No. 48.
Dinsdag 23 April 1918.
De Groote Oorlog
BINNENLAND.
Verschijnt eiken MAANDAG-.NEKIlfi- en VRIJDAGAVOND.
Het asylrecht en onze
mondkost.
Abowiemeiitaprijs p. 3 maanden voor Goes daaiimifen 11.25.
Afzonderlijke nummers 6 cent, dubbele bladen 10 cent
Advertentiën worden ingewacht vóór half een uur 's namiddags.
Kantoor v. d. Admlnlalraflc: Boudewljn de WlttesfraafA 135* GOES.
Tel. interc.: Directie no. 94. Redactie no. 97.
Snciamébertsbten SO @t. p. i. Bjj abonnement speciale pife.
Advertentiën van 16 «egels f 0.76, ieders regel meer li 0t.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wondt 2 X berekend.
In een der meest bekende en meest
geliefde liederen van den populairen
Vlaamschen zanger Emiel Hullebroeck
„Hemelhuis", zingt de werkman:
„Zou men armoê lijden
Om een. mondje meer?
Ach, waar menschen strijden
Helpt de Heer."
Deze woorden schoten ons in de ge
dachte toen wij lazen wat vorige week
in de Tweede Kamer door sommige leden
al klagende werd te berde gebracht over
de onnutte en overtollige monden onzer
vreemde gasten, die wij hebben te stop
pen met het onszelven reeds zoo karig
toegemeten voedsel. Mag dat wel en kan
dat wel langer, zoo werd aan de re
geering gevraagd door de heeren Beumer,
Van Idsinga en Sannes. Wij hebben zelf
niet genoeg en dan nog duizende vreem
delingen te eten geven. „Het hemd is
toch nader dan de rok", enz.
De minister van buitenlandsche zaken
noemde de houding dezer gelukkig
enkele Kamerleden „kleinzielig en diep-
bedroevend". Want afgezien van de waar
schijnlijkheid, dat de regeeringen onzer
vreemde gasten zeiven in den nooddruft
van hunne onderhoorigen zulletl voorzien
reeds is door den Franschen gezant
graan uit Frankrijk voor de hier te lande
verblijvende Fransche kinderen toegezegd
afgezien ook van het internationaal
asylrecht, d.w.z. het recht op een veilige
schuilplaats binnen onze grenzen voor
zoodanige vreemdelingen, die zich hier
ordelijk willen gedragen, is de opmer
king dier Kamerleden óf onbewust naïf
óf een bewust spijkers op laag water
zoeken, 't Klinkt geweldig: duizenden
vreemdelingen te eten geven en zelf mets
hebben! Ook enkele couranten zongen in
dat koor mede. Maar wat is de werke
lijkheid.
Volgens de gegevens van den heer Cort
v. d. Linden kregen we in 1914 ongeveer-
één millioen vreemdelingen uit België hier,
wier aantal geleidelijk is gedaald tot on
geveer honderdduizend, waarvan er nog
14,800 in de kampen bijeen zijn. Uit En
geland huisvesten we 3130 militaire en
218 burger-krijgsgevangenen, uit Duitsch-
land respectievelijk 1607 en 1378. Daar
bij komen 679 gevluchte militaire krijgs
gevangenen en 1543 burgers uit Polen en
Rusland.
Aan geïnterneerden hebben we 30523
Beigen, 1428 Engelschen en 162 Duit-
schers, waarbij; nog komen 6640 gezin
nen, voornamelijk Belgische, terwijl er
bovendien nog geregeld 400 h 500 kinde
ren in ons land op krachten komen.
Dat wil dus zeggeh, dat tezamen circa
143.000 vreemdelingen onze bevolking zijn
komen vermeerderen met 2 procent, dat
dus van elke 50 porties eten 1 voor hen
bestemd is, dat ieder vau zijn 50 aard
appelen er één van aan hen moet afstaan',
dat van iedere 50 slokjes melk één in de
kan moet blijven voor den vreemdeling
;t Lijkt dus heel wat, al die vreemde
lingen den kost' te moeten geven, maar
practisch is het toch niet zóó erg als
men wil doen voorkomen en zeer zeker
niet om er de regeering over lastig te
vallen, dat zij van geen uitdrijving wil
weten, wat voor velen dier vreemdelin
gen gelijk zou staan met den dood of
de gevangenstraf.
En daarenboven, het liefdewerkvreem
delingen herbergen, roept over de natie
die hét uitoefent, gewis zegen af.
Losse berichten.
De strijd in het Westen.
Ten Zuiden van de Somme ,aan beide
zijden van de Avre, zijn de Franschen
over een front van 4 K.M. tot den aanval
overgegaan en hebben daarbij aanmerke
lijke vorderingen gemaakt ten Oosten van
de Avre, terwijl zij ten Westen van de
rivier eveneens terrein gewonnen hebben.
Het Fransche offensief richt zich waar
schijnlijk op de herovering van Morisel en
vooral van Moreuil.
De Belgen blijken tusschen Dixmuiden
en Yperen den Duitschers Woensdag een
bloedigen klap te hebben toegebracht door
hét afslaan van een met groote. krachts
inspanning en met groote troepenmach
ten ondernomen aanval, die een verdere
afbrokkeling van het front, in aansluiting
aan de door de Duitschers ten Oosten
van Yperen gemaakte vorderingen, be
oogde. De Beigen behielden of verover
den hun stellingen en maakten meer dan
700 gevangenen.
De Engelschen deden Vrijdag aan de
Scaïpe een tegenaanval. De eerste divisie,
zoo meldt het communiqué, wierp den
vijand uit de gedeelten onzer vooruitge
schoven verdedigingslinies rond Given-
chy en Festubert, welke hij den 18den
April ten koste van zware verliezen ver
overd had. Al onze doeleinden werdeq
bereikt en onze positie hier hersteld.
Plaatselijke aanvallen tegen onze posi
ties ten Zuid-Oosten van itobecq leidden
tot hevige gevechten, waarbij ten slotte
de vijand werd teruggeslagen.
LONDEN, 20 April. Het avond-communi
qué van Haig meidt:
Dezen morgen deden wij succesvolle
kleinere ondernemingen ten Z. van He-
hurerne en ten Z- van de Scarpe. Wij
hebben onze knie lichtelijk voorurtgehracht
en namen 37 gevangenen en 3 machine
geweren.
De vijandelijke artillerie was actief in
de street van de Aigette en ten Z. van
het Lahassée-kanaal.
Verder niets te melden-
Volgens „Le Petit Journal" zouden, in
dien de Duitschers de hoogten hij 8t-,
Omer en Cassei bereiken konden, de En
gelschen en Beigen hun stellingen aan
de User moeten ontruimen.
Naar uit Parijs gemeld wordt, is Reims
thans één rockende puinhoop. Ook de ge
welven van de katnedraal scheuren en
brokkelen af. Weidra zullen nog slechts
de pilaren overeind staan.
Verklaringen van Clemenceau.
PARIJS, 20 iïpril (R. O.) Lreinenceau
en Pichon hebben in de staatscommissies
voor buitenlandsche zaken, leger en vloot
verklaringen algelegd, over de jongste di-
plomatiéke inciuenteri welke door Lzernin
uitgelokt zign.
Clemenceau legde de documentaire stuk
ken over.
Ribot sprak'over de gebeurtenissen on
der zijn minister-presidentschap.
Het afscheid van Czernin.
WEENEN, 19 April. (K.B.). De keizer
heeft heden den algetreden minister van
biiinenlahdsche zaken graa fCzernin, die
zich binnenkort naar Anbazia begeeft om
•uit te rusten, in audiëntie ontvangen.
De audiëntie was buitengewoon eeivoj
voor den scheidenden minister.
De keizer overhandigde hem persoonlijk
de brillianten bij het grootouis van tie
Stephan-orde en bedankte hem in de
warmste bewoordingen voor zijn welge
slaagden, opoflerenden arbeid als staats-
■mah, Herhaaldelijk sprak de keizer den
wensch uit, dat graat Czernin in Abbazia
spoedig geheet ungerust zou zijn, zoodat
zijn waardevolle werkkracht ook in de
toekomst voor de dynastie en de mo
narchie verzekerd zou zijn.
Ammunitieverbruik.
In een beschrijving van het gevecht bij
den Kemmeiheuvei (ten. \V'. van vïytschae-
schaete) vermeldt de Oorlogscorrespondent
der „Morning Post" bij het Britsche leger
in Frankrijk, dat door één Engeisch ba
taljon gedurende vijf uren 25UUU patroon
gordels met ammunitie werden verschoten.
Ierland en de dienstplicht.
Het Engelsche parlement heeft de wet
op het „nrenschen-materiaai", waardoor
de dienstplicht tot 50 en in sommige ge
vallen tot 55 jaren uitgebreid wordt, en
tevens op Ierland van toepassing wordt/
verklaard, afgewerkt. Het lloogernuis heett
de wet Donderdag m alle lezingen aange
nomen en de kömng heeit naar door
zijn handteekening bekrachtigd.
Ltoyd Ueorge heelt verzeaert, dat Ier
land eerst zijn zeifregeering zal krijgen
alvorens de dienstpiicntwet er in wer
king treedt.
Ondanks deze toezegging is het daar
om nog niet zeker, dat -Ierland den dienst
plicht aanvaardt, immers een particulier
telegram uit Londen aan de „N. R. Crt"
meldt:
De leiders van de nationalisten en Sinn
Fein hebben onder voorzitting van den/
Lord Mayor van Dublin beraadslaagd. Dat
zij gemeenschappelijk vergaderd hebben,
heeft in Ierland e.en diepen indruk ge
maakt. Alle groepen van de nationalisten,
oók de vakverenigingen, waren vertegen
woordigd. Dillon, Healy, de Valera en
O'Brien begaven zich naar Maynooth (Kil-
dare) om niet de' hooge katholieke gees
telijkheid ,die met hetzelfde doel vergader
de,, overleg te houden. De bisschoppen
hadden intusschen al besloten, dat Zon
dag in elke Iersche parochie vergaderin
gen zouden gehouden worden en dat de
vergaderden daarna de volgende gelofte
zouden afleggen: Wij verbinden ons, elk
voor zich en allen te zamen, met de
krachtdadigste middelen, die tot onze be
schikking staan, aan den dienstplicht
weerstand te bieden. In alle kerken in
Ierland zullen Zondag bijzondere missen
opgedragen worden, „om de plaag af te
wenden, waarmede Jerland bedreigd
wordt".
(Zie onder laatste berichten).
Uit Rusland.
Volgens een bericht uit Petersburg heeft
Kazan zich uitgeroepen tot onafhankelijke
republiek en den raad van volkscommis
sarissen daarvan kennis gegeven.
Naaf verluidt, hebbeu de Sowjets be
sloten een jaargeld, van 2000 dollar toe
te staan aan de weduwe van graaf Leo,
Tolstoi. Dit jaargeld zal mevrouw Tolstoi
tot haar dood toe worden uitbetaald.
Als nationale oorlogsvlag der Russische
republiek is een roode vlag aangenomen,
voerende in- gouden letters het opschrift
„Russische Socialistische Federatieve
Roode Republiek".
Rusland en China.
CHARBIN, 10 April. De Bolschewiki
van het Daurea-station hebben een ulti
matum aan de Chineesche autoriteiten
gezonden, waarin zij de onmiddellijke uit
levering van Semereff en de ontwapening
van zijn leger eischen.
Na de weigering der Chineezen hebben
de Bolschewiki het Manchuria station
echter zonder succes gebomdardeerd.
Naar verluidt, conceutreeren de Bol-
schewiki-troepen nabij Wladiwostok.
Rusland en Japan.
LONDEN, 20 April. De „Daily Mail"
verneemt uit Tokio: Gisteravond hebben
de bolsjewiki strijdkrachten gevuurd op
de Japansche mariniers te Wladiwostok.
Deze beantwoordden het vuur en hadden
geen verliezen.
Polen en het Vaticaan.
Volgens de „Epoca" zal het Vaticaan
door de benoeming van een eigen ver
tegenwoordiger de onafhankelijkheid en
souvereiniteit van den tegenwoordigen
Po.olschen staat erkennen.
Een onthulling.
De correspondent van „Az Est" komt
met een opzienbarende onthullieg
waaraan echter een anti clericale tendenz
niet vreemd schijnt over den brief
van keizer Karei aan zijn zwager.
Clemenceau heeft aan de vervalsching
daarvan geen schuld, zegt hij De brief'
is n.l. te Weenen vervalscht. De keizer
heeft, een Duitsch klad van den brief
opgesteld. Dit was vluchtig geschreven
en bevatte eigenlijk alleen de omtrekken
voor den deiinitieven tekst. De keizer,
die niet voldoende vertrouwen in zijn
Fransch had, droeg.den biechtvader
der keizerin op, den brief in het Fransch
te vertalen. Deze voegde op eigen houtje
een woord in, dat een zin van den brief
grondig wijzigt. In het concept had n.l.
gestaan
„Ik zal Frankrijk's aan mijn bondge-
nooten voorleggen, en mij alle moeite
geven, om daarvoor op te komen.
De geestelijke zette vóór het woord
„aanspraken" .gerechtvaardigde" en al
dus ging dbrief naar Zwitserland.
Als het niet waar is. danWij
vernamen echter een andere lezing van
het geval. De vervalsching is gepleegd
door een raadsman van het Oostenrija-
sche Hof, die later vrijmetselaar bleek
te wezen! („De Tijd")
Een Fransch generaal over den toestand.
De correspondent van Reuter bij het
Fransche leger heeft een generaal der
Fransche troepen gesproken, die als een
van de eerste militaire autoriteiten in
Frankrijk geldt, en die de Fransche troe
pen heeft aangevoerd, welke het eerst
aan den slag deelnamen en den Duit-
schen opmarsch aan de Oise tot staan
brachten. De generaal verklaarde, dat er
niet de minste reden tot ongerustheid
voor de geallieerden was, en dat men
allen grond tot vertrouwen liad. Naar
zijn overtuiging waren de Duitschers
zoowel in Picardië als in Vlaanderen,
definitief tot staan gebracht.
De Duitschers hebben nog reserves
ter beschikking, die iu het geheel nog
met gebruikt zijn en eenige daarvan zijn
in Frankrijk. De slag zal dus voortduren
en de volgende stoot kan spuedig ver
wacht worden, omdat de stroom, die
Uoor de opening by Bailleut is doorge
Oioken, weer ingedijkt is Maar het oo-
geuhlik van uitputting kan niet meer
ver zijn.
tiet is mogelijk, dat het front nog zal
heen en weer golven, maar de Duitschers
zullen worden tegengehouden, gelijk zij
tot dusver ziju tegengehouden. Het oogen-
blik zal komen, dat de uuitsche reserves
zijn uitgeput en hun numerieke meerder
heid is verdwenen. Dan komt onze beurt
eu men moet niet vergeten, dat wij dan
Amenkaansche divisies zullen kunnen
lellen.
Over den toestand in Vlaanderen sprak
db Fransche generaal met volmaakt ver
trouwen. Hij eindigde aldus: De Duit
schers verbruiken liuu divisies in een
tempo, die niet voort kan duren. Wij
hebben de onze met de grootste spaar
zaamheid gebruikt en zijn er niettemin
in geslaagd den vijand tegen te houden.
De kerkklokken in België.
KEULEN, 20 April. De Paus heeft
zich door bemiddeling van kardinaal
Von Hartmaun tot den Duitschen keizer
gewend in zake de inbeslagneming der
Belgische kerkklokken.
De keizer heeft daarop bevolen, dat
de klokken der Belgische kerken met
in beslag genomen zullen worden. (Msb)
Een tafereel aan het Ostbahnhof te Weenen.
Trein met gevangenenuitRusland loopt
binnen. Toeschouwers, ouders, kinderen,
echtgeneoten in zenuwachtige, bange,
sombere of opgewekte stemming. Alles
door elkaar V erwelkoming. Een moeder
zoekt haar zoon. Vindt liem niet. Moet
onder de gevangenen ziju. Vindt hem nog
altijd met. Daar klinkt in haar oor de j ubei-
kreet van haar kind: „Mutter, Mutter!"
De moeder volgt de richting van het
geluid enstaat plotseling als ver
steend voor een jongen man met witte
haren en twee blinde oogen! Haar kind!
„Ben ik dan zoo veranderd, moeder,
dat u me niet terstond kende?"
„Neen, neen, mijn jongen, maar die
vele menschen overal die veie menschen."
Zij sluit hem in haar armen en zweert,
de sterke vrouw, haar laatste kracht aan
dit laatste kind te wijden.
Haar laatsten zoon. Zes liggen daar
buiten in de Karpathen, Bervië en Itali.
(„De Tjjd".)
De Eerste Kamer heeft met 23
tegen 8 stemmen de Landarbeiderswet
aangenomen. De heer Fokker (vrijz.
Eerste Kamerlid voor Zeeland) achtte de
wet van geen belang voor Zeeland en
vreesde botsingen met de onteigenings
wet.
De minister van landbouw wees erop,
dat deze wet een resultaat is van de
Staatscommissie voor den landbouw naar
den toestand der landarbeiders. De grond
slag voor de voorgestelde maatregelen
is het algemeen belang. Er zijn geen
nevenbedoelingen. Spr. wijst erop, dat
deze wet een einde zal maken aan liet
euvel van te hooge pachtprijzen. Spr
wacht met vertrouwen de gevolgen van
deze wet af. Onteigening zal niet vaak
voorkomen. Voorloopig moeten wij niet
verder gaan dan in die ontwerp aangeduid,
daar we ons op nieuw terrein begeven.
Ook bij de verkaveling zal met deze wet
Welk weder zullen wij hebben
Verwachting tot den avond van 23 April
Meest matige Westelijke tot Noerdelijken
wind; zwaarbewolkt of betrokken, waar
schijnlijk regenbuien; aanvankelijk iets
zachter.
rekening gehouden worden. Spr. weerlegt
de onteigeuings-bézwaren. Spr. heeft een
paehtcommissiewet in studie laten nemen,
maar spr. heeft er geen oplossing voor
kunnen vinden. Het laatste hoofdstuk
moet in de wet blijven.
Daarna werd de landbouwbegrooting
in behandeling genomen.
De heer Miclnels van Kessenich ves
tigde de aandacht van den minister op
het lijdig uitvoeren van eenige distribu-
tiemaatregeleu.
De heer Bergsma vroeg uitbreiding van
rantsoeneeriug en regeeriugsmaatregelen
tegen het stopzetten van steenlabucage.
In de Tweede Kam er werd Vrij
dag voortgegaan met de behandeling van
de opcenten op de Verdedigingsbtlastjug
over 1318 iy 19, welke opcenten bi] nota
van wijziging ziju teruggebracht van 150
tot 50, eu verlenging van den geldigheids
duur van de Verdedigingsbelasting met
4 jaar, te beginnen 1 Mei 1919.
De heer Visser van IJzendoorn zeide
met voor de heifiug van de opcenten te
kunnen stemmen. De heer Uud betreurde,
dat de 15U opcenten niet ziju gehand
haafd hij is echter bereid mee te gaan
met het voorstel van den Minister wat
de 50 opcenten betreft, ten aanzien van
de verdedigingsbelasting no. 2, heffing
naar inkomen, doch met wat betreft de
Verdedigingsbelasting la, heffing naar
vermogen. Hij wijzigde in dien geest zijn
amendement, waarin tevens de progres
sie iu overeenstemming Werd gebracht
met de verandering van de 150 opcenten
in 50.
De lieer Van Raalte kon zich met het
voorstel van den minister vereenigen.
Graanvoorziening.
Van bevoegde zijde word?-aan de „N.
R." Ct." medegedeeld, dat reeds thans
maatregelen in studie zijn, om ervoor
zorg te dragen, dat Nederland onmiddel
lijk na den oorlog over voldoende graan
voorraden kan beschikken. Zoodra de
plannen een vasten vonn zullen hebben
aangenomen zal hieraan verder publici
teit worden gegeven.
Vet en boter.
Minister Posthuma heeft aan de bur
gemeesters medegedeeld voornemens te
zijn op nader te bepalen datum een
rantsoeneeriug van vetten in te voeren,
die zoowel bak- en braadvet, als mar
garine en boter omvat. Het is de be
doeling een bepaald soort margarine te
vervaardigen in de plaats van bak en
braadvet, normaal-margarine, enz. De
bepalingen zullen ook gelden voor res
taurants en centrale keukens.
Russische schuld.
De minister van Buitenlandsche zaken
deelde in de memorie van Antwoord
aan de Eerste Kamer op de Begrooting
van Buitenlandsche Zaken mede, dat hij
de Duitsche regeering heeft doen vragen
of niet harerzijds met de Oekraine een
bevredigende oplossing ware te vinden
voor de Nederlandsche houders van
Russische staatsschuld.
Luchtpostdienst met Engeland.
De correspondent te Londen van de
N. R. Crt. te Londen seint, dat xle Ne
derlandsche Kamer van Koophandel al
daar Donderdag het volgende telegram
heeft gezonden aan den directeur-gene
raal van de posterijen en telegraphie in
Den Haag.
„Wij zouden u verplicht zijn, wanneer
gij stappen wilt doen om een luchtpost-
Uienst tusschen Nederland en Engeland
iu te stellen. Wij hebben ons gewend
tot de Londensche Kamer van Koophan
del om de medewerking van de Britsche
regeering te verkrijgen."