I QUANTA
Een Missieheld.
No. 131
Donderdag 13 November 1919. Vijftiende Jaargang
-I URGE NS 7
1 PLANTENBOTER
Verschijnt eiken MAANDAG-.JTOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
BEKENDMAKING.
FEUILLETON.
De Passagiers van de
„Meteoor".
Reclames.
BUITENLAND.
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 1.25, daarbuiten f 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbbele bladen 10 cent.
Advertentiëa worden ingewacht vóór half een uur 's namiddags.
Kanfoor v. d. Administratie: Boudewijn de Wlffestraat A 135°, Goes.
Tel. interc.: Directie no. 94. Radactie no. 97.
Reclameberichten 30 Ct. p. r. Bij abonnsmont speciale prjjs,
Advertentiën van 15 regels f0.75, iedere regel meer 15 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst wordt 2 X berekend.
De Directie der Naamlooze Vennoot
schap „Nieuwe Zeeuwsche Courant" deelt
hierbij mede, dat vanaf 15 November tot
eo met 15 December e-k. de aandeelen
inwisselbaar zijn bij den heer directeur,
mr. J. H. M. STIEGER te Goes, of bij
de eerwaarde heeren pastoors op Zuid-
Beveland, tegen het bedrag, vastgesteld op
de algemeene vergadering van aandeel-
houdeers van 28 October I.I., n;.lj. a 50 pCt.
Hst bestuur vertrouwt, dat uiterlijk 15
Oeesmber alle aandeelen in zijn bezit zul
len zijn.
De onder ons Katholieke volk ople
vende sympathie voor de missie,
vrucht van de onverdroten actie welke
de laatste jaren door tal van aposto
lische mannen wordt gevoerd, is een
verblijdend verschijnsel. Indien toch
het woord van St. Dyonisius waar is
„van alle goddelijke "dingen is dit het
meest goddelijkemede te werken aan
Üe zaligheid der zielen", dan kan er
niet genoeg aan gewerkt worden onze
gelooisgenooten te interesseeren voor
et werk der geloofsverkondiging on
der de heidenen, dat tevens is het
werk der beschaving en ontwikkeling
van ruwe, wilde, onbeschaafde vol
ken. En wie denkt dan als Katholiek
Nederlander niet aanstonds aan onze
koloniën, waar nog millioenen inboor
lingen verstoken zijn van de kennis
van den waren Goa. Wij hebben je
gens Indië, Oost en West, in dit op
zicht zware verplichtingen, ja gerust
mag gezegd worden, dat op ons in
zekeren zin de zielzorg rust van de
bewoners van ons koloniaal gebied,
die om met de H. Schrift te spreken,
nog verzonken zijn in de duisternis
en in de schaduw des doods.
Prijzenswaardig zijn dus de pogin
gen die worden aangewend om de
aandacht onzer Katholieken voortdu
rend te richten op het werk en den
arbeid onzer missionarissen, opdat
het: „onbekend maakt onbemind" niet
langer het beletsel zij voor grootmoe-
digen steun aan het missiewerk.
In dien gedachtengang moet men
San ook de Indische Week be
schouwen, die onlangs te Delft voor R.
K. studenten der Techn. Hoogeschool
ia gehouden en waaroop de hoogeerw.
heer Mgr. M. J. D. Claessens, oud-
missionaris in Nederlandsch-Indië, een
serie voorlezingen hield over de mis-
pie in onze Oost.
Gedachtig aan het spreekwoord:
„leeringen wekken, voorbeelden trek
ken", vlocht hij in zijn beschouwing
over de missie op het eiland Flo-
res een schets is van den arbeid van
een missionaris, welke wel geëigend
is, om hooggestemde bewondering te
kweeken voor het moeizame maar
heerlijke werk der christianiseering
dat onze missionarissen in den Indi-
schen archipel verrichten met zooveel
zelfopofferende liefde.
Geven wij de schets rnel de eigen
woorden van Mgr. Claessens weer,
zooals „De Tijd" die publiceerde:
,Ik kan niet nalaten, hier in het
bijzonder een kort woord te wijden
aan de nagedachtenis van een man,
die onder de missionarissen van F lo
res zeker ©en ©ereplaats inneemt, van
wiens heldhaftig en zelfopofferend
werken wij moeten getuigen, dat door
zijn toedoen de weg tot de harten
van de ruwe, ongetemde bevolking
van Midden-Flores werd gebaand.
Ik bedoel Cornelis le Cocq d'Ar
mandville, priester uit de Sociëteit
van Jezus. Delft is zijn geboortestad;
zijn vader was hoofdofficier in het
ederlandsche leger. Hij behoorde tot
een geslacht, dat aan Kerk en Vader
land trouwe en dapper© zonen schonk.
In 1865, op 19-jarigen. leeftijd, trad
de edelmoedige jongeling in de .So
ciëteit van Jezus. Hij wilde zich wij
den aan de edelste taak, geheel en
al, zonder voorbehoud, arm, gehoor
zaam, rein en kuisch. In 1871 ver
pleegt hij zieken en gewonden in een
lazaret, te St. Michel, in Frankrijk.
Priester geworden, vertrekt hij in 1878
naar Indië, waar Semarang hem het
eerst in zijn apostolischen arbeid be
wonderde en beminde en treurde, toen
hij op bevel zijner overheid naar de
Missie van Flores ging. Daar, eerst
te Maumerie, later te Sikka zou het
veld wezen van zijn levensarbeid, daar
heeft hij gesticht, bevestigd, uitgebreid
met een onnavolgbare werkkracht,
met eeh moed, die alles aandurfde,
een volharding, die allen tegenstand
overwon.
Hetgeen onoverkomelijk scheen, ver
mocht hij te ondernemen, het onge
naakbare wist hij te bereiken, voor
geen gevaar week hij terug en in zijn
ondernemen scheen hij soms roeke
loos. Deze hoogstaande man met zijn
veelzijdige talenten en groote gees
tesgaven, was de eenvoud zelf, toegan
kelijk voor een ieder, vol liefde en be-
zorgdhéid voor allen. Als een vader
leefde hij te midden van de arme
inlanders; de kinderen hingen hem
aan, de ouderen vereerden nem, be
minden hem; hij verpleegde hunne
zieken, verbond en reinigde de won
den van hen die hij iederen dag op
zocht in hun hutten; de wilde stam
men van Lio en Hakka, waarbij nog
niemand was doorgedrongen, werden
voor hem toegankelijk, hij vermocht
hun woesten aard te temmen en ook
hen verlangend te' maken naax het
Christendom.
Zijn onuitputtelijke naastenliefde in
den dienst van Christus heeft den
hechten grondslag gelegd der Missie
op Midden Flores. Toen in 1891 Pi
le Cocq d'Armandville van Sikka zou
vertrekken, om op Ceram en Nieuw
Guinea eene nieuwe Missie voor te
bereiden, maakte hij dit op Zondag
8) o—-
Tot dusver had hun weg langs den oevei
der rivier geloopen, welke hier diep en sterk
stroomde vanwege de nabijheid der watervallen.
Hier en daar werd haar loop onderbroken
door zwarte, glinsterende rotsblokken, waar
het schuim overheen spatte. Hooger op kon
den zij het witte schijnsel der watervallen
Ontwaren, terwijl de oevers al steiler en steen
achtiger werden, tot waar een halfcirkelvormige
vooruitspringende rots hun aandacht trok. Dat
was het doel van hun tocht. Een ruime,
effene vlakte lag voor hen en de ezels draaf
den er lustig over heen. Verder op zagen
zij groote steenblokken, hier en daar verspreid,
swart op oranje, en in het midden daarvan
verhieven zich eenige gebroken zuilen en een
met figuren bedekte muur, welke met zijn
grijze tint en zware afmetingen eerder deed
denken aan een werk der natuur dan van
menschenhanden.
De welgedane tolk was afgestegen en stond
tra te wachten, tot de overigen zich
hsm heen hadden geschaard.
„Deze tempel, dames en heeren", riep hij
op den toon van een afslager, die op het
punt is een koop aan den meestbiedende
toe te wjjzen, „is een schoon overblijfsel
uit den tijd det achttiende dynastie. Dit hier
heeft betrekking op Thotmes den derden",
hij wees met zijn zweep naar de ruwe, diep-
ingesneden hiërogliefen op den muur boven
hem. Hij Leefde zestien honderd jaar vóór
Christus, en dit is gemaakt ter herinnering
aan zijn zegevierenden tocht naar Mesopo-
tamië. Hier hebben wij zijne geschiedenis van
den tijd, dat hij nog bij zijn moeder was,
totdat hg terugkeerde met de gevangenen aan
zijn kar gebonden. Daar ziet gij, hoe hij koning
wordt van Beneden-Egypte en van Opper-
Egypte en een offerande opdraagt aan den
god Ammon-Ra. Hier brengen zij de gevange
nen voor hem, en hij slaat hun de rechter
hand af. In dezen hoek ziet ge een hoopje
allemaal rechterhanden".
„Nu, er is nog niets veranderd", sprak
Cecil Brown. „Het Oosten is nog altijd het
Oosten, ik ben zeker, dat een honderd mijlen
van waar gij staat
„Aansluiten 1" fluisterde de kolonel, en het
gezelschap bewoog zich langzaam verder, de
hoofden achterover en de hoeden in den
nek. De zon achter hen wierp op het grijze
metselwerk een metaalachtigen schijn enmeng-
1 November aan zijn gemeente bekend
en dr. Ten Kate verhaalt ons: „Van af
dit oogenblik scheen hel dat een izware
ramp het volk getroffen had, mannen
en vrouwen zaten in menig le schrei
end en weeklagend voor het huis van
hun Vader."
Toen hij te Lioi kwatn, waar hij de
vredestichler was geweest, om af
scheid te nemen, riep het hoofd van
Ripoeang zijn volk nij elkander en
sprak hen toe: „Zet u rondom hem
neder en aanschouwt hem nog eens
voor het laatst, want hij gaat weg
en het is voor ons, alsof hij sterven
gaat", en de zonen van Loka zeiden,
bij zijn heengaan: „Heer, de aka Sikka
waren wild en gij hebt ze tam ge
maakt, en wilt gij ons nu verlaten?"
En toen hij op den 9en November
te paard zou stijgen om jiaar de ha
venplaats Maumerie te vertrekken,
hield de menigte hem tegen, zij dron
gen zich om hem heen en kusten zijn
handen, de moeders hieven hun kin
deren omhoog, opdat hij hen zou ze
genen en schreiend klonk het uit hon
derden monden: „Vader, waarom ver
laat gij ons, moeten wij dan als wee
zen achterblijven? Ach Vader blijf bij
ons." Velen volgden hem naar Mau
merie. Toen de Boot op 10 November
aldaar aanzwam, stonden meer dan
600 menschen aan 't strand, die zich
om Pastoor le Cocq d'Armandville te
zamén drongen, zij hielden de sloep
vast, waarmede hij zou vertrekken en
klemden zich aan zijn priesterkleed,
met moeite kon hij zich losrukken,
en in het vaartuig stappen, dat op een
geschikt oogenblik in zee schoof. Toen
ging er van het volk een jammerkreet
en een gehuil op, zóó groot, dat het
op het verafgelegen schip gehoord
werd. Men kon het den Paler aanzien
hoe zwaar hem dit afscheid viel, allen
die er van getuigen waren stonden
de tranen in de oogen.
Een .schouwspel, eenig in de ge
schiedenis der Missie had zich hier
Alius Dr. Ten Kate, M. H., ik heb
alleen van een der Missionarissen, die
om zijn bijzonder karakter en buiten
gewone hoedanigheden uitsteekt boven
velen een korte schets gegeven, maar
ik zou boekdeelen kunnen vullen, als
ik den Miss iearbeid van die Verborgen
Werkers, die in de laatste 70 jaren
op Flores de hernieuwde Missie heb
ben opgebouwd, wilde beschrijven.
Tot zoover mgr. Claessens. Nog
eens: „leeringen wekken, voorbeelden
trekken". Moge het voorbeeld van een
missieheld als bovengeschetst nieuwe
geloofshelden kweeken en ons allen
met vurigen ijver voor het apostolaat
der geloofsverkondiging bezielen. Ka
tholiek Zeeland, djit mag wijzen op
een eigen landsman, Caspar Berse van
Goes, den volijverigen medewerker
van den grooten Franciscus Xaverius,
den apostel van Indië, blijve hierin
niet achter.
de de zwarte schaduwen der pleizicrreizigcr9
met de grimmige, kromneuzige, hoekig ge
schouderde krijgers en de zonderling gevormde,
wanstaltige godheden, die er op afgebeeld
stonden. De hreede schaduw van den eer
waarden heer S. Stuart van Birmingham be
dekte geheel en al den heidenschen koning
en den god, wien hij eer bewees.
„Wat is dat?" yroeg hij, met zjjn gelen
rotting paar boven wijzende.
„Dat is een nijlpaard", antwoordde de tolk,
en de anderen lachten zachtjes, want er was
juist een zweempje van gelijkenis tusschen
de afbeelding van den heer Stuart te be
speuren.
„Maar het is niet grooter dan een jong
varken", wierp hij tegen. „Gij ziet, hoe ge
makkelijk de koning er met zjjn speer door
heen steekt".
„Zy hebben net klein gemaakt, om te laten
zien, hoe nietig het is in vergelijking van
den vorst", zeide de tolk. „Zoo ziet gij,
dat alle gevangenen van den koning niet
hooger komen dan zjjn knieën, dat be-
teekent niet, dat hij zooveel grooter was
maar zoeveei machtiger".
Cecil Brown en Headingly waren achter
gebleven, want de uitleggingen van den tolk
en de lichtzinnige, nietsbeteekenende praatjes
van het gezelschap klonken bun ergerlijk in
'x -y- W
m VOEDZAAM HEERLÜK VOORDEELIG 1
Slllllllllllllllllllilllillllillllllllllllllllllliilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllilllllllllllllllll^
BELGIË.
De processen legen de Activisten.
BRUSSEL, 10 November. De bla
den melden, dat ook de leden van
den raad van Vlaanderen, die naar
Nederland of Duitschland gevlucht
zijn, door de justitie bil verstek ver
oordeeld worden. De processen tegen
deze personen zullen einde dit jaar
of begin volgend jaar plaats hebben.
Het proces tegen de „Bruxellois".
BRUSSEL, 8 Nov. Men meldt aan
de Maasbode: De beklaagden Rosen-
baum, Belvaux, Kesters, Bussens en
Kemmerich, directeuren en redacteu
ren van de „Bruxellois", die naar
Nederland gevlucht zijn, werden allen
bij verstek ter dood veroordeeld.
Het proces Borms.
BRUSSEL, 11 Nov. Het hof van
cassatie heeft heden het verzoek van
Borms om cassatie afgewezen. Het
doodvonnis blijft dus gehandhaafd en
Borms kan nog slechts een beroep
op den kor mg doen.
Geweldige ontploffing te Nanien.
BRUSSEL, 9 November. Men meldt
aan De Maasbode:
In den afgeloopen nacht werd Na
men in opschudding gebracht door een
reeks hevige ontploffingen; Een raa-
nitiestapelplaats m het Bosch van het
naburige Dave was in brand geraakt
en ontploft. De bewoners van
Dave en omgeving vluchtten in hun
kelders en hebben daar een angstigen
nacht doorgebracht.
Hedenmorgen stond een groot ge
deelte van net bosch in brand. Nog
altijd weerklinken explosies, maar met
grootere tusschenruimten.
De militairen; die het bosch hebben
afgezet, hopen, dat de andere stapels
gespaard zullen blijven; zoo niet, dan
zal de stad Namen gevaar loopen.
Bij het appèl werden hedenmorgen
zeven schildwachten vermist maar
men hoopt dat zij gevlucht of ergens
de ooren, getroffen als zij waren door een
gevoel van eerbied in tegenwoordigheid van
dat grijze verleden. Zij stonden in stilte te
kjjken naar den zonderlingen optocht, met
zijn witte hoeden en groene sluiers, terwijl
hg zich voortbewoog in den hellen zonne
schijn langs den ouden grijzen muur.
„Is het geen heiligschennis?" zeide de
Oxfordsche student eindelijk.
„Wel, het doet mij genoegen, dat gij er
zoo over denkt, want datzelfde gevoel be
kruipt mü ook altijd", antwoordde Hea
dingly ernstig. „Ik ben het nog niet met
mij zeiven eens, hoe men deze dingen moet
naderen, maar ik ben er zeker van, dat
het niet is op deze wijze. Over het algemeen
stel ik de bouwvallen, welke ik niet heb
gezien, hooger, dan degenen, die ik bezocht
heb".
De jonge diplomaat zag op met zijn eigen-
aardigen helderen glimlach, welke dadelijk weer
in zijn gewonen onverschilligen trek overging.
„Ik heb een kaart", hernam de Amerikaan,
„en somtijds zie ik er, diep in de dorre,
eenzame woestijn „ruïnen" op aangeteekend of
„overblijfselen van een tempel" misschien. De
tempel van Jupiter Ammon bijvoorbeeld, een
voornaamste gebouwen der oudheid, lag hon
derden mijlen verwijderd van elke bewoonbare
plaats. Dat zjjn de gedenkteekenen, eenzaam,
weggescholen zijn. De diensten op de
spoorlijnen Namen—Givet zijn ge
stremd.
Nader wordt bericht, dat de ramp
is kunnen beperkt worden.
Kardinaal Mercier.
Kardinaal Mercier zal Donderdag
van zijn reis naar Amerika te Meehe-
len terugkeeren.
DUITSCHLAND.
Kardinaal Von Hartmann f-
KEULEN, 11 Nov, Kardinaal bron
Hartmann is heden ochtend, om 2
uur, kalm iu den Heer ontslapen.
Kardinaal von Hartmann werd den
15en December 1851 uit een oude aan
zienlijke familie te Münster geboren.
Zijn gymnasiale studiën voltooide hij
in Münster en Gaesdonck, de theologi
sche in Münster. Den 19den Decem
ber 1874 werd hij door Mgr. Brink-
menn priester gewijd.
Den 29sten October 1912 werd hij
tot aartsbisschop van Keulen benoemd
en den 9den April 1913 als zoodanig
plechtig geintroniseerd. In het consis
torie van 25 Mei 1914 werd hij door
Pius X tot kardinaal gecreëerd, met
den titel van d&n H. Johannes buiten
de Latijnsche Poort.
Kardinaal von Hartmann was lid
van de H.H. Congregaties van 't Con
sistorie en der II. Sacramenten.
De verkeersbeperking.
Gelijk men weet is het treinverkeer
voor passagiers tot 16 November stop
gezet ten behoeve van den kolen- en
aardappelentoevoer. Na dien datum
zal de verkeersbeperking echter in
zooverre blijven bestaan, dat alleen
die treinen zullen loopen, die beslist
noodzakelijk zijn voor het economi
sche leven. Op de verschillende tra
jecten zal slechts één sneltrein per
dag loopen. Er zal een strenge rant
soeneering van spoorkaartjes worden
ingevoerd.
Haaae.
De begrafenis van Haase zal in het
midden van deze week te Fried-
(luor geen menscheljjk oog gezien, onveran
derlijk, welke het meest tot de verbeelding
spreken. Doch wannéér ik een toegansbewijs
aan de deur moet afgeven en binnen ga als
in eene tentoonstelling, dan gaat al het roman,
tische ervan verloren".
„Volkomen juist", antwoordde Brown. „In
dien iemand hier geheel alleen heen was
gedwaald en zich opeens, zonder er op ver
dacht te zijn geweest, in het schemerige licht
van den tempel bevond, met deze wonderlijke
figuren rondom zich, dan zou zulks een over
weldigenden indruk maken. Maar terwijl Bel
mont zijn pijp rookt en Stuart puft en blaast
en juffrouw Sadie Adams lacht
„En die ekster van een tolk zijn les opzegt",
vulde Headingly aan. „Ik gevoel er behoefte
aan, van tijd tot tijd te blijven staan en
na te denken, en ik krijg er nooit de kans
toe. Ik had een moord kunnen begaan, toen
ik voor do Groote Pyramide stond en geen
oogenblik rust had, omdat allen mij lastig
vielen om mij op den top te brengen. Ver
beeld u, dat men heelemaal van Amerika
komt, om de pyramiden te zien en dan,
als men er bij is, niets beters weet te doen,
dan een Arabier een schop te geven 1"
(Wordt vervolgd.).