Tweede Blad HET APOLOGETISCH HOEKJE NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Gemengd Nieuws. Voor de Keuken. ANECDOTEN. - ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1920 Wij gelooven niet in de rechten te tre den van onzen uitstekenden apologeti- schen medewerker, wanneer wij ditmaal in deze rubriek het woord verleenen aan het Amerikaansche katholieke tijdschrift Truth", dat onlangs in een merkwaardig artikel door „De Tijd" voor Holland- sehe lezers bewerkt »- het voor onzen tijd zeer actueele onderwerp bchandeldei: „het onderwijs in de Middeleeuwen", waarmede voor de zooveelste maal1 het bakerpraatje weerlegd wordt, als zou de Roomsche kerk de menschen dom hou den en dit vooral gedaan hebben in de duistere" Middeleeuwen. Men 'hoort dikwijls, zoo- zegt de „Truth", dat de geestelijkheid in die tijden dé ieeken op systematische wijze in on wetendheid liet, en dat zelfs de edelen en de adel zóó onontwikkeld waren, dat men in de openbare akten dier tijden vaak te iezen krijgt: „En genoemde heer ver klaarde,-dat hij niet weet, hoe zijn hand- teekening te schrijven". Ook zegt men, „dat Karei de Groote niet de schrijfkunst machtig was". Doch nu is de vraag of daarin waarheid vervat is? In den aan vang der middeleeuwen was onwetend heid ongetwijfeld het lot der .militairen, die de voorvaders werden van het groot ste gedeelte der ©.lellen van Europa, doch toen deze barbaren tot het Christendom bekeerd werden en leleln werden der bei schaafde maatschappij, b'even ze niet in die onwetendheid voortleven. De gefe-rdio Benedictijn, Kardinaal Pitta, heeft bewe zen, dat er in bijna alle kloosters twee soorten van scholen bestonden: de bin nenschoot vour de jonge'ingscha-p; die het -religieuse leven wild© aanvaarden; en de buitenschool voor hen, die daartoe geen'roeping hadden. We weten, dat in het verblijf van Abe- lard, de Paracletus genaamd, honderden jonge leeken waren, die ijverig waren in de wetenschap. Vincentius van Beauivais (anno 1250) schrijft, dat de zonen der edelen nood zakelijk groote geleerdheid noodig heb ben; en Giles van Rome (anno 1290) zeide: „dat de kinderen van koningen en edellieden onderwijzers moeten hebben, om hen aJle wetenschappen te leeren ein in het bijzonder de kennis der Latijnschc taal". Men geeft voor, dat de edelen ver achting koesterden voor geleerdheid, doch dit blijkt buiten de waarheid te zijn, aan gezien ze zeer ijverig waren om scholeia te stichten. Alzoo vindt men reeds te Parijs zes colleges gesticht door edel lieden, dat van Laon in 1313, door Guy van Laon en Raoul de Tresles; dat van Tresles in 1313 door genoemden Raoul; dat van Boncóurt in 1357 door Pieter do Flechinel'; dat van de Ave Maria in 1336 door Jan van Hubant; dat van Le Marehe in 1362 door Willem de la Mirche; da: van Grassius, in 1369 door Pieter d'Abloin, Die feiten bewijzen, hoe het tegen do waarheid is, dat de middeleeuwsche lee ken in onwetendheid gedompeld waren. In de dertiende eeuw konden bijna alle boeren in Normandië lezen en schrijven, en hadden ze schrijfbehoeften in hun gordels; velen hunner waren bekend met de Latijnsche taal. Bertrand de Born, Willem, van Aquitaine en Bernard van Ventadonr geven er getuigenis van, dat toen de edelen van Frankrijk evenmin ten opzichte van de wetenschap vijandig waren als de boeren, en deelnamen aam de dichterlijke beweging van het Zuiden De eerste geschiedschrijvers, di© in de Fransehe taal schreven, waren ede'en en leeken: Villehardouin en Joinvillé. In 1337 treft men de zonen der eerste familiën als studenten der Universiteit van Orleans De documenten, volgens dewelke edel lieden zouden verklaard hebben niet bij machte te zijn, hun naam te schrijven, bestaan niet, en er is geen archeoloog, die zooiets te voorschijn heeft gebracht. Om echter hun aantijging te slaven, heb ben de beschuldigers der donkere èjé^wen zich beroepen op de kruisjes die men vindt aan het einde der documenten, welke hun oorsprong hebben in de elfde en twaalfde eeuw; ook op de afwezigheid van handteekc-ningén op die der dertiende eeuw. Doch dit voorgewend bewijs kan den toets der diplomatieke wetenschap met bestaan, zegt M. Louanlre. „In die tijden werden documenten niet geautheri- tikeerd door geschreven namen, doch dcor kruisjes en zegels (iets, dat nu ook nog geschiedt, door het opplakken of het in rukken van een zegel). De oudste der koninklijke handteekeningen is die van Karei den Vijfden (van Frankrijk), die in 1380 overleden is. Zelfs in de vroege middeleeuwen had iedere kathedraal en bijna ieder klooster, een school en een bibliotheek, volgens de klinonieke regels. De geschiedvorscher Hallam bekent, „dat de lof voor het stichten van scholen, aan eenige bisschoppen en abten in de zesde eeuw toekomt; de scholen in Ier land waren in de vijfde eeuw door geheel'. Europa bekend. Op het vasteland van Europa bevéelt liet Concilie van Varson - 529 de oprichting van vrije parochiale scholen. Gelijkluidende bevelen vindt men in het derde algemeen© Concilie van Co-n- stantinopel, in 680, waarbij den parochie clerus bevolen wordt oreral vrije scholen san ln concilie van Orleans, itn volén «teil i.den Pb-rochie-clerus be en wel DT^t-eine mde,en f® onderrichten, S en tevr6den te zijn met de c7l e vfn &en der ouders Hel con ouders^unXderen kloosterscholen of naar de pastorijen"'hc' concilie van Rome in 826 schrijft voor dat er overal op geschikte plaatsen Icho- len moeten ziji). bcno Wat nu hetliooger onderwijs betreft dit was met slechts onverwaarloosd want de meeste beroemde universiteiten' wer- flen m de „donkere" middeleeuwen ge. sticht en vervolmaakt. Het meest beroemd was de Iersche school te Baugur met duizenden studenten en de aindere Iersche instellingen te Lindissame. in Engeland, te Babbio in Italië, te Verdun in Frank rijk, en te Würzburg, Regensburg. Er- furth, Keulen in Duitschland en Weenen in Oostenrijk. De groiote Universiteit van Bologna, een spruit der rechtskundige school aldaar, door Theodosius II in de 5e eeuw gesticht, werd onder Jrnerius in 1140 zóó beroemd, dat er meerdan 10.000 vreemdelingen, behalve de land- genooten, studeerden. De universiteit van Piadua had vaak 18.000 studenten. Be roemd waren ook de universiteiten van Rome, Plavia, Napels en Perugia; van Parijs; van Alcula, Salamanca en Valla- dolid in Spanje; van Oxford en Cam bridge in Engeland. In Duitschland was de dertiende eeuw voor de letteren zciar onfortuinlijk. Lecbuitz zegt, dat de tien de eeuw gOfu,d was in vergelijking met de dertiende eeuw, die de onvruchtbaarste wordt genoemd; Eicho-rn noemt haar „wijsheid in barbarismus ontaard". Doch de veertiende eeuw bracht aan dei Duit- schers een gelukkige verandering. De uni versiteit te Weenen werd in 1364 ge sticht; die te Heidelberg in 1386, die te Erfurth in 1392; die te Leipzig in 1409; die te Würzburg in ,1410. die te Rostock in 1419; die té Leuven in 1425, die te Trier in 1454; die te Freiburg in 1456; die te Bazel in 1459, die te In- golstadt ia 1472; die te Tubingen en Metz in 1477; die te Keulen in 1483. Gerard Grott, een student van Parijs, stichtte in 1376 te Deventer, zijn ge boorteplaats, een Orde, waarvan de leden bestemd waren, de armen, door hun hand arbeid of kosteloos onderwijs te lielpen. Zeer spoedig heeft deze Oude, die zlich aan de behoeften der tijden aanpaste, ambachten en schrijlkunst in haar kloos ters aangeleerd. Deze kloosters werden die van den H. Hieronymus of der goede broeders of van het gewone leven ge' noemd; in andere plaatsen gal de Orde het onderwijs in het schrijven en in de werktuigkunde aan arme kinderen. Voor studenten gaven ze onderwijs in de Lar tijnsche, de Grieksche en de Hebroeuw- solie taal, in de hooigere rekenkunde en in de schoone kunsten In 1433 waren er 45 kloosters en in 1460 ongeveer 130. Thamus a Kempis bracht dit systeem over naar St. Agnes bij Zwolle, vanwaar de apostelen der klassieke letteren in Duitschland, Mou- rits, van- Spiegelberg, Rudolph Langius, Aubonius van Liberv Lo-deivijk Dungen- berg, Alexander Ha,gius en Rudolf Agri- cola kwamen. Wat de gewaande onwetendheid van Karei den Grooten betreft, moet men de woorden van Voltaire, die Zulks voor geeft, terzijde zetten, want de Handelin gen van liet concilie van Fisme, in 881, hebben meer gezag: op dat concilie heb ben de deelnemers Koning Lodewijk III aangemoedigd om Karei den Grooten na te volgen, die gewoon was, tabletten on der zijn hoofdkussen te leggen, opdat hij zou kunnen aanteekencn, wat gedurende den nacht in hem opkwam en tot voor deel der Kerk was of leiden Kon tot wel vaart van zijn koninkrijk. De beroemde Hincmar heeft in naam van het concilie deze verhandelingen samengesteld, en hij. is een goed gezaghebber in deze zaak, daar hij het grootste deel zijner Tevens- dagen in het gezelschap verkeerde van Lodewijk, een zoon van Karei den Grcioten. Ampere is van meening, dat de Keizer trachtte uit te munten in de kunst van handschriften te versieren, dat is, de hoofdletters te schilderen, iels, dat nog in onze dagen met bewondering bezich tigd wordt. Daar Eginhard, schoonzoon van Karei den Grooten, nogal aangehaald om de onwetendheid van Karei den Grooten te bewijzen, is het goed aan te merken, wat deze geschiedschrijver omtrent de gelecrd- 1 heid des keizers vertelt. Karet dei Groote sprak vloeiend Latijn en zelfs inet sier lijkheid. Hij was ook bekend met het Grieksch, ofschoon zijn uitspraak er van j onzuiver was en hield veel' van de schoone kunsten. De Keizer omgaf zich met de wijste mannen van zijn tijd, zooa'.s Petrus van Pisa en Alcuïn, en werd zeer spo-e- dig Zijn meesters in hun kennis bijna ge-, lijk. Hij ving de samenstelling aan eener Duitsche spraakkunst, en ondernam een vertaling van het Nieuwe Testament, ge baseerd op de Grieksche en Syrische tek sten. Hij verstond \olmaakt de ingewik- I keldheden van de'liturgie, van het psalm- zingen, de Gregoriaansche muziek, enz. (Simt volgt).. Huiskarwciiijes. Een medewerker schrijft ons: Dat men er tegenwoordig wel twee- maal over denkt, voor men een Jruis- i kaïweitje laat doen, leert weer 't vol gende geval. Het steenen waschbakje bij de privaat was n.l. keurig gebroken, d.w.z, in slechts twee smukken, één stuk, dat nog aan den muur vastzat en het andere, dat als een bloemkelk op den top van do looden afvoerbuis zwiepte. Nu trof het ongelukkig, dat ons meisje een zwager had, die bp een „groote" fabriek wa^, waar marmer en andere schoorsteenen be werkt worden, en ze vroeg of hij 't in zijn vrijen tijd mocht maken. Ik zei ja, want wat doet men tegen woordig niet om een meisje te believen, en zoo zagen we een paar dagen later den j bewusten zwager de trap op sjouwen met een smeltkroes, een zakje, met mastiek en afin zakje met cement. Do schrik sloeg om mijn hart; dat ging me geld kosten, temeer toen hij al dadelijk begon te vef tellen, dat hij op de fabriek reeds proe ven had genomen, waaruit zou blij kien, dat 't bakje best zou houden. In een oogen- blik tijds stond de gang vol verpestenden rook, maar nogmaals, wat doet men tegen woordig niet om, een meisje te believen. Het duurde lang, zeer lang, tot op het laatst het zaakje me begon te vervelen. Toen het klaar was, was mijn bakje onderaan rond met efen laag cement be streken, en binnenin droop de mastiek er van alle kanten af. Het geheel "was met een touw omsnoerd, en moedt -drie dagen in dit verband zitten. „Hoe veel is het?" vroeg ik. ,,Ik had gedacht een riksje", zei hij beseheiden voor een uur tje werk, veel smeerboel en knoeiwerk. Na -drie dagen maakte ik het touw los, ongelukkig, of beter gelukkig stootte ik even tegen het bakje, en knaphot bakje was weer los. i Toen beitelde ik zelf den smerigen boel ei' af, liet het bakje schoon boenen, kocht in een drogisterij een pakje cement voor 30 cent, maakte het aan, en binnen een kwartier was het bakje keurig' gemaakt;, en zit thans nog. Mijn eenige vrees is, dat mijn kleine jongen het andere wasch bakje beneden ook breken zal, omdat pa ze zoo keurig maken kan. Luchtvaart-engel ukken. Men meldt uit Parijs, dat er, een vlieg tuig- is neergevallen in den tuin van een bewaarschool te Montrouge, bij 'P^rijsj Er zijn vier kinderen gedood en een kind zwaar gewond. De vlieger is licht geWond. Reuter verneemt uit New-York het vol gende over een vliegongeval, waarbij twee vliegers het leven hebben verloren. 'Zij vlogen boven een tennis-terrein, waar wc-d strijden werden gehouden. Het doel der vlieger» was, fotografische opnamen Je maken van het spel. Boven het .terrein gekomen en in het volle gezicht van de toeschouwers, weigerde plotseling de mo tor en stortte het toesel omlaag. Het vlieg tuig kwam te land even buiten den spoor, dijk, die langs het veld loopt. Beide vlie gers waren dood. Een menig-ie van velo honderden verliet de wedstrijdtribunes en ijlde naar de plek waar de wrakhoop lag. Het was daar zoo'n gedrang-, dat de politie moeite had zich een weg te banen door de menigte. Sic transit. Uit Parijs meldt men, dat generaal Ni- colajef, vroeger een der chefs van het Russische leger, met een handwagen- dooi Parijs rijdt. Kolonel Dorosjewik, zijn wa penbroeder, hêëft met andere gewezen offi cieren een zaak, waar motors hersteld kunnen worden. Graaf Paul Ignatief drijft met zijn moeder, prinses Mestsjerski, mei goed gevolg een model-boerderij te Sainl Cloud Prins Lisgenski en een kapitein van de keizerlijke garde zijn bedienden op ëën bankkantoor. Kolonel Skoeratof kweekt groenten en paddestoelen te St. Germain en verdient daar zijn brood mee. Ook prins Goedasjef, de vroegere Russische gezant te Madrid, prins Dadeskilian e.a. zijn aan boeren. Prins Boris en zijn vrouw treden met succes als decorateurs en schilders °P- (N. R. Qt.) Sche lde vaart. Om te zien hoe ernstig de grief is dei Belgen, dat zij niet kunnen beschikken over de Schelde, dienen de volvende cijfers Van 1 Januari tot 31 Augustus kwa men te Antwerpen aan 5241 schepen, me tende 7.038.770 netto tonnen. Te Rotterdam .kwamen 3302 schepen aan, metende 4.347.379 netto tonnen. Voor een juiste vergelijking moet de tonnenopgaaf van Antwerpen weliswaai met 5 pCt. verminderd worden, maar de voorsprong van Antwerpen loven de meest beklante haven van ons land is toch wel ran beteekenis. En die drukke vaart op Antwerpen geschiedt toch maar op de Nederlandsche Schelde! Civiele begrafenis. Uit een correspondentie in ,,Het Cen trum blijkt, dat een begrafenis op zee niet meer steeds op de oude manier plaats heeft, wat ook voor velen onzer lezers nog nieuw zal zijn. Op -de „Oranje" van de Maatschappij „Nederland" was althans onlangs iemand op de reis van Amsterdam naar Jndiij gestorven en het lijk werd in de Middel- landsche Zee over boord gezet. Wel ver zamelden zich de passagiers in het zwart of in* hun uniform rond de met lood dó steeneD verzwaarde kist, die met de Hol- landsehf vlag was gedekt, maar het te water laten geschiedde niet meer met den ouden roep: „Een, twee, drie, in Gods naam!" Er was gelegenheid gegeven aan ieder, die wat zeggen wilde, om te speechen, maar de officiëele begraafterm bleef achterwege. „Gods naam" was vroe ger toch altijd in eere, ook op zee in ernstige oogenblikken Uit ouden tijd. Over de feestvierende .„Poort van Cle- ve zijn ook' anecdotes in omloop. Een dezer, te voren nooit in druk verschenen, ontleenen we hier aan het Woensdag vert schenen feestblad. Bij het eerste bezoek van den Dnitsehen keizer, in 1891, was het- Paleis op den Dam vol logeeergasten, ongerekend de ve len uit het keizerlijk gevolg die elders ia de stad waren ingekwartierd, maar bij de gro-ote diners ten Hove was de -drukte ontzaggelijk. Behalve de 'hoofdtafel waar aan H.M. de Koningin-Regentes als Gast vrouw aanzat met den Keizer en de Kei zerin en de allerhoogste personages wa ren er een maarschalks- en nog verschil lende an'dere tafels. In overleg met de Duitsche hofhouding warén allen naar hun rang geplaatst. Dat kostte veel hoofdbrekens. Zoo gebeurde het, dat vol gens de. regelen van de étiquette, een hoo- ge hofdignitaris, geheel alleen in een af zonderlijk vertrek moest dineoren buiten de gewone bediening bewaakt door zes lakeien. Deze was wat wij zouden noemen de kanselier van de ridderorden, een echte exellentie uit het grafelijke geslacht Schwerin. j Toen het eerste -groote feestmaal in vol len gang w,as ontmoette de, Nederland sche intendant op een rondgang pijn Duitschen collega. Deze betuigde zijn in genomenheid met de geheele regeling, maar hij kon toch niet verhelen dat er ééne vergissing moest zijn gebeurd: Ex- cellenz von Schwerin batte leider niehta bekommen 1" In zijn vertrek was gedekt noch geserveerd, zoodat. de graaf j^et paleis had verlaten. Nu, heel erg was het niet, want deze excellentie was een zeer liebenswürdiger Herr en hij zou er zeker geen gewag van maken, Maar de Neder landsche intendant vond het vrééselijk en hij kon zich na de strenge orders ook het geval niet verklaren. Te samen gingen zij naar de keukens. De chef van de brigade kóks toonde zich zeer verbaasd. Wel neen, er was niets verzuimd. Die meneer- alleen werd extra goed verzorgd en hel bleek dat hij heel tevreden was. Hij had eerst veel champagne gehad en daarop hajj -hij bier laten komen. Nog was do chef-liok aan het uitleggen toen er werd geroepen: „Meer bier voor 3271" „Nu daar hoort u het zelf!" zei de kok. Toen de intendant dat nummer vernam, ging hem een licht op. Een enkele blik op een lijst maakte alles duidelijk. Het vertrek van den graaf von Schwerin droeg een zeer laag nummer, en men had zich vergist door alleen op den naam te letten bij No. 327 stond: Kammerrliener des Hernn von Schwerin. De beide heeren gingen daarop eens kijken. De wandeling was ver en zij moes ten hoog klimmen. In een kleine kamer stonden zes lakeien met kuitebeenen, kaarsrecht tegen de wanden gedrukt) Achter een rijk beladen tafel zat een man, die onmiskenbaar erg de hoogte had. Hij had eerst veel Sekt gedronken en nu was hij weer tot 'het geliefde bier terugge- lceeerd. „Ziim Wolhsein!" riep hij en hij ging voort, met zijn lofspraak op dit. land van overvloed. „Ein land wo- Milch up cl 'Honig fliesst. Ein vorzugliches Land, zum DonnerwetterHier mocht ich blei ben, mein Leben lang! Prosit"! Op dat oogenblik verscheen de graaf zelf aan de deur en toen hij de vertooning zag, begon hij onbedaarlijk te lachen. De kamerdienaar herkende zijn meester en hij ontnuchterde een beetje. Hij poogde op te staan maar de graaf sprak hem vriendelijk' toe en, steeds lachend gaf hij orders -om den man goed te verzorgen en naar bed te brengen, zoodat. hij zijn roes kon uitslapen. Hij zelf had zich kostelijk geamuseerd. Begrijpende, dat er iets in de war was geraakt, van "harte blij dat hij aldus van de vervelende officieels eterij was ontslagen, was hij stilletjes het Paleis uitgegaan en nadat hij nog wat had rondgewandeld, was hij op raad van een deskundigen voorbijganger tefecht ge komen in een restaurant, „Die Port van Cleve" 'geheeten. Daar -had hij heerlijk gegeten, o.a. een biefstuk die. hij zijn heele leven niet meer vergeten zou. De premie op liet eerste, huwelijk. De heer A. Tennissen, caféhouder van de „Witle- Ballons" aan de Jonker Frans- straat, had een paar jaren geleien f200 op :de spaarbank gedeponeerd als ge schenk voor het eerste paar dat op Woensdag in het Nieuwe Stadhuis trou wen zou. In verband met de levens: omstandigheden had hij aan dit bedrag als .duurtebijsla'g" nog i 100 toegevoegd. Het spaarbankboekje werd d,oor hem gébor- gen in de brandkast van het „Ro-tter- -diinsch Nieuwsblad". Woensdag j.l. was het de heugelijke dag en het'eerste paar bleek te zijn Leondert Vermaine en Aaltje Maria Rijndèrs, ivo nende aan de Vestastraat. Per auto be gaven de .jonggehuwden Zich van het Nieuwe Stadhuis naar- de „Witte Bal lons", waarvoor een groot aantal1 belang stellenden verzameld was. Met den heler Tennissen werd naar het „Rotter,lamsch Nieuwsblad" gereden, waar de heer C. Sijtholf het spaarbankboekje, dat .thans een tegoed aanwees yan f 315,12, mei, een. gelukwensch aan het jonge paar over handigde. Daarop nanr de heer Teuiris- sen het over en wisselde het. in voor f350.—: Deze lieer bedacht voorts de drie vol gende parenieder met f 25. Verder bood de firma, Vander Hulst en Weasel) im porteurs van behangselpapieren aan de Oppert, aan om de woningen van deze rter paren grg-tis te behangen, terwijl de fotograaf S. A. Schotel Szn., aan dfe Erasïnusstraa,t, hun portret maakte. Hon derden nieuwsgierigen stonden bijeen, w-aar de gebeurtenis door een filmopera teur vereeuwigd werd. Brand, aan boord. Volgens een telegram uil Port Said, heeft het aldaar op de reis van Amster dam naar Batavia aangekomen Neder landsche stoomschip „Johan de Witt" brand aan boord gehad, waardoor de lin nenbergplaats geheel is vernield e'n de kombuis ten deele. Een wonderboom. Bij een Iruitkweeker te Sncelk is op 't ooigenblik een appelboom- te z'en (de Keswick) waaraaneen peer groeit (soort William). In de onmidlelijke nabij heid van den appelboom staat de ge noemde pereboom. Te Züricli is Zaterdag het eerste inter nationale congres geo-pend var posTzege'- h-andclaars. De deelneming was boven verwachting groot. Meer dan 170 vreem delingen zijn aangekomen, onder wie'30 Duitschers en Fransshen. Het doel van dit congres was het hervatten van den internationalen handel' in postzegels- Zon dag werd in den vrijen handel voor on geveer één millioen francs verkocht en op een .verkoop-ing voor 700.000 a 800 000 francs. Besloten werd elk jaar een con gres te houden in Zürich. Moord te Brussel. De politie te Boschvoorde nabij Brus sel-heelt Zaterdagmorgen aldaar den 18- jarigén Rus, Michael Scherk-off gearres teerd, die in den afgelooipen nacht ittr zijn woning te Brussel z,ijn landgenoot Roni- niamtsch heeft doodgeschoten. Met be hulp van twee andere Rqssen had hij 't lijk. in een rieten kbffer naar Bosch- voorde overgebracht, met het doel het in het boséh te begraven. De motord werd uitgebracht doolr een vriend van Scherkoff, die geweigerd *had bij de -overbrenging van het lijk behulp zaam te zijft. Men vermoedt, dat roof zucht de aanleiding tot -den moord is geweest. Scherkoff en .Roemanitsch be woonden te Brussel een kanrer in de rite Clémentine. Zij verdienden den koist mét het repareeren van schoenen. De Engelsche bladen melden, dat er hoe langer hoe meer jam, spek en ham uit Zuid-Afrika in Engeland wordt in gevoerd, allemaal artikelen die een En- gelsehman op zijn ontbijttafel' niet ivil missen. Vooral de voortreffelijke Zuidafrikaan- sche jam zal men hem benijden, en liet is te wenschen, dat die ook in Holland, nu -ons lan-d een vaste stoornvaartverbia- ding -met Zuid-Afrika heeft, spoedig a-U gemeen verkrijgbaar zal zijn Te Lo-nden koopt men een groot blik Zuidafrikaan- sche ananasjam voor ongeveer f 1.30, een prijs waarvoor men hier le lande niet eens dezelfde hoeveelheid jam van go- ringe hoedanigheid kan krijgen. Als iets nieuws brengt Z-uid-Afrika ook aan de markt: jam van meloen-en-citroen en meloen-en-gember, die mien in de groote- Londensche warenhuizen overal uitge stald ziet. Ook de Australische jam vindt veel af- trek, nu de Engelschen met hun k-a-rig suikerrantsoen geen jam kjun'nen maken en de vrije suiker in Engeland meer dab tivee shillings het Engelsche pond ko-sl. Ziekcnrwepti'n. Cojismn uié. 1 pond rund. poulet cn 1,5 pond lc'alfs poulet worden opgezet met koud water, zooveel, dat het vleesc-h onderstaat. Dan brengt men ze zacht,jes aan de kook en laat het, met den deksel er op, een uur trekken, niet koken. Dan neemt men den deksel er af en la,at het nog twee ,a 3 uur zeer zachtjes koken, giet bet door een flanellen lap die men voorajf in warm water vochtig gemaakt, heeft en voegt zout na.ar smaak toe. Als heit koud is moet het zeer stijf zijn. Men geeft het de zieken koud en stijf. Geknakt vlees;*lii. (Zeer geschikt voor ma.ag- en lever lijders.) Een lapje kalfsbiefstuk wordt licht-ge- zouten en in een stoompan gaar gestoomd, ongeveer s/4 uur. Van dé bouillon, die zich daarbij ontwikkeld lieeft, maakt' men een citroensausje op 3e volgende wijze: doe het nat in een pannetje, breng het aan de kook, bindt het met een tikje maizena, doe er een paar druppeltjes citroensap in, zoo noodig een beetje zout. - Heel wel megwlijk. i „Sloddervos", zei een vader tot zijn j zoon, „daar heb je nu een jas, dien ik al' 25 jaar gedragen heb en jij hebt hem nog j pas veertien da,gen en hij hangt je al' aan flarden om 't lijf." Zeo had hij' tniet lx'ilnpld. Kellner: „Hoe wilt u de eieren hebben, mijnheer?" Gast: „Maakt dat onderscheid in den - prijs?" Kellner: „Volstrekt niet." Gast: ,,B,ak' ze 'cfan maar met wat' ham." Maatschappelijk voorrecht. „Weet je, Willem, wij hebben toch 1 iets vóór boven graven en baronnen." „En dat is?" „Wij kunnen ten minste niet beneden j onzen stand trouwen." In verontwaardiging/, „Ja, mijnheer,- ik zeg u," zei een be- leedigde oude heer, - ,,-hij is eeu vau die menschen, die u in uw gezioht op den rug kloppen en u achter uw rug bij den neus hebben. Foei." Medlelijden. Hospita: „Meneer, de kleermaker is er geweest; u moest wel eens betalen: de rekening is al honderd gulden." Heer: „Honderd gulden? Die arme ke rel. Ik zal nu eens bij een ander gaan." Een tronw soldaat. Onderofficier tegen 'n soldaat: „Wan neer je een transport gevangenen moet be waken en een tracht je over te halen hem te laten ontsnappen en biedt je een gulden aan, wat doe je dan?" Soldaat: „Ik, ik... nee, daarvoor doe ik het niet."* Enfant terrible. Kleine Karei ('smiddags aan tafel): „Maar manuq u heeft me verboden over ooms haren te spreken en hij heeft er in 't geheel, geen 1" 1 Zijn lievelingslectuur. In een gezelschap sprak men over lit teratuur en ieder noemde zijn lievelings lectuur. Een oud heer, dje tot nog toe aan het gesprek geen deil genomen had, werd ten laatste ook naar zijn lievelingslectuur gevraagd. „De spijskaart" antwoordde hij leukweg. Mooi aanbod. Een Zondagsjager wa-s weer eens d'uch- tig aan 't opsnijden, doch werd plotseling in dien redestroom gestuit door iemand,' die hem toevoegde „Hoor eens, mijnheer, voor drie gulden wil ik' je haas zijn en kun.t u zoo dikwijls' op me schieten als u wilt."

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1920 | | pagina 5