Tweede Blad
VRIJDAG 18 MAART 1921
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
KERKNIEUWS j
Voor de Keuken.
Gemengd Nieuws.
BIJBELCURSUS
PALMZONDAG.
Evangelie bij de Palmwijding, volgens
den H. Mattheus, XXI, 19.
In dien tijde, als Jezus Jeruzalem
naderde en te Bethpliage aan den
Olijfberg gekomen was, toen zond Hij
zijne twee leerlingen en zeide liun:
Gaat naar het dorp dat tegen u over
ligt en terstond zult gij vinden eene
ezelin gebonden en een veulen bij
haar: maakt ze los en brengt ze bij
mjj. En als iemand u iets mocht
zeggen, zegt dat de Heer ze noodig
heel't en hij zal ze terstond laten
volgen. Dit alles nu is geschied opdat
volbracht wierde hetgeen door den
profeet voorzegd is, die zeide: Zegt
aan de dochter van Sion: zie uw
koning komt tot u zachtmoedig, zit
tende op eene ezelin en een veulen,
het jong eeser jukdragende. De leer
lingen gingen dan henen en deden
zooals Jezus hun geboden had. En zij
brachten de ezelin en het veulen en
legden hunne kleederen op dezelve
en deden Hem er op zitten. En eene
groote menigte spreidde hare kleederen
op den weg en anderen hakten takken
van de boomen en strooiden ze langs
den weg. En de scharen, die vooruit
gingen en die volgden, riepen en
zeidenHosanna, den Zoon van David,
gezegend Hij, die komt in den naam
des Heeren.
Secretaris: Waarschijnlijk niet het
oog op de naderende Paaschvacantie,
dat het Evangelie van dezen morgen
zoo zonder eenige moeilijkheid of
duisternis is. Als u ons maar even
wilt zeggen: wie de profeet moet zijn,
die Christus' zegetocht binnen Jeru
zalem heeft voorzegd, en wie de
„Dochter van Sion" verbeeldt, waar
van hier sprake is, dan zijn we ein-
verstanden en kunnen we de zaak
wel sluiten.
Pastoor: Bedoelde profeet is Zacha-
rias, die hier door Mattheus geciteerd
wordt met bijvoeging van eenige
woorden Aan Isaias. Sion is de hoogste
van de heuvelen, waarop Jerusalem
gebouwd is en volgens Oostersch ge
bruik wordt een stad de „dochter"
genaamd van den grond, waarop zij
rust. „Dochter van Sion" is hier
dus een persoonsverbeelding voor
Jeruzalem. Toen de Heer Jesus naar
Jeruzalem opging om Zijn laatste
Paaschfeest te vieren, ging een groote
menigte, heel de stad zouden wij
zeggen Hem tegemoet, een schare,
die naar de Tempel gestroomd was
voor het Peest en nu van Jeruzalem
uitging met palmtakken in de hand.
Het bestrooien van den grond met
twijgen en bloemen om daar overheen
te rijden, evenals het spreiden van
kleeren, zooals wij lezen dat voor den
Zaligmaker geschied is, vindt nog
plaats bij zuiver Oostersche ontvang
sten. De menigvuldige en treilende
Bijbelplaatsen, die van deze vriende
lijke en schilderachtige gewoonte
melding maken, hebben dikwijls niet
genoeg de aandacht getrokken. De
eerste en de laatste maal, is het in
verband met een ongetwijfeld merk-
waardigen optocht: namelijk toen de
Koning van Sodom uitging, Abraham
tegemoet na zijn zegenrijken veld
tocht tegen Koning Kedor en diens
bondgenooten; en waar de schrijver
van den Hebreënbrief melding maakt
van de ontmoeting tusschen Abraham
en Melchisedech, den Koning van
Salem.
Een meer groot en plechtig tegemoet
gaan was het, toen het geheele volk
van Judea en duizenden uit de overige
stammen vele uren ver naar het veer
aan den Jordaan togen om David te
verwelkomen en naar Jeruzalem te
geleiden na het einde van den opstand
van Absalon. De zonen der profeten
kwamen Eliseus plechtig tegempet,
toen deze na de hemelvaart van Elias
van den Jordaan terugkeerde.
Een prachtige toespelling op deze
gewoonte vinden we in het helden
dicht van Isaias, waar hij bezingt hoe
in de Sjeool (de onderwereld) al de
machtige vorsten der aarde ontroerd
opstaan en elkaar verdringen om den
ge vreesden Koning van Babel tegemoet
te gaan, als hij na zijn verwoesting
en dood het geestenrijk binnentreedt,
De Hades beneden u was ontroerd
(over u
Om u tegemoet te gaan.
Al de machtige schimmen werden
(om uwentwil opgewekt.
Al de voornamen der aarde.
Het maakte, dat al de koningen
(der volken
Van hunne tronen opstonden.
De heen wij zingen naar deze ge
woonte in het Nieuwe Testament zijn
eveneens duidelijk en van groot be
lang. In de gelijkenis van de tien
maagden, wanneer de bruidegom op
komst is, wordt de waarschuwende
kreet gehoord: „Ziet, de bruidegom
komt, gaat uit hem tegemoet! want
deze hooggeëerde gast moet reeds van
verre verwelkomd worden en in
pleclitigen optocht naar het verblijf
der bruid geleid met toortslicht,
muziek en zang,
Dergelijke optochten, waarop het
volk verzot is, noemen de Fellahien
phantasia dat is „schouwspelen" en
deze naam is sedert onheuglijken tijd
in Palestina in gebruik geweest. Van
Koning Agrippa, die meer dan acht
tienhonderd jaar geleden met Berenice
in het Raadhuis kwam om Paulus
te liooren, lezen wij, dat hij met veel
phantasia kwam.
Zonder twijfel is het een zinspeling
op deze wijze van een naderenden
vriend te ontvangen, dat wij ten aan
zien van de wederkomst onzes Heeren
lezen: Wij, die levend overgebleven
zijn, zullen daarna te samen met hen
(met de vroeger-ontslapenen na hun
opstanding) opgenomen worden in de
wolken den Heer tegemoet.
Geen Oostersche koning zou er aan
denken in zijn paleis of in zijn rijk
te komen, tenzij het volk voorbereid
was om hem een groot eind weegs
tegemoet te gaan. En onze groote
Koning Jezus zal een glorierijke ont
vangst hebben, wanneer Hij weder
komt. Een tallooze menigte zal Hem
begroeten en begeleiden: al Zijn ver
losten van Adam af tot den laatsten
der heiligen.
Eigenaardig: de eerste maal, dat
wij in den Bijbel lezen van tegemoet-
gaan, is het koning Melchisedech, die
uitgaat om Abraham te ontmoeten en
te zegenen. En de laatste maal
naar tijdsorde is het van al de
kinderen van den geloovigen Abraham,
de Kerk der wedergeborenen, die
uitgaan om te ontmoeten.
Zie nu nog eens naar het pracht-
tafereel, dat ons de Evangelist van
Jezus' intocht schildert. Omstreeks
drie millioen menschen hebben zich
naar Jerusalem begeven, om de gods
dienstige feesten en plechtigheden
bij te wonen. Groot nieuws! Jezus
zal heden de hoofdstad binnentrekken.
De lucht is rood van den zonsonder
gang, de mensehen gaan in stroomen
naar buiten naar den voet van den
Olijfberg en de stoet, die zich uit de
stad naar het open veld begeeft, ont
moet den stoet, die Christus begeleidt,
terwijl Hij stadwaarts trekt, Er is
daar een kromming' in den weg, waar
men plotseling en onverwachts Jeru
zalem in de verte ziet liggen. Terwijl
de ezelin met zijn Berijder de glooiing
van den Olijfberg afdaalt, wordt op
de langs den weg groeiende palm-
boomen beslag gelegd om hun aandeel
te leveren in dit tafereel van wel
komst en verheuging. De takken
dezer boomen groeien nogal hoog,
vandaar dat sommigen zich verplicht
zien in de boomen te klimmen om
de bladeren af te plukken en naar
beneden te werpen, anderen maken
van deze bladeren een smaragd-groen
plaveisel, een waardigen weg voor
den naderenden Overwinnaar.
Reeds lang vóór dien gezegenden
morgen was de palmboom het type
van triomf en overwinning geweest,
Herodotus en Strabo hadden hem
reeds als zoodanig beschreven. Layard
vindt het palmblad gebeiteld in de
muren van Niniveh met dezelfde be-
teekenis. In de Grieksche worstel
perken droegen de overwinnaars
palmen. Het doet goed aan het hart,
dat onze lieve Heiland, die vijf dagen
later doornen op zijn voorhoofd droeg,
althans voor een korte wijl palmen
voor zijn voeten gestrooid zag.
De palm bezit grooter en rijker
verscheidenheid van gaven dan eenig
ander gewas onder de zon. Tot den
wilg, zegt God: Ga staan schreien
langs de waterbeken. Tot den ceder
zegt Hij: Tart de orkanen met uw
kracht! Tot den vijgeboom zegt Hij:
Draag vruchten en breng ze onder
het bereik van alle menschen! Maar
tot den palmboom zegt Hij: Wees
tuin en voorraadschuur en kleeder-
kast en lijnbaan en kaarsenlade en
brood en banket en manufacturen-
magazijn en wees het type van wat
Ik bedoelde toen ik David, mijn
knecht, de belofte ingaf: De recht
vaardige zal groeien als een palm
boom! Waar hij in den Bijbel geplant
staat, beteekent die boom altijd nuttige
werkzaamheid.
Die lange, brecde, groene bladeren
nu werden, om Christus te verheer
lijken, van de boomen afgescheurd.
Hoe jammer, zal iemand misschien
zeggen, dat die statige en bevallige
boomen zoo verminkt werden! Het
sap vloeide weg op de plekken, waar
de takken meedoogenloos waren af
gebroken. Het is zoo! Maar de heerlijk
heid van den palmboom werd terecht
voor den triomftocht van den Zalig
maker opgeofferd. Zoo is het altijd
gegaan en zoo zal het altijd blijven
gaan in de wereld, geen werkelijke
zegepraal zonder opoffering van het
een en ander. Het Koninkrijk Gods
breidt zich meer en meer uit over
de geheele aarde, maar die uitbreiding
moet geschieden over de levens van
missionarissen, die aan malaria ster
ven in bosschen en moerassen en
van Christelijke arbeiders, die preeken
en onderwijzen, arbeiden en sterven
in den dienst huns Heeren. De Zalig
maker triomfeert in alle opzichten,
maar schoonheid en kracht moeten
afgescheurd worden van de palm-
boomen van Christelijke heldenmoed
en toewijding en voor Hem neder-
geworpen op Zijn weg. Tot wat beter
doel konden de palmen van den Olijf
berg hun takken laten groeien dan
ten einde Christus' tocht naar Jeruza
lem schilderachtiger en gedenkwaar
diger te maken!
En tot wat beter doel zouden wij
ons leven dienstbaar kunnen stellen
dan door het op te offeren voor Christus
en Zijn zaak, dat is: het geluk onzer
medemenschen! Als Hij in staat is
naar Jeruzalem te reizen om er het
zware kruis te dragen, kunnen wij
dan niet een paar bladeren van onze
takken afstaan om er Zijn weg mee
te tooien en te verfraaien'?
Christus is weder op weg, niet van
Bethpliage naar Jerusalem, maar op
weg naar de verovering der wereld.
Hij zal zekerlijk overwinnen, maar
wie zal de palmtakken leveren voor
Zijn zegetocht? Zelfopoft'ering is het
woord. Er wordt meer geld uit ge
geven om de wereld te verderven,
dan om haar te behouden. Ei verrijzen
meer gebouwen om de menschen on
gelukkig te maken dan kerken en
scholen om hun het Evangelie te
verkondigen. Er is meer zedelooze
lectuur om de menschen slecht en
lichtzinnig te maken, dan goede lectuur
om ze te verheffen en te veredelen.
Rijd voort o Christus, op uw weg
ten zegepraal en mogen wij door onze
gebeden en onze otters, dqor onze gaven
en toewijding palmtakken strooien op
uw weg.
MAX.
Be Verbreiding van het Geloof.
De Romeinsche corr. van „Het
Centrum" schrijft:
De „l'Osservatore Romano" vestigt
de aandacht op een tweevoudig eeuw
feest, dat men in het aankomende
jaar hoopt te herdenkennl. het derde
eeuwfeest van de oprichting van de
H. Congregatie der „Propagande Fide"
en het eerste eeuwfeest van de ver-
eeniging tot „Verspreiding van het
Geloof".
Gregorius XV (nog leerling van het
Romeinsch college, dat aan de Kerk
zoovele illustre Pausen, Kardinalen,
Bisschoppen en Prelaten heeft ge
schonken,) legde, ternauwernood den
Stoel van den H. Petrus beklommen,
een zoo groote activiteit aan den dag,
dat men met recht van hem groote
verwachtingen kon koesteren in het
belang der Kerk, zoo zijn Pontificaat
helaas niet van te korten duur ware
geweest.
Onder het vele nu, dat deze Paus
niettegenstaande den korten duur van
zijn Pontificaat heeft tot stand ge
bracht, komt zeker op de eerste plaats
in aanmerking de oprichting van de
H. Congregatie der „Propaganda Fide"
22 Juni 1022. Opdat nl. gebrek aan
organisatie niet voor de nieuwe mis
sies dezelfde nadeelige gevolgen zou
hebben als het geval was geweest
met de oude missies, eischte de bui
tengewone opbloei van den missie
geest in dien tijd een bepaald cen
trum, vanwaar de leiding voor den
apostolischen arbeid zou uitgaan, en
dat zou bijdragen tot eenheid van
richting en bestuur, en tevens met
gezag zou oplossen de kwesties, die
in de missielanden, zoo uiteenloopend
door taal, karakter en gewoonten,
zouden kunnen ontstaan. Dit was liet
doel, dat Gregorius XV met de op
richting van deze Congregatie be
oogde.
Te veel plaatsruimte zou het in
beslag nemen al de voordeelen op te
sommen, die deze zoo heilzame instel
ling voor de Kerk heeft opgeleverd,
alsook de vele andere, die aan deze
hun oorsprong danken, zooals de
„Tipografia Poligkotta", gesticht in
1628, het College Urbano" der Pro
paganda Fide, de Congregatie „Pro
Negotiis rituum orientalium", inge
steld in 1862, aan welke door onzen
regeerenden Paus in Mei 1917 vol
komen autonomie is geschonken onder
den titel van Congregatie „pro ecclesia
Orientali". Het is voldoende aan te
stippen, dat den ouden missies door
deze congregaties nieuwe levenskracht
werd geschonken, dat zij de nieuwe
met een waren apostolischen geest
bezielden en steeds de missies zoowel
op materieel als moreel gebied tot
steun strekten.
Het herstel van de bisschoppelijke
hiërarchie in Nederland, zooals ook
in Duitschland en Engeland, alsook
de verdere ontwikkeling der hiër
archie in de Vereenigde Staten, in
Canada, Indie, Australië en Japan,
dankt men aan de standvastige actie
van deze congregatie. Het is vol
doende hierover te lezen den pro
testant Ranke, die in zijn geschiede
nis der beschaving geen woorden ge
noeg weet te vinden om den altijd
jeugdigen energieken en onver-
moeibaren arbeid van deze congre
gatie te prijzen.
Voor ons Nederlanders bestaat er
ongetwijfeld alle reden om aan dit
eeuwfeest onze aandacht te wijden,
niet alleen slechts omdat wij tot aan
de Constitutio „Sapienti Concilio" van
29 Juni 1908 van Paus PiusX onder
deze Congregatie hebben gestaan, en
wij het door haar energiek optreden
voor een groot deel danken dat wij
thans een eigen hiërarchie hebben,
maar voornamelijk ook omdat aan het
hoofd van deze Congregatie staat
degene, dien Z. D. H. Monseigneur v.
d. Wetering onlangs nog noemde niet
alleen een van de meest eminente
prelaten der Kerk. maar ook den roem
van Nederland, nl.Z.Emin. Kardinaal
van Rossum.
Dat niets zoozeer Z.Emin. Kardinaal
van Rossum ter harte gaat als de
missies, is allen bekenden dat hij
niets liever heeft dan dat inde pers
gewezen wordt op de noodzakelijk
heid om de missies te steunen, weet
ik uit persoonlijke ervaring. Wanneer
Z.Emin. over de missies spreekt,
wordt hij enthousiast. Ik herinner
mij nog zeer goed, hoe hij mij eens
bij gelegenheid van een audiëntie
heeft gezegd, hoe hij .niets liever
wilde dan dat iedere orde in Holland
een missie zou aannemen, vast over
tuigd als Z.Emin. was, dat zulks
machtig meewerkt tot bloei eener
Orde, tot het opwekken van sympa
thie bij de studeerende .jeugd voor
zulk een Orde en tevens een oorzaak
is dat zulk een Orde meer en meer
in aanzien bij het volk stijgt.
Het paleis der Congregatie „De
Propaganda Fide" bevindt zich op
„Piazza di Spagna", een van de mooiste
pleinen van Rome, recht tegenover
de artistieke prachtzuil, door Pius
IX, roemrijker gedachtenis, opgericht
ter nagedachtenis aan de plechtige
dogmaverklaring der Onbevlekte Ont
vangenis. In dit paleis worden de
congregaties gehouden en op de tweede
verdieping van hetzelfde paleis woont
Z.Emin. Kardinaal van Rossum.
Bizondere aandacht verdient onge
twijfeld ook het eerste eeuwfeest van
„hét Werk van de verspreiding des
Geloofs", dat, evenals alle werken
Gods, in nederigheid ontstaan, zich
meer en meer over de wereld uit
breidde, op een bizondere wijze hulp
reikte aan de missies en als het ware
de actie van de Congregatie der Pro
paganda aanvulde. Het is echter nood
zakelijk dat bij dit eerste eeuwfeest
van zijne instelling met de mede
werking der geheele katholieke wereld
aan een zoo heilzaam werk nog groo-
tere levenskracht worde bijgezet. De
Paus heeft in de Ecycliek „Maximum
illud" van 30 November 1919 met
duidelijkheid en kracht aangegeven
de wegen van 't katholiek apostolaat
en al de zonen der Kerk gewezen op
den plicht, dien zij te vervullen had
den, tegenover dit groote werk. De
middelen zoo werd mij uit hoogst
betrouwbare bron medegedeeld tot
nu binnengekomen, zijn schaarsch,
zeer schaarsch in vergelijking der
nooden. Terwijl de protestanten groote
schatten samenbrengen om zielen te
koopen, is het zeker plicht der katho
lieken, op hun beurt alles in het werk
te stellen om gehoor te geven aan
het verlangen van den Paus en tege
moet te komen aan de moeilijke om
standigheden vanhet moment. Zoo
zal het „Werk van de Verspreiding
van het Geloof" opbloeien in nieuwe
kracht, zoodat wij alle verwachting
mogen koesteren dat dit eerste eeuw
feest het begin zal zijn van een groo
teren voorspoed.
Magere Crécysocp.
lVs L. water, 2 winterwortels, Vs
knolselderij, 1 ui, zout, 50 gr. boter
20 gr. griesmeel, 1 ei, gefruit brood.
Wortelen, selderij en ui schoonma
ken en in stukjes snijden. De boter
in een pan smelten, daarbij do fijn
gesneden groenten voegen en dit
alles, onder voortdurend roeren,
zachtjes laten fruiten, zonder dat de
groenten bruin wordt. Hierbij het
water met zout voegen en zoolang
zachtjes laten koken tot de groenten
heel zacht is. Daarna alles door een
zeef en de groenten er zooveel moge
lijk doorwrijven. Het water met de
groentenpuree opnieuw aan den kook
brengen, griesmeel er in strooien en,
roerende, ruim 5 minuten doorlaten
koken tot het meel gaar is.
De soep vervolgens voorzichtig bij
het geklopte ei in de terrine gieten.
Men geeft er dobbelsteentjes gefruit
brood bij.
Citroensaus.
(Voor 4 personen.)
3 dL. water, 1 groote of 2 kleine
citroenen, ongeveer 65 gr. suiker, 1
afgestreken lepel sago of aardappel
meel. De citroen goed afwassclien of
met een borsteltje schoonmaken en
daarna met een scherp mesje zeer
dun afschillen, zoodat er geen wit
wordt meegenomen. Breng dan het
water met de suiker, de dun afgesne
den citroenschil en het uitgeperste
citroensap zeer langzaam aan den
kook, zoodat de schil goed kan af
trekken. Meng de sago of het aard
appelmeel met een weinig koud water
aan, voeg ze bij de kokende vloeistof
en laat ze roerende een paar minuten
doorkoken. Neem voor het opdoen de
citroenschil er uit.
De saus kan men gebruiken bij
droge rijst, bij griesmeel, maïzena of
rijstpudding. („C.")
Stokvisclischotel.
200 gr. droge of 400 gr. geweekte
stokvisch, 150 gr. rijst, 750 gr. aard
appelen, 3 uien, 70 gr. boter, zout,
peper, mosterd, plm. 1 d.L. stokviseh-
water, paneermeel.
Als de stokvisch geweekt is moet
ze in kokend water met zout plm. 3
kwartier koken. De rijst op gewone
wijze koken, ook de aardappelen die
daarna fijn gemaakt worden. De uiien
fijn snijden en in den boter lichtbruin
fruiten, onder gestadig roeren. Als de
stokvisch gaar is, alle vellen en gra
ten verwijderen of ze lijn hakken.
Dan alles dooreen roeren, peper, zout
en mosterd toevoegen en zooveel van
het kooknat dat de massa niet te
droog meer is. Alles in een met boter
besmeerden vuurvasten schotel doen,
met paneermeel bestrooien, er stukjes
boter op leggen en in den oven bruin
laten worden.
Een doordraaier. Te Fort Crook,
in Nebraska, is dezer dagen een man
overleden, J. W. Steele geheeten,
doch eenmaal door de geheele Ver
eenigde Staten bekend als „Coal Oil
Johnny". Hij was in een zekere
periode van zijn leven even rijk als
Rockefeller, Morgan of v. d. Bilt,
maar hij sprong heel anders om met
zijn geld, met het gevolg dat hij het
grootendeels weer kwijt raakte. Een
merkwaardige levensloop heeft deze
„Coal Oil Johnny" achter den rug.
Zijn ouders heeft hij nooit gekend,
en hij werd opgevoed in een armen
huis. Een boer nam hem uit mede
lijden bij zich in huis en John werkte
op de kleine boerderij tot tevreden
heid van zijn voogd. De boerderij
leverde echter zeer weinig op, de
grond was weinig vruchtbaar, en toen
de boer stierf en zijn beschermeling
alles naliet wat hij bezat, was deze
laatste nog maar een arme jongen,
die iederen dag zijn stukje land be
arbeiden moest.
Maar op zekeren dag werd opzijn
land een oliebron ontdekt, die ont
zaggelijk rijk bleek te zijn. In een
jaar tijd verdiende John W. Steele
drie millioen dollars. De weelde steeg
hem naar het hoofd, en op de dolste
manier smeet hij met het geld. Hij
placht aardewerk-winkels binnen te
gaan en sloeg dan met zijn wandel
stok alles kort en klein, waarna hij
de schade vergoedde.
Als hij een bedelaar zag wiens
uiterlijk hem aanstond, maakte hij
hem rijk, zoo niet, dan kreeg hij geen
cent. Zijn sigaren stak hij aan met
honderd dollar-biljetten, en eens be
taalde hij aan een negerzanger in een
variété 41.000 dollar voor het herha
len van een liedje dat hem beviel.
De oliebron bracht hem steeds meer
op, millioenen, millioenen werd Coal
Oil Johnny", het voormalige kind uit
het armenhuis, rijk. Maar oliebron
nen zijn niet onuitputtelijk, en op
zekeren dag was het met de weelde
gedaande bron leverde zoo goed als
niets meer op. Door zijn roekelooze
verkwisting, had hij weinig geld meer
over, maar tot zijn geluk had in een
van zijn dwaze buien wat huizen en
hotels gekocht. Daardoor bleef hij
voor armoede gespaard, en hij stierf
als een betrekkelijk welgesteld man,
maar ook niet meer dan dat.
De rol der vrijmetselarij. In Frank
rijk wordt een proces gevoerd tegen
communistische leiders, die met Rus
sisch geld staking hebben aangesticht
enz.
De Loge nu protesteert tegen
dit revolutionnair bedrijf? Neen, dat
doet ze niet. Ze protesteert tegen het
proces, want die communisten heb
ben niets gedaan dan vrijelijk hun
meening gezegd.
In de Kamer te Boedapest is ge
ïnterpelleerd over de vrijmetselarij,
die daar de meeste aanhangers vindt
onder liberale Joden, zelfs tot 90 pCt.
harer leden.
Interpellant toonde met authentieke
stukken aan, welk een groote rol do
Loge had gespeeld in de dictatuur
van Bela Kun, waarover eiken dag
de meest gruwelijke bijzonderheden
aan het licht komen. En hij verlang
de een strafvervolging tegen de vrij
metselaars wegens hoogverraad.
De minister van Justitie antwoord
de, dat met de ontbinding der Loges
hare bezittingen aan den Staat waren
vervallen. Aangaande de schuld aan
hoogverraad worden onderzoekingen
tegen bepaalde personen ingesteld.
Op last der Nationale Vergadering