De Groote Oorlog BINNENLAND. UIT ZEELAND. Tusschen liamer en aam beeld. blijven aijii akkers teisteren. Ja, hoezeer 's menschen kennis der natuur ook is toegenomen en hoe sterk hij zijn heer schappij over hare krachten ook uitbreidt, tenslotte staat hij machteloos tegen de aardbevingen en vulkanische uitbarstin gen, die vreeselijke natuurrampen, welke zijn have en goed vernietigen en de plaats zijner woonstede als van den aardbodem wegvagen. Gewis zijn er talloozen, die erkennen, dat de volkeren door een al- gemeenen gemeenschapsband verbonden, slechts behoorden te streven naar hun welvaart en geluk, wars van het grim mig wapengeweld. En toch, hoever zijn wij nog verwijderd van den gulden tijd, waarin de krijgsklaroen zwijgt en het zwaard voorgoed in de scheede rust en roest. De oorlog blijft nog altijd het groote natuurlijke kwaad, dat de menschheid teistert. Men denke slechts aan hetgeen rondom ons gebeurt feeds 3V2 iaar lang. En wie zal de voortdurende mogelijk heid van het z e d e 1 ij k kwaad ontken nen? De mensch toch, door God met een vrijen wil geschapen, kan, tegen de voorschriften der rede in, Gods wet over treden en zedelijk kwaad doen. Reeds de oude dichter zeide het zoo juist: „ik zi© het betere en keur het goed en toch volg ik het slechtere". God heeft eenmaal gewild het past ons niet Hem te vragen waarom Hij zulks wilde dat het zedelijk goede onzer handelingen hier in zou gelegen zijn, dat wij v r ij w i 11 i g streven naar het goed, welks bezit ons waarlijk gelukkig maakt. Daarom is liet in 's menschen macht gesteld, de voor keur te geven aan een schijngoed boven het ware goed, dat zijn einddoel is. De begeerlijkheid, die den mensch van jongs af is ingeplant, is daarbij de booze macht, die onzen wil naar de onvolmaakte goe deren des levens heentrekt. Zij maakf, dat de mensch in den strijd met zijn lagere natuur vaak het onderspit delft door zijn wil voor haren drang te doen bezwijken. 4) Ons dunkt, nu hebben wij den term „kwaad" genoegzaam belicht, om thans het bakerpraatje van den heer Haverkamp onder de loupe te nemen en te zien of het kwaad werkelijk strijdt met Gods volmaaktheden en vloekt met Gods voor zienigheid. Dit in een volgend artikel. In hoofdstuk III van het Katholieke pro gram van aotie lezen wij als le pnntKrachtige medewerking in den geest van de vredesnota van Z. H. den Paus met elk ernstig streven naar geleidelijke internationale ontwapening. Bernardus Boedder 8. J. in zijn tractaat over de natuurlijke Godskennis. 3) Het is volkomen waar, dat in de boven natuurlijke heilsorde de dood de straf is der zonde en dat de dood nooit over den mensch zou hebben geheeracht, zoo Adam niet gevallen ware. Maar dit belet niet, dat de mensch van nature een sterfelijk wezen is. Ware hij niet door God verheven tot een hoogeren staat dan waarop zjjn natnur recht heeft, dan zou hij even goed als thans den dood zijn ten prooi gevallen. 4) Ook bier dient opgemerkt, dat ofschoon in het licht der bovennatuurlijke heilsorde de kwade begeerlijkheid in ons heerscht als straf der zonde, zij niettemin den mensch van na ture eigen is, het natuurlijk gevolg van 'e menschen samengesteld wezen. Dat Adam van de wet der begeerlijkheid ontheven was, was eene bijzondere gunst, waarop zijne natuur als zoodanig niet de minste aanspraak had De houding van Engeland en Amerika tegenover ons land, hoezeer ook door schijnschoone leuzen bemanteld, zal wel niemand sympathiek lijken. Men zet ons gewoonweg het mes op de keel. Toch kon onze regeering moeielijk anders han delen, dan, tot den uitersten limiet der concessies voortschrijdende, aan de eischen der geassocieerde landen tege moet te komen. Immers, ook de centralen weigeren ons de voedselvoorziening, Welke wij behoeven. Aldus gesteld tusschen ha mer en aambeeld, heeft de regeering on der de bekende voorwaarden, in ons vo rig nummer genoemd, de natie het hoofd doen buigen voor de eischen, haar ge steld. Het lijdt geen twijfel, of ons volk is hiermede aangetast in zijn eer. Moge deze daad geen precedent blijken dat noodlottige gevolgen na zich sleept en het. perspectief van Griekenland voor ons opent. Waar men van Duitsche en Duitsc.hge- zinde zijde ach en wee roept over de snoodheid van de geassocieerden, dient niet te worden vergeten, dat ook de Cen tralen allesbehalve met blanke handen tegenover ons staan. Vooreërst krijgen wij hun steenkool en ijzer ook geenszins om niet, terwijl op den bodem der zee zoo menig Neder- landsch schip ligt, dat tegen alle recht en wet door Duitschland's onderzeeërs werd getorpedeerd. God wake over een land als het ónze, dat dermate tusschen hamer en aambeeld is beklemd geraakt. Losse berichten. Vredesgeruchten. In Italië zoo wordt van Engelsche zijde gemeld, doen geruchten de ronde over een aanstaanden vrede. Men denkt aan een poging der Oostenrijkers en Duitscheri om in de Italiaansche gelede ren stemming tegen den oorlog te maken, en gaat van regeeringswege de versprei ding van het gerucht met kracht tekeer. De vredesaotie. ZURICH, 17 Maart (V. D.) Volgens berichten aan Italiaansche bladen ver zocht de Amerikaansche senaat Wilson nogmaals te overwegen of de uitzichten voor den vrede waren verbeterd. Wilson antwoordde, dat Engeland hetzelfde ver zoek aan hem gericht had, met de op merking, dat het hem vrij liet in zijn besluit. Teneinde zich opnieuw nopens den toes'and in Europa op de hoogte testellen, zal Wilson twee senatoren en overste House naar Parijs zenden. De meerderheidspartijen. WEENEN. De Berlijnsche correspon dent van het „Neues Wiener Journal" meldt: In de laatste interfractioneele zitting der meerderheidspartijen, waaraan de socialisten Scheidemann, dr. Davids, de Centrumleden Erzberger, Grimmborn en Gröber, en de vortschritlichen Neuman en Hausman, deelnamen, werden de mededeelingen van den kanselier betref fende de conferenties met den keizer en Hindenburg besproken. De al-Duitschers zijn over het verloop van deze conferenties woedend Men neemt aan dat de regeering van zins is een vrede van vergelijk in het Westen te sluiten. De Koning van Roemenië niet naar Zwitserland. BERLIJN, 17 Maart. (V. D.) Naar half- officieel wordt m« degedeeld, wordt het bericht van de „Vossische Ztg", dat ko ning Ferdinand van Roemeuië naar Zwitserland zou zijn vertrokken, tegen gesproken. Z. H. de Paus en de luchtaanvallen. Naar de „Corriere d'Italia" bericht, houdt de H Vader zich met een plan bezig, om door een overeenkomst tus schen de oorlogsvoerende Staten, de luchtaanvallen te beperken tot uitsluitend militaire inrichtingen, die zich buiten de bewoonde streken bevinden. Het offensief In het Weeten. In een „weekbericht" van het Ameri kaansche ministerie van oorlog wordt gezegd, dat het meer en meer duidelijk wordt, dat de Duitschers niet tot het offensief zullen overgaan, tenzij zij daartoe gedwongen zouden worden deor de ei schen van den algemeenen strategischen toestand, m. a. w. tenzij de geallieerden toi een ©ffensief overgaan en de gevol gen daarvan de Duitschers dwingen om van hun kant los te komen. De familie Roosevelt. GENEVE, 18 Maart. (H.N.) Naar da Fransche bladen melden, staan vier zonen van president Roosevelt bij een Ame rikaansche legergroep in Frankrijk. Een van hen werd kortgeleden in Woeuvre gewond. Roosevelt zelf heeft wegens een zware ziekte ten slotte toch de voor keur er aan gegeven, thuis te blijven. De toestand in Rusland. PETROGRADO, 18 Maart. (R.O.) Een telegram uit Rostof aan den Den bericht, dat 3000 gewapende Oostenrijksche en Duitache krijgsgevangenen zich van de stad hebben meester gemaakt. De regimenten Preobrajensky-garde te Petrogrado en te Moskou zijn ontwa pend en eveneens alle troepen van het garnizoen, die weigerden toe te treden tot het Roode leger. Naar bericht wordt, hebben de Russen gepoogd Odessa in brand te steken voor zij de stad ontruimden, zij konden dit plan echter niet ten uitvoer brengen, daar de Duitschers hun te dicht op de hielen zaten. t KOPENHAGEN, 19 Maart. (Draadloos) Naar uit Petersburg gemeld wordt, ver wacht men iederen dag het uitbreken van een tegen-revolutie. Inbeslagneming van kerkklokken enz. De Duitsche militaire overheid in. het bezette België heeft bevolen, dat een in ventaris zal worden opgemaakt van 4e kerkorgels en kerkklokken in gansch het bezette gebied. Dat wil dus zeggen, dat avond of morgen deze voorwerpen van den gewijden eeredienst zullen worden opgevorderd om tewordpn, verwerkt tot kanonnen, kogels enz. Uit het oogpunt alleen reeds van het internationale recht zou deze daad de strengste afkeuring verdienen. Immers, in de internationale conventie, bepalende de wetten en gebruiken van den oorlog te land, welke conventie op de 2e Haagsehe vredesconferentie nader werd omschre ven en mede bekrachtigd door den ver tegenwoordiger ven den Dujtsehen Keizer, lessen wij in: Art. 52. „Opeischingen in neture en diensten mogen niet gevergd worden ven de gemeenten of ren de bewoners (ven het bezet gebied) dan voor de behoeften van het bezettingsleger. Art. 46. Het private eigendom (persoon lijk of gemeenschappelijk) alsook de gods dienstige overtuiging en de uitoefening van godsdienstoefeningen moeten geëer biedigd worden. Het private eigendom mag niet verbeurd verklaard worde». Uit den aard der zaak dienen Mokken en orgels niet voor de behoeften van het leger; zij zijn privaat eigendom en be stemd tot uitoefening van den Katholie ken eeredienst. Ook is het een pijnlijke gedachte voor de Belgen, dat het metaal hunner klok ken zal moeten dienen om, in oorlogs tuig omgesmolten, hun eigen broeders aan het front den dood te brengen. Al deze redenen maken het begrijpelijk, dat kardinaal Mercier, die steeds op de bres staat ter verdediging van de rech ten der Kerk en der vrijheid, met aposto lische vrijmoedigheid tegen de nieuwe willekeursuiting der bezettende macht pro testeert. Dit protest is vervat in een partsbis- schoppelijk schrijven aan zijn geestelijk heid en volk, gedateerd 2 Maart, wat door onze groote Katholieke bladen in zijn geheel is opgenomen. Het schrijven eindigt aldus: ,,In naam der vrijheid van de II. Kerk, in naani der heiligheid van den Katho lieken godsdienst, in naam van het in ternationale recht veroordeelen en keu ren wij af de inbeslagneming der klok ken en orgels van onze kerken; wij ver bieden aan de geestelijkheid en aan de 'geloovigen van ons Bisdom mede te wer ken aan deze inbeslagneming; wij verbie den geldswaarden te aanvaarden van de heilige voorwerpen, die het geweld ons zal ontnemen Gesterkt door eene onoverwinnelijke hoop, verwachten wij het uur van onzen God." De Regeeringsverklaring. Na de pauze in de Kamerzitting van Dinsdag verkreeg de Minister van Buiten- landsche Zaken, jhr. Loudon, het woord. Spreker deelde mede, dat der Regeering nog geen bericht is geworden omtrent het onthaal van het regeeringsvoorstel, maar in aansluiting van het medegedeelde, wenscht spreker het volgende nog mede te deelen: De regeering beschouwt de aan de geas socieerde regeeringen gedane toezeggingen niet als in strijd met de neutraliteit en overeenkomstig het volkerenrecht. Het varen van onze schepen in het zoogenaamde spergebied heeft niets met onze neutraliteit te maken. Indien de regeering dan ook met kracht opkomt tegen de door de geassocieerde regeeringen gestelden eisch, dan geschiedt dit meer om den dwang, waarmede deze maatregel ons werd opgelegd- Niet-bewapening der schepen was een noodzakelijk motief, opdat een Neder- landsch schip niet in een oorlogsconflict zou komen met een Duitsch oorlogsschip. Het schijnt het voornemen te zijn, doch officieel is spr. daarvan niets bekend, onze geheele buitengaatsche vloot, onge veer 1.000.000 ton te requireeren. Deze requisitie doet onze schepen op houden Nederlandsche schepen te zijn en daardoor wordt de geheele scheepvaart met onze Koloniën stopgezet. Onjuist is het, dat wij onze afspraak niet zijn na gekomen. Een deel van onze schepen zou voor de Relief gaan varen, maar dit is belet. Spreker hoopt, dat de Kamer zich zal indenken in welke moeilijke omstandig heden de regeering verkeert en in hare critiek billijk zal zijn. Ook zal de Kamer het hem niet euvel duiden, dat spreker zich zoolang de za ken loopend zijn, niet in het debat zal mengen. - S l I j; I Het debat, dat in de Tweede Kamer over deze regeeringsverklaring heeft ge- loopen handelde over de vraagis de regeering te ver gegaan met hare con cessies aan de geassocieerde landen. De heeren Patijn en Visser van IJzendoorn meenden te njoeten concludeeren, dat zij niet genoeg weten om een oordeel jbe vellen. De heer Nolens billijkte Tiet, dat de voedselvoorziening bij de jegeering het zwaarste woog. Andere sprekers als de heer v. d. Voort v. Zijp, maar vooral d« heeren Lohman en Troelstra waren ran oordeel, dat de regeering liever den hon ger had moeten kiezen dan het breken met onze eervolle tradities. Over het optreden dep geassocieerden was de Kamer allerminst te spreken. Zij- was van oordeel, dat de eer des lands vooral niet .gedoogen z-ou ook nog maar een duimhreeds verder te gaan. Niet al leen de eer des lands, maar ook zijn onzijdigheid zou dan volgens aller oor deel niet meer bestaan. Hieromtrent is de stem der Kamer wel bijzonder krachtig geweest. Zij zou er niet in berusten in dien de Regeering ook in het minst maar verder ging met haar concessie. In geen geval wensch Nederland een tweede Griekenland te worden, zeide de heer Van Doorn. Dat is da publieke opi nie. In geen geval dus langzaam aan in dan oorlog geschoven buiten onzen wjü. De zitting van 18 Maart. Over de zitting van Maandag der Tweede Kamer waarin minister Loudon de bekende verklaring over onze houding tegenover de geassocieerde regeeringen aflegde, schrijft de Kamefoverzichtschrii- ▼er van „De Tjjd": De belangstelling was grooter dan ooit voor dezen in dezen oorlogstijd Tribunes en loges waren stampvol, o.a. waren meerdere leden van den Raad van State aanwezig. De per-tribunes waren dubbel bezet. Het ongeduld van de talrijke me nigte uitte zich zichtbaar schoon niet hoorbaar toen de president meedeelde, dat hij eerst het wetsontw. op den zomer tijd wilde behandelen. Zoo geschiedde. Toen brak het gewichtig oogenblik aan. Alle Ministers waren tegenwooidigen Minister Loudon las zjjn verklaring voor met zijn bekende aangename stem, maar zonder eenige ostentatie. Onze lezers namen er reeds kennis van Nederland geeft toe, zij het noodgedwongen en voorwaardelijk. Eerst moeten wij leven. Duitschland kan ons niet helpen en als er dus ook van overzee geen hulp daagt, staan wij met den grauwen hongersnood voor oogen Het reent van den sterkste zegeviert voor dezooveelste maal in deze ongelukkige oorlogsjaren Maar menigeen balt in verbeten woede de vuisten en voelt zich het schaamrood op de wangen komen De heer Lohman, de nog altijd impul sieve grijsaard, kon zich al vóór het voorlezen der regeeringsverklaring niet bedwingen. Tal van vrienden en partijgenooten hadden zichtbaar de grootste moeite om den afgevaardigde van Goes tot bedaren te brengen. Hij stond al overeind voor Minister Loudon nog goed en wel klaar was en vroeg het woord, maar de heer Fock wist met groote diplomatie de dis cussie uitgesteld te krijgen tot morgen na de pauze, echter niet dan nadat, zon der zich veel aan de presidiale leiding te storen, de heer dr. Nolens met nauw gedwongen woede had „geprotesteerd tegen deze handelwijze van de zooge naamde beschermers der kleine naties.' DEN HAAG. In verband met een des betreffend valsch gerucht, wordt gemeld, dat Maandag en Dinsdag de kolentreinen uit Duitschland als gewoonlijk binnen kwamen. Geen intrekking van verloven Daar geruchten de ronde doen, als zouden de verloven worden ingetrokken en militaire maatregelen aan de kust worden genomen, werd ons van bevoegde zijde medegedeeld, dat deze geruchten van allen giond ontbloot zijn. Treub's stelsel. Minister Treub heeft Maandag en Dinsdag een breede schets gegeven van zijn stelsel van distributie na eerst een overzicht te hebben gegeven van 's lands financieeleii toestand, die zorg wekkend is. De volkswelvaart gaat niet vooruit maar achteruit, terwijl de crisis als de vrede komt nog erger wordt, want dan krijgen wij een algemeene run op de grondstoffen, uitgebreide werkloos heid, inzinking van de goudwaarde, ge vaar voor staatsbankroet. Het distributiestelsel van den heer Treub is er een „van onderop" in tegen stelling van Posthuma's „van bovenaf", Evenals in Zwitserland moesten de gemeentebesturen aansprakelijk gesteld worden voor de productie. Waar deze hun plicht niet doen, daar benoeme men regeeringscommissarissen. Aan den boer late men genoeg voor zijn onderhoud. Men benutte de onderlinge controle van bouwers en tuinders door dezer ergani- saties (systeem-Engels). Naast de vermeerdering der productie centralisatie van den invoer. Men kan de N. U. M. maken totN I. U M. (Nederl. In- en Uitvoer-Maatschappij) of men stelle tegenover de Nederlandsche Over zeetrust-Mij, een Nederlandsche Overland- Mij. Prijsopdrijving fel tegengaan, inbe slagname tegen prijzen, voor de ketting- handel zijn klauwen eropsloeg.Regeering en Raad van State en Volksvertegen woordiging aan het werk zetten met grooten spoed, om de veranderingen in de wetten te maken. Radicaal breken met het stelsel van dis tributie beneden den kostprijs. Invoeren van een absolute en een relatieve weisstandsgrens. Wie b. v. boven f 500Uinkomen heeft, krijgt geen re ductie ook niet, of slechts gedeel telijk, wiens inkomen met 50 of 25 procent steeg sinds 1914. De rest krijgt toeslag in levensmiddelenboas De lègi- mitatiekaarten zullen in diverse kleuren moeten worden gedrukt. Ziedaar in groote lijnen het stelsel, zooals het Minister Treub voor oogen staat en welk systeem z.i hei groote vooideel heeft, dat het noodkarakter er zoo duidelijk van in het oog springt Vervolgens wil Minister Treub krachtig optreden tegen de corruptie en zeer vereenvoudigen de administratie. Minister Cort v. d. Linden heeft ook nog over de voedselvoorziening gespro ken. Deze regeering wil zich daarbij laten leiden door drieërlei factoren en wel in deze volgordede noodtoestand der be volking, de financieele mogelijkheid om daarin te voorzien en de mogelijkheid om van de abnormale tijden tot een normalen toestand te geraken. Ondanks al wat minister Treub te berde bracht, schijnt de Kamer zich toch niet van het stelsel Posthuma te willen afwenden. Ook wat minister Cort zeide, was meer tegen Treub's stelsel dan tegen dat van Posthuma gericht. De Zomertijd. De Tweede Kamer heeft het wetsont werp tot invoering van den zomertijd aangenomen met die verandering evenwel (amendement-Van Doorn), dal voortaan ieder jaar de zomertijd zal gelden, zonder dat daarvoor telkens een apart wetje noo- dig is. De regeering bepaalt dan op welk tijdstip do zomertijd zal beginnen. De zaak Van 6esf. „De Maasbode' 'deelt mede, dat bij de eerstkomende verkiezingen geen Candida tuur in een der districten aan inr. dr. J .v. Best zal worden aangeboden, terwijl „De Telegraaf" weel. te vertellen, dat de heer Van Best binnenkort zal verklaren', dat hij geen candidatuur voor de Tweede Kamer meer zal aanvaarden. Het ware juister geweest in deze het officieel communiqué van de vergade ring der voorzitters en secretarissen der 18 kieskringen den 16 Maart te Utrecht gehouden, af te wachten. De zaak Van Groenendaal. Het Kamerlid mr. Van Groenendaal moet zich als Kamerlid bij de kwestie van mijnconcessies op minder correcte wijze hebben gedragen, zoodat zijn houding ook bij zijne collega's-Kamerleden afkeuring vindt. Goes. De gemeenteraad kwam Maandagavond in openbare verga dering bijeen, onder voorzitterscnap van den heer v. d.. Bout. De heer De Paauw was afwezig met kennisgeving. Verder eene vacature door het overlijden van den lieer Risch. De notulen werden goedgekeurd en de navolgende ingekomen stukken ter leen nis der vergadering gebracht, d.e ze voor kennisgeving aannam. 1. Bericht van den heer A. F. de Paauw, dat door hem ontslag wordt genomen als lid van den gemeenteraad; 2. Goed keuring van 't Raadsbesluit dd. 21 Febr. 1918, houdende regeling der jaarwedden, enz. van het onderwijzend personeel aan de openbare lagere scholen; 3. Goedkeu ring van 't Raadsbesluit dd. 21 December 1917, houdende voorstel tot verhooging der jaarwedden van den Burgemeester en den Secretaris; 4. Dankbetuiging van den heer C. de Vriese, voor verleende saiarisverhooging5. Winst- en verliesre kening met toelichting van het Gemeente lijk Distributiebureau over het jaar 1917. Verschillende afschrijvingen werden goedgekeurd. Het voorstel om het huis A 64 aan den heer (Breetveld wederom voo(r 3 jaar te verhuren, werd z. h, s. goedgekeurd. De heer A. de Kam had den raad verzocht een stuk gemeentegrond pan de haven in erfpacht te mogen verkrijgen om daar bouwmaterialen te laden en te lossen en op te slaan. B. en W. meenden op advies van den gemeente-bouwmeester te moeten voorstellen afwijzend op dit verzoek te. beslissen. Hierover werd lang gediscuteerd. De heeren Brams, Dekker, Donner, v. d. Leeuw en Van Dissel waren van oordeel, dat aan het verzoek moest worden voldaan, geheel of ten deele, deels wijl de argumentatie van den bouwmeester hun niet logisch voorkwam, deels .wijl de gemeente gjit goed begrepen eigenj- belang nieuwe industrieën, die zich .hier willen vestigen, niet moet afstooten. De heeren Hollmann, Kakebeeke, als mede de beide wethouders, waren van meening, dat de gemeente het terrein door De Kam gevraagd zeil hard noodig heeft voor opsiagterrein van bieten en boomen. Daarenboven is juist op die plaats de heer Kakabeeke merkte zulks op de haven kortgeleden behoorlijk uitgediept, zoodat wanneer men daar aan De Kam zou vergunnen zijn steenschepen te doen aanleggen, de gemeente; elders opnieuw de haven zou moeten doen uit diepen. De breede gronden, waarop voor al de heer Kakebeeke de bezwaren van B. en Wi. tegen het verzoek verdedigde, gevoegd bij de uitdrukkelijk© betuiging van den heer Fransen v. d. Putte, dat bij B. en Wi. volstrekt niet voorzit den heer De Kam niet va,n dienst te willen zijn als de gemeente het kan, deden den heer Brants eenigszins op zijn meening terugkomen en voelden tenslotte alien voel voor het voorstel van d(en heer Dekker om 'de zaak aan te houden, teneinde B. en W. nader kunnen overleggen hoe zoo wel de belangen der gemeente als die van den heer De Kam kunnen worden gediend. Daar na werd het primitief kohier van de hondenbelasting voorgesteld tot een bedrag van f 704 voor 176 honden. Daarna werd. het voorstel tot leemjig van f 14500 voor nieuw aan te leggen straat- en rioleerinjjverken op de ter reinen van „Nieuw Goes" behandeld. De voorzitter stelde jiamens B. en W. voor nog f 3000 er bij te leenen, teneinde dan den Oostsingel, waar het zoo hard noodig is, met klinkers te bestraten. Waprtoebesloten, werd. Ëtenige wijzigingen jn de begrooting 1918 werden aangenomen. Zij. sluit nu tn ontvang en uitgaaf met f 427058.59Vs- De hoofdelijke omslag is op f 124000 ge steld. De gewijzigde pensioensgrondslagen voor gemeente-ambtenaren, worden vast gesteld en een wijziging in de gemeente-

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1918 | | pagina 2