L
Tweede Blad
ZATERDAG 2 OCTOBER 1920
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
UIT DE PERS.
Voor de Keuken.
Gemengd Nieuws.
Kunst en Wetenschap,
ANECDOTEN.
Buiteniandsch
FEUILLE
De eer der vrouw
Onder dezen titel schrijft de „Maasb.":
Wij gevoelen liet als een der droefste'
kenteekenen van onz'e decad 'fnbei beschar
ving, dat niets, dat tien inensch in het
diepste v,an zijn wezen heilig is, voor
den gruwel der d.aem.onisehe verwoesting
en moedwillige verguizing gpspiari blijft.
Zelfs de vrouw, die door de innigheid
Rarer gevoelens zich langen tijd voor
dit rampzalig drijven wist te vrijwaren,
wordt langzamerhand in den stroom der
ontkerstening meegesleurd en plaatst zich
daarbij, met verloochening van haar edel
ste eigenschappen, in de eerste rijen van
do ontwrichters der christelijke, zelfs
nrenschelijke samenleving.
Het moederschap, de lioogsle eer lein
het beginsel van de hooge waardigheid
der vrouw, wordt dour het slijk gehaald,!
Reeds lang weid het door haar, die den
ohi'istelijken geest verlorön hulden, meer
als een last dan als een eer beschouwd,
wij weten het. Maar dat vrouwen den
taffen moed zouden hebben, het moeder
schap uitsluitend als een economisch»
factor te beschouwen, dat evenals eiken
mannelijkeu arbeid in fabrieken en werk
plaatsen geldelijk zou moeten worden ver
goed dipor hem, die er op de ejersta plaats
profijt v,an trok, in dit geval den staat,
is een novium, dat elk weldenkend
rnensch slechts walging kan inboezemen.
En toch, zoover ziijn we al gekomen!
Ito internationale vrouwenraad, dezer da
gen te Christiania, vergaderd, heeft uit
voerige besprekingen gewijd aan het
vraagstuk, dat het best als ïnoederschaps-
salarieering zou kunnen betiteld worden)
Het kind, het. eigen kind, het mooiste
en verhevenste, dat elke vrouw op da
aarde zich kan denken, het natuurlijk
ideaal van haar innigste wezen, verlaagd
tot een economisch product, waarvdn «ie
waarde als het ware naar kwaliteit en
kwantiteit afgemeten, financieel zou bun
nen worden vastgesteld.
Jarenlang heeft 'hel socialisme geen
krasse termen genoeg kunnen vinden, om
de denkbeelden der staatslieden af te
keuren, die in het kind op de eerste)
plaats een toekomstige versterking van
"-het leger zagen. En nu komt het fcfelf,
want deze idee is in Lot de uiterste con
sequenties gaande liberale en socialisti
sche hoofden opgekomen, met de kwestie
van het ver-ecioiipmiseeren van het nroin-
schelijk wezen in de kiem. En daarin zijn
liberalisme en socialisme volkomen lo
gisch. De ontwikkeling van handel en
industrie zonder eenige beperking, w -Ik©
door de moreele wetten wordt opgelegd,
is het eenig doel van het liberalisme. Het
socialisme kent den meusch niet als in
dividu, doch slechts als onderdeel van
het staatsorganisme, lit beide systemen
heeft, de rnensch dus slechts 1> 'teeke-nis
in zooverre hij een economisch factor is,
een produceeren 1 wezen, hetzij op in
tellectueel, heLzij op méfchanisch gebied.
Dit geldt natuurlijk zoowel voor het vol
wassen individu, als voor het kind: bei
der waarde als rnensch wordt bepaald
door de waarde, welke zij voor staat of
voor handel en industrie hebben.
Waar nu het gevaar gaat dreigen, da!
door den geesel der ontvolking de mem-
schelijke economische factoren eens zul
len ontbreken of niet nreeir in voldoende
mate zullen aanwezig zijn om de stee.ls
toenemende behoeften aan menschèlijhe
wolkkrachten te bevredigen, moet een
premie op het moederschap gestel-I wor
den, een premie, welke als een werkelijk
loon moet beschouwd worden voor den
dienst, door de vrouw en mceder pan
de maatschappij bewezen.
De meest logische consequential
Maar tevens de diepste verlaging dei-
vrouw.
In de duistere" middeleeuwen ken
den de ridders geen hoogeiren plicht dan
do eer der vrouw te verdedigen; en lie
ver dan dezen plicht te verzaken, zou
den zij in den strijd den dood vinden.
Het waren de tijden der christelijke, rid
derlijkheid, waarin de idee der waar
digheid van de vrouw culmineerde
Van deze ridderlijkheid vinden wij in
onze hel verlichte beschaving, heluasl wei
nig terug. De tijden zijn veranderd. Ni©'
wijl de ontwikkeling van den mensche-
lijken geest grootor is geworden waar
in den nieuweren tijd zullen wij delnfcers
terugvinden, dis de middeleeuwen ons
in een H. Thomas van Aquino en zoo
vele groote scholastieken gaven maar
wijl men het katholieke standpunt ver
laten heeft, dat alleen dei ware richting
voor de werkelijk hoogere beschaving kan
aangeven.
Vóór het katholicsime zijn weldoen.len
invloed over de wereld uitbreidde, was
de vrouw de sla.vin van den man; nu
men alle pogingen in het werk stelt om
den invloed der kerk te elimineer»,
wordt zij wederom een slavin, maar van
nog lager orde", omdat zij zlich zelf onder
den mom der vrijheid vrijwillig tol slavin
maakt.
De internationale vrouwenraad te
Christiania leent zich tot dit vernederend,
de vrouw verlagend werk. Een protest
.onzerzijds daartegen. En dan den strijd
op principieelen grondslag aangebonden;
daar alleen l'igt voor de vrouw de red
ding, het behoud van haar waardigheid
en eer. Want zoodra men het katho
lieko standpunt verlaat, valt men onver
biddelijk in de liberale en socialistische
theorieën met al haar logische conse
quenties. Een uitweg is niet mogelijk.
Ëenigen tijd kan geschipperd worden,
maar tenslotte zal men door den drang
der gebeurtenissen lot. do .uitersla con
clusies moeten komen, welke; de ©eir dier
viouw door het slijk sleuren en haar ver
lagen tot een economischen productie
iactor.
Vrouwen, waakt voor uw eer!
Een middagje bij de oud-Zouaven.
In een tijd als nu, waarin zoovelen'
zich opwerpen als strijders voor recht
en gerechtigheid, voor liooger loon, kor
ter werktijden en zooveel meer, doet hlöt
iemand wel eens goed, eenig© oogeinblik-
ken te vertoeven bij mannen die- 'n heel
anderen strijd hebben gevoerd d,an de
zich noemende bewuste strijders onzer
dagen.
Als donateur van den Rottend. Bond
van oud Pauselijke Zpuaven woonde ik
Zondag 19'dezer in 't gebouw van den
Katholieken Kring de jaarvergadering, van
voornoemden bond bij, en ik heb er in
derdaad genoten.
N.adat de oud-strijders des morgens
aan een 11. Mis met algemeen© 11. Com
munie waarna een gemeenscha,pp 'lijk ont
bijt hadden deelgenomen, warein e«n 27-ta;l
hunner des namiddags allen getooid met
de medaille „Bene Merenti" en veten
ook met het, kruis van Mentana, in den
Katholieken Kring bijeen. Ook een 50
60-tal 'donateurs en andere genoodig-
den hadden aan de oproeping voor die
bijeenkomst gehoor gegeven, terwijl een
mannenkwartet de vergadering, met e-in
4-tal zangstukjes zou opluisteren en de
bekende zouavenvrienden Gualzatta en
Wassen een paar eenig mooie gedicht.:»
zouden voordragen.
Na opening door den voorzitter klonk,
het kwartet „De Hemel" van Vliegh, ge©
volgd door een gedicht: „Herinnering1 aan
de gesneuvelde zopaven".
Daarop volgde de clou der bijeenkomst,
n.l. de protestrede van den WelEeirw.
heer kapelaan Wieman.
De Eenv. spreker, die over erar krach
tig stemorgaan beschikt, schilderde in
forsche taal den heiligschennend» roof
der Pauselijke Staten, het erfgoed der
Roomsche Kerk, indertijd door Keizer
('onstant.ijn aan de kerk geschonken om
het hoofd der Kerk de noodige vrijheid
van beweging, zoo noiodig voor de uit
oefening van zijn verheven ambt, te
waarborgen.
In roerende taal werd geweizen op het
bewonderenswaardig ge luid, waarmede
de vrome Paus Pius IX het onbeschrijfe
lijke leed van den roof zijner H. Stad en
land wist te dragen, en niet wilde, dat
na den val van de eeuwige stad; door zijn
getrouwe zona,ven nog bloed werd ver
goten.
Hoe hard dat Pauselijk' besluit voor
de van strijdlust blakende zo.naven ook
was, en hoe velen hunner ook schreiden'
bij 't neerleggen der wapenen, als brave
en gehoorzame zonen legden zij zich ne.r
bij het. Pauselijk bevel, en verlieten, zij
het. ook met een bloedend hart, de
eeuwige stad.
De Eenv. spreker brengt warme hulde
voor de heldendaden der zo iavdn, mart'
rooi al ook voor hun echt Roomsche ge
hoorzaamheid, die altijd een der schoon
ste kenmerken was van den waren ka.
tholiek.
In '1: ko:t schetst Z.Eerw. de huichel
achtige houding van 1 ta.lië'skoning Victor
Emmanuel, die na den schandelijken!
Statenroof voorwendde, den Paus te wil
len beschermen, terwijl hij hem mnakte
tot. gevangene van het Va.ticaan.
50 jaar is tegen dien roof geprotes
teerd, en zij die meenden hot Pausdom!
met zijn machtigen invloed ten onder
te zien gaan, moesten dien invloed ziien,
gloeien tot de grootste macht der wereld.
Ondanks hel knechtschap waaiondër de
Paus wegens gebrek aan vrijheid nog al
tijd kucht, is hij de groote man, tot wien
alle vorsten en volken met het grootste
ontzag, maar ook vol vertrouwen op
zien. En wij, Roomsche Nederlanders,
staan in tiouw en gehoorzaamheid aan
den Paus vooraan. Dat hebben indertijd
onze zouaven geloond en dat blijkt ook
nog in onze dagen. Om gehoorzaam te
zijn is echter geloof noodig en daarom
spoort de Eerw. spreker aan, om te bid
den om een levendig geloof; te bidden,
vooral voor onzen groeten Paus Bene-
dictus; te bidden ook vooir de be-kee-
ring van Nederland.
Na een hartelijk dankwoord van den
voorzitter werd het programma, verder
afgewerkt.
Onnoodig te zeggen, dal meermalen de
van geestdrift gloeiende protestrode -door
applaus werd .onderbroken.
Een genot was het, daarbij de oogen
van sommige oud strijders van geestdrift
te zien tintelen. En oen 84-jarigfe, die in
1864 zonaaf was geworden, verklaarde
mij met tranen in de oogen, dat van al
de bevelen, in zijn 6 jarigen diensttijid)
in Italië ontvangen, er geen hem zoo
zwaar was gevallen als het bevel om rle
wapens neer te leggen. Daarom driewerf
hulde aan die Roomsche strijdersI
Mijnerzijds ook een woord van hulde
aan de ZeeuWsche oud-zouaven, want
ook Roomsch Zeeland leverde zijn aan
deel in het beioemide 'Pauselijke lager.
B.
Twee gemakkelijke recepten voor
herstellenden.
I.
Een half pond kalfsgehakt extra fijn
gemalen en niet vet wordt op de gebrui
kelijke wijze klaargemaakt en in twee
ronde hallen verdeeld. Men brengt wat
water met zout puin do kook, doet ze'
er in en laat ze een half uur koken.
I)e eene bal dient men met een eiersaus,
die men aldus klaarmaakt:- Een stukje bo©
ter en een weinig bloem smelt men en
maakt er een gebonden sausje van met
iets van het nat, waarin het gehakt heeft
gekookt. Doe er een eierdooier' hij en een
paar druppels citroensap.
De andere bal verdeelt men in schijven,
paneert ze en hakt ze in boter lichtbruin.
II.
Restanten van het' gekookte vleesch
zie recept, vorige week snijdt, men in
zeer kleine vierkante stukjes, geen kruij
mels. Men maakt een dik gebonden sausje
van boter, bloem, bouillon, een scheutje
room en een eierdooier, dat men va»
smaak' maakt door toevoeging van zont,
geraspte noot en enkele druppels Maggi-
aroma. Hierdoor mengt men het vleesch
en doet het in een schelpje of een pastei
potje. Leg er, een randje fijne puree langs,-
bestrooi de puree met een weinig ge
stampte beschuit en laat het even in den.
oven souffleeren.
Florence en zijn kloosters.
De Romeinsche correspondent van „Het
Centrum" schrijft over zijn aankomst met
eenige reisgezellen te Florence en zijn
verblijf aldaar het volgende
Te Florence aangekomen, begaven wij
ons aanstonds naar 'l oude Karmelieten
klooster op de piazza dël Carmine, waar
wij dien nacht dachten te overnachten.
Rijtuigen of trams liepen er niet, want
het was stakingwij waren dus wel ver
plicht 't vervoermiddel onzer voorvaderen
te baat te nemen, dat op stuk' van zaken
toch nog maar het, meest soliedo toe
schijnt.
Met vragen en zoeken hadden wij ein
delijk het groote klooster gevonden, ech
ter nog niet zoo gauw waar 't'verblijf
der paters was. Zingende of fluitende
soldaten keken uit de vensters, contras-
teerend met de lijnen van dit nog in alles
zijn grootheid verradende klooster, welks'
bouwmeester, zoo die spreken kon, ons
zou zeggen„daar achter hoort 'de grijze
monnikspij en niet het soldaten-costuum
zóó eert Italië zijn kunstenaars niet."
Na lang zoeken hadden wij toch eindelijk
't verblijf der paters ontdekt. Dc prior,
een man van middelbaren leeftijd, met
een uiterlijk, dat ons meer aan 't'GerJ
maansche ras dan aan 't Italiaansehe deed:
denken, ontving ons op de meest hartelijke
wijze.
Zonder heel veel complimenten heette
hij ons welkom. Van complimenten houdt
nu eenmaal de Italiaan niet. Hij maakt
zelfs in 'tbeigin eenigszins den indruk
stug te zijn, wat men van een Zuider
ling niet zou verwachten, maar toch ge
loof ik ik geef gaarne mijn mefe-
ning voor een betere dat* hij op stuk
van zaken oprechter is dan de Hollan
der. Achter onze winkel- en ontvangst-
complimenten schuilt zoo dikwijls ge
maaktheid, geveinsdheid, onwaarheiden
toch, 't ware is en blijft maar altijd -T
schoonste.
„Wij kunnen u maar een sober maal
opdienen, signori", sprak de prior, „want
wij zijn arm, .maar ik hoop, dat 't u niet
minder smaken zal. begrijpt wel, dat
wij van die 3 olf 4 lyre per dag, hetgeen
zooveel als 40 a 50 centen beteek'enf,
ons geen vleesehpotten kunnen aanschaf
fen bezittingen hebben wij niet, want
zelfs de steenen van dezen vloer behoo-
ren de regeering toe."
Deze woorden en dé toon, waarop zij
gesproken werden, alsook de omgeving
die hiervan een ondubbelzinnig bewijs le
verde, maakten op mij en mijn reisge
zellen een zoodanigen indruk', dat. ik eerst
nu volkomen begreep, wat een der afge
vaardigden nog niet lang geleden zeide:
„De geestelijken hier in Italië zijn de
beklagenswaardigste proletariërs onder
Italië's proletariaat." Dat gedeelte, dat
den paters door 't Gouvernement is toege
wezen, is 'tvoormalig- noviciaat van het
eens zoo grootsoh en prachtig klooster,
dat met zijn omzuilde pandgangen, in
al zijn lijnen nog zijn vroegere grootheid
verraadt. Het overige gedeelte, of beter
'teigenlijke klooster en zoo is 'tbijna
mei alle kloosters in Italië 'tgeval
wordt deels ingenomen door soldaten,
deels door dakloozen.
Na 't sober maal, dat ons overigens
best had gesmaakt, bood zich een der
paters aan om ons de voornaamste bizon-,
derheden van Florence te laten zien. Ik
moet zeggen, dat Florence met zijn nog
nieuwe en statige paleizen omzoomde stra
ten, met zijn prachtig aangelegde tuinen
rondom de stad, die ons ile stad met haar
kunstwerken aan onze voeten toovert in
een panorama, zóó schoon, als ik' nog
zelden gezien heb, met zijn kathedraal,
van buiten gezien grootscher dan de St'.
Pieter, en ook' volgens getuigenis der kunt
stenaars van binnen niet door Romo/'is
meesterstuk overtroffen, dat Florence, mét
zijn praehtkërken en niet hét' minst die
der P.P. Dominicanen „Santé Maria. No
vella" ,inel zijn museums, op mijeen
grootschen indruk heeft gemaakt'. Ik heb'
Napels gezien, Rome ken ik door en door,
maar ik moet bekennen dat ik Florence
mooier vind. Napels en Rome zijn ten
halve gemoderniseerd, Florence daarien-'
tegen heeft zijn eigenaardig antiek cachet
behouden.
Bij onze thuiskomst leidde ons de pa
ter door een nauw gangetje de kerk bin
nen, de eenige toegang, zooals 't scheen
naar 't kerkgebouw. De pater vertelde, als
scheen hij een weinig verlegen met 'dit
entree, hoe de regeering zich sedert
eenigen tijd den sleutel van den hoofdin
gang had toegeëigend, teneinde het huis
Gods, het huis des Gebeds, te gebruiken
of betp te misbruikten voor kazernematei
riaal en de stalling der paarden. En de
half opgetrokken muur, die 't, presbyte
rium van 'toverige gedeelte scheidde, dëeld
ons de waarheid begrijpên van deze
woorden, waaraan wij zoo gaarne hadden
willen twijfelen.
Wij zagen aanstonds dat wij ons bevon
den in een kerk, ik zou haast zeggen,
Italië niet waardig. Een in praehtlijnen
opgetrokken meesterwerk, zooals ik er in
Holland nog geen heb gezien. Wat deze
kerk tot zoo'n groote bijzonderheid maakt,
is het nog ongeschonden lichaam van den
H. Andreas Corsini v. d. Orcle der Kar
melieten. Wij zijn echter niet in de gele
genheid geweest om (het lichaam van den
Heilige te zien. wijl prins Corsini, die
een van de drie sleutels, die tot 't openen
van de graftombe noodzakelijk zijn, irn
bezit heeft, zich die dagen niet te Florence
bevond. Wel hebben wij het nog onge
schonden lichaam gezien van de H. Itar-
melites Maria Ma-gdalena. de Pazzis, dat
in een vorstelijk gewaad, het zinnebepld
harer ihemelsche glorie, begraven ligt on-
'der 't altaar van een nabijgelegen kloos
terkapel der zusters Ka.rmelitessen.
Het was langzaam lijd geworden voor
't avondmaal. Wij zagen de paters met
kleine brandende kaarsjes door de gangenr
gaaneen klein petroleumlampje ver
lichtte den refter. Wij dachten veel, maar
zeiden nietsMaar wij dachten nog
meer, toen wij 's avonds bij 't opzoeken-
van onze legerstede uit een der gang
raampjes keken en zagen, hoe de dakloo
zen in 't oorspronkelijk gedeelte van 't
klooster door de eleetrisch verlichte
poort binnentraden, langs de elee
trisch verlichte gangen hun elee
trisch verlichte kamertjes opzochten.
En wat wij'zeiden: "Is het wonder
dat 'tééne Italië heden zoo hoeten moet?"
Hoe Von Bissing voor den gek gehouden werd.
C. te Lintum schrijft aan de „Tel.":
Mijn gastheer is een goede Belg, idiel
den gansehen tijd der bezetting dóór dap-
per op zijn post is gebleven en verdra
gen heeft, wat noodig was, niet minder
maar vooral oiok niet meer. De Libre
Bolgique", het bekende moe liga blaadje,
dat geredigeerd werd, „dans une cave
automobile", Keelt hij tromw gelezen, zón
der er ooit den „prison" voor te krijgen,
die als ide minste straf' op het lezen
daarvan gesteld was.
„Veul zaïn erom in den prison gemoe
ten en ze ebben der ook gefusilleerd, de
maudites Boches. Moar mai ebben zé
niet geattrapeerd, nooit niet jamais!"
En hebt ge er nog nummers van be
waard?"
„Jao, ikiki zal z'u geven, dan kundt
zelf zien
En hij haalde er een tiental voor den
dag, nog van 1915, uit den eersten tij 1
van Von Bissing. Ik heb ze gelezen met
veel genoegen, genoten v,an dei geestdrif
tige hoofdartikelen vol hoop op de toe
komst en ookj van de vele geestige zatten
ten koste van de onderdrukkers in de
eerste plaats van den gehaten gouver
neur.
Typisch is het navolgende geval, wel
waard om nu nog naverteld te worden,
want zoover mij bekend, heeft men 't in
Nederland nooit gehoord.
Op zekeren dag kreeg' Von Bissing een
anonymen brief met de mode feeling, rlat
de schrijver hem naam en adres wilde
geven van den hoofdredacteur der „Libre
Belgique". Het was zekere André Vésale,
wonende op de Place des Barricades.
De gouverneur, verheugd dat hij einde
lijk de verfoeide rebellen op liet spoor
was gekomen, die hem elke week op zijn
schrijitafel verrasten mei hun revolution-
nair blaadje, zond onmiddellijk een zijner
officieren van de Kommandantur naar
het genoemde plein. Deze b.-gon, daar de
anonymes geen huisnummer gemeld had,
aan te bellen bij no. 1 op de Place des
Bairieades. De meid, die opendeed, noem
de op zijn vraag den naam van den be
woner, maar 't was niet Herr Vésale.
Bij no. 2 evenmin, noch bij: no. 3 of 4
of 5 vol dienstijver vroeg de officier
verder tof h'et laatste huis; toe, dat ge
l'ufekig voor hem niet zooi heel ver lag,
want de Place des Barricades is niet bij
zonder groot.
Maar alles tevergeefsoveral anderei
namen, nergens de gezochte boosdoener.
Toen de adjudant bij het laatste huis
ook bof. gevangen had, vroeg hij de meid,
dadelijk mijnheer te roepen, want dien
moest hij spreken.
Hier op het plein moet Herr André
Vésale wonen; kunt u mij zeggen, in
welk hjuis ik hem vinden kan?"
„Zeker, hij is mijn buurman, miaar hij
heeft eigenaardige gewoonten; hij leeft
geheel in de open lucht. Zie, daar staat
hij, in dien tuin Maar als u hem spreken
wil, moet u wat sterker stem opzetten,
want hij is van bi'ons".
Hiermee werd de Duitscher venwezen
naar het standbeeld van den geleerdemj
geneeskundige en anatoom uit dei da,gen;
van Karei V, te wiens nagedachtenis dit
monument indertijd was opgericht, lang
nadat het vroegere Oranje-plein zijn naam
had veranderd in Place des Barricades.
De oolijk'e anonymus, die voor de re
dactie van de „Libre Belgique" wel geen
vreemde zal geweest zijn, hal bereikend,
dat Von Bissing en zijn trawanten noch
in do geschiedenisvan België, noch in
die der wetenschappen vel" genoeg) gevor
derd zouden zijn, om. den naam van den'
grondlegger der anatomie te kennen en
dat ze ook nog niet genoeg studie zouden
gemaakt hebhen van de stad Brussel, om
zich al haar standbeelden te kunnen voor
stellen.
De onderstelling was prachtig uitgeko
men en had zoowel den ijverig!» adjudant
als Herr von Bissing zelf een langen'
neus bezorgd, terwijl de ingewijden, in de
buurt van de Place des Barricades opge
steld, zich kostelijk hadden geamuseerd.
Erszerger aan 't woord
Ex-minister Erzberger heeft oen bock
uitgegeven over 2ijn ervaringen in den
wereldoorlog.
'0. a. komt er een onderhortd in voor
van Erzberger met keizer Wilhelm II,
op den 20en Juli 1917, na het aftreden
van den toenmaligen rijkskanselier von
Ilethmann Hollweg.
Erzberger schrijft: „De keizer zteiide
ons, dat Engeland en Amerika een bond
genootschap hadden gesloten om mei
Japan na den oorlog af te rekenen.
Hij wist beslist, dat Rusland zich met
Japan verbonden had tot een tegenactie.
De tegenwoordige oorlóg' zou weliswaar
niet met een nederlaag van Engeland
eindigen, maar aan het einde van den
oorlog zou er een overeenstemming mcl
Frankrijk bereikt worden en daarmee zou
het heele Europeesche continent onder
leiding van den keizer den eigenlijken oor
log, namelijk den oorlog tegen Engeland
beginnen, dien de keizer als een tweeden
Tunisehen oorlog bestempelde.
De afgevaardigden moeten zlefer on4w
den indruk van deze verklaringen
keizers zijn geweest.
Over den eenige dagen te voren ga.
leverden slag in Galicië sprekend, ver
klaarde de keizer, dat de Pruisisch^
garde, onder leiding: van zijn zoon Frits
den Russen het democratische stof uit
hun vestje geklopt had. Waar de garde
optreedt, ziooi zieide de keizer, 'daar js
er geen democratie.
Over den duikbootenooriog vertekls
Wilhelm II, dat binnen 2 3 maanden
Engeland zou uitgeput zijn. In Australië
lag 4 millioen ton larwe; tot vervoer ge
reed, maar Engeland zou ze niet kun
nen halen.
Ten slotle verklaarde de keizer: „Mijn
officieren melden mij, dat zij eigenlijk
geen vijandelijke schepen meer op zoj
aantreffen. De geheels bespreking tus-
schen den keizer en de afgevaardigden
was, zooals Erzberger verklaart, een da
voornaamste oorzaken der omverwerping
van het toenmalige regime.
Vergrijsde afgevaardigden, die tot no;
toe niets van het parlementaire systeam
wilden weten, spraken het op de:n avond
na het onderhoud openlijk uit, dat het
oude systeem Diuitschland in het. ongeluk
brengen moest".
In liet voorwoord van zijn boek schrijf)
Erzberger, dat het uw nog niet gekomen
is, om al zijn ervaringen in den wereld
oorlog te doen publiceeren.
Neptunus wordt galant
Het Belgische koningspaar heeft op
zijn reis naar Brazilië den evenaar ge
passeerd.
©Men weet, dat dan degenen, die nooit
den evenaar voorbijvoeren, door matro
zen als vettegenwoordigers van Neptunus
worden gedoopt en geschoren. Daaraan
kan zelfs een koning niet ontkomen.
Maar ditmaal was er ,een koningin
aan boord....
De zeegod vond er iets op. Hij liel
zijn drietand thuis en de koningin werd
„gedoopt" met een eau de colognc-spuitje;
door een Parijschen zilversmid vervaar,
digd, gevull me', odeur,
Die oude Neptunus!
Kunstmatige steenkool
Het steenkoolviaagstuk is voor vele
hinden op het oogenblik zeer dringend
Hoewel bruinkool en turf bruikbare brand
stoffen zij, toch is hun geringe verbum-
dings waarde, vergeleken met steenkool,
een nadeel, dat hen voor vele stook
inrichtingen ongeschikt maakt. Men beeft
daarom gezocht naar een brandstof, die
met steenkool gelijkwaardig is.
De Gasol-Kohle-Gesellschaft te Berlijn
schijnt er in geslaagd te zijn, een kunst
matige kool met een verbrandingswaarle
van 7500 warmle-eenheden te fabriceereu,
die met de beste anlhiacieit gelijk te stel
len is. Uitgegaan wordt van natte plant
aardige afvalstoffen. Voor zöovei' natte
turf als punt- van uitgang dient, wor.lt
hieivan eerst cokes gestookt en worden
in een tweede inrichting de daarbij ge
wonnen teer èn teer-olie toit veredel»;
v,an de nieuw toegevoerde natte turf aan
gewend.
De voor de fabricatie van zoodanige
kunstkool benoodigde inrichtingen zijn lij
gelijke productie goedkooiper dan de mijn
werken voor steenkool. Voor Duitschland
met zijn 2.4 millioen hectare turf gronden,
zou bij oprichting van voldoende kunst
koolweiken de behoefte aan brandstof
oor enkele honderden van jaren gedekt
kunnen worden. (MsE
Raak
Een jong heertje snoefde: „Ik heb 111
vijf minuten een heele mijl te paard afge
legd, kunt gij dat ook, mijnheer de stal
meester.?,"
„RijdeD kan ik het niet," antwoorddi
deze, „maar liegen k'an ik het ook.
Heel natuurlijk
Notaris: Dat kan zoo niet blijven,
ventje, je komt 's morgens veel te Iaat op
het kantoor.
Klerk: Jawel, mijnheer, maar daarvoo'
ga ik' 's avonds ook vroeg weg.
In een restaurid,
Reiziger: Jan, geef mij een paar f
kookte eieren.
Jau: Hoe wilt u ze hebben, menen-
i Reiziger: Scheelt het nog in pnjs
JanNeen, meneer.
Reiziger: Doe er dan wat aardappel™
met sla en een stuk ham bij.
OngcwoJ»'
„Verbeeld je, daar stuur ik me veei-
tien dagen geleden f 75 aan mijn kleer
maker, en nog lieb ik geen kwitantie.
„Och, je moet niet uit het oog ver'
Hezen, dat hij eerst van zijn verbazing
een beetje z.al moeten bekomen.
Een hoffelijke Darwinist'
Alzoo, als gezegd, mijne heer®,
de mensehen stammen allen van al1™
af de hooggeachte aanwezigen 'l"cr
natuurlijk' uitgezonderd.
In liet ateli™'
Bezoeker (verschrikt)„Wat zin u*
Daar heb ik' met mijn rokspand PW,,
uw verschgescihilderd portret gestreken.
L Schilder: O, 'tis zo,o erg niet; «"j
maak ik er maar een landschap TaJ1'
Een goed patient.
'-Hoe gevoelt .gij u vanmorgM
grootma l
„Dat weet ik niet, kind. 0
ter is er noe: niet geweest."
DM***
Gai je weer op jacht, Eduard?
Jawel, vrouwlief. 9
Och, als 't je hetzelfde is, bre^
me dan liever een gelardeerde» haas ai
Hoofdredacteur: J. W. VI
Bureaux van Redactie en
Bijkantoren: MIDDELBUR
Telegram-Adres: Nizeco.
„lei-land und kein El
er in de pers weer
over e'en voorstel van
aan de verwikkelingen
einde te maken.
In de eerste plaats sti
er slechts één buitcnla
één leger en éen vloot 1
Engeland niet kan toesta
den" van Ierland ziek va
Koninkrijk afscheidt. In i
dat, behoudens deze ui
Ieren' even vrij zullen zj
van de groote dominions
cftn voor zich zelf te i
land zal worden geregc
dat de Engelsehe regeeri^
met, zoo goed zij kan,
Ierland uit te oefenen,
tijdperk van niet langer
ren, maar dat aan kef-
periode, of eerder als Ier)
op voor hen billijke vooj
litiemacht en anderen,
hebben, zal intrekken, w|
woordelijkheid voor het
land op. de Ieren zelf z:
Sinn Fein heeft op
geantwoord, voornamelij
George Sinn-Fein niet
als „kunnende aanspraal I
vertegenwoordigen der I<
ofschoon die openbare
openbare bestuurslichame
alleen Sinn Feiners
trad Sinn Fein niet
tegen de vele Iersche gru
het alle verantwoordelijk
gelsche regeering laadde,
hare troepen en politie h
pen, om alle wanordelijkh
houden.
Hoe de politie door de
ring met de bewaking der
houdt moge blijken uit h
schë correspondent van de I
deelt over de verwoesting
in de- Iersche stad Mallo\
De verwoesting geschiedde
een val van tersehe opsta
militaire kazerne, waarb:
van de lansiers, die vei
doodgeschoten.
Eenige uren na den
een sterke afdeeling sold
middernacht bleef alles
schrikte inwoners prezen
kig, dat zij aan het lot i
Tuan en Trim ontkomen
dien waan kwam spoedig I
een half uur later begoil
aantal soldaten huis te hoi
fabriek werd het eerst in
en verwoest tot op het
kantoren na. Alle maehinj
en klein geslagen. Vervoi
stadhuis eraan. Al de kos|
verbrandden en zelfs de v
den met den grond gelijl
het stadhuis kwam de beui
wen van een koopman in
een groote garage met v
het huis van den secreta
meente, waarin zijn zoon
hield, enz. enz. Nadat ooi
ken en een schoenenwinkel
gelijk waren gemaakt, we:
men van ongeveer 50 hui:
kolven en kogels verniel
er nu met de rookënde
zijn voornaamste gebouw|
havende uiterlijk' van tal
zen uit, alsof zij een homI
staan heeft. De ge-heeleR
op twee millioen gulden
Nu kari men begrijpen,!
de „Daily News" door
man wordt gemeld, 13
„Black en tans" zoo
sohe politie in Ierland
genomen omdat die polit.
zegsman van de „Daily
meer dan een corps band
DWIN
E«n Melerfjsche v<
45).
Zou hij mij ook ooi
naaien? dacht baas UrkJ
lan weerszijde dacht
trouwen, aan de appeltjes
Ik ga geen voet ver,
avond, sprak David, ox
ziende door het veld, da
werkvolk, paarden en
mtusschën een partijtje
Neen, zeide Kiampe
vermoeid.
legde zich tusschen
liet zijn hoofd op een strR
sliep weldra in.
Waarom dan niet lL
wen gespeeld? vroeg DaJ
zijhngs beziende; smousJ
wTrVennaielijlc' aIs
hout te liggen ronken! I
to, ^UXe1dCi ?eniSe nirnl
•tubbchen het loover xitteB
de bouwvallige Schans,
de aPPeltjes voor
S* ten dienste Xijneil
egde toen ook zijn hoofd
en als zijn reisma&ker i