DAGBLAD VOOR ZEELAND van f ic bij verlies van een wijsvinger I 10 een anderen vinger DEDtëlKKERIJ NIEUWE ZEEUWSCHE COUDSNT'tE GOES DEUIWEÏMEN Nummer 105 Dinsdag 10 Mei 1921 Zeventiende Jaargang Paus Pius VII en Napoleon. FEUILLETON Sagen uit het Zwarte Woud Buitenlandsch Overzicht gWNBf. „N-V. a ALLE VLUGSA\AA1WÖL EN GOEDKOOP LEVEKT? NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Hoofdredacteur: J. W. VIE NIN GS. I Bureaux van Redactie en Administratie: Westsingel. GOE3 Bijkantoren: MIDDELBURG, Markt 1 en 2 Telegram-AdresNizeco. Directeur JOS. VAN DE GRIENDT. Telefoon"207 Abonnementsprijs f2,50 per drie maanden, f0,20 per week, voor Post-abonnés f 2,90 per 3 m. Advertentiën van 1 tot 6 regels f 1,50, elke regel meer f0,25, bij contract beduidende korting. Al onze Abonnés zijn gratis verzekerd tegen ongevallen krachtens onze overeenkomst met „The Ocean and Guarantee Corporation Ltd." te Amsterdam, Rokin 151, en wel voor de hieronder vermelde bedragen Al onze Abonnes zijn hio»* - t cnn bij levenslange (oen W) icn bi) verlies van t 7c bij verlies van f gn bijveriiasran f ge bij verlies tan t ie 1 üUU oneeschlktlieid J ZOU overlijden 1 lull een handof voet I IJ eenoog I DU een duim I Od eenwijsvinger 113 Paus Pi us VII vóór zijn verheffing •op den stoel van St. Petrus kardinaal Barnaba Luigi graaf Chiaramonti beeft met Napoleon een langdurigeu strijd le voeren gehad voor de vrijheid en onaf hankelijkheid der Kerk. Zoowel bij het sluiten van liet eerste concordaat als later toen hij, na de inlijving van den kerkelijk ken staat hij Frankrijk, gevankelijk1 werd weggevoerd naar Grenoble en Savona', had hij er voor te waken, dat de eeuwenoude rechten van den Pauselijken Stoel niet werden prijs gegeven aan de luimen van den zelfzuclitigen, autocritisehon keizer der Fransehen. Herhaaldelijk heeft Napo leon getracht, den zachtaardigen maar te vens energieken Paus tot een willoos werktuig te maken zijner eerzuchtige plan nen en zichzelven op te werpen oen poort van voogd over do Katholieke Kerk, daarbij tredende, zooals hij zeide, in het •voetspoor van Karei den Grooten. Hij wiss echter, kon althans weten, dat Charle magne door den Paus uitdrukkelijk als be schermer der Kerk was uitgeroepen en aich ook als beschermer der Kerk in eer biedige onderdanigheid jegens den Paus. had doen kennen. Hij .(Napoleon) daaren tegen was slechts tot keizer der Fran sehen door den Paus gekroond, meer uiet, en in plaats van als beschermer des Pain seri op te treden, maakte hij' voortdurend inbreuk op 's Pausen rechten, zoo geeste-, iijke als wereldlijke. Hoe Napoleon zich in het persoonlijk onderhoud met Paus Pius gedroeg, heeft Alfred de Vigny beschreven in zijn werk Servitude et grandeurs militaircs". Die achets geeft zeer goed den indruk weer van de driftige ongestadigheid des Fran- echen heerschers tegenover de kalme on verzettelijkheid des Pausen. Wel verwart de' schrijver 'twee gesprekken, die Paus en Keizer met elkander voerden in 1801 en 1808, maar geest en inhoud ervan ko men toch overeen met wat de kardinalen Consalvi (1757'1824) 1) en Pacca (1756 1844) 2), de trouwe raadslieden des Pausen, daarover in hun gedenkschriften hebben opgeteekend. Het gesprek heeft plaats in „een dei- salons van het kasteel Fontaineblau. De Vigny schetst hier Keizer Napoléon als een driftigen parvenu, uiterlijk slank en vlug, tegelijkertijd levendig en bevallig, hartstochtelijk en bruut in zijn bewegin gen. Aldoor rondrennend door Je kamer, verklaart hij volstrekt géén ongïloovige te zijp en, den ouden republikeinen ten spijt, naar de mis te zullen gaan. Hij ver zekerde, dat het hem hinderde den 1'au.-- een martelaarsgezicht te zien 'zetten, daar deze immers volkomen vrij was. En daar de Paus wel even droef glimlachte, dodi niets antwoordde, zei Napoleon dat hij er bijna, toe zou komen, den Paus een wei nig ondankbaar te noemen. Welke 'dien sten had Frankrijk hem niet bewezenhet can'clave, dat hem had gekozen, handelde onder den invloed van Napoleon's veld tocht in Italië en van een woord door hem over den lateren Pius gesproken. Napoleon zeide ook, dat hij volstrekt niet hield van Voltaire en ging voort: Heusch, ik zoek, maar ik zie niet in, wat u beletten zou, voor goed u te vesti gen hier te Parijs. Mijn he,mel, ik Zou u de Tuilerieën kunnen laten, éls u hit wenschte! Ik ben daar toch maar weinig. En ziet u niet in, Padre, dat Pariis de hoofdstad is van de wereld? Ik zou*alles doen wat u wenschte, want ik beu goe- diger dan velen denken. Als u mij den oorlog laat en de vermoeiende politiek, moogl n de Kerk net zoo- inrichten als u wilt Commediante, mompelde Z. Heilig heid. Bonaparte, die onder het praten een (Slot volgt.) 5) o III. Een nacht op het slet Hohenbaden Op een milden, schoenen herfstimjd-j dagwij hadden juist eenige regendagen achter den 'rug was ik, verlokt door -biet schitterende weer, een wandeling gaan doem in hel bergland. Ik dwaalde te mid-i den van dichte groene wonden, waar slechte zelden de gouden zonnestralen aoor B'et weelderige groen binnendringen wier vochtige atmosfeer (luizende insecten zoemend en gonzend dwalen en dwarrelen. Geen bepaalden weg volgend wafil ik dwars tusschen de verspreide rotsen doorgedrongen tot ik eindelijk de ruïne van het slot Hohenbaden had be reikt. Die verweerde muren van dezen voOte malïgen "burcht hebben een eigenaardig "bekoorlijkheid en zijn puinhoopèn herin- neren aan een roemrijk verleden. De na tuur overdekte de muren met een weel derige plantengroei, zoodat een groene sluier den griiwel der verwoesting .ver! göetójfcend aan 't speurend oog onttrekt. Een geruimen tijd wandelde ik door de eenzame hallen en de kale vertrekt stoel had bijgeschoven, sprong op als een gekwetste panter. Komediant? Ik! O, ik zal u kome dies spelen, voor u allemaal, die u z-ullen deen huilen als vrouwen en kinders. Ko mediant Maar u bent er niet, als u denkt, dat men met mij den beleedig'enden koel bloedige kan spelen! Mijn komedie is do wereld, ik speel er als meester en als auteur: en als komedianten heb ik ti alle maal. u Paus en 'de koningen en de yol- ken en ik' trek er u aan den draad van den angst. Komediant! O, maar dan moet men toch, om mij toe te klappen^ of te siffleeren, van een ander postuur zij u dau u. signor ChiaramontiWeet u, dat u ten arme pastoor zoudt wezen, als ik het wilde U met uw driekroon. Frankrijk lachte u in het gezicht uit, als ik bij mijn groet geen ernstig 'gezicht zette. Nog geen vier jaar is het geleden, dat geta sterveling hardop durfde spreken van Christus. Wie zou "het gewaagd hebben van den Paus? Komediant! Maar ik heb n beet, ik draag" ,u en uw hu le ge zelschap als marionetten van het noorden naar het zuiden. Ik Aoe of ik u voor vol aanzag, omdat u een oud beginsel ver tegenwoordigt, dat ik in eere wil herstel len. En u mist het vernuft om dat te be grijpen of om te doen a-scff u begreep Tragediante! zei nu de Paus. Bonaparte stond juist aan het andere eind van bet vertrek. Als een pij' u:£ den boog stoof hij1 toe op 3en oude, doch plotseling Bleef hij staan greep een Sè vres-vaas van de tafel en wierp die op het haardijzer aan stukken. Daarna, giag hij zitten, zweeg en toen hij eindelijk weer begon, bleek de Proteus door (wee woorden getemd. 't Is waar. Tragediespeler of kome diant. Alles is rol, alles is kostuum voor mjj. Aldoor in een rol voor de men-eheu. Ze laten zien rwa.t ze wenschen te zien. Zc houden tusschen hoop en vrees. En daarbij mijn eigen verveling. Maar vóórt moet ik, en voort laten gaan. Ik spreek nu heel oprecht tegen u. Ik heb plannen Voor de levens van veertig keizer-, eiken ochtend- en eiken avond vorm .ik er e -n, maar ik zal er geen twee kunnen vervul len of mijn tijd zal om zijn. Het teven is te kort om ooit stil te staan. Ik doe wat ik denk, onmiddellijk. Maai- ik moet sla gen en dat lukt me. Toen, na wat zwijgen, op anderen toon: De geboorte is en blijft alles. Wie arm en naakt ter wereld komen, blijven altijd wanhopigen. Dat leidt dan tot han delen of tot zelfmoord, al naar net karak ter van ieder. Hebben ze moed te doen als ik, ze spelen den duivel. Want, wat- wilt u, men moet leven. Men mo«t zijn plaats weten te veroveren. Ik heb do mijne gemaakt als een kanonskogel. Te Toulon, Baint-Père, ha.d ik geen geld om epaulet ten te koopen en in plaats daarvan had ik een moeder en weet ik hoeveel broera op ra'n schouders. Die zijn nu allemaal onder dak. Josépliine heeft me uit meelij ge trouwd en nu gaan u en ik haar kronen. Keizersmantel, kroon, wat is het? Kos tuum, tooneelkleeding, niet anders.. Ik zeg u, Saint-Père, er zijn op de wereld maar twee soorten menschen, zij' die hebbeu en zij die winnen. De eersten leggen "zich rustig neer, de tweeden bewegen. Ik heb dat al vroeg begrepen en ik zal liet eea heel eind brengen. Ik ken er maar twee die er zijn gekomen, hoewel ze pas veertig jaar oud zijn begonnen, Cromwell en Rous seau. Ik ben van mijn vak fabrikant van veldslagen. Toen ik vijf-en-dertig jaar was, had ik er achttien 'klaar, die ovar ii irningen heetten. Daar moet ik toch mijn loon voor hebben! En een iröon is niet te duur. Bovendien fabriceer ik voort. II Zult nog heel wat van me zien. Dynas tieën, die allemaal beginnen bij de mijne, die zelf er gekomen ben door verkiezing. Door verkiezing, als u, Saint-Père, uit de ken en besteeg torens en tinnen, van waar zich een verrukkelijk vergezicht aan mijn blikken ontvouwde; beelden en her inneringen uit lang vervlogen eeuwen trokken in mijn verbeelding voorbij en al wat de sagen verhalen en de geschied- boeken melden omtrent den vermaarden burcht, werd in mijn goest weer levendig. Reeds was dezon ter kimme gegaan jen nog altijd zat ik in de vensterbank der groote (ridderzaal, starend in liet droomen- de dal daar beneden. Soms liet ik inlijn «ogen weiden in het verre verschiet, waar de bergtop-pen der „Vogezen n0g glooiden in laten zonneschijn of naar de donkere spitsen van het Zwarte Woud, waarheen de avondnevel in vreemde, grillige ver schijningen en gestalten door een kooien luchtstroom werd voortgedreven. Daar trof plotseling een geluid, als het weenen van den avondwind door een Aeolusharp Aeolusharp of windharp, d.i. -een harp, die door den l'uchtsroam geluiden geeft mijn oor. Het was alfooi" 'de stemmen van onzichtbare geesten weerklonken te midden der verweerde muren, eerst in zachte, zwakke tonen, dan in diepere, lang aangehouden accoorden, ten slotte machtige ruischend als orgel- klanken in de gewelven van kathedralen- En vreemd versmald de muziek der gees ten in het suizen van den W.estenwind menigte uitgetrokken. Wat dat aangaat kunnen we elkaar de hand geven3) In dit onderhoud, waarin ceuerzijds de Paus een waardige kalmte ten toon spreidt, anderzijds de Fransche impera tor met groote breedsprakigheid van den hak op den tqk springt, toont zich do Paus verre de meerdere van den Keizer. En toen laatstgenoemde, op het toppunt van zijn macht, den Stedehouder Öods, als gevangene in Frankrijk, van diens raads lieden zoo goed als beroofd, naar geest en lichaam uitgeput, meende naar zijn wil te kunnen zetten, kwam de Voorzienig heid tusschen heidePius keerde In triomf naar Rome terug, Napoleon ging als bal ling naar Elba; Pius eindigde zijn ponti ficaat; roemvol en geëerd in 1823, Napo leon stierf eenzaam .ei' verlaten op Sint Helena in 1821. „Gods molen maalt langzaam maar fijn i" en De .Maistre's woord werd hier schitte rend bewaarheid: „qui mange du Pape eu meurt", „wie van den -Paus eet, d. w. z. wie zich ten koste des Pausen verrijkt of zich de rechten des Pausen toeeigent, sterft eraian, gaat. ten gronde". 1) De oven geleerde als rechtschapen en sche pzinnige diplomaat kardinaal Erculo Consalvi, wist, toen alle hoop op eene goede totstandkoming scheen vervlogen te zijn, een concordaat tusschen Frankrijk en 'den H. Stoel gesloten te krijgen, dat 15 Augustus 1801 door Pius VII werd bevestigd. Bij de uitvoering van dat concordaat gaf Napoleon echter van groote trouweloosheid blijk, door met het concordaat een aan hangsel, de z.g. articles organiques, 77 in getal, uit te vaardigen waardoor het con cordaat vrijwel een doode letter werd. Ook stond kardinaal Consalvi met kardi naal Pacca Paus Pius in 1813 krachtdadig terzijde, toen laatstgenoemde met den keizer een nieuw Concordaat opstelde, waarin laast- genoemde op sluwe wijze den Pans in een van hem afhankelijke positie wil brengen. 2) Kardinaal Pacca, in 1806 tot Staatsse cretaris van Paus Pius VII benoemd, was diens even verknochte als talentvolle raads man, vergezelde den Paus op diens vërban- ningstocht en werd door Napoleon in de vesting Fenestrelle gevangen gezet. Hij be hoorde met Kardinaal Consalvi tot de 13 z.g „Zwarte" kardinalen die, wijl zij liet huwe lijk van Napoleon met Maria Louise als in hun oog ongeldig, niet wilden bijwonen, door Napoleon over verschillende steden werden verspreid en gestraft met het verbod, hun rood kardinaalsgewaad in het openbaar niet te mogen dragen, doch slechts een zwarte toga. 3) De Nederlandsche tekst van Vigny's Napoleon-gesprek ontleenden wij de Letter kundige kroniek der N.R.Crt. van 8 Mei j.l Men kan een zaak van twee kanten be zien, zoo ook dus het ultimatum aan Duitschland. De meeste Duitsehe bladen, als de „Deutsche Tagesztg.", de „Deutsche All- gom. Ztg.", de „Tagl. Rundschau", zoo zien we i» de „Maasbode", eischen op beslisten toon de strikte afwijzing van het ultimatum. De „Deutsche Tagesztg." b.v. 'zegt: „Tegenstand tot het uiterste moet tegen over dit ultimatum de eerste plicht van nationaal zelfbetoon zijn". De „Voss. Ztg." daarentegen siehrijft.: „Men mag wel aannemen, dat het rijks- ministerie, dat op den grondslag- der op het oogenblik bestaande partijconsteUatie zou gevormd worden, nauwelijks tot iets anders zou kunnen besluiten dan lot de aanneming der eischen van de entente, wat hun grondslagen althans betreft. In alle geval is een botte afwijzing uit gesloten. Het orgaan der onafhankelijken, de „Freiheit", .spreekt van nationalistische agitatie en zegt, dat het karakteristiek is, dat de tegenstand zoowel van de Duitscli- nationalen als van de Duitsehe volkspartij en in de zonderlinge windgeruchten der trotscbe beuken; en al die geheimzinnige geluiden smolten samen tot een streelend lied, dat mij heerlijk in droomen wiegde. Als ik eindelijk uit dien lichten slui mer ontwaakte, vernam ik nog steeds het snarengeluid, doch het was thans niet meer de 'klank van Aeolusharpen, het waren de topnen van een luit de luit was een zeer oud snareninstrument, dat evenals de mandoline en guitaar getok keld werd. Het bloeitijdperk, der luit was dejtöe, 16e en 17e eeuw, doch later raakte zij door de groote ontwikkeling van het strijkkwartet allengs op. den achtergrond. Maar wat voor toonen! Een eindeloos diepe zielesmart, zoo groot- ,als .een menschenhart mjpar kan verdragen, klonk mij uit die klanken tegen; niet in woorden, doch in duidelijk ver staanbare melodiën schetsten zij het leed ,van een liefhebbend hart, dat door het noodlot wreed getroffen en gebroken, alle 'hoop op geluk verloren had en het leven slechts beschouwde als een groot en een diep graf. Daar deed zich plotseling een schaone .meisjesstem' vernemen, helder als kristal. Doch neen, neen, Bet was geen meisjes stem, het geleek de stem van een engel uit den hemel', die een bitter zieleleed vertolkte in nooit gehoorde wonderjdan- tegen een aanneming der economische en- tente-cischen in den laatsten lijd zeker verminderd was. Sinds echter door het ultimatum Bekend g-eworden is, dat de doorvoering der ont wapening en de veroordeeling der oorlogs misdadigers geëischt wordt, schijnt dezo tegenstand opnieuw toe te nemen. Verder lezen we, dat de „Deutsche AU- gem. Ztg." het ultimatum beschouwt als onverdragelijk en zegtOok thans zijn de Duitschers bereid, tot overeenstemming mei de tegenstanders te komen tn in ja ren van harden .arbeid te geven wat ze kunnen opbrengen. Wanneer de opperste raad echter vindt, dat wij de Oostelijke vestingen zullen ont wapenen, op het oogenblik, waarop de Po len snood geweld tegen ons plegen, dan is er slechts één antwoord, dat een motie, die zichzelf respecteert, waardig is„Neen, duizendmaal neon". De „Tagl. Rundschau" schrijft: „Ons blijft slechts één ding over: Een passieve nationale tegenstand. Zoo lang wij 'fc zeH niet opgeven, zijn wij niet verloren". Ook het leidende centrumblad, de „Car- mania" noemt het onmogelijk, .den eisch inzake de ontwapening der Oostelijke ves tingen te vervullen, op 't oogenblik, dat de Polen aan de grenspalen schudden. Volgens het blad ligt de schuld van den tragen gang van het proces tegen de oor- logeschuldigen enkel en alleen hij' de en tente, daar tot nu toe alleen Engeland iets gedaan heeft om de noodige basis voor het proces te verschaffen. Dat is de kwestie van één kant boks- ken, maar dat de zaak, gezien door de ententebrU, weer 'n heel ander aspect vertoont, wordt wel bewezen door het feit dat de Engelsche bladen van alle partijen volgens een Horsea-berieht het ontwerp der geallieerden inzake de schadeloosstel ling door Duitschland als rechtvaardig en practisch uitvoerbaar beschouwen. Liberale bladen, zooals de „Manehestor Guardian" en de „Daily News", die altijd tegen de politiek 'der geallieerden in deze aangelegenheid zijn geweest, keuren hét plan goed. De „Mancli. Guardian" zegt: „Het plan is te danken aan den goeden wil van al'e betrokkenen en niet het minst aan de goede gezindheid en gematigdheid van Briand. Aan Duitselüand wordt thans aUeen ge vraagd, om de belangen van hot vredes verdrag uit te voeren, die het ondertee kend heeft. Het neemt geen nieuwe ver plichtingen op zich". Het blad meent, dat dit het sterkste argument voor Duitschland is om toe te geven. De „Daily News" spreekt de meaning nit, dat het plan der geallieerden het eenige middel is om uit den tégenwoordi- gen Europeeschen toestand te geraken. In dien Duitschland weigert, -zou liet een groote dwaasheid begaan. De „Times" wijst er op, dat Hoyd George gedurende de heele conferentie een open oog heeft gehad voor de moei lijke positie van de bondgenopton. Hij heeft voor Duitschland een laatste kans weten te verkrijgen, maar indien list nu te kor! schiet, dan zullen wij ónze bond- genooten van ganseher harte „steunen oir, het tot reden te brengen door de eenige middelen, waarvoor het begrip schijnt te. toopen. De bekende economische deskundige Keynes schrijft in de „Manchester Guar dian", zoo zien we in de „Msb.", een belangwekkend artikel over het nieuwe schadeloosstellingsplan, dat door de ge allieerden aan Duitschland in den vorm van een ultimatum is voorgelegd. -De schrijver noemt op de eerste plaats het besluit der herstel-commissie om Duitschlanda schuld op 137 milliard gpu- ken: zacht en smeekend bad die stem' in treffende bewoordingen tot een vroeg ge-t sterven moeder, zij riep als uit een af grond van ellende naar een verscheiden, vader; zij Haagde het leed eener min nende jonkvrouw, wien men den teerge liefden vnend barer jeugd had ontnomen om hem de groote wereld in te zenden, waar 'pij na jaïenlnge zwerftochten, door waanzin (aangegrepen, in een diepen af grond was neergestort. Het slot van hel lied was' minder be wogen; daar sprak meer uit de stille be rusting in een onafwendbaar lot en tevens, bange vrees, dat het leven in de toekomst misschien nog wel zwaarder leed kon brengen dan het nu geledene.... •Onbewegelijk, met ingehouden adem had ik naar het wonderlijke lied geluisterd en zag rGndom mij heen of ik de zangeres niet bespeurde. Doch wie schetst mijn ver bazing toen ik de verandering aanschouw de welke zich in de geheele omgeving had voorgedaan? Het waren nu niet meer de kale, vervallen puinhooipen van een burcht, waar in ik mij bevond, niet den blauwen, met sterren bezaaiden luchtkoe pel boven mijn hoofd neen, het slot scheen in al' zijn voormaligen luister uit de .puinen herrezen en ik bevond mij in ,de ruime ridderzaal, geheel in een mjd- deleeuwsch milieu. den marken vast te stellen, inclusief de som, verschuldigd Vóór: 1 Mei en inclusief Duitgehlands verplichtingen voor België'sl schuld aan de geallieerden, een triomf van den geest van rechtvaardigheid, welken het Duitsehe volk niet zal kunnen mis kennen. Dit totaal heeft intusschen niets te ma ken met Duitschlands vermogen, om to betalen. Het is alleen een calculatie, door de experten opgesteld, die tot taak hadden vast te stellen wat Duitschland volgens de letter van het vredesverdrag schul dig is. Wat nu het nieuwe plan der geallieer den betreft, dat valt volgens Keynes als een wettige ontwikkeling uit het vre desverdrag te beschouwen en "vertoont daardoor een wezenlijk onderscheid mefi vroegere voorstellen, zooals die van Parijs!. Vijf pereent interest en 1 percent coma pensatie-betaling over de heele rekeningj 'na aftrek van wat Duitschland reeds be taald heeft, zon een bedrag uitmaken van ongeveer 400 millioen pond sterling (goud) per jaar. Daar niemand meent, dat dit nu kan betaald worden, wordt in het plan voorgesteld, dat Duitschland 100 millioen pond sterling per jaar Zal betalen, plus het equivalent van 26 pereent van zijn! ui (voer. Volgens de meening van Keynes is het onmogelijk, dat Duitschland zelfs dezo gereduceerde som kan betalen, hetgeeu' Keynes aan de hand van cijfers betref fende den Duitschen uitvoer aantoont'. Duitschland zou dan immers van zijn Duitschen uitvoer ad 200 millioen pond sterling per jaar de reeds genoemde 100 millioen, plus 26 pereent van 200 milli oen, is 52 millioen, moeten betalen. To taal dus 152 miHioen pond sterling; het geen Keynes niet mogelijk acht. Misschien zou Duitschland 52 millioen p. st. (26 pereent van zijn uitvoer) kun nen betalen, of in de plaats daarvan 10(1 millioen pondSterling, maar in geen ge val beide bedragen. Nauwelijks van den eersten schrik; her steld, zag ik uit de vensternis naast mij een slanke, schoone vrouwengestalte tre den, een luit in den arm, en als zij" in. liet voorbijgaan haar gezicht tot mij wend de, toen trof mij de uitdrukking van in nige liefde, die uit hare oogen straalde- iWel' (Was haar gelaat eenigszins bleek en sprak een diep leed uit heur zachte blikken, maai' toch had de zielesm'art niet.de lichte Mosjes op haar wangen kunnen uitwisschen In lhnge krullen golf de jh'aar goudblond haafr wijd tot ver over bare schouders en onder zijden wim pers blikten haak' 'oogen zooi stralendi Mauw als_ do glans van glinsterende vb ooitjes. Zij had een fijn gevormden mjOTid en hare lippen waren zoo teeder en fijn, dat een troostend wooïd, door haar ge sproken, iedere smart moest kunnen ver drijven. In 'n eenvoudig wit gewaad schtreedl zij (langzaam, roet majestueusen tred door dei zaal' naar een der uitgangen toe, zoodat ;zij weldra uit het gezicht was verdwenen- Nauwelijks was zij weg of een inwen dige stem zeide mrf, dat deze engelachtige verschijning niemand anders kon. wezen dan jonkvrouw Jacoba, de arine onge lukkige Jacoba van Baden! tJSl"" tefiiSÜsU&ïfL.''—

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1921 | | pagina 1