woor Een reactionair Instituut? „De vlek aan de Zoldering:." FEUILLETON UIT DE PERS. BUITENLAND. DUITSCHLAND. FRANKRIJK ENGELAND OOSTENRIJK. ii Volgens de leer der Katholieke Kerk Us de menschelijke geest een afstraling van het Goddelijk Wezen, die denj mensch met ziel en lichaam schiep naar Zijb beeld en gelijkenis. Die breit gewölbt' erhab'ne Stir'n 1 Verkündt der Weisheit tiefen Sinn ITnd aus den hellen Blieken strahlt der Göst Des Scheipfers Haug tuid Ebenbild". Zóó jubelt Haydn in zijn onvolprezen oratorium „Die Schöpfung Hoe meer dns de menschelijke geest f wordt ontwikkeld, beschaafd en met kun- digheden verrijkt, des te meer beant woordt hij aan de bedoeling des Schep pers, die Zijn beeld in den mensch wilde doen uitstralen. Nu begrijpt een kind, dat wanneer de Katholieke Kerk dit alles leert, zij on mogelijk kan willen, dat de mensche lijke geest niet beschaafd' wordt, niet ont wikkeld en niet met kundigheden verrijkt, want dan doet zij aan haar eigen leer afbreuk, wijl Gods beeld moeielijk in den ruwen, dommen en onbeschaafden mensch wordt ontdekt. Nu heeft reeds de prediking des Evangelies het eigen lijke werk" der Kerk een wondere kracht ter ontwikkeling en beschaving i en is de kennis der godsdienstige waar heden de grootste schat, dien het men- séhelijk verstand zich kan eigen maken. „Daar is", zegt de rationalistische wijs- geer Jouffroy, „een boekje, waaruit dei kinderen moeten leeren en waaruit men hen in de kerk ondervraagt. Lees dat boekje, dat „Catechismus" heet, gij zult er de oplossing in vinden van alle kwes ties, die ik heb behandeld, zonder eenige uitzondering!Het ontstaan der wereld, het ontstaan van de soort, de eenheid van het mensehelijk geslacht, de bestem ming van den mensch in dit en in het andere leven, de betrekking van den mensch met God, de plichten van den mensch tegenover zijn naasten, de rech ten van den mensch op het geschapene onder hem, over dat alles licht dat boekje hem in, over niets laat het hem in het onzekere en als hij volwassen zal zijn geworden, zal 'hij in zijnoordeel over het natuurrecht, het politieke recht en het volkenrecht niet wankelen, want dat alles vloeit, glashelder en als vanzelf voort uit den catechismus. Ziedaar, wat ik een t gxooten godsdienst noem. Ik herken haar r aan dit teeken, dat zij op geen enkele der groote vragen, die het mensehdom be lang kan inboezemen, het antwoord sehnldig blijft." En de Kerk, welke zoo'n godsdienst predikt, zou een reactionair instituut zijn? Kom, Pionier, laat naar jejkijken. Doch, afgezien van de godsdienstpre- diking, heeft de Katholieke Kerk, trots alle verdachtmaking harer tegenstanders, steeds geijverd voor het onderricht in de bloot natuurlijke kundigheden, voor het onderwijs in de wetenschappen en zich alle moeite gegeven de onwetendheid te bestrijden, zoowel bij armen als bij rijken, bij heeren als bij knechten, bij mannen als bij vrouwen. "Waar door toe doen van den missionaris eene kerk ver rees, verrees ook een school en Gode alleen is bet bekend, wat rijke oogst van kennis en wetenschap waarop wij, txotsche kinderen der verlichte 20e eeuw nog teren uit de klooster- scholen van de middeleeuwen op Europa is neergedaald, van Alcuïn af, den An- gelsaksischen monnik die in opdracht', van Karei den Grooten de leiding van het onderwijs in Frankrijk op zich nam tot aan Geert Groote, die in de 14e eeuu^ zich met zijn broederen van het Ge nootschap des Gemeenen Levens zoo ver dienstelijk maakte, voor het volksonderwijs. Och, het is zoo gemakkelijk de Room- sche Kerk voor „reactionair" uit te ma ken, d.w.z. wars van alle verlichting en wetenschap en met dat dikke woord, in een telegram schrijvend te meenen, Uit het Fransch. 14) o— Wij gaan naar Parijs, zei hij, ah! ik zal z© vinden, ik zal ze vinden! Een oogenblik later veranderde mijn oom weer van meening en vormde het plan om met den postwagen te vertrekken. De oppasser moest in de stad ©en rijtuig gaan halén. In aRkachting .hierop, liep mijn' oom piet „groote stappen, in zdjoi werkkamer heen en weer. Du brave) Jean Baptist, die bij hem was, poogde tevergeefs om. zijp meester te troosten. Meni hoorde den. stap van een paard. Wie is daar?'' vroeg! de kolonel sid derend'. Het was der oppasser, die naar de stad reed'. Mijn oom gaf hem weer een tegero- bevel; hijf was. plotseling, afgezien, van zijh plan om naar Parijis te gpan. Hjj opende de vensters men was ïn de maand Augustus en staarde naar! buiten. Zware onweerswolken pakten zich sa- dat men zelf verbazend vooruitstrevend, verlicht en wetenschappelijk is, maar als de Groninger tabaksfilosofen bij hunne be spiegelingen óver de „reactionaire" Room- sehe Kerk eens het P.e deel van Monta- lembert's beroemd standaardwerk: „Les moines d'Oecident" (dé Monniken van het Westen) zouden willen opslaan, dan zouden zij, verbaasd over den breeden blik dié Rome's trouwste vazallen, de monniken, hadden op het onderwijs en al de vakken van het mensehelijk weten, moeten bekennen als zij althans eer lijk zijn dat zij met hun betiteling van „reactionair instituut" de Katholieke Kerk een klad hebben aangewreven, die deze niet verdient en met Littré, een der grootste taalkenners der 19e eeuw, zouden zij met het schaamrood op de ka ken moeten toegeven: „hij, die het houdt, met de beschaving, moet het houden met de (Katholieke) Kerk en met de mon niken, de militie der Kerk (celui qu» est avec la civilisation doit être avec l'Eglise et avec les moins, milice de l'Eglise). Voorshands willen wij de hee ren deze verklaring van den rationalist Gibbon onder den neus duwen: dat één klooster van de Benedictijner monni ken misschien van meer nut is geweest, dan de hoogescholen van Oxford en Cam bridge. Inderdaad al had de Katholieke Kerk niets anders gedaan dan de meester stukken der klassieke (heidensche) letter kunde uit de handen der roofzieke barba ren te redden, zij zou recht hebben op de altijddurende dankbaarheid der -menseh- heid. Reeds de H. Basilius hield een redevoering over het nut, dat de jonge lieden kunnen trekken uit het lezen van de heidenseho schrijvers en Paus Leo XIII, die fijne kenner der antieke lit teratuur, aarzelde niet te bekennen: „de werken der Grieksche letterkunde munten zoozeer uit'... dat men niets kan denken wat meer beschaafd en volmaakt is". Maar de Kerk heeft meer gedaan. Zij heeft voor alle lagen der maatschappij gezorgd en hare middeleeuwsche provin ciale en algemeene concilies bevatten tal van voorschriften over de inrichting van volksonderwijs, zoowel als over de stich ting en uitbreiding' van liet hooger on derwijs. De uitvindingen en ontdekkingen, waar mede de menschelijke geest in den loop dereeuwen hét floraein der kundigheden uitbreidde, werden steeds door de Kerk toegejuicht en aangemoedigd: de pausen Leo X, Nicolaas V, Pius II, Paulus'III, Gregorius XIII, Sixtus V, Urbanus VIII, Benedictus XIV, hebben in dit opzicht enorme verdiensten. Wie interesseerde! zich voor de als krankzinnig uitgekreten plan nen van den koenen zeevaarder Columbus, wie blies hem moed en vertrouwen in, wie wist het Spaansche hof voor Colum^ bus' plan: de ontdekking der nieuwe we reld te winnen? Wie anders dan de mon nik Juan Perez de Marchena,(biechtvader van koningin Isabella? En laten de Gro ninger „Pionier"-mannen niet aankomen met Galileï, want heel de bekende poes pas van Galileï, omwille van zijn weten schappelijke overtuiging door de Inqui sitie op de pijnbank gelegd, is sinds lang naar het rijk der fabelen Verwezen en wordt thans door geen enkel serieus mensch meer gelooft. De Katholieke Kerk1 een reactionair in stituut?, Maar geleerde) tabaks vri ended' van den Groninger „Pionier"! Waren of ïzijn Rafaël, Rubens, Michel Angelo, Mu- ïrillo, Balmes, Nicolas, Ozanam, Cant us Chateau Briand, Dante, Racine, CorneilleJ Vondel, Montalembert Veuillot, Hettinger,. Weiss, Ampère,* Secchi, Wasman, Cuij-, pers, Willem Mengelberg, Haydn, Mo zart, om maar enkele namen van Katho lieken te noemen, die a.am het uitspansel •van de Wetenschap en de Kunst schitteren als sterren van de eerste grootte, dan iook' reactionair' Of moeten wij uwe zeef, lichtzinnige, hoogst oppervlakkige en mis schien maar dat hopen w'ij niet ücj 'kwader trouw neergeschreven aantijging' Ivonnissen met het woord van Thiers (Hij zeide: „men bewere niet, dat, d,e Katho lieke Kerk eien belemmering is voor idfc men en verduisterden de' maan; een licht- hand leekénde hun omtrek' af en deed denken aan den somberen aanblik' van een doodskleed met zilveren randen., "0$ het gra'sveld van het park' kwanten zwa re voorwerpen in geheimzinnige vormen uit, en jn de verte spreidde liet bosch van. Aulnetraie zljjn: zwarten sluier uit tot aan den horizon), en een onduidelijk blar derengeritsel klonk van daal'. Te mid den van de algemeene stilte der slapende natuur hoordé men slechts den zwa'rtgaf- ligen kreet van den boschuil, het kwaken der küivcffschea in den' vijver en meer' verwijderd', het geratel van een rijtuig op den straatweg. Eenigp meters van het Kasteel verhief zich vroeger de kloosterkerk. Zag mijn oom, in zijn mijmering plotseling weer de vermagerde gestalte van den laatsten abt van Aulneraie terug,, .zooals hij daar lag, op de trapped Van het portaal? Ik' detail het, want onstuimig giing hij weg van het venster en mompelde: „De dood van dien ouden monnik' heeft ongeluk iover mijl gebracht! Daarna ging hij voor zijin lesse naar zitten, steunde het hoofd in de han den en zond Jean Baptist en Louis weg. Intusschen heeft het geratel van het rijtuig op den weg opgehouden. Ben post- mcnschelijkc gedachte. Neen! Het) Katho licisme verhindert niemand te 'denken, behalve hen, dic| niet gesehik'tj zijn om- te denken." 1 ,-,Niet-geschikt om te denken." Zouden soms de heeren- directeuren, bazen, )en knechts van de „Pionier" lijden pan Chro nische nicotinevergiftiging, welk'ef de her senen aantast?. Dat zpu veel verklaren. Maar daar wij daaromtrent in het on zekere zijn, meenen wij ons onderwerp! 'teneinde toe met den ernst te moeten (be handelen dien de' opmerking van een (ba-i, genstander verdient. (Slot volgt.) Over de filnscencnur. De „Nieuwe Delftsclie Crt." schrijftt 'tKan niet tegengesproken worden, dat de Katholieken dat onze. Bisschoppeit en Priesters voortdurend met kracht en klem waarschuwen tegen hét verderf ed de ontaarding der onzedelijke en zinne,-- jprikkelende voorstellingen in beeld 'ven' gravure en zeer speciaal de excessen ider moderne kléeding., ■Deze laatste actié vooral Wordt nog al eens bespot en belaehen door „hreedj- denkenden" (dit woord tussch'ein laanhaj, lingsteekens, zetter!".,En Katholiek ken, die, in deftig-doenerij, gaarne zich laten meesleuren in de sleep,-staati© deé vrijzinnigheid, zij vinden toch ook wel,1 dat 't te ver gaat en dé Katholieken bej zig zijn, zich door h'uu preutsohe en he,'-, jcrompene opvattingen belachelijk te ma-, kendat de minderei of kleine-bur* gexman daarnaar handelt, dat kan 'nog wel z'n nut Jrebben, ma;ar dei hetere of hoe' geTe standen, zij mogein,, zij moeten zelfs wel met de wereld meedoen! En meii heeft dan ook wel op bijeenkomsten Van Katholieken zelfs Ms ter een onder werp van godsdienstige strekking in be handeling kwam dames-toiletteh ge-: zien, die volkomen pasttein in der modern.-' Iheadensclie slavinnenmóraal. 1 En nu verheugt het,óns hijzonder, aar! dergelijke „breed-denkou.de" menschetn jtte kunnen voorhouden ecta daad van den (burgemeester van Rotterdam! Déze heeft n.l. bekend gemaakt, van jwelke soort films' hij de verhooning in Jfto jRo^terdainsche. bioscopen zal verbieden. En dan vernemen we, dat o.m. zijn'ver- (boden 'films, w,a.ariu"de figuranten of niet of op „zinneprikkelenda" wijze zijn gel (kleed geen laten we fnaar zeggen geleuter en gehuigell over „kunst" (films waarin de figuranten niet of niet behoor» lijk' zijn gekleed, zullen eenvoudig niet Vertoond mogen worden!, Moge in 'de practijk aan dit besluit Van den Rotterdamschen burgemeester ten Volle uitvoering worden gegeven en mogen vele zijner collega's jdif voorbeeld navolgen. 1 Moge het !tot besebkmun-de leering strek, ken van pile bovenbedoelde'„breed- henk'enden". De onsterfelijkheids-idee. In heit jongste nummer van het weék- weekblad de Amsterdammer is een beschouwing opgenomen van den in 1881 gestorven Russischen schrijver D'osto- jewsky over „zelftnooildl en onsterfelijk heid". Merkwaardig is dei conclusie, Waartoe de -schrijver 'k'oifflt Wij laten 'ze hier1 in die vertaling vain het weekblad volgen: „De uitslag is duidelijk: dat de zelf moord na het verlies van de onstórfelijk- heidisidee tot een onvermijdelijke, oövooir- waardelijkfe noodwendigheid wordt vool lederen mensch, die in zijn ontwikkeling ook maar een weinig boven het dier staat. De onsterfelijkheid, die een eeu wig leven belooft, verbindt echter dé mciLschen hechter met de aarde. Hierin ligt scliijhbaar een tegenstrijdigheidwan neer het leven zoo lanig is, wanneer eir buiter. diit leven opde aarde nog eten eeuwig leven is, waarom zal den mensch dit leven dan nog zoo dierbaar zlijln? Het sjees was in draf de laan ingereden en bracht ©en dame op Aulneraie, wielke dame niemand anders was dan mijn tante. Ja, mijn tante!Wilde zij haar man vooorkomen en hem opnieuw bedriegen? Ik geloof het vast. Toen zij had gehoord, dat de troepen waren teruggekeerd, had zij Parijs verlaten. Die vrouw vermoedde niet, dat mijn oom weds daar was, met gebroken 'hart én wanhopig, na als een held gevochten te hebben, om haar des te spoediger weer te zien. Daar, vóór de bijgebouwen, hield het rijtuig stil; dé tuinman moest altijd de deuren openen en dein postiljon een handje helpen, maar zijn dochter is alleen thuis. Zonder ©enigen omhaal vertelde zij mijn tante, dat mijnheer was teruggekeerd en voegde er bij, dat haai' vader bij hem was in zijn kamer. De kasteelvrouwe van AulneTaine bemerkte toen licht op Ide ld verdieping in de werkkamer van haar man. Een groote ongerustheid kwam over haar. Zij trad op de woning toe. De deur is open en zij treedt binnen, maar inplaats van naar boven te gaan, verborg zij zich in den salon, waar wij ons nu bevinden, wierp zich op een sofa en vroeg om licht te ontsteken. Waarschijnlijk wilde zij tijd winnen om een of ander verhaaltje blijkt 'in ieder geval, dat de mensch slechts door het geloof aan zijjn onsterfelijkheid zijta redelijk doel op aaide begrijpt. Zon der overtuiging van zijln1 onsterfelijkheid laten de, den mensch met de aarde ver bindende:, draden los, zijl worden dunnöï en beginnen te rotten en het verlies van een hoogeren levenszin (al uit die zich slechts in den vorm1 van1 een geheel on- bC'Wust verlangen) sleept zooideir twijfel den zelfmoord met zich mee. Hieruit volgt omgekeerd de moraal van mijn opstel: „Wanneer d» overtuiging van de onster felijkheid voor het ménschenleiven zoo onoütbeeriijjk is, zoo volgt daaruit, da,t zij! d© normale toestand der menschhecd is. Wanneer 'dit echter zoois, dan moet deze onsterfelijkheid der menscheui- zied zonder eenigen. twijfel ook''aanwezig zijn". In één woord), de onisterfelijKheidsidela is hét leven zelf, het leivende teven, zijn definitieve formule en de hoofdbron def waarheid en der waafachtigé kennis voor de menschheid. Dat was en dat is dö gedachte van mijn opstel en ik neem aan dat eon ieder, dié het gelezen heeft, deze gedachte klaar zal ziijb". Overigens spreekt gansch déze rede neering voor zich zelve en treft zij dés te meer waar z,ijl,'komt van een deiniker en kunstenaar als Diostojewsky. Onwillekeurig denkt men) hieir aan het woord van de Musset: Malgré tout Tln- fini me tourmente („Centrum".) De Duitsche zilverc» munten hnitrai koers. BERLIJN, 18 April.- Volgens beschik',-, king v,an den rijksminister van Financiën zijn -in Duitschland' ide tot heden geldigd zilveren munten buiten koers gesteld., (Crt.) li- De Dnilsche pan teil ten ytriengdj) BERLIJN,. 18 A1 ril.. De commissie uiti de .nationale vergadering heeft met jal-' gemeene stemmen (besloten, alle Duitsche! patenten en fabrikaatsbeschermingen (D,| R'. C. M.) te verlengen, waarmee de wen, schen van een- aanzienlijk aaartaj fabri kanten, technici en employe's worden ver vuld. De vijf oorlogsjaren worden op den duur der patenten niet ïnedegere-) k'end, (prti) Memel. Memel is, zooale men weet, dpor het verdrag van Versailles van Duitschland afgerukt en vormt, voorloopig hlthansl eeni autonoom bestuursgebied, met een klei* ne Entente-beZetting. De stad, imet |dè onmiddellijke omstreKeh, die er bij hoo- ren/(telt eeta. bevolking van 140.000 zielen. Het opperste gezag indit miniatuur- staatje berust in handen van den Fran, schen bevelhebber der bezetting, generaal Obry. Deze heeft een raad Van notabelen gejvormd, "die hem bij', het bestuur Van land bijstaat. De meerderheid der bevolking Wil liefsij (autonoom blijVen. Er is echter ook1 ieen jgroep voorstanders van aansluiting bij Litauen. De Litausehe regeering heeft zelfs te Parijs reeds op. inlijving van Memel aangedrongen.. De Duitsch-Litau- sche vereeniging, die reeds 40.000 leden telt, hééft tegen dit- optreden echter 'gé. rprotesteerd, -en generaal Obry heeft daar. op. in naam der Entente verklaard, dat,er in geen geval over Memel (beslist zal Worden, .alvorens de bevolking zelf (haai! ipeening zal hebben, te kennen gegeven. I Een goed wijnjaar? 1 De Figaro, herinnerend aan een oud rijmpje, voorspelt een goed wijnjaar. Het heeft Dinsdag boven Parijs .geonweerd en zoo;als een oud-Hollandsch gezegde) donder in Maart in verband brengt mcit fle elft'-vangst, zoo beteekent, volgens ecu te verzinnen, want de slechte praatjes deden d© ronde door de geh©ete land streek. Terwijl zij haar opgewondenheid en,f wroeging trachtte te onderdrukken.als zij ten minste wroeging gevoelde.vielen lauwe druppels op haai' voorhoofd, haar wangeiT, op haar hand. Zij droogt ze af eii schuift wat op zij; de druppels blij ven vallen en veroorzaken op verschil lenden afstand een licht gedigmpten slag op het vloerkleed en op het fluweel van d-e sofa. Was dan het gebouw gedurende haar afwezigheid vervallen, zoodat het dooorregende in de verdiepingen? Men bracht een lamp binnen; nauwelijks het licht in den salon of mijn tante slaakt verschrikt een gilhaar hand is met bloed besmeurd. Naast haar, op het vloerkleed, ligt ook bloed. Zij springt op, en aan stonds vertoont zich in den spiegel boven den schoorsteenmantel, een vrouw, een spook met een met bloed bevlekt gelaat en haren. Vol angst springt zij achteruit, het beeld in den spiegel- doet hetzelfde. Dat spook is haar. eigen beeld. Koorts achtig en gedachtenloos wil zij dat bloed afvegen en haar handfen wrijven het als ©en róód masker over het gansche gelaat. Water, water!, roept zij ontsteld uit oud Franseh gezegde, donder in Aprilp dart de wijnvaten in het najaar goefl <gej# Vuld zullen raken: Quand' il |t|onnei en avril, Apprête tes barilsi- Wanneer het nejgenj! in April, 4 ,>r Maakt dan uw wijnvaten kWar. #ink. Ernstig spoorwegen! De express ParijsCherbourg isFont- spoord nabij VernouilletVerneuJp* Er zijn 4 doodon en 50 gewonden#6" Te 8 uur 40 kwam de trejfe? 1 dijé met groote snelheid reed, in d^="huurt' van Vernouillet, toen op ongeiftr 8,00 meter van die plaats, de maehiiapt (merk* te, dat de baanwachter wanlBpig met een groene vlag stond te zwapéh. Het was echter te laat óm het q$?geluk te voorkomen. De trein was rafiis op 60 meter afstand genaderd vanjrde plaats,- waar wegwerkers de rails#'' over een afstand van verscheidene mÈtrrs hadden opengebrokeh. De loeomoti^" kwam op een weiland terecht. De 3®rolgende 3e klasse wagons stortten evéftens in het' weiland en werden geheel «(brijzeld. Da volgende le klas wagon Sïel van den spoordijk, doch bleef teg|p de helling- hangen, terwijl de rest va*1 den. trein in, het spoor bleef staan. J ,Uit den versplinterden jfwa-gen haalde' men een lijk en 20 gewtonden. De oorzaak van het ongeluk is als volgt naar men aan de „Ct." meldt: De werklieden, die aan de herstelling van de spoorlijn werkten, hadden vergeten,; dat de exprestrein van Cherbourg op, het punt stond voorbij' te gaan. Deze trein rijdt sn'.l. slechts drie maal per week. De expres ParijsLe Havre was 10 minuten van te voren gepasseerd!. De werklieden waren fnu in de veron derstelling, dat zij tJÉèe uur den tijd hadden om aan de rals te werken. Er waren in den ,tr§in tal van geeste lijken, die de begrafenis gingen bijwonen van Mgr. Eehecette, bisschip van Erreux,; Van een pastoor werd-de voet verbrijzeld. E3ELGIE De staking ini lietiMistri cti Eupen opt geheven. I BRUSSEL', 18 April.- Vólgens de „Li bre Belgique" hebben de spoorwegarheil dey.s van Éupen en Malmedy en die Jvaa de lijn Herhesthai—Aken 2Zaterdagmidi| dag drie uur het. werk' hervat. (Havasl Reuter.) 1 i LONDEN, 18 April.. (V.D.) De Eve4£: nin'g Standaard meldt, dat er v'aA goed,* ingeüchte zijde wordt bericht, dat Lord French aan Je regéering .zijn ontslag als Lord Luitenant van Ierland aange boden heeft.- Het blad meldt, dat er eeu zekere drukking héerscht, dat Lord! French zal worden teruggeroepen, taaaij dat mén meent te' weten,'dat het niet (heï Igijval zal zijn.i r LONDEN, 18 April. (V.D.) De Ameil ric.an' Line besloot dat haar stoomschepeii Plymouth op; Oostersehe reizen Vanuil New-York1 niet meer - ziftten aaqdnen.- Ï4. de toekomst zullen! zij omnidd^lijffj^ren Cjh'erb'ourgSouthampton. Dr. Renner, de Oöstenrijkscher, Eanse-, lier, heeft den Romeinschen corréspon-, dent van het Berl'. Tagejbl. meegedeeld',' dat hij op zijn Teis in Italië overal teeete vriendelijk is ontvangen. Bij zijn rt5©zoel3 aan het Vaticaan is hem söuvereme ieer) Ibewezen.- i. Paus Benedictus, dien Renner als een! geestelijk zeer hoogstaand) man beschrijft,- informeerde met groote belangstelling! naar den politiek'en 'en economisehen ftoe-i stand der republiek, en verklaarde, daï het Vaticaan eerlang een nuntiatuur tg "Weenen zal vestigen. Verder overhandig de hij Renner een chèque van een millioen, lire voor kardinaal Piffl, die ze voor liefdadige doeleinden zal besteden. Renner heeft den Paus dank' betuigd) en terwijl zij omhoog kijkt ,om te zien waar die afgrijselijke regen, vandaan komt, bemerkt zij daar, aan de zoldering, een. donkere vlek, vanwaar het bloed gestadig neeAlruppelt, onophoudelijk ©n met zijn hoogrood© druppels het vloerkleed en het fluweel der sofa doorweekt. Jean Leroy kwam onverwacht binnen: en had zijn dochter bij zich," die ©en' waschkom met water droeg. Zorgvuldig waschte mijn tante zich ondanks alles behield zij haar behaagzucht ©n stelda allerlei onsamenhangende vragen aan denj tuinman, terwijl zij stuipachtig sidderde.. Jean Leroy antwoordde haar met een bleek gelaat en de oogen vol tranen: Mevrouw, er is hier juist ©en onge luk gebeurd, een zeer groot ongeluk. Mijn, man?en de stem mijner tante bleef in haar keel steken. Ja, mevrouw, hij is daar boven in zijn kamer.U mag gerust naar hem' toe gaan, gerust. Jean zei dit op een toon, dien hij vroe ger niet tegenover zijn meesterte zou Jxejhü* jben durven aanslaan. i (Wordt vervolgd,) H i - i

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1920 | | pagina 1