erklijst van het dekenaat middelburg
HET APOLOGETISCH HOEKJE.
RIL 1920 WE ZEEUWSCHE COURANT
ZATERDAG 24 APRIL 1920
KERKBERICHTEN
ar is. In een
|)iedt zich een
Zij verklaart
len de fijnste
•n en zoowel
salon te kun-
rerkzaamheden
verrichten en
■rij en de kip-
I zijn.
side dame zal
Iferten ontbre-
I z en.
(getij. AcJiter
of kuit van
troebel water
aal spreken.
In de fuik
eer ze in
uitgooien om
k. Ëen aal bi»
aan een goed
\xn aal. Men
{ischjes) leveind
j te eten geven.
Jan. Een ge-
«bebben. (Z.)
inge man Victor
jjivonds bij Orsett
„denehole'.' van
lile is een kunst-
finschen tijd, die
voor het bewaren
fen zijn er in de
*n van Engeland
werd, ging men
(n dag vond men
uit den put een
et zich neer met
t. Op den bodem
pn, die zijn val
hij vrijwel onge-
(N. R. C.)
euken. Hoe
len jn de Buit-
ïog zijn blijkt
menu, dat een
Bezeressen aan-
|e!soep, galasclï
sterk gokrujd
»oed vleescli of
Srden) met meei-
1. Maandagrijst
|idaglinzen met
aardappelkoek.
en met baring,
met gestoofde
haringsk met
V
kelijk wanneer
deze toestand
s bestaat en
wakken vooral
ten. (,,C.)
potheker. In
1 Dr. A. A. L.
|er meer het vol-
in de pharrna-
een studie welka
Imdig door onze
In wiordt"
|ts èiscbt de wet
listen te vóór dat
In mag afgelegd
Jen jongen rneis-
S. komen, gele-
ar thuis te blij-
snlijke studie .be
zien goed reken-
van den aard
lar wacht. ,Want
Piharmaoeute in
ploma te balen,
de wetenscbap-
djlden. De studie
vv zeer geschikt,
sch werk, naast
ermogens, vooral
®sse, geduld en
;n, die ik, al cij-
nnelijke collega's
tochals typiscihi
Verder is er in
voor de vrouw
ijv. vau de medi-
ïgd kan worden,
pbarmaceutische
e, vooral de ver-
Laboratoriumwerk,
valt menig meisje
'iivermijdelijk. La.;
n functie icau pij
komen, door het
>ver verschillende
verdeelen; daar-
jpteerwerk in de
aan bevoegde as-
worden.
dat die abdijen eni
tijd zijd. Da pries-
ïobben er groot be-
ichte van restitutie
te moedigen, waar-
al te vol is ge-
Ii-nn'ge woorden met
zoo bijzonder eigen
's, die z!i.ch vrij ge-
god'dienstige voor-
er gekt men, do arme
etsteld. Stellig was
bert verlicht ge-wor-
r an'i-cle.icale blaad-
miji. ontevreden vc-oiT-
naakte hij een einde
chudde mij koel de
zich. Den vo'genden
hij een nieuwe onit-
rmeed.
t tusschen ons, ®n
uitgenoodlgd op bet
den derden Zondag na Paschen. V
'tel 'I van den H. Petrus II. 11—19»
Hief stent ik smeek u, alsPe]fr'^
^Elelingen, dat gij u onthoudt van
rieesclnlijke begeerlijkheden, welke
^Kieren tegen de zielleidt een
Iwandel onder de Heidenen, op-
dio u als boosdoeners lasteren,
«bede werken welke zij in u be
lt God in den dag der bezoeking
■ken. Weest derhalve om Gods
a alle menschelijke overheid on-
—B: hetzij aan den koning; als .den
.raten, hetzij aan den stadhouder, als)
van hem zijn gezonden, om de kwaad-
lers te straffen, en te prijzen die het
le doen. Want; dit is de wil van God,
gij, door weL te doen, den onwetenden
onvjirstandigen menschen den m°i'd
it, als vrije menschen; doch gebruikt
mjheid tot geenen dekmantel der W
maar als dienstkietohten Gods* Eerti
n; bemint de broeders; vreest God;
liedigt den koning; Gij, dienstknech-
ajjt met alle eerbiedigheid aan* hwe
ren onderdanig, niet alleen degenen
goedfen beleefd, maar ook die- onbe-
d zijn. Dit toch is Gode aangenaam
JezusfChristus onzen Heer.
Evangelie, Joanne» XVI. 1622.
n dien tijde zaide Jesus aan zijnd
Hingen: nog een weinig tijds, ep gij/
t mij niet zien, en wederom een weinig
s, ej» gij zult mij zienwant ik ga tot
Vader. Eenigé zijner Leerlingen zei'
|pa tot eikanderwat is hetgeen
ons zegt: een weinig tijds, en gij zult
zien; en wederom een weinig
^l'gij zult mij zien; Want ik' ga toll
jier? Zij zeiden dan: wat is dit)
tijds, daar Hij van spreekt? Wif
niet waf Hij zegt. Jesus dan mer-
de dat zij Hem wilden ondervragen,
le hun: hierover onderzoekt gij on-
elkander, omdat ik gezegd heb, een
nig tijds, en gij zult mij niet zien, en
Wederom een weinig tijds, en gij 'zult mij
zien. Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: 'gij
zult schreien en weenen, maar de-^ we
reld zal zich verblijden. Dan zult gij
ÜToefd zijn, maar uwe droefheid zal Sn
vreugde veranderen. Als e-epie 'vrouw;
baart, is zij bedroefd, omdat haar 01111!
gekomen is; maar als zij het kind ge
baard heeft, denkt zij niet meer aan
de smart, om de vreugd, dat een mensch1
in de wereld geboren is. En gij ook 'hebt
nu wel droefheid, maar ik zal u wederom
zien, en uw hart zal verblijd zijn; eu
niemand zal uwe vreugde ontnemen.
MIDDELBURG.
Zondag onder de H. Mis van 7 uur
aanneming der kinderen tot de Eerste H.
Communie. Na den middag 2.30 u. cate
chismus 3 u. Broederschapslof met Ro
zenhoedje; 6.30 oefening der He Familie.
Donderdagavond te 7 uur Lof ter eere
van het Allerh. Sacrament.
Zaterdag opening van de maand Mei,
's avonds te 7 u. Lof met Rozenhoedje
ter eere van Maria. Van 5 u. af gelegen
heid om te biechten.
In de week de gewone catechismus.
's HEERENHOEK.
Zondag 26. April. Heden wordt gevierd
het Hoogfeest van den H. Jozef. I11
de H. Mis van 6..30 u. zullen een aantal
kinderen hun Eerste H. Communie doen.
Om den feestdag van den H. Evangelist
Marcus zal vóór de Hoogmis processie
worden gehouden, waaronder de Litanie
van alle Heiligen wordt -gezongen. Onder
de H.H. Missen collecte voor het Semi
narie Warmond; 's middags geen cateeh.,
maar te 2.30 u. Lof, waaronder de plech
tige uitreiking van diploma's en prijzen
aan de kinderen, die den catechismus
zullen verlaten.
Om de vacantie der kinderen deze week
geen catechismus en eiken morgen te 8-
u'. gezongen H. Mis.
Eiken morgen te 6. u. wordt de H.
Communie uitgereikt.
Vrijdagmiddag te 3 uur Lof ter eere
de H. Maagd.
Zaterdag feest van de H.H. Apostelen
Philippus en Jacobus, dag van devotie,
tevens le dag der Meimaand.
's Middags gelegenheid om te biechten
van 3 tot ,6. uur.
HANSWEERD.
3e Zondag na Pasehen. Besehermfeest
van den H. Jozef, tevens feestdag van
den H. Evangelist Marcus. Vóór de Hoog
mis zal de Litanie van alle Heiligen
gebeden worden. Na de Hoogmis vérga-
dering van het kerkbestuur. 1.30 u. ca
techismus; 2.30 u. oefening van den
Kruisweg. Na den Kruisweg vergadering
der zelaïricen van de Broederschap van
den H. Geest en het Genootschap der
H. Kindsheid.
A.s. Zaterdag begint de Meimaand, bij
zonder aan de vereering der H. Moeder
Gods toegewijd. Des middags om 4 uur
gelegenheid om te biechten en 'des avonds
om 7 uur Lof met Rozenhoedje.
Op Maandag 3 Mei feestdag van Kruis
vinding. Deze. dag is een der bijzondere
feestdagen van de Broederschap van den
H. Geest. De leden dezer broederschap
worden verzocht op dien dag een bij
zonder gebed voor de Missie te doen.
en op dien dag of des Zondags tot die
intentie te Communie te gaan.
A.s. Zondag schaalcolleete voor het Se
minarie Warmond. Deze collecte wordt
door Z.D.H. den Bisschop bijzonder aan
bevolen wegens de hooge kosten, welke
halt onderhoud 'der gebouwen met zich
brengt.
OVÈZAND,
Zondag 25 April (derde Zondag na
Pasehen). Het feest van den H. Evan
gelist Marcus. Vóór de (Hoogmis van half
tien de Litanie van alle Heiligen. De
DE.
on ean couiant geen theologisch
is, koimt het toch nu en dan
it in een couiant vragen van gods-
,011 aatd moeten hehandeld worden
■behoort een Katholieke couiant
Komende gelegenheid te autwoor-
^Jveitlachtniakingen en verkeerde'
van oils H. Geloof, die in
le-nwian andere richting voorkomen,
an ook mijn voornomen om zep
jelegemheiid zich daartoe leent, 011-
ubriék „Kerknieuws" in het apo-
^^Blioekje, d.WjZ. het hoekje, aan
Hifsvcgdedigmg gewijd, een en ander
de „Nieuwe Zeeuwsche" te plaatsen,
irmede de Katholieke en ook do niet-
holieke lezer zijn nut ka.11 doen.
nu ter ,zake.
Wierook en n 0 g w ait.
n de „Nieuwe Rotterdanische Courant",
irtegein nog altijd door sommige Boom-
en met zekeren eerbied wordt opge
ien ids „de" courant, maar die in haar
gffiende rubrieken dermate is door
ken van anti-Roomsche odeurs, dat
Sr van. dat blad bij den doorsneè-
fijnen parfum ontneemt aan ziju
.even en de ziel op den duur inent
K langzaam maar zeker werkende
godsdienstige onverschilligheid,
bndag 18 April j.l. een feuilleton,
■„De Mode", waarin een zekere
Bis Gera,|rd[Uehet chapiter „paf-
^BtehandeMc, een op Zichzelf be-
ouwd, ,zeer neutraal chapiter, maai- bij
ks H&handeling de schrijfster kans zag
paap hatelijke onwaarbeden te dfcbi-
jsêjniiiaan hat adres der Katholieke Kerk,
ui<j§ onbesproken mogen blijven. Mejuf-
uwRenardue orakelt als volgt:
gfflf11 i 1
Bij allo groots offerfeesten van bijna
lila -oervolken woidem parfums gebrand
het wierook in de Roomsch-Katho-
ioke kerk is daar een overblijfsel van.
Evwmiiin als Rome direct brak met
ieosten als de Saturnaliën, deze veeleer
,n haar godsdienst een plaats gaf, even-
ininBrak hot met die Hef.dehsche ge
bruiken, welke de volken, die ,ze 't al
lereerst Voor hun godsdienst wilden win-
^^^Eerbaar waren. Rome heeft de
der volkeren in haar ritten be-
rard. Tenslotte wil de ziel, die bc-
heeft aan .„geloof", geen imli-
zoekt in 't Godshuis mysterie,
m haar die te onthouden? Zoo
Rome liet reukoffer al ver-
het do ooispronkelijke heteeke-
ïis [aarvan.
i 11 1 j
Bze passage staan bijna evenveel
idem aJs woorden.
inejuffr. Gerardue iets- afweet
j ontstaan van de Katholieke Kerk
Üieidensche Rome, dan zal het
at onbekend zijn, dat de nieuw-
pr het heidendom door het vol-
Bfoveren van alle heidensche
te-n. eencnniale den rug
-. want de Kerk ontving geen
let in hare gemeenschap, die niet
st en voor atijd met den
5- eu Venusdienst, niet Saturnaliën
iercaliën, met Eleusinische myste--
j noe voider de heidensche feesten
tnoniën mochten heeten, hadden
a. Een bekend schilderij, tot onder-
I voerende: „Minerva of Christus"
pns een Christenmaagd voor het
van Minerva gevoerd, om daar haar
[te verzaken, door het werpen van
korrels reukwerk op het altaar-
Het koffaitjemet reukwerk wordt
opemd voorgehouden en met wel-
i gebaar' beduidt haar een der
»t.eEs:„,,s!e(pirts (én koirel op het
vuur en wij erkennen Uw terugkeer tot
dein afgodendienst". Maar nog welspre
kender is de geste van de afwijzende
hand en het weigerend oog der Christeni-
tmaagd, waarmede <zij als het ware zegt:
„liever sterven dan ook maar met één
ïpikpastillei in het vuur- te werpen, in
het oog van het publiek afvallig te wor
den van den godsdienst van Christus".
Jk vraag, in. gerniqeder.jzou dit ooit hebben
kiunnen geschieden, waarneer de Ket'k alm
heidensche gebruiken een plaats had ge
laten Onmogelijk
Dat de Katholieke Kerk bij haar plech-
tigen eenedlenst, die Gods lof en glorie
op de allereerste plaats beoogt, langs 'den
weg der zichtbare teekenen in casu
de ceremoniën de 'ziel wil helpen op
le stijgen tot de onzichtbare!, hemelsqhe
dingen en dat zij1 diaarotm bij do offerande
der. H. 'Mis, bij de aanbidding1 van liet
H. daaoiament den wierook laat opstij
gen, heeft met het heidensche reukoffer
niets te maken en geldt .zuiver en al
leen als een symbool van de bede, die
uit de -ziel opstijgt tot voor Gods troon.
Dit blijkt voldingend uit de gekedeu, die
de,ze cezetnonie vergezellen. Wanneer de
priester den wierook in het wierookvat
doet, ,zegt hij: „door de voorspraak van
den H. aartsengel Michaël, staande ter
reichter,zijde van 'liet reukaltaar en van
al zijne' uitverkorenen gewaardigde zich
de Heer dezen wierook te zegünao en
in geur van zoetheid aan te 'nemen".
Daarop het brood 'en den wijn beavie-
rookende bidt hij: „defze wierook, door
U gezegend stijge tot U op, o Heer, en
moge op ons Uwe barmharti-^heid neder
dalen". E11 terwijl dan verder de priester
het altaar van alle zijden bewierookt, bidt
hij: „mijn gebed', o, Heer, stijge als wie
rook op voor Uw aanschijn, de opheffing
(mijner hanldan izij U een avondoffer. Plaats,
o Heer, ean wacht bij mijnen mond en
een poort rond mijne lippen, opdat mijn
hart niet nij-ge tot woorden" Van boosheid
ter verontsclnildiigin-g mijner izoniden".
Wie kan 111 bovenstaande gebeden ook
maar liet geringste spo-or. ontdekken van
iets dat Leenwijst naar een heidensch
gebruik? Niets. Maar het is de gewoonte
van vete niet-Katholieken, die onzen gods
dienst niet kenneai of niet willen leerm
kennen, de ce emoniën- en gebruiken, die
,zij niet weten tet verklaren, vast 'te kop
pelen aa.n heidensche gebruiken, die daar
mede eenige overeenkomst vertoonen.
„Post hoc ergo propter hoc", „daarna
dus daarom", redeneeaen zij. Maai- die
redenatie kan voor do rechtbank der
strenge logika, niet bestaan'!
„Ten slotte" aldus me juffrouw Ge
rardue „wil del ,ziel, die behoefte heeft
aau „geloof", geen imlileit, ze zoekt in
't Godsrijk mysterie".
Ik zou meijuffrouw Gerardue willen toe
voegen: „schoenmaker, blijf bij je leest".
Praat over Muskus, patchouli, „parfum
Coty" en'andere modegeurtjes zooveel gij
wilt, maar laat alstublieft de theologie
met rust, want daarin zijt gij thuis als 'n
kat in een vreemd pakhuis. Al wat gij
in bovenaangehaalde zinsnede vertelt is
excusez le mot abracadabra, althans
met betrekkit)® tot de christelijke, de Ka
tholieke Iziel. Di» .zoekt in Gods huis geen
mys-t'efrie, in uw jzin van iets netvel-
arfhtigs, iets onbestemds, iets seheme-
rerads, iets onklaars, maar de reali
teit van Gods genade, verkregen door
een hartelijk gebed, die haar troost'
schenkt in droefheid, kiaclit en sterkte
in de verzoeking, steun tegen de verlok-
selen der vvieteld. Zeker, de Katholieke
godsdienst stelt mysteriën te gelooven
voor, maai- mot dia aan. te nemengeeft
het verstand, de ziel van den mensch,
izich niet over 'ban het onbestemde, het
irreëele! Integendeel Wanneer de ziel het
geloof wil zonder aanhalingsteekens,
juffrouw Geirandue! wil zij ook de
realiteit. Immers, gelooven is we
ten, een weten, niet langs den weg der
natuurlijke kennis verkregen, gelijk ik weet
dat twee maal tivea vier is, maar langs
den weg van Gods openbaring, die het
mij mededeelt, en die, ofteiitöig 'Wijs en
goed als Hij is, mij niet kan 'bedriegen.
Als ik .zieig: ik geloof, .jlat. God één
in wezen en drievoudig in' persoon is,
dan wil dat .zielggein: ik weet het. En al
weat ik niet, hoe de verhouding tusschen
Gods Weizen en Zijn persoomsveelvoudig-
héid in elkaar rit Hat is juist hetgeen
't tot een geloofsmysterie maakt,
d.w.z. boven de bevatting van het na
tuurlijk meinschenveretand ik weet toch
niet zekerheid', dat het geheim der H. Drie
vuldigheid niet strijdt met de. mensche
lijke I-ede, geen contradictorisch begrip
omvat. Daarom is het Katholiek geloof
geen „Schwarmered, geen droomerij, geen
theosofisch of spiritistisch gediefhebber vin
's Blauc hinem", maar een vrijwillige on-i
derwerpinigsacte van het verstand aan een
hoogeve macht, waarvan ljet weet, dat
die met iets te openbaren wat wij niet
begrijpen,toch nooit iets ter aanvaar
ding voorstelt wat de rede geweld aan
doet. En daarom kon Paulus schrijven:
„ons geloof zij een redelijk geloof" en
kon de beroemde godgeleerde St. Ansei-
mus vau Kantelberg tot leuze zijner stu
diën nemen het schoons woord: „credo
Ut intedliga;m'', „ik gelooé 0111 te begrij
pen".
Het is mogelijk, dat dit alles voor mejuf
frouw- Genaid'ue wat al te zware kost
is en boven haar petje gaat. Maar dan
zeg ik metden boer in Cremer's„Ge
rit-Meouwsan en rijn zoon op de Amster-
kJamsche karmis": „wat doe je ook met
de klompen op 't ies".
ROMANUS.
Zoo vinden wij in het Ochtendblad
van denzelfden „Nieuwen Rotterdammer"
van 22 April j.l. een brief uit Madrid,
waarin de plechtigheden van de Goede
Week beschreven worden. De briefschrij
ver begint zijn epistel met de volgende
enormiteit: „Dat het Spaansche volk erg
Katholiek is kan niet beweerd worden".
Nu (s er geen volk zoo door en door
Katholiek als hét Spaansche en is zijn
Katholiciteit zelfs velen een doorn in
het oog, zoodat het daarom geen goed kan
doen. Waar is echter ook, dat bij geen
volk zoozeer als- bij hét Spaansche de
duistere machten van Loge, Revolutie,
Anarchisme etc. alles in het werk stellen
om het Katholiek geloof uit het hart der
natie te rukken en de mentaliteit van den
briefschrijver doet ons eer een felle tegen
stander dan een vriend van het Katholi
cisme vermoeden. Wel laat hij echter de
boven aangehaalde woorden volgen: „en
wordt ook door de Spanjaarden, die hun
volk Uoorgronden, rondweg ontkend. Nu
dat zullen er ook wel de Spanjaarden
naar zijn! „Zooals de waard is, vertrouwt
hij zijn gasten".
Doch, om bijons chapiter te blijven,
de briefschrijver in kwestie verklaart de
plechtigheden van den Goeden Vrijdag
aldus: „Goede Vrijdag is bij hem (dus
Spanjaard) niet de rouwdag, de somber»
„Charfreitag", doch meer. Jiet 'ouft-ooster-
sche lentefeest, de dood van Adonis, maar
vooral zijn herleving". Ge ziet, lezer,
„c'est simple comme bonjour", maar het
kerkelijk Spanje wordt met-een .den klad
van paganistlsche gebruiken aangewreven.
1 -I 1 j
tT Tl te l'-'; i
geloovigen worden verzocht tijdig in de
kerk te zijn, om dat openbare gebed,
waaraan de H. Kerk zulk een hooge
waarde hecht, godvruchtig mee te bid
den. Tevens het uitwendig besehermfeest
van den H. Jozef. Onder de H.H. Missen
de maandelijks terugkeerende collecte voor
de renteaflossing in verhand met de schil
dering der Kerk.
Een kwartier na de Hoogmis catechis
mus voor de niet-schoolgaande vormelin
gen. Om 2 uur Lof der 19 Martelaren
van Gorkum met. Rozenhoedje en het
gebed tot die H.H. Martelaren voor de
Kerk van Nederland. In 't Lof een lied
tot St. Jozef.
Dinsdag de Requiemmis voor de ouders.
Woensdag octaafdag van het beseherm
feest van den H. Jozef. Om 8 uur uit
reiking der H. Communie; om 9 uur
de gezongen Huwelijksmis met Veni Cre
ator tot intentie van bruidegom en bruid.
Deze week biechten de jongens;
Zaterdag 1 Mei opening der Meimaand,
toegewijd a^n de bijzondere vereering van
Maria. De feestdag der H.H. Apostelen
Philippus en Jacobus, dag van devotie.
Om 7.45 gezongen H. Mis. Biechthooren
van 8.309 uur'. Voorts van 25 uur.
Om 7 uur Lof met Rozenhoedje, daarna
tot 8.30 uur-
Zondag a.s. 2 Mei, eerste Zondag der
maand, te verdienen aflaat. Het uitrei
ken der H. Communie om 6.15 uur- en
onder de Vroegmis van 7 uur. A.s. Zon
dag de maandelijksche collecte voor de
schulddelging der kerk.
A.s. ZoiifilJg 2 Mei het betalen der half
jaarlijkse lie plaatsengeilden. En wél, nal
de beide H.H. Diensten, alsmede na hei'
Lof, in de Spreekkamer der pastorie.
Men Wordt, beleefd verzoeht, op dien'
bepaalden 'dag zijn vclrpliclibing te vol-'
doen. 1
Denkt, zoo noodig, aan de bus der
V astendispensatie.
A.s. Vrijdag, 30 April e.k., de groote
Hanzedag voor Zeeland. Opkomst van
alle leden hoogst gewenscht.
ODD-VOSSEMEER.
3e Zondag 11a Paschen. 7 u. Vroegmis;
10 u. Hoogmis; 8.30 u. Eerste H. Com
munie; 9.45 Litanie van alle Heiligen;
2 u. catechismus; 3 u. Vespers.
Dinsdag en Vrijdag gezam. Communie
der kinderen. Woensdag en Donderdag
catechismus te 12 u. Woensdag gezongen
Requiemmis.
Zaterdag na de H. Mis en van 4 tot
7 u. gelegenheid tot biechten. 5.30 u.
plechtig Lof tot opening der Meimaand.-
Tot armmeester benoemd de heer M,
Ooms.
Aan de Eerste Communicanten van
's Heerenhoek.
o
Als 'k rustig in mijn kluiskeni zil,
Trekt vaak een lange rij
Van .beelden, nrij zoo wèl befend
En dier, den geest voorbij'.
'ik Zie Kerk en kerkdieef, speclplaals,
Was,
En kind'reoi. 'k Hoor hun lach.
Ik zie ze spelen met elkaar,
En 'k hoor hun „goeden dag
Maar duidelijker dan weleer
Zijn mij1 Uw beelden nu,
O, kinderen van 's Heerenhoek,
't Is, ware ik: nog bij U.
Uw Ouders blij. Gij aan hun' zij,
Gelooid in feestgewaad.
De klokke- klinkt. Het orgel zingt.
In licht het Altaar baadt.
Geloof en Hoop en Liefde saam
Zij drijven stil U voort.
De stem van Jesus die U roept,
Hebt Ge in Uw ziel gehoord.
Hij sprak!: „Mijn kind, geef Mij Uw hart'',
E11 Gij zegt: „Lieve Heer,
Aan U ons hart, aan U alleen,
Wij nemen 't nimmer weêr".
Ge-luk o Kind'rc-n driewerf heill
0, blijft dat woord getrouw.
Zoolang Uw hart aan Jesus is,
Keut Gij geen druk', geen rouw.
Geluk o K'nd'ren, op deez' dag
Eu wat ook keer' of wend',
Elijft steeds aan Jesus, die Zich gaf,
In 't Heilig Sacrament.
JOH. W. VERHAGEN, O. S. Cr.
8int-Agatha, ,April 1920.
Indrukken van een retraite in de
gevangenis.
Mr- T., waarschijnlijk iemand, die zich
bezighoudt met het schoone", edel reclas-
seeringswerk der gevangenen, beschrijft
in „De Tijd" van 17 April j.l. de slot
oefening eener retraite, voor gevangenen
in de kerk der gevangenis door een pate«
gegeven.
Na eerst gezegd te hebben hoe het
gemeenschappelijk gebed der retraitanten
hem ontroerde, bespreekt hij den indruk
dien de preek van den pater over Maria,
onze hemelsche moeder, in. dit g-evange-
nis-millieu op hem maakte en zegt:
Ik zal hier niet een overzicht geven
van de preek, zelfs niet in grove trekken.
Maar nog één punt wil ik hier aanstip
pen: de vergelijking, welke de priester
maakte tusschen onze zielemoeder en onze
natuurlijke moeder.
Wat wil dat zeggen zoo ging de
pater voort dat Maria is onze Moeder?
Dat wil zeggen, dat Maria ons nooit
verlaat, dat Maria steeds onze toevlucht
wil zijn, dat Maria altijd klaar staat
ook al waren w ijnog zoo van haar ver
vreemd om ons weer aan te nemen
en onze voorspraak te zijn bij haren
Goddelijken Zoon. Dat is immers in het
bizonder eigen aan het moederschap, dat
is immers het wezen van dien innigen
band, die ons met onze moeder verbindt;
Zoo is het ook met onze natuurlijke
moeder. Wanneer gij door allèn zijt ver
laten, door bekenden, door vrienden, door
broeders en zusters, ja door uwe ouders,
zal dan uwe moeder u van zich afstooten
indien gij een beroep doet op dat moe
derhart, indien gij wilt terugkeeren in
het ouderlijk huis Zal zij niet degene
zijn, die haar kind weer het eerst tot
zich wil nemen, die hare allesvergevende,
moederlijke bezorgdheid over u uitspreidt
Ja, gij weet het: bij moeder kan men
altijd nog wel terecht. Denkt eens in
dit uur, maar ook als gij zijt terug
gekeerd in uwe eenzame cel, aan uw
eigen moeder. O, denkt er aan, hoe zif
u als een klein kind heeft geleerd de
handjes te vouwen, hoe zij u heeft leeren
bidden, hoe zij later u heeft voorgehouden
mijn jongen, mijn kind, doe je moeder
dat verdriet niet aan 1
Er was ontroering in de hokjes met
de ijzergazen vensters. Ik zag menigeen
de tranen wegvegen van zijn wangen,
ik zag er een, die met het hoofd in
de handen zat te snikken, ik zag de
roodbeloopen oogen in het bleeke gezicht
onder het witte kapje, de smeekende han
den nog steeds gevouwen voor zich uit,-
Maar de ontroering was .niet alleen
in die kleine cellen der gevangenis. O,
het stroomde door mijn ziel. 'Ik moest
mijn oogen afwenden. Ik dwong mijzelf
om een ander voorwerp, een stoel, een
schoen van een bewaarder, te beturen
om mij niet door dien gevoelstroom te
laten overmannen.
Daar, voor mij zaten menschen, met
menschelijke gevoelens, met menschelijke
hartstochten, met menschelijke zwakheden
zooals wij. Ziji waren gestruikeld, geval
len; hoe zou het ons in gelijke omstan
digheden zijn gegaan Maar nu waren
zij weer gestaald in hunne goede voor
nemens, zij voélden weer de kracht om
staande te blijven, zij zagen weer voor
zich hunne treurende moeders, die zij tot
schade waren geworden.
Ja, er zullen ook gevangenen bij zijn'
geweest, die geen goede moeder hebben'
gehad, die de moederlijke zorgen niet
hebben gekend. Ook bij hen zal er ont.-'
roering geweest zijn, heilige ontroering;
O, ik weet het wel, er zullen er ook
wel bij .geweest zijn, dié niet ontroerd wa
ren. Wie zal het zeggen Maar oneer
biedig was er niet een; aandachtig waren
allen.
Na afloop van de preek werd weer
even gezamenlijk gebeden. Weer. trof mij
die ernstige, eenvoudige vroomheid. Diep;
drong het tot mij door, welk een goed
werk hier was verricht. Het goede, dat
in de menschen zit, was er uit gehaald
en naar boven gebracht. Zij zelve moeten
het hebben gevoeld. Het goede was bij
velen diep verborgen, begraven onder een
korst van onverschilligheid en hardheid;
Maar die korst was doorboord door een
straal van liefde en doorweekt door het
water der goedheid. i
Tenslotte werd door een klein koor,
met orgelbegeleiding, het miserere ge
zongen en daarna door allen gezamenlijk
het bekende: Lieve Moeder van den Heer;
Ik behoef de woorden hier niet te'
herhalen. Zij zijn bekend genoeg. Diep
aangrijpend was het gezang. Daar klon
ken weer die mannen- en vrouwenstemmen
en dat eenvoudig smeekgebed. Ik hoordff
dien regel: „Laat ons om uw zetel drin
gen". Ik wilde meezingen, maar de stent
stokte mij in de keel. Ik zag voor mijn
geest die schare gevangenen, geknield-
voor Maria, dringend om haar zetel. Eerst
bij het derde couplet kreeg ik de be-
heersching over mijn stem, na eerst mijne
gedachten opzettelijk te hebben afgeleid;
Toen zong ik krachtig mee en kon dit
gelukkig' blijven doen tot het einde. Wij
zongen allen éen van zin, éen van hart!
Zonnezuivre Moedermaagd
Om de glorie, U gegeven,
Hoor ook wat ons hart U vraagt
Dat we na een schuldloos leven
Eeuwig jub'Ien aan Uw zij
Moeder, onbevlekt zijt gij.
Maar toen moest de ontspanning wel
volgen. Mijn gemoed was overvol
Zusters iu de Missie.
Herman Fischer S. V. D. schrijft ovejf
|deze kwestie: f
„Ongetwijfeld was cfe idee, Zusters yootf
het Missiewerk aau te werven een grootd
schrede voorwaarts, die een aanzieniijkel
vermeerdering onzer arbeidskrachten ten
gevolge had. Eertijds dacht men er niet
aan. Het was in dien tijd ook niet ïaad-t
zaam kloosterzusters aa.n de gebeurlijkhe»
den en vermoeienissen eener langdurigs
zeereis te onderwerpen en ze zonder |be;
scherming bloot te stellen aan al de ge
varen, die de Missionarissen in de heiden
sche landen bedreigden. Dank zij de ont
wikkeling van het wereldverkeer en hier
mede verband houdend de grootere vast
heid der Missieposten, alsmede de toe
nemende veiligheid des levens, is Ihefl
mogelijk geworden ook' vrouwelijke krach'-!
ten dienstbaar te maken aan het werk ,-
van de voortplanting1 des Geloofs. De ar
men- en ziekenverpleging, de leiding Van
Meisjesscholen en Weeshuizen, het gods
dienstonderwijs voor vrouwen' benevens
de huishoudelijke werkzaamheden in de)
Missiën zijn aan de zorg der Zusters toe
vertrouwd. Zusters kunnen zich in de
Missiën uiterst ver dienst vu! maken en zijn
er reeds onmisbaar geworden". („C.'-'J!