Tweede Blad
HET APOLOGETISCH HOEKJE
WONINGBO
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
ZATERDAG 20 NOVEMBER 1920
Voor de Keuken.
Gemengd Nieuws.
Nummer 234
I ten, die de zorg voor de bev
Ier harte nemen, worden 1
FEUILLETO
Kruis en Zwaa
H e i 1 i g e n v e v e e r i ïi g.
Hel eerste gebod zegt: „Gij zuil geen
vreemde goden voor mijn oogen hebben",
d. w. z. builen den waren Gcxi mogen we
geen enkel wezen als Godheid erkennen
en aanbidden. Wil dit nu ook zeggen,
dat we aan geen enkel schepsel (Jeimgn
eer mogen geven? Natuurlijk niet- We
mogen gerust iemand vereeren, als we
maar zorgen, dat het geen goddelijke
oer of aanbidding wondt. Want die
komt alleen toe aan den eenen waren
Gno.
Lezen we niet in de H. Schriftuur, in
het Boek van den Uittocht (XX): Eer
uwen vader en uwe moeder, en in den
eersten brief van den II. Petrus: Vreeist
God, eert den koning?
Welnu, op deze rejeneering steunend©,
vereeien wij, katholieken, onze heiligen.
Dit alles is nogal duidelijk, zou je zoo
zeggen. En toch zijn vele menschen het
er niet mee eens. Zeker, bawe'ren de
Protestanten, je mag de Heiligen wel
eeren op dezelfde wijze, waarop we dat
de Koningin doen en onze groote vader
landers, je mag ze zoogenaamde bur
gerlijke eer bewijzen, maar 'ot de hei-
ligen bidden, hen aanroepen, hun gods
dienstige eer geven, is gla-.l verkeerd,
want dat strijdt met de eer, welke we aan
Gcd verschuldigd zijn, dat is afgoderij.
Dal is een redeneering, welko becfet
maal njet opgaat. Imjmers wij aanbidden
de heiligen niet, we beschouwen zo nie-1
als godheden, maar huldigen hen alleen
als vrienden en dienaren van God. Zou
dat verkeerd kunnen zijn? Zou een ko-
ning het zjjn onderdanen euvel duiden,
als 'zij eer brengen aan hun burgemeester
en andere plaatselijke overheidspen'sonun
of aan degenen, die door den koning met
een onderscheidingsteeken zijn gesierd?
Zal hij dat voelen als majesteitsschennis,
als verkorting zijner eer? Geen sprake van.
Welnu, zoo gaat het ook in de boven
natuurlijke orde. De heiligen zijn vrien
den en dienaren van O. L. lieer, en het
is heel billijk', ze als zoodanig ie eeren
en te huldigen, en te trachten door hun
bemiddeling het een of ander te verkrij
gen „Wie zag ooit", zoo vraagt een gees*
lelijk schrijver, „in de bewondering
dei zilveren maan een miskenning der
gouden zon, aan wier lichtgloed de zon
haar glans ontleent?"
Het zou integendeel Go-Je geenszins
aangenaam zijn, wanneer wij de heiligen
niet loofden om de goederen en gaven,
waarmee Hij hen verrijkt heeft De bruid
is de vriendin van den vriend des, brui
degoms.
Maar we weten wel, wat de eigenlijke:
reden is, waarom de protestanten er an
ders over denken.
De eigenlijke reden is hun leerstuk,
dat door de erfzonde de mcnschelijkc
natuur innerlijk zóó bedorven is, dat
genezing onmogelijk werd. De vrijheid en
de mogelijkheid, om iets voor den hemel
Ie verdienen, gingen voor altijd verloren.
Er wordt derhalve in de heiligen niets
gevonden, dat godsdienstige vereering
waardig is. Dal is hun eigenlijke reden.
He' zou ons te vervoeren, dsze dwaling
op dit oogenblik te weerleggen. Wij wij
zen alleen op de leer der Kerk, dat d«
vereering der heiligen volstrekt geen
zonde is tegen het eerste gebod, dat h«t
integendeel, eenmaal aangenomen, dat de
mensch iets. voor den hemel verdienen
kan, goed en nuttig is, ze te vereeren on
aan te roepen. Laten we dit eens wat
nader uitwerken.
1. Het is good, de heiligen te ver
eeren.
Raadpleeg eens het gezond verstand
pu de ervaring. Hebben niet alle welden
kende menschen van alle tijden begrepen
en in beoefening gebracht den rdicht, aan
degenen, die door waardigheid, weten
schap of deugd boven hen verheven wa
ren, bijzonderen eerbiel en boogachtig.te
bewijzen
Welnu, wanneer natuurlijke waardig
heid en verdiensten een burgerlijk» vei*
eering vragen, dan vorderen de boven
natuurlijke verdiensten der heiligen e n
vereering van een bijzondere soort, nl.
de godsdienstige vereering. Het boven
natuurlijke is immers, hemelhoog boven
het natuurlijke verheven.
Ten andere, God z'elf heeft zijn heiligen
gekroond met heerlijkheid. Heeft Hij ons
daarmee niet een goed voorbeeld gegeven,
en moet het Hem' niet welgevallig zijn,
als we dat voorbeeld volgen en Hem bij-
stemmen in zijn lof? Vergeet nok niet,
dal wij door de vereering der heiligen!
eigenlijk ook O. L. Heer zelf verheer
lijken, die aan de heiligen zooveel luister
gegeven heeft, evenals oen koning wordt
geëerd in dengene, die om een onder
scheidingsteeken van den vorst geprezen
wordt.
De H. Schrift komt ons trouwens hierbij
niet weinig te hulp.
Menigmaal spreekt zij ons van de ver-
eering der engelen. J.osue, Tobias en de
apostel Joannes vielen vol eerbied neder
voor de voeten van een engel, die luin
verscheen. Is "dit geoorloofd, dan mag de
vereering der heiligen ook. Zelfs gewaagt
zij van godsdienstige vereeiiiig, bewezen
aan nog levende heilige mannen, aan
den profeet Elias bijvoorbeeld, voor wie-n
de godvreezende Abdias uit eerbied plat.
ter aarde viel.
En raadplegen we de Overlevering, dan
zullen we zien, hoe reeds de erirstei Chris
tenen de heiligen hebben vereerd.
Daarvoor pleiten de altaren, bedehuizen
en kerken, die van oudsher op de graven
der martelaren werden gebouw 1. De H.
Cyprianus, gestorven 111 258, getuigt dat
er op do verjaardagen van den martel
dood het II. Misoffer ter ec're van de
martelaars werd opgedragen. E11 bij de
kerkelijke schrijvers der Ilte eeuw vindt
men honderden getuigenissen, die van
zulk een vereering blijk geven.
Het n u t, het voordeel van de hédl'igen-
vereering bestaat hierin, dat ze ons aan
spoort, hun voorbeeld na te volgen.
11. Het is goed en nuttig', de heiligen
aan te roepen.
De protestanten verwerpen ook de
aanroeping der heiligen. E11 als eer
ste reden halen zij aan de bewering, dat
die aanroeping in strijd js met de eer
van Christus, den eenigen middelaar tus-
sclien God en de menschen.
Ook hier zijn zij de plank mis. Want
wij, katholieken, stellen de heiligen vol
strekt. niet op één lijn met Christus ,gn.
welen zeer goed, dat zij niets van God
verkrijgen kunnen, tenzij om, de verdien
sten van Christus Jesus. Ja zelfs, dat de
heiligen tot dit middelaarschap hebben
kunnen komen, 'danken zij wederom aan
de genade, hun om de verdiensten van
Christus geschonken.
Daarenboven, indien de aanroeping1 der
heiligen in strijd zou wezen met de eer
van Christus, dan moest ook het inroe
pen van de voorbede der levenden met
diezelfde eer in strijd zijn. Van dit laatste
eienwel zien we in do II- Schriftuur vele
voorbeelden. De Apostel Paulus smeekt
herhaalde malen de geloovigon, hem mei
hun gebeden bij God behulpzaam te zijn.
De H. Jacobus-vermaant de gelcovigen,
voor elkander te bidden, o-mdat het ge
durig gebed eens rechtvaardigen veel
vermag.
\\s tweede reden geven dei prates-tan
ten aan, dat de aanroeping der heiligen
blijk geeft van gebrek aan vertrouwen in
Cl listris.
Als antwoord daarop diene, dat wij,
katholieken, er goed van overtuigd zijn
dat Christus ons oneindig liefheeft en ten
bewijze daarvan zijn bloed heeft gestold.
Maar wij weten óók, dat God de heili
gen méér bemint dan ons, en er dus.alle
reden is, om bij het afsmeeken van lie
ii.elsche weldaden denzelfden weg in ts
slaan ate bij het verzoeken van aardsche
gunsten. Willen wij b.v. van een hoog
staand persoon een gunst, dan zoeken wij
naar vermogende beschermers, zonder dat
de persoon in kwestie zich daardoor
eenigszins gekrenkt voelt.
Reeds de christenen der eerste eeuwen
waren daar zóó van overtuigd, dal in de
catacomben van Rome tal van grafschrif
ten gevonden zijn, waaruit die aanroe
ping allerduidelijkst blijkt.
Veilig derhalve kon de Kerkvergadering
van Trente, en in navolging daarvan on'.e
catechismus, de aanroeping der heiligen,
evenals hun vereering, goe X en nut. ti g
noemen.
M. H. ULLEMAN, »r.
Kanunnik' Potters. Katechisnius IV.
Uit Dr. Kuyper's intieme leven.
Vorige week namen wij Bijltje's made-
deelingen over omtrent Bï. Kuyper's in
tieme leven te Amsterdam. Thans vól
gen eenige inededeelingen over Kuyper's
intieme leven in Den Ilaag.
Toen hij in 1901 in Den Haag liet wel
bekende huis in de Kanaalstraat betrok',
liet. hij twee ruime kamers voor zich als
sludeerkamer inrichten. Een groolo: en
een kleinere.
In de groote stond zijn schrijfbureau,
waaraan hij in Amsterdam zijn voornamen
arbeid heeft verricht; daar was hij om
ringd door zijn boekenschat, en daar
leefde en arbeidde hij onverpoosd. Aller
lei conferenties van hoog; gewicht zijn
daar gehouden; staatslieden, ook uit het
buitenland, hebben hem daar opgezocht;
in die prettige ruime kamer vond hij
óók tijd voor rustigen arbeid, zelfs in de
buitengewoon drukke jaren van zijn.Mi
nisterschap.
Doch, eigenaardig, in dc laatste jaren
lileef die kaïn-er inleest ongebruikt en
vestigde hij zich in de kleine kamer, die
aan do groote grensde. Hij was nog flink
en krachtig; maar 't leek wel alsof die
al te ruime werkkamer hem niet meer
zoo aanstond; of hij behoefte ging gevóé
len aan vermindering.
In die kleine kamer stond o. m. een
divan en in den hoek bij 't. raam een
leunstoel'. Wanneer Dr. Kuvper menschen
in zijn studeervertrek ontving, was hij
eon en al teven en beweging. Hooi har
telijk ton hij iemand verwei kernen met
du beide handen uitgestrekt naar den
bezoeker tredend; dan fonkelde zijn spre
kend oog, dan was men dadelijk in ge
sprek en midden in de zaken, waar het
over ging. Maar het is me toch wel ge
beurd, dat ik die kleine kamer betrad en
hem stil vond zitten in den leuningstoel
hij het venster, den blik naar buiten ge
richt en zoo- in gedachten verloren, dat
hij het binnentreden van den bazoekeir
niet bemerkte. Dan slrfhd ik wel eens
heel stil en liet mijn blik op hem rusten,
in mijzelven vragend waarmee dia groote
geest zich wel bezig hield.
In het laatste jaar vond ik hem dik
wijls, liggend op den divan.
Zoo eens op een Maandagmiddag in
dit jaar toen hij Zondags gevallen was
en een bloedende hoofdwonde gekregpm
had. Ik vond hem met het hoofd in een
verband; „de gewonde generaal'merkte
een zijner dochters op; maar de 82-jarige!
was toch terstond bereid allerlei dingen
te bespreken.
Hij stelde dan ook in alles het lpvetn-
digste belang en beklaagde er zich wel
eens over, dat het werken'voor „De
Standaard" hem onmogelijk was gewor
den. „0", zei hij eens tot me. ..het valt
me zoo moeilijk niet meer te kunnen wat
.ik zou willen"en ik' kon dat zoo best
begrijpen. E11 toen dan ook in 't voorjaar
zijn krachten schenen terug te koerein,
zei hij eens tot mij: „Ik denk' (och. dat ik
„Do Standaard" weer in handen nemetn
zal". Het was een troost voor hem, dal
hij „De Heraut" nog had; en hoe heeft
hij déar nog voor gewerkt!
Een paar weken vóór de z'omervucantie
bezocht ik hem eenïg en toen had hij niet
minder dan tien voorstukken voor „De
Heraut" gereed; wel geteld 90 pagina's
van zijn ineengedrongen regelmatig
schrift. Welk een arbeid op dien leeftijd,
en met een krank' lichaam!
Met de zomerva,cautie ging hij naar
Velp. Hij verheugde zich er op was van
plan veel boeken mee te nemen en daar
flink te werken. Lichamelijk was hij weer
heel .wat beter geworden en zag er ge
zond uit.
In Velp heb ik hem, op zijn verzoek,
eenmaal opgezocht en toen ik hem daar,
na een afwezigheid van een week of zes,
terugzag, was hij zichtbaar achteruit ge
gaan. Hij klaagde mij over dien achter
uitgang en toten ik een woord van bemoe
diging sprak, antwoordje hij met groote
beslistheid: „Neen, hiervan kouix ik niet
vveêr .op; dat kómt niet meer terecht".
Bij dat bezoek bleek me duidelijk, dat zijn
geest omfloerst was; maar Toch weel' niet
van dien aard, of hij kon enkele dingen
heel grondig bespreken.
Het denkbeeld van heengaan uit al
't aardsche is hem geheel dit jaar niet
vreemd geweest. Dikwijls sprak hij er
over; en zelfs jaren geleden liet 'hij -er
zich meermalen over uit. In 't voorjaar
van dit jaar zei hij eens tot 111e: ,,'t Kan
ziin dat de Heere mij dit jaar uit dit
leven wegneemt; mocht dat zdri- z,ijn, ge
loof dan maar dat alles goed is".
Hoe liefderijk de verpleging in Velp
ook was; met hoe trouwe zorgen me
vrouw Van Deth liem omringde, in 't. be
gin van September bleek het dat hij naar
huis moest, en hij ging naar Den Haag
terug.
Nog niet dadelijk bereid om als een
zieke hel bed te houden. Hij haakte nog
naar zijn arbeid; en. toch kwam bet
einde nader.
Borstplaat.
100 gram gewone suikerphn. 100 gr.
gezeefde poedersuikerplm. 1/2 d.L. wa
ter; eenige druppels essence, of een
scheutje koffie-extraét of marasquin of
2 theelepeltjes cacao.
Maak' van een deegplank of tafel een
gedeelte met koud water vochtig, houd de
rest droog. Zet de gewone suiker met het
water op en kook dit samen tot een dun
stroopje, waarvan de laatste druppel, die
van den lepel valt, in een 'draadje trekt.
Voeg een smaakje toe cn daarna, onder
sterk' roeren, bij 1 of 2 lepels te gelijk
zooveel poedersuiker tot d1 bodem van
den pan zichtbaar wordt bij het roeren.
Giet de massa, zoo snel mogelijk, in
kleine hoeveelheden uit op het vochtige
gedeelte der plank', laat de borstplaat
even hard worden en verschuift ze ver
volgens naar liet droge, gedeelte.
(Is de borstplaat te week om ze na het
drogen te kunnen oplichten, dan kan alles
in den pan worden geschept,' iets kokend
water erop gegoten "oir de massa weer"
tot siroopdik'le wor.len ingekookt. De dub
bele hoeveellieid poedersuiker moet dan
worden toegevoegd.)
Bij chocolade borstplaat moot de cacao
dadelijk' meekoken.
"Wrijf, voor het maken van borstplaat
in vormen een blikken rand goed in met
boter. Leg dien op con vochtig gemaakte
tafel of plank', vul den rand c.M,
hoog en laat de borstplaat bijna koud
worden. Kook' het stroopje van suiker en
water wat dikker in dan voor de eerste
soort.
Kook voor liet maken van goinberborst-
plaat 350 gr. suiker met 70 a;r. water en
1 lepel fijngesneden gember met. stroop
tot stroopdikt'e in. Giet de mn.ssa in
nat gemaakte vormen en laat ze koud
worden.
Dr TJnic van Calinay.,
Van de zes kinderen van konjng Wal-
ckunar van Denemarken (f 1375) leefde
-r bij zijn dood aldus J. T. in „riet
Centrum" van 13 Nov. j.l. nog ééjn
Margaretha, gehuwd met koning Hako
van Noorwegen. Haar zoon Olaf, die eerst
vier jaar oud was, werd thans tot koning
gekozen en ook door de Hanze, hoewel op
vernederende voorwaarden, erkend.
Margaretha aanvaardde voor haar zoon
de r-geering. Toen in 1380 haar -echt
genoot stierf, werd ze ook in Noorwegen
met liet regentschap belast. Margaretha
was eer der bekwaamste vorstinnen, die
de geschiedenis vermeldt. Zij was niet
alleen een talentvolle bestuurster, maar
schrikte er ook niet voor terug, haai
toevlucht tot de wapenen te nemen. We
gens haar overeenkomst met een kon'ngin
der A ssyriers, die acht eeuwen vóór
Christus leefde en zich zoowel door hare
werker, des vredes als door hare krijgs
tochten beroemd heeft gemaakt, wordt zij
wel de Semiramis van het Noorden ge
noemd een bijnaam, die echter (ook
gegeven wordt aan Catharina II van Rus
land
Margaretha voerde het bestuur met
evenveel bekwaamheid als rechtvaardig
heid ei. wist de liefde en het vertrouwen
hare" onderdanen te winnen. Toen dan
ook in 1387 haar zoon Olaf stierf, werd
zij zoowel in Denemarken als in Noorwe
gen tot koningin uitgeroepen. Thans kon
zij er aan denken haar plan te verwezen
lijken dat haar reeds van het begin barer
regen ing af, voor oogen had gezweefd:
de vereeniging der drie Noordsehe rijken.
De gelegenheid daartoe was gunstig: Ko
ning' Albreeht had zich in Zweden door
liet bevoorrechten van Duitschers boven
zijn onderdanen algemeen gehaat gemaakt
en veie machtige edelen waren bereid
tegen hem op te staan. Margaretha wist,
dat zj op den steun van een groot dept
van het Zweedsehe Volk rekenen kon en
begon in 1388. den oorlog. Bij Ealköping!
werd Albreeht verslagen en gevangen ge
nomen en verklaarden de meeste steden
zich vcor Margaretha. Alleen Stockholm,
de horfdstad, bood lang tegenstand. Hier
luoden zich de Duitschers, die een groot
deot der bevolking uitmaakten, onver
wachts van de regeering meester gemaakt
en de staa versterkt. Met goeden uitslag
hielden zij den strijd- tegen MargarethajH
leger vul 611 daardoor nam de oorlog, die
anders spoedig beslist zou zijn geweest.,
een andere wending.
Om het belegerde Stockholm van le
vensmiddelen te voorzien en den vijand
zooveel mogelijk afbreuk te doen, vorijuie
de hertog van Mecklenburg te Rostock e»
Wismar, een vereeniging die doet denkin
aan de in onze geschiedenis zoo bekende
Watergeuzen. De leden dier vercêuig'ing
noemden zich Victaliënbroeders, doeh wel
dra deden zij zich kennen als eerste vrij
buiters. Ze veroverden het, eiland Goth
land en maakten de stad Wisby tot hun
hoofdkwartier, van waaruit ze de lieole
Oosts ie onveilig maakten en de kusten
van Denemarken en Noorwegen plun
derden. Allerlei gespuis, wien het alleen
om buit, te doen was, sloot zich bij hen
aan, ze vielen zelfs de schepen dër met
Mecklenburg' verbonden Hanze aan en
maakten het tenslotte zoo erg, dat deze
met Maigaretha onderhandelingen aan
knoopte. ITet gevolg daarvan was, dal
Stockholm zich overgaf en Albreeht in
vrijheid werd gesteld. Ook na den vrede
zetten de Victaliënbroeders 'hun roovers-
haiidwerk voort en zelfs, nadat ze van
Gothland verdreven waren, maakten ze
onder den naaui van Likede'.ers (gelijk-
declcrs) nog jarenland de Noordzee on
veilig
Margaretha kon thans liaar grcrote plan
nen ten uitvoer brengen.
Te Oalmar in Zweden riep zij in 1397 'de
rijktraden der drie landen bijeen en bracht
het beroemde verbond tot stand, dat 'als
de. Unie van Calmar bekend is. Voortaan
zou slechts één koning over Me. drie rijken
regeeren. Liet hij meer dan één zoon na
dan zou zijn opvolger uit hen gekozen
wordenstierf hij kinderloos, dan moesten
de rijksraden een nieuwen koning kiezan
Elk rijk zou zijn rechten en vrijheden
behouden en'alle oorlogen zouden gemeen
schappelijk gevoerd worden.
Eui groot werk was door Margaretha
tot stand gebracht. Door de Unie va,n
Calrnar wren de drie Noordsehe Irijkoii
een macht van .beteekenis geworden. Dé
gcceb'edeTii.s leert echter, dat dë Unië
niet do gewensehte gevolgen had. Zoo
lang Margaretha regeerde ging alles goed,
doch na liaar dood in 1412 was het weldra
met de zoo noodige eendracht gedaan.
Reeds onder haar opvolger Erik braken
tusschen de drie landen twisten uit tn
werd het duidelijk, dat de Unie niet van
langen duur zou zijn. In 1440 werd zij
kort daarna weer hersteld, doeh zij bleef
voor de drie rijken een bron van weel
jammer en bloedige twisten. In 1523 werd
ze voor goed ontbonden, doordat Zweden
zich afscheidde cn Gustaaf Wasa tot ko
ning koos.
Oplichterspraktijken
Het. „Ilbld." vertelt:
Een tijdelijk 1e Amsterdam vertoevende
D'uitscher was platzak, een kwaal, niet
bepaaldelijk aan eenige nationaliteit ver-
benden, desniettemin lastig, 2éér lastig.
Hij was van plan te vertrekken en wilde;
om in het bezit van eenige contanten te
komen, zijn gouden ring verknopen, waar
in een briljant, naar schatting een waarde
vertegenwoordigende, van ongeveer dui
zend gulden. Hij bezat ook nog een gou
den horloge met ziwaren gouden schakel-
ketting; zoo noodig zou hij ook dat stol
van de hand doen, doch voorloop-ig moest
de ring er aan geloovcn.
Hij vroeg aan den portier van het hotel
of deize een vertrouwd adres wisl, waai
de ring ton worden verkocht. Toevallig
kwam iemjand in de vestibule, die d'O
vraag hoorde, en er op antwoordde: Ik
weet er wel weg, mee.
De Duitscher ging toen met dien vrien-
delijkeu heer mee., üez'ei bracht hom naak
hel Damrak en in het gezelschap van
eenige heeren, die zich grootmoedig bet
reid verklaarden met den onbekenrte in
relatie te treden. Zij wilden don ring
met den steen wel toepen. Joch.... mei
gesloten beurzen beialen. De liceren wa,
ron in het .bezit van partijen geslepen,
kleingoed, waarmee zij tie koopsom yooi
den groo-ten brillant wilden bataten. Klei
nere steunen zouden, aldus, hun reien ..ta
ring, makkelijker verkoopbaar zijn dan
één groote; als de Duitscher dus in het
bezit van partijtjes diamant, in waarde
overeenkomende met de koopsom van tlctn
ring, kwam, zou het hem mogelijk zijn nu
en dan, al naar behoefte, een stetutjd
aan den man te brengen.
De houder van den ring voelde wel wat
voor deze transactie, dc heeren toonden
hein in de gebruikelijke diamant papiertjes
verpakte partijtjes- fijn, die er, op hel
eerste gezicht, goed uitzagen. Zij gaven
hem enkele pakjes met kleine schilt er-
steentjes in handen en namen, in ruil
daarvoor, den ring in ontvangst. Een,
der heeren haaide een goudschaal tjo voor
den dag, legde er den ring op en knikte
goedkeurend. De .beweging met dat
schaaltje vestigde bij den D-uilscher de
overtuiging', met mannen van het goud-
sii'ids- en juweliersvak te doen Ie heb
ben. De gegadigden naar den ving staken
dien bij zich en liepen, met den verkoo-
per, een eindje op.
Zij zeiden hem, dat de waarde'der par
tijtjes, die hij zoolang; in parui had, groo-
tex' was dan die van den rins, welke zij
op f700 schatten; hij moest hun dan ook
eveneens zijn gouden horloge mot ketting
in pand geven en met hun allen zou-ten
zij zich daarop naar een juwelier b-ego
ven, met name genoemd, die én den groo-
ten, èn de kleine steentjes zou takei'sron.
De heeren kregen dus ook het gouden
horlpge met dito: ketting in handen. Met
den Duitscher begaven zij zich naar een
tramhalte en wezen hem de tram aan,
die het gezelschap nemen moest.
De niets kwaads vermoedende vroon,,
deling sprong; op- dc tram en ontdekte
toen deze doorreed, dat zijn nieuwe km',
nissen niet waren meegekomen. Hij spipn»
ei' af; zocht" hen, zij waren gevlogen. (j|
dacht nóg het ergste niet, spoedde zie],
naar den juwelier, die de weeldeartikels,
naar de mededeeling der aspirantkoopej
zou Toetsen en laxeeren. Zij waren er „j
geweest. De vreemdeling, besefte thans
in 'handen van een stel geraffineerde
gauwdieven te zijn gevallen en nam zich
voor pogingen in het werk te stelten om
de „heeren" op te sporen. _Hij had ajc-
ces. Daags na het voorgevallene liep j,;
over den Zeedijk en zag in dc uitstalkast
van een gcmdsmidswiiikel zijn horloge
'liggen Hij ging er in, vroeg naar fg
prijs van het .uurwerk, nam het in
handen en kreeg: de zekerheid, dat hst
Zijn eigendom wa.sT
Hij .vroeg of de winkelier ook te koop
had een gouden ketting, die bij het hor-
loge- paste, de man knikte bevestigend «n
kwam aandragen met den kettjiw
van den Duitscher. Deze gaf voor gelt
te zullen gaan halen, 'hij begaf zich ech
ter naar de politie, die onmiddellijk het
gouden stel in beslag, nam en -naar de
herkomst informeerde. Do namen van do
verkoopers werden genoemd en na op
sporing bleken hot inderdaa-l de kerels
te zijn, die den Duitscher óp het Damrak
horloge, ketting en ring hadden aflmdig
gemaakt.
De ervaren rechercheur Klein van fcgi
bureau Piefcershal wist daarna ook dc
brillant op to sporen, die uit den riu«
gebroken en daarna eveneens aStn
ODkoojier was, .verkocht. Het tweetal ,,1b-;.
ren" is daarna- gearresteerd en <dSËr com
missaris Heeroma en inspecteur Jooslcn
onder het mes genomen, met dit gcvol».
dat zij ter beschikking van de justitie zijn
gesteld. Ijverig speuren bracht aan het
licht, dat de kerels door het toopassai
van nog andere opliehterspriu tijken aai
den kost kwamen.
Zij waren geregeld op het Damrak ca
in den omtrek van het Cent-rad station
tr vinden, nauwkeurig acht ?cv,en,rle op
vreemdelingen, die Amsterdam bezocht®
Vooral voor Duitschers hadden zij een
zwak. Wanneer zij zoo iemand onideQB
klampten zij hem aan en vroegen ol hij
voor een klein prijsje in bet bezit wilde
komen van een gouden horlorm. dat.nu
niet bepaald op regelmatige wijze was
verkregen. Met horloge werd dan, op
eenigszins geheimzinnige wijza vertoond,
en dc adspirant-kooper uitger.00 hjJ me:
to gaan naar een stil hoekje, want als a
zelfs op vele honderden meters afstand,
een agent naderde, g'eilroegcn zij zich zw
angstig als wezels, bij het naderen van
menschen.
Dc personen, Schijnbaar aldus in het
vertrouwen genomen, liepen er in deur-
gel in, pingelden wat .of veel af en kocli-
leri de „gouden" b-orloges togen prijzen,
varièerende van acht tot twintig en meer
guldens.
liet duurde niet lang of zij hcuicrktei
er te zijn ingevlogen en geen go:ni< n Joch
koperen pruts boel' te hebben gekocht, dat
met horloges slechts don vorm genwa
had-
Door commissaris Heetomu ;s Bonds
dag oen oproep geplaatst aan hen die
or op deze wijze zijn ingéJoopen. Daar»
gaven reeds velen «ev-olg, zoodat inspec-
leur Joosten van de Pieters-hal, die spe
ciaal deze zaak behandelt, handen rol
werlt heeft'.
Er meldde zich een electricien, dia 0?
„deze oude. beproefde wijze" <r voor
twintig gulden was ingcloopcn, het tas
hem gekochte ding was'met geen .fis
paardenkrachten tot lo-open ie bewegen,
hel is kinderspeelgoed voor enkele kwart
jes bij bepaalde grossiers te koon-
Een ander had een gomden armhuis!-
horloge gekoeld:„met brillanten lit
zet". De als heer gekleodc kooonian hal
hem meegetroond naar een hoek van en
steeg -en met tranen in de oogen verkil,
da.t het sieraad hem f275 had gekost.
Het werd voor veertig pulden aan jü»
man gebracht.
Thans heeft de gelukkige koopc M
koperen vod bij de politie gedeponeerd.D»
.oplichters zitten thans in de doos. KciM
zij er uit,, dan; daarvan zijn wij zetó,
vliegen er weer andoren in.
De wereld wil eenmaal bedrogenfeijn -
Een huis belegen'.
Té Vevey moest Siza, een stroop®
in hechtenis genomen worden, omdat li)
geweigerd had een boete voer slroopt
te betalen. Siza schoo t den agent, dis I111®
met drie veldwachters kwam halen, ta'-
verwondde een der veldwachters «raj*
en verschanste zich daarop in z'ijn W
dreigende iedereen neoir te, schieten, 4»
het naderde.
Den heeien nacht omringden derlig pe
litóeageuten dc woning, die niet be«Wf*
kon worden uit gevaar vo-or <le onfc
gende huizen, 's Mid lags sprak de b«r
gemeester hem vriendelijk van o.*n
huis uit toe, maar Siza bleef onver*
Gelijk. Toen kwam de brandweer er m" 'j
pas en een uu,r lang werd de sh'oojk®
■woning onder water gehouden, evenc®
zonder gevolg.
Ten slotte nam men zijn toevl'ucM W
de wetenschap. Uit andere huizen loof»
men buizen door het dak van Size's W
en blies daardoor zwavelwaterstof 11
poedervorm naar binnen. Dit poeier®'
men met het water der brandweer.
wikkelde,toen zulk een geweldigen
den geur van bederven eieren, dat n»
pilar minuten de moordenaar on stnwi"
met opgeheven handen uit het hub j("ai!
en zich gevangen liet nemen
I Hoofdredacteur: J. W. VIE N
I Bureaux van Redactie en Adr
I panieren: MIDDELBURG,
Telegram-AdresNizeco
Admini
Mé
i.
Ondergêteekemte verzwakt
voor onderstaand artikel, lat
actueel belang gaarne plaat]
(te 't getij verloopt verzet
fcetis; zo», niet, dan loopt lie
den grond.
Jict - schijnt, dat l et Rijk
wil doen ent de bakens op
van den woningbouw te ver/.
I wij dit even toelichten.. Thans
I particulieren, uitgezonderd
kratthligeii. zoo goed ais hie
i bound, terwijl in den 'gzpofatl
woningen wordt voorzien d<
ginguwcningbouw- Ver b'ened
word,lp de huizen dezei vi
verhuurd cn het tekort wor
aange.slagenen betaald in de
aan Rijk en Gemeente. Vooral
II «roote kosten gejaagd, vooral
dat dakioozen uit omliggende
T; die hun plicht in dezen uje
Teen toevluehl zoóken in rle'et
gemeenten. Dat zulks'billijk
iirand beweren en het mjdd<
kwaal is nog zoek. Bovendien
eenipingswoningbouw vele
/.'waren mede, waarvan wel e<
naamste is, dat Ie. prikkel 01
te helpen, wordt weggenome
cireiat vasl te loepen.
Uit de Staatscourant van
vember '20 blijkt, dat de re!
poging wil doen om dit te
tlcpr Je particuliere bouwerij
helpen.
Met dit doel 'wordt een
I premie gegeven voer eiken
I me'.er bebouwd Oppervlak, b.
vierkanten nieter.
Dit streven, dat oók voor do
I de kansen verhoog# om van
I iiiarlg tot woningbouw af tcPk
üieiit de- aandacht en steun,
de door het Rijk uitgeloofde
I zit l.zelf- to gering' is om met v<
I woningbouw (e kunnen co
I Naar verluidt, begint het Rijk
I nig, niet de premie, die oveiee
i ongeveer de helft der bijd
I aan vereenigingswoningboiiw
gelegd Wanneer nu de geniet
eè.'is tijdelijk een premie bel;
ven itie van het Rijk, zouden
op wélslagen van dit streven
worden. De kosten kunnen d<
1 meentc gehouden worden li e n
welke thans aan vereenigingsw
worden bijgedragen.
En last not least, voor deget
rood zitten, wordt de mogcli
zich zelf te helpen, geschapen
Met plaatsruimte moeten de.
nig zijn, zoodat wij de verdere
nieenen in de pen - te mfö-eté!
Het denkbeeld zij echter in
den gemeenteraadsleden in
gegeven.
J. S.
Goes, 18 November 192Ó.
Kleine Kade B 192.
k
N a schrift. De heer Be
in bovenstaand artikel, hetzij j
heizij als spreekbuis voor ai:
als de kampioen van den door
ienient van iYrbcid voortaan f
f-a rticuliere n w o n i n g b
zichzelf voortreffelijk; „want" -
gen wij met den Minister van
zijn Memorie van Antwoord,
begroeting van Arbeid (afdecli
[gezondheid) „omdat men si.
over een (woning)nooj, die o
de gansehc wereld het a
plaagtmoet gezocht ert g<
den aan alle kanten naar mid
tot leniging van het 'kwaad k
dragen". Maar de wijze, waarop
v. i' van „Woningbouw" zijn 1
kleedt, laat niet. ondui lelijk ;k
ren, dat wij hiel' te doen hebhe:
tegenstander (of een woordvo-
tegenstanders) van den g e
1 ij V e n wli i n gb'o u w (he,ti
va" den door dc gemeente fin
te
h
Te Kolenberg in den kreite 8clita l
werkte een dievenbende on-1kj1!-1
van-don burgemeester. X*», 5
nacht werden inbraken en stroop'O-'' I
georganiseerd en van alles garoof-'i |yj
den, koeien, wijn, huisraad, keper -*|
kostbaarheden enz. zijn in groote I
veelheden bij helers in beslag goa?
26). o
'loen Ni'edermann Andreas
eerst weder in zijn uniform zag.
hij van ontzetting. De jonge
acklte liet. zijn plicht, om de
'e danken voor de belangstel-li
juj t em betoond had, maar
hem met ruwheid van zich- af
zich oni, zonder eert woord
1,11 stdLidê af aan verviel
vroegere somberheid, cn toen
Aameraden hem naar de redc-i
I S rerandeiing vroeg,
ue hij zich met te antwoorde
schurk vervolgt mij, hij doet
dood aan. De jonge pricstei
tranen niet weerhouden, toe)
I-peurde, dat zijn kapitein liem
i ijundig gezind was als vroege'
wachtingen, welke hij van een
ring gekoesterd had, verdwone
en hij betreurde zij noodlot, het
zonder het tc willen, een oor
droefenis deed zijn vail twee w