Tweede Blad VRIJDAG 18 MAART 1921 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT KERKNIEUWS j Voor de Keuken. Gemengd Nieuws. BIJBELCURSUS PALMZONDAG. Evangelie bij de Palmwijding, volgens den H. Mattheus, XXI, 19. In dien tijde, als Jezus Jeruzalem naderde en te Bethpliage aan den Olijfberg gekomen was, toen zond Hij zijne twee leerlingen en zeide liun: Gaat naar het dorp dat tegen u over ligt en terstond zult gij vinden eene ezelin gebonden en een veulen bij haar: maakt ze los en brengt ze bij mjj. En als iemand u iets mocht zeggen, zegt dat de Heer ze noodig heel't en hij zal ze terstond laten volgen. Dit alles nu is geschied opdat volbracht wierde hetgeen door den profeet voorzegd is, die zeide: Zegt aan de dochter van Sion: zie uw koning komt tot u zachtmoedig, zit tende op eene ezelin en een veulen, het jong eeser jukdragende. De leer lingen gingen dan henen en deden zooals Jezus hun geboden had. En zij brachten de ezelin en het veulen en legden hunne kleederen op dezelve en deden Hem er op zitten. En eene groote menigte spreidde hare kleederen op den weg en anderen hakten takken van de boomen en strooiden ze langs den weg. En de scharen, die vooruit gingen en die volgden, riepen en zeidenHosanna, den Zoon van David, gezegend Hij, die komt in den naam des Heeren. Secretaris: Waarschijnlijk niet het oog op de naderende Paaschvacantie, dat het Evangelie van dezen morgen zoo zonder eenige moeilijkheid of duisternis is. Als u ons maar even wilt zeggen: wie de profeet moet zijn, die Christus' zegetocht binnen Jeru zalem heeft voorzegd, en wie de „Dochter van Sion" verbeeldt, waar van hier sprake is, dan zijn we ein- verstanden en kunnen we de zaak wel sluiten. Pastoor: Bedoelde profeet is Zacha- rias, die hier door Mattheus geciteerd wordt met bijvoeging van eenige woorden Aan Isaias. Sion is de hoogste van de heuvelen, waarop Jerusalem gebouwd is en volgens Oostersch ge bruik wordt een stad de „dochter" genaamd van den grond, waarop zij rust. „Dochter van Sion" is hier dus een persoonsverbeelding voor Jeruzalem. Toen de Heer Jesus naar Jeruzalem opging om Zijn laatste Paaschfeest te vieren, ging een groote menigte, heel de stad zouden wij zeggen Hem tegemoet, een schare, die naar de Tempel gestroomd was voor het Peest en nu van Jeruzalem uitging met palmtakken in de hand. Het bestrooien van den grond met twijgen en bloemen om daar overheen te rijden, evenals het spreiden van kleeren, zooals wij lezen dat voor den Zaligmaker geschied is, vindt nog plaats bij zuiver Oostersche ontvang sten. De menigvuldige en treilende Bijbelplaatsen, die van deze vriende lijke en schilderachtige gewoonte melding maken, hebben dikwijls niet genoeg de aandacht getrokken. De eerste en de laatste maal, is het in verband met een ongetwijfeld merk- waardigen optocht: namelijk toen de Koning van Sodom uitging, Abraham tegemoet na zijn zegenrijken veld tocht tegen Koning Kedor en diens bondgenooten; en waar de schrijver van den Hebreënbrief melding maakt van de ontmoeting tusschen Abraham en Melchisedech, den Koning van Salem. Een meer groot en plechtig tegemoet gaan was het, toen het geheele volk van Judea en duizenden uit de overige stammen vele uren ver naar het veer aan den Jordaan togen om David te verwelkomen en naar Jeruzalem te geleiden na het einde van den opstand van Absalon. De zonen der profeten kwamen Eliseus plechtig tegempet, toen deze na de hemelvaart van Elias van den Jordaan terugkeerde. Een prachtige toespelling op deze gewoonte vinden we in het helden dicht van Isaias, waar hij bezingt hoe in de Sjeool (de onderwereld) al de machtige vorsten der aarde ontroerd opstaan en elkaar verdringen om den ge vreesden Koning van Babel tegemoet te gaan, als hij na zijn verwoesting en dood het geestenrijk binnentreedt, De Hades beneden u was ontroerd (over u Om u tegemoet te gaan. Al de machtige schimmen werden (om uwentwil opgewekt. Al de voornamen der aarde. Het maakte, dat al de koningen (der volken Van hunne tronen opstonden. De heen wij zingen naar deze ge woonte in het Nieuwe Testament zijn eveneens duidelijk en van groot be lang. In de gelijkenis van de tien maagden, wanneer de bruidegom op komst is, wordt de waarschuwende kreet gehoord: „Ziet, de bruidegom komt, gaat uit hem tegemoet! want deze hooggeëerde gast moet reeds van verre verwelkomd worden en in pleclitigen optocht naar het verblijf der bruid geleid met toortslicht, muziek en zang, Dergelijke optochten, waarop het volk verzot is, noemen de Fellahien phantasia dat is „schouwspelen" en deze naam is sedert onheuglijken tijd in Palestina in gebruik geweest. Van Koning Agrippa, die meer dan acht tienhonderd jaar geleden met Berenice in het Raadhuis kwam om Paulus te liooren, lezen wij, dat hij met veel phantasia kwam. Zonder twijfel is het een zinspeling op deze wijze van een naderenden vriend te ontvangen, dat wij ten aan zien van de wederkomst onzes Heeren lezen: Wij, die levend overgebleven zijn, zullen daarna te samen met hen (met de vroeger-ontslapenen na hun opstanding) opgenomen worden in de wolken den Heer tegemoet. Geen Oostersche koning zou er aan denken in zijn paleis of in zijn rijk te komen, tenzij het volk voorbereid was om hem een groot eind weegs tegemoet te gaan. En onze groote Koning Jezus zal een glorierijke ont vangst hebben, wanneer Hij weder komt. Een tallooze menigte zal Hem begroeten en begeleiden: al Zijn ver losten van Adam af tot den laatsten der heiligen. Eigenaardig: de eerste maal, dat wij in den Bijbel lezen van tegemoet- gaan, is het koning Melchisedech, die uitgaat om Abraham te ontmoeten en te zegenen. En de laatste maal naar tijdsorde is het van al de kinderen van den geloovigen Abraham, de Kerk der wedergeborenen, die uitgaan om te ontmoeten. Zie nu nog eens naar het pracht- tafereel, dat ons de Evangelist van Jezus' intocht schildert. Omstreeks drie millioen menschen hebben zich naar Jerusalem begeven, om de gods dienstige feesten en plechtigheden bij te wonen. Groot nieuws! Jezus zal heden de hoofdstad binnentrekken. De lucht is rood van den zonsonder gang, de mensehen gaan in stroomen naar buiten naar den voet van den Olijfberg en de stoet, die zich uit de stad naar het open veld begeeft, ont moet den stoet, die Christus begeleidt, terwijl Hij stadwaarts trekt, Er is daar een kromming' in den weg, waar men plotseling en onverwachts Jeru zalem in de verte ziet liggen. Terwijl de ezelin met zijn Berijder de glooiing van den Olijfberg afdaalt, wordt op de langs den weg groeiende palm- boomen beslag gelegd om hun aandeel te leveren in dit tafereel van wel komst en verheuging. De takken dezer boomen groeien nogal hoog, vandaar dat sommigen zich verplicht zien in de boomen te klimmen om de bladeren af te plukken en naar beneden te werpen, anderen maken van deze bladeren een smaragd-groen plaveisel, een waardigen weg voor den naderenden Overwinnaar. Reeds lang vóór dien gezegenden morgen was de palmboom het type van triomf en overwinning geweest, Herodotus en Strabo hadden hem reeds als zoodanig beschreven. Layard vindt het palmblad gebeiteld in de muren van Niniveh met dezelfde be- teekenis. In de Grieksche worstel perken droegen de overwinnaars palmen. Het doet goed aan het hart, dat onze lieve Heiland, die vijf dagen later doornen op zijn voorhoofd droeg, althans voor een korte wijl palmen voor zijn voeten gestrooid zag. De palm bezit grooter en rijker verscheidenheid van gaven dan eenig ander gewas onder de zon. Tot den wilg, zegt God: Ga staan schreien langs de waterbeken. Tot den ceder zegt Hij: Tart de orkanen met uw kracht! Tot den vijgeboom zegt Hij: Draag vruchten en breng ze onder het bereik van alle menschen! Maar tot den palmboom zegt Hij: Wees tuin en voorraadschuur en kleeder- kast en lijnbaan en kaarsenlade en brood en banket en manufacturen- magazijn en wees het type van wat Ik bedoelde toen ik David, mijn knecht, de belofte ingaf: De recht vaardige zal groeien als een palm boom! Waar hij in den Bijbel geplant staat, beteekent die boom altijd nuttige werkzaamheid. Die lange, brecde, groene bladeren nu werden, om Christus te verheer lijken, van de boomen afgescheurd. Hoe jammer, zal iemand misschien zeggen, dat die statige en bevallige boomen zoo verminkt werden! Het sap vloeide weg op de plekken, waar de takken meedoogenloos waren af gebroken. Het is zoo! Maar de heerlijk heid van den palmboom werd terecht voor den triomftocht van den Zalig maker opgeofferd. Zoo is het altijd gegaan en zoo zal het altijd blijven gaan in de wereld, geen werkelijke zegepraal zonder opoffering van het een en ander. Het Koninkrijk Gods breidt zich meer en meer uit over de geheele aarde, maar die uitbreiding moet geschieden over de levens van missionarissen, die aan malaria ster ven in bosschen en moerassen en van Christelijke arbeiders, die preeken en onderwijzen, arbeiden en sterven in den dienst huns Heeren. De Zalig maker triomfeert in alle opzichten, maar schoonheid en kracht moeten afgescheurd worden van de palm- boomen van Christelijke heldenmoed en toewijding en voor Hem neder- geworpen op Zijn weg. Tot wat beter doel konden de palmen van den Olijf berg hun takken laten groeien dan ten einde Christus' tocht naar Jeruza lem schilderachtiger en gedenkwaar diger te maken! En tot wat beter doel zouden wij ons leven dienstbaar kunnen stellen dan door het op te offeren voor Christus en Zijn zaak, dat is: het geluk onzer medemenschen! Als Hij in staat is naar Jeruzalem te reizen om er het zware kruis te dragen, kunnen wij dan niet een paar bladeren van onze takken afstaan om er Zijn weg mee te tooien en te verfraaien'? Christus is weder op weg, niet van Bethpliage naar Jerusalem, maar op weg naar de verovering der wereld. Hij zal zekerlijk overwinnen, maar wie zal de palmtakken leveren voor Zijn zegetocht? Zelfopoft'ering is het woord. Er wordt meer geld uit ge geven om de wereld te verderven, dan om haar te behouden. Ei verrijzen meer gebouwen om de menschen on gelukkig te maken dan kerken en scholen om hun het Evangelie te verkondigen. Er is meer zedelooze lectuur om de menschen slecht en lichtzinnig te maken, dan goede lectuur om ze te verheffen en te veredelen. Rijd voort o Christus, op uw weg ten zegepraal en mogen wij door onze gebeden en onze otters, dqor onze gaven en toewijding palmtakken strooien op uw weg. MAX. Be Verbreiding van het Geloof. De Romeinsche corr. van „Het Centrum" schrijft: De „l'Osservatore Romano" vestigt de aandacht op een tweevoudig eeuw feest, dat men in het aankomende jaar hoopt te herdenkennl. het derde eeuwfeest van de oprichting van de H. Congregatie der „Propagande Fide" en het eerste eeuwfeest van de ver- eeniging tot „Verspreiding van het Geloof". Gregorius XV (nog leerling van het Romeinsch college, dat aan de Kerk zoovele illustre Pausen, Kardinalen, Bisschoppen en Prelaten heeft ge schonken,) legde, ternauwernood den Stoel van den H. Petrus beklommen, een zoo groote activiteit aan den dag, dat men met recht van hem groote verwachtingen kon koesteren in het belang der Kerk, zoo zijn Pontificaat helaas niet van te korten duur ware geweest. Onder het vele nu, dat deze Paus niettegenstaande den korten duur van zijn Pontificaat heeft tot stand ge bracht, komt zeker op de eerste plaats in aanmerking de oprichting van de H. Congregatie der „Propaganda Fide" 22 Juni 1022. Opdat nl. gebrek aan organisatie niet voor de nieuwe mis sies dezelfde nadeelige gevolgen zou hebben als het geval was geweest met de oude missies, eischte de bui tengewone opbloei van den missie geest in dien tijd een bepaald cen trum, vanwaar de leiding voor den apostolischen arbeid zou uitgaan, en dat zou bijdragen tot eenheid van richting en bestuur, en tevens met gezag zou oplossen de kwesties, die in de missielanden, zoo uiteenloopend door taal, karakter en gewoonten, zouden kunnen ontstaan. Dit was liet doel, dat Gregorius XV met de op richting van deze Congregatie be oogde. Te veel plaatsruimte zou het in beslag nemen al de voordeelen op te sommen, die deze zoo heilzame instel ling voor de Kerk heeft opgeleverd, alsook de vele andere, die aan deze hun oorsprong danken, zooals de „Tipografia Poligkotta", gesticht in 1628, het College Urbano" der Pro paganda Fide, de Congregatie „Pro Negotiis rituum orientalium", inge steld in 1862, aan welke door onzen regeerenden Paus in Mei 1917 vol komen autonomie is geschonken onder den titel van Congregatie „pro ecclesia Orientali". Het is voldoende aan te stippen, dat den ouden missies door deze congregaties nieuwe levenskracht werd geschonken, dat zij de nieuwe met een waren apostolischen geest bezielden en steeds de missies zoowel op materieel als moreel gebied tot steun strekten. Het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland, zooals ook in Duitschland en Engeland, alsook de verdere ontwikkeling der hiër archie in de Vereenigde Staten, in Canada, Indie, Australië en Japan, dankt men aan de standvastige actie van deze congregatie. Het is vol doende hierover te lezen den pro testant Ranke, die in zijn geschiede nis der beschaving geen woorden ge noeg weet te vinden om den altijd jeugdigen energieken en onver- moeibaren arbeid van deze congre gatie te prijzen. Voor ons Nederlanders bestaat er ongetwijfeld alle reden om aan dit eeuwfeest onze aandacht te wijden, niet alleen slechts omdat wij tot aan de Constitutio „Sapienti Concilio" van 29 Juni 1908 van Paus PiusX onder deze Congregatie hebben gestaan, en wij het door haar energiek optreden voor een groot deel danken dat wij thans een eigen hiërarchie hebben, maar voornamelijk ook omdat aan het hoofd van deze Congregatie staat degene, dien Z. D. H. Monseigneur v. d. Wetering onlangs nog noemde niet alleen een van de meest eminente prelaten der Kerk. maar ook den roem van Nederland, nl.Z.Emin. Kardinaal van Rossum. Dat niets zoozeer Z.Emin. Kardinaal van Rossum ter harte gaat als de missies, is allen bekenden dat hij niets liever heeft dan dat inde pers gewezen wordt op de noodzakelijk heid om de missies te steunen, weet ik uit persoonlijke ervaring. Wanneer Z.Emin. over de missies spreekt, wordt hij enthousiast. Ik herinner mij nog zeer goed, hoe hij mij eens bij gelegenheid van een audiëntie heeft gezegd, hoe hij .niets liever wilde dan dat iedere orde in Holland een missie zou aannemen, vast over tuigd als Z.Emin. was, dat zulks machtig meewerkt tot bloei eener Orde, tot het opwekken van sympa thie bij de studeerende .jeugd voor zulk een Orde en tevens een oorzaak is dat zulk een Orde meer en meer in aanzien bij het volk stijgt. Het paleis der Congregatie „De Propaganda Fide" bevindt zich op „Piazza di Spagna", een van de mooiste pleinen van Rome, recht tegenover de artistieke prachtzuil, door Pius IX, roemrijker gedachtenis, opgericht ter nagedachtenis aan de plechtige dogmaverklaring der Onbevlekte Ont vangenis. In dit paleis worden de congregaties gehouden en op de tweede verdieping van hetzelfde paleis woont Z.Emin. Kardinaal van Rossum. Bizondere aandacht verdient onge twijfeld ook het eerste eeuwfeest van „hét Werk van de verspreiding des Geloofs", dat, evenals alle werken Gods, in nederigheid ontstaan, zich meer en meer over de wereld uit breidde, op een bizondere wijze hulp reikte aan de missies en als het ware de actie van de Congregatie der Pro paganda aanvulde. Het is echter nood zakelijk dat bij dit eerste eeuwfeest van zijne instelling met de mede werking der geheele katholieke wereld aan een zoo heilzaam werk nog groo- tere levenskracht worde bijgezet. De Paus heeft in de Ecycliek „Maximum illud" van 30 November 1919 met duidelijkheid en kracht aangegeven de wegen van 't katholiek apostolaat en al de zonen der Kerk gewezen op den plicht, dien zij te vervullen had den, tegenover dit groote werk. De middelen zoo werd mij uit hoogst betrouwbare bron medegedeeld tot nu binnengekomen, zijn schaarsch, zeer schaarsch in vergelijking der nooden. Terwijl de protestanten groote schatten samenbrengen om zielen te koopen, is het zeker plicht der katho lieken, op hun beurt alles in het werk te stellen om gehoor te geven aan het verlangen van den Paus en tege moet te komen aan de moeilijke om standigheden vanhet moment. Zoo zal het „Werk van de Verspreiding van het Geloof" opbloeien in nieuwe kracht, zoodat wij alle verwachting mogen koesteren dat dit eerste eeuw feest het begin zal zijn van een groo teren voorspoed. Magere Crécysocp. lVs L. water, 2 winterwortels, Vs knolselderij, 1 ui, zout, 50 gr. boter 20 gr. griesmeel, 1 ei, gefruit brood. Wortelen, selderij en ui schoonma ken en in stukjes snijden. De boter in een pan smelten, daarbij do fijn gesneden groenten voegen en dit alles, onder voortdurend roeren, zachtjes laten fruiten, zonder dat de groenten bruin wordt. Hierbij het water met zout voegen en zoolang zachtjes laten koken tot de groenten heel zacht is. Daarna alles door een zeef en de groenten er zooveel moge lijk doorwrijven. Het water met de groentenpuree opnieuw aan den kook brengen, griesmeel er in strooien en, roerende, ruim 5 minuten doorlaten koken tot het meel gaar is. De soep vervolgens voorzichtig bij het geklopte ei in de terrine gieten. Men geeft er dobbelsteentjes gefruit brood bij. Citroensaus. (Voor 4 personen.) 3 dL. water, 1 groote of 2 kleine citroenen, ongeveer 65 gr. suiker, 1 afgestreken lepel sago of aardappel meel. De citroen goed afwassclien of met een borsteltje schoonmaken en daarna met een scherp mesje zeer dun afschillen, zoodat er geen wit wordt meegenomen. Breng dan het water met de suiker, de dun afgesne den citroenschil en het uitgeperste citroensap zeer langzaam aan den kook, zoodat de schil goed kan af trekken. Meng de sago of het aard appelmeel met een weinig koud water aan, voeg ze bij de kokende vloeistof en laat ze roerende een paar minuten doorkoken. Neem voor het opdoen de citroenschil er uit. De saus kan men gebruiken bij droge rijst, bij griesmeel, maïzena of rijstpudding. („C.") Stokvisclischotel. 200 gr. droge of 400 gr. geweekte stokvisch, 150 gr. rijst, 750 gr. aard appelen, 3 uien, 70 gr. boter, zout, peper, mosterd, plm. 1 d.L. stokviseh- water, paneermeel. Als de stokvisch geweekt is moet ze in kokend water met zout plm. 3 kwartier koken. De rijst op gewone wijze koken, ook de aardappelen die daarna fijn gemaakt worden. De uiien fijn snijden en in den boter lichtbruin fruiten, onder gestadig roeren. Als de stokvisch gaar is, alle vellen en gra ten verwijderen of ze lijn hakken. Dan alles dooreen roeren, peper, zout en mosterd toevoegen en zooveel van het kooknat dat de massa niet te droog meer is. Alles in een met boter besmeerden vuurvasten schotel doen, met paneermeel bestrooien, er stukjes boter op leggen en in den oven bruin laten worden. Een doordraaier. Te Fort Crook, in Nebraska, is dezer dagen een man overleden, J. W. Steele geheeten, doch eenmaal door de geheele Ver eenigde Staten bekend als „Coal Oil Johnny". Hij was in een zekere periode van zijn leven even rijk als Rockefeller, Morgan of v. d. Bilt, maar hij sprong heel anders om met zijn geld, met het gevolg dat hij het grootendeels weer kwijt raakte. Een merkwaardige levensloop heeft deze „Coal Oil Johnny" achter den rug. Zijn ouders heeft hij nooit gekend, en hij werd opgevoed in een armen huis. Een boer nam hem uit mede lijden bij zich in huis en John werkte op de kleine boerderij tot tevreden heid van zijn voogd. De boerderij leverde echter zeer weinig op, de grond was weinig vruchtbaar, en toen de boer stierf en zijn beschermeling alles naliet wat hij bezat, was deze laatste nog maar een arme jongen, die iederen dag zijn stukje land be arbeiden moest. Maar op zekeren dag werd opzijn land een oliebron ontdekt, die ont zaggelijk rijk bleek te zijn. In een jaar tijd verdiende John W. Steele drie millioen dollars. De weelde steeg hem naar het hoofd, en op de dolste manier smeet hij met het geld. Hij placht aardewerk-winkels binnen te gaan en sloeg dan met zijn wandel stok alles kort en klein, waarna hij de schade vergoedde. Als hij een bedelaar zag wiens uiterlijk hem aanstond, maakte hij hem rijk, zoo niet, dan kreeg hij geen cent. Zijn sigaren stak hij aan met honderd dollar-biljetten, en eens be taalde hij aan een negerzanger in een variété 41.000 dollar voor het herha len van een liedje dat hem beviel. De oliebron bracht hem steeds meer op, millioenen, millioenen werd Coal Oil Johnny", het voormalige kind uit het armenhuis, rijk. Maar oliebron nen zijn niet onuitputtelijk, en op zekeren dag was het met de weelde gedaande bron leverde zoo goed als niets meer op. Door zijn roekelooze verkwisting, had hij weinig geld meer over, maar tot zijn geluk had in een van zijn dwaze buien wat huizen en hotels gekocht. Daardoor bleef hij voor armoede gespaard, en hij stierf als een betrekkelijk welgesteld man, maar ook niet meer dan dat. De rol der vrijmetselarij. In Frank rijk wordt een proces gevoerd tegen communistische leiders, die met Rus sisch geld staking hebben aangesticht enz. De Loge nu protesteert tegen dit revolutionnair bedrijf? Neen, dat doet ze niet. Ze protesteert tegen het proces, want die communisten heb ben niets gedaan dan vrijelijk hun meening gezegd. In de Kamer te Boedapest is ge ïnterpelleerd over de vrijmetselarij, die daar de meeste aanhangers vindt onder liberale Joden, zelfs tot 90 pCt. harer leden. Interpellant toonde met authentieke stukken aan, welk een groote rol do Loge had gespeeld in de dictatuur van Bela Kun, waarover eiken dag de meest gruwelijke bijzonderheden aan het licht komen. En hij verlang de een strafvervolging tegen de vrij metselaars wegens hoogverraad. De minister van Justitie antwoord de, dat met de ontbinding der Loges hare bezittingen aan den Staat waren vervallen. Aangaande de schuld aan hoogverraad worden onderzoekingen tegen bepaalde personen ingesteld. Op last der Nationale Vergadering

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1921 | | pagina 6