L Tweede Blad ZATERDAG 2 OCTOBER 1920 NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT UIT DE PERS. Voor de Keuken. Gemengd Nieuws. Kunst en Wetenschap, ANECDOTEN. Buiteniandsch FEUILLE De eer der vrouw Onder dezen titel schrijft de „Maasb.": Wij gevoelen liet als een der droefste' kenteekenen van onz'e decad 'fnbei beschar ving, dat niets, dat tien inensch in het diepste v,an zijn wezen heilig is, voor den gruwel der d.aem.onisehe verwoesting en moedwillige verguizing gpspiari blijft. Zelfs de vrouw, die door de innigheid Rarer gevoelens zich langen tijd voor dit rampzalig drijven wist te vrijwaren, wordt langzamerhand in den stroom der ontkerstening meegesleurd en plaatst zich daarbij, met verloochening van haar edel ste eigenschappen, in de eerste rijen van do ontwrichters der christelijke, zelfs nrenschelijke samenleving. Het moederschap, de lioogsle eer lein het beginsel van de hooge waardigheid der vrouw, wordt dour het slijk gehaald,! Reeds lang weid het door haar, die den ohi'istelijken geest verlorön hulden, meer als een last dan als een eer beschouwd, wij weten het. Maar dat vrouwen den taffen moed zouden hebben, het moeder schap uitsluitend als een economisch» factor te beschouwen, dat evenals eiken mannelijkeu arbeid in fabrieken en werk plaatsen geldelijk zou moeten worden ver goed dipor hem, die er op de ejersta plaats profijt v,an trok, in dit geval den staat, is een novium, dat elk weldenkend rnensch slechts walging kan inboezemen. En toch, zoover ziijn we al gekomen! Ito internationale vrouwenraad, dezer da gen te Christiania, vergaderd, heeft uit voerige besprekingen gewijd aan het vraagstuk, dat het best als ïnoederschaps- salarieering zou kunnen betiteld worden) Het kind, het. eigen kind, het mooiste en verhevenste, dat elke vrouw op da aarde zich kan denken, het natuurlijk ideaal van haar innigste wezen, verlaagd tot een economisch product, waarvdn «ie waarde als het ware naar kwaliteit en kwantiteit afgemeten, financieel zou bun nen worden vastgesteld. Jarenlang heeft 'hel socialisme geen krasse termen genoeg kunnen vinden, om de denkbeelden der staatslieden af te keuren, die in het kind op de eerste) plaats een toekomstige versterking van "-het leger zagen. En nu komt het fcfelf, want deze idee is in Lot de uiterste con sequenties gaande liberale en socialisti sche hoofden opgekomen, met de kwestie van het ver-ecioiipmiseeren van het nroin- schelijk wezen in de kiem. En daarin zijn liberalisme en socialisme volkomen lo gisch. De ontwikkeling van handel en industrie zonder eenige beperking, w -Ik© door de moreele wetten wordt opgelegd, is het eenig doel van het liberalisme. Het socialisme kent den meusch niet als in dividu, doch slechts als onderdeel van het staatsorganisme, lit beide systemen heeft, de rnensch dus slechts 1> 'teeke-nis in zooverre hij een economisch factor is, een produceeren 1 wezen, hetzij op in tellectueel, heLzij op méfchanisch gebied. Dit geldt natuurlijk zoowel voor het vol wassen individu, als voor het kind: bei der waarde als rnensch wordt bepaald door de waarde, welke zij voor staat of voor handel en industrie hebben. Waar nu het gevaar gaat dreigen, da! door den geesel der ontvolking de mem- schelijke economische factoren eens zul len ontbreken of niet nreeir in voldoende mate zullen aanwezig zijn om de stee.ls toenemende behoeften aan menschèlijhe wolkkrachten te bevredigen, moet een premie op het moederschap gestel-I wor den, een premie, welke als een werkelijk loon moet beschouwd worden voor den dienst, door de vrouw en mceder pan de maatschappij bewezen. De meest logische consequential Maar tevens de diepste verlaging dei- vrouw. In de duistere" middeleeuwen ken den de ridders geen hoogeiren plicht dan do eer der vrouw te verdedigen; en lie ver dan dezen plicht te verzaken, zou den zij in den strijd den dood vinden. Het waren de tijden der christelijke, rid derlijkheid, waarin de idee der waar digheid van de vrouw culmineerde Van deze ridderlijkheid vinden wij in onze hel verlichte beschaving, heluasl wei nig terug. De tijden zijn veranderd. Ni©' wijl de ontwikkeling van den mensche- lijken geest grootor is geworden waar in den nieuweren tijd zullen wij delnfcers terugvinden, dis de middeleeuwen ons in een H. Thomas van Aquino en zoo vele groote scholastieken gaven maar wijl men het katholieke standpunt ver laten heeft, dat alleen dei ware richting voor de werkelijk hoogere beschaving kan aangeven. Vóór het katholicsime zijn weldoen.len invloed over de wereld uitbreidde, was de vrouw de sla.vin van den man; nu men alle pogingen in het werk stelt om den invloed der kerk te elimineer», wordt zij wederom een slavin, maar van nog lager orde", omdat zij zlich zelf onder den mom der vrijheid vrijwillig tol slavin maakt. De internationale vrouwenraad te Christiania leent zich tot dit vernederend, de vrouw verlagend werk. Een protest .onzerzijds daartegen. En dan den strijd op principieelen grondslag aangebonden; daar alleen l'igt voor de vrouw de red ding, het behoud van haar waardigheid en eer. Want zoodra men het katho lieko standpunt verlaat, valt men onver biddelijk in de liberale en socialistische theorieën met al haar logische conse quenties. Een uitweg is niet mogelijk. Ëenigen tijd kan geschipperd worden, maar tenslotte zal men door den drang der gebeurtenissen lot. do .uitersla con clusies moeten komen, welke; de ©eir dier viouw door het slijk sleuren en haar ver lagen tot een economischen productie iactor. Vrouwen, waakt voor uw eer! Een middagje bij de oud-Zouaven. In een tijd als nu, waarin zoovelen' zich opwerpen als strijders voor recht en gerechtigheid, voor liooger loon, kor ter werktijden en zooveel meer, doet hlöt iemand wel eens goed, eenig© oogeinblik- ken te vertoeven bij mannen die- 'n heel anderen strijd hebben gevoerd d,an de zich noemende bewuste strijders onzer dagen. Als donateur van den Rottend. Bond van oud Pauselijke Zpuaven woonde ik Zondag 19'dezer in 't gebouw van den Katholieken Kring de jaarvergadering, van voornoemden bond bij, en ik heb er in derdaad genoten. N.adat de oud-strijders des morgens aan een 11. Mis met algemeen© 11. Com munie waarna een gemeenscha,pp 'lijk ont bijt hadden deelgenomen, warein e«n 27-ta;l hunner des namiddags allen getooid met de medaille „Bene Merenti" en veten ook met het, kruis van Mentana, in den Katholieken Kring bijeen. Ook een 50 60-tal 'donateurs en andere genoodig- den hadden aan de oproeping voor die bijeenkomst gehoor gegeven, terwijl een mannenkwartet de vergadering, met e-in 4-tal zangstukjes zou opluisteren en de bekende zouavenvrienden Gualzatta en Wassen een paar eenig mooie gedicht.:» zouden voordragen. Na opening door den voorzitter klonk, het kwartet „De Hemel" van Vliegh, ge© volgd door een gedicht: „Herinnering1 aan de gesneuvelde zopaven". Daarop volgde de clou der bijeenkomst, n.l. de protestrede van den WelEeirw. heer kapelaan Wieman. De Eenv. spreker, die over erar krach tig stemorgaan beschikt, schilderde in forsche taal den heiligschennend» roof der Pauselijke Staten, het erfgoed der Roomsche Kerk, indertijd door Keizer ('onstant.ijn aan de kerk geschonken om het hoofd der Kerk de noodige vrijheid van beweging, zoo noiodig voor de uit oefening van zijn verheven ambt, te waarborgen. In roerende taal werd geweizen op het bewonderenswaardig ge luid, waarmede de vrome Paus Pius IX het onbeschrijfe lijke leed van den roof zijner H. Stad en land wist te dragen, en niet wilde, dat na den val van de eeuwige stad; door zijn getrouwe zona,ven nog bloed werd ver goten. Hoe hard dat Pauselijk' besluit voor de van strijdlust blakende zo.naven ook was, en hoe velen hunner ook schreiden' bij 't neerleggen der wapenen, als brave en gehoorzame zonen legden zij zich ne.r bij het. Pauselijk bevel, en verlieten, zij het. ook met een bloedend hart, de eeuwige stad. De Eenv. spreker brengt warme hulde voor de heldendaden der zo iavdn, mart' rooi al ook voor hun echt Roomsche ge hoorzaamheid, die altijd een der schoon ste kenmerken was van den waren ka. tholiek. In '1: ko:t schetst Z.Eerw. de huichel achtige houding van 1 ta.lië'skoning Victor Emmanuel, die na den schandelijken! Statenroof voorwendde, den Paus te wil len beschermen, terwijl hij hem mnakte tot. gevangene van het Va.ticaan. 50 jaar is tegen dien roof geprotes teerd, en zij die meenden hot Pausdom! met zijn machtigen invloed ten onder te zien gaan, moesten dien invloed ziien, gloeien tot de grootste macht der wereld. Ondanks hel knechtschap waaiondër de Paus wegens gebrek aan vrijheid nog al tijd kucht, is hij de groote man, tot wien alle vorsten en volken met het grootste ontzag, maar ook vol vertrouwen op zien. En wij, Roomsche Nederlanders, staan in tiouw en gehoorzaamheid aan den Paus vooraan. Dat hebben indertijd onze zouaven geloond en dat blijkt ook nog in onze dagen. Om gehoorzaam te zijn is echter geloof noodig en daarom spoort de Eerw. spreker aan, om te bid den om een levendig geloof; te bidden, vooral voor onzen groeten Paus Bene- dictus; te bidden ook vooir de be-kee- ring van Nederland. Na een hartelijk dankwoord van den voorzitter werd het programma, verder afgewerkt. Onnoodig te zeggen, dal meermalen de van geestdrift gloeiende protestrode -door applaus werd .onderbroken. Een genot was het, daarbij de oogen van sommige oud strijders van geestdrift te zien tintelen. En oen 84-jarigfe, die in 1864 zonaaf was geworden, verklaarde mij met tranen in de oogen, dat van al de bevelen, in zijn 6 jarigen diensttijid) in Italië ontvangen, er geen hem zoo zwaar was gevallen als het bevel om rle wapens neer te leggen. Daarom driewerf hulde aan die Roomsche strijdersI Mijnerzijds ook een woord van hulde aan de ZeeuWsche oud-zouaven, want ook Roomsch Zeeland leverde zijn aan deel in het beioemide 'Pauselijke lager. B. Twee gemakkelijke recepten voor herstellenden. I. Een half pond kalfsgehakt extra fijn gemalen en niet vet wordt op de gebrui kelijke wijze klaargemaakt en in twee ronde hallen verdeeld. Men brengt wat water met zout puin do kook, doet ze' er in en laat ze een half uur koken. I)e eene bal dient men met een eiersaus, die men aldus klaarmaakt:- Een stukje bo© ter en een weinig bloem smelt men en maakt er een gebonden sausje van met iets van het nat, waarin het gehakt heeft gekookt. Doe er een eierdooier' hij en een paar druppels citroensap. De andere bal verdeelt men in schijven, paneert ze en hakt ze in boter lichtbruin. II. Restanten van het' gekookte vleesch zie recept, vorige week snijdt, men in zeer kleine vierkante stukjes, geen kruij mels. Men maakt een dik gebonden sausje van boter, bloem, bouillon, een scheutje room en een eierdooier, dat men va» smaak' maakt door toevoeging van zont, geraspte noot en enkele druppels Maggi- aroma. Hierdoor mengt men het vleesch en doet het in een schelpje of een pastei potje. Leg er, een randje fijne puree langs,- bestrooi de puree met een weinig ge stampte beschuit en laat het even in den. oven souffleeren. Florence en zijn kloosters. De Romeinsche correspondent van „Het Centrum" schrijft over zijn aankomst met eenige reisgezellen te Florence en zijn verblijf aldaar het volgende Te Florence aangekomen, begaven wij ons aanstonds naar 'l oude Karmelieten klooster op de piazza dël Carmine, waar wij dien nacht dachten te overnachten. Rijtuigen of trams liepen er niet, want het was stakingwij waren dus wel ver plicht 't vervoermiddel onzer voorvaderen te baat te nemen, dat op stuk' van zaken toch nog maar het, meest soliedo toe schijnt. Met vragen en zoeken hadden wij ein delijk het groote klooster gevonden, ech ter nog niet zoo gauw waar 't'verblijf der paters was. Zingende of fluitende soldaten keken uit de vensters, contras- teerend met de lijnen van dit nog in alles zijn grootheid verradende klooster, welks' bouwmeester, zoo die spreken kon, ons zou zeggen„daar achter hoort 'de grijze monnikspij en niet het soldaten-costuum zóó eert Italië zijn kunstenaars niet." Na lang zoeken hadden wij toch eindelijk 't verblijf der paters ontdekt. Dc prior, een man van middelbaren leeftijd, met een uiterlijk, dat ons meer aan 't'GerJ maansche ras dan aan 't Italiaansehe deed: denken, ontving ons op de meest hartelijke wijze. Zonder heel veel complimenten heette hij ons welkom. Van complimenten houdt nu eenmaal de Italiaan niet. Hij maakt zelfs in 'tbeigin eenigszins den indruk stug te zijn, wat men van een Zuider ling niet zou verwachten, maar toch ge loof ik ik geef gaarne mijn mefe- ning voor een betere dat* hij op stuk van zaken oprechter is dan de Hollan der. Achter onze winkel- en ontvangst- complimenten schuilt zoo dikwijls ge maaktheid, geveinsdheid, onwaarheiden toch, 't ware is en blijft maar altijd -T schoonste. „Wij kunnen u maar een sober maal opdienen, signori", sprak de prior, „want wij zijn arm, .maar ik hoop, dat 't u niet minder smaken zal. begrijpt wel, dat wij van die 3 olf 4 lyre per dag, hetgeen zooveel als 40 a 50 centen beteek'enf, ons geen vleesehpotten kunnen aanschaf fen bezittingen hebben wij niet, want zelfs de steenen van dezen vloer behoo- ren de regeering toe." Deze woorden en dé toon, waarop zij gesproken werden, alsook de omgeving die hiervan een ondubbelzinnig bewijs le verde, maakten op mij en mijn reisge zellen een zoodanigen indruk', dat. ik eerst nu volkomen begreep, wat een der afge vaardigden nog niet lang geleden zeide: „De geestelijken hier in Italië zijn de beklagenswaardigste proletariërs onder Italië's proletariaat." Dat gedeelte, dat den paters door 't Gouvernement is toege wezen, is 'tvoormalig- noviciaat van het eens zoo grootsoh en prachtig klooster, dat met zijn omzuilde pandgangen, in al zijn lijnen nog zijn vroegere grootheid verraadt. Het overige gedeelte, of beter 'teigenlijke klooster en zoo is 'tbijna mei alle kloosters in Italië 'tgeval wordt deels ingenomen door soldaten, deels door dakloozen. Na 't sober maal, dat ons overigens best had gesmaakt, bood zich een der paters aan om ons de voornaamste bizon-, derheden van Florence te laten zien. Ik moet zeggen, dat Florence met zijn nog nieuwe en statige paleizen omzoomde stra ten, met zijn prachtig aangelegde tuinen rondom de stad, die ons ile stad met haar kunstwerken aan onze voeten toovert in een panorama, zóó schoon, als ik' nog zelden gezien heb, met zijn kathedraal, van buiten gezien grootscher dan de St'. Pieter, en ook' volgens getuigenis der kunt stenaars van binnen niet door Romo/'is meesterstuk overtroffen, dat Florence, mét zijn praehtkërken en niet hét' minst die der P.P. Dominicanen „Santé Maria. No vella" ,inel zijn museums, op mijeen grootschen indruk heeft gemaakt'. Ik heb' Napels gezien, Rome ken ik door en door, maar ik moet bekennen dat ik Florence mooier vind. Napels en Rome zijn ten halve gemoderniseerd, Florence daarien-' tegen heeft zijn eigenaardig antiek cachet behouden. Bij onze thuiskomst leidde ons de pa ter door een nauw gangetje de kerk bin nen, de eenige toegang, zooals 't scheen naar 't kerkgebouw. De pater vertelde, als scheen hij een weinig verlegen met 'dit entree, hoe de regeering zich sedert eenigen tijd den sleutel van den hoofdin gang had toegeëigend, teneinde het huis Gods, het huis des Gebeds, te gebruiken of betp te misbruikten voor kazernematei riaal en de stalling der paarden. En de half opgetrokken muur, die 't, presbyte rium van 'toverige gedeelte scheidde, dëeld ons de waarheid begrijpên van deze woorden, waaraan wij zoo gaarne hadden willen twijfelen. Wij zagen aanstonds dat wij ons bevon den in een kerk, ik zou haast zeggen, Italië niet waardig. Een in praehtlijnen opgetrokken meesterwerk, zooals ik er in Holland nog geen heb gezien. Wat deze kerk tot zoo'n groote bijzonderheid maakt, is het nog ongeschonden lichaam van den H. Andreas Corsini v. d. Orcle der Kar melieten. Wij zijn echter niet in de gele genheid geweest om (het lichaam van den Heilige te zien. wijl prins Corsini, die een van de drie sleutels, die tot 't openen van de graftombe noodzakelijk zijn, irn bezit heeft, zich die dagen niet te Florence bevond. Wel hebben wij het nog onge schonden lichaam gezien van de H. Itar- melites Maria Ma-gdalena. de Pazzis, dat in een vorstelijk gewaad, het zinnebepld harer ihemelsche glorie, begraven ligt on- 'der 't altaar van een nabijgelegen kloos terkapel der zusters Ka.rmelitessen. Het was langzaam lijd geworden voor 't avondmaal. Wij zagen de paters met kleine brandende kaarsjes door de gangenr gaaneen klein petroleumlampje ver lichtte den refter. Wij dachten veel, maar zeiden nietsMaar wij dachten nog meer, toen wij 's avonds bij 't opzoeken- van onze legerstede uit een der gang raampjes keken en zagen, hoe de dakloo zen in 't oorspronkelijk gedeelte van 't klooster door de eleetrisch verlichte poort binnentraden, langs de elee trisch verlichte gangen hun elee trisch verlichte kamertjes opzochten. En wat wij'zeiden: "Is het wonder dat 'tééne Italië heden zoo hoeten moet?" Hoe Von Bissing voor den gek gehouden werd. C. te Lintum schrijft aan de „Tel.": Mijn gastheer is een goede Belg, idiel den gansehen tijd der bezetting dóór dap- per op zijn post is gebleven en verdra gen heeft, wat noodig was, niet minder maar vooral oiok niet meer. De Libre Bolgique", het bekende moe liga blaadje, dat geredigeerd werd, „dans une cave automobile", Keelt hij tromw gelezen, zón der er ooit den „prison" voor te krijgen, die als ide minste straf' op het lezen daarvan gesteld was. „Veul zaïn erom in den prison gemoe ten en ze ebben der ook gefusilleerd, de maudites Boches. Moar mai ebben zé niet geattrapeerd, nooit niet jamais!" En hebt ge er nog nummers van be waard?" „Jao, ikiki zal z'u geven, dan kundt zelf zien En hij haalde er een tiental voor den dag, nog van 1915, uit den eersten tij 1 van Von Bissing. Ik heb ze gelezen met veel genoegen, genoten v,an dei geestdrif tige hoofdartikelen vol hoop op de toe komst en ookj van de vele geestige zatten ten koste van de onderdrukkers in de eerste plaats van den gehaten gouver neur. Typisch is het navolgende geval, wel waard om nu nog naverteld te worden, want zoover mij bekend, heeft men 't in Nederland nooit gehoord. Op zekeren dag kreeg' Von Bissing een anonymen brief met de mode feeling, rlat de schrijver hem naam en adres wilde geven van den hoofdredacteur der „Libre Belgique". Het was zekere André Vésale, wonende op de Place des Barricades. De gouverneur, verheugd dat hij einde lijk de verfoeide rebellen op liet spoor was gekomen, die hem elke week op zijn schrijitafel verrasten mei hun revolution- nair blaadje, zond onmiddellijk een zijner officieren van de Kommandantur naar het genoemde plein. Deze b.-gon, daar de anonymes geen huisnummer gemeld had, aan te bellen bij no. 1 op de Place des Bairieades. De meid, die opendeed, noem de op zijn vraag den naam van den be woner, maar 't was niet Herr Vésale. Bij no. 2 evenmin, noch bij: no. 3 of 4 of 5 vol dienstijver vroeg de officier verder tof h'et laatste huis; toe, dat ge l'ufekig voor hem niet zooi heel ver lag, want de Place des Barricades is niet bij zonder groot. Maar alles tevergeefsoveral anderei namen, nergens de gezochte boosdoener. Toen de adjudant bij het laatste huis ook bof. gevangen had, vroeg hij de meid, dadelijk mijnheer te roepen, want dien moest hij spreken. Hier op het plein moet Herr André Vésale wonen; kunt u mij zeggen, in welk hjuis ik hem vinden kan?" „Zeker, hij is mijn buurman, miaar hij heeft eigenaardige gewoonten; hij leeft geheel in de open lucht. Zie, daar staat hij, in dien tuin Maar als u hem spreken wil, moet u wat sterker stem opzetten, want hij is van bi'ons". Hiermee werd de Duitscher venwezen naar het standbeeld van den geleerdemj geneeskundige en anatoom uit dei da,gen; van Karei V, te wiens nagedachtenis dit monument indertijd was opgericht, lang nadat het vroegere Oranje-plein zijn naam had veranderd in Place des Barricades. De oolijk'e anonymus, die voor de re dactie van de „Libre Belgique" wel geen vreemde zal geweest zijn, hal bereikend, dat Von Bissing en zijn trawanten noch in do geschiedenisvan België, noch in die der wetenschappen vel" genoeg) gevor derd zouden zijn, om. den naam van den' grondlegger der anatomie te kennen en dat ze ook nog niet genoeg studie zouden gemaakt hebhen van de stad Brussel, om zich al haar standbeelden te kunnen voor stellen. De onderstelling was prachtig uitgeko men en had zoowel den ijverig!» adjudant als Herr von Bissing zelf een langen' neus bezorgd, terwijl de ingewijden, in de buurt van de Place des Barricades opge steld, zich kostelijk hadden geamuseerd. Erszerger aan 't woord Ex-minister Erzberger heeft oen bock uitgegeven over 2ijn ervaringen in den wereldoorlog. '0. a. komt er een onderhortd in voor van Erzberger met keizer Wilhelm II, op den 20en Juli 1917, na het aftreden van den toenmaligen rijkskanselier von Ilethmann Hollweg. Erzberger schrijft: „De keizer zteiide ons, dat Engeland en Amerika een bond genootschap hadden gesloten om mei Japan na den oorlog af te rekenen. Hij wist beslist, dat Rusland zich met Japan verbonden had tot een tegenactie. De tegenwoordige oorlóg' zou weliswaar niet met een nederlaag van Engeland eindigen, maar aan het einde van den oorlog zou er een overeenstemming mcl Frankrijk bereikt worden en daarmee zou het heele Europeesche continent onder leiding van den keizer den eigenlijken oor log, namelijk den oorlog tegen Engeland beginnen, dien de keizer als een tweeden Tunisehen oorlog bestempelde. De afgevaardigden moeten zlefer on4w den indruk van deze verklaringen keizers zijn geweest. Over den eenige dagen te voren ga. leverden slag in Galicië sprekend, ver klaarde de keizer, dat de Pruisisch^ garde, onder leiding: van zijn zoon Frits den Russen het democratische stof uit hun vestje geklopt had. Waar de garde optreedt, ziooi zieide de keizer, 'daar js er geen democratie. Over den duikbootenooriog vertekls Wilhelm II, dat binnen 2 3 maanden Engeland zou uitgeput zijn. In Australië lag 4 millioen ton larwe; tot vervoer ge reed, maar Engeland zou ze niet kun nen halen. Ten slotle verklaarde de keizer: „Mijn officieren melden mij, dat zij eigenlijk geen vijandelijke schepen meer op zoj aantreffen. De geheels bespreking tus- schen den keizer en de afgevaardigden was, zooals Erzberger verklaart, een da voornaamste oorzaken der omverwerping van het toenmalige regime. Vergrijsde afgevaardigden, die tot no; toe niets van het parlementaire systeam wilden weten, spraken het op de:n avond na het onderhoud openlijk uit, dat het oude systeem Diuitschland in het. ongeluk brengen moest". In liet voorwoord van zijn boek schrijf) Erzberger, dat het uw nog niet gekomen is, om al zijn ervaringen in den wereld oorlog te doen publiceeren. Neptunus wordt galant Het Belgische koningspaar heeft op zijn reis naar Brazilië den evenaar ge passeerd. ©Men weet, dat dan degenen, die nooit den evenaar voorbijvoeren, door matro zen als vettegenwoordigers van Neptunus worden gedoopt en geschoren. Daaraan kan zelfs een koning niet ontkomen. Maar ditmaal was er ,een koningin aan boord.... De zeegod vond er iets op. Hij liel zijn drietand thuis en de koningin werd „gedoopt" met een eau de colognc-spuitje; door een Parijschen zilversmid vervaar, digd, gevull me', odeur, Die oude Neptunus! Kunstmatige steenkool Het steenkoolviaagstuk is voor vele hinden op het oogenblik zeer dringend Hoewel bruinkool en turf bruikbare brand stoffen zij, toch is hun geringe verbum- dings waarde, vergeleken met steenkool, een nadeel, dat hen voor vele stook inrichtingen ongeschikt maakt. Men beeft daarom gezocht naar een brandstof, die met steenkool gelijkwaardig is. De Gasol-Kohle-Gesellschaft te Berlijn schijnt er in geslaagd te zijn, een kunst matige kool met een verbrandingswaarle van 7500 warmle-eenheden te fabriceereu, die met de beste anlhiacieit gelijk te stel len is. Uitgegaan wordt van natte plant aardige afvalstoffen. Voor zöovei' natte turf als punt- van uitgang dient, wor.lt hieivan eerst cokes gestookt en worden in een tweede inrichting de daarbij ge wonnen teer èn teer-olie toit veredel»; v,an de nieuw toegevoerde natte turf aan gewend. De voor de fabricatie van zoodanige kunstkool benoodigde inrichtingen zijn lij gelijke productie goedkooiper dan de mijn werken voor steenkool. Voor Duitschland met zijn 2.4 millioen hectare turf gronden, zou bij oprichting van voldoende kunst koolweiken de behoefte aan brandstof oor enkele honderden van jaren gedekt kunnen worden. (MsE Raak Een jong heertje snoefde: „Ik heb 111 vijf minuten een heele mijl te paard afge legd, kunt gij dat ook, mijnheer de stal meester.?," „RijdeD kan ik het niet," antwoorddi deze, „maar liegen k'an ik het ook. Heel natuurlijk Notaris: Dat kan zoo niet blijven, ventje, je komt 's morgens veel te Iaat op het kantoor. Klerk: Jawel, mijnheer, maar daarvoo' ga ik' 's avonds ook vroeg weg. In een restaurid, Reiziger: Jan, geef mij een paar f kookte eieren. Jau: Hoe wilt u ze hebben, menen- i Reiziger: Scheelt het nog in pnjs JanNeen, meneer. Reiziger: Doe er dan wat aardappel™ met sla en een stuk ham bij. OngcwoJ»' „Verbeeld je, daar stuur ik me veei- tien dagen geleden f 75 aan mijn kleer maker, en nog lieb ik geen kwitantie. „Och, je moet niet uit het oog ver' Hezen, dat hij eerst van zijn verbazing een beetje z.al moeten bekomen. Een hoffelijke Darwinist' Alzoo, als gezegd, mijne heer®, de mensehen stammen allen van al1™ af de hooggeachte aanwezigen 'l"cr natuurlijk' uitgezonderd. In liet ateli™' Bezoeker (verschrikt)„Wat zin u* Daar heb ik' met mijn rokspand PW,, uw verschgescihilderd portret gestreken. L Schilder: O, 'tis zo,o erg niet; «"j maak ik er maar een landschap TaJ1' Een goed patient. '-Hoe gevoelt .gij u vanmorgM grootma l „Dat weet ik niet, kind. 0 ter is er noe: niet geweest." DM*** Gai je weer op jacht, Eduard? Jawel, vrouwlief. 9 Och, als 't je hetzelfde is, bre^ me dan liever een gelardeerde» haas ai Hoofdredacteur: J. W. VI Bureaux van Redactie en Bijkantoren: MIDDELBUR Telegram-Adres: Nizeco. „lei-land und kein El er in de pers weer over e'en voorstel van aan de verwikkelingen einde te maken. In de eerste plaats sti er slechts één buitcnla één leger en éen vloot 1 Engeland niet kan toesta den" van Ierland ziek va Koninkrijk afscheidt. In i dat, behoudens deze ui Ieren' even vrij zullen zj van de groote dominions cftn voor zich zelf te i land zal worden geregc dat de Engelsehe regeeri^ met, zoo goed zij kan, Ierland uit te oefenen, tijdperk van niet langer ren, maar dat aan kef- periode, of eerder als Ier) op voor hen billijke vooj litiemacht en anderen, hebben, zal intrekken, w| woordelijkheid voor het land op. de Ieren zelf z: Sinn Fein heeft op geantwoord, voornamelij George Sinn-Fein niet als „kunnende aanspraal I vertegenwoordigen der I< ofschoon die openbare openbare bestuurslichame alleen Sinn Feiners trad Sinn Fein niet tegen de vele Iersche gru het alle verantwoordelijk gelsche regeering laadde, hare troepen en politie h pen, om alle wanordelijkh houden. Hoe de politie door de ring met de bewaking der houdt moge blijken uit h schë correspondent van de I deelt over de verwoesting in de- Iersche stad Mallo\ De verwoesting geschiedde een val van tersehe opsta militaire kazerne, waarb: van de lansiers, die vei doodgeschoten. Eenige uren na den een sterke afdeeling sold middernacht bleef alles schrikte inwoners prezen kig, dat zij aan het lot i Tuan en Trim ontkomen dien waan kwam spoedig I een half uur later begoil aantal soldaten huis te hoi fabriek werd het eerst in en verwoest tot op het kantoren na. Alle maehinj en klein geslagen. Vervoi stadhuis eraan. Al de kos| verbrandden en zelfs de v den met den grond gelijl het stadhuis kwam de beui wen van een koopman in een groote garage met v het huis van den secreta meente, waarin zijn zoon hield, enz. enz. Nadat ooi ken en een schoenenwinkel gelijk waren gemaakt, we: men van ongeveer 50 hui: kolven en kogels verniel er nu met de rookënde zijn voornaamste gebouw| havende uiterlijk' van tal zen uit, alsof zij een homI staan heeft. De ge-heeleR op twee millioen gulden Nu kari men begrijpen,! de „Daily News" door man wordt gemeld, 13 „Black en tans" zoo sohe politie in Ierland genomen omdat die polit. zegsman van de „Daily meer dan een corps band DWIN E«n Melerfjsche v< 45). Zou hij mij ook ooi naaien? dacht baas UrkJ lan weerszijde dacht trouwen, aan de appeltjes Ik ga geen voet ver, avond, sprak David, ox ziende door het veld, da werkvolk, paarden en mtusschën een partijtje Neen, zeide Kiampe vermoeid. legde zich tusschen liet zijn hoofd op een strR sliep weldra in. Waarom dan niet lL wen gespeeld? vroeg DaJ zijhngs beziende; smousJ wTrVennaielijlc' aIs hout te liggen ronken! I to, ^UXe1dCi ?eniSe nirnl •tubbchen het loover xitteB de bouwvallige Schans, de aPPeltjes voor S* ten dienste Xijneil egde toen ook zijn hoofd en als zijn reisma&ker i

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1920 | | pagina 6