DAGBLAD VOOR ZEELAND 1150 f 15 SHE COURANT Dinsdag 17 Mei 1921 Zeventiende Jaargang bij levenslangs gjigeseliiiieiii bij overlijden bij verlies van een hand ofvoet f 7C bij verlies van I I een oog f on bij verlies van 3 OU een duim f OK bij verlies van 3 aü een wijsvinger van een anderen vinger Napoleon en de „Code Napoléon". FEUILLETON De stem des Gewetens. HYPOTHEEKBflNi vooP-NEDERIbdN Buitenlandsch Overzicht CalecK. 2 uur Ves- tot biechten, zoolang :ns biechtelingen zijn. ;sterdag. De H.II. Iflfs- n.l. ten 7 uur en 9.30. 2 uur Meimaandlof. de meisjes, lag en Zaterdag zijn den vasten en ontbou- i den dag biechthooren -2 uur voor hot aan- ronds 7 uur Mariale! ch. volgens gewoonte zullen dezer dagen de he collecte langs de len de Kerkmeesters liet innen der plaatsen- ÜZANDi iuw Tenhemelepneming, i. Het Hoogfeest van aaf. De plechtige viering; an God den H. Geest ostelen des Heereti in vurige tongen, vijftig ijzenis des Heoron. Te flaat. De H. Communie m 6.15 on na de con- gmis van 7 uur. Ont lis. Na de Hoogmis''de lutie voor de leden der 2 uur de Vespers met Rozenhoedje. Na de adied, zangboekje pag. Hoogmis biechtgelëgen- wonenden, echter geen Vespers biechthooren est van Pinksteren de de Broederschap van lanvullingssom dienende er afdeeling, die niet de jaarlijks betalen. Het niet gezegd behoeven te collecte op het hoog-. Geest aller dringenst den aanbevolen, in het lie- schap in 't algemeen en rerzeesche Missiën in 't lei. Tweede Pinksterdag, ire devotie. Echter geen 'sviering; alzoo geonver- shooren. Communie uit- Missen als op Eernsten 2 uur Lof met Rozen- het Maria-lied, zangboek lei. Derde Pinksterdag. Diendag nog 2 H.II. en om 8 uur gezoa- icie van het oktaaf. dei. Quatertemperdag, ge- i onthoudingsdag. Officie Gedachtenis van den II. daar. Mei. Officie van het ck- van den H. Petrus Coe- Belijder; tevens van do laagd. Om 8 uur wordt de .itgereikt. Om 9 uur gez. t intentie van bruidegom; reni creator, huwelijksjn- Quatertemperdag. Ge'oo- ontboudingsdag. Officie Gedachtenis van den H. Siëna, Belijder, lei. Quatertemperdag, gc- onthoudingsdag. Officie' Gebed voor Z. H. den 1 ■ren van 8.45 zool'ang er i 2-—4.30. Om 7 uur Lof je, daarna tot 8.15. 22 Mei. Het feest der rievuldigheid. ïperdagen na Pinksteren! af en luiden den blijden. De geloovigen mogen wel p die dagen den Al goo.len] m regen en warmte vooi ckeling der .in de akkers iten; tevens boete doen nden, zich toeleggen op mhartigheid en vooral een oor de priesters der kerk voor de jeugdige levieten, „s. in de Kathedrale kerk oor Mgr. A. J. Callier lot worden gewijd. 'nd, behalve Zaterdag, op om 7.45 het Rozenkrans- Lilanie van Maria, gez. II. Mis van Requiem zal plaats h'ebb en op Vrij- sterweek yacanüe op de dei worden bij dezen be- hunne kind -en zooveel te willen zenden naar de LLAND-BATH, .t van den H- Jozef. ogfeest van Pinksteren. De i 7 en 10 uur, en na den ïalf 3 Lof en predikatie. :n Generale Absolutie voor Derde Orde. 2de Pinksterdag. Ofschoon een geboden feestdag ge- te worden, zullen de H. Mis- als op de Zondagen, on is iddag onv half drie Lof en er alleen om half acht een [Vrijdag en Zaterdag zijn nperdagen, geboden vasten- igsdagen. is' een .volle aflaat te ver- isdag voor het feest van den Cantalicië, Belijder onzer rdag voor den H. Ivo. Derde dag voor den H. Bernaïdina alijder onzer orde; en Zater- H, Crispinus van Viterbo, le orde der Capucijnen. and om 7 uur Lof enrozen- ;re van O. L. Vrouw. HANSWEERD. aria Onbevl. Ontvangenis.; ievuldigheids-Zondag. ?an Pinksteren of de Neder- i COURANT Hoofdredacteur: J. W. V I E N I N G S. Telefo°"|£ Bureaux van Redactie en Administratie: Westsinge Telegram-Adres: Nizeco. xm Bijkantoor: MIDDELBURG, Markt 1 en 2. Telefoon 474 Directeur: J OS. VAN DE GRIENDT. Telefoon 207 Abonnementsprijs f 2.50 per drie maanden, f 0.20 per week, voor Post-abonnés f2.90 per 3 m. Advertentiën van 1 tot6 regels f 1.50, elke regel meer f 0.25, bij contract beduidende korting Al onze Abonnés zi n gratis verzekerd tegsn ongevallen krachtens onze overeenkomst met „The Ocean and Guarantee Corporation Ltd." te Amsterdam, Rokin 151, en wel voor de hieronder vermelde bedragen. ,I> Tijd" van' 7 Mei jl. gaf oen hoofd artikel over het Vierde Eeuwfeest van Petrus Canisius'. Daarin kwam is navol gende passage voor: Deze week heeft Frankrijk zoo men niet de wereld wil schrijven voor de honderdste maal het sterfjaar herdacht van den gemalen egoïst, die zijn onverlicht genie en ongezuivirde instincten in het bloed der slagvel den van Europa, in de heroïsche en misdadige avonturen van een zichzelf zoekende heerschzucht liet uitschui- irien. Maar dit eeuwfeest was do ge denkdag va-n een doode, die nietsi levends heeft achtergelaten. Ongetwijfeld moet, wat zedelijke groot- Leid aangaat, Napoleon de vlag strijken ■voor G'anishis, maar dat wettigt uog qiot het oordeel over eerstgenoemde, in de door ons vel gedrukte woorden neergelegd. Daarin gaat de schrijver te ver. Thiers zegt van Napoleon: „de vrijheid .gaf hij ons niet, hij kon ons slechts do orde geven". 'Maar in dat „slechts de orde" ligt toch een verdienste opgesloten van niet. genoeg te schatten waarde. Im mers, toen Napoleon aan het bewind kwam, heerschte in Frankrijk en voor een gedeelte ook 'in overig Europa tengevolge der Revolutie, wanorde op elk gebiedin het bestuur, in de wetten, in den handel, in de industrie, in d:e financiën en niet het minst in de geesten. Dat te herstellen en zoo, te voldoen aan des dichters eiseli: „Herstel alom de zuil der orde" 1) geeft recht op bewondering en waardse, ring van het verste, nageslaoht. De orde toch, die ons in de ongeschre ven wetten der natuur tegenblinkt, is de afstraling van een der volmaaktheden des Scheppers en het meest krachtïgo argu ment voor de stelling dat het 'heelal niet uit zichzelvan is voortgekomen, maar het product is van een Ordenend Wezen, dia niet alleen de dingen naar vaste wetten schiep, maar ze ook in onderlinge orde en regelmaat doet voortbestaan. Met reden mag dan ook de dichter zingen ..Niets,-niets van alles wat Gij schept O, God, zoekt ooit den band te out- [wringen Dér onverbreeklijke ordeningen Die Gij' 't Heelal gegeven hebt I" 2) Openbaart zich alzoo de majesteit der orde in gansch de schepping, op bijzon dere wijze treedt zij als 'het allesbeheer- schend element naar voren in der rnen- schen geregelde samenleving, waaraan wij den naam geven van „maatschappij". Zon der orde is een maatschappij nu eenmaal niet denkbaar en het is de vloek der Revo lutie onder welke schoonschijnende leuze zij zich ook moge aandienen dat zij de orde vermoordt, de wanorde ten troon stelt en zoodoende het begrip „maatschappij" maakt tot een bespotting en een aanfluiting. Nu zijn orde en wet onafscheidelijke begrippen: de eene kan men niet zonder de andere concipieeren. De wet is de con solidatie der orde, of, zooals men ook kan zeggen, de gesystematiseerde orde en daarom heeft de Geschiedenis altijd met bijzonderen lof degenen vermeld, die door wijze wetten de orde, des Scheppers rijkste gave, voor de menschheid hebben bewaard en bekrachtigd. In -le güwijde historie siert die eerekroon Mozes in het Oude, den Godmensch Jezus Christus in hqt Nieuwe Verbond, terwijl'de profane Geschiedenis huldigend vermeldt een So lon, een Lycurgus, een Justinianus, een Karei den Groote, een .Karei V, een Na poleon. (door JENNY) 1) Het is' een zonderlinge geschiedenis, zei kapitein Ashman, de held van een der laatste verkenningstochten naar de Noordpool. Maar, alvorens u het verhaal te geven, zooals ik liet ontcijferd heb uit een docu ment van onbetwistbare echtheid, moet jk u eerst de eigenaardige omstandigheden iverhalen, waardoor dat document in mijn bezit is gekomen. Het was in 1878, mijn tweede reis aan boord van de „Discovery." Wij waren ge noodzaakt te overwinteren, en, om mijn bemanning Wat_ afleiding te bezorgen, leidde ik ze ter jacht met sleden en hon den. Eens, wij hadden onze boot reeds ruim vier-en-twintig pur verlaten, werden wij overvallen door een sneeuw storm, een .„bliöard," zooals wij dien noemen. Gij kunt u niet verbeelden wat dat zeggen wil. Wij onderscheidden niets «neer; een witte muur scheen alles aan ions oog te onttrekken en ons te verstikken soans zou men gezegd hebben, dat er witte areeren vielen, dan weer was het fijnge stampt ijs, vermengd met millioenen naal den, dat op ons nederdaalde. Gelukkig Ja, ook Napoleon. Wie onbevooroor deeld staat tegenover deze merkwaardig ste figuur der moderne geschiedenis, mott in hem niet al zijn fouten en gebreken den wetgover bewonderen, wiens werk een „monumentum aere perennius", een ge- denkteeken schiep, „onvergankelijker dan het brons", om met Horatius te spreken. Napoleon wist trouwens zelf heel goed wat zijn ware grootheid uitmaakte en hij ver klaarde dan ook op St. Helena, toeu de verbanningsjaren hein te laat, helaas den juisten kijk op het leven hadden ge schonken „mijn ware roem is niet gelegen in de 40 veldslagen die ik 'won, noch in het feit dat ik den vorsten de wet heb gesteld, maar wat niets zal kunnen uit- wisschen en wat eenwig leven zal, dit is mijn-„code civil", mijn „burgerlijk wet boek". Zoo is het. 'Die „code civil", wilke naar recht en waarheid „code Napoléon" zou moeten heeten, gelijk men spreekt van den „codex Justinianus" (he.t wetboek van Justinianus), den .„codex Maximilia- nils" (het wetboek van Maximilianus), de ,,lex Carolina" (het wetboek van K'uel is Bonaparte's levenswerk. 3) Niet in dien zin, dat hij die zelf zou hebben samen gesteld dat deden Justinianus, Maxi milia an en Karei V ook niet maar wal zóó opgevat, dat hij daarin zijn geest neerlegde en haar door zijn geniale stuw kracht uit honderden moeilijkheden en bezwaren deed geboren worden, met ais een onvoldragen wezen, ten doode opge schreven, maar als een krachtige telg, voor de onsterfelijkheid bestemd. P. Geurts, oud-journalist en md-hoofd redacteur van „De Tijd", onderwierp ia „De Tijd" van 4, 7 en 17 Mei Napoleon aan een strenge kritiek. Toch aarzelt! hjj niet te verklaren „De „Code Napoleon" is 'n mies- terstuk van wetgeving. Hij' bestaat uit een complex van wetten, welke wel niet oorspronkelijk door Napoleon uitgedacht en geordend zijn ze zijn een resumé van 't werk der Constitu ante en der Conventie, Later beoor deeld en gewijzigd door de schran derste Fransche juristen en den Raad van State maar hem komt tóch da eer toe de knappe pannen te hebben uitgekozen en geïnspireerd, welke er ■den definitieven vorm aan gaven. Met hen trad Napoleon in gedaclitaawis- seling- en deed hen vaak verbaasd staan door den genialen blik, welken hij telkens verried op een gebied, dat dezen vrijwel ongeletterden sol daat bijna volkomen vreemd was, wijl hij' als staatkundige en jurist alle wetenschappelijke opleiding geheel miste. Ook door andere voorname -wetten als op het gebied van den koophandel en publiek recht, schonk hij aan de Fransche natie en de wereld een com plex van wijze verordeningen, waar door aan de sinds eeuwen heerscheudp. willekeur en wetteloosheid voor good een einde werd gemaakt." 4) Prof. Mr. E. M. Meijers Zegt in een J. J. L. Ten Kate„Gods Orde" 2) Dezelfde ter zelfdei- plaatse. 3) Het wetboek van Napoleon werd 21 Maart 1804 afgekondigd als „code civil des Ffanqais", op 3 Sept. 1807 herdoopt als „code Napoléon", na Napoleon val weer „code civil" genoemd, onder het tweede Keizerrijk nogmaals officieel „codeNapoléon" te heeten en na 1870 opnieuw „code civil" genoemd. De „code" werd naar vele landen over gebracht en bleef er na Napoleon's dood deels in gebruik,werd deels afgeschaft of gewijzigd. In ons land werd de „code" officieel afge schaft bij de wet van 16 Mei 1829 (staats blad no. 33). „De Tijd" van 7 Mei 1921, 2e blad, 3e kol. noot 4. voor ons hield de sneeuwstorm niet lang ra"i ^oen hÜ begon te bedaren, beval ik Fred French, den timmerman, op een ijsberg le klimmen, ten einde het land wat te verkennen. Na verloop van een uur keerde hij te rug en berichtte mij; „Wel kapitein, dat is iels ongewoons... daar is het schip 1" „De korvet?" „Jat kapitein, ongeveer een mül ten westen." Ik raadpleegde mijn kompas en mijn horloge in het heldere witte schijnsel' der maan en waarlijk ik stond verslagen. Het was onbegrijpelijk: óf mijn instrumen ten waren van streek, óf ik had mijn waarnemingen niet goed gedaan,óf Fieneh ,was krankzinnig. Wh naderden een grooten ijsberg, die er uitzag als een gestrande walvisch, en toen French mij met zekerheid .verklaarde „kom.1, kapitein, daar bovenop staande zult gij do korvet zien," bekroop mij) de nieuwsgierigheid en, gevolgd door mijn lieden, beklom ik met groote stappen den berg. Op den top gekomen, uitte ik onwillekeurig een kreet. French had gelijkt Ongeveer een roijl van ons af lag een schip. ik snelde uit alle macht naar het ge heimzinnige vaartuig. Naarmate ik nader de, werd mijn verbazing groot or. Welk Koixe462. zeer lezenswaardig artikel over „Napo leon en de code civil", in „De (groene) Amsterdammer" van 7 Mei jl. „Als iedere bouwer van een wereldrijk was Napoleon sterk doordrongen van het nut en de beteekenis eener goede wet geving; deze was het cement, waardoor liet nieuwe gebouw bevestigd moest wor den. Dé wet was voor hem de veredelde voim van orde, regelmaat en discipline Het is Napoleon's persoonlijke wensch geweest, dat een code civil tot stuud kwam en zonder zijn energiek, alle zijn tijdgenooten imponeerend, ontreden, was deze ook nooit tot stand gekomen. Reads vier ontwerpen waren .tusschen de jaren 1793 en 1800 gestrand, toen Napoleon, eerste Consul geworden, op 13 Augustus 1800 een commissie van vier juristen be noemde om een hieuw ontwerp samen to stellen. Wat het besluit van instelling dezer commissie niet vermeldt, maar wat een der leden deZer commissie ons me degedeeld heeft, is, dat de Minister van Justitie in «opdracht van den eersten Con sul den heeren kennis gaf, dat "dit werk in den kortst mogelijken tijd voltooid moest zijn. Deze wensch wasl een bevel. In vier maanden tijd had de commissie haar taak voltooideen schitterend nisuw ontwerp voor een burgerlijk wetboek was gereed. Ter vergelijking diene dat de Staatscommissie, die in 1880 bij ons in gesteld is, tot herziening van het Bur gerlijk Wetboek met korte onderbrekingen tot 1901 doorgewerkt 'heeft en toen bij haar ontbinding nog' maar voor de hilft mei. haar taak gereed was. Napoleon's stuwkracht is ook hij de verdere lotgevallen van het ontwerp dui delijk merkbaar. De zittingen van dén Conseil d'Etat, waarin het ontwerp be handeld is, presideerde hij, wanneer hij in Parijs was, steeds in persoon. Met vuur nam hij Zelf bij' de behandeling herhaal delijk het woord. En toen het Tribun lat den Code wegens zijn weinig 'revolutio nairen geest slecht gezind bleek en het Corps Législatif tot afstemmen der ver schillende ontwerpen wist te bewegen, toen ontzag Napoleon zich niet, om door een soort staatsgreep de totstandkoming van den Code te verzekeren. Uit het Tribunaat werden de lastige laden ver wijderd en daarmede werd tevens de rol van bet Corps Législatif tot die van een stommen figurant herleid. In 36 wetten vervat, kwam de Code in de jaren 1803 en 1804 tot stand en werd hij op 21 Maart 1804 afgekondigd". Dan toetst prof. Meijers den invloed van Napoleon, op den „code" uitgeoefend, aan betrouwbare gegevens van tijdgenoo ten des grooten imperators, om «Jan zijn eindindruk als volgt samen te vatten: „Wat wij nu in Napoleon ten aanzien van den „Code" als van zoovele andere zaken bewonderen moeten, 'dat is de ze kerheid, waarm^B hij op een* groot doel afging, de uitstekende keuze zijner hel pers en de energie, die hij van Zichzelf op deze helpers wist over te planten". soort van schip had ik daar dan toch ■voor oogen? Ineengedrongen, mot een voorsteven, die scheen in te zakken, ver toonde het een achtersteven van een on begrijpelijke hoogte. Aan den voet van de boot gekomen, kon ifc, ondanks het ijs', dat haar bedekte, onderscheiden met welk soort van vaartuig ik te doen had. Het was ontwijfelbaar een vrachtschip)! doch oen Spaanscli, een Portugeesch, een Hoï- tandscli? dat wist ik niet met zekerheid, alleen was ik er van overtuigd, dat de scheepstimmerlui, die het gebouwd hadden al wel sedert tweehonderd jaar gestor ven moesten zijn. Ik gevoelde grooten lust aan boord te gaan, en ik nam de bijl van French en baande mij een weg door het ijs. Na, veel inspanning stond ik eindelijk óp het dek. Het schip scheen als in wit marmer ge beeldhouwd; alles .liet zich duidelijk on derscheiden het dek, de voor- en ach tersteven, de ingang' naair de kajuit, het roer, de hutten.... Maar de sneeuw speelt ons soms parten het was, als lag er bij het loer een menschelijke ge daante neergeknield... Ik was spoedig op het achterdek... ik stond vlak bij het roer... een groote hoop sneeuw en iis had zich daar opeengetast... Ik hakte er met mijn bijl in: alles stortte ineen; oen ge kraak volgde, en bij het maanlicht zag ik tusschen de brokken ijs een gouden ket- Wij gelooven, dat na kennisname vim het bovenstaande de lezer met ons van oordeel zal zijn, 4a.t de bewering, als zou Napoleon iennuid zijn, die niets levends lieefi achtergelaten, als onjuist moet wor den .gewraakt en zeer zeker door don schrijver bij nader nadenken ais een on rechtvaardig oordeel zal moeten worden teruggenomen. Er blijven nog vlekken ge noeg op het levensbeeld van. den Corsi- kaan, maar dat is geen reden «>m ar nog een onverdiende smet bij te voegen. De Janboel in Opper-Siiezië dreigt zoo wél aan het prestige van de Geallieer den als aan liet zelfbestemmingsrecht der volken een leelijken knak te geven. Het werd hoog tijd, dat daar officieel tegon werd opgekomen. En dat is geschied'. Niemand minder dan Lloyd George heeft Vrijdag1 j.l. in het Lagerhuis lucht ge geven aan de ontstemming, die in ge allieerde kringen en daar buiten heerscht over het eigenmachtig optreden v.an Kór- fanty en zijn kornuiten met medewer king van Polen en onder de oogluikende toestemming van Frankrijk. Hii zeide, dat het probleem van Opprr- Silezië een probleem was van den vrede in Europa. De volksstemming, in Opper- Silezië gehouden overeenkomstig het ver drag van Versailles had een meerderheid van ongeveer 6. «tegen 4 opgeleverd ten gunste van de Duitsehe aanspraken. Da toestand was gecompliceerd door het feitj dat in sommige gedeelten de steden voor Duitschland en de landelijke districten voor Polen hadden gestemd, terwijl in andere gedeelten het omgekeerde had plaats gehad. Het algemeene besluit der 'geallieerde commissie was, dat die gedeel ten. welke in overweldigende meerderheid voor Polen hadden gestemd, aan Polen moesten worden gegeven. Nu waren de Polen een opstand be gonnen, om den toestand te beheers chen en de geallieerden dus voor een voldon- Eeft feit te stellen.-Deze stap was-een- volkomen uittarting vpn het verdrag van VerasiUes. Wanneer wij nu de. toestand zoo is geworden, niet handelen met stren ge rechtvaardigheid, zou hij noodlottig worden voor den vrede van Europa. Hij was ongerust over hetgeen gebeuren zou. indien het vertrouwen in de wereld Ver dween, dat juist weder was bcgo,nne.n te werken. Polen, ging de Premier voort, was het laatste land, hetwelk moest be proeven, het verdrag van Versailles' te verscheuren. Het was niet zijn eigen arm die zijn vrijheid verworven had. De vrij heid van Polen was voor dit land gewon nen door Engeland, Frankrijk en Italië en elke letter van het verdrag vertegen woordigde een Engelsch leven. De Poolsche regeering had de verant- woordelijkheid voor den opstand ontkend, maai- deze ontkenningen waren te dik wijls gekomen en het was moeilijk om te gelooven, dat deze verwerpingen van verantwoordelijkheid iets meer beteeken den dan enkel woorden. Het was voor de geallieerden van het hoogste belang, dat het verdrag van Versailles zou wor den gëerhiedigd. Indien aan Polen werd toegestaan, deze Duitsehe provincie te overweldigen, zou dit een ongelukkig einde zijn. Duitschland zou het recht heb ben tot de geallieerden te zeggen„Gij hebt mij gedwongen mijn verbintenis na te komenwat hebt gil' met de uwe ge daan?" Een ernstige zaak' voor Britannië en de geallieerden, is niet alleen een zaalc van eer, ofschoon dit yan belang is, maar ik zal aantoonen, dat wij nit oogpunt van veiligheid en zekerheid van plan zijn, ons aan het verdrag te houden, Wanneer ting, gouden ringen en oorbellen schilte- ren en te midden van dat alles ontwaarden mijn ©ogen iets akeligs, dat naargeestig dof-grauw afstak bij de blanke sneeuw, en dat mij aangrijnsde. Het was een geraamte. Ik heb 'akelige tooneelen in mijn leven bijgewoond, doch dit schouwspel greep mij dermate aan, dat ik .onwillekeurig een doordringenden gil uitte en naar mijne matrozen snelde, die bezig waren de deur der kajuit open te hakken. 'Zh gaven mij een teug brandewijn, en toen ik genoegzaam bekomen was, vertelde ik hun mijne ontdekking. Pattison en Jeffry- gingen eveneens kij ken. Weldra kwamen zij terug en brach ten het hoofd mee, den ketting, do oorrin gen en een horloge. Hun mijn ongenoegen te kennen gevende beval ik alles terug te brengen, waar zij het gevonden hadden. De matrozen hadden intusscben hunnen arbeid hervat. Na nog eenige flinke bijl slagen zwichtte de deur en terzelfdcrtijd golfde een benauwende luchtstroom ons in het gelaat. Wij staken lantarens aan, en hoewel ik nog beefde en mijn knieën knikten, daalde ik het eerst de trap af. In de kajuit vonden wij wapenen, bijna, geheel vergaan, touw, verrotte meubelen, vervallen 'banken en kisten, die Fred French spoedig opengebroken had. Zjj het voor, en wanneer het tegen ons is. Wij houden er niet van, dat er met het verdrag wol-dt gespot. Gij kunt zeggenJ „Hetzijn maar Dnitschers." In elk ge-i val hebben zij recht op alles, wat het! verdrag' hun geeft. Er zijn slechts twee wegen, die thans kunnen g-evolgd wor-i den. Een daarvan is, dat geallieerde troe pen de orde gaan herstellen. Het staat niet aan mij, een millitiare meening: te uiten, maar het zou mij in vrij hooga mate verwonderen, indien dit niet ge schiedde kon. Daarbij komt nog een moei lijkheid; wij zijn verplicht geweest onze troepen terug te trekken en wij hebb|eu niet het recht, onze bondgenooten te zeggen, dat zij hunne troepen moeten, gebruiken, om de orde te hersteUen. Eu; is echter geen reden, waarom de geaUN eerden er bezwaar tegen zouden maken, dat Dutschland de strijdkrachten, die het bezit, gebruikt, om do orde in zijnl eigen provinciën te herstellen. Dit is billijk en hiHijkheid is, tfet-i geen Engeland voorstaat en wat het tot het laatste toe zal voorstaan. Het eenige, wat ik in naam der regee- ring wenseii te zeggen, is, dat wat ep ook gebeurt, wij er ons niet bij kunnen neerleggen, dat het verdrag verbroken wordt. Dat zou beteekenen, uittarting te gedoogen, hetwelk tot gevolgen van den noodlottigen aard zou kunnen leiden. Er waren vooruitzichten op gebeurte nissen in Europa, die het noodzakelijk maakten, dat wij aas aUen houden aan, de bepalingen, in net verdrag van Ven «ailles gemaakt. Met allen ernst, met het vurig verlangen den vrede 'in Europa hersteld te zien, wetende, dat dit nergenq geschieden kon als op den grondslag van strc-Dge rechtvaardigheid, deed hij eenbe-i roep op alle betrokken personen, te doen wat juist en billijk was, voorootrdeeleni te laten varen en oprecht, hiflijk en eer lijk te zijn. Dit is flink en ruiterlijk gezegd en men begrijpt dat Frankrijk daarbij leelijH cp zijn neus kijkt. In de Fransche (j® Franschgezinde Belgische pers wordt Lloyd George dan ook danig onderhan den genomen wegens zijn „Deutsch-: freuncUichkeit." Als het nu maar niet hij woorden blijft. Wij spraken hierboven v,im van een oogluikende toestemming van Frankrijk. De verklaring v,an den Franschen gene-i raai Larond dat hij geen overeenkomst met Korfanty zou hebben gesloten, wordt niet vertrouwd. [Tegenover de ontkenning yan Lerond staan de herhaalde uitlatingen van den tot op zekere hoogte goed ingelichten' Poolschen minister-president «Witos, die herhaaldelijk verklaarde, dat. er wèl een overeenkomst tusschen Lerond en Kor«i fanty bestond nopens de demarcatielijn,. Korfanty zelf spreekt Lerond ook tegen. In een Vrijdag door hem gepubliceerd manifest is uitdrukkelijk sprake van een „De dappere bewapende deelen van het overeenkomst. Daarin wordt o.a. gezegd: O.-S. volk hebben groote overwinning- gen behaald. Zij hebben den wil van het' O.-S. volk doen kennen. Tusschen de intergeaHieerde commissie en den ver tegenwoordiger der gewapende beweging is een overeenkomst gesloten, die ons toekomst met kalmte doet tegemoet zien. Het is thans tijd om tot de normala levenswijze terug te keeren. Onder de wapens blijven slechts zij, die voor en-,, dienst zijn aangeworven. Denkt er aan, dat gij van nu af voor het welzijn van" het Poolsche volk werkt. Het uur der vrijheid is geslagen. Wij zijn thans baas in eigen huis. Laten wij dat huis ver standig inrichten." Daarmee is het eind van alle tegen spraak wel niet bereikt, maar men kan nu veilig aannemen, dat Lerond en Kor- bevatten versleten kleeren,. kaartspelen en eenige fl'essclien die nog vloeistof sche nen te bevatten en die ik terzijde liet zët- tens. Later bevond ik, dat liet Madera wijn was, zooals ik nimmer had gedron ken. Ik liet de kleederen onder de matro zen verdeelen en ging naar de hut van den kapitein. Alles lag in wanorde, alsof men er woe dend gestreden hak Op de tafel, die nog «overeind stond, lag het scheepsjournaal geopend. Ik wilde de bladzjjde lezen, die voor mij lag en die plotseling onderbroken moest zijn; het was mij echter onmogelijk want zij was geschreven in het Portu geesch. Ik kon slechts den naam van het schip, van zijn kapitein en van zijn be stemmingshaven opmerken. Het was de „Barrocca van Goa, kapitein Ciuilhem Gastro Ik nam hét boek met mij mee, voorne mens zijnde, het te laten vertalen, zoo- dra ik iri mijn land zou zijn terugge keerd. Eén omstandigheid .verwondende mjj bovenal, n.l. geen enkel ander geraam te op het schip te vinden. Zou de man aan het roer dan alleen het schip be stuurd en bewaakt hebben? (Wordt vervolgd.) —a i \4

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1921 | | pagina 1