woor
Een reactionair Instituut?
„De vlek aan de Zoldering:."
FEUILLETON
UIT DE PERS.
BUITENLAND.
DUITSCHLAND.
FRANKRIJK
ENGELAND
OOSTENRIJK.
ii
Volgens de leer der Katholieke Kerk
Us de menschelijke geest een afstraling
van het Goddelijk Wezen, die denj mensch
met ziel en lichaam schiep naar Zijb
beeld en gelijkenis.
Die breit gewölbt' erhab'ne Stir'n
1 Verkündt der Weisheit tiefen Sinn
ITnd aus den hellen Blieken strahlt
der Göst
Des Scheipfers Haug tuid Ebenbild".
Zóó jubelt Haydn in zijn onvolprezen
oratorium „Die Schöpfung
Hoe meer dns de menschelijke geest
f wordt ontwikkeld, beschaafd en met kun-
digheden verrijkt, des te meer beant
woordt hij aan de bedoeling des Schep
pers, die Zijn beeld in den mensch wilde
doen uitstralen.
Nu begrijpt een kind, dat wanneer de
Katholieke Kerk dit alles leert, zij on
mogelijk kan willen, dat de mensche
lijke geest niet beschaafd' wordt, niet ont
wikkeld en niet met kundigheden verrijkt,
want dan doet zij aan haar eigen leer
afbreuk, wijl Gods beeld moeielijk in
den ruwen, dommen en onbeschaafden
mensch wordt ontdekt. Nu heeft reeds
de prediking des Evangelies het eigen
lijke werk" der Kerk een wondere
kracht ter ontwikkeling en beschaving
i en is de kennis der godsdienstige waar
heden de grootste schat, dien het men-
séhelijk verstand zich kan eigen maken.
„Daar is", zegt de rationalistische wijs-
geer Jouffroy, „een boekje, waaruit dei
kinderen moeten leeren en waaruit men
hen in de kerk ondervraagt. Lees dat
boekje, dat „Catechismus" heet, gij zult
er de oplossing in vinden van alle kwes
ties, die ik heb behandeld, zonder eenige
uitzondering!Het ontstaan der wereld,
het ontstaan van de soort, de eenheid
van het mensehelijk geslacht, de bestem
ming van den mensch in dit en in het
andere leven, de betrekking van den
mensch met God, de plichten van den
mensch tegenover zijn naasten, de rech
ten van den mensch op het geschapene
onder hem, over dat alles licht dat boekje
hem in, over niets laat het hem in het
onzekere en als hij volwassen zal zijn
geworden, zal 'hij in zijnoordeel over
het natuurrecht, het politieke recht en het
volkenrecht niet wankelen, want dat alles
vloeit, glashelder en als vanzelf voort
uit den catechismus. Ziedaar, wat ik een
t gxooten godsdienst noem. Ik herken haar
r aan dit teeken, dat zij op geen enkele
der groote vragen, die het mensehdom be
lang kan inboezemen, het antwoord
sehnldig blijft."
En de Kerk, welke zoo'n godsdienst
predikt, zou een reactionair instituut
zijn? Kom, Pionier, laat naar jejkijken.
Doch, afgezien van de godsdienstpre-
diking, heeft de Katholieke Kerk, trots
alle verdachtmaking harer tegenstanders,
steeds geijverd voor het onderricht in
de bloot natuurlijke kundigheden, voor
het onderwijs in de wetenschappen en
zich alle moeite gegeven de onwetendheid
te bestrijden, zoowel bij armen als bij
rijken, bij heeren als bij knechten, bij
mannen als bij vrouwen. "Waar door toe
doen van den missionaris eene kerk ver
rees, verrees ook een school en Gode
alleen is bet bekend, wat rijke oogst
van kennis en wetenschap waarop
wij, txotsche kinderen der verlichte
20e eeuw nog teren uit de klooster-
scholen van de middeleeuwen op Europa
is neergedaald, van Alcuïn af, den An-
gelsaksischen monnik die in opdracht', van
Karei den Grooten de leiding van het
onderwijs in Frankrijk op zich nam tot
aan Geert Groote, die in de 14e eeuu^
zich met zijn broederen van het Ge
nootschap des Gemeenen Levens zoo ver
dienstelijk maakte, voor het volksonderwijs.
Och, het is zoo gemakkelijk de Room-
sche Kerk voor „reactionair" uit te ma
ken, d.w.z. wars van alle verlichting
en wetenschap en met dat dikke woord,
in een telegram schrijvend te meenen,
Uit het Fransch.
14) o—
Wij gaan naar Parijs, zei hij, ah! ik
zal z© vinden, ik zal ze vinden!
Een oogenblik later veranderde mijn
oom weer van meening en vormde het
plan om met den postwagen te vertrekken.
De oppasser moest in de stad ©en rijtuig
gaan halén.
In aRkachting .hierop, liep mijn' oom
piet „groote stappen, in zdjoi werkkamer
heen en weer. Du brave) Jean Baptist,
die bij hem was, poogde tevergeefs om.
zijp meester te troosten. Meni hoorde den.
stap van een paard.
Wie is daar?'' vroeg! de kolonel sid
derend'.
Het was der oppasser, die naar de stad
reed'. Mijn oom gaf hem weer een tegero-
bevel; hijf was. plotseling, afgezien, van
zijh plan om naar Parijis te gpan. Hjj
opende de vensters men was ïn de
maand Augustus en staarde naar!
buiten.
Zware onweerswolken pakten zich sa-
dat men zelf verbazend vooruitstrevend,
verlicht en wetenschappelijk is, maar als
de Groninger tabaksfilosofen bij hunne be
spiegelingen óver de „reactionaire" Room-
sehe Kerk eens het P.e deel van Monta-
lembert's beroemd standaardwerk: „Les
moines d'Oecident" (dé Monniken van
het Westen) zouden willen opslaan, dan
zouden zij, verbaasd over den breeden
blik dié Rome's trouwste vazallen, de
monniken, hadden op het onderwijs en
al de vakken van het mensehelijk weten,
moeten bekennen als zij althans eer
lijk zijn dat zij met hun betiteling
van „reactionair instituut" de Katholieke
Kerk een klad hebben aangewreven, die
deze niet verdient en met Littré, een
der grootste taalkenners der 19e eeuw,
zouden zij met het schaamrood op de ka
ken moeten toegeven: „hij, die het houdt,
met de beschaving, moet het houden met
de (Katholieke) Kerk en met de mon
niken, de militie der Kerk (celui qu»
est avec la civilisation doit être avec
l'Eglise et avec les moins, milice de
l'Eglise). Voorshands willen wij de hee
ren deze verklaring van den rationalist
Gibbon onder den neus duwen: dat één
klooster van de Benedictijner monni
ken misschien van meer nut is geweest,
dan de hoogescholen van Oxford en Cam
bridge. Inderdaad al had de Katholieke
Kerk niets anders gedaan dan de meester
stukken der klassieke (heidensche) letter
kunde uit de handen der roofzieke barba
ren te redden, zij zou recht hebben op de
altijddurende dankbaarheid der -menseh-
heid. Reeds de H. Basilius hield een
redevoering over het nut, dat de jonge
lieden kunnen trekken uit het lezen van
de heidenseho schrijvers en Paus Leo
XIII, die fijne kenner der antieke lit
teratuur, aarzelde niet te bekennen: „de
werken der Grieksche letterkunde munten
zoozeer uit'... dat men niets kan denken
wat meer beschaafd en volmaakt is".
Maar de Kerk heeft meer gedaan. Zij
heeft voor alle lagen der maatschappij
gezorgd en hare middeleeuwsche provin
ciale en algemeene concilies bevatten tal
van voorschriften over de inrichting van
volksonderwijs, zoowel als over de stich
ting en uitbreiding' van liet hooger on
derwijs.
De uitvindingen en ontdekkingen, waar
mede de menschelijke geest in den loop
dereeuwen hét floraein der kundigheden
uitbreidde, werden steeds door de Kerk
toegejuicht en aangemoedigd: de pausen
Leo X, Nicolaas V, Pius II, Paulus'III,
Gregorius XIII, Sixtus V, Urbanus VIII,
Benedictus XIV, hebben in dit opzicht
enorme verdiensten. Wie interesseerde! zich
voor de als krankzinnig uitgekreten plan
nen van den koenen zeevaarder Columbus,
wie blies hem moed en vertrouwen in,
wie wist het Spaansche hof voor Colum^
bus' plan: de ontdekking der nieuwe we
reld te winnen? Wie anders dan de mon
nik Juan Perez de Marchena,(biechtvader
van koningin Isabella? En laten de Gro
ninger „Pionier"-mannen niet aankomen
met Galileï, want heel de bekende poes
pas van Galileï, omwille van zijn weten
schappelijke overtuiging door de Inqui
sitie op de pijnbank gelegd, is sinds
lang naar het rijk der fabelen Verwezen
en wordt thans door geen enkel serieus
mensch meer gelooft.
De Katholieke Kerk1 een reactionair in
stituut?, Maar geleerde) tabaks vri ended'
van den Groninger „Pionier"! Waren of
ïzijn Rafaël, Rubens, Michel Angelo, Mu-
ïrillo, Balmes, Nicolas, Ozanam, Cant us
Chateau Briand, Dante, Racine, CorneilleJ
Vondel, Montalembert Veuillot, Hettinger,.
Weiss, Ampère,* Secchi, Wasman, Cuij-,
pers, Willem Mengelberg, Haydn, Mo
zart, om maar enkele namen van Katho
lieken te noemen, die a.am het uitspansel
•van de Wetenschap en de Kunst schitteren
als sterren van de eerste grootte, dan iook'
reactionair' Of moeten wij uwe zeef,
lichtzinnige, hoogst oppervlakkige en mis
schien maar dat hopen w'ij niet ücj
'kwader trouw neergeschreven aantijging'
Ivonnissen met het woord van Thiers (Hij
zeide: „men bewere niet, dat, d,e Katho
lieke Kerk eien belemmering is voor idfc
men en verduisterden de' maan; een licht-
hand leekénde hun omtrek' af en deed
denken aan den somberen aanblik' van
een doodskleed met zilveren randen., "0$
het gra'sveld van het park' kwanten zwa
re voorwerpen in geheimzinnige vormen
uit, en jn de verte spreidde liet bosch
van. Aulnetraie zljjn: zwarten sluier uit tot
aan den horizon), en een onduidelijk blar
derengeritsel klonk van daal'. Te mid
den van de algemeene stilte der slapende
natuur hoordé men slechts den zwa'rtgaf-
ligen kreet van den boschuil, het kwaken
der küivcffschea in den' vijver en meer'
verwijderd', het geratel van een rijtuig
op den straatweg.
Eenigp meters van het Kasteel verhief
zich vroeger de kloosterkerk. Zag mijn
oom, in zijn mijmering plotseling weer de
vermagerde gestalte van den laatsten abt
van Aulneraie terug,, .zooals hij daar lag,
op de trapped Van het portaal? Ik' detail
het, want onstuimig giing hij weg van het
venster en mompelde: „De dood van dien
ouden monnik' heeft ongeluk iover mijl
gebracht! Daarna ging hij voor zijin lesse
naar zitten, steunde het hoofd in de han
den en zond Jean Baptist en Louis weg.
Intusschen heeft het geratel van het
rijtuig op den weg opgehouden. Ben post-
mcnschelijkc gedachte. Neen! Het) Katho
licisme verhindert niemand te 'denken,
behalve hen, dic| niet gesehik'tj zijn om- te
denken." 1
,-,Niet-geschikt om te denken." Zouden
soms de heeren- directeuren, bazen, )en
knechts van de „Pionier" lijden pan Chro
nische nicotinevergiftiging, welk'ef de her
senen aantast?. Dat zpu veel verklaren.
Maar daar wij daaromtrent in het on
zekere zijn, meenen wij ons onderwerp!
'teneinde toe met den ernst te moeten (be
handelen dien de' opmerking van een (ba-i,
genstander verdient. (Slot volgt.)
Over de filnscencnur.
De „Nieuwe Delftsclie Crt." schrijftt
'tKan niet tegengesproken worden, dat
de Katholieken dat onze. Bisschoppeit
en Priesters voortdurend met kracht en
klem waarschuwen tegen hét verderf ed
de ontaarding der onzedelijke en zinne,--
jprikkelende voorstellingen in beeld 'ven'
gravure en zeer speciaal de excessen
ider moderne kléeding.,
■Deze laatste actié vooral Wordt nog
al eens bespot en belaehen door „hreedj-
denkenden" (dit woord tussch'ein laanhaj,
lingsteekens, zetter!".,En Katholiek
ken, die, in deftig-doenerij, gaarne zich
laten meesleuren in de sleep,-staati© deé
vrijzinnigheid, zij vinden toch ook wel,1
dat 't te ver gaat en dé Katholieken bej
zig zijn, zich door h'uu preutsohe en he,'-,
jcrompene opvattingen belachelijk te ma-,
kendat de minderei of kleine-bur*
gexman daarnaar handelt, dat kan 'nog
wel z'n nut Jrebben, ma;ar dei hetere of hoe'
geTe standen, zij mogein,, zij moeten zelfs
wel met de wereld meedoen! En meii
heeft dan ook wel op bijeenkomsten Van
Katholieken zelfs Ms ter een onder
werp van godsdienstige strekking in be
handeling kwam dames-toiletteh ge-:
zien, die volkomen pasttein in der modern.-'
Iheadensclie slavinnenmóraal. 1
En nu verheugt het,óns hijzonder, aar!
dergelijke „breed-denkou.de" menschetn jtte
kunnen voorhouden ecta daad van den
(burgemeester van Rotterdam!
Déze heeft n.l. bekend gemaakt, van
jwelke soort films' hij de verhooning in Jfto
jRo^terdainsche. bioscopen zal verbieden.
En dan vernemen we, dat o.m. zijn'ver-
(boden 'films, w,a.ariu"de figuranten of niet
of op „zinneprikkelenda" wijze zijn gel
(kleed geen laten we fnaar zeggen
geleuter en gehuigell over „kunst" (films
waarin de figuranten niet of niet behoor»
lijk' zijn gekleed, zullen eenvoudig niet
Vertoond mogen worden!,
Moge in 'de practijk aan dit besluit
Van den Rotterdamschen burgemeester ten
Volle uitvoering worden gegeven en
mogen vele zijner collega's jdif voorbeeld
navolgen. 1
Moge het !tot besebkmun-de leering strek,
ken van pile bovenbedoelde'„breed-
henk'enden".
De onsterfelijkheids-idee.
In heit jongste nummer van het weék-
weekblad de Amsterdammer is een
beschouwing opgenomen van den in 1881
gestorven Russischen schrijver D'osto-
jewsky over „zelftnooildl en onsterfelijk
heid".
Merkwaardig is dei conclusie, Waartoe
de -schrijver 'k'oifflt
Wij laten 'ze hier1 in die vertaling vain
het weekblad volgen:
„De uitslag is duidelijk: dat de zelf
moord na het verlies van de onstórfelijk-
heidisidee tot een onvermijdelijke, oövooir-
waardelijkfe noodwendigheid wordt vool
lederen mensch, die in zijn ontwikkeling
ook maar een weinig boven het dier
staat. De onsterfelijkheid, die een eeu
wig leven belooft, verbindt echter dé
mciLschen hechter met de aarde. Hierin
ligt scliijhbaar een tegenstrijdigheidwan
neer het leven zoo lanig is, wanneer eir
buiter. diit leven opde aarde nog eten
eeuwig leven is, waarom zal den mensch
dit leven dan nog zoo dierbaar zlijln? Het
sjees was in draf de laan ingereden en
bracht ©en dame op Aulneraie, wielke
dame niemand anders was dan mijn tante.
Ja, mijn tante!Wilde zij haar man
vooorkomen en hem opnieuw bedriegen?
Ik geloof het vast. Toen zij had gehoord,
dat de troepen waren teruggekeerd, had
zij Parijs verlaten. Die vrouw vermoedde
niet, dat mijn oom weds daar was, met
gebroken 'hart én wanhopig, na als een
held gevochten te hebben, om haar des
te spoediger weer te zien.
Daar, vóór de bijgebouwen, hield het
rijtuig stil; dé tuinman moest altijd de
deuren openen en dein postiljon een handje
helpen, maar zijn dochter is alleen thuis.
Zonder ©enigen omhaal vertelde zij mijn
tante, dat mijnheer was teruggekeerd en
voegde er bij, dat haai' vader bij hem
was in zijn kamer. De kasteelvrouwe van
AulneTaine bemerkte toen licht op Ide ld
verdieping in de werkkamer van haar man.
Een groote ongerustheid kwam over haar.
Zij trad op de woning toe. De deur is
open en zij treedt binnen, maar inplaats
van naar boven te gaan, verborg zij zich
in den salon, waar wij ons nu bevinden,
wierp zich op een sofa en vroeg om
licht te ontsteken. Waarschijnlijk wilde
zij tijd winnen om een of ander verhaaltje
blijkt 'in ieder geval, dat de mensch slechts
door het geloof aan zijjn onsterfelijkheid
zijta redelijk doel op aaide begrijpt. Zon
der overtuiging van zijln1 onsterfelijkheid
laten de, den mensch met de aarde ver
bindende:, draden los, zijl worden dunnöï
en beginnen te rotten en het verlies van
een hoogeren levenszin (al uit die zich
slechts in den vorm1 van1 een geheel on-
bC'Wust verlangen) sleept zooideir twijfel
den zelfmoord met zich mee. Hieruit volgt
omgekeerd de moraal van mijn opstel:
„Wanneer d» overtuiging van de onster
felijkheid voor het ménschenleiven zoo
onoütbeeriijjk is, zoo volgt daaruit, da,t
zij! d© normale toestand der menschhecd
is. Wanneer 'dit echter zoois, dan
moet deze onsterfelijkheid der menscheui-
zied zonder eenigen. twijfel ook''aanwezig
zijn".
In één woord), de onisterfelijKheidsidela
is hét leven zelf, het leivende teven, zijn
definitieve formule en de hoofdbron def
waarheid en der waafachtigé kennis voor
de menschheid. Dat was en dat is dö
gedachte van mijn opstel en ik neem aan
dat eon ieder, dié het gelezen heeft, deze
gedachte klaar zal ziijb".
Overigens spreekt gansch déze rede
neering voor zich zelve en treft zij dés
te meer waar z,ijl,'komt van een deiniker
en kunstenaar als Diostojewsky.
Onwillekeurig denkt men) hieir aan het
woord van de Musset: Malgré tout Tln-
fini me tourmente
(„Centrum".)
De Duitsche zilverc» munten hnitrai
koers.
BERLIJN, 18 April.- Volgens beschik',-,
king v,an den rijksminister van Financiën
zijn -in Duitschland' ide tot heden geldigd
zilveren munten buiten koers gesteld.,
(Crt.) li-
De Dnilsche pan teil ten ytriengdj)
BERLIJN,. 18 A1 ril.. De commissie uiti
de .nationale vergadering heeft met jal-'
gemeene stemmen (besloten, alle Duitsche!
patenten en fabrikaatsbeschermingen (D,|
R'. C. M.) te verlengen, waarmee de wen,
schen van een- aanzienlijk aaartaj fabri
kanten, technici en employe's worden ver
vuld. De vijf oorlogsjaren worden op
den duur der patenten niet ïnedegere-)
k'end, (prti)
Memel.
Memel is, zooale men weet, dpor het
verdrag van Versailles van Duitschland
afgerukt en vormt, voorloopig hlthansl
eeni autonoom bestuursgebied, met een klei*
ne Entente-beZetting. De stad, imet |dè
onmiddellijke omstreKeh, die er bij hoo-
ren/(telt eeta. bevolking van 140.000 zielen.
Het opperste gezag indit miniatuur-
staatje berust in handen van den Fran,
schen bevelhebber der bezetting, generaal
Obry. Deze heeft een raad Van notabelen
gejvormd, "die hem bij', het bestuur Van
land bijstaat.
De meerderheid der bevolking Wil liefsij
(autonoom blijVen. Er is echter ook1 ieen
jgroep voorstanders van aansluiting bij
Litauen. De Litausehe regeering heeft
zelfs te Parijs reeds op. inlijving van
Memel aangedrongen.. De Duitsch-Litau-
sche vereeniging, die reeds 40.000 leden
telt, hééft tegen dit- optreden echter 'gé.
rprotesteerd, -en generaal Obry heeft daar.
op. in naam der Entente verklaard, dat,er
in geen geval over Memel (beslist zal
Worden, .alvorens de bevolking zelf (haai!
ipeening zal hebben, te kennen gegeven. I
Een goed wijnjaar? 1
De Figaro, herinnerend aan een oud
rijmpje, voorspelt een goed wijnjaar. Het
heeft Dinsdag boven Parijs .geonweerd
en zoo;als een oud-Hollandsch gezegde)
donder in Maart in verband brengt mcit
fle elft'-vangst, zoo beteekent, volgens ecu
te verzinnen, want de slechte praatjes
deden d© ronde door de geh©ete land
streek.
Terwijl zij haar opgewondenheid en,f
wroeging trachtte te onderdrukken.als
zij ten minste wroeging gevoelde.vielen
lauwe druppels op haai' voorhoofd, haar
wangeiT, op haar hand. Zij droogt ze af
eii schuift wat op zij; de druppels blij
ven vallen en veroorzaken op verschil
lenden afstand een licht gedigmpten slag
op het vloerkleed en op het fluweel van
d-e sofa. Was dan het gebouw gedurende
haar afwezigheid vervallen, zoodat het
dooorregende in de verdiepingen? Men
bracht een lamp binnen; nauwelijks
het licht in den salon of mijn tante slaakt
verschrikt een gilhaar hand is met bloed
besmeurd. Naast haar, op het vloerkleed,
ligt ook bloed. Zij springt op, en aan
stonds vertoont zich in den spiegel boven
den schoorsteenmantel, een vrouw, een
spook met een met bloed bevlekt gelaat
en haren. Vol angst springt zij achteruit,
het beeld in den spiegel- doet hetzelfde.
Dat spook is haar. eigen beeld. Koorts
achtig en gedachtenloos wil zij dat bloed
afvegen en haar handfen wrijven het als
©en róód masker over het gansche gelaat.
Water, water!, roept zij ontsteld uit
oud Franseh gezegde, donder in Aprilp
dart de wijnvaten in het najaar goefl <gej#
Vuld zullen raken:
Quand' il |t|onnei en avril,
Apprête tes barilsi-
Wanneer het nejgenj! in April, 4 ,>r
Maakt dan uw wijnvaten
kWar.
#ink.
Ernstig spoorwegen!
De express ParijsCherbourg isFont-
spoord nabij VernouilletVerneuJp* Er
zijn 4 doodon en 50 gewonden#6"
Te 8 uur 40 kwam de trejfe? 1 dijé
met groote snelheid reed, in d^="huurt'
van Vernouillet, toen op ongeiftr 8,00
meter van die plaats, de maehiiapt (merk*
te, dat de baanwachter wanlBpig met
een groene vlag stond te zwapéh. Het
was echter te laat óm het q$?geluk te
voorkomen. De trein was rafiis op 60
meter afstand genaderd vanjrde plaats,-
waar wegwerkers de rails#'' over een
afstand van verscheidene mÈtrrs hadden
opengebrokeh. De loeomoti^" kwam op
een weiland terecht. De 3®rolgende 3e
klasse wagons stortten evéftens in het'
weiland en werden geheel «(brijzeld. Da
volgende le klas wagon Sïel van den
spoordijk, doch bleef teg|p de helling-
hangen, terwijl de rest va*1 den. trein in,
het spoor bleef staan. J
,Uit den versplinterden jfwa-gen haalde'
men een lijk en 20 gewtonden.
De oorzaak van het ongeluk is als
volgt naar men aan de „Ct." meldt: De
werklieden, die aan de herstelling van
de spoorlijn werkten, hadden vergeten,;
dat de exprestrein van Cherbourg op,
het punt stond voorbij' te gaan. Deze
trein rijdt sn'.l. slechts drie maal per
week. De expres ParijsLe Havre was
10 minuten van te voren gepasseerd!.
De werklieden waren fnu in de veron
derstelling, dat zij tJÉèe uur den tijd
hadden om aan de rals te werken.
Er waren in den ,tr§in tal van geeste
lijken, die de begrafenis gingen bijwonen
van Mgr. Eehecette, bisschip van Erreux,;
Van een pastoor werd-de voet verbrijzeld.
E3ELGIE
De staking ini lietiMistri cti Eupen opt
geheven. I
BRUSSEL', 18 April.- Vólgens de „Li
bre Belgique" hebben de spoorwegarheil
dey.s van Éupen en Malmedy en die Jvaa
de lijn Herhesthai—Aken 2Zaterdagmidi|
dag drie uur het. werk' hervat. (Havasl
Reuter.) 1 i
LONDEN, 18 April.. (V.D.) De Eve4£:
nin'g Standaard meldt, dat er v'aA goed,*
ingeüchte zijde wordt bericht, dat Lord
French aan Je regéering .zijn ontslag
als Lord Luitenant van Ierland aange
boden heeft.- Het blad meldt, dat er eeu
zekere drukking héerscht, dat Lord!
French zal worden teruggeroepen, taaaij
dat mén meent te' weten,'dat het niet (heï
Igijval zal zijn.i r
LONDEN, 18 April. (V.D.) De Ameil
ric.an' Line besloot dat haar stoomschepeii
Plymouth op; Oostersehe reizen Vanuil
New-York1 niet meer - ziftten aaqdnen.- Ï4.
de toekomst zullen! zij omnidd^lijffj^ren
Cjh'erb'ourgSouthampton.
Dr. Renner, de Oöstenrijkscher, Eanse-,
lier, heeft den Romeinschen corréspon-,
dent van het Berl'. Tagejbl. meegedeeld','
dat hij op zijn Teis in Italië overal teeete
vriendelijk is ontvangen. Bij zijn rt5©zoel3
aan het Vaticaan is hem söuvereme ieer)
Ibewezen.- i.
Paus Benedictus, dien Renner als een!
geestelijk zeer hoogstaand) man beschrijft,-
informeerde met groote belangstelling!
naar den politiek'en 'en economisehen ftoe-i
stand der republiek, en verklaarde, daï
het Vaticaan eerlang een nuntiatuur tg
"Weenen zal vestigen. Verder overhandig
de hij Renner een chèque van een millioen,
lire voor kardinaal Piffl, die ze voor
liefdadige doeleinden zal besteden.
Renner heeft den Paus dank' betuigd)
en terwijl zij omhoog kijkt ,om te zien
waar die afgrijselijke regen, vandaan komt,
bemerkt zij daar, aan de zoldering, een.
donkere vlek, vanwaar het bloed gestadig
neeAlruppelt, onophoudelijk ©n met zijn
hoogrood© druppels het vloerkleed en het
fluweel der sofa doorweekt.
Jean Leroy kwam onverwacht binnen:
en had zijn dochter bij zich," die ©en'
waschkom met water droeg. Zorgvuldig
waschte mijn tante zich ondanks alles
behield zij haar behaagzucht ©n stelda
allerlei onsamenhangende vragen aan denj
tuinman, terwijl zij stuipachtig sidderde..
Jean Leroy antwoordde haar met een
bleek gelaat en de oogen vol tranen:
Mevrouw, er is hier juist ©en onge
luk gebeurd, een zeer groot ongeluk.
Mijn, man?en de stem mijner
tante bleef in haar keel steken.
Ja, mevrouw, hij is daar boven in
zijn kamer.U mag gerust naar hem'
toe gaan, gerust.
Jean zei dit op een toon, dien hij vroe
ger niet tegenover zijn meesterte zou Jxejhü*
jben durven aanslaan. i
(Wordt vervolgd,)
H i - i