter niet stuk roeren. Intusschen de ham en het kalfs vleeseh fijn snijden en bij de maca roni voegen, zoodra deze gaar is. Er mag dan niet te veel vocht meer op zijn. Het ei flink kloppen, bij de maca roni voegen, met een weinig peper en nootmuscaat, en zoo noodig een beetje zout. Dit alles in een met boter ingewreven vuurvasten schotel doen, met een weinig paneermeel bestrooien, bovenop eenige kleine stukjes boter leggen en ongeveer 25 minuten in den oven zetten om bruin te worden. Heel goed kan men voor dezen schotel kalfspoulet nemen, waarvan bouillon getrokken is en resten van ham. Engelschc vrouwen en Ierland. De harde bejegening welke het zuster-eiland thans nog van de Engel- sche Regeering ondervindt, wordt ook door een deel der Engelsche vrouwen onomwonden gelaakt. In de Dinsdag te Londen gehouden vergadering van de „Women's Na tional Liberal Association" is aange nomen een resolutie, waarin afkeuring wordt uitgesproken over de politiek der Britsche regeering en haar dwang maatregelen in Ierland, en aange drongen op een onmiddellijken wapenstilstand, amnestie, terugroepen der troepen en onderhandelingen met de wettig gekozen vertegen woordigers van het Iersche volk. Lady Bonham Carter de schoon dochter van den oud-minister Asquith die met mrs. Acland Ierland heeft bezocht om den stand van zaken ter plaatse te bestudeeren, deelde mede dat in Ierland vrijheid, veiligheid en recht niet langer bestonden. De schuld daarvan lag vooral bij de regeering. „Zoodra men Ierland zal erkend hebben als een natie, zal het de vriend van Engeland zijn", zeide zij. Te Manchester heeft een groote vergadering plaats gehad van Engel sche arbeidende vrouwen, waar mijn werkersvrouwen, onderwijzeressen, magistraten en leidsters der vrouwen beweging aanwezig waren onder de 523 afgevaardigden. Men besprak de mijnwerkersstaking, het vraagstuk van vrouwen in de jury, de Iersclie kwestie, buitenlandsche politiek, enz. De stemming was zeer sterk tegen de regeeringspolitiek ten opzichte van Ierland. Ook de buitenlandsche poli tiek werd scherp veroordeeld. („Centrum".) den, want niemand mocht in mijn hut komen. Ik bezat ze dus, die steenen! Ik stak ze zorgvuldig in mijn binnenzak en hield mjjn hand er op, Nu was ik gelukkig)! Nu dacht ik aan niets meer... Weer vieli mijn oog op het doode lichaam. Ja, dat moest ik over boord zien te werpen, zon der dat een mijner officieren of manschap pen bet merken zou. Ik ging het de'; op, na de deur mijner luit goed gesloten te hebben. De nacht was heerlijk; aan den hemel schitterden de sterren in al haar kracht de wind was gunstig, en hot schip voer kalm voort. Ik neuriede zacht allorlei vreemde liederen, doch liever had ik bet willen uitschreeuwen, dat ik rijk was, rijk als een kening, dat ik alles k-.iopen, alles verkrijgen kon, wat ik wildeI Aan hel roer zag ik Martinez staan, een oud-gediende van Forogne. l'i ging naar hem toe, wenschte liem naar goe den avond en ondervroeg hem naar den koers, dien wij volgden. Hij heeft mij zeker- geantwoord, doch ik verstond niets, want een akeljg geluid deed mij alles om mij heen vergeten. Neen neen, ik was niet krankzinnig, het was niet de golfslag tegen het schip, noch de wind, die in het scheepstouw blies: hel, was een geluid, dat uit mijn hut'kwam uit -mijn hut, waar de Hollander lag, De vrouw en de stukingen. Een Engelsch parlementslid heeft, naar de Volkskrant meldt, in een vergadering van 'vrouwen gezegd, dat stakingen nu snel een nationale ziekte werden en dat de vrouwen er zwaarder door getroffen werden dan de mannen. Er moest geen sta king afgekondigd kunnen worden zonder een hoofdelijke stemming en de vrouwen van de werklieden had den evenzeer het recht, om dan haar stem uit te brengen. Een, naar het ons voorkomt volkomen rechtmatig verlangen. De klecding in onze tijd. In een artikel over „Napoleon en de vrouwen" dat dr. N. Japikse in het weekblad de Amsterdammer schreef, kan men lezen, dat in den Directoire-tijd de kleeding zoo was, dat de westelijke wereld het zelden „on beschroomder" had gezien. „Alleen onze tijd evenaart den Directoire-tijd hierin", voegde de schrijver eraan toe. Een woord, dat van een droevige veelzeggendheid is en zeer be schamend! De Grondwetsherziening. De vrijz. democratische Vrouwen club heeft aan de Tweede Kamer verzocht, bij de komende grondwets herziening de bepaling te laten ver vallen, waarbij de verplichting' is vastgesteld een zee- en landmacht te onderhonden. Zij wijzen er in de toelichting op, dat Nederland zich heeft aangesloten bij den Volkenbond, die zal werken in de richting van geleidelijke ont wapening. Internationaal Congres. De Vrouwenbond voor Vrijheid en Vrede zal zijn derde Internationaal Congres houden te Weenen van 1016 Juli. Jane Addams uit'Chicago zal presideeren. Uit Japan. In Japan maakt de vrouwenbe weging snelle vorderingen. Eerst zijn de vrouwen toegelaten tot de Keizer lijke Universiteit te Tokio, toen ook tot de Kunst-academie. Nu heeft ook de Waseds-Universiteit te Tokio be sloten meisjesstudenten toe te laten. Wanneer men bedenkt hoe, nog kort géleden, de vrouw in Japan geheel als minderwaardig werd behandeld en juist de meisjes van fatsoenlijke familie verstoken bleven van alle onderwijs, zijn deze snelle verande ringen zeer belangrijk. („Centrum".) Huwelijkskansen. In de „Lokal Anzeiger" berekent een medewerkster de huwelijkskansen der Duitsche vrouw. Er zijn door den oorlog véél meer vrouwen dan man nen. In de huwelijksstatistiek ziet men nog geen groote daling, eerder een stijging, omdat er vele huwelijken zijn gesloten door de uit den oorlog teruggekeerde soldaten. Maar er zal weldra sterke daling komen. De hooge loonen in het landbouwbedrijf, de dure prijzen in hotels en pensions voor de ongetrouwde mannen bevor deren wel het trouwen, maar duizen- de vrouwen blijven toch ongehuwd, omdat er 1.800.000 mannen gesneu veld zijn. Zeker is het dus noodig, zooals de schrijfster ook aantoont, de vrouw te helpen opdat zij zich een zelfstandig bestaan zal kunnen verschaffen. iWorsteling in een roeiboot. In aapsluiting bjj het bericht van de arrestatie van een tweetal inbrekers' ,in een motorboot op den Rijn, verneemt de „Tel.", dat in den namiddag- van 4 Mei de politie te Renkum telefonisch uit Rhe- nen bericht ontving, dat in aantocht Was een motorjacht „Mascotte", dat vermoe delijk gestolen was en waarop zich in brekers konden bevinden. Terstond bega- dier. ik had gedood! Ja, ik begreep dat het gel'uid veroor zaakt werd door het bloed van Wovermann, dat nog steeds uit zijn wonde vloeide, Het getik werd onuitstaanbaar. Radeloos daalde ik in mijn hut af, die vol bloed was. Had die oude man dan nog zboveei tloed?.Baar moest een eind aan gemaakt! Ik lichtte Wovermann op, zette hem Overeind tegen mij ajajn en stak mijnl arm door den zijnen. Ik ben altijd sterk geweest en de waanzin, die mij toen aan greep, maakte mij nog hondermaai ster ker. Ik trok hem met mij nrec de ladder op, en, eenmaal op het' dek zijnde, zette ik hem tegen de verschansing op de meest natuurlijke wijze. Ik zag Martinez tiaar ons kijken en lachen. Hij duaal ztj- fcer, dat wij dronken waren! Alsof er niets gebeurd was, begon ik tegen Wover mann te spreken en allerlei gebaren te maken, terwijl1 ik tevens het oogenbü'tc pe- spiedde, waarop Martinez: niet op ons ietten zou. Plotseling kwam er een windvlaag; Mar tinez wendde zijn blik naar den horizon, ik nam -Wovermann in mijn sterke armen en wierp il«en* Over boord. (Wordt vervolgd.) „I t

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1921 | | pagina 5