DAGBLAD VOOR ZEELAND
van f ic bij verlies van
een wijsvinger I 10 een anderen vinger
DEDtëlKKERIJ
NIEUWE ZEEUWSCHE
COUDSNT'tE GOES
DEUIWEÏMEN
Nummer 105
Dinsdag 10 Mei 1921
Zeventiende Jaargang
Paus Pius VII en Napoleon.
FEUILLETON
Sagen uit het Zwarte Woud
Buitenlandsch Overzicht
gWNBf. „N-V. a
ALLE
VLUGSA\AA1WÖL EN
GOEDKOOP LEVEKT?
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Hoofdredacteur: J. W. VIE NIN GS. I
Bureaux van Redactie en Administratie: Westsingel. GOE3
Bijkantoren: MIDDELBURG, Markt 1 en 2
Telegram-AdresNizeco.
Directeur JOS. VAN DE GRIENDT. Telefoon"207
Abonnementsprijs f2,50 per drie maanden, f0,20 per week,
voor Post-abonnés f 2,90 per 3 m. Advertentiën van 1 tot 6 regels
f 1,50, elke regel meer f0,25, bij contract beduidende korting.
Al onze Abonnés zijn gratis verzekerd tegen ongevallen krachtens onze overeenkomst met „The Ocean and Guarantee Corporation Ltd." te Amsterdam, Rokin 151, en wel voor de hieronder vermelde bedragen
Al onze Abonnes zijn hio»* -
t cnn bij levenslange (oen W) icn bi) verlies van t 7c bij verlies van f gn bijveriiasran f ge bij verlies tan t ie
1 üUU oneeschlktlieid J ZOU overlijden 1 lull een handof voet I IJ eenoog I DU een duim I Od eenwijsvinger 113
Paus Pi us VII vóór zijn verheffing
•op den stoel van St. Petrus kardinaal
Barnaba Luigi graaf Chiaramonti beeft
met Napoleon een langdurigeu strijd le
voeren gehad voor de vrijheid en onaf
hankelijkheid der Kerk. Zoowel bij het
sluiten van liet eerste concordaat als later
toen hij, na de inlijving van den kerkelijk
ken staat hij Frankrijk, gevankelijk1 werd
weggevoerd naar Grenoble en Savona', had
hij er voor te waken, dat de eeuwenoude
rechten van den Pauselijken Stoel niet
werden prijs gegeven aan de luimen van
den zelfzuclitigen, autocritisehon keizer
der Fransehen. Herhaaldelijk heeft Napo
leon getracht, den zachtaardigen maar te
vens energieken Paus tot een willoos
werktuig te maken zijner eerzuchtige plan
nen en zichzelven op te werpen oen
poort van voogd over do Katholieke Kerk,
daarbij tredende, zooals hij zeide, in het
•voetspoor van Karei den Grooten. Hij wiss
echter, kon althans weten, dat Charle
magne door den Paus uitdrukkelijk als be
schermer der Kerk was uitgeroepen en
aich ook als beschermer der Kerk in eer
biedige onderdanigheid jegens den Paus.
had doen kennen. Hij .(Napoleon) daaren
tegen was slechts tot keizer der Fran
sehen door den Paus gekroond, meer uiet,
en in plaats van als beschermer des Pain
seri op te treden, maakte hij' voortdurend
inbreuk op 's Pausen rechten, zoo geeste-,
iijke als wereldlijke.
Hoe Napoleon zich in het persoonlijk
onderhoud met Paus Pius gedroeg, heeft
Alfred de Vigny beschreven in zijn werk
Servitude et grandeurs militaircs". Die
achets geeft zeer goed den indruk weer
van de driftige ongestadigheid des Fran-
echen heerschers tegenover de kalme on
verzettelijkheid des Pausen. Wel verwart
de' schrijver 'twee gesprekken, die Paus
en Keizer met elkander voerden in 1801
en 1808, maar geest en inhoud ervan ko
men toch overeen met wat de kardinalen
Consalvi (1757'1824) 1) en Pacca (1756
1844) 2), de trouwe raadslieden des
Pausen, daarover in hun gedenkschriften
hebben opgeteekend.
Het gesprek heeft plaats in „een dei-
salons van het kasteel Fontaineblau. De
Vigny schetst hier Keizer Napoléon als
een driftigen parvenu, uiterlijk slank en
vlug, tegelijkertijd levendig en bevallig,
hartstochtelijk en bruut in zijn bewegin
gen. Aldoor rondrennend door Je kamer,
verklaart hij volstrekt géén ongïloovige
te zijp en, den ouden republikeinen ten
spijt, naar de mis te zullen gaan. Hij ver
zekerde, dat het hem hinderde den 1'au.--
een martelaarsgezicht te zien 'zetten, daar
deze immers volkomen vrij was. En daar
de Paus wel even droef glimlachte, dodi
niets antwoordde, zei Napoleon dat hij
er bijna, toe zou komen, den Paus een wei
nig ondankbaar te noemen. Welke 'dien
sten had Frankrijk hem niet bewezenhet
can'clave, dat hem had gekozen, handelde
onder den invloed van Napoleon's veld
tocht in Italië en van een woord door
hem over den lateren Pius gesproken.
Napoleon zeide ook, dat hij volstrekt niet
hield van Voltaire en ging voort:
Heusch, ik zoek, maar ik zie niet in,
wat u beletten zou, voor goed u te vesti
gen hier te Parijs. Mijn he,mel, ik Zou u
de Tuilerieën kunnen laten, éls u hit
wenschte! Ik ben daar toch maar weinig.
En ziet u niet in, Padre, dat Pariis de
hoofdstad is van de wereld? Ik zou*alles
doen wat u wenschte, want ik beu goe-
diger dan velen denken. Als u mij den
oorlog laat en de vermoeiende politiek,
moogl n de Kerk net zoo- inrichten als u
wilt
Commediante, mompelde Z. Heilig
heid.
Bonaparte, die onder het praten een
(Slot volgt.)
5) o
III. Een nacht op het slet Hohenbaden
Op een milden, schoenen herfstimjd-j
dagwij hadden juist eenige regendagen
achter den 'rug was ik, verlokt door
-biet schitterende weer, een wandeling gaan
doem in hel bergland. Ik dwaalde te mid-i
den van dichte groene wonden, waar
slechte zelden de gouden zonnestralen
aoor B'et weelderige groen binnendringen
wier vochtige atmosfeer (luizende
insecten zoemend en gonzend dwalen en
dwarrelen. Geen bepaalden weg volgend
wafil ik dwars tusschen de verspreide
rotsen doorgedrongen tot ik eindelijk de
ruïne van het slot Hohenbaden had be
reikt.
Die verweerde muren van dezen voOte
malïgen "burcht hebben een eigenaardig
"bekoorlijkheid en zijn puinhoopèn herin-
neren aan een roemrijk verleden. De na
tuur overdekte de muren met een weel
derige plantengroei, zoodat een groene
sluier den griiwel der verwoesting .ver!
göetójfcend aan 't speurend oog onttrekt.
Een geruimen tijd wandelde ik door
de eenzame hallen en de kale vertrekt
stoel had bijgeschoven, sprong op als een
gekwetste panter.
Komediant? Ik! O, ik zal u kome
dies spelen, voor u allemaal, die u z-ullen
deen huilen als vrouwen en kinders. Ko
mediant Maar u bent er niet, als u denkt,
dat men met mij den beleedig'enden koel
bloedige kan spelen! Mijn komedie is do
wereld, ik speel er als meester en als
auteur: en als komedianten heb ik ti alle
maal. u Paus en 'de koningen en de yol-
ken en ik' trek er u aan den draad van
den angst. Komediant! O, maar dan moet
men toch, om mij toe te klappen^ of te
siffleeren, van een ander postuur zij u dau
u. signor ChiaramontiWeet u, dat u
ten arme pastoor zoudt wezen, als ik het
wilde U met uw driekroon. Frankrijk
lachte u in het gezicht uit, als ik bij mijn
groet geen ernstig 'gezicht zette. Nog
geen vier jaar is het geleden, dat geta
sterveling hardop durfde spreken van
Christus. Wie zou "het gewaagd hebben
van den Paus? Komediant! Maar ik
heb n beet, ik draag" ,u en uw hu le ge
zelschap als marionetten van het noorden
naar het zuiden. Ik Aoe of ik u voor vol
aanzag, omdat u een oud beginsel ver
tegenwoordigt, dat ik in eere wil herstel
len. En u mist het vernuft om dat te be
grijpen of om te doen a-scff u begreep
Tragediante! zei nu de Paus.
Bonaparte stond juist aan het andere
eind van bet vertrek. Als een pij' u:£ den
boog stoof hij1 toe op 3en oude, doch
plotseling Bleef hij staan greep een Sè
vres-vaas van de tafel en wierp die op
het haardijzer aan stukken. Daarna, giag
hij zitten, zweeg en toen hij eindelijk
weer begon, bleek de Proteus door (wee
woorden getemd.
't Is waar. Tragediespeler of kome
diant. Alles is rol, alles is kostuum voor
mjj. Aldoor in een rol voor de men-eheu.
Ze laten zien rwa.t ze wenschen te zien.
Zc houden tusschen hoop en vrees. En
daarbij mijn eigen verveling. Maar vóórt
moet ik, en voort laten gaan. Ik spreek
nu heel oprecht tegen u. Ik heb plannen
Voor de levens van veertig keizer-, eiken
ochtend- en eiken avond vorm .ik er e -n,
maar ik zal er geen twee kunnen vervul
len of mijn tijd zal om zijn. Het teven is
te kort om ooit stil te staan. Ik doe wat
ik denk, onmiddellijk. Maai- ik moet sla
gen en dat lukt me.
Toen, na wat zwijgen, op anderen toon:
De geboorte is en blijft alles. Wie
arm en naakt ter wereld komen, blijven
altijd wanhopigen. Dat leidt dan tot han
delen of tot zelfmoord, al naar net karak
ter van ieder. Hebben ze moed te doen
als ik, ze spelen den duivel. Want, wat-
wilt u, men moet leven. Men mo«t zijn
plaats weten te veroveren. Ik heb do mijne
gemaakt als een kanonskogel. Te Toulon,
Baint-Père, ha.d ik geen geld om epaulet
ten te koopen en in plaats daarvan had ik
een moeder en weet ik hoeveel broera op
ra'n schouders. Die zijn nu allemaal onder
dak. Josépliine heeft me uit meelij ge
trouwd en nu gaan u en ik haar kronen.
Keizersmantel, kroon, wat is het? Kos
tuum, tooneelkleeding, niet anders.. Ik zeg
u, Saint-Père, er zijn op de wereld maar
twee soorten menschen, zij' die hebbeu en
zij die winnen. De eersten leggen "zich
rustig neer, de tweeden bewegen. Ik heb
dat al vroeg begrepen en ik zal liet eea
heel eind brengen. Ik ken er maar twee die
er zijn gekomen, hoewel ze pas veertig
jaar oud zijn begonnen, Cromwell en Rous
seau. Ik ben van mijn vak fabrikant
van veldslagen. Toen ik vijf-en-dertig jaar
was, had ik er achttien 'klaar, die ovar
ii irningen heetten. Daar moet ik toch
mijn loon voor hebben! En een iröon is
niet te duur. Bovendien fabriceer ik voort.
II Zult nog heel wat van me zien. Dynas
tieën, die allemaal beginnen bij de mijne,
die zelf er gekomen ben door verkiezing.
Door verkiezing, als u, Saint-Père, uit de
ken en besteeg torens en tinnen, van
waar zich een verrukkelijk vergezicht aan
mijn blikken ontvouwde; beelden en her
inneringen uit lang vervlogen eeuwen
trokken in mijn verbeelding voorbij en al
wat de sagen verhalen en de geschied-
boeken melden omtrent den vermaarden
burcht, werd in mijn goest weer levendig.
Reeds was dezon ter kimme gegaan
jen nog altijd zat ik in de vensterbank der
groote (ridderzaal, starend in liet droomen-
de dal daar beneden. Soms liet ik inlijn
«ogen weiden in het verre verschiet, waar
de bergtop-pen der „Vogezen n0g glooiden
in laten zonneschijn of naar de donkere
spitsen van het Zwarte Woud, waarheen
de avondnevel in vreemde, grillige ver
schijningen en gestalten door een kooien
luchtstroom werd voortgedreven.
Daar trof plotseling een geluid, als het
weenen van den avondwind door een
Aeolusharp Aeolusharp of windharp,
d.i. -een harp, die door den l'uchtsroam
geluiden geeft mijn oor. Het was
alfooi" 'de stemmen van onzichtbare geesten
weerklonken te midden der verweerde
muren, eerst in zachte, zwakke tonen, dan
in diepere, lang aangehouden accoorden,
ten slotte machtige ruischend als orgel-
klanken in de gewelven van kathedralen-
En vreemd versmald de muziek der gees
ten in het suizen van den W.estenwind
menigte uitgetrokken. Wat dat aangaat
kunnen we elkaar de hand geven3)
In dit onderhoud, waarin ceuerzijds
de Paus een waardige kalmte ten toon
spreidt, anderzijds de Fransche impera
tor met groote breedsprakigheid van den
hak op den tqk springt, toont zich do
Paus verre de meerdere van den Keizer.
En toen laatstgenoemde, op het toppunt
van zijn macht, den Stedehouder Öods, als
gevangene in Frankrijk, van diens raads
lieden zoo goed als beroofd, naar geest en
lichaam uitgeput, meende naar zijn wil te
kunnen zetten, kwam de Voorzienig
heid tusschen heidePius keerde In triomf
naar Rome terug, Napoleon ging als bal
ling naar Elba; Pius eindigde zijn ponti
ficaat; roemvol en geëerd in 1823, Napo
leon stierf eenzaam .ei' verlaten op Sint
Helena in 1821.
„Gods molen maalt langzaam maar fijn i"
en De .Maistre's woord werd hier schitte
rend bewaarheid: „qui mange du Pape eu
meurt", „wie van den -Paus eet, d. w. z.
wie zich ten koste des Pausen verrijkt of
zich de rechten des Pausen toeeigent,
sterft eraian, gaat. ten gronde".
1) De oven geleerde als rechtschapen en
sche pzinnige diplomaat kardinaal Erculo
Consalvi, wist, toen alle hoop op eene goede
totstandkoming scheen vervlogen te zijn,
een concordaat tusschen Frankrijk en 'den
H. Stoel gesloten te krijgen, dat 15 Augustus
1801 door Pius VII werd bevestigd. Bij
de uitvoering van dat concordaat gaf
Napoleon echter van groote trouweloosheid
blijk, door met het concordaat een aan
hangsel, de z.g. articles organiques, 77 in
getal, uit te vaardigen waardoor het con
cordaat vrijwel een doode letter werd.
Ook stond kardinaal Consalvi met kardi
naal Pacca Paus Pius in 1813 krachtdadig
terzijde, toen laatstgenoemde met den keizer
een nieuw Concordaat opstelde, waarin laast-
genoemde op sluwe wijze den Pans in een
van hem afhankelijke positie wil brengen.
2) Kardinaal Pacca, in 1806 tot Staatsse
cretaris van Paus Pius VII benoemd, was
diens even verknochte als talentvolle raads
man, vergezelde den Paus op diens vërban-
ningstocht en werd door Napoleon in de
vesting Fenestrelle gevangen gezet. Hij be
hoorde met Kardinaal Consalvi tot de 13 z.g
„Zwarte" kardinalen die, wijl zij liet huwe
lijk van Napoleon met Maria Louise als in
hun oog ongeldig, niet wilden bijwonen, door
Napoleon over verschillende steden werden
verspreid en gestraft met het verbod, hun
rood kardinaalsgewaad in het openbaar niet
te mogen dragen, doch slechts een zwarte
toga.
3) De Nederlandsche tekst van Vigny's
Napoleon-gesprek ontleenden wij de Letter
kundige kroniek der N.R.Crt. van 8 Mei j.l
Men kan een zaak van twee kanten be
zien, zoo ook dus het ultimatum aan
Duitschland.
De meeste Duitsehe bladen, als de
„Deutsche Tagesztg.", de „Deutsche All-
gom. Ztg.", de „Tagl. Rundschau", zoo
zien we i» de „Maasbode", eischen op
beslisten toon de strikte afwijzing van het
ultimatum.
De „Deutsche Tagesztg." b.v. 'zegt:
„Tegenstand tot het uiterste moet tegen
over dit ultimatum de eerste plicht van
nationaal zelfbetoon zijn".
De „Voss. Ztg." daarentegen siehrijft.:
„Men mag wel aannemen, dat het rijks-
ministerie, dat op den grondslag- der op
het oogenblik bestaande partijconsteUatie
zou gevormd worden, nauwelijks tot iets
anders zou kunnen besluiten dan lot de
aanneming der eischen van de entente, wat
hun grondslagen althans betreft.
In alle geval is een botte afwijzing uit
gesloten.
Het orgaan der onafhankelijken, de
„Freiheit", .spreekt van nationalistische
agitatie en zegt, dat het karakteristiek is,
dat de tegenstand zoowel van de Duitscli-
nationalen als van de Duitsehe volkspartij
en in de zonderlinge windgeruchten der
trotscbe beuken; en al die geheimzinnige
geluiden smolten samen tot een streelend
lied, dat mij heerlijk in droomen wiegde.
Als ik eindelijk uit dien lichten slui
mer ontwaakte, vernam ik nog steeds het
snarengeluid, doch het was thans niet
meer de 'klank van Aeolusharpen, het
waren de topnen van een luit de luit
was een zeer oud snareninstrument, dat
evenals de mandoline en guitaar getok
keld werd. Het bloeitijdperk, der luit was
dejtöe, 16e en 17e eeuw, doch later raakte
zij door de groote ontwikkeling van het
strijkkwartet allengs op. den achtergrond.
Maar wat voor toonen!
Een eindeloos diepe zielesmart, zoo
groot- ,als .een menschenhart mjpar kan
verdragen, klonk mij uit die klanken tegen;
niet in woorden, doch in duidelijk ver
staanbare melodiën schetsten zij het leed
,van een liefhebbend hart, dat door het
noodlot wreed getroffen en gebroken, alle
'hoop op geluk verloren had en het leven
slechts beschouwde als een groot en een
diep graf.
Daar deed zich plotseling een schaone
.meisjesstem' vernemen, helder als kristal.
Doch neen, neen, Bet was geen meisjes
stem, het geleek de stem van een engel
uit den hemel', die een bitter zieleleed
vertolkte in nooit gehoorde wonderjdan-
tegen een aanneming der economische en-
tente-cischen in den laatsten lijd zeker
verminderd was.
Sinds echter door het ultimatum Bekend
g-eworden is, dat de doorvoering der ont
wapening en de veroordeeling der oorlogs
misdadigers geëischt wordt, schijnt dezo
tegenstand opnieuw toe te nemen.
Verder lezen we, dat de „Deutsche AU-
gem. Ztg." het ultimatum beschouwt als
onverdragelijk en zegtOok thans zijn de
Duitschers bereid, tot overeenstemming
mei de tegenstanders te komen tn in ja
ren van harden .arbeid te geven wat ze
kunnen opbrengen.
Wanneer de opperste raad echter vindt,
dat wij de Oostelijke vestingen zullen ont
wapenen, op het oogenblik, waarop de Po
len snood geweld tegen ons plegen, dan
is er slechts één antwoord, dat een motie,
die zichzelf respecteert, waardig is„Neen,
duizendmaal neon".
De „Tagl. Rundschau" schrijft: „Ons
blijft slechts één ding over: Een passieve
nationale tegenstand. Zoo lang wij 'fc zeH
niet opgeven, zijn wij niet verloren".
Ook het leidende centrumblad, de „Car-
mania" noemt het onmogelijk, .den eisch
inzake de ontwapening der Oostelijke ves
tingen te vervullen, op 't oogenblik, dat
de Polen aan de grenspalen schudden.
Volgens het blad ligt de schuld van den
tragen gang van het proces tegen de oor-
logeschuldigen enkel en alleen hij' de en
tente, daar tot nu toe alleen Engeland
iets gedaan heeft om de noodige basis
voor het proces te verschaffen.
Dat is de kwestie van één kant boks-
ken, maar dat de zaak, gezien door de
ententebrU, weer 'n heel ander aspect
vertoont, wordt wel bewezen door het feit
dat de Engelsche bladen van alle partijen
volgens een Horsea-berieht het ontwerp
der geallieerden inzake de schadeloosstel
ling door Duitschland als rechtvaardig
en practisch uitvoerbaar beschouwen.
Liberale bladen, zooals de „Manehestor
Guardian" en de „Daily News", die altijd
tegen de politiek 'der geallieerden in deze
aangelegenheid zijn geweest, keuren hét
plan goed.
De „Mancli. Guardian" zegt: „Het plan
is te danken aan den goeden wil van al'e
betrokkenen en niet het minst aan de goede
gezindheid en gematigdheid van Briand.
Aan Duitselüand wordt thans aUeen ge
vraagd, om de belangen van hot vredes
verdrag uit te voeren, die het ondertee
kend heeft. Het neemt geen nieuwe ver
plichtingen op zich".
Het blad meent, dat dit het sterkste
argument voor Duitschland is om toe te
geven.
De „Daily News" spreekt de meaning
nit, dat het plan der geallieerden het
eenige middel is om uit den tégenwoordi-
gen Europeeschen toestand te geraken. In
dien Duitschland weigert, -zou liet een
groote dwaasheid begaan.
De „Times" wijst er op, dat Hoyd
George gedurende de heele conferentie
een open oog heeft gehad voor de moei
lijke positie van de bondgenopton. Hij
heeft voor Duitschland een laatste kans
weten te verkrijgen, maar indien list nu
te kor! schiet, dan zullen wij ónze bond-
genooten van ganseher harte „steunen oir,
het tot reden te brengen door de eenige
middelen, waarvoor het begrip schijnt te.
toopen.
De bekende economische deskundige
Keynes schrijft in de „Manchester Guar
dian", zoo zien we in de „Msb.", een
belangwekkend artikel over het nieuwe
schadeloosstellingsplan, dat door de ge
allieerden aan Duitschland in den vorm
van een ultimatum is voorgelegd.
-De schrijver noemt op de eerste plaats
het besluit der herstel-commissie om
Duitschlanda schuld op 137 milliard gpu-
ken: zacht en smeekend bad die stem' in
treffende bewoordingen tot een vroeg ge-t
sterven moeder, zij riep als uit een af
grond van ellende naar een verscheiden,
vader; zij Haagde het leed eener min
nende jonkvrouw, wien men den teerge
liefden vnend barer jeugd had ontnomen
om hem de groote wereld in te zenden,
waar 'pij na jaïenlnge zwerftochten, door
waanzin (aangegrepen, in een diepen af
grond was neergestort.
Het slot van hel lied was' minder be
wogen; daar sprak meer uit de stille be
rusting in een onafwendbaar lot en tevens,
bange vrees, dat het leven in de toekomst
misschien nog wel zwaarder leed kon
brengen dan het nu geledene....
•Onbewegelijk, met ingehouden adem had
ik naar het wonderlijke lied geluisterd en
zag rGndom mij heen of ik de zangeres
niet bespeurde. Doch wie schetst mijn ver
bazing toen ik de verandering aanschouw
de welke zich in de geheele omgeving had
voorgedaan? Het waren nu niet meer de
kale, vervallen puinhooipen van een
burcht, waar in ik mij bevond, niet den
blauwen, met sterren bezaaiden luchtkoe
pel boven mijn hoofd neen, het slot
scheen in al' zijn voormaligen luister uit
de .puinen herrezen en ik bevond mij in
,de ruime ridderzaal, geheel in een mjd-
deleeuwsch milieu.
den marken vast te stellen, inclusief de
som, verschuldigd Vóór: 1 Mei en inclusief
Duitgehlands verplichtingen voor België'sl
schuld aan de geallieerden, een triomf van
den geest van rechtvaardigheid, welken
het Duitsehe volk niet zal kunnen mis
kennen.
Dit totaal heeft intusschen niets te ma
ken met Duitschlands vermogen, om to
betalen. Het is alleen een calculatie, door
de experten opgesteld, die tot taak hadden
vast te stellen wat Duitschland volgens
de letter van het vredesverdrag schul
dig is.
Wat nu het nieuwe plan der geallieer
den betreft, dat valt volgens Keynes
als een wettige ontwikkeling uit het vre
desverdrag te beschouwen en "vertoont
daardoor een wezenlijk onderscheid mefi
vroegere voorstellen, zooals die van Parijs!.
Vijf pereent interest en 1 percent coma
pensatie-betaling over de heele rekeningj
'na aftrek van wat Duitschland reeds be
taald heeft, zon een bedrag uitmaken van
ongeveer 400 millioen pond sterling (goud)
per jaar. Daar niemand meent, dat dit nu
kan betaald worden, wordt in het plan
voorgesteld, dat Duitschland 100 millioen
pond sterling per jaar Zal betalen, plus
het equivalent van 26 pereent van zijn!
ui (voer.
Volgens de meening van Keynes is
het onmogelijk, dat Duitschland zelfs dezo
gereduceerde som kan betalen, hetgeeu'
Keynes aan de hand van cijfers betref
fende den Duitschen uitvoer aantoont'.
Duitschland zou dan immers van zijn
Duitschen uitvoer ad 200 millioen pond
sterling per jaar de reeds genoemde 100
millioen, plus 26 pereent van 200 milli
oen, is 52 millioen, moeten betalen. To
taal dus 152 miHioen pond sterling; het
geen Keynes niet mogelijk acht.
Misschien zou Duitschland 52 millioen
p. st. (26 pereent van zijn uitvoer) kun
nen betalen, of in de plaats daarvan 10(1
millioen pondSterling, maar in geen ge
val beide bedragen.
Nauwelijks van den eersten schrik; her
steld, zag ik uit de vensternis naast mij
een slanke, schoone vrouwengestalte tre
den, een luit in den arm, en als zij" in.
liet voorbijgaan haar gezicht tot mij wend
de, toen trof mij de uitdrukking van in
nige liefde, die uit hare oogen straalde-
iWel' (Was haar gelaat eenigszins bleek
en sprak een diep leed uit heur zachte
blikken, maai' toch had de zielesm'art
niet.de lichte Mosjes op haar wangen
kunnen uitwisschen In lhnge krullen golf
de jh'aar goudblond haafr wijd tot ver
over bare schouders en onder zijden wim
pers blikten haak' 'oogen zooi stralendi
Mauw als_ do glans van glinsterende vb
ooitjes. Zij had een fijn gevormden mjOTid
en hare lippen waren zoo teeder en fijn,
dat een troostend wooïd, door haar ge
sproken, iedere smart moest kunnen ver
drijven. In 'n eenvoudig wit gewaad schtreedl
zij (langzaam, roet majestueusen tred door
dei zaal' naar een der uitgangen toe, zoodat
;zij weldra uit het gezicht was verdwenen-
Nauwelijks was zij weg of een inwen
dige stem zeide mrf, dat deze engelachtige
verschijning niemand anders kon. wezen
dan jonkvrouw Jacoba, de arine onge
lukkige Jacoba van Baden!
tJSl"" tefiiSÜsU&ïfL.''—