DAGBLAD VOOR ZEELAND
ING l
fUNEN
jing op't leven
enscht bedrag.
Van Nacht tot Licht.
lummer 125
Vrijdag 16 Juli 1920
Zestiende Jaargang
•he COURant
'RT.
GEHEEL
|EN Wil j
goes. t
Int.
:RES, Wijnhandelaren
/erzekering-
itschappij
jmegen.
f12.500.000
Calamiteuze Polders.
FEUILLETON
BUITENLAND.
BELGIE
DUITSCH LAND
the elftal voor
che Spelen.
é-Gravenhage
Itshoek hebben bedankt
^tra-verlof (na gedan,
pijde) hebben kunnen
disponibel was,
fcrwijl Van Diermen in 5
jerkzaamheden niet aan
lnemen en zich dus <y,
ledanken..
olympische spelen,
waarop de Nederiarib
n de olympische spelen
lrlijf zullen houden, zal
H te 10 uur voormiddag
."Prins Hendrikkade te
rneemt, stelt het Neder--
li Comité voor niet-deel.
■pelen tot een, beperkt
fcheid open om tegew 7
Ion de reis naar Anjb
naken.. Opgaven hiertoe
li.gezonden aan het bu-
I'd. Olympisch Comité
lat 30, Den Haag.
en Verpachtingen,
ddvruchteu, Paap.
11 boereninspan.Hollmann,
haver te velde, Hollmans,
lichten," Hollmann.
(inspan, Pilaar.
Xdvraohten, Schram.
lofstede de Jager, Mertens'
lofstede de Vos, Pilaar
m W
ISCH BUREAU.
Tel. 202, Goes.
ks-lnstallaties.
lictr. Centralen.
Accumulatoren-
ireauinZeeland,
ïieurs-adviezen
osten verstrekt.
sgens lagen
voordeeiige
662-20
jtELBURG.
'1909. 750-40
5.54
6.17
5.12
7.35
5.25
7.47
5.37
7.59
5.48
8.09
6.02
8.22
6.10
8.30
6.21
8.41
6.29
8.48
6.37
8.56
6.48
9.07
6.57
9.16
7.06
9.25
7.16
9.35
7.26
9.45
7.35
9.54
t
9.31
9.56
10.49
11.07
11.29
11.42
11.56
12.19
12.58
R
IEUWE ZEEUWSCHE COURANT
W vieNINGS. Telefoon 97
van° Redactie'en Administratie: Westsingel, GOES
oren' MIDDELBURG, Markt 1 en 2 VLISSINGEN
Ilëgram-AdresN izeoo. [Kasteelstraat 85.
Directeur: JOS. VAN DE GRIEN DT. Telefoon 207
Abonnementsprijs f 2.50 per drie maanden; f 0.20 per week.
Advertentiën van 1 tot 6 regels f 1.50, elke regel meer f 0.25;
bij contract beduidende korting. H
In de eerste algemeene vergadering van
Ben Zeenwschen polder- en watersehaps-
Li üe bereids 70 polders omvat, den
IC'Juli j.l., heeft de heerA. van der
Xmit landbouwer te Ellemeet, en lid
an dé Provinciale Staten van Zeeland,
tene lezing gehouden over den oorsprong
Ett de inrichting van de lalamitcnzc pol-
hu,. en waterschappen.
Aan deze belangwekkende lezing,
nicht van doorwrochte studie, getuigende
Ivan grootte Belezenheid en volkomen
(meesterschap °v«r het onderwerp, ont-
öeenen wij het volgende:
Den 19en Juli 1870, dus juist 50 jaar
Beleden, verscheen in de Nederlanélsche
Staatscourant no. 119 de wet, regelend_e
ide voorwaarden, onder welke aan calami-
Itenze polders in de provincie Zeeland
en dergelijke polders vindt men in'
Jjeeland alleen een tegemoetkoming
Kit 's Rijks schatkist wordt verleend.
De wet erkende dus het bestaan van
I calamiteuze polders of zooals het in
Jonze hedendaagsche taal zou luiden
noodlijdende waterschappen", d.w.z, pol-
Iders aan zee of zeearm gelegen, die vaak
((door de ramp (latijn: calamitas) van
[een overstrooming werden getroffen of
Jthans een ernstige beschadiging van dijk!
en zeewering hij feilen stormvloed oplie
pen, zoodat reeds van oudsher van bui
tenaf hulp moest worden geboden óf wel
jtot herbedijking van het ondergeloopen
lland, ófwel tot herstel der beschadigde
dijken, óf tot voorkoming van nieuwe wa
ter „calamiteiten", door het leggen van
leen inset.e of inlaagdijk.
I Seeds in het grafelijk tijdperk (922—
11581) werd menigmaal door den graaf
I hulp verleend aan noodlijdende polders,
j Meestal door vrijdom van „schot en bede
Jyij zouden tegenwoordig zeggen: door
I vrijstelling van belasting, wat dap zoo
verstaan moet worden, dat hetgeen de in-
I gezetenen aan belasting opbrachten be-
I steed werd voor het herstel van de calami-
I: teuze polderwerk'en, in stede van te vloei-
I en in de grafelijke kas.
- Ook kwam het voor, dat de landvorst
i de aan den calamiteuzen polder grenzende
I polders met dezen vereenigde en dc lasten
over alle gelijkelijk verdeelds. Ook, doch
I zeldzamer kwam het voor, dat de bijdra-
Igen tot hulp in natura, b.v. in dijkmafce-
iriaien, moesten worden voldaan.
I Tal van regelingen omtront hulpbehoe-
jVende dijkages wist de heer v. d. Weijde
luit oude keuren en handvesten op ta
Isporen, b.v. die van 1288, ten behoeve van
[de waterschappen van Heijensluis en van
Reingersvliet, om een insete te maken'.
I in den Ou'df-naerspolderdie van. 1291,
I waarbij graaf Floris V voor de vijfzesde'
I deelen van Schouwen een) commissie in-
IStelde van zes personen, die omtrenft de
[verzwaring van de dijken en de kosten
daarvan een onderzoek zouden instel-
I len; die van 1291, waarin de graaf be-
sluit tot. het leggen van een dijk tusscheri
J Dishoek en Vlissingen; die van 1312.
I betreffende Baarland en Borssele: van?
1 1340, betreffende Noord-Beveland; die van
J 1387, tot het maken van een nieuw stuk'
I zeedijk en een insete in de watering van
i 'de oude Yvene. 1,4
Vermaardheid verwierf het grafelijk'
edict van 1399, dat de uitspraak bekrach
tigde in het geschil tusschen het kapittel
van Kortrijk en andere geërfden, en de
abdij van de Duinen hij Brugge oyer
het schatplichtig aandeel voor de ver
sterking van den dijk? der parochie
Hengstdijk, die door overstrooming van
den Ossenissepolder, waterheere-nd was ge
worden.
In een dergelijk gesóhil over de hulp
die aan de door stormvloed geteisterde
i Watering Beoosten Eede in het ambacht
Aardenburg door omliggende polders
moest worden geboden, trad hertog Jan
in 1410 beslissend op. Bij handvest vaJ
fi December 1421 verleende Jan van Beie
ren aan de watering Kortgene vrijdom
Wox de helft van sahot en b'ede, om!
zoodoende heter tót versterking der dijken'
in staat te zijn. Dezelfde vorst zag zich
genoodzaakt de parochiën Nieuwland,
Tolsende, Sohoudie en Everswaard te ver
plichten de parochiën Broek en Ooster-
land en Immendilve, deel uitmakende van
Zuid-Beveland beoosten Ierseke (het land'
van Boemerswaal), hij te staan in hun
grooten nood.
Het blijkt, en de heer v. d. Weijde ves
tigt er terecht de aandacht op, dat- de
veelvuldige geschillen en oneenigheden der
parochiën over 't hij te dragen deel hun
ner hulp veel afbreuk deed aan tijdige en
afdoende voorzien* ug in de door een cala-
miteus waterschap geleden schade, waar
door honderden hectaren vruchtbaar land
voor goed aan het zoute element wer
den prijsgegeven.
Wij willen den kundigen vorseher niet
stap voor stap volgen, maar uit den grafe-
lijken tijd slechts nog de merkwaardige
verordening aanhalen van keizer Ivarel
V van 20 Augustus 1534 op de dijkagp
vau Schouwen, waarin de vorst o.a, zegt:
„Ende alsoo thands zeer heiast es metter
dijekaege ende extraordinarisse cost-en, zoo
sullen die giften die men somtijds gepla-
ghen heeft te doene, zoo van aelmisseii,
kereken, cloosteren of te anderen, gemo-
dereei't worden, van gelijeken de teerin-
gen ende andere willige costen zoo cleijn
ende luttel gedaan worden als mo
gelijk es." 1
Wel een bewijs, dat de nood der polders
hoog gestegen was.
Als laatste grafelijke bemoeiing, ten
bate van calamiteuze polders, mag gel
den de ordonnantie van Filips II van
2 Maart 1576, waarhij verschillende Wa
terschappen en ambachten gelast worden
bij te springen in de kosten der bedijking
van Vreindijke en Willemskerke (den te -
genwoordigen Nieuw-Neuzenpolder), die
zwaar geteisterd was door den vloed van
1570.
Na den veranderden staatkundigen toe
stand In 1581 namen de Staten van Zee
land de taak van den landvorst oyer
in de zorg voor de calamiteuze polders,
die zich hoe langer Zoo meer bepaalde
tot het geven van remissiën (kwijtschel
ding van belasting). Maar toen bleek dat
vele polders die gelden niet besteeddën
voor het aangegeven doel, werd voor "t
eerst reglementair opgetreden door instel
ling van het reglement op de calamiteuze
polders van 1715. Het reglement vol-
deeld echter niet, omdat er niet in geregeld
was op welke wijze en in welke gevallen
de provincie en de achterliggende polders
hulp zouden verleenen. De toestand bleef
ongeveer dezelfde en de onderlinge na
ijver van Tholen, Goes en Zierikzee be
lette de veiAvezenlijking van het g<
plan elk eiland op zichzelf te maken tot
een generale dijkage.
Nog werd een proef génomen met het
stichten van een provinciaal polderfonds
door verhooging van het extra-ordinair op
alle landen in Zeeland en het „committi-
mus" met één schelling per gemet, ook'
van de vroonen'en vrijlanden. Wel vloei
den Ide haten ruimschoots toe, maar nog
ruimer de aanvragen om subsidie,
dat het fonds werd uitgeput.
Eindelijk in 1791 verscheen het- Regle
ment op de dijkagiën binnen de provincie
van ZeelSSd, waarin de door de water
schappen en de provincie te verloenfen
hulp hij camaliteit nauwkeurig werd om
schreven. i
In den Franschens tijd, bij de steeds
wisselende staatsvormen (republiek, ko
ningschap, inlijving hij Frankrijk) bleven
de calamiteuze polders voortdurend subsi
die genieten.
In de reglementen vanj 1811 voor de pol
ders in het departement van de mon
den der Schelde (de eilanden) en van
de Schelde (Zeeuwsch'-Vlaanüerenj werd
die subsidie nader geregeld in den vorm
Van een buitengewone belasting van 30
centimes op alle directe belastingen, waar-
Van de opbrengst uitsluitend zou dienen
Voor de calamiteuze polders. Dit is hét
eerste 'voorbeeld van een heffing va,nj
opcenten. De verdeeling in arrondisse-.
50). oi
Pe wage® werd volgeladen en hst muil
dier voorgespannen, zonder dal Arnobios
en de broeder van Cecilia ook slechts
een enkel woord, wisselden. Eindelijk ont
moette men den Christen prediker, die
lunia's echtgenoot aansprak, want in hem
herkende hij een zijner geitrouwste, aan
dachtigs!© toehoorders.
Nauwelijks had de geloofsverkondiger
zqn weg vervolgd, of er verscheen een:
bend© Joden, in wier vlammende blikken
een geweldadige haa,t en toorn te ltezeru
Jg- Arnobios bespiedde hun verdachte
wegingen en bemerkte dra, dat alfa
uitgangen door lieden van dezelfde na,
ie waren ingenomen.
„bucius sprak hij, naar ik ziet heb-
n die laatdunkende. Joden niet veel
'n ^atl ir'n' waadc °ver onze uit-
s a|hng, pak zoo noodig alles in, doch
keer UW vdór mijn, terug-
Waar heen begeeft gij u dan? vroeg
knaap, ontsteld bij' het zien van de
nog' immer aangroeiende menigte der Jo-
menten bracht ten slotte de eiuidlasten
op ieder eiland, een denkbeeld dat sinds
1600 door Middelburg tevergeefs was
Voorgestaan. Bij de staatsregeling van
1814 werd do-or de regeering de verplioh-
ting erkend zoo noodig uit 's Rijks kas
de calamiteuze polders te subsidieeren.
De regeling van 1840 bracht het be
stuur der calamiteuze polders bij het de
partement van waterstaat, waardoor de
ingenieurs oppermachtig werden.
Dit verwekte een felle strijd tusschen
voor- en tegenstanders van departementaal
beheer, waaraan een einde werd gemaakt
door de Staatscommissie van 1867, die een
onderzoek had in te stellen omtrent het
scheppen van een wettige regeling van
de calamiteuze polders. Deze commissie
bracht 17 Maart 1869 haar rapport aan
den minister uit en de Staten van Zeeland
adviseerden gunstig naar aanleiding van
dit rapport. Daarna werd aan de han,dl
vam het rapport een wetsontwerp inge
diend bij de Staten-Generaal djen 11 Nov,
1869 en op vele punten gewijzigd aange
nomen.
Het is deze wet welke nog altijd van
kracht is. Zij bepaalt, dat een polder,
die te zwaar belast is door zijn oever
verdediging, op zijn verzoek calimiteus
kan worden verklaard en geeft de rege
len en voorwaarden der calamiteusveï-
klaring aan, terwijl bijzondere bepalingen
zijn getroffen voor het beheer van den
polder zoodra die calamiteus is verklaard,.
Men heeft wel eens geklaagd over de
besnoeimr van 'de macht- van het dijk
bestuur der calamiteuze polders, doch dit
vloeit uit 'deu aard van het calamiteus
zijn voort. Rijk en provincie zijn als het
ware voogden van den polder geworldjeuj
Zij verschaffen de gelden en hebben dus
ook het recht van controle en medezeg
genschap.
Wat wij hier neerschreven is maar ©en
dorre weergave van het interessant betoog
van den heer v. d. Weijde, aan wieins
werklust in dez'en, aan wiens zin voor
historie en wetenschap wij hier gaarne
de hulde, brengen die ze verevenen. Eën
provincie, die zulke landbouwers onder
zijn burgers, een bond die de zoodanige»
onder zijn leden telt, mogen er trotseh
op gaan.
De conferentie te Spa.
De Entente is het over het schade-
vergocdingsvraagstuk eens geworden.
Maandag werd door Entente-diplomaten
verzekerd, dat nu tusschen Engeland en
Frankrijk volle overeenstemming bestaat
over het bedrag der sehadevergcejrling, dat
Duitsehland moet betalen overeenkomstig
de betreffende bepalingen van het vrdrag.
Daarmede wordt het bedrag bédlpeld, dat
de geallieerden als basis hebben aangeno
men van het verdeelingsplan en dat niet
onder de 100 milliard, dioeh ook niet hoo-
ger dan 120 milliard zal 'zijn. Het oordeel
van de zieh in Duitsehland bevindendie
Entente-commissies, die zich over dez©
kwestie gunstig geuit hebben, wijst er op,
dat zij indirect van vele Duitsche indust.ri-
eele kringen vernamen, dat de Duitsche
industrie op een snelle herleving van da
economische verhoudingen hoopt, nadat 't
bedra;** van de schadevergoeding hekend
is geworden. Hoe groot dit bedrag is, dóet
er niet. toe. Ook deelden de commissies-
vakkundigen van de Entente, wier oordcel
te Spa toonaangevend was, mede, dat zij
de toezegging van Amerikaansch kapitaal
voor den opbouw van Duitsehland kon
den bevestigen, hetgeen door Duitsch* fi-
nanciëele instellingen erkehd werd. Dd
vakkundigen op financieel gebied der ge
allieerden hebben j.l. 'Zaterdag over deze
opgaven beraadslaagd en him besluit ge
nomen ,n.l. den geallieerden premier-mi
nisters te berichten, dat zich geenerlei
reden hebben voorgedaan, die een vermin
dering van het bedrag der scha,cfevergoe-
ding zouden rechtvaardigen. Millerand
bracht den vakkundigen zijn hijzonderen
dank voor hun moeilijken arbeid en deel
de mede, dat het resultaat An geallieer
den ten volle heeft "bevredigd. (I.P.TJ.)
SPA, 16 Juli. (Part. Mshode). 12 uur.
Gisterenavond om 11 uur is de nota der
geallieerden aan de Duitschers overhan-:
digd.
Zij bevat de punten, welke wij reeds
aangaven. Alleen betreffende de verdeëling
der kolen van Opper-Silezië luidt zij
eenigszins anders. Er worden geen cijfers
genoemd ,doch voorgesteld een commissie
te benoemen, welke de verdeeling zal ré
gelen.
De nota bevat als slotclausule wel do-
gelijk de bedreiging, dat zoo op 1 Novem
ber geen 6 millioen ton kolen geleverd
zijn, de geallieerden het Roergebied zullën
bezetten.
Deze laatste bepaling heeft de Duit
schers ontstemd en het optimisme, dat
om 9 uur in Duitsche kringen heersebte,
is thans weer verdwenen.
Simons moet zeer teleurgesteld zijn over
de laatste bepaling, welke een overeen
komst zal bemoeilijken.
De Guldcnsporcnviering.
Een der hij de onlusten Zondag j.l.
te Antwerpen door de politie gewonde
Guldensporen-betooger, de student Vandier
Reek, is zooajs men weet overleden. Dit
heeft door heel het Vlaamsche land een
groote beroering teweeggebracht. Do be
grafenis van het slachtoffer heeft Zater
dag plaats en moet een ontzettend© tetoo-
ging- worden. Reeds hielden 'dfe Vlaamsche
socialisten een groote manifestatie. Bur
gemeester De Vos heeft zeer dom gedaan
met de Gulden Sporen-viering te verbie
den. Zijn ontslag heet nog niet' officieel.
Het proces der hoogleeraren van de tij
dens den oorlog vernederlaudschte univer
siteit vaawGent met Dosfel aan het hoofd,
nadert zijn einde. Zaterdag heeft te Gent
de uitspraak plaats. Het openhaar mi
nisterie néémt geen verzachtende omstan
digheden aan'en heeft de jury zulks me
degedeeld.
Tiet Antworpscli schandaal.
Onder dezen titel schreef de „Stan
daard" Zaterdag, i'd(us vóór het feest.
Hetgeen geen enkele Vlaming ooit had
durven droomen is dus gebeurd": de bur
gemeester heeft !het 11-Juli-feest verbo
den.
Het is een uitdaging, een echt schan
daal. Waren de Vlamingen er niet aan
gewoon geraakt met voeten getrapt te
worden en kaakslagen in het vlakke gelaat
te ontvangen, zij zouden opspringen
oü die brullende leeuwen!
Hoe hegrijpen wij thans, dat enkele
Vlamingen, op de dagen, waarop zij zoo
scherp voelen dat hun heiligste overtui
ging geweld aangedaan wordt, naar het
uiterste worden gedreven'! De Vlamingen
zijn lamzakken, goedige jongens. Het
Vlaamsche volk is wel degelijk een ver
drukt volk, te lang verdrukt. De leeuwen
dansen De leeuwen dansen
En die smaad wordt 'dien Vlaming aan
gedaan in 'het hartje van het Vlaamsche
land! De Vlaamschhaters jubelen.' De
laagstaande Fransch-Belg. pers juicht
Toen onze jongens, al terugtrekkende uit
Luik, over Haelen en Namen, naar Ant
werpen en nadien naar den Yzer togen,
en daar tot den dooldj 'toe moesten vechten,
mochten zij den „Vlaamsehen Leeuw" aan
heffen,
Thans worden wij als anti-vaderlanders
uitgescholden, wanneer wij een „Vlaam
sche Leeuw" durven zingen en er onmid
dellijk geen Brahan?onne bijvoegen! Toen
onze soldaten binnengeroepen werden en
de Koning uit Brussel vertrok, om zich
aan het hoofd van zijn leger te stellen,
riep hij 'uit: „Vlamingen, gedenkt den
Guldensporenslag!" Het vaderland was in
gevaar.- Alsdan mochten de Vlamingen aan
hun grootsch verleden denken.-
>den. Meent gij) dat wij weder een op
loop te wachten .hebben, gelijk reeds
meermalen is voorgevallen?
Ik weet het niet; maar ik vreies
een minder aangename bejegening voor
den ouden Nazareër. Als dit het geval1 is,
wil ik in zijin nabijheid wezen om hem
te verdedigen, want zich zeiven verdedi
gen, hiertoe zal hij voorzeker niet ha-
sluiten.
"Wat zial er echter van onze granaat
appelen en meloenen komen, als de me
nigte zich op onze uitstalling werpt?
Breng dat alles zoo mogelijk in vei
ligheid. Wat mij; aangaat, ik wensch dien
braven Christen te redden. Zijn levein is
kostbaarder dan een mand met vruchten
of een honingraat.
Dat gezegd hc-bbende, verwijderde zich
Araobios, zoo ,snel als zijji beenen hem
wilden dragen. Luciu,s meende redeineni
te hebben, aan het gezond verstand zijns
pleegvaders te twijfelen.
Wat toch zoude- de spaarzame Junia
zteggen, als zij: zag, dat gedurende haar
afwezigheid Arnobios zijn zaken verwaar
loosde, om hulp te verleienen aan het
hoofd van de sekte der z'oo- verachte Na-
zareërs?
Daar de Joden in groot aantal alle stila-
tèn en steegjes overstroomden, trokken.
Zon- en Feestdagen.
Ier te stoppen. (V.B1-)
zich velen, die niet van gprucht hieldemi,
terug, zoiodat het vooruitzicht, om goede
zaken to maken, niet zeer groot was.
Lucius bracht -spoedig zijn waren in
veiligheid en sloeg een anjclere richting
in, om getuige te zijn van hetgeen voor
viel. In 'den beginne zag- hij nieits dan
een troep woedende lieden: Joden, han
delaars, slaven' en tusschen hen- eetm
zeer klein getal van de eerbiedwaardigste!
burgers der stad. Uit da hatelijke woor
den evenwel der Joden, kop men gemak
kelijk begrijpen, wat zij; in hun sdhilid
voerden: zijl wenschten dei mjenigte in op
stand te brengen 'fcegeln die Nazlaraërs,
in het Rijzonder tegen den hoogbejaar
den prediker.
In het eerst vergfeinoegdei men er zich
mede, do Kracht zijher longen te beproe
ven, hevige gebaren te maken, een drei
gende- hoiuiding aan te neimein en dé popu
laire godin in te roepen, welker stand
beeld 'zich op bet midden der markt
verhief. Plotseling? riep "elen jongeling, die
in hoogere mate de gave van kloekmoet-
digheid dan diet der voorzichtigheid bei-
zat, m-et luide stem pit: „Schande over
dei Joden! het zijn venkaders en, lafaards!
Dit was het "sein voor de oproerigen.
Weldra weergalmde het p-lein van verwen-
schingen, vloeken en kreten „Weg met
de Nazarteëers! Weg' met de godloo
chenaars! Intusschen regen-dei het
slagen en stompen, terwijl alles wait on
der de hand viel tot etein soort van projec
tiel hervormd werd. Daar deizei wapen'en
zonder" bepaald doel1 tusschen de dichte
mjenigte: geworpen werden troffen zij
vriend en vijand, zoodat alom smartkretep
de lucht vervulden.
Lucius dacht eerst aan zijn meester.
Hij, twijfelde er niet aan, of hij, zou hein
in de nabijheid des ouden predikers vin
den, idoch zijne hoop werd teleurgesteld
Daarom verwijderde hij zich van' dit too-
need van verwarring en schrik en zocht
eene plaats, waar hij zich in veiligheid
bevond. Van tijd tot tijd riep men zijtas1
hulp in, nu eens voor dezen dan Weder
voor genei, welke m-ep bloédend, ja schier
levenloos buiten het toopeiol van den strijd
gevoerd had. 3
Het gevecht werd imtafar verschrikikelijj.
kër en zijn aanschouwen trof het hart
van den armen jongdn pijnlijk. De strijL
ders, als zoovele verscheurende tijgfifrs,
haddien bloed gezien, hetgeen hunne woe
de en wraakzucht ten topp-unt voeirdel
Elke poging tot verzoening scheep af te
stuiten op do ontkètemdei volkshartetooh-
ten.
Eindelijk verscheen eene Romeinschet
Toen voor de laatste maal onze jon-?
gens opgeroepen werden voor het offensief
dat ons vaderland moest Aen zegevieren,
spralk de Koning tot hén„Vlaamsche sol-i
daten, gedenkt 1302!"- En zij gedachten
1302, want zij Vochten en stierven als
helden. Hun Éjken liggen als zaden in
't zand
Het vaderland was vrij1! De Koning
kwam naar Brussel terug. En in zijn
troonrede zeide hij;: „Walen en Vlamingen
hebben dezelfde rechten
Vlamingen gedenkt'! Wat moet er thans
in het hart omgaan van onze Yzerhel-i
den! Als officieel sacrament der „mori-i
turi" werd hun de herinnering gegeven
aan 1302Nu zij leven willen voor hun
volk wordt het hun verboden aan 13021
te denken
De vrees voor troebelen! Wanneer da
Vlaamschhaters van Brussel voor de twen
de maal hun vergadering tegen de verJ
vlaamsching van Gent hielden, werden zij'
beschermd door de gansche politiemacht
En daar was kans voor troebelenUifc'
vluchtsels, mijnheer de burgemeester van
AntwerpenAndere invloeden hebben zieh'
hier doen gelden
En het zal dus waar zijn, dat de Ant-:
wtrpenaars den Amerikaanschen feestdag
mogen vieren, en ook den 14 Juii (heti
Fransche _feest) en dat -hun eigen-zuiver-.
Viaamsche feesten, n.l. de herinnering aan
degenen, die in 1302 de grondvesten hebi
b n gelegd van onze onafhankelijkheid, uit
de.u booze geacht worden.
Kon het '11 Juli-feest in gansch Vlaan
deren verboden worden, o, wat zou er
vreugde heersehen op het Franseh-Belgisch'
ontbijt, dat ,14 Juli te Parijs plaats heeft,;
en waarop 0e „fine fleur'' van Belgjël
uitgenoodigd wordt.
En wat al wrok opgestapeld in de har-i
ten van zoovele loyale VlamingenEn'
hoe. ook iwordt onze liefde voor ona.
Ylaamsch-zijn aldus- gelouterd!
Vlamingen, gedenkt uwe voorvaderen-
van 1302! In hunne vrije gemeenten kon
een ukasa, als die van burgemeester Dö
Vos niet afgekondigd worden!
Vlamingen, gedenkt uwe dooden van
1914—1918! Heeft hun bloed slechts ge-i
diend om het slijk van de Yzerveldjen rood
te verven en de ploetoeratie te herstellen 2
Wij zijn geen vrije menschen. De leeuwen
dansen! Neen, de leeuwen slaan woedend"
hun klauwen in den grond
Vóór hen dansen nog de Leliaerts en
spotten met hunne maehielooze woede!
Sa, Klauwaerts, het is tijd,
Vlaenderen die Leu! Leven of sterven!
Vlaamsche volk, gedenkt! Tweemaal
hebt gij België gered! Tweemaal hebt gij
een wanhopigen strijd 'geleverd in de-
zelfde vlakte tegen het imperialisme, mD
litarisme ende rooverspolitiek van edeD
lieden en junkers. Redt thans nog België,-
Vlaamsche kerels!
Het- porseleinen geldt,
Het porceleinen geld, waarvan wij' dezen
dagen de a.s-, uitgifte aankondigden, zal',
naar nu gemeld wordt, spoedig in om
loop worden gebracht. Een eerste hoe
veelheid porceleinen munten is reeds vêr-i
Vaardigid. De voor het Duitsche rijk hei
stemde muntstukken- 5 mark tot 10
pfennig zijn rond. Op -den voorkant ii4
een vierkant aangebracht, met het op-<
schrift „Deutsohes Reich" en het cijïeP
der geldswaarde.
Op den achterkant van het 5 Mark
stuk staat een ouderpaar afgebeeld, dat
zegenend de handen over eën jrind uit
strekt, hetwelk zijn handen smeekemd teK
hemel heft. i
Op hejt 2 Mark-stuk' staat een knaap?
afgebeeld dat in een- scheepje graan over-i
brengt.
Het 1 Mark-stuk Vertoont het beeld
van een afgeknotten eik, waaraan nieu
we takken ontspruiten, het 60-pfepaig<-
sthk het beeld van een adelaarskop, het
20 pfemiig-stuk' een 'fakkel, het 10 pfeip-
nigstuk' een dubbele garve.
cohorte op het slagveld. De melest vetr-
wocde oproerlingen wietrden door de ge
wapend© macht vervolgd, zoodat zijl spoe
dig genoodzaakt waren zich over te gelven).
Men geleidde hen vóór den prefekt.
Aldus werd de rust hersteld etoi kbni
.Lucips zijn meester opspoten, niét we
tende of hij! hem do-od of levend misschien!
-ook wel gevangen, zoude telrugvindenj.
In elk geval1, welk was de reden, dat Arno
bios niet terugikeeiiidel, hoewel hij zlullks bei-
loof d bad? Lucips verdiepte zich in een.
vruchteloos nadenken. Waarheen hij! ook
na eenigó oogenblikiken zich richtte overal
bemerkte hij de sporein van den bloed Lgep)
strijd, wc-lke zooeven géleverd was, en ini
den be treuren s waardigen godsdiensthaat
zijn'oorsprong vond. Niets evenwel van dat
all'es verschafte henr inlichtingen- omtrenjt
zijn1 pleegvader. De knaap koos daarom:
de wijst© partij', haalde- zijn marktvoorraad
wefter te voorschijn en wildé het tuig op
den muilezel leggen, om den terugweg!
te aar-vaarden. Hoe groot was zijne ver
wondering, het lastdier niet op dé ge
wone plaats terug te vindfcp) Yfoiwllelr twij
fel had iemand, 'zich met'het eigendom- vanl
Arnobios uit dei voeten gemaakt, zonden*
nochtans de fadigie manden mede te!
nemen.
t.i fïEordt vervolgd.)