Tweede Blad
HET APOLOGETISCH HOEKJE
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Gemengd Nieuws.
Voor de Keuken.
ANECDOTEN.
-
ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1920
Wij gelooven niet in de rechten te tre
den van onzen uitstekenden apologeti-
schen medewerker, wanneer wij ditmaal
in deze rubriek het woord verleenen aan
het Amerikaansche katholieke tijdschrift
Truth", dat onlangs in een merkwaardig
artikel door „De Tijd" voor Holland-
sehe lezers bewerkt »- het voor onzen
tijd zeer actueele onderwerp bchandeldei:
„het onderwijs in de Middeleeuwen",
waarmede voor de zooveelste maal1 het
bakerpraatje weerlegd wordt, als zou de
Roomsche kerk de menschen dom hou
den en dit vooral gedaan hebben in de
duistere" Middeleeuwen.
Men 'hoort dikwijls, zoo- zegt de „Truth",
dat de geestelijkheid in die tijden dé
ieeken op systematische wijze in on
wetendheid liet, en dat zelfs de edelen en
de adel zóó onontwikkeld waren, dat men
in de openbare akten dier tijden vaak te
iezen krijgt: „En genoemde heer ver
klaarde,-dat hij niet weet, hoe zijn hand-
teekening te schrijven". Ook zegt men,
„dat Karei de Groote niet de schrijfkunst
machtig was". Doch nu is de vraag of
daarin waarheid vervat is? In den aan
vang der middeleeuwen was onwetend
heid ongetwijfeld het lot der .militairen,
die de voorvaders werden van het groot
ste gedeelte der ©.lellen van Europa, doch
toen deze barbaren tot het Christendom
bekeerd werden en leleln werden der bei
schaafde maatschappij, b'even ze niet in
die onwetendheid voortleven. De gefe-rdio
Benedictijn, Kardinaal Pitta, heeft bewe
zen, dat er in bijna alle kloosters twee
soorten van scholen bestonden: de bin
nenschoot vour de jonge'ingscha-p; die
het -religieuse leven wild© aanvaarden;
en de buitenschool voor hen, die daartoe
geen'roeping hadden.
We weten, dat in het verblijf van Abe-
lard, de Paracletus genaamd, honderden
jonge leeken waren, die ijverig waren in
de wetenschap.
Vincentius van Beauivais (anno 1250)
schrijft, dat de zonen der edelen nood
zakelijk groote geleerdheid noodig heb
ben; en Giles van Rome (anno 1290)
zeide: „dat de kinderen van koningen en
edellieden onderwijzers moeten hebben,
om hen aJle wetenschappen te leeren ein
in het bijzonder de kennis der Latijnschc
taal". Men geeft voor, dat de edelen ver
achting koesterden voor geleerdheid, doch
dit blijkt buiten de waarheid te zijn, aan
gezien ze zeer ijverig waren om scholeia
te stichten. Alzoo vindt men reeds te
Parijs zes colleges gesticht door edel
lieden, dat van Laon in 1313, door Guy
van Laon en Raoul de Tresles; dat van
Tresles in 1313 door genoemden Raoul;
dat van Boncóurt in 1357 door Pieter do
Flechinel'; dat van de Ave Maria in 1336
door Jan van Hubant; dat van Le Marehe
in 1362 door Willem de la Mirche; da:
van Grassius, in 1369 door Pieter d'Abloin,
Die feiten bewijzen, hoe het tegen do
waarheid is, dat de middeleeuwsche lee
ken in onwetendheid gedompeld waren.
In de dertiende eeuw konden bijna alle
boeren in Normandië lezen en schrijven,
en hadden ze schrijfbehoeften in hun
gordels; velen hunner waren bekend met
de Latijnsche taal. Bertrand de Born,
Willem, van Aquitaine en Bernard van
Ventadonr geven er getuigenis van, dat
toen de edelen van Frankrijk evenmin
ten opzichte van de wetenschap vijandig
waren als de boeren, en deelnamen aam
de dichterlijke beweging van het Zuiden
De eerste geschiedschrijvers, di© in de
Fransehe taal schreven, waren ede'en en
leeken: Villehardouin en Joinvillé. In 1337
treft men de zonen der eerste familiën als
studenten der Universiteit van Orleans
De documenten, volgens dewelke edel
lieden zouden verklaard hebben niet bij
machte te zijn, hun naam te schrijven,
bestaan niet, en er is geen archeoloog,
die zooiets te voorschijn heeft gebracht.
Om echter hun aantijging te slaven, heb
ben de beschuldigers der donkere èjé^wen
zich beroepen op de kruisjes die men
vindt aan het einde der documenten,
welke hun oorsprong hebben in de elfde
en twaalfde eeuw; ook op de afwezigheid
van handteekc-ningén op die der dertiende
eeuw. Doch dit voorgewend bewijs kan
den toets der diplomatieke wetenschap
met bestaan, zegt M. Louanlre. „In die
tijden werden documenten niet geautheri-
tikeerd door geschreven namen, doch dcor
kruisjes en zegels (iets, dat nu ook nog
geschiedt, door het opplakken of het in
rukken van een zegel). De oudste der
koninklijke handteekeningen is die van
Karei den Vijfden (van Frankrijk), die in
1380 overleden is. Zelfs in de vroege
middeleeuwen had iedere kathedraal en
bijna ieder klooster, een school en een
bibliotheek, volgens de klinonieke regels.
De geschiedvorscher Hallam bekent, „dat
de lof voor het stichten van scholen,
aan eenige bisschoppen en abten in de
zesde eeuw toekomt; de scholen in Ier
land waren in de vijfde eeuw door geheel'.
Europa bekend. Op het vasteland van
Europa bevéelt liet Concilie van Varson
- 529 de oprichting van vrije parochiale
scholen. Gelijkluidende bevelen vindt men
in het derde algemeen© Concilie van Co-n-
stantinopel, in 680, waarbij den parochie
clerus bevolen wordt oreral vrije scholen
san ln concilie van Orleans, itn
volén «teil i.den Pb-rochie-clerus be
en wel DT^t-eine mde,en f® onderrichten,
S en tevr6den te zijn met de
c7l e vfn &en der ouders Hel con
ouders^unXderen
kloosterscholen of naar de pastorijen"'hc'
concilie van Rome in 826 schrijft voor
dat er overal op geschikte plaatsen Icho-
len moeten ziji). bcno
Wat nu hetliooger onderwijs betreft
dit was met slechts onverwaarloosd want
de meeste beroemde universiteiten' wer-
flen m de „donkere" middeleeuwen ge.
sticht en vervolmaakt. Het meest beroemd
was de Iersche school te Baugur met
duizenden studenten en de aindere Iersche
instellingen te Lindissame. in Engeland,
te Babbio in Italië, te Verdun in Frank
rijk, en te Würzburg, Regensburg. Er-
furth, Keulen in Duitschland en Weenen
in Oostenrijk. De groiote Universiteit van
Bologna, een spruit der rechtskundige
school aldaar, door Theodosius II in de
5e eeuw gesticht, werd onder Jrnerius
in 1140 zóó beroemd, dat er meerdan
10.000 vreemdelingen, behalve de land-
genooten, studeerden. De universiteit van
Piadua had vaak 18.000 studenten. Be
roemd waren ook de universiteiten van
Rome, Plavia, Napels en Perugia; van
Parijs; van Alcula, Salamanca en Valla-
dolid in Spanje; van Oxford en Cam
bridge in Engeland. In Duitschland was
de dertiende eeuw voor de letteren zciar
onfortuinlijk. Lecbuitz zegt, dat de tien
de eeuw gOfu,d was in vergelijking met
de dertiende eeuw, die de onvruchtbaarste
wordt genoemd; Eicho-rn noemt haar
„wijsheid in barbarismus ontaard". Doch
de veertiende eeuw bracht aan dei Duit-
schers een gelukkige verandering. De uni
versiteit te Weenen werd in 1364 ge
sticht; die te Heidelberg in 1386, die
te Erfurth in 1392; die te Leipzig in
1409; die te Würzburg in ,1410. die te
Rostock in 1419; die té Leuven in 1425,
die te Trier in 1454; die te Freiburg in
1456; die te Bazel in 1459, die te In-
golstadt ia 1472; die te Tubingen en
Metz in 1477; die te Keulen in 1483.
Gerard Grott, een student van Parijs,
stichtte in 1376 te Deventer, zijn ge
boorteplaats, een Orde, waarvan de leden
bestemd waren, de armen, door hun hand
arbeid of kosteloos onderwijs te lielpen.
Zeer spoedig heeft deze Oude, die zlich
aan de behoeften der tijden aanpaste,
ambachten en schrijlkunst in haar kloos
ters aangeleerd. Deze kloosters werden
die van den H. Hieronymus of der goede
broeders of van het gewone leven ge'
noemd; in andere plaatsen gal de Orde
het onderwijs in het schrijven en in de
werktuigkunde aan arme kinderen. Voor
studenten gaven ze onderwijs in de Lar
tijnsche, de Grieksche en de Hebroeuw-
solie taal, in de hooigere rekenkunde en
in de schoone kunsten
In 1433 waren er 45 kloosters en in
1460 ongeveer 130. Thamus a Kempis
bracht dit systeem over naar St. Agnes
bij Zwolle, vanwaar de apostelen der
klassieke letteren in Duitschland, Mou-
rits, van- Spiegelberg, Rudolph Langius,
Aubonius van Liberv Lo-deivijk Dungen-
berg, Alexander Ha,gius en Rudolf Agri-
cola kwamen.
Wat de gewaande onwetendheid van
Karei den Grooten betreft, moet men de
woorden van Voltaire, die Zulks voor
geeft, terzijde zetten, want de Handelin
gen van liet concilie van Fisme, in 881,
hebben meer gezag: op dat concilie heb
ben de deelnemers Koning Lodewijk III
aangemoedigd om Karei den Grooten na
te volgen, die gewoon was, tabletten on
der zijn hoofdkussen te leggen, opdat hij
zou kunnen aanteekencn, wat gedurende
den nacht in hem opkwam en tot voor
deel der Kerk was of leiden Kon tot wel
vaart van zijn koninkrijk. De beroemde
Hincmar heeft in naam van het concilie
deze verhandelingen samengesteld, en hij.
is een goed gezaghebber in deze zaak,
daar hij het grootste deel zijner Tevens-
dagen in het gezelschap verkeerde van
Lodewijk, een zoon van Karei den Grcioten.
Ampere is van meening, dat de Keizer
trachtte uit te munten in de kunst van
handschriften te versieren, dat is, de
hoofdletters te schilderen, iels, dat nog
in onze dagen met bewondering bezich
tigd wordt.
Daar Eginhard, schoonzoon van Karei
den Grooten, nogal aangehaald om de
onwetendheid van Karei den Grooten te
bewijzen, is het goed aan te merken, wat
deze geschiedschrijver omtrent de gelecrd-
1 heid des keizers vertelt. Karet dei Groote
sprak vloeiend Latijn en zelfs inet sier
lijkheid. Hij was ook bekend met het
Grieksch, ofschoon zijn uitspraak er van
j onzuiver was en hield veel' van de schoone
kunsten. De Keizer omgaf zich met de
wijste mannen van zijn tijd, zooa'.s Petrus
van Pisa en Alcuïn, en werd zeer spo-e-
dig Zijn meesters in hun kennis bijna ge-,
lijk. Hij ving de samenstelling aan eener
Duitsche spraakkunst, en ondernam een
vertaling van het Nieuwe Testament, ge
baseerd op de Grieksche en Syrische tek
sten. Hij verstond \olmaakt de ingewik-
I keldheden van de'liturgie, van het psalm-
zingen, de Gregoriaansche muziek, enz.
(Simt volgt)..
Huiskarwciiijes.
Een medewerker schrijft ons:
Dat men er tegenwoordig wel twee-
maal over denkt, voor men een Jruis-
i kaïweitje laat doen, leert weer 't vol
gende geval. Het steenen waschbakje bij
de privaat was n.l. keurig gebroken, d.w.z,
in slechts twee smukken, één stuk, dat
nog aan den muur vastzat en het andere,
dat als een bloemkelk op den top van do
looden afvoerbuis zwiepte. Nu trof het
ongelukkig, dat ons meisje een zwager
had, die bp een „groote" fabriek wa^,
waar marmer en andere schoorsteenen be
werkt worden, en ze vroeg of hij 't in zijn
vrijen tijd mocht maken.
Ik zei ja, want wat doet men tegen
woordig niet om een meisje te believen,
en zoo zagen we een paar dagen later den
j bewusten zwager de trap op sjouwen met
een smeltkroes, een zakje, met mastiek en
afin zakje met cement. Do schrik sloeg
om mijn hart; dat ging me geld kosten,
temeer toen hij al dadelijk begon te vef
tellen, dat hij op de fabriek reeds proe
ven had genomen, waaruit zou blij kien,
dat 't bakje best zou houden. In een oogen-
blik tijds stond de gang vol verpestenden
rook, maar nogmaals, wat doet men tegen
woordig niet om, een meisje te believen.
Het duurde lang, zeer lang, tot op het
laatst het zaakje me begon te vervelen.
Toen het klaar was, was mijn bakje
onderaan rond met efen laag cement be
streken, en binnenin droop de mastiek
er van alle kanten af. Het geheel "was
met een touw omsnoerd, en moedt -drie
dagen in dit verband zitten. „Hoe veel
is het?" vroeg ik. ,,Ik had gedacht een
riksje", zei hij beseheiden voor een uur
tje werk, veel smeerboel en knoeiwerk.
Na -drie dagen maakte ik het touw los,
ongelukkig, of beter gelukkig stootte ik
even tegen het bakje, en knaphot
bakje was weer los. i
Toen beitelde ik zelf den smerigen boel
ei' af, liet het bakje schoon boenen, kocht
in een drogisterij een pakje cement voor
30 cent, maakte het aan, en binnen een
kwartier was het bakje keurig' gemaakt;,
en zit thans nog. Mijn eenige vrees is,
dat mijn kleine jongen het andere wasch
bakje beneden ook breken zal, omdat pa
ze zoo keurig maken kan.
Luchtvaart-engel ukken.
Men meldt uit Parijs, dat er, een vlieg
tuig- is neergevallen in den tuin van een
bewaarschool te Montrouge, bij 'P^rijsj
Er zijn vier kinderen gedood en een kind
zwaar gewond. De vlieger is licht geWond.
Reuter verneemt uit New-York het vol
gende over een vliegongeval, waarbij twee
vliegers het leven hebben verloren. 'Zij
vlogen boven een tennis-terrein, waar wc-d
strijden werden gehouden. Het doel der
vlieger» was, fotografische opnamen Je
maken van het spel. Boven het .terrein
gekomen en in het volle gezicht van de
toeschouwers, weigerde plotseling de mo
tor en stortte het toesel omlaag. Het vlieg
tuig kwam te land even buiten den spoor,
dijk, die langs het veld loopt. Beide vlie
gers waren dood. Een menig-ie van velo
honderden verliet de wedstrijdtribunes en
ijlde naar de plek waar de wrakhoop lag.
Het was daar zoo'n gedrang-, dat de politie
moeite had zich een weg te banen door de
menigte.
Sic transit.
Uit Parijs meldt men, dat generaal Ni-
colajef, vroeger een der chefs van het
Russische leger, met een handwagen- dooi
Parijs rijdt. Kolonel Dorosjewik, zijn wa
penbroeder, hêëft met andere gewezen offi
cieren een zaak, waar motors hersteld
kunnen worden. Graaf Paul Ignatief drijft
met zijn moeder, prinses Mestsjerski, mei
goed gevolg een model-boerderij te Sainl
Cloud Prins Lisgenski en een kapitein van
de keizerlijke garde zijn bedienden op ëën
bankkantoor. Kolonel Skoeratof kweekt
groenten en paddestoelen te St. Germain
en verdient daar zijn brood mee. Ook prins
Goedasjef, de vroegere Russische gezant
te Madrid, prins Dadeskilian e.a. zijn aan
boeren. Prins Boris en zijn vrouw treden
met succes als decorateurs en schilders
°P- (N. R. Qt.)
Sche lde vaart.
Om te zien hoe ernstig de grief is dei
Belgen, dat zij niet kunnen beschikken
over de Schelde, dienen de volvende
cijfers
Van 1 Januari tot 31 Augustus kwa
men te Antwerpen aan 5241 schepen, me
tende 7.038.770 netto tonnen.
Te Rotterdam .kwamen 3302 schepen
aan, metende 4.347.379 netto tonnen.
Voor een juiste vergelijking moet de
tonnenopgaaf van Antwerpen weliswaai
met 5 pCt. verminderd worden, maar de
voorsprong van Antwerpen loven de meest
beklante haven van ons land is toch wel
ran beteekenis. En die drukke vaart op
Antwerpen geschiedt toch maar op de
Nederlandsche Schelde!
Civiele begrafenis.
Uit een correspondentie in ,,Het Cen
trum blijkt, dat een begrafenis op zee
niet meer steeds op de oude manier plaats
heeft, wat ook voor velen onzer lezers
nog nieuw zal zijn.
Op -de „Oranje" van de Maatschappij
„Nederland" was althans onlangs iemand
op de reis van Amsterdam naar Jndiij
gestorven en het lijk werd in de Middel-
landsche Zee over boord gezet. Wel ver
zamelden zich de passagiers in het zwart
of in* hun uniform rond de met lood dó
steeneD verzwaarde kist, die met de Hol-
landsehf vlag was gedekt, maar het te
water laten geschiedde niet meer met
den ouden roep: „Een, twee, drie, in
Gods naam!" Er was gelegenheid gegeven
aan ieder, die wat zeggen wilde, om te
speechen, maar de officiëele begraafterm
bleef achterwege. „Gods naam" was vroe
ger toch altijd in eere, ook op zee in
ernstige oogenblikken
Uit ouden tijd.
Over de feestvierende .„Poort van Cle-
ve zijn ook' anecdotes in omloop. Een
dezer, te voren nooit in druk verschenen,
ontleenen we hier aan het Woensdag vert
schenen feestblad.
Bij het eerste bezoek van den Dnitsehen
keizer, in 1891, was het- Paleis op den
Dam vol logeeergasten, ongerekend de ve
len uit het keizerlijk gevolg die elders ia
de stad waren ingekwartierd, maar bij
de gro-ote diners ten Hove was de -drukte
ontzaggelijk. Behalve de 'hoofdtafel waar
aan H.M. de Koningin-Regentes als Gast
vrouw aanzat met den Keizer en de Kei
zerin en de allerhoogste personages wa
ren er een maarschalks- en nog verschil
lende an'dere tafels. In overleg met de
Duitsche hofhouding warén allen naar
hun rang geplaatst. Dat kostte veel
hoofdbrekens. Zoo gebeurde het, dat vol
gens de. regelen van de étiquette, een hoo-
ge hofdignitaris, geheel alleen in een af
zonderlijk vertrek moest dineoren buiten
de gewone bediening bewaakt door zes
lakeien. Deze was wat wij zouden noemen
de kanselier van de ridderorden, een echte
exellentie uit het grafelijke geslacht
Schwerin. j
Toen het eerste -groote feestmaal in vol
len gang w,as ontmoette de, Nederland
sche intendant op een rondgang pijn
Duitschen collega. Deze betuigde zijn in
genomenheid met de geheele regeling,
maar hij kon toch niet verhelen dat er
ééne vergissing moest zijn gebeurd: Ex-
cellenz von Schwerin batte leider niehta
bekommen 1" In zijn vertrek was gedekt
noch geserveerd, zoodat. de graaf j^et
paleis had verlaten. Nu, heel erg was het
niet, want deze excellentie was een zeer
liebenswürdiger Herr en hij zou er zeker
geen gewag van maken, Maar de Neder
landsche intendant vond het vrééselijk en
hij kon zich na de strenge orders ook het
geval niet verklaren. Te samen gingen zij
naar de keukens. De chef van de brigade
kóks toonde zich zeer verbaasd. Wel
neen, er was niets verzuimd. Die meneer-
alleen werd extra goed verzorgd en hel
bleek dat hij heel tevreden was. Hij had
eerst veel champagne gehad en daarop
hajj -hij bier laten komen. Nog was do
chef-liok aan het uitleggen toen er werd
geroepen: „Meer bier voor 3271" „Nu
daar hoort u het zelf!" zei de kok.
Toen de intendant dat nummer vernam,
ging hem een licht op. Een enkele blik
op een lijst maakte alles duidelijk. Het
vertrek van den graaf von Schwerin droeg
een zeer laag nummer, en men had zich
vergist door alleen op den naam te letten
bij No. 327 stond: Kammerrliener des
Hernn von Schwerin.
De beide heeren gingen daarop eens
kijken. De wandeling was ver en zij moes
ten hoog klimmen. In een kleine kamer
stonden zes lakeien met kuitebeenen,
kaarsrecht tegen de wanden gedrukt)
Achter een rijk beladen tafel zat een
man, die onmiskenbaar erg de hoogte had.
Hij had eerst veel Sekt gedronken en nu
was hij weer tot 'het geliefde bier terugge-
lceeerd. „Ziim Wolhsein!" riep hij en hij
ging voort, met zijn lofspraak op dit. land
van overvloed. „Ein land wo- Milch up cl
'Honig fliesst. Ein vorzugliches Land,
zum DonnerwetterHier mocht ich blei
ben, mein Leben lang! Prosit"!
Op dat oogenblik verscheen de graaf
zelf aan de deur en toen hij de vertooning
zag, begon hij onbedaarlijk te lachen.
De kamerdienaar herkende zijn meester
en hij ontnuchterde een beetje. Hij poogde
op te staan maar de graaf sprak hem
vriendelijk' toe en, steeds lachend gaf hij
orders -om den man goed te verzorgen en
naar bed te brengen, zoodat. hij zijn roes
kon uitslapen. Hij zelf had zich kostelijk
geamuseerd. Begrijpende, dat er iets in
de war was geraakt, van "harte blij dat
hij aldus van de vervelende officieels
eterij was ontslagen, was hij stilletjes
het Paleis uitgegaan en nadat hij nog wat
had rondgewandeld, was hij op raad van
een deskundigen voorbijganger tefecht ge
komen in een restaurant, „Die Port van
Cleve" 'geheeten. Daar -had hij heerlijk
gegeten, o.a. een biefstuk die. hij zijn
heele leven niet meer vergeten zou.
De premie op liet eerste, huwelijk.
De heer A. Tennissen, caféhouder van
de „Witle- Ballons" aan de Jonker Frans-
straat, had een paar jaren geleien f200
op :de spaarbank gedeponeerd als ge
schenk voor het eerste paar dat op
Woensdag in het Nieuwe Stadhuis trou
wen zou. In verband met de levens:
omstandigheden had hij aan dit bedrag als
.duurtebijsla'g" nog i 100 toegevoegd. Het
spaarbankboekje werd d,oor hem gébor-
gen in de brandkast van het „Ro-tter-
-diinsch Nieuwsblad".
Woensdag j.l. was het de heugelijke dag
en het'eerste paar bleek te zijn Leondert
Vermaine en Aaltje Maria Rijndèrs, ivo
nende aan de Vestastraat. Per auto be
gaven de .jonggehuwden Zich van het
Nieuwe Stadhuis naar- de „Witte Bal
lons", waarvoor een groot aantal1 belang
stellenden verzameld was. Met den heler
Tennissen werd naar het „Rotter,lamsch
Nieuwsblad" gereden, waar de heer C.
Sijtholf het spaarbankboekje, dat .thans
een tegoed aanwees yan f 315,12, mei,
een. gelukwensch aan het jonge paar over
handigde. Daarop nanr de heer Teuiris-
sen het over en wisselde het. in voor
f350.—:
Deze lieer bedacht voorts de drie vol
gende parenieder met f 25. Verder bood
de firma, Vander Hulst en Weasel) im
porteurs van behangselpapieren aan de
Oppert, aan om de woningen van deze
rter paren grg-tis te behangen, terwijl de
fotograaf S. A. Schotel Szn., aan dfe
Erasïnusstraa,t, hun portret maakte. Hon
derden nieuwsgierigen stonden bijeen,
w-aar de gebeurtenis door een filmopera
teur vereeuwigd werd.
Brand, aan boord.
Volgens een telegram uil Port Said,
heeft het aldaar op de reis van Amster
dam naar Batavia aangekomen Neder
landsche stoomschip „Johan de Witt"
brand aan boord gehad, waardoor de lin
nenbergplaats geheel is vernield e'n de
kombuis ten deele.
Een wonderboom.
Bij een Iruitkweeker te Sncelk is op
't ooigenblik een appelboom- te z'en (de
Keswick) waaraaneen peer groeit
(soort William). In de onmidlelijke nabij
heid van den appelboom staat de ge
noemde pereboom.
Te Züricli is Zaterdag het eerste inter
nationale congres geo-pend var posTzege'-
h-andclaars. De deelneming was boven
verwachting groot. Meer dan 170 vreem
delingen zijn aangekomen, onder wie'30
Duitschers en Fransshen. Het doel van
dit congres was het hervatten van den
internationalen handel' in postzegels- Zon
dag werd in den vrijen handel voor on
geveer één millioen francs verkocht en
op een .verkoop-ing voor 700.000 a 800 000
francs. Besloten werd elk jaar een con
gres te houden in Zürich.
Moord te Brussel.
De politie te Boschvoorde nabij Brus
sel-heelt Zaterdagmorgen aldaar den 18-
jarigén Rus, Michael Scherk-off gearres
teerd, die in den afgelooipen nacht ittr zijn
woning te Brussel z,ijn landgenoot Roni-
niamtsch heeft doodgeschoten. Met be
hulp van twee andere Rqssen had hij
't lijk. in een rieten kbffer naar Bosch-
voorde overgebracht, met het doel het in
het boséh te begraven.
De motord werd uitgebracht doolr een
vriend van Scherkoff, die geweigerd *had
bij de -overbrenging van het lijk behulp
zaam te zijft. Men vermoedt, dat roof
zucht de aanleiding tot -den moord is
geweest. Scherkoff en .Roemanitsch be
woonden te Brussel een kanrer in de rite
Clémentine. Zij verdienden den koist mét
het repareeren van schoenen.
De Engelsche bladen melden, dat er
hoe langer hoe meer jam, spek en ham
uit Zuid-Afrika in Engeland wordt in
gevoerd, allemaal artikelen die een En-
gelsehman op zijn ontbijttafel' niet ivil
missen.
Vooral de voortreffelijke Zuidafrikaan-
sche jam zal men hem benijden, en liet
is te wenschen, dat die ook in Holland,
nu -ons lan-d een vaste stoornvaartverbia-
ding -met Zuid-Afrika heeft, spoedig a-U
gemeen verkrijgbaar zal zijn Te Lo-nden
koopt men een groot blik Zuidafrikaan-
sche ananasjam voor ongeveer f 1.30, een
prijs waarvoor men hier le lande niet
eens dezelfde hoeveelheid jam van go-
ringe hoedanigheid kan krijgen. Als iets
nieuws brengt Z-uid-Afrika ook aan de
markt: jam van meloen-en-citroen en
meloen-en-gember, die mien in de groote-
Londensche warenhuizen overal uitge
stald ziet.
Ook de Australische jam vindt veel af-
trek, nu de Engelschen met hun k-a-rig
suikerrantsoen geen jam kjun'nen maken
en de vrije suiker in Engeland meer dab
tivee shillings het Engelsche pond ko-sl.
Ziekcnrwepti'n.
Cojismn uié.
1 pond rund. poulet cn 1,5 pond lc'alfs
poulet worden opgezet met koud water,
zooveel, dat het vleesc-h onderstaat. Dan
brengt men ze zacht,jes aan de kook en
laat het, met den deksel er op, een uur
trekken, niet koken. Dan neemt men den
deksel er af en la,at het nog twee ,a
3 uur zeer zachtjes koken, giet bet door
een flanellen lap die men voorajf
in warm water vochtig gemaakt, heeft
en voegt zout na.ar smaak toe. Als heit
koud is moet het zeer stijf zijn. Men
geeft het de zieken koud en stijf.
Geknakt vlees;*lii.
(Zeer geschikt voor ma.ag- en lever
lijders.)
Een lapje kalfsbiefstuk wordt licht-ge-
zouten en in een stoompan gaar gestoomd,
ongeveer s/4 uur. Van dé bouillon, die zich
daarbij ontwikkeld lieeft, maakt' men een
citroensausje op 3e volgende wijze: doe
het nat in een pannetje, breng het aan de
kook, bindt het met een tikje maizena,
doe er een paar druppeltjes citroensap
in, zoo noodig een beetje zout. -
Heel wel megwlijk.
i „Sloddervos", zei een vader tot zijn
j zoon, „daar heb je nu een jas, dien ik al'
25 jaar gedragen heb en jij hebt hem nog
j pas veertien da,gen en hij hangt je al' aan
flarden om 't lijf."
Zeo had hij' tniet lx'ilnpld.
Kellner: „Hoe wilt u de eieren hebben,
mijnheer?"
Gast: „Maakt dat onderscheid in den
- prijs?"
Kellner: „Volstrekt niet."
Gast: ,,B,ak' ze 'cfan maar met wat'
ham."
Maatschappelijk voorrecht.
„Weet je, Willem, wij hebben toch
1 iets vóór boven graven en baronnen."
„En dat is?"
„Wij kunnen ten minste niet beneden
j onzen stand trouwen."
In verontwaardiging/,
„Ja, mijnheer,- ik zeg u," zei een be-
leedigde oude heer, - ,,-hij is eeu vau die
menschen, die u in uw gezioht op den
rug kloppen en u achter uw rug bij den
neus hebben. Foei."
Medlelijden.
Hospita: „Meneer, de kleermaker is
er geweest; u moest wel eens betalen:
de rekening is al honderd gulden."
Heer: „Honderd gulden? Die arme ke
rel. Ik zal nu eens bij een ander gaan."
Een tronw soldaat.
Onderofficier tegen 'n soldaat: „Wan
neer je een transport gevangenen moet be
waken en een tracht je over te halen
hem te laten ontsnappen en biedt je een
gulden aan, wat doe je dan?"
Soldaat: „Ik, ik... nee, daarvoor doe
ik het niet."*
Enfant terrible.
Kleine Karei ('smiddags aan tafel):
„Maar manuq u heeft me verboden over
ooms haren te spreken en hij heeft er
in 't geheel, geen 1" 1
Zijn lievelingslectuur.
In een gezelschap sprak men over lit
teratuur en ieder noemde zijn lievelings
lectuur. Een oud heer, dje tot nog toe aan
het gesprek geen deil genomen had, werd
ten laatste ook naar zijn lievelingslectuur
gevraagd. „De spijskaart" antwoordde hij
leukweg.
Mooi aanbod.
Een Zondagsjager wa-s weer eens d'uch-
tig aan 't opsnijden, doch werd plotseling
in dien redestroom gestuit door iemand,'
die hem toevoegde
„Hoor eens, mijnheer, voor drie gulden
wil ik' je haas zijn en kun.t u zoo dikwijls'
op me schieten als u wilt."