ELD.
Oe Groote Oorlog.
UKANTOOR
ditfaigkimer.
No. 69.
Donderdag 13 Juni 1918. Veertiende Jaargang.
htiwt likt* lillllfi JNEISIlfi n fIIIIMVIND.
De Stembus vee 3 loli a.s.
f EUILLETON.
fjes, Gouden Vijf-
Gouden Munten
TE ADRES
UUR.
Bij minitterieele be-
ikking zijn wij vanaf heden
igesteld om in Zuid-Beve-
d de boerenboter van pro-
senten op te koopan voor
eeringeprij8
GEBR. STRAUB, Kloetinge.
ijuffrouw A. C. H. TIMANS,
Onder den grond.
Welk weder zullen wij hebben?
De strijd in het VsZssten.
M. H. 'a-GraviettpoI-
"h., J. R. Hoedeioene-
0 d. h., niet beletten
ispoort: J. M. Nisse,
P. v. d. P. Iersake,
ogen. wild te bemach-
•avenpolder, f5 b. s.
eieren ran will:
.mme,,F. F. D'. aldaar,
h., in verboden tijd
niet nret kunstvlieg:
£1 b. s. 1 1. h.,
S. Goes, £1 b. s.
J. Hansweert, f 10 b.
op eens anders wei
M. lerseke, £'2 b. s.
klavers: A. J. d. J.
s. 3 d. h., loopen op
A. S. Schore, terug aan
•abbendijke, f 1 b. s. 1
Boterwet: P. v. 'tW'.
d. h., idem veiligheids-
et: G. O. C. te Hein-
f 15 b. s. 2 maal 15
|i hebben van een niet
M. Krabbemdyke, J. C.
3. 2 d. h., rijden over
l. Arendskerke, f 10 b.
ertreding Slachtwet: I.
s. 25 d. h.j op ver-
chelde bevaren: C. K.
10 d. h., zieh bevin-
Iverbolen plaats: P. S.,
b. s. 2 d. b,, M. L.
b. s. 10 d. h., Zeep
d. B. Hontenisse, 125
lajet vervoeren: J. v. P.
aan ouders; voedings
in: S. H. Krabbendijzie,
h., zeep vervoeren: L.
b. ,s. 25 d. h., op
ielen: H. "W. Goes, fl
idem met centen: J. v.
Hansweert, £2 b. s.
rijiden: J. M. v. d. S.
s. 2 d. h., 's avonds
ntaarn: J. E. 's-Graven-
d. h., C. S. Nieuwer-
d. h., I. F. F. Goes,
:erke, A. K., J. d. R.,
G. G., Eilewoutsdijk,
v. S., A. v. d. D., M.
Arendskerke, A. K., M.
J. F. 1». v. B„ Kattere-
Haamstede, alien 12 b.
voren en zonder belJ.
,m 11 b. s. 2 en 1 d. 'a.,
aan voet van zeedijk: J.
12 b, s. 2 d. h., dron-
W. L. Hansweert, £3
J. 0. Goes, C. R. Kloe-
5 d. h., W,. C. d. .V.
ling; 5 d. h.
beklaagd van overtre-
et: J. B., C. d. K.Arends-
oedekenskerke, A. V. te
fnder akte en vergunning:
avenpolder; zoeken naar
|d: P. v. B., Driewegen-
J. d. K. Ierseke; mili-
oopen: A. O. Hansweert;
zonder lantaarn: J. v.
id.
n rechtsvervolgingbekl.
Zondag: J. d. K. 's-Gra-
Beleefd aanbevelend,
let Bestuur der MaatechappU
Brandverzekering voer
Koninkrijk dor Nederlarv
n, gevestigd te 's-Horlogon*
och, opgericht in het jaar 1838,
elt hiermede kennis, dat wegens
t overlijden van den heer J. G-
Timans, de waarneming van het
jentechap '■•Heeronhook 's
gedragen aan
daar.
De Directeur,
AN DER DOES DE WILLEBOI9-
Et DOES DEW]
KW ZEEUWSCHE COURMR
Abowaemeatapxö* P-8
ktamderiyka nummer» 6
Advertentên worden ingewacht tóói kalf
Kenleer v.d. AdmMefratle: Beado«|n de WHeetreefJI 111* SOES.
Tel. iatere.: Directie no. N. Redactie no. 97.
IB 9. p. e. M
lfi «fate Itt-Tfl.
B X geplaatst.
wordt B
Nog drie weken en de derde Juli is
dóór, de dag der Tweede Kamerverkiezing,
de dag, waarop wij moeten gaan stem
men. „Mo e ten", wij leggen expresselyk
den nadruk op dat woord. Immers, wij
leven onder de wet van den stem
plicht. Wij kunnen niet meer zeggen
,,'t kan mij niet schelen", of „ik ga toch
niet", of „ik maak mij niet druk" en
dergelijke lanterfanterige, onverschillige
uitdrukkingen m^er. Wie niet in 't stem
lokaal verschijnt, maakt kennis met den
kantonrechter.'
Nu is 't waar, de tijden zijn niet gun
stig voor stembusgeestdrift, leenen zich
minder dan anders voor politieke actie. De
gruwelijke wereldoorlog doet ook aan de
neutrale landen Nederland allesbehalve
uitgezonderd zijn weeën en plagen ge
voelen. Schaarschte, ja, nijpend gebrek
aan voedingsmiddelen, brandstof en wat
verder tot ons levensonderhoud noodig is,
teistert ons volk met toenemende scherpte
en de eenige vraag schier, die regeerders
en geregeerden dag in dag uit bezig houdt
is: wat zullen wij eten, hoe kunnen wij
den. mondkost rekken en verdeelen, hoe
nieuwe bronnen van voedselproductie
scheppen om. den hongersnood van ons
al te weren.
Geen wonder dan ook, dat wij in den
jongsten tijd allerlei partijen en partijtjes
als jonge doperwtjes uit den grond zien
schieten, die uit den voedselnood poli
tieke munt trachten te slaan en, door
gouden bergen op 't gebied van voedsel
productie en voedseldistributie te belo
ven de kiezers tot zich zien te trekken;
om wille van de kiezers? Wel neen, om
wille van het Kamerzeteltje.
Toch valt te hopen en te verwachten,
dat, hoe duchtig thans de maag in alles
medespreekt, het gezonde, nuchtere ver
stand bij ons christelijk volksdeel al
thans de boventoon zal behouden; dat
het zal begrijpen, dat, zoolang een land
als 't onze in vrede aan zijn innerlijke
verbetering en vervolmaking mag werken,
het wel der moeite waard is, zich voor
de openbare zaak eenige moeite te geven
door het goed gebruik maken van zijn
stemrecht. Door te gaan stemmen in ver
kiezingsdagen gebruikt men zijn burger
recht waardoor men zijn aandeel heeft
in het samenstellen der regeeringslicha-
men. Door goed te stemmen, d.w.z. vol
gens eer en geweten, voldoet men aan
den zedelijken plicht welke ons voor
schrijft, die regeeringslichamen zóó te
'helpen samenstellen als wij voor het gees
telijk en stoffelijk welzijn des volks ge-
wenscht en noodig achten.
Vooral wij, Katholieke kiezers, die zijn
grootgebracht in de leer, dat ,,de mensch
niet leeft van brood alleen" ,dat er nog
zoovele hoogere belangen zijn. van geeste
lijken en zedelijken; aard, die bij eene
verkiezing op het spel staan, wij behooren
ondanks den druk der tijden, die ons oog
alleen naar den stoffelijken kant der din
gen wenden, voor die hoogere belangen
op de bres te staan, zoodra de stembus
77) --
„Het zal een zware arbeid zijn om
dat alles te ondermijnen".
„Met tweehonderd werklieden vordert
alleen het aanleggen der mijukamers
meer dan een maand arbeid»".
„Men zal er twee aan bésteden als
het moet zijn", riep de sergeant Laurier.
„Twee maanden!" brulde Deleseluze,
die zich gieen begoocheling maakte .om
trent den mogelyken duur van het beleg;
„alles moet binpen acht -dagen gereed
zijn".
„Dan behoeft men slechts al de grijs
aards, al de kinderen, al de vrouwen
te pressen", galmde de. sergeant-peiro-
leuse.
„Het werk zou slecht gedaan worden",
antwoordde de Gezouten Schelvisch koel,
terwijl hij zich nit zijne bukkende hou
ding oprichtte, „en de zaak zou mis
lukken; zoo gaat het niet?"
De generaal zag hem wantrouwend aan.
„Dus acht gij mijn plan onmogelijk om
uit Je voerea? vroeg hjj,
wenkt. Het moet noch mag ons onverschil
lig zijn, welke staatkundige richting in
ons landsbestuur tot uiting komt: die
welke rekening houdt met Gods wetten
en geboden of die, welke God uit het
openbare leven uitschakelt en alleen dö
menschelijke rede en hare subjectieve op
vattingen als hoogste richtsnoer erkent
voor wat goed, zedeljjk en rechtvaar
dig is.
Wij mogen niet gedoogen, dat door ons
lijdelijk toezien, erger nog, door onze on
trouw aan- het eigen vaandel, het regeer-
kasteel in handen geraakt van eene be
zetting, wier banier het „ni Dieu ni mal-
tre" tot opschrift voert: die van de re
volutionair-socialistische machten; ofwel
geen opschrift vertoont en in haar plooien
alles maar „blauw blauw" laat: „die van
het liberalisme, dat God doodzwijgt in
het onderwijs, in de rechtspraak, in de
wetenschap, in gansch het staatkundig
beheer.
Wij, Katholieken armen en rijken,
grooten en geringen hebben er ons
van te doordringen, dat wij geroepen zijn,
de beproefde christelijke rechtsbeginselen,
waaraan onze maatschappij steeds meer
en meer ontrouw werd, te helpen doen
zegevieren in de staatkunde. En, juist om
dat wij overtuigd zijn, dat het christendom
in de Roomsch Katholieke Kerk in al zijn
goddelijke schoonheid ten volle uitstraalt
en dat van de doorwerking der beginselen,
door die Kerk verkondigd en voorgestaan,
alleen de christelijke wedergeboorte der
van God afgewende maatschappij mag
worden verhoopt, moeten wij aan ande
ren toonen, dat wij de stoffelijke goede
ren, hoezeer door ons erkend als voor
individu en gemeenschap noodig en nuttig,
ophun juiste waarde schatten door ze
te stellen achter de goederen van hoogere
orde: de zedelijke en godsdienstige belan
gen des volks. Kortom, wy hebben de
roeping, ook aan de stembus te getui
gen, dat onze waardebepaling der stoffe
lijke goederen, vaak zoo heet begeerd, zoo
hartstochtelijk nagejaagd, wortelt in het
beginsel,- dat even eenvoudig als subliem
in een der eerste vragen van onze Cate
chismus wordt ontwikkeld, waar gewezen
wordt op de eindbestemming van iederen
mensch: God.
Vooral in dezen, zoo materialistisch
gekleurden tijd zijn er niet weinigen, ook
onder de onzen, die met Ezau verzuch
ten: „ik sterf van honger, wat baat mij
mijn eerstgeboorterecht". M. a w. „Wat ge
ven mij mijne beginselen, waar ik nau
welijks weet hoe my te voeden; wat baten
mij mijne geestelijke idealen, waar de
lichamelijke nood al onze aandacht
vraagt." En, gely'k Ezau zijn eerstgeboorte
recht ruilde .voor een bord linzensoep,
verkwanselen zij hun hoogheilige beginse
len voor de stoffelijke baten welke de
voorstanders van een z.g. „welvaartspoli-
tiek" hen voorspiegelen, terwijl het aller
minst vaststaat of die welvaartspolitiekers,
hun beloften kunnen inlossen en mis
schien niet ten slotte steenen voor brood
blijken te geven.
Denzulken zouden wij willen toeroepen:
haast u zoo niiet met Ezau achterna te
„Integendeel 1 met tweehonderd man van
goeden wil en goed onder tucht zaJ al
les in acht dagen gereed zijn".
„Spreekt gij' daar borg voor?"
„Mits men aan mij de leiding o verlate".
„Het is vreemd, dat gij met tweehonderd
man kunt doen wat gij met twee duizend
voor onmogelijk verklaart", merkte een
andere galeiboef venijnig aan.
„Beneden deze met zoo veel zorg ge
schoorde verdieping", ging de Schelvisch
voort, „bestaat nog een andere ondoor-
zocht, aan iedereen onbekend, behalve
aan rnij. Zij rust slechts op brokkelige zui
len, met gescheurde afgebrokkelde ver
wulfsels, die bijl den geringsten schok in
storten en waarin men gemakkelijk kan
afdalen langs een trap, die niemand zou
kunnen ontdekken".
„Dat is een leugen", riep een stem.
„Benoem een commissie om er mij in
te vergezellen".
„Ik verzoek er deel van uit te maken",
zeide de petroleuse.
„Hoeveel tijd is er noodig voor dat
onderzoek?" vroeg de generaal.
„Twee uren".
„Komaan", hernam de generaal, „als
gy geen waarheid gesproken hebt, zult gij
doodgeschoten wordenneemt gij die voor
waard*» aas?"
loopen. Blijft bij ons; want pok in onze
partij is nog plaats voor de erkenning
der stoffelijke noodien, ook daar weet men
nog hoe erm te voorzien. Raadpleegt het
Katholiek program, waarmede onze partij
thans den verkiezingsstrijd ingaat, een
program niet van woorden of fraaie leu
zen of marktsch-reeuwiexigé beloften, waar
de Lommerd geen cent op geeit, maar
van daden; een program door de kie
zers zeil gemaakt en opgebouwd, dat :n
al zijn onderdeeten, gjewjjd aan Buiten
landsche Zaken, Justitie, Defensie, Fi
nanciën, Onderwijs, Koloniën, Landbouw,
Middenstand, Arbeid, van practischen zin
en diepen ernst tevens getuigt, kortom
een program, dat eens verwezenlijkt, tot
waarachtig zedelijk en stoffelijk heil strekt
van gansch ons volk en dus dubbel
en dwars waard is, dat wij er een lans
voor breken op den 3en Juli a.s. Neem
maar eens het onderwijs, «Lw.z. de ge
lijkstelling van de openbare met de bij
zondere school, beloofd in art. 192 der
herziene grondwet
Wat denkt gy, Roomsch© vader, die
prijsstelt op goed, degelijk maar ook
Ro'omsch, Christelijk onderwijs
voor uw kind, dat er terecht zal komen
van die gelijkstelling, als links baas
blijft aan de regeering. Of z'ijt ge zoozeer
vreemdeling in Jeruzalem; dat ge niet
weet wat in den joingstein tijd is geschied
Hoe de z.g. „Palstaanders" der openbare
schooi, mannen ais Otto, mieer en meer
de overmacht zijn gaan krijgen aam de
iinkerzyde der Kamer, waaruoor de ge
voelens van edele loyauteit, van erken
ning van het door ons geleden onrecht,
als er huisden in de borst van mammen
als Bos, bij velen hebben plaats ge
maakt voor de oude kwaadaardige libe
rale vijandschap tegen het bijizonder on
derwijs? Hoe onlangs nog geheel de lin
kerzijde welke vroeger de gelijkstel
ling in theorie had aanvaard het omt-
werp-Lohman verwierp, dat beoogde de
salarissen der bijzondere onderwijzers aam
die hunner openbare collega's gelijk te
maken, een kwestie van recht, en daar
enboven geheel liggende in de lijn van
links, waar men altijd riep„hoe beter
bezoldigde onderwijzers, hoe beter on
derwijs".
Welnu, die gelijkstelling 'komt er nooit,
zoolang links het roer van staat in handen
houdt 1). Dus, Roomsche vader, het is u
plicht, den 3en Juli a.s. rechts te
stemmen, d.w.z. pp de Roomsche
I ij s t.
Neem de kwestie van dem arbeid. Men
heeft tegen de afspraak der partijen in,
opnieuw van socialistische zijde' de ouder-
domspensioenwet ingediend, een parade
paardje, dat tegen de verkiezingen van
„stal wordt gehaald om onnoozele arbei
ders te bedotten. Maar de Katholieke werk
man laat zich niet bedotten. Hij vraagt;
waar blijft de uitwerking en toepassing
der verzekeringswetten van Tal'ma, die
sinds 1913 gereed zyn? „Ja, maar die
zjjri niet volmaakt". Daar is niets .vol
maakt op het ondermaansche en trouwens,
de veranderingen die er moodig zijn kun
nen er in aangebracht worden. Maar dat
Deleseluze wees drie stevige gefede-
reerden aam om hem te vergezellen; men
voorzag zich met pektoortsen, touwen en
ging op weg.
Ronzier liep in hun midden.
„Rue Souffiot", zeide hij.
.„Moet daar dan nog iets medegenomen,
worden?" vroeg de generaal.
„Daar is een trap, die naar de eerste
verdieping' voert".
De gpneraal maakte verder geen aan
merking.
Binnen weinige minuten had mem jblet
huis van den broeder bereikt.; 'het was
een oude gefedereerde. Hij' bevestigde d©
woorden zijns vriends en allen begaven
zich naar den 'kelder, waarin men de
opening van een put bemerkte, die met
planken dicht gemaakt was. Deze betim
mering weggeruimd zijnde, verlichtte het
schijnsel der toortsen een wenteltrap vol
komen gelijk aan die der abdij van Sint
Gertrudis.
De door Rouzier geleide hooswichten
daalden in de ingewanden der aarde ai
en betraden de bovengalerij, die, welke
op de plans der atlas van Thury voor
komt
Bij het bezichtigen der stevige metsel
werken tot schoring der gewelven kon
Deleseluze zich tea twee-de male over
geeft u, linkerzijde, geen recht om te
doen alsof er geen wetten van Talma
zijn. Door die niet uit te voeren, weder-
houdt gij reeds vyf vode jaren aan 'n aan
tal invaliede arbeiders en man
verweesde arbeiderskinderen
de uitfaseringen waar zij volgens die wet
ten recht op hebben, om van de oude
arbeiders niet te spreken. Dat alles wordt
in de verste verte niet goedgemaakt door
uw z.g. Staatspensioneering, welke niets
anders is dan een s t a a t s aalmo es,
uitgereikt aan staatsbedeelden in
stede van aan vrye arbeiders, die
op hun pensioen recht hebben, ontleend
aan een premiebetaling, welke gedeelter
lijk door de schatkist gedragen, dedeeJ-
tely'k uit den arbeid zeil' gekweekt wordt.
Juist, Roomsche werkman, zoo is het
En daarom stemt elke rechtgeaarde Roomt-
sche arbeider, trots het marktgeschreeuw
van allerlei roode, rose of blauwe lok-
vinkien, den 3em Juli a.s. rechts, d.w.z.
op de Roomsche lijst.
Bij het punt Financiën houdt het Ka
tholieke program rekening met de groot
te van het gezin bij de bepaling der
belastingen, een door-en-door Katholieke
eisch, getuigende hoe hoog wij de waarde
der familie voor den Staat aanslaan.
Geleidelijke afschaffing van
indirecte belastingen op de
eerste levensbehoefteh, ziedaar
weer een onzer eischen, getuigend van
het streven der Katholieke partij, om de
volkslasten te verminderen.
Foor 'de landbouwer? eischt ons pro
gram herziening van de regeling
der p ac h t co nt r a c ten, ophef
fing. der heerlijke jachtrech-
ten; bevordering van eigendoms-
verkrijging door den gebrui
ker; bevordering van het land
bouwonderwijs; voor den midden
stand strenge keuring van- en
controle op de levensmiddel-en
en het tegengaan der verval-
sching van levensmiddelen.
Dan zijn er nog onze programeischen,
rakende de zedelijke belangen onzes volks
bevordering der Z o n d ag s r us-t,
bestrijding der openbare onze
delijkheid, handhaving der
Christel ij ke beginselen in de
huwelijkswetgeving, krachtige
ondersteuning der missiën in
onze koloniën enz. enz. Wij1 doen
slechts hier en daar een greep. Maar
het schreeuwt als het ware onzen Room-
schen kiezers in de ooren: Stemt den 3en
Juli op de Roomsche lijst.
Hoe dat stemmen nu op de meest prac-
tische en doeltreffende wijze kan ge
schieden, zullen wij in een. volgend artikel
zien.
1) Hoe wijle'eml en onbetrouwbaar men ter
linker rijde op bet arak der gelijketeUing is,
blijkt nit de bonding van bet Kamerlid De
Mural-die zyn stem gaf aan het nieuwe artikel
192, maar iu een verkieziogsrede te Zu-rlk-.ee
onlangs zeide: „Voor zoover de scboolquaestie
betreft, ban ik mij bjj de Vry-liberalen volkomen
tbnis gevoelen. Ik voorzie van bet nieuwe
artikel 192 veel ellende".
Reken met znlke menscben nu maar eens
op een eerlijke doorvoering van art. 192.
tuigen, dat de Gezouten Schelvisch niet
gelogen had; de kleine troep zette lang
zaam zijn tocht door de lange en nauwe
galerijen voort en bereikte weidra den
kruisweg, waar de ingamg van de be
nedenverdieping was, dien de pastoor van
Sint Gertniuis alleen meende te kennetn.
„De deur van de ttveeu'e galerij is hier",
sprak de Gezouten Schelvisch; „wie uwer
bemerkt ze?"
De oude galeiboel duwde legen den
steen, de ingang ging open en achter
hem daalde de geheete troep de trap
af, aan welks voet hetschrikwekkende
net zich uitstrekte.
Met hetzelfde gemak afs had hij' door
de straten zijner wijk gewandeld, voerde
Rouzier, door bijna onzichtbare merktee-
kens geleid, hen gedurende een kwartier
in dien doolhof van gangen rond, waar
van de gescheurde ver «vmf'seiS dreigden,
neder te storten, de uitgezette wanden
op het punt schenen te bezwijken en de
zuilen, hier en daar voor een groot ge
deelte afgebrokkeld, slechts door een wou-
dpr van evenwicht staande bleven. Op
sommige punten waran de gangen ten
deele versperd door instortingen, terwijl
men o pverscheidene punten mee de groot
ste behoedzaamheid moest loopetn mn het
stilzwijgen bezwaren, jlgyjajl de minste
Vtrwuktlif tot den «vend vai 13 Juni
Zwakke tst matlgun, naardaiyk* tot noord-
westelijken wind, gedeeltelijk bewolkt, wei
nig of geen regen. Weinig verandering van
temperatuur.
Volgens de Duitsche legerautoreiten
heeft de aanval tusschen Montdidier en
de Oise tot het beoogde doel geleid.
Het hoogland zuidwestelijk van Noyon
is in Üuitxche handen. De overgang van
de rivier de Matz is tot stand gebracht,
terwijl de Frauschen tot op de Aronde
zijn teruggedrongen. Het aantal gevan
genen is reeds tot 10U00 gestegen. De
Duitschers brengen blijkbaar in praktijk
wat Foch op het papier bepleit: aan
vallen om zoodoende de overwinning te
behalen.
Aan Ententezijde is men niet verrast
Het Havas-bureau meldt:
Het nieuwe offensief heeft dezen keer
niet het voordeel der verrassing. Alleen
in het centrum heeft den vijand wat
voordeel kuunen behalen, overal elders
werd hij door ons geschut in bedwang
gehouden, üns geschut en onze mitrail
leurs hebben den vijand letterlijk uit
elkaar gescheurd. Het gevecht was zeer
hevig maar onze heldenmoed er aan
evenredig. Het gevecht staat er heel
goed voor ons voor. Het is vooral van
belang, dat de Duitschers, auders dan
de vorige keeren, reeds op den eersten
dag aanzienlijke verliezen leden, waaruit
blijkt, dat van verrassing geen sprake
is geweest.
De „Homme Libre" zegt, dat het
Fransche verweer zoodanig was, dat de
slag het karakter had van een artillerie-
duel. De „Petit Parisien", zich van alle
belachelijke optimisme willende onthou
den, zegt, dat men alle recht heeft te
verwachten, dat de vyand dezen keer
geen groot voordeel zal behalen. De
vijand kwam maar over een front van
6 K.M. vooruit, d w.z. over een vierde
van het aanvalsfront De gang, welke
hij kon boren, wordt door ons vuur
bestreken. Zonder over de toekomst te
oordeelen, is het moeilijk, over dezen
dag niet tevreden te zijn.
De „Echo Paris" vindt het een goed
teeken, dat de vijand zoo weinig terein
won.
De officieele eommuniqué's luiden:
L0NDEN,J11 Juni. Het stafcommuniqué
meldt
In den qfgeloopen nacht is in de buurt
van Morlaucourt met volkomen goeden
uitslag een kleine operatie uitgevoerd
door Australische troepen. Onze linies
ten zuiden van dit dorp zijn daar onge
veer ter diepte van een halve mijl en
meer dan anderhalve mijl breedte voor
uit gebracht.
trilling; van de lucht de vreeselijkste ge-
volgen kon hebben.
„Wilt gij nog verder gaan?" vroeg de.
bandiet, aan een werf gekomen, waarop
twintig gangen uitliepen.
„Wij kunnen wel terugkeeren", ant
woordde de generaal.
„Wat dunkt u van de gevolgen der
ontploffing van eenige vaten kruit?" vroeg
Rouzier.
De tanden zijner metgezellen klapper
den van angst.
„Kom aan mijn hart!" riep Deleselu
ze, den bandiet in zijn armen drukkende,
„gij zijl een ware patriot, burger kolo
nel; de Republiek zal u haar wraak ver
schuldigd zijn en dank uw vaderlands
liefde zal Parijs verdelgd worden'ii~
„Leve de Republiek!' riepen de gefe-
dereerden, door die woorden begeesterd.
Daarop namen zij den terugweg a,an;
zij waren de trap dicht genaderd, toen,
den hoek van een gang omslaande, een
der bandieten een licht meende te be
merken, dat ters.ond 'verdweenhij meen
de, dat het de weerschijn was van een
toorts op een vochtige zuil en volgde
zijne makkers.
(Wordt vervolgd.)