k ill Oriental". VENDROP fiskei ii Mei. 7 1 ispoor. No. 133. Dinsdag 18 November 1919. Vijftiende Jaargang enten u OES. rbeem, Goes. [99 99999 LEPPOEDERS. S /erbaem Goes^i IEIZIGER Het Vredesverdrag. BUITENLAND. ilf I I 11 n BREDA. TVANGEN: RoGkvleesch, erhamworst naai gesneden, IMijiit eiken MAANDAG-. MUG- en VRIJDAGAVOID. Bij het gouden jubileum van een vredeswerk. FEUILLETON. De Passagiers van de „Meteoor". g gewenscbt. Franco van scheepsladingen, iland en Walcheren. 's-H.Arendskerke. gevierd en populair [il, vergeet niet te issement. THEATER. KLEIN, Directeur. kanhont, Kerkbankei Schoolbanken en?, enz is ontvangen cent per pond ,Santi Franco". IANCO DROP behoort bte merken. oote staaf 45 cent. Delft H 2, Middelburg. jrp coECurreerenden prijs. 18 ct. i ihvrouw 18 J ihmeisje 16 s of Groene Zeep 5 ct. per pond. koop bij inschrijving ntant geld, ten verzoeke 1 heer B. Nieuwenhuijse Borselen, IE- en 22 APPELBOOMEN <fisse, in den boomgaard bij almboom", afzonderlijk of ineerd. De appelboomen nerkt en moeten vóór het worden gekandelaard de 7 en 1 Canada aan het Kop- rorden niet verkocht, rijvingsbritfjes in te leveren 'op 18 Nfnre^nber 1919, niddags vóór i^ur/ftinkarl- 3 notaris Eru/VAJVDlopEL i, alwaar nadfere inflehypgen omm zijn. .agd, die genegen is als tienste een agentuur op nemen tigen ruime provisie, ven onder No. 40 bureau t blad. Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 1.25, daarbuitsn f 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbbsle bladen 10 cent. Advertentiën worden ingewacht vóór half een uur 's namiddags. Kanfoor v. d. Administratie: Boudewi|n de Vllttestraat A 135», Goes. Tel. interc.: Directie no. 94. Radactie no. 97. Reclameberichten 30 Ct. p. r. Bij abonnement special* prijs. Advertentiën van 15 regels f0.75, iedere regel meer 15 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst wordt 2 X berekend. Heden is het 50 jaar geleden dat een werk Idies' vredes bij uitnemendheid in idienst der ontwikkeling en welvaart van de beschaafde natiën werd ge steld, n.l. het Kanaal van Suez, dat de Middellandsche met de Rooide Zee verbindt en den zeeweg naar Indië aanzienlijk bekort. Nadat reeds in de grijze oudheid door Egyptische Farao's en later door Perzische vorsten het nut was inge zien eener verbinding tusschen de twee belangrijkste zeeën van bet Oos telijk halfrond en 'in het z.g.Kanaal van Pfolemeus" dit denkbeeld zijn eer ste verwezenlijking vond, werd deze zeeweg, (die via den .Nijd jdé Middelland sche met de Roode Zee verbond, on der het even kortzichtig als barbaar- sche bestuur van den Muzelmanschen Kalief Al Mansor in 775 verwoest, gelijk een zijner ambtgenootën de Kostbare bibliotheek der Ptolemeeën in Alexandria in vlammen deed op gaan. i Eerst Napoleon interesseerde zich weer voor het herstel van de oude zeestraat, maar de uitgebrachte rap porten der door hem ingestelde com missie deden de zaak om wille van vele bezwaren op de lange baan schui ven, totdat Ferdinand de Lessep's, oud consul van Frankrijk te Caïro de man is ook een tijdlang consul te Rot terdam geweest een energiek en talentvol man, op uitnoodiging van den onderkoning Mohammed Said Pa cha, in 1854 naar Egypte kwam, om 'n nieuw Kanaalplan in studie te nemen. De vrucht van zijn onverdroten ar beid werd neergelegd in een rapport, dat bii met prijzenswaardige onbe vangenheid van oordeel deed onder zoeken door een internationale com missie van waterbouwkundigen. Ons land had de eer een zijner zonen, den bekwamen boofd-ingenieur'F. W. Con rad, te zien aangewezen als voorzitter der commissie, die het plan van De Lesseps: een directe' verbinding te scheppen tusschen Port-Said (in 't Noorden van Egypte) en Suez (aan de noordpunt van de Roode Zee) be houdens eenige wijzigingen van onder geschikten aard, volkomen kon goed keuren. Ondanks tegenwerking en moeilijk heden van allerlei aard Engeland b.v. toonde zich onder lord, Paimerston zeer kleingeestig in het bestrijden van De Lesseps' plannen wist de kra- April 1859 stak bij zelf bij Said de eerste spade in den grond. Tien jaren later was het kanaal voltooid, dat later herhaaldelijk ver beterd in verband met de telkens stij- 9) o— Brown lachte. „Zj gaan weg", zeide hij, en beiden haast ten zich om hunne plaats weer te gaan innemen in de achterhoede van den stoet. Hun weg ging thans langs groote, hier en daar verspreide rotsblokken en door zwarte, steenachtige heuvels, welke, daar het pad gedurig kronkelde, het uitzicht naar achteren weldra henamen, zij spraken niet meer en zelfs Sadie's vrooljjk gelaat weerkaatste als het ware de naargeestigheid der natuur. Het geleide had zich weer bij hen aangesloten en stapte naast hen voort met regelmatigen tred, die een knarsend geluid maakte op de zwarte losliggende steenen. Kolonel Cochrane en Belmont reden nog altijd voorop. „Gij moogt mij voor een dwaas houden, Belmont", zeide de kolonel op zachten toon, „maar ik moet u bekennen, dat ik mij vol strekt niet op mijn gemak gevoel". Belmont lachte ietwat gedwongen. „Het scheen alles heel mooi in het salon Van de „Meteor", antwoordde hg; „maar nu wij hier zijn, staat het mij toch ook maar half aan." geïnde eischen der moderne scheep vaart, nog steeds een door alle zes- varende mogendheden een zeer ge waardeerde waterweg is gebleken en waarvan de exploitatie, na de eerste moeilijke jaren, in alle opzichten ioo- nend .werd bevonden. Den 16en November 1869 was in het feestelijk versierde' Port-Said een luisterrijk gezelschap van vorsten, staatslieden, handels magnaten, enz., bijeen o.a. Prins Hendrik tier Ne derlanden en vertegenwoordigers der Kamers van Koophandel van Amster dam en Rotterdam waren er aanwe zig die de plechtige inzegening van het iiieuwe kanaal bijwoonden, welke beurtelings door den patriarch van Jeruzalem, mgr. Bauer en den moham- medaanschem hoogepriester werd ver richt. Men schaamde zich in die da gen nog niet, openlijk den zegen des Allerhoogsten over een werk van ge wicht af te smeeken. Den daarop volgenden dag, 17 No vember 1869, voer een vloot v.an sier lijk gepavoiseerde schepen met boven genoemd doorluchtig gezelschap als passagier, onder kanongebulder hst kanaal in. De thans als schier 90-ja rige ballinge in Engeland verblijvende ex-keizerin Eugenie van Frankrijk toen nog stralend va!n schoonheid en macht ging op haar keizerlijk jacht „L'Aigïe" („de Adelaar") voor aan. „Sic transit gloria mundi!" Zoo gaat 's werelds roem voorbij 1 Maar het werk van De Lesseps wiens standbeeld aan den ingang van het kanaal te Port-Said zich sinds 1900 verheft blijft, en het moge nog lang blijven, als voorbeeld van wat menscbelijk vernuft en mensche- lijke energie vermogen. Bulgarije en het Vredesverdrag. PARIJS, 13 Nov. De Bulgaarsche de legatie heeft den secretaris der vredes conferentie medegedeeld, dat Bulgarije be reid is het vredesverdrag te teeltenen. Roemenië en het Vredesverdrag. PARIJS, 14 Nov. De Roemeensche af gevaardigden, die zich te Parijs bevinden, generaal Coenda en Antonescu, hebben Clemenceau ophelderingen verschaft om trent de ingediende verklaring, waarin het kabinet van Boekarest zich bereid ver klaart het vredrag van St. Germain te teekenen. Het van kracht worden van de vrede. BERLIJN, 14 Nov. Er is in Parijs en Londen geïnformeerd wanneer het van kracht worden van den vrede verwacht kan worden. Van beide zijden is geant woord, dat men over dit tijdstip nog ab soluut niets kon zeggen. „Ik zie er niet tegen op mijn leven te wagen op het oorlogsveld", hervatte de ko lonel. „Dat is plicht en behoort tot het vak. Maar wanneer er vrouwen bij u zijn en een hulpeloos troepje gelijk dit, dan begint men na te denken. Er bestaan natuurlijk hon derd kansen tegen één, dat wij niet gestoord zullen worden, doch indienoch, het is beter er niet over te spreken. Het verwon derlijkste is, dat de anderen zoo gerust zijn, alsof er van gevaar geen sprajte kan wezen. Het spreekt vanzelf, dat ik aan de anderen niet zal vertellen hoe ik er over denk en het is zelfs meer dan waarschijnlijk, dat mijne vrees ongegrond is". „Nu de kleederen, die in Engeland ge maakt worden, zijn zeer goed op de wandeling, mijnheer Stephens", zeide juffrouw Sadie ach ter hen; „maar voor een namiddag-kostuum verkies ik den Franschen snit. De naaisters in uw land zjjn meer voor het degelijke en eenvoudige en kennen de kunst zoo niet om met een lintje of een strikje het geheel een bevallig aanzien te geven". „Nu, ik kan mij voorstellen, dat er een troep Derwischen op een rooftocht uitgaat", sprak Belmont, „maar wat ik niet gelooven kan is, dat zij juist op deze plaats zouden komen, nu wij er ons bevinden". „In aanmerking genomen, dat onze tocht overal bekend is gemaakt en dat iedereen een week van te voren al weet, welken weg wü zullen volgen, zou zoo iets volstrekt FRANKRIJK. De reis van Poincaré. De president van de Republiek en mevrouw Poincaré zijn, naar een Fransch draadloos telegrafisch be richt meldt, Vrijdagochtend te Galais aangekomen, teruggkeerend van hun bezoek aan Londen en aan Schotland. President Poincaré heeft 1500 frank voor de armen van Calais geschon ken. Mgr. Baunard f. Uit Parijs wordt de dood gemeld van mgr. Baunard, ex-rector van de Katholieke universiteit te Rijssel en schrijver van een groot aantal werken op godsdienstig gebied (levens der hei ligen, apologetische geschriften, enz.). Mgr. Baunard was 91 jaar oud. DUITSCHLAND. Demonstraties voor Hindenburg. Terwijl in de zitting van de commis sie van onderzoek de politieke harts tochten botvierden, bad buiten het Rijksdaggebouw opnieuw een demon stratie voor Hindenburg plaats. Niet alleen voor de portalen van dit gebouw maar .ook in de verschillende lanen van den Tiergarten hadden zich aanhangers van de Duitsche nationale partij opgesteld. Bij de bekende „Zei- te" (populaire concertzalen) in den Tiergarten werd de autoi van Hin denburg 20 minutenlang vastgehou den. Studenten klommen op het dak van de Kaiser-Wilbelm-Zelt en verwijder den de omtimmering, die bet woord „Kaiser" verborg. Hindenburg, die naar den Rijksdag wilde gaan, werd daarin verhinderd door ruim 2000 stu denten en scholieren, die zwart-wit- roode vlaggen droegen. Er werd „Le ve Hindenburg en Ludendorff", „Weg met de revolutie!" en „Wieg mjet de Jo- denregeeringgeroepen. Toen Hindenburg den wensch te kennen gaf naar de commissie van onderzoek te gaan, klom een student op de auto en riep„Verspert de straat! Wij laten Hindenburg met door de commissie van onderzoek verhoo- ren!" Ondanks Hindenburg's uitdrukkelijk protest, liet men de auto- niet naar den Rijksdag gaan. Er werd „Deutschland, Deutschland über alles", Heil dir im Siegerkranz" en „Die Wacht am Rhein" gezongen. Heftige tooneelen speelden zich af. Men riep: „Voor ons is er nog .steeds een keizerrijk! Wij willen niet dulden dat de naam van onzen zegevierenden keizer wordt beleedigd!" Ten slotte kon Hindenburg niets an- niet tot de onmogelijkheden behooren". „Er bestaat in elk geval slechts geringe kans toe", zeide Belmont op schijnbaar over tuigenden toon, maar in zijn hart was hij blij, dat zijn vrouw aan boord van de stoom boot was gebleven. „Ay-ha! Ay-ba|" schreeuwden de jongens, terwijl hunne stokken op de flanken der ezels neerkwameh, cn voort ging het in galop naar het doel van den tocht. Niet voor zij ter plaatse kwamen, waar het pad zich tegen den heuvel op kronkelden, beval de tolk halt te houden. „Nu dames en heeren, zijn wij bij de beroemde preekstoel.rots van Abousir gekomen. Van den top zult gij straks het gezicht hebben op een overheerlijk panorama. Doch eerst moet •ik u opmerkzaam maken, dat de rotsige zijde van den heuvel geheel met namen is bedekt, er in gesneden door de groote mannen, die hier op hunne tochten voorbij zijn getrokken, en eenige van die namen dagteekenen uit den tijd vóór Christus". „Is Mozes er ook bij?" vroeg de oudste juffrouw Adams. „Tante, ik sla verwonderd over u!" riep Sadie uit. „De naam van Mozes is er zeer waar schijnlijk hjj geweest en ook die van Hero dotus", zei de tolk met onverstoorbare deftig heid. „Maar beide zijn sinds lang uitgewischt. Doch hier op deze bruine Rots ziet gg Bel- zoni en hooger op is Gordon. Geen naam tiers doen, dan zijn chauffeur last geven naar huis te rijden. Terwij! de auto wegreed riep Hin denburg door het raampje: „Ik dank u voor uw huldiging, maar ik moet nu naar huis. Ik moet nóg w.at wer ken I" t De regeering laat intusschen mede deel-en, dat zij dergelijke demonstra ties voortaan met alle macht zal ver hinderen. Hindenburg zal nu heden Maandag verboord worden. Nader m-eldt men: Hindenburg beeft tot de Berlijnsche bevolking een proclamatie uitgevaar digd waarin hij bedankt voor de bui tengewoon oprechte en hartelijke be groeting door de Berlijners. Hij ziet daarin de uitdrukking van het besluit van alle vaderlandsche kringen om den last van dezen tijd gemeenschap pelijk te dragen. Aan het slot geeft hij in het belang van den over Berlijn uitgesproken staat van beleg den wensch te kennen dat de bevolking van dierdere demon straties zat afzien en de openbare orde en het verkeer niet langer zal bemoeilijken. OOSTENRIJK. De hongersnood. Joanni Duschek, bet 12-jarig dochtertje van een rechterlijken ambtenaar te Obet- hallabrun in Oostenrijk, dat thans ergens in Noord-Brabant door een liefdadige fa milie is opgenomen, heeft een schrijnend verhaal gedaan van de ellende en den hongersnood, die er in Oostenrijk geleden wordt. In onopgesmukte taal heeft het meisje, dat tot een gezin van negen kinderen be hoort, de dagelijksche beproevingen ge schetst, die voor zulk een gezin uit den ongelukkigen economischen toestand van het arme Oostenrijk voortvloeien. Ziehier hoe het vaak bij haar thuis toe ging. Geen kruimel eten was er vaak in huis. Als vader uit de kerk kwam, kon moeder hem niets voorzetten. De kleinere zusjes en broertjes schreiden van hon ger. Moeder kleedde zich dan aan en ging de boeren af om wat meel, melk of aardappelen te vragen. Zij' werd echter de deur uitgewezen met de opmerking: „Dat hebben wij zelf noodig". Als zij dan bedroefd huiswaarts keerde, was de eerste vraag der kinderen, of ze iets had meegebracht. Haar antwoord deed de kinderen dan heete tranen schreien en dit maakte moeder radeloos. Als vader 's middags thuis kwam, moest hij vernemen dat er weer niets te eten was. Dan gingen vader en moeder en de kinderen bijeen zitten en baden tot God om uitkomst. De avond was wel het droevigst. De kinderen moesten in het donker zitten, want kaarsen en petroleum waren er niet. Zonder eenig eten hoegenaamd te heb ben gehad ging het heele gezin vroeg naar bed. van eenige beroemdheid in Soudan, dien gij hier niet zult vinden, als gij wilt. En thans zullen wij, met uw verlof, het pad opwan delen, dan zult gij de rivier en de woestijn van den top kunnen beschouwen". Na een paar minuten bevonden zij zich op het halfcirkelvormige plat boven op de rots. Aan den eenen kant hadden zij een loodrechte zwarte klip, langs welker voet de schuimende rivier met donderend geweld voort- stroomde. Het gerucht van het water, terwijl het zich een weg baande door de zware rotsblokken, vervulde de heete, drukkende lucht. Naar boven en naar beneden konden zij den loop der rivier volgen, wier diepe, snelle strooming hier en daar donkere draai kolken vormde en soms het schuim in witte vlokken deed opspatten. Aan de andere zijde lag eenc barre wildernis van zwarte rotsen, welke de rivier met hoogo vloeden daar had neergeworpen. „Verder op", sprak de tolk, „ligt de mili taire weg, die Wady Haifa met Sarras ver bindt. Sarras ligt ten zuiden, achter dien zwarten heuvel. De twee blauwe bergen, welke gij ginds ziet,, zijn in Dongoia, meer dan honderd mijlen van Sarras. De spoorweg aldaar is veertig mijlen lang en is dikwijls bescha digd door de Derwischen, die de rails tot speren verwerken. De telegraafdraden komen hun ook te pas. En als gij zoo goed wilt wezen u om te keeren, zal ik u uitleggen, wat er aan den anderen kant te zien is". Welk weder zullen we hebben? Verwachting tot den avond van 18 Nov.: Matige, aan de kust tijdelijk krachtige Zuidelijke tot Westelijken wind. Toene mende bewolking'. Waarschijnlijk regen. Veel zachter. j j j Zulke dagen waren niet zeldzaam. Vaak meenden de ouders, dat zij met hun kin deren zouden verhongeren. Een oudere broeder van het meisje liep 'dikwijl3 hui lend en handenwringend door de kamer en beukte met de vuisten op de deuren, razend als hij was van den honger. Hij doorzocht het heele huis, of er soms iets eetbaars te vinden was. Als er betere dagen waren en er wat eten te verdeelen viel, dan kwam vader het eerst aan de beurt. Daarna begon men met de kleine kinderen en zoomoest bet meisje als een der grooteren vaak toezien. Moeder was altijd de laatste. Een vriendinnetje, wier moeder uit wer ken ging en in haar werkhuizen wel wat afval kreeg, bracht het ambtenaarsgezin soms iets. Oude korstjes droog zwart brood werden met handdrukken, tranen en kussen betaald. Men was in hoofdzaak van andere menschen afhankelijk, want broodkaarten, vetkaarten, enz. hadden weinig te bedui den; bijna nooit kon men er iets op krijgen. Toen kwam op zekeren dag de bigde tijding, dat drie der kinderen van het ge zin met een transport andere kinderen mee naar Holland mochten. De moeder weende van geluk. Groot was de vreugde der kinderen, toen zij, in Duitschland gekomen, te Mann heim voor het eerst weer een boterham kregen met melk. Zij wisten waarlijk niet meer, hoe die smaakte- En toen men vroeg, of zij nog meer lusten klonk van alle kanten: „asjebheft, asjeblieft". Toen ze eindelijk na een moeilijke reis, in Holland kwamen, was de vreugde der kinderen onbeschrijfelijk. In Arnhem wer den weder boterhammen uitgedeeld, maar nu met worst. Snikkend van vreugde heb ben de kinderen toen die eerste Holland- sche spijze genuttigd. (Msb.) RUSLAND. Vijf honderd vrouwen door de Bolsje wisten gefusilleerd. De „Times" verneemt uit Helsingfors, dat de vrouwen van 500 officieren, die van bet bolsjewistisch leger naar dat van generaal Joedenitsj waren overgeloopon, door de roode troepen, van Petrograd zijn gefusilleerd. AMERIKA. De Volkenbond. In Amerika gaat de Senaat voort om inzake den Volkenbond aan do Ver- eenigde Staten een eigen positie te ver- Het was een gezicht, dat, eens aaifschouwd, iemand voor altijd bij moest blijven. Zulk een uitgestrektheid van doodsche, eentonige woeste nij geleek eerder tot een koude uitgebrande planeet, dan tot deze schoone, vruchtbare aarde te behooren. Zoo ver het oog reikte, ontwaarde men niets anders, tot zij zich oploste in een soort van vióletkleurigen damp aan den uitersten gezichtseinder. Op don voor grond had het zand een schitterende goudgelo kleur, waarop het zonlicht oogverblindend neerschoot. Hier en daar verspreid, stonden de zes trouwe negersoldaten, bewegingloos op hunne geweren leunend, terwijl hunne scha duwen hun aantal schenen te verdubbelen. Doch achter deze gouden vlakte vertoonde zich een lange lijn zwartachtige hoogten, met gele zandvalleien er tusschen. Daarboven rezen wederom andere, nog zonderlinger gevormde heuvelen en hooger op nogmaals andere, el kander als het ware over de schouders kij kend, totdat zij ineensmolten met dien viólet kleurigen nevel van den horizon. Geen dier heuvelen was buitengewoon hoog, een paar honderd voet of iets meer, maar hunne naakte getande ruggen en steile, door de zon verharde zijden, verleenden hun een aanzien van onbeschrijfelijke woestheid. (Wordt vervoljtd.l '1 I

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1919 | | pagina 1