erklijst van het dekenaat middelburg HET APOLOGETISCH HOEKJE. RIL 1920 WE ZEEUWSCHE COURANT ZATERDAG 24 APRIL 1920 KERKBERICHTEN ar is. In een |)iedt zich een Zij verklaart len de fijnste •n en zoowel salon te kun- rerkzaamheden verrichten en ■rij en de kip- I zijn. side dame zal Iferten ontbre- I z en. (getij. AcJiter of kuit van troebel water aal spreken. In de fuik eer ze in uitgooien om k. Ëen aal bi» aan een goed \xn aal. Men {ischjes) leveind j te eten geven. Jan. Een ge- «bebben. (Z.) inge man Victor jjivonds bij Orsett „denehole'.' van lile is een kunst- finschen tijd, die voor het bewaren fen zijn er in de *n van Engeland werd, ging men (n dag vond men uit den put een et zich neer met t. Op den bodem pn, die zijn val hij vrijwel onge- (N. R. C.) euken. Hoe len jn de Buit- ïog zijn blijkt menu, dat een Bezeressen aan- |e!soep, galasclï sterk gokrujd »oed vleescli of Srden) met meei- 1. Maandagrijst |idaglinzen met aardappelkoek. en met baring, met gestoofde haringsk met V kelijk wanneer deze toestand s bestaat en wakken vooral ten. (,,C.) potheker. In 1 Dr. A. A. L. |er meer het vol- in de pharrna- een studie welka Imdig door onze In wiordt" |ts èiscbt de wet listen te vóór dat In mag afgelegd Jen jongen rneis- S. komen, gele- ar thuis te blij- snlijke studie .be zien goed reken- van den aard lar wacht. ,Want Piharmaoeute in ploma te balen, de wetenscbap- djlden. De studie vv zeer geschikt, sch werk, naast ermogens, vooral ®sse, geduld en ;n, die ik, al cij- nnelijke collega's tochals typiscihi Verder is er in voor de vrouw ijv. vau de medi- ïgd kan worden, pbarmaceutische e, vooral de ver- Laboratoriumwerk, valt menig meisje 'iivermijdelijk. La.; n functie icau pij komen, door het >ver verschillende verdeelen; daar- jpteerwerk in de aan bevoegde as- worden. dat die abdijen eni tijd zijd. Da pries- ïobben er groot be- ichte van restitutie te moedigen, waar- al te vol is ge- Ii-nn'ge woorden met zoo bijzonder eigen 's, die z!i.ch vrij ge- god'dienstige voor- er gekt men, do arme etsteld. Stellig was bert verlicht ge-wor- r an'i-cle.icale blaad- miji. ontevreden vc-oiT- naakte hij een einde chudde mij koel de zich. Den vo'genden hij een nieuwe onit- rmeed. t tusschen ons, ®n uitgenoodlgd op bet den derden Zondag na Paschen. V 'tel 'I van den H. Petrus II. 11—19» Hief stent ik smeek u, alsPe]fr'^ ^Elelingen, dat gij u onthoudt van rieesclnlijke begeerlijkheden, welke ^Kieren tegen de zielleidt een Iwandel onder de Heidenen, op- dio u als boosdoeners lasteren, «bede werken welke zij in u be lt God in den dag der bezoeking ■ken. Weest derhalve om Gods a alle menschelijke overheid on- —B: hetzij aan den koning; als .den .raten, hetzij aan den stadhouder, als) van hem zijn gezonden, om de kwaad- lers te straffen, en te prijzen die het le doen. Want; dit is de wil van God, gij, door weL te doen, den onwetenden onvjirstandigen menschen den m°i'd it, als vrije menschen; doch gebruikt mjheid tot geenen dekmantel der W maar als dienstkietohten Gods* Eerti n; bemint de broeders; vreest God; liedigt den koning; Gij, dienstknech- ajjt met alle eerbiedigheid aan* hwe ren onderdanig, niet alleen degenen goedfen beleefd, maar ook die- onbe- d zijn. Dit toch is Gode aangenaam JezusfChristus onzen Heer. Evangelie, Joanne» XVI. 1622. n dien tijde zaide Jesus aan zijnd Hingen: nog een weinig tijds, ep gij/ t mij niet zien, en wederom een weinig s, ej» gij zult mij zienwant ik ga tot Vader. Eenigé zijner Leerlingen zei' |pa tot eikanderwat is hetgeen ons zegt: een weinig tijds, en gij zult zien; en wederom een weinig ^l'gij zult mij zien; Want ik' ga toll jier? Zij zeiden dan: wat is dit) tijds, daar Hij van spreekt? Wif niet waf Hij zegt. Jesus dan mer- de dat zij Hem wilden ondervragen, le hun: hierover onderzoekt gij on- elkander, omdat ik gezegd heb, een nig tijds, en gij zult mij niet zien, en Wederom een weinig tijds, en gij 'zult mij zien. Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: 'gij zult schreien en weenen, maar de-^ we reld zal zich verblijden. Dan zult gij ÜToefd zijn, maar uwe droefheid zal Sn vreugde veranderen. Als e-epie 'vrouw; baart, is zij bedroefd, omdat haar 01111! gekomen is; maar als zij het kind ge baard heeft, denkt zij niet meer aan de smart, om de vreugd, dat een mensch1 in de wereld geboren is. En gij ook 'hebt nu wel droefheid, maar ik zal u wederom zien, en uw hart zal verblijd zijn; eu niemand zal uwe vreugde ontnemen. MIDDELBURG. Zondag onder de H. Mis van 7 uur aanneming der kinderen tot de Eerste H. Communie. Na den middag 2.30 u. cate chismus 3 u. Broederschapslof met Ro zenhoedje; 6.30 oefening der He Familie. Donderdagavond te 7 uur Lof ter eere van het Allerh. Sacrament. Zaterdag opening van de maand Mei, 's avonds te 7 u. Lof met Rozenhoedje ter eere van Maria. Van 5 u. af gelegen heid om te biechten. In de week de gewone catechismus. 's HEERENHOEK. Zondag 26. April. Heden wordt gevierd het Hoogfeest van den H. Jozef. I11 de H. Mis van 6..30 u. zullen een aantal kinderen hun Eerste H. Communie doen. Om den feestdag van den H. Evangelist Marcus zal vóór de Hoogmis processie worden gehouden, waaronder de Litanie van alle Heiligen wordt -gezongen. Onder de H.H. Missen collecte voor het Semi narie Warmond; 's middags geen cateeh., maar te 2.30 u. Lof, waaronder de plech tige uitreiking van diploma's en prijzen aan de kinderen, die den catechismus zullen verlaten. Om de vacantie der kinderen deze week geen catechismus en eiken morgen te 8- u'. gezongen H. Mis. Eiken morgen te 6. u. wordt de H. Communie uitgereikt. Vrijdagmiddag te 3 uur Lof ter eere de H. Maagd. Zaterdag feest van de H.H. Apostelen Philippus en Jacobus, dag van devotie, tevens le dag der Meimaand. 's Middags gelegenheid om te biechten van 3 tot ,6. uur. HANSWEERD. 3e Zondag na Pasehen. Besehermfeest van den H. Jozef, tevens feestdag van den H. Evangelist Marcus. Vóór de Hoog mis zal de Litanie van alle Heiligen gebeden worden. Na de Hoogmis vérga- dering van het kerkbestuur. 1.30 u. ca techismus; 2.30 u. oefening van den Kruisweg. Na den Kruisweg vergadering der zelaïricen van de Broederschap van den H. Geest en het Genootschap der H. Kindsheid. A.s. Zaterdag begint de Meimaand, bij zonder aan de vereering der H. Moeder Gods toegewijd. Des middags om 4 uur gelegenheid om te biechten en 'des avonds om 7 uur Lof met Rozenhoedje. Op Maandag 3 Mei feestdag van Kruis vinding. Deze. dag is een der bijzondere feestdagen van de Broederschap van den H. Geest. De leden dezer broederschap worden verzocht op dien dag een bij zonder gebed voor de Missie te doen. en op dien dag of des Zondags tot die intentie te Communie te gaan. A.s. Zondag schaalcolleete voor het Se minarie Warmond. Deze collecte wordt door Z.D.H. den Bisschop bijzonder aan bevolen wegens de hooge kosten, welke halt onderhoud 'der gebouwen met zich brengt. OVÈZAND, Zondag 25 April (derde Zondag na Pasehen). Het feest van den H. Evan gelist Marcus. Vóór de (Hoogmis van half tien de Litanie van alle Heiligen. De DE. on ean couiant geen theologisch is, koimt het toch nu en dan it in een couiant vragen van gods- ,011 aatd moeten hehandeld worden ■behoort een Katholieke couiant Komende gelegenheid te autwoor- ^Jveitlachtniakingen en verkeerde' van oils H. Geloof, die in le-nwian andere richting voorkomen, an ook mijn voornomen om zep jelegemheiid zich daartoe leent, 011- ubriék „Kerknieuws" in het apo- ^^Blioekje, d.WjZ. het hoekje, aan Hifsvcgdedigmg gewijd, een en ander de „Nieuwe Zeeuwsche" te plaatsen, irmede de Katholieke en ook do niet- holieke lezer zijn nut ka.11 doen. nu ter ,zake. Wierook en n 0 g w ait. n de „Nieuwe Rotterdanische Courant", irtegein nog altijd door sommige Boom- en met zekeren eerbied wordt opge ien ids „de" courant, maar die in haar gffiende rubrieken dermate is door ken van anti-Roomsche odeurs, dat Sr van. dat blad bij den doorsneè- fijnen parfum ontneemt aan ziju .even en de ziel op den duur inent K langzaam maar zeker werkende godsdienstige onverschilligheid, bndag 18 April j.l. een feuilleton, ■„De Mode", waarin een zekere Bis Gera,|rd[Uehet chapiter „paf- ^BtehandeMc, een op Zichzelf be- ouwd, ,zeer neutraal chapiter, maai- bij ks H&handeling de schrijfster kans zag paap hatelijke onwaarbeden te dfcbi- jsêjniiiaan hat adres der Katholieke Kerk, ui<j§ onbesproken mogen blijven. Mejuf- uwRenardue orakelt als volgt: gfflf11 i 1 Bij allo groots offerfeesten van bijna lila -oervolken woidem parfums gebrand het wierook in de Roomsch-Katho- ioke kerk is daar een overblijfsel van. Evwmiiin als Rome direct brak met ieosten als de Saturnaliën, deze veeleer ,n haar godsdienst een plaats gaf, even- ininBrak hot met die Hef.dehsche ge bruiken, welke de volken, die ,ze 't al lereerst Voor hun godsdienst wilden win- ^^^Eerbaar waren. Rome heeft de der volkeren in haar ritten be- rard. Tenslotte wil de ziel, die bc- heeft aan .„geloof", geen imli- zoekt in 't Godshuis mysterie, m haar die te onthouden? Zoo Rome liet reukoffer al ver- het do ooispronkelijke heteeke- ïis [aarvan. i 11 1 j Bze passage staan bijna evenveel idem aJs woorden. inejuffr. Gerardue iets- afweet j ontstaan van de Katholieke Kerk Üieidensche Rome, dan zal het at onbekend zijn, dat de nieuw- pr het heidendom door het vol- Bfoveren van alle heidensche te-n. eencnniale den rug -. want de Kerk ontving geen let in hare gemeenschap, die niet st en voor atijd met den 5- eu Venusdienst, niet Saturnaliën iercaliën, met Eleusinische myste-- j noe voider de heidensche feesten tnoniën mochten heeten, hadden a. Een bekend schilderij, tot onder- I voerende: „Minerva of Christus" pns een Christenmaagd voor het van Minerva gevoerd, om daar haar [te verzaken, door het werpen van korrels reukwerk op het altaar- Het koffaitjemet reukwerk wordt opemd voorgehouden en met wel- i gebaar' beduidt haar een der »t.eEs:„,,s!e(pirts (én koirel op het vuur en wij erkennen Uw terugkeer tot dein afgodendienst". Maar nog welspre kender is de geste van de afwijzende hand en het weigerend oog der Christeni- tmaagd, waarmede <zij als het ware zegt: „liever sterven dan ook maar met één ïpikpastillei in het vuur- te werpen, in het oog van het publiek afvallig te wor den van den godsdienst van Christus". Jk vraag, in. gerniqeder.jzou dit ooit hebben kiunnen geschieden, waarneer de Ket'k alm heidensche gebruiken een plaats had ge laten Onmogelijk Dat de Katholieke Kerk bij haar plech- tigen eenedlenst, die Gods lof en glorie op de allereerste plaats beoogt, langs 'den weg der zichtbare teekenen in casu de ceremoniën de 'ziel wil helpen op le stijgen tot de onzichtbare!, hemelsqhe dingen en dat zij1 diaarotm bij do offerande der. H. 'Mis, bij de aanbidding1 van liet H. daaoiament den wierook laat opstij gen, heeft met het heidensche reukoffer niets te maken en geldt .zuiver en al leen als een symbool van de bede, die uit de -ziel opstijgt tot voor Gods troon. Dit blijkt voldingend uit de gekedeu, die de,ze cezetnonie vergezellen. Wanneer de priester den wierook in het wierookvat doet, ,zegt hij: „door de voorspraak van den H. aartsengel Michaël, staande ter reichter,zijde van 'liet reukaltaar en van al zijne' uitverkorenen gewaardigde zich de Heer dezen wierook te zegünao en in geur van zoetheid aan te 'nemen". Daarop het brood 'en den wijn beavie- rookende bidt hij: „defze wierook, door U gezegend stijge tot U op, o Heer, en moge op ons Uwe barmharti-^heid neder dalen". E11 terwijl dan verder de priester het altaar van alle zijden bewierookt, bidt hij: „mijn gebed', o, Heer, stijge als wie rook op voor Uw aanschijn, de opheffing (mijner hanldan izij U een avondoffer. Plaats, o Heer, ean wacht bij mijnen mond en een poort rond mijne lippen, opdat mijn hart niet nij-ge tot woorden" Van boosheid ter verontsclnildiigin-g mijner izoniden". Wie kan 111 bovenstaande gebeden ook maar liet geringste spo-or. ontdekken van iets dat Leenwijst naar een heidensch gebruik? Niets. Maar het is de gewoonte van vete niet-Katholieken, die onzen gods dienst niet kenneai of niet willen leerm kennen, de ce emoniën- en gebruiken, die ,zij niet weten tet verklaren, vast 'te kop pelen aa.n heidensche gebruiken, die daar mede eenige overeenkomst vertoonen. „Post hoc ergo propter hoc", „daarna dus daarom", redeneeaen zij. Maai- die redenatie kan voor do rechtbank der strenge logika, niet bestaan'! „Ten slotte" aldus me juffrouw Ge rardue „wil del ,ziel, die behoefte heeft aau „geloof", geen imlileit, ze zoekt in 't Godsrijk mysterie". Ik zou meijuffrouw Gerardue willen toe voegen: „schoenmaker, blijf bij je leest". Praat over Muskus, patchouli, „parfum Coty" en'andere modegeurtjes zooveel gij wilt, maar laat alstublieft de theologie met rust, want daarin zijt gij thuis als 'n kat in een vreemd pakhuis. Al wat gij in bovenaangehaalde zinsnede vertelt is excusez le mot abracadabra, althans met betrekkit)® tot de christelijke, de Ka tholieke Iziel. Di» .zoekt in Gods huis geen mys-t'efrie, in uw jzin van iets netvel- arfhtigs, iets onbestemds, iets seheme- rerads, iets onklaars, maar de reali teit van Gods genade, verkregen door een hartelijk gebed, die haar troost' schenkt in droefheid, kiaclit en sterkte in de verzoeking, steun tegen de verlok- selen der vvieteld. Zeker, de Katholieke godsdienst stelt mysteriën te gelooven voor, maai- mot dia aan. te nemengeeft het verstand, de ziel van den mensch, izich niet over 'ban het onbestemde, het irreëele! Integendeel Wanneer de ziel het geloof wil zonder aanhalingsteekens, juffrouw Geirandue! wil zij ook de realiteit. Immers, gelooven is we ten, een weten, niet langs den weg der natuurlijke kennis verkregen, gelijk ik weet dat twee maal tivea vier is, maar langs den weg van Gods openbaring, die het mij mededeelt, en die, ofteiitöig 'Wijs en goed als Hij is, mij niet kan 'bedriegen. Als ik .zieig: ik geloof, .jlat. God één in wezen en drievoudig in' persoon is, dan wil dat .zielggein: ik weet het. En al weat ik niet, hoe de verhouding tusschen Gods Weizen en Zijn persoomsveelvoudig- héid in elkaar rit Hat is juist hetgeen 't tot een geloofsmysterie maakt, d.w.z. boven de bevatting van het na tuurlijk meinschenveretand ik weet toch niet zekerheid', dat het geheim der H. Drie vuldigheid niet strijdt met de. mensche lijke I-ede, geen contradictorisch begrip omvat. Daarom is het Katholiek geloof geen „Schwarmered, geen droomerij, geen theosofisch of spiritistisch gediefhebber vin 's Blauc hinem", maar een vrijwillige on-i derwerpinigsacte van het verstand aan een hoogeve macht, waarvan ljet weet, dat die met iets te openbaren wat wij niet begrijpen,toch nooit iets ter aanvaar ding voorstelt wat de rede geweld aan doet. En daarom kon Paulus schrijven: „ons geloof zij een redelijk geloof" en kon de beroemde godgeleerde St. Ansei- mus vau Kantelberg tot leuze zijner stu diën nemen het schoons woord: „credo Ut intedliga;m'', „ik gelooé 0111 te begrij pen". Het is mogelijk, dat dit alles voor mejuf frouw- Genaid'ue wat al te zware kost is en boven haar petje gaat. Maar dan zeg ik metden boer in Cremer's„Ge rit-Meouwsan en rijn zoon op de Amster- kJamsche karmis": „wat doe je ook met de klompen op 't ies". ROMANUS. Zoo vinden wij in het Ochtendblad van denzelfden „Nieuwen Rotterdammer" van 22 April j.l. een brief uit Madrid, waarin de plechtigheden van de Goede Week beschreven worden. De briefschrij ver begint zijn epistel met de volgende enormiteit: „Dat het Spaansche volk erg Katholiek is kan niet beweerd worden". Nu (s er geen volk zoo door en door Katholiek als hét Spaansche en is zijn Katholiciteit zelfs velen een doorn in het oog, zoodat het daarom geen goed kan doen. Waar is echter ook, dat bij geen volk zoozeer als- bij hét Spaansche de duistere machten van Loge, Revolutie, Anarchisme etc. alles in het werk stellen om het Katholiek geloof uit het hart der natie te rukken en de mentaliteit van den briefschrijver doet ons eer een felle tegen stander dan een vriend van het Katholi cisme vermoeden. Wel laat hij echter de boven aangehaalde woorden volgen: „en wordt ook door de Spanjaarden, die hun volk Uoorgronden, rondweg ontkend. Nu dat zullen er ook wel de Spanjaarden naar zijn! „Zooals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten". Doch, om bijons chapiter te blijven, de briefschrijver in kwestie verklaart de plechtigheden van den Goeden Vrijdag aldus: „Goede Vrijdag is bij hem (dus Spanjaard) niet de rouwdag, de somber» „Charfreitag", doch meer. Jiet 'ouft-ooster- sche lentefeest, de dood van Adonis, maar vooral zijn herleving". Ge ziet, lezer, „c'est simple comme bonjour", maar het kerkelijk Spanje wordt met-een .den klad van paganistlsche gebruiken aangewreven. 1 -I 1 j tT Tl te l'-'; i geloovigen worden verzocht tijdig in de kerk te zijn, om dat openbare gebed, waaraan de H. Kerk zulk een hooge waarde hecht, godvruchtig mee te bid den. Tevens het uitwendig besehermfeest van den H. Jozef. Onder de H.H. Missen de maandelijks terugkeerende collecte voor de renteaflossing in verhand met de schil dering der Kerk. Een kwartier na de Hoogmis catechis mus voor de niet-schoolgaande vormelin gen. Om 2 uur Lof der 19 Martelaren van Gorkum met. Rozenhoedje en het gebed tot die H.H. Martelaren voor de Kerk van Nederland. In 't Lof een lied tot St. Jozef. Dinsdag de Requiemmis voor de ouders. Woensdag octaafdag van het beseherm feest van den H. Jozef. Om 8 uur uit reiking der H. Communie; om 9 uur de gezongen Huwelijksmis met Veni Cre ator tot intentie van bruidegom en bruid. Deze week biechten de jongens; Zaterdag 1 Mei opening der Meimaand, toegewijd a^n de bijzondere vereering van Maria. De feestdag der H.H. Apostelen Philippus en Jacobus, dag van devotie. Om 7.45 gezongen H. Mis. Biechthooren van 8.309 uur'. Voorts van 25 uur. Om 7 uur Lof met Rozenhoedje, daarna tot 8.30 uur- Zondag a.s. 2 Mei, eerste Zondag der maand, te verdienen aflaat. Het uitrei ken der H. Communie om 6.15 uur- en onder de Vroegmis van 7 uur. A.s. Zon dag de maandelijksche collecte voor de schulddelging der kerk. A.s. ZoiifilJg 2 Mei het betalen der half jaarlijkse lie plaatsengeilden. En wél, nal de beide H.H. Diensten, alsmede na hei' Lof, in de Spreekkamer der pastorie. Men Wordt, beleefd verzoeht, op dien' bepaalden 'dag zijn vclrpliclibing te vol-' doen. 1 Denkt, zoo noodig, aan de bus der V astendispensatie. A.s. Vrijdag, 30 April e.k., de groote Hanzedag voor Zeeland. Opkomst van alle leden hoogst gewenscht. ODD-VOSSEMEER. 3e Zondag 11a Paschen. 7 u. Vroegmis; 10 u. Hoogmis; 8.30 u. Eerste H. Com munie; 9.45 Litanie van alle Heiligen; 2 u. catechismus; 3 u. Vespers. Dinsdag en Vrijdag gezam. Communie der kinderen. Woensdag en Donderdag catechismus te 12 u. Woensdag gezongen Requiemmis. Zaterdag na de H. Mis en van 4 tot 7 u. gelegenheid tot biechten. 5.30 u. plechtig Lof tot opening der Meimaand.- Tot armmeester benoemd de heer M, Ooms. Aan de Eerste Communicanten van 's Heerenhoek. o Als 'k rustig in mijn kluiskeni zil, Trekt vaak een lange rij Van .beelden, nrij zoo wèl befend En dier, den geest voorbij'. 'ik Zie Kerk en kerkdieef, speclplaals, Was, En kind'reoi. 'k Hoor hun lach. Ik zie ze spelen met elkaar, En 'k hoor hun „goeden dag Maar duidelijker dan weleer Zijn mij1 Uw beelden nu, O, kinderen van 's Heerenhoek, 't Is, ware ik: nog bij U. Uw Ouders blij. Gij aan hun' zij, Gelooid in feestgewaad. De klokke- klinkt. Het orgel zingt. In licht het Altaar baadt. Geloof en Hoop en Liefde saam Zij drijven stil U voort. De stem van Jesus die U roept, Hebt Ge in Uw ziel gehoord. Hij sprak!: „Mijn kind, geef Mij Uw hart'', E11 Gij zegt: „Lieve Heer, Aan U ons hart, aan U alleen, Wij nemen 't nimmer weêr". Ge-luk o Kind'rc-n driewerf heill 0, blijft dat woord getrouw. Zoolang Uw hart aan Jesus is, Keut Gij geen druk', geen rouw. Geluk o K'nd'ren, op deez' dag Eu wat ook keer' of wend', Elijft steeds aan Jesus, die Zich gaf, In 't Heilig Sacrament. JOH. W. VERHAGEN, O. S. Cr. 8int-Agatha, ,April 1920. Indrukken van een retraite in de gevangenis. Mr- T., waarschijnlijk iemand, die zich bezighoudt met het schoone", edel reclas- seeringswerk der gevangenen, beschrijft in „De Tijd" van 17 April j.l. de slot oefening eener retraite, voor gevangenen in de kerk der gevangenis door een pate« gegeven. Na eerst gezegd te hebben hoe het gemeenschappelijk gebed der retraitanten hem ontroerde, bespreekt hij den indruk dien de preek van den pater over Maria, onze hemelsche moeder, in. dit g-evange- nis-millieu op hem maakte en zegt: Ik zal hier niet een overzicht geven van de preek, zelfs niet in grove trekken. Maar nog één punt wil ik hier aanstip pen: de vergelijking, welke de priester maakte tusschen onze zielemoeder en onze natuurlijke moeder. Wat wil dat zeggen zoo ging de pater voort dat Maria is onze Moeder? Dat wil zeggen, dat Maria ons nooit verlaat, dat Maria steeds onze toevlucht wil zijn, dat Maria altijd klaar staat ook al waren w ijnog zoo van haar ver vreemd om ons weer aan te nemen en onze voorspraak te zijn bij haren Goddelijken Zoon. Dat is immers in het bizonder eigen aan het moederschap, dat is immers het wezen van dien innigen band, die ons met onze moeder verbindt; Zoo is het ook met onze natuurlijke moeder. Wanneer gij door allèn zijt ver laten, door bekenden, door vrienden, door broeders en zusters, ja door uwe ouders, zal dan uwe moeder u van zich afstooten indien gij een beroep doet op dat moe derhart, indien gij wilt terugkeeren in het ouderlijk huis Zal zij niet degene zijn, die haar kind weer het eerst tot zich wil nemen, die hare allesvergevende, moederlijke bezorgdheid over u uitspreidt Ja, gij weet het: bij moeder kan men altijd nog wel terecht. Denkt eens in dit uur, maar ook als gij zijt terug gekeerd in uwe eenzame cel, aan uw eigen moeder. O, denkt er aan, hoe zif u als een klein kind heeft geleerd de handjes te vouwen, hoe zij u heeft leeren bidden, hoe zij later u heeft voorgehouden mijn jongen, mijn kind, doe je moeder dat verdriet niet aan 1 Er was ontroering in de hokjes met de ijzergazen vensters. Ik zag menigeen de tranen wegvegen van zijn wangen, ik zag er een, die met het hoofd in de handen zat te snikken, ik zag de roodbeloopen oogen in het bleeke gezicht onder het witte kapje, de smeekende han den nog steeds gevouwen voor zich uit,- Maar de ontroering was .niet alleen in die kleine cellen der gevangenis. O, het stroomde door mijn ziel. 'Ik moest mijn oogen afwenden. Ik dwong mijzelf om een ander voorwerp, een stoel, een schoen van een bewaarder, te beturen om mij niet door dien gevoelstroom te laten overmannen. Daar, voor mij zaten menschen, met menschelijke gevoelens, met menschelijke hartstochten, met menschelijke zwakheden zooals wij. Ziji waren gestruikeld, geval len; hoe zou het ons in gelijke omstan digheden zijn gegaan Maar nu waren zij weer gestaald in hunne goede voor nemens, zij voélden weer de kracht om staande te blijven, zij zagen weer voor zich hunne treurende moeders, die zij tot schade waren geworden. Ja, er zullen ook gevangenen bij zijn' geweest, die geen goede moeder hebben' gehad, die de moederlijke zorgen niet hebben gekend. Ook bij hen zal er ont.-' roering geweest zijn, heilige ontroering; O, ik weet het wel, er zullen er ook wel bij .geweest zijn, dié niet ontroerd wa ren. Wie zal het zeggen Maar oneer biedig was er niet een; aandachtig waren allen. Na afloop van de preek werd weer even gezamenlijk gebeden. Weer. trof mij die ernstige, eenvoudige vroomheid. Diep; drong het tot mij door, welk een goed werk hier was verricht. Het goede, dat in de menschen zit, was er uit gehaald en naar boven gebracht. Zij zelve moeten het hebben gevoeld. Het goede was bij velen diep verborgen, begraven onder een korst van onverschilligheid en hardheid; Maar die korst was doorboord door een straal van liefde en doorweekt door het water der goedheid. i Tenslotte werd door een klein koor, met orgelbegeleiding, het miserere ge zongen en daarna door allen gezamenlijk het bekende: Lieve Moeder van den Heer; Ik behoef de woorden hier niet te' herhalen. Zij zijn bekend genoeg. Diep aangrijpend was het gezang. Daar klon ken weer die mannen- en vrouwenstemmen en dat eenvoudig smeekgebed. Ik hoordff dien regel: „Laat ons om uw zetel drin gen". Ik wilde meezingen, maar de stent stokte mij in de keel. Ik zag voor mijn geest die schare gevangenen, geknield- voor Maria, dringend om haar zetel. Eerst bij het derde couplet kreeg ik de be- heersching over mijn stem, na eerst mijne gedachten opzettelijk te hebben afgeleid; Toen zong ik krachtig mee en kon dit gelukkig' blijven doen tot het einde. Wij zongen allen éen van zin, éen van hart! Zonnezuivre Moedermaagd Om de glorie, U gegeven, Hoor ook wat ons hart U vraagt Dat we na een schuldloos leven Eeuwig jub'Ien aan Uw zij Moeder, onbevlekt zijt gij. Maar toen moest de ontspanning wel volgen. Mijn gemoed was overvol Zusters iu de Missie. Herman Fischer S. V. D. schrijft ovejf |deze kwestie: f „Ongetwijfeld was cfe idee, Zusters yootf het Missiewerk aau te werven een grootd schrede voorwaarts, die een aanzieniijkel vermeerdering onzer arbeidskrachten ten gevolge had. Eertijds dacht men er niet aan. Het was in dien tijd ook niet ïaad-t zaam kloosterzusters aa.n de gebeurlijkhe» den en vermoeienissen eener langdurigs zeereis te onderwerpen en ze zonder |be; scherming bloot te stellen aan al de ge varen, die de Missionarissen in de heiden sche landen bedreigden. Dank zij de ont wikkeling van het wereldverkeer en hier mede verband houdend de grootere vast heid der Missieposten, alsmede de toe nemende veiligheid des levens, is Ihefl mogelijk geworden ook' vrouwelijke krach'-! ten dienstbaar te maken aan het werk ,- van de voortplanting1 des Geloofs. De ar men- en ziekenverpleging, de leiding Van Meisjesscholen en Weeshuizen, het gods dienstonderwijs voor vrouwen' benevens de huishoudelijke werkzaamheden in de) Missiën zijn aan de zorg der Zusters toe vertrouwd. Zusters kunnen zich in de Missiën uiterst ver dienst vu! maken en zijn er reeds onmisbaar geworden". („C.'-'J!

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1920 | | pagina 7