HET APOLOGETISCH HOEKJE NIEUWE ZEEÜWSCHE COURANT ZATERDAG 22 MEI 19' nu toch haar best doet wat magerder te worden. Zij vindt het alleen naar, dat ieder een haar zoo beklaagt. Het allernieuwste. In Amerika is het mode, schrijft de „Hollandsche Lelie", om zooveel mogelijk bruidsmeisjes te hebben bij een trouwpartij. Voor den bruidegom is het een dure mode, want, volgens het gebruik, geeft hij ieder der bruidsmeisjes een geschenk. In New-York trouwde onlangs een span, dat 50 bruidsmeisjes in den stoet had. De bruid was voorzitster van een vrouwenclub en had al de ongetrouwde leden van hare vereeniging gevraagdElke jonge dame kreeg een broche met paarlen van den bruidegom. Maar in New-Jersy was de bruidsstoet nog grooterde bruid daar was chef van een groote speelgoedfabriek en zij had al de ar beidsters van haar afdeelings als bruidsmeis jes gevraagd. Honderd-acht-en-dertig namen de uitnoodiging aan. De bruidegom was geen rijk man, hij kon dus niet aan allen een geschenk geven, maar de chefs van de bruid zorgden voor het feestdiner, waaraan allen deelnamen. In Pittsburg waren er 80 bruidsmeisjes bij het huwelijk van den zoon van een be kenden staalkoning; een schatrijk huwelijk dus. De bruidsmeisjes gingen twee aan twee achter het bruidspaar, allen hetzelfde gekleed, in 't wit met groote roode hoeden en ruikers van roode rozen in de handen. Zij kregen van den bruidegom een met robijnen versierde hoedenspeld. Schönbrunn. De „Tijd" correspondent te Weenen schrijft Of men nu staat voor de monumentale „Burg" poort aan den „Ring", waarop, als laatste groote, machtige heerlijkheid, dei- keizerlijke tijden, de plechtige Feestmis van het Eucharistisch Congres werd opgedragen, of, tusschen de steenen poorten en de Napo leontische adelaarsobelisken, het „Sans Souci" Schönbrunn betreedt, dat is om het even, het grijpt eiken Weener een beetje om het hart, en dat is de weemoed, de onuitroei bare weemoed, om den tijd, waarin Weenen werkelijk Weenen was. En wat zou nader zijn geweest, wat zou den vreemdeling- .niet op het allerlaatste pas getoond zijn geworden, als Schönbrunn en al was het dan ook in geen geval een klinkklaar „Sans-Souci", een louter lustpa leis voor den laatsten grijzen, keizerlijken bezitter, wien het leven wel in voldoende mate met leed en ellende had omhangen, voor den Weener was het toch een Zon dagamusement. De voorname Burg-nacht, de met alle hoflijkheid en goede zeden als geweer-bij-den-voet uitgeruste Burg-gendar men, die de gestrengheid in waakzaamheid, de orde en rust traditioneel personifieerden, zij hielden de profanatie en het lawaai der- straten verwijderd van de gesneden en ge- styleerde alleeën, van de wandelgangen, de prieelen, de heimelijke liedeshoekjes en van de breede bosketornamenten. Schönbrunn was de droom in het dage- lijksclie sleurleven, een zachte, stille, zomer- sche stemming. Nu zijn de poorten en Tie geheime tapij tendeuren van de steeds gewijde vertrekken der eeuwenonde wereldgeschiedenis geopend. En het proletariaat, trotsch en minachtend, stampt met zijn grove voeten op den voor namen vloer en ziet in domme verachting de geschilderde tapijten, faïeucen en nissen. Vooreerst staat er een bezem ginds in den hoekDat heet reinheid. Dan verschijnt, uitknipsel uit zijn tijd, een dienaar van toen maals, die zich maandenlang de stof van zijn cicerouendom heeft eigen gemaakt. Dan komt de straat binnen. Dat is nog alles billijk, kan ermee door! Maar de straat praat. Ze heeft het recht te praten. En de straat zegt„'n Mooi boel tje Waren ook niks geen betere menschen als wij. Waarom moesten -die in 'n leuning stoel zitten, waarom hadden die zijden bed- dedekens, waarom hadden die honderd ka mers Goed, dat het gedaan is met het boeltje" En Maria Theresia blikt van den muur af neer op „haar" volk van Weenen. En op den mokkenden nijd. En op den nieuwen tijd ziet zij neer.En alle glans verbleekt, alle schittering der koningen verdoft. Er is niets bijzonders meer. Overgebleven zijn openstaande kamers, een cicerone en een sleutelbos. En een bezem. Maar de tijden zijn ook veranderd. Heilspellend Mono toon praat de dienaar door. En trekt sluier weg van de geheimenissen, van de geschie denis en de menscheüjkheid. En voert den snaterenden lintwever door de vlucht van alle kamers. Geweldige geschiedenis. En een niets. Want de straat, vanuit haar nieuwen horizont, spreekt. De straat kritiseert. In „droog" Amerika. De „droogte" in de Ver. Staten heeft tot een merkwaardigen smokkelhandel geleid. De Amerikaansche autoriteiten zijn er van verwittigd, dat het drankverbod op een .nieuw bedachte manier wordt ondoken. Van den Amerilcaanschen naar den Engelssheu oever vau de Detoit- rivier wordt whisky* gesmokkeld in torpe do's. Van deze zijn er drie in gebruik, die met whisky gevuld van de Canadee sehen naar den Amerikaansclien oever door het water schieten. Aan den overkant wor den zij opgevangen en, na te zijn geledigd, gevuld met water als ballast terug geschoten en daar weer opgevangen. Dat spel wordt tot in het oneindige herhaald en de wat dure Canadeesche whisky heeft op die wijze den Amerikaansclien bodem bereikt, zonder dat de douaniers ervan wisten. Thans wordt door de smokkelaars een torpedo vervaardigd, die 50 gallons drank zal kunnen bevatten. Een Markies van Heusden Failliet. Lord Clancarty, db drager van ©en oud- ajdeilijky Eagel'sch geslacht, js, volgons ide „Daily Mail" Woensdag door zijn» schuldeischers voor da'n rechtop in Bowl street 'te Wilden -gedaagd om £aiKiqs<el- ment tejgai izich lte hooren uitspreken: D'e|Zei 51 -jarig;- graaf, die al jaren gele iden y'aji Bich (feed spreken floor een van de drie bekende zuster-tooneefepeel- sten's, BeBe Bilton, te trouwen >eh die al niet minder dan driemtaal failliet ver- kïaiai'd. weid het laatst no{; varhalen jaar wordt nu wederom door juweührs en ihoteïhoudjnf* iuit dVfest-tiift in tal nauw gedreven. Dit alïets zou ons niet zoo bujtengb- woon interesaaarea, ook nOisï, aïte tti man vlan ndot minder dun zes pairschap pen (Je houder is, wafelo et niet. öól onder de adeMijke titels voorkwam hlat Nedeiüandsche marküezaat van Heusden! C.HdbM."X Het diner der twintig „beauté's". Keizerin Eugeniei, de eertijds om h&air schoonheid beroemde, is -dezer dagen 9-J jaar oud gewonden. Wie van haai- tijdglef- nooten zal nf»g in leven zij'n? Waarschijn lijk nietmaud m'eer van het beroeimdo „diner der twintiig -schoonheden". Het was tijdens de schitterendste per riode van het keizerlijk hof, dial koizlerin, Eugenie den keizer, aan wifen zij een Een postscriptum. De zetter heeft vorige maal vergeten mijn naam onder de verhandeling over het celibaat te zetten. Hij heeft beloofd voortaan heter te zullen opletten. Thans nog een klein postscriptum of te wel naschriftje. kort n,a het verschijnen van mijn celibaat- kende. weekblad, schreef, zooals mij, In de „Groene Amsterdammer", het he- artikel ter kennis kwam, Johanna Naber over het priestercelibaat. .Zij erkent, dat in de opvatting der Roomsche Kerk van het celibaat „een diepe zin" schuilt en dat de R.K. Kerk zeer goed begreep „dat bij concentra tie van alle vermogens voor een gesteld doel, voor een onbepaald zich wijden aan eenige missie, tot hooggaande ontwikke ling- van denken en schouwen, voor een onverdeeld zich geven aan de gemeen schap" het ongehuwde leven „onmisken bare voordeelen biedt". In de geschiedenis, zegt zij verder, „liggen voor het grijpen de voorbeelden van mannen en vrouwen, die als onge- huwden het gemeenschapsbelang, het Staatsbelang, allicht heter en zeker niet minder goed hebben gediend, dan zij het als gehuwden zouden hebben kunnen doen", Mej. Naber geeft voorzeker blijk van een moedig zich willen ontworstelen aan ingeroeste Protestantsche vooroordeelen, Dat zij er zich echter nog niet geheel en al van bevrijd heeft, blijkt uit haar be kentenis, dat het Protestantisme „tegen over de al te eenzijdige verheerlijking van het celibaat door de Roomsche Kerk het huwelijk in eere heeft hersteld". Over dat eerherstel des huwelijks een volgende maal meer. Thans over iets anders. Een afgebroken tak. In de rubriek Kerknieuws van ido „Nieuwe Rottei'damsche Courant" van Maandag 3 Mei, avondblad B, komt een anonieme bespiegeling voor over de wij ding van Fr. Kenninck, president van het oud-Katholiek seminarie te Amers foort, tot oud-Katholiek aartsbisschop van Utrecht. Men staat verbaasd over het onver stoorbaar „sans gêne", waarmede de schrij ver in dat stuk de eene onwaarheid ma de andere debiteert en den lezer onder der. indruk van zijn beschrijving wil bren gen als ware die een apologie van het Utreehtsehe dwaalkerkje, terwijl zij op dc keper beschouwd eeu ware „oraison fu- nèbre", een lijk- of grafrede is op de Jan senistische secte. Het lust mij, hier en daar een greep doende uit des schrijvers beschouwing, bij zijn woorden stil te staan en eenig-e be merking te maken, die, naar ik hoop, den lezer beter zullen inwijden in wat men noemt „la psychologie de la seete", de zielkundige raadselen der secte, die zich thans met den naam „oud-Katholiek" tooit, na zich vroeger oud-Roomsch te hebben genoemd. Doch eerst een stukje historie. In het laatst der 17e eeuw ontstond onder de Nederlandsehe Katholieken de secte der Jansenisten, aldus genoemd naar ■lansenius, bisschop van Yperen, wiens leerstellingen, in een theologisch werk „Augustinus"- g-eheeten, ontwikkeld, zij aannamen en verdedigden, niettegenstaan de die meermalen door den Apostolisehen Stoel waren veroordeeld. In Frankrijk had die dwaling het allereerst een zekere uitbreiding gevonden en werd door den Fransehma» Arnauld naar Nederland over gebracht, Tal van priesters werden er door aangetast, zelfs de apostolische vi caris, Petrus Codde, werd een verklaard aanhanger vau liet- Jansenisme. Hiervoor naar Rome ontboden en halstarrig geble ken, werd hij uit zijn ambt ontzet. Inmid dels slonk het getal der Jansenistisch gezinde geestelijken. De meest verstokta onder hen hadden een z.g. kathedraal kapittel van Utrecht gevormd en kozen in een vergadering te 's-Gravenhage,' den '27en April 1723, Cornells Steenoven, Jan senistisch pastoor te Leiden, tot aartsbis schop van Utrecht. Een Fransch missie bisschop, Variet nog wel door Rome in zijn funetiën gesehorst liet zich vinden om Steenoven de bisschoppelijke wijding toe te dienen. Ten eerste was de samen stelling van het zoogenaamde „Utreeht sehe kapittel onwettig; ten tweede was, zelfs indien het kapittel wettig bestond, de bisschopsbenoeming onwettig, want het kon hoogstens een voordracht opmaken, waaruit de Paus een keuze kon doen, maar niet zelf benoemen; ten derde was na dat de eigenmachtige benoeming van Steenoven door Rome was veroordeeld de bisschopswijding van Steenoven heilirr woddengchap vierloren .had, een dfnieir aan bood, waarvan <te vrouwelijke gasten al len schoon zouden kijn. D© invitaties werden dus, voor zoover de dames betrof, beperkt 'tot da allerschoonste damlas uit do hofkringen. Het resultaat was zfulh oen overstepping van schoonheid, als zui den roiili één tafel verzameld zijn gri- weefeti.! ,1 Tie historie beeft de namen der schoone twintig bewaard. Het wanen tien Fran,- scha vrouwen, twee Russische, twoa Ra- liaansche, qen. Oostenrijksche vrouw, eeit Creoolsche, ©en Schotsch© (do vrouw varf maarschalk Canrobert), prinses An/na Mu d-at, die van Amerikaanschen, mevrouw de Gallifèt, Idle Van Rpgelschein bloedt w,ajs. En tenslotte was etr keizerin E,u- jgdnia fceflf, mot Sipaanisch en 'Söhotsoh' Moed in de aderten, om. den krjuis vaji schoont» hameis te voltooien- 1 Reuter ihaeift den dood gysirtelidv(a!nj Xavietr jRaoïi, di© op 85-jarige" leeftijd te Parijs gestorven is. Paoli, „de bewakerf dek koningen", was secretaris-generaal1 van de politie-prefeeLuur te Pairijs en heim was gedurende welhaast een halve e(auw vlo 'zoig voor d'e veiligheid van Franik- rijks vorstelijke gasten opgedragen. Paoli had izich dan ook van 'h'elei wal gekroonlcte hoofden en priotsen dfe vriendschap Metr- worven'i hij beztaf niet minder dan 45 ondetrscheidingsteekenen. Wijlen Koningin Victoria van Engeland koesterde epn groo te vriendschap voor Paoli en konVg F.dualrdl WL evenals zijn moeder «en trouw© bezoeker vgn Frankrijk heeft njtg de drukproeven doorgezien van de mé moires", die Paoli jaren geledlan hqelft uitgegeven. Daar- stonden alterlei verma kelijke- vl©rhal'en in over da reizen der vorstelijke vreemdelingen door Frankrijk. Een Van Paoli's herinneringen betref} heit bezoek van koningin Mary van En gelland, toen neg 'hertogip van |York, aan Njioe: Do „dames van de vischnnarkt- zouden G'aar ©en boeket aanbieden en toen iz'e dat g liaan hadden ©n ©r een beetje schuw bijstonden en njemand ©.'gen- lijk goed wist wat ©r nu vierder moest gabeuren. dreigde de- klein© ceremonie1 wat iOngeJzelligi 'Ora verloopen- Paoli ba,d een inval'„Gaat nu diep menjeteir daar maai ©en zoen genen."zieide hij' tot j, vischdanies, wijzend op kolonel rw--_vs die bij- Fiat fjezelscJtep van da j0ne dip hij }ret ginzerschap van d© jq," h?rtc|in feti York btibaordty En jong mefsjfi, aflt later konihttia Enualand zou worden. Zachte tot de neni 'haar lanjgs d'e wanjgfen liepen t% deErjbielsche kolonel doorf d(> framwoU wan Nic© w:erd afgezomijl (N. R. q Royale Auto-tuffers. Men miel'dt ons uit Bodegraven: Een tweetal jongelui vonden op Goudschen straatweg efen tasch tvejl bij nader jnzian een groot© som gfjj bdvallfto. 2Ya telling bteek e«n betfe van 80 duizend galden aanwezig fe a' Nauwelijks hadden zij zich ,op iy bugwen teneinde aangifte te doen yjl ■«an vevwst, xoen uit a» neming Gomt ean aüto- in vliegende vaart kwam a (geneden. Het bleek, dat de iitzitt<i(j. het bedrag verloren hadden. Het werd overhandig 1 en de eerlijke vinf- 'krogein tot "belooming 'een sigaretl schennend, ofschoon geldig, omdat alle voorschriften van het wijdingsrituëel, iD het „Pontificale Romanum" omschreven waren opgevolgd. Alle verdere Jansenisti sche bisschoppen hebben tot aan den on langs overleden Jansenistischen aartsbis schop Gul toe, den Apostolisehen Stoel kennis gegeven van hun benoeming en ambtsaanvaarding, maar werden ook on veranderlijk met hun kapittel geëxcommu niceerd. Rome kon noch mocht anders doen, wilde het niet alle- recht en wettig heid op den kop zetten. Hier dient echter onmiddellijk te worden bijgevoegd, dat me nigmaal van Rome uit aan het schisma tieke Utreehtsehe Kerkje de vriendenhand is toegestoken, o. a. nog een paar jaar geleden bij gelegenheid van het zilveren ambtsjubilee van den pseudo-aartsbisschop Gul, doch het mocht niet baten, Utrecht bleef halstarrig. Trouwens hardnekkigheid is de overheerschende karaktertrek van het Jansenisme. Keeren wij nu, na deze noodzakelijke uitweiding, tot ons onderwerp t erug. Ik lees dan in de „N. Rott. Crt." ter aangehaalde plaatse aldus „Maar nu is het zoo, dat de historische ontwikkeling der Katholieke kerk aan dien opvolger van Willebrord een geheel bijzondere plaats heeft gegeven en dat evenzeer als Rome een centrum unitatis (een middelpunt van eenheid) is voor de aan haar bisschop onderhoorige geloovi- gen, Utrecht het wordt voor al die groe pen in de Katholieke kerk, die met Rome gebroken hebben, omdat zij meer zelfstan digheid wensehen". „De historische ontwikkeling der Ka tholieke kerk". Dit, gezegd, van de Janse nistische secte, omvat evenveel onwaar heden als woopden. Hoe, een kerkgenoot schap, dat hoogstens een 10.000 leden in 26 gemeenten hier in Nederland telt, dat zijn klassieken naam van „oud-Itoomsche clerezij der kerk van Utrecht"- verruilde met dien van „oud-Katholieke kerk", na dat het met Duitsche staatskatholieken, Engelsehe rationalisten, Poolsche Maria" visten en meer van dat soort afvalligen die „meer zelfstandigheid wensehen", aan sluiting had gezocht ter cureering van zijn geestelijke bloedarmoede, zoo'n kerkgenootschap durft zich noemen „Ka tholieke Kerk", d. w. z. de Kerk die „ka tholiek", dit is algemeen is, over geheel do aarde, onder alle volken en talen ver spreid, de Kerk welker invloed vanuit het ééne middenpunt, den Stoel van Petrus, steeds verder golft en elk nieuw middel van verkeer, elke nieuwe vondst der ge- ographie omschept tot instrumenten voor nieuwe veroveringen 't Is om te gieren van het lachen, ware de verblinding des geestes, die in deze vergelijking ligt opge sloten, niet zoo treurig. En dan „dc histo rische ontwikkeling". Waar begint de ont wikkeling der Jansenistische, alias oud- katholieke seete Bij de scheuring, bij het schisma. Tot hoever is zij op het oogenblik gekomen Tot het prijsgeven van tal van katholieke leerstukken, straks tot het ver werpen van hel priestercelibaat, tot het rationalisme, tot een vrijzinnig christen dom, de volière waarin vogels van diverse pluimage lustig kunnen, rondfladderen; heele. en halve Christusbelijders, panthe- isten, sceptici, etc. etc. Reeds in 1873 was de verwording bij het oud-katho lieke kerkgenootschap zóó vcn.gekomen, dat het tijdschrift, de „Historisch-Politi- sche Blatter" geen beteren naam wist uit te denken voor het toen ter tijde ge houden oud-katholieke congres te MüncheD danFreimauriseli-protestantenvereinlich- aHkatholiseli-iiationalkirehlirhcs Amalga ma, in t Hollandse! gezegd: een soep- zoodje van vrijmetselaars, leden van de Protestantenverein, oud-katholieken: en aan hangers vau een nationale Duitsche kerk. „Aan dien opvolger van Willebrordus", Wie De pseudo-aartshiss.hop van Utrecht, thans president Kenninck Waar is het apostolisch gezag van Kenninck, dat hem zou moeten stempelen tot een opvolger van Willebrord? Behoort hij tot de her ders der afzonderlijke met Rome veree- nigdc kerken, die zoowel door hun zen ding van den Apostolisehen Stoel als door hun wettige wijding in onafgebroken opvolging opklimmen tot aan de Apos telen t Lijkt er niet naar. Kenninck en al zijn voorgangers op de pseudo-bis- schoppelijke zetels der Jansenistische kerk hebben zich eigenmachtig en onwettig in het bisschopsambt geplaatst, zij zijn in den schaapstal der kerk als wolven in schaaps klederen binnengeslopen. Opvolgers van W illebrordus Maar wat was Willebrord's eerste werk toen hij in deze lage landen de heilleer des Evangelies kwam predi ken Naar Rome te snellen, naar den H. Vader, om van hem goedkeuring, be vestiging- en apostolisehen zegen te er langen. Benoemde hij zich zeiven tot bis schop.' 1 erre van daar! Paus Sergius be noemde en wijdde hem tot bisschop der Friezen en toen keerde Willebrord, met apostolische volmacht toegerust, in vriend schap, vrede en eendracht met den Apos tolisehen Stoel naar het land van zijn missiearbeid terug. Ziet, zóó Roomsch-Katholiek was Wil lebrord. En de van Rome afkeerige, de aan Rome vijandige, de met Rome niet te maken willen hebbende pseudo-aarts- bissehop Kenninck zou de opvolger van den H. Willebrord zijn? 't,Klinkt als een blasphemie. ,i dat, evenzeer als Rome een cenfrum unitatis is voor de aan haar bisschop onderhoorige geloovigen, Utrecht het wordt voor ai die groepen enz.". In deze fraze wordt met zeldzame naieviteit zullen wij maar zeggen, Utrecht op voet van gelijkheid met Rome behan deld alsof er geen vuiltje aan de lucht was, alsof met name het reusachtig ver schil niet bestond tusschen deze twee dat de bisschop van Rome de Paus is, de Plaatsbeklceder van Christus, het zicht baar Opperhoofd der kerk op aarde en de pseudo-aartsbisschop der oud-katholie ken te Utrecht een scheurmaker. Ik wil niet in theologisch debat tre den over het Primaatschap van den Pans, Het zou mij te ver voeren. Dit alleen wil ik zeggen wat ook de anonieme schrijver van „Een belangrijke dag" moet weten, wil hij voor ontwikkeld doorgaan overweldigend zijn de bewijzen die zoowel de Schriftuur als de Apostolische Traditie voor de staving van dat pri maatschap aan de hand doen en wie maar een weinig in de Patrologie, in de kennis van de werken der Kerkvaders is door gedrongen weet, dat een wolk van getui gen, zoowel uit de Oostersehe als uit de Westersche kerk henevens de uitspraak der conciliën „Petrus lieeft door Leo gesproken", riepen de concilievaders van Chalcedon (451) uit, toen de brief van Paus Leo I was voorgelezen opkomen; lo. voor het bestaansrecht van het pri maatschap 2o, voor het feit, dat de bis schop van Rome die primaat is. Nog eens ik weid daar niet over uit en dat behoef ik ook niet te doen, omdat de oud-Katlio- lieke kerk, althans toen zij nog de oud- Roomsehe oftewel Jansenistische was, het primaatschap van den Paus voorstond en verdedigde. Immers in het dogmatisch ge deelte van de akten der oud-Roomsehe Provinciale Synode, in het jaar 1763 te Utrecht gehouden, lees ik: „Dat de apostel Petrus door Kris- tus den Heer met de opperhoofdigheid boveu de overige apostelen is begif tigd geweest om een éénige kerk en een éénigen Stoel aan te wijzen". „Dat de bisschoppen van Roomen als opvolger van Petrus uit Goddelijk Regt, dezelfde Opperhoofdigheid boven de overige bisschoppen geniet". „Dat deze Opperhoofdigheid van den Roomsen Paus als opvolger van Petrus, niet enkel een Opperhoofdigheid van eere, maar ook van kerkelijke magte en gezag is". „Dat de Roomse Paus, als Nazaat van Petrus, uit Goddelijk Regt, het zienelijlr en dienstbaar hoofd is der Kerke door Kristus gestigt, die er het onzienlijk en levendmakend Hoofd van is en dat de Paus derhalve de eerste Stedehouder van Kristus op aarde is". Deze vier stellingen waren behoorlijk van de noodige aanhalingen uit de con ciliën en de Vaders voorzien en kunnen door iederen Roomsch-Katholiek onder schreven worden. Ik weet niet of het huidige oud-katho liek Provinciaal concilie officieel de he sluiten van zijn voorganger heeft ver loochend. Dat practisch de oud-katho lieke kerk mijlenver van de belijdenis der pseudo concilievaders van 1763 is afgeweken, is een feit. Maar zoo gaat het met allen die uit het schip van Petrus stappen om in de hulk van eigen meening te gaan rondzwalken. Een tijd lang behouden zij nog brokstukken van de Roomsche waarheid, doch die wor den hoe langer hoe kleiner. Als een afgebroken tak ligt de Jansenistische, thans oud-katholieke kerk daar neer. Het geven eraan blijft nog eenigen tijd zijn kleur behouden, om weldra geheel te ver dorren. „Zoo bedriegen ze zich en zoo loopen ze allen het pad mis" zegt de oud-Roomsche deken-secretaris der Syno de van 1763, Fr. Meganek, die de hei lige en onveranderlijke regelen der over- levcringe verlaaten". Die Meganek is, zon der het te weten, wel een profeet gebleken. Ook bij de beschrijving der wijding van den 'pseudo-aartsbisschop Kenninck glijdt de schrijver over de meest voor name punten als ovey d'e kleinste -beuze lingen heen. Zoo lees ik„voor den aanvang der plechtigheid leest de notaris der bisschop pen de akte der verkiezing voor". Volgens het Romenisch ritueel moet er een a« van benoeming worden voorgelezen d: den Paus. Zonder pauselijke bekrachtig! is geen bisschopskeuze geldig, geste' zelfs dat het pseudo-kapittel van Utre,' de bevoegdheid had een bisschop te kieze Volgens het Romeinsch of Rooms' ritueel wordt aan den wijdenden namens de Kerk gevraagd om den ti aanwezigen priester tot bisschop te te sacreeren. Dan antwoordt de wijd»! bisschop: „hebt gij een Apostolische 1 geving?" En eerst op het bevestigaj antwoord „die hebben wij" gaat hij de wijding over. De oud-Katholieken, die naar den van hun cameleontische ontwikkeling i! lerlei veranderingen in het Ritueel hebbs aangebracht, hebben bovenstaande vui| veranderd in: „hebt gij een bewijs van mf tige verkiezing?"- Maar ook daarop I de oud-Katholieke bisschopscandidaat L geweten geen wettig „ja"- op doen hoor« Nog lees ik verder in de „N. Be Crt." ter aangehaalde plaats: „Bij het geloofsonderzoek van den ele tus (den gekozen bisschop) geschieds alle vragen volgens het pontificale Mn; num, met weglating slechts van de verhouding tot den Pans betreft. Vei makelijk is dat woord „slechts". En t«i juist in die weglating ligt geheel de „ca do questionis", de kern van het vri is die wijding wettig of niet. Juist 6 weglating stempelt heel de handeling t,i een heiligschennis. Zelfs Napoleon, toch nog al wat met den Paus aandurft weigerde hij zijn bezoek aan ons land1 Jansenistische bisschoppen, te zus audiëntie gekomen, als zoodanig te kennen. „Ik erken die heeren niet", z« zeido liij, „omdat zij geen Pauselijke Mi stelling hebben". Juist door het gemis aai deu band met den Stoel van Petrus en wel het gewilde gemis, het opzettelijk, W doelbewuste gemis ligt op de oud-Katft lieke kerk die niet oud is 17 eemra jpnger dan de Roomsch-Katholieke e: niet Katholiek, het „signum reprobation! het merkteeken der verwerping, al bil elk Roomsch-Katholiek dat God den lede der sekte genadig moge zijn en hun de blinddoek voor de oogen des geestes mos wegnemen. Het rake portret, dat Joseph De Ma; stre voor een 80-tal jaren van Vet Jans; nisme waaruit de huidige oud-Katlt lieke kerk ontstond ontwierp, Ir-' nog niets van zijn gelijkenis en frisehh- vcrloren. Hier is het, getrouw in het Bi landseh overgezet: „Sinds haar ontstaan is er in de nooit zoo'n eigenaardige dwaling gewe als die yan het Jansenisme. Alle aidt ketters scheidden zich, zoodra zij on stonden, van de algemeene gemeenscbs (met Rome) af, ja, beroemden er lil zelfs op, niet meer te behooren tot kerk, waarvan zij de leer als op sommi: punten valseh, verwierpen. Het Jansenisme nam een andere lts ding aan; het ontkende zich te hebben: gescheiden en het zal zelfs zoo gij wü een boek 'schrijven over de eenheid w'" van het u de dwingende noodzakelijk!') zal aan toonen. Het houdt zonder blikt* of blozen vol, dat het een lidmaat is kerk, die het uit li aar gemeenschap l Tot heden toe placht men zich, weten of een persoon tot de eene of dere vereeniging behoort, tot die vere niging zelve te wenden, d. w. z. tot b'8 bestuurders, daar elk zedelijk - slechts door hen zich uiten nadat vereeniging heeft gezegdhij hoort Lij mij, of: hij hoort niet meer bij is de zaak uit. Het Jansenisme echt* heeft de pretentie zich niet door die l" gemeen geldende wet gehouden te a „het heeft als het ware een drici koperen pantspr rond het voorhoofd". H« heeft de ougeloofelijke pretentie deel éi te maken van de Katholieke Kerk tege den wil van de Katholieke Kerlt: b« tracht die Kerk te overtuigen, dat zij kinderen niet kent, niet op de hoogt' 'j Van haar eigen leerstellingen, geen heg»; heeft, van haar eigen decreten, ja. zij niet eens weet te lezen. Het drijft 1 spot met haar decreten, gaat ervan hooger beroep, treedt ze met voeten c (over de Gallicaansche kerk, le boek, hoofdstuk)". Ik geloof, dat wij, katholieken, 113 alles de verzuchting mogen slaken: Hemel behoede ons voor dwalen, ofsch1# dit is ten slotte menschelijk. Maaf Hemel behoede ons vooral voor het v' harden in de dwaling. Want dat is i"1 meer menschelijk. dat is duivelsch. ROMANOS N. B. Bovenstaande beschouwing 1 voor een vorig Zaterdagnummer b maar kon daarin niet worden opgenon^ wegens gebrek aan plaatsruimte^ Ti

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1920 | | pagina 6