No. 74.
Dinsdag 1 Juli 1919.
Vijftiende Jaargang.
Veischijit eiken MtAHDtG-JNOEHSllkG- en VRI1D1MV0HD.
TWEE JAARTALLEN.
FEUILLETON.
■II
Tusschen Wapenstilstand
en Vrede.
HE ZEEIME COM!
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 1.26, daarbuiten f 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbbnle bladen 10 cent.
Adrerteeti&i werden ingewacht réér half aan wwr 's namiddafp.
Kantoor v. d. Administratie: BoudewIJn de Wltfestraat A 135", Goes.
Tel. interc.: Directie no. 94. Radactie no. 97.
Reclameberichten 30 Ct. p. r. Bij abannnment speciale prije.
Advertentiën van 1—6 regels f0.76, iedere regel meer 15 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst wordt 2 X bardeend.
29 Juni 1914. Aartshertog Frans
Ferdinand en gemalin te JSerajevvo ver
moord. 29 Juni 1919. Tee ken mg van
het vredesverdrag te Versailles, dat
een eind maakte aan den grooten we
reldoorlog 19141919.
Eigenaardig toeval Op denzelfden
dag waarop 5 jaar geleden de wereld
werd opgeschrikt door het drama van
Seraiewo, wordt thans een einde ge
maakt aan den krijg, vvelke uit dit
drama voortvloeide. Wij zeggen ech
ter met Wallenstein: ,,es gibt ktein
Zufall", ,,er is geen toeval". Wij er
kennen ook in flit opmerkelijk samen
vallen op één dag van twee gewichtige
gebeurtenissen de Voorzienigheid
Gods, Wiens jiand de weegschaal
'houdt, waarin, naar Schaepman's
woord, „dar volk'ren schuld en eere
ligt."
Het drama te Serajewo! Hoe wel
sprekend heeft de vorstenmoord, (laar
gepleegd, weer het woord van den
dichter bewaarheid„dat is de vloek
van de booze daad, dat er voortdu
rend het booze uit voortvloeit."
Prinzip's revolverschot was de vonk1,
die in de brandstof ploeg, welke ja
ren lang steeds hooger en hooger in
Europa was opgetast. E n door Oosten-
rijk-Hongarije, dat met het machtige
DuitschJand als bondgenoot steeds
dieper en dieper zijn invloedsfeer in
den Balkan, ja tot in het hart van
Kiein-Agië, trachtte uit te breiden, ge
tuige de aanhechting van Bosnië en
Herzegowina aan de Donaumonarchie
door graaf Aerenthal, den bekenden
Oostenrijksohen minister van buiten-
iandschie zaken. E n door Rusland,,
dat door bemiddeling van Servië zijn
Panslavistische kuiperijen in het Oos
ten zoo goed als openlijk voortzette,
om den invloed der Middel-Europe-
scbe Staten te fnuiken en dat niet
aarzelde door omvangrijke mobilisatie
maatregelen den gespannen Europee-
schen toestand in Juni 1914 te ver
scherpen, die wellicht anders nog ten
goede had kunnen keeren.1) En door
Frankrijk, dat sinds 1870 een revan
che-politiek voerde, d.w.z. een politiek
van weerwraak voor de in '70 geleden
nederlaag, een politiek waarvoor jiet
alles opofferde en waarin het zich
sterk wist door den steun van En
geland en Rusland, gelijk het weder
keerig de Russische kuiperijen be
gunstigde.2,1 Kortom de penetratiepo-
litiek van de Centrale njken en de
omsingielings- en isolatiepoRtiek der 3
verbonden mogendheden: Frankrijk,
Rustano. en Engeland, waren (ie oor
zaak van den wereldkrijg, die als een
prairiebrand om zich henen greep en
in korten tijd (schier naar alle beschaaf -
de( 11 landen der oude en nieuw© we
reld was overgeslagen, zoodat in Eu
ropa alleen Spanje, Scandinavië met
Denemarken, Zwitserland en Neder
land zich en nog met moeite
den oorlog van het lijf wisten te hou
den.
DuitschJand, waar een machtige jni-
Litaire partij: naar wil aan Keizer en
regeering wist o-p te leggen en dat
zich, sterk op zijn allergeweldigst le
ger en zijn machtige vloot, van de
overwinning zeker waande, Inam (de
leiding in de reuzenworsteling, yvierpj
België, tegen het volkenrecht in, ou
den den voet en trachtte door een I
geweldigen, -onverpoos-den druk op het
ooster- -en westerrront en het voeren
van een onmeedoogend-en pniderziee-
ers-corlog zijn tegenstanders te over- 1
weldigen.
En dat ware gelukt, zoo niet ide taaie
tegenstand, eerst van het kleine Bel-
gië, daarna van Frankrijk, den gealli
eerden gelegenheid gaf zich te consoli-
deeren en te versterken met de hulp
van Italië én vooral van de Vereenig-
èe Staten die DuitschJand met zijn uit-
tartende houding tegen zich in het
harnas had gejaagd, ai -meende het
in de uithongeringsblokkade door de
geallieerden op hem toegepast, een
excuus te vinden.
Hoe zeker DuitschJand zich waande
van zijn zaak, moge blijken uit het
navolgende gedicht van Max Raube-
gast in de „Illustrirte Zeitung" van
Augustus 1914
„Germanen Tag und Slaven Nacht
Una Frankreich Tod für immer
All Deutschland goidne Sonnen-
pracht
Glücht auf in ersten Schimmer.
„Die Erde hebt! Der Himmet kracht I
Das Heer treibt Wrack und Triimmer
Germanen Tag und Slaven Nacht
Und Frankreich Tod für immer."
(Dag voor de Germanen en nacht
voor de slaven en (lood voor altijd
aan Frankrijk. Voor heel Duitschland
ontgloeit de zonnepracht in haar eer
ste schemering. De aarde beeft I De
lucht kraakt! Het leger drijft wrakken
en puinen voor zich uit. Dag voor
cie Germanen en nacht voor de sla
ven en dood voor altijd aan Frankrijk.)
Doch,,'tkan verkeeren", zei
Breêro en zoowel Oostenrijk-Hongarij©
als Germanje hebben dit jop de vree-
selijkste wijze ondervonden. Wei verre
van te winnen, verloren zij den krijg.
In beide rijken werden iie grootere
en kleinere kroondragers door (ie re
volutie weggevaagd, moest de mach
tige Wilhelm von Hohenzoilern zijn
heil zoeken in de vlucht naar Neder
land, zag de Duitsche kroonprins, de
man van der „frisch-e und fröhliche
Krieg", zich in stede van een zegetocht
aan net hoofd zijner jdoódskophuzaren
binnen de poorten van Parijs, een ge
dwongen verblijf toebedeeld op een
onaanzienlijk eilandje in de Zuider
zee, „e culmin© imperii", zooals de
dichter zingt, van uit (het toppunt van
macht en eer in den afgrond der ver
nedering neergesmakt.
De Donaumonarchie is versplinterd
en verbrokkeld. Met Duitschland is
31)
Na deze woorden legde hij zijn hoofd op
het kussen en was weldra in een geruste
sluimering verzonken. Het sloeg drie uur,
toen hij wakker werd. James sliep nog en moest
een paar maal heen en weer geschud wor
den, eer hij begreep, dat het tijd was om
op te staan.
„Haast u", zeide Sharper. „Het is drie
uur en wij moeten met onze zaken begin,
nen. Maak dien koffer open en haal die dingen
er uit."
James deed gelijk hem bevolen was, en
deed de pakjes, welke hij er uit nam, een
voor een in kleine handtaschjes. Toen ging
hij naar een anderen koffer en zocht twee
pakken kleeren bij elkaar, welke hij, benevens
'npaar pruiken, twee kunstig vervaardigde val-
sche baarden en twee zachte vilten hoeden
op het bed legde. Tien minuten later had
hij zjjn meester in een der vermommingen
uitgedost en wachtte hij verdere bevelen.
„Vóór gij u kleedt, moet gij naar beneden
gaan en een glas medenemen. Indien iemand
u tegenkomt, zeg hem, dat gij naar de pro
visiekamer van den bottelier gaat om wat
versch water te halen. Het bal moet thans
afgeloopen en de gasten zeker reeds een half
uur geleden naar bed zijn gegaan. Overtuig
u, dat zulks het geval is, en kijk bij het
terugkomen even naar den politieagent, die
voor de biljartzaal op wacht staat. Zeg mij
in welken toestand hij zich beyindt."
„Goed, mijnheer", antwoordde James en yer-
liet de kamer. Een poqs later tr^4 hij weer
binnen met het bericht, dat het geheele huis
in duisternis was gehuld, met uitzondering
van de gang, die langs de biljartkamer liep.
„En hoe is het gesteld met den bewaker
van de deur?" vroeg Sharper.
„Vast in slaap", zeide James. „Hjj snorkt,
dat de wanden er van dreunen."
„In orde", sprak Sharper. „De man in
de kamer moet er gelijk aan toe zijn, of
het poeder zou mij voor de eerste maal
van mijn leven hebben teleurgesteld. Wij zul
len hun fBrchter nog een half uur geven al
vorens aan het werk te gaan. Ga u nu
kleeden."
James deed het en Sharper nam een boek
en begon te lezen. Toen de stadsklok half
vier sloeg, vroeg hij:
het op genade ojf ongenade overgele
verd aan „le bon plaisir" -der gealli
eerde overwinnaars, die wel verre van
in den geest der christelijke rechtvaar
digheid en Evangelische verzoenings
gezindheid een vrede op te leggen, die
alle door den krijg geteisterde volken
zou op-beuren tot een nieuw leven
gelijk onze roemrijk regeerende paus
Renedictus het wilde —.(hun verplet
terde vijanden vredesvoorwaarden
voorleggen, zóó zwaar en zóó ver
nederend, dat de onderteekening ervan
gelijk staat met de handeling van den
veroordeelde, die zijn hoofd steekt in
den strop.
„Rax et non est pax", „vrede en
daar is geen vrede", zegt de H. Schrift
-en zoo is het hier ook. Vrede is er
niet en die komt er ook niet, stilaan
het einde van den ptorlog en die stille
voorbereiding van dé revanche bij het
Duilsch-e volk men vermag 70 mil-
lioen menschen nu eenmaal niet te
muilband-en dat naarmate het zich
van zijn huidigen .ondergang herstelt;
des te levendiger in zich de begeerte
zal voelen ontwaken den overwinnaars
van thans "den vrede van Versailles
betaald te zetten„all-een met het oog
op de vreeselijke ellende des volks en
de behoefte aan vrede teekenen wij',"
beeft -de Duitsche regeering gezegd.
Aan de Katholieken der wereld de
taak o-p de vorstentronen en de pre-
sddentszetels, in de kabinetten dier
staatslieden en -d-e parlementen der na
tiën weer te brengen (Le beginselen
der Christelijke staatkunde, met name
die der rechtvaardigheid, van alle ego
ïsme vrij, welke naar het woord van
Sint Augustus het fundament jder sta
ten uitmaakt. Bij de beslechting van
Eeschillen, die dé volkeren verdeelen,
©eft voortaan niet het zwaard die
taak te vervullen, maar (Ie arbitrale
uitspraak van het scheidsgerecht uit
den boezem van den volkerenbond
voortgekomen.
Dit is het ideaal, Ldat de mensch-
hedd tegenlacht -en dit verwachtte- zij
als vrucht van den oorlog. Maar h-o-e
ver zijn wij' er nog van verwijderd, als
bij een vrede als pezen niat de wet der
menschelijkheid maar de wet van „oog
om oog en tand om tand" als maat
staf wordt aangelegd.
Wü echter dat ideaal werkelijkheid
worden, dan terug tot de christelijke
rechtsbeginselen in den staat.
Moge ons vurig gebed in deze dagen
van herwonnen vrede dien Jerugke-er
helpen verhaasten. Bidt en werkt I In
dieze woorden ligt onze taak voor de
naaste toekomst omschreven.
1) De Servische diplomaat Bogitsjewits
heeft dezer dagen te Zürich een boek uit
gegeven over de opruiing van Servië door
Frankrijk en Rusland tegen Oostenrijk.
Daarin schrijft hij o.a.Op 28 Juli 1914
reisde ik door Duitschland naar Rusland.
Aan den Duitschen kant van de .grens
merkte ik niets op, aan den Russischen
kant zag ik mobilisatiemaatrege
len op zeer groote schaal.
„Zgt gj gereed, James? Draai dan het
licht uit en open die deur."
Zoodra dat gedaan was, beval hü zijn be
diende te wachten, terwijl hij behoedzaam en
onhoorbaar de trap afging. Bij het portaal
van de biljartzaal gekomen, zag hij den po
litieagent, die, in pep hoek geleund, gerust
stond te slapen. Zijn zware ademhaling klonk
door de gang, en Sharper hield zich over
tuigd, dat hij van hem niets had te vreezeu.
Na de deur te hebben geopend met een
sleutel, dien hij uit zijn zak haalde, ging
hij de kamer binnen en vond den tuinman
in zoete rust verzonken in een armstoel uil-
gestrekt. Hij trad op hem toe, luisterde naar
zijne ademhaling en lichtte zelfs een zijner
•oogleden op.
„Uitmuntend!" zeide hij in zichzelven. „Het
kan niet beter. Als James nu komt, kunnen
wij beginnen."
Dit zeggende, keerde hü terug, om zjjn
bediende te halen, en eenige seconden later
bevonden beiden zich wederom in het vertrek.
Het was een ruime kamer, weelderig gemeubi
leerd, met een hoogvenster aan het eene
en een soort van alkoof aan het andere
einde. In doze alkoof stond, gelijk mijnheer
Greenthorpe vroeger reeds aan Silas Sharper
had medegedeeld, een groote brandkast, achter
een beschot verborgen en zoodanig ingericht,
2) BERLIJN, 26 Juni. Volgens een be
richt. uit Parijs moet Clemenceau bij de
ontvangst van het bericht, dat Duitsch
land bereid was het vredesverdrag te tee
kenen, in zijn kabinet tot zijn medewerkers
hebben gezegd: „Mijne heeren, op deze
minuut heb ik 49 jaar gewacht".
De Duitsche pers beschouwt deze woor
den als een bekentenis van Frankrijk's
revanchepolitiek tegen Duitschland en als
een bewijs, dat Frankrijk sedert lang den
oorlog tegen Duitschland voorbereidde. De
Duitsche bladen merken op, dat Duitsch-
land's tegenstanders mitsdien geen recht
hadden van Duitschland de bekentenis tp
eischen, dat het alleen verantwoordelijk
is aan den oorlog.
Voor den bovengenoemden Bogitsjewits
staat het vast, dat tot den oorlog is
besloten bij de ontmoeting van Czaar
Nikolaas II en president Poincaré te St.
Petersburg in d<en zomer van 1914.
DE VREDE IS GETEEKEND.
Men seinde ons Zaterdagavond:
PARIJS. Hedenm'ddag te drie uur twaalf
minuten is de vrede geteekend.
Aan de „Maasbode" ontleenen wij nog
de navolgende bijzonderheden:
LYON, 28 Juni. De „Temps" geeft een
verslag van de plechtigheid der onder -
teekening van het vredesverdrag.
In het kasteel te Versailles was geen
enkele versiering aangebracht. De vol
machten der Duitsche gedelegeerden wa
ren des morgens geverifieerd en in orde
bevonden.
Om kwart voor 3 uur nam Clemenceau
in den presidentszetel plaats in het mid
den van de hoofdtafel. Wilson arriveerde
eenige oogenblikken later, te midden van
gedempt applaus. Ilij drukte Clemenceau
en den voornSamsten gevolmachtigden de
hand en nam ter rechterzijde van den
Franschen premier plaats.
De „gardes republicaines", die vóór de
ruimte, toegewezen aan de pers, stonden
opgesteld, trokken zich terug.
Om tien minuten over 3 uur werden
te midden van een indrukwekkende stilte
de Duitsche gevolmachtigden, ten getale
van vijf in de „Galerie des Glacés" bin
nengeleid door den deken der deurwaar
ders van het ministerie van buitenland-
sche zaken.
Zij nameu plaats op de zetels die voor
hen gereserveerd waren aan het uiteinde
van een der kleine zijden van den tafel
der gevolmachtigden, aansluitende bij de
Japansche gedelegeerden.
Om kwart over 3 uur stond Clemen
ceau op. „De zitting is geopend", zeide
hij en hij hield een korte toespraak, waar
van de inhoud was als volgt: De regee
ringen der geallieerde en geassocieerde
mogendheden en de Duitsche regeering
zijn tot een accoord gekomen. De tekst
die ter onderteekening aan u zal worden
voorgelegd is dezelfde als van de exem-
dat geen inbreker ze open kon krijgen. Voor
Sharper evenwel leverde zulks geen zwarig
heden op, „Geef mij de gereedschappen", zeide
hü tot James, en in minder dan tien minuten
had hjj het slot open gemaakt en toegang
verkregen tot den inhoud. Deze werd, met
inbegrip van de vijftig duizend guinjes, stille-
kens naar boven gebracht en in de koffers
geborgen, waarna Sharper de ledige ruimte
vulde met nagemaakte juweelen, welke hü
tot dat doel had medegebracht. Nu wenkte
hü James, hem een hoogc trap te brengen,
die in den hoek der kamer stond en gebruikt
was om het vallicht hoven het biljart dicht
te maken. Hü plaatste ze zoodanig, dat hij
het venster kon bereiken, sneed met een
diamant een vierkant stuk glas uit, vülde
de sluiting door en stond weldra builen op
een klein plat, dat tegen den tuin aangebouwd
was. Eenige oogenblikken later was hü met
behulp van een touwladder op den grond
afgedaald, waar hü eene menigte voetstappen
in het weeke zand drukte. Daarna keerde
hü in de kamer terug, even behoedzaam
als hü die verlaten had.
„Ik denk, dat wü thans het werk als ge
daan kunnen beschouwen", zeide hü tot Ja
mes, terwül hp nog een blik wierp op de
slapende wachters. „Deze heeren zün in zoo'n
zoete rust verzonken, dat het jammer zou
Welk weder zullen w« hebben?
Verwachting to-t den avond van 1 Juli:
Matige tot krachtigen, later wellicht
afnemende wind uit Westelijke richtin
gen, betrokken, tot zwaarbewolkt, met
tijdelijke opklaringen, waarschijnlijk regen
buien. Weinig verandering van tempe
ratuur.
plaren, die pan de Duitsche gevolmach
tigden zijn overhandigd. De handteekenin-
gen zulien thans gewisseld worden. Zij
houden een onherroepelijke verplichting
in, om loyaal en getrouw en in volle
ongereptheid alle voor-waarden van het
verdrag uit te voeren.
In dezen geest heb ik de eer de hee
ren gevolmachtigden der regeering van
het Duitsche rijk uit te noodigen hun
handteekening te komen zetten.
De vjjf Duitsche gevolmachtigden ston
den op, verlieten hun plaats, gingen voor
de kleine middentafel zitten en plaatster)
beurtelings hun handteekening onder het
verdrag.
Nadat zij zonder ©enig incident of pro
test onderteekend hadden, werden de ver
schillende delegaties der geallieerde en
geassocieerde mogendheden in de vooraf
vastgestelde volgorde afgeroepen om het
verdrag te onderteekenen.
Om kwart voor T'was het défilé der
onderteekenaars geëindigd. Op dit oogen-
blik weerklonken de eerste schoten van
een salvo van 101 kanonschoten, als een
bewijs, dat de vrede geteekend was.
Clemenceau stond op. „De vredesvoor
waarden tusschen de geallieerde en ge
associeerde mogendheden en het Duitsche
rijk zijn thans een voldongen feit", zeide
hij. „De zitting is opgeheven".
Uit Parijs wordt nog gemeld:
President Wilson toekende onmiddellijk
na de üuitschers, gevolgd door de overige
leden der Amertkaanscne deiegatie- Lioyd
George begon voor de Britsche delegatie
de onderteekening to 3 uur 17, Clemen
ceau fceekende te 3 uur 23. Smuts over
handigde een nota van protest tegen de
bestraffing van den keizer en andere voor
name punten van het verdrag.
De inwerkingtreding van het verdrag.
LONDEN, 27 Juni (R.O.) Reuter ver-
neemt, dat het vredesverdrag waarschijn
lijk niet eerder dan over 3 weken of een
maand in werking zal treden. Dit uitstel
is noodig, wijl het verdrag geratifieerd
moet worden door de parlementen der
betrokken landen.
De tegenwoordige maatregelen, met in
begrip van de blokkade, zuilen derhalve
voortduren in de tijdsruimte tusschen de
onderteekening van het verdrag en de
ratificatie.
Terugkeer.
Onmiddellijk na de onderteekening van
het vredesverdrag zijn Wilson en Llovd
George naar hun respectieve landen ver
trokken.
zgn, hen te wekken. Laten wü dus maar
weer naar bed gaan."
Den anderen morgen moest Sharper zgn
kamer houden tengevolge van zün val van
de trap, hoewel hü, naar hg zeide, weinig
PÜn had. Iedereen was met hem begaan en
hü ontving van alle kanten betuigingen van
deelneming in het ongeluk, dat hem was
overkomen, terwül het geheele huis feest
vierde. Tegen tien uur vertrokken er reeds
eenige gasten, en het werd zoo geregeld,
dat de hertog en de hertogin van Rugby,
graaf en de gravin van Raxter, te zamen
met Silas Sharper, die gedragen moest worden,
na het tweede ontbüt met een büzonderen
trein naar de stad zouden terugkeeren. Toen
men afscheid nam, was de gastheer onuit-
puttelijk in zün vriendschapsbetuigingen.
„Het is mg een onuitsprekelijk genoegen
geweest, u tot gast te mogen hebben, mgnheer
Sharper", zeide hü, toen hij dezen in het
rijtuig nogmaals de hand drukte.
„Eén ding spüt rap slechts: het ongeluk
namelük, dat u is overkomen."
„Spreek daar niet over", antwoordde Shar
per; „het genot, dat niün bezoek hü u mg
verschaft heeft, weegt ruimschoots op tegen
die kleine onaangenaamheid."
Met deze woorden vertrok hg.
(Wordt vervolgd.)