De Groote Oorlog
BINNENLAND.
UIT ZEELAND.
Tusschen liamer en aam
beeld.
blijven aijii akkers teisteren. Ja, hoezeer
's menschen kennis der natuur ook is
toegenomen en hoe sterk hij zijn heer
schappij over hare krachten ook uitbreidt,
tenslotte staat hij machteloos tegen de
aardbevingen en vulkanische uitbarstin
gen, die vreeselijke natuurrampen, welke
zijn have en goed vernietigen en de plaats
zijner woonstede als van den aardbodem
wegvagen. Gewis zijn er talloozen, die
erkennen, dat de volkeren door een al-
gemeenen gemeenschapsband verbonden,
slechts behoorden te streven naar hun
welvaart en geluk, wars van het grim
mig wapengeweld. En toch, hoever zijn
wij nog verwijderd van den gulden tijd,
waarin de krijgsklaroen zwijgt en het
zwaard voorgoed in de scheede rust en
roest. De oorlog blijft nog altijd het groote
natuurlijke kwaad, dat de menschheid
teistert. Men denke slechts aan hetgeen
rondom ons gebeurt feeds 3V2 iaar lang.
En wie zal de voortdurende mogelijk
heid van het z e d e 1 ij k kwaad ontken
nen? De mensch toch, door God met
een vrijen wil geschapen, kan, tegen de
voorschriften der rede in, Gods wet over
treden en zedelijk kwaad doen. Reeds
de oude dichter zeide het zoo juist: „ik
zi© het betere en keur het goed en toch
volg ik het slechtere". God heeft eenmaal
gewild het past ons niet Hem te
vragen waarom Hij zulks wilde dat
het zedelijk goede onzer handelingen hier
in zou gelegen zijn, dat wij v r ij w i 11 i g
streven naar het goed, welks bezit ons
waarlijk gelukkig maakt. Daarom is liet
in 's menschen macht gesteld, de voor
keur te geven aan een schijngoed boven
het ware goed, dat zijn einddoel is. De
begeerlijkheid, die den mensch van jongs
af is ingeplant, is daarbij de booze macht,
die onzen wil naar de onvolmaakte goe
deren des levens heentrekt. Zij maakf,
dat de mensch in den strijd met zijn
lagere natuur vaak het onderspit delft
door zijn wil voor haren drang te doen
bezwijken. 4)
Ons dunkt, nu hebben wij den term
„kwaad" genoegzaam belicht, om thans
het bakerpraatje van den heer Haverkamp
onder de loupe te nemen en te zien
of het kwaad werkelijk strijdt met Gods
volmaaktheden en vloekt met Gods voor
zienigheid.
Dit in een volgend artikel.
In hoofdstuk III van het Katholieke pro
gram van aotie lezen wij als le pnntKrachtige
medewerking in den geest van de vredesnota
van Z. H. den Paus met elk ernstig streven
naar geleidelijke internationale ontwapening.
Bernardus Boedder 8. J. in zijn tractaat
over de natuurlijke Godskennis.
3) Het is volkomen waar, dat in de boven
natuurlijke heilsorde de dood de straf is der
zonde en dat de dood nooit over den mensch
zou hebben geheeracht, zoo Adam niet gevallen
ware. Maar dit belet niet, dat de mensch van
nature een sterfelijk wezen is. Ware hij
niet door God verheven tot een hoogeren staat
dan waarop zjjn natnur recht heeft, dan zou hij
even goed als thans den dood zijn ten prooi
gevallen.
4) Ook bier dient opgemerkt, dat ofschoon in
het licht der bovennatuurlijke heilsorde de
kwade begeerlijkheid in ons heerscht als straf
der zonde, zij niettemin den mensch van na
ture eigen is, het natuurlijk gevolg van
'e menschen samengesteld wezen. Dat Adam van
de wet der begeerlijkheid ontheven was, was
eene bijzondere gunst, waarop zijne natuur als
zoodanig niet de minste aanspraak had
De houding van Engeland en Amerika
tegenover ons land, hoezeer ook door
schijnschoone leuzen bemanteld, zal wel
niemand sympathiek lijken. Men zet ons
gewoonweg het mes op de keel. Toch
kon onze regeering moeielijk anders han
delen, dan, tot den uitersten limiet der
concessies voortschrijdende, aan de
eischen der geassocieerde landen tege
moet te komen. Immers, ook de centralen
weigeren ons de voedselvoorziening, Welke
wij behoeven. Aldus gesteld tusschen ha
mer en aambeeld, heeft de regeering on
der de bekende voorwaarden, in ons vo
rig nummer genoemd, de natie het hoofd
doen buigen voor de eischen, haar ge
steld. Het lijdt geen twijfel, of ons volk
is hiermede aangetast in zijn eer. Moge
deze daad geen precedent blijken dat
noodlottige gevolgen na zich sleept en
het. perspectief van Griekenland voor ons
opent.
Waar men van Duitsche en Duitsc.hge-
zinde zijde ach en wee roept over de
snoodheid van de geassocieerden, dient
niet te worden vergeten, dat ook de Cen
tralen allesbehalve met blanke handen
tegenover ons staan.
Vooreërst krijgen wij hun steenkool en
ijzer ook geenszins om niet, terwijl
op den bodem der zee zoo menig Neder-
landsch schip ligt, dat tegen alle recht en
wet door Duitschland's onderzeeërs werd
getorpedeerd.
God wake over een land als het ónze,
dat dermate tusschen hamer en aambeeld
is beklemd geraakt.
Losse berichten.
Vredesgeruchten.
In Italië zoo wordt van Engelsche
zijde gemeld, doen geruchten de ronde
over een aanstaanden vrede. Men denkt
aan een poging der Oostenrijkers en
Duitscheri om in de Italiaansche gelede
ren stemming tegen den oorlog te maken,
en gaat van regeeringswege de versprei
ding van het gerucht met kracht tekeer.
De vredesaotie.
ZURICH, 17 Maart (V. D.) Volgens
berichten aan Italiaansche bladen ver
zocht de Amerikaansche senaat Wilson
nogmaals te overwegen of de uitzichten
voor den vrede waren verbeterd. Wilson
antwoordde, dat Engeland hetzelfde ver
zoek aan hem gericht had, met de op
merking, dat het hem vrij liet in zijn
besluit.
Teneinde zich opnieuw nopens den
toes'and in Europa op de hoogte testellen,
zal Wilson twee senatoren en overste
House naar Parijs zenden.
De meerderheidspartijen.
WEENEN. De Berlijnsche correspon
dent van het „Neues Wiener Journal"
meldt:
In de laatste interfractioneele zitting
der meerderheidspartijen, waaraan de
socialisten Scheidemann, dr. Davids, de
Centrumleden Erzberger, Grimmborn en
Gröber, en de vortschritlichen Neuman
en Hausman, deelnamen, werden de
mededeelingen van den kanselier betref
fende de conferenties met den keizer en
Hindenburg besproken. De al-Duitschers
zijn over het verloop van deze conferenties
woedend Men neemt aan dat de regeering
van zins is een vrede van vergelijk
in het Westen te sluiten.
De Koning van Roemenië niet naar
Zwitserland.
BERLIJN, 17 Maart. (V. D.) Naar half-
officieel wordt m« degedeeld, wordt het
bericht van de „Vossische Ztg", dat ko
ning Ferdinand van Roemeuië naar
Zwitserland zou zijn vertrokken, tegen
gesproken.
Z. H. de Paus en de luchtaanvallen.
Naar de „Corriere d'Italia" bericht,
houdt de H Vader zich met een plan
bezig, om door een overeenkomst tus
schen de oorlogsvoerende Staten, de
luchtaanvallen te beperken tot uitsluitend
militaire inrichtingen, die zich buiten de
bewoonde streken bevinden.
Het offensief In het Weeten.
In een „weekbericht" van het Ameri
kaansche ministerie van oorlog wordt
gezegd, dat het meer en meer duidelijk
wordt, dat de Duitschers niet tot het
offensief zullen overgaan, tenzij zij daartoe
gedwongen zouden worden deor de ei
schen van den algemeenen strategischen
toestand, m. a. w. tenzij de geallieerden
toi een ©ffensief overgaan en de gevol
gen daarvan de Duitschers dwingen om
van hun kant los te komen.
De familie Roosevelt.
GENEVE, 18 Maart. (H.N.) Naar da
Fransche bladen melden, staan vier zonen
van president Roosevelt bij een Ame
rikaansche legergroep in Frankrijk. Een
van hen werd kortgeleden in Woeuvre
gewond. Roosevelt zelf heeft wegens
een zware ziekte ten slotte toch de voor
keur er aan gegeven, thuis te blijven.
De toestand in Rusland.
PETROGRADO, 18 Maart. (R.O.) Een
telegram uit Rostof aan den Den bericht,
dat 3000 gewapende Oostenrijksche en
Duitache krijgsgevangenen zich van de
stad hebben meester gemaakt.
De regimenten Preobrajensky-garde
te Petrogrado en te Moskou zijn ontwa
pend en eveneens alle troepen van het
garnizoen, die weigerden toe te treden
tot het Roode leger.
Naar bericht wordt, hebben de Russen
gepoogd Odessa in brand te steken voor
zij de stad ontruimden, zij konden dit
plan echter niet ten uitvoer brengen,
daar de Duitschers hun te dicht op de
hielen zaten.
t KOPENHAGEN, 19 Maart. (Draadloos)
Naar uit Petersburg gemeld wordt, ver
wacht men iederen dag het uitbreken
van een tegen-revolutie.
Inbeslagneming van kerkklokken enz.
De Duitsche militaire overheid in. het
bezette België heeft bevolen, dat een in
ventaris zal worden opgemaakt van 4e
kerkorgels en kerkklokken in gansch het
bezette gebied. Dat wil dus zeggen, dat
avond of morgen deze voorwerpen van
den gewijden eeredienst zullen worden
opgevorderd om tewordpn, verwerkt tot
kanonnen, kogels enz.
Uit het oogpunt alleen reeds van het
internationale recht zou deze daad de
strengste afkeuring verdienen. Immers, in
de internationale conventie, bepalende de
wetten en gebruiken van den oorlog te
land, welke conventie op de 2e Haagsehe
vredesconferentie nader werd omschre
ven en mede bekrachtigd door den ver
tegenwoordiger ven den Dujtsehen Keizer,
lessen wij in:
Art. 52. „Opeischingen in neture en
diensten mogen niet gevergd worden ven
de gemeenten of ren de bewoners (ven
het bezet gebied) dan voor de behoeften
van het bezettingsleger.
Art. 46. Het private eigendom (persoon
lijk of gemeenschappelijk) alsook de gods
dienstige overtuiging en de uitoefening
van godsdienstoefeningen moeten geëer
biedigd worden. Het private eigendom mag
niet verbeurd verklaard worde».
Uit den aard der zaak dienen Mokken
en orgels niet voor de behoeften van het
leger; zij zijn privaat eigendom en be
stemd tot uitoefening van den Katholie
ken eeredienst.
Ook is het een pijnlijke gedachte voor
de Belgen, dat het metaal hunner klok
ken zal moeten dienen om, in oorlogs
tuig omgesmolten, hun eigen broeders aan
het front den dood te brengen.
Al deze redenen maken het begrijpelijk,
dat kardinaal Mercier, die steeds op de
bres staat ter verdediging van de rech
ten der Kerk en der vrijheid, met aposto
lische vrijmoedigheid tegen de nieuwe
willekeursuiting der bezettende macht pro
testeert.
Dit protest is vervat in een partsbis-
schoppelijk schrijven aan zijn geestelijk
heid en volk, gedateerd 2 Maart, wat
door onze groote Katholieke bladen in
zijn geheel is opgenomen.
Het schrijven eindigt aldus:
,,In naam der vrijheid van de II. Kerk,
in naani der heiligheid van den Katho
lieken godsdienst, in naam van het in
ternationale recht veroordeelen en keu
ren wij af de inbeslagneming der klok
ken en orgels van onze kerken; wij ver
bieden aan de geestelijkheid en aan de
'geloovigen van ons Bisdom mede te wer
ken aan deze inbeslagneming; wij verbie
den geldswaarden te aanvaarden van de
heilige voorwerpen, die het geweld ons
zal ontnemen
Gesterkt door eene onoverwinnelijke
hoop, verwachten wij het uur van onzen
God."
De Regeeringsverklaring.
Na de pauze in de Kamerzitting van
Dinsdag verkreeg de Minister van Buiten-
landsche Zaken, jhr. Loudon, het woord.
Spreker deelde mede, dat der Regeering
nog geen bericht is geworden omtrent
het onthaal van het regeeringsvoorstel,
maar in aansluiting van het medegedeelde,
wenscht spreker het volgende nog mede
te deelen:
De regeering beschouwt de aan de geas
socieerde regeeringen gedane toezeggingen
niet als in strijd met de neutraliteit en
overeenkomstig het volkerenrecht.
Het varen van onze schepen in het
zoogenaamde spergebied heeft niets met
onze neutraliteit te maken.
Indien de regeering dan ook met kracht
opkomt tegen de door de geassocieerde
regeeringen gestelden eisch, dan geschiedt
dit meer om den dwang, waarmede deze
maatregel ons werd opgelegd-
Niet-bewapening der schepen was een
noodzakelijk motief, opdat een Neder-
landsch schip niet in een oorlogsconflict
zou komen met een Duitsch oorlogsschip.
Het schijnt het voornemen te zijn, doch
officieel is spr. daarvan niets bekend,
onze geheele buitengaatsche vloot, onge
veer 1.000.000 ton te requireeren.
Deze requisitie doet onze schepen op
houden Nederlandsche schepen te zijn en
daardoor wordt de geheele scheepvaart
met onze Koloniën stopgezet. Onjuist is
het, dat wij onze afspraak niet zijn na
gekomen. Een deel van onze schepen zou
voor de Relief gaan varen, maar dit is
belet.
Spreker hoopt, dat de Kamer zich zal
indenken in welke moeilijke omstandig
heden de regeering verkeert en in hare
critiek billijk zal zijn.
Ook zal de Kamer het hem niet euvel
duiden, dat spreker zich zoolang de za
ken loopend zijn, niet in het debat zal
mengen.
- S l I j; I
Het debat, dat in de Tweede Kamer
over deze regeeringsverklaring heeft ge-
loopen handelde over de vraagis de
regeering te ver gegaan met hare con
cessies aan de geassocieerde landen. De
heeren Patijn en Visser van IJzendoorn
meenden te njoeten concludeeren, dat zij
niet genoeg weten om een oordeel jbe
vellen.
De heer Nolens billijkte Tiet, dat de
voedselvoorziening bij de jegeering het
zwaarste woog. Andere sprekers als de
heer v. d. Voort v. Zijp, maar vooral d«
heeren Lohman en Troelstra waren ran
oordeel, dat de regeering liever den hon
ger had moeten kiezen dan het breken
met onze eervolle tradities.
Over het optreden dep geassocieerden
was de Kamer allerminst te spreken. Zij-
was van oordeel, dat de eer des lands
vooral niet .gedoogen z-ou ook nog maar
een duimhreeds verder te gaan. Niet al
leen de eer des lands, maar ook zijn
onzijdigheid zou dan volgens aller oor
deel niet meer bestaan. Hieromtrent is
de stem der Kamer wel bijzonder krachtig
geweest. Zij zou er niet in berusten in
dien de Regeering ook in het minst maar
verder ging met haar concessie.
In geen geval wensch Nederland een
tweede Griekenland te worden, zeide de
heer Van Doorn. Dat is da publieke opi
nie. In geen geval dus langzaam aan in
dan oorlog geschoven buiten onzen wjü.
De zitting van 18 Maart.
Over de zitting van Maandag der
Tweede Kamer waarin minister Loudon
de bekende verklaring over onze houding
tegenover de geassocieerde regeeringen
aflegde, schrijft de Kamefoverzichtschrii-
▼er van „De Tjjd":
De belangstelling was grooter dan ooit
voor dezen in dezen oorlogstijd Tribunes
en loges waren stampvol, o.a. waren
meerdere leden van den Raad van State
aanwezig. De per-tribunes waren dubbel
bezet. Het ongeduld van de talrijke me
nigte uitte zich zichtbaar schoon niet
hoorbaar toen de president meedeelde,
dat hij eerst het wetsontw. op den zomer
tijd wilde behandelen. Zoo geschiedde.
Toen brak het gewichtig oogenblik aan.
Alle Ministers waren tegenwooidigen
Minister Loudon las zjjn verklaring voor
met zijn bekende aangename stem, maar
zonder eenige ostentatie. Onze lezers
namen er reeds kennis van Nederland
geeft toe, zij het noodgedwongen en
voorwaardelijk.
Eerst moeten wij leven. Duitschland
kan ons niet helpen en als er dus ook
van overzee geen hulp daagt, staan wij
met den grauwen hongersnood voor oogen
Het reent van den sterkste zegeviert voor
dezooveelste maal in deze ongelukkige
oorlogsjaren Maar menigeen balt in
verbeten woede de vuisten en voelt zich
het schaamrood op de wangen komen
De heer Lohman, de nog altijd impul
sieve grijsaard, kon zich al vóór het
voorlezen der regeeringsverklaring niet
bedwingen.
Tal van vrienden en partijgenooten
hadden zichtbaar de grootste moeite om
den afgevaardigde van Goes tot bedaren
te brengen. Hij stond al overeind voor
Minister Loudon nog goed en wel klaar
was en vroeg het woord, maar de heer
Fock wist met groote diplomatie de dis
cussie uitgesteld te krijgen tot morgen
na de pauze, echter niet dan nadat, zon
der zich veel aan de presidiale leiding
te storen, de heer dr. Nolens met nauw
gedwongen woede had „geprotesteerd
tegen deze handelwijze van de zooge
naamde beschermers der kleine naties.'
DEN HAAG. In verband met een des
betreffend valsch gerucht, wordt gemeld,
dat Maandag en Dinsdag de kolentreinen
uit Duitschland als gewoonlijk binnen
kwamen.
Geen intrekking van verloven
Daar geruchten de ronde doen, als
zouden de verloven worden ingetrokken
en militaire maatregelen aan de kust
worden genomen, werd ons van bevoegde
zijde medegedeeld, dat deze geruchten
van allen giond ontbloot zijn.
Treub's stelsel.
Minister Treub heeft Maandag en
Dinsdag een breede schets gegeven
van zijn stelsel van distributie na eerst
een overzicht te hebben gegeven van
's lands financieeleii toestand, die zorg
wekkend is. De volkswelvaart gaat niet
vooruit maar achteruit, terwijl de crisis
als de vrede komt nog erger wordt, want
dan krijgen wij een algemeene run op
de grondstoffen, uitgebreide werkloos
heid, inzinking van de goudwaarde, ge
vaar voor staatsbankroet.
Het distributiestelsel van den heer
Treub is er een „van onderop" in tegen
stelling van Posthuma's „van bovenaf",
Evenals in Zwitserland moesten de
gemeentebesturen aansprakelijk gesteld
worden voor de productie. Waar deze
hun plicht niet doen, daar benoeme men
regeeringscommissarissen. Aan den boer
late men genoeg voor zijn onderhoud.
Men benutte de onderlinge controle van
bouwers en tuinders door dezer ergani-
saties (systeem-Engels).
Naast de vermeerdering der productie
centralisatie van den invoer. Men kan
de N. U. M. maken totN I. U M. (Nederl.
In- en Uitvoer-Maatschappij) of men
stelle tegenover de Nederlandsche Over
zeetrust-Mij, een Nederlandsche Overland-
Mij. Prijsopdrijving fel tegengaan, inbe
slagname tegen prijzen, voor de ketting-
handel zijn klauwen eropsloeg.Regeering
en Raad van State en Volksvertegen
woordiging aan het werk zetten met
grooten spoed, om de veranderingen in
de wetten te maken.
Radicaal breken met het stelsel van dis
tributie beneden den kostprijs. Invoeren
van een absolute en een relatieve
weisstandsgrens. Wie b. v. boven
f 500Uinkomen heeft, krijgt geen re
ductie ook niet, of slechts gedeel
telijk, wiens inkomen met 50 of 25
procent steeg sinds 1914. De rest krijgt
toeslag in levensmiddelenboas De lègi-
mitatiekaarten zullen in diverse kleuren
moeten worden gedrukt. Ziedaar in groote
lijnen het stelsel, zooals het Minister
Treub voor oogen staat en welk systeem
z.i hei groote vooideel heeft, dat het
noodkarakter er zoo duidelijk van in het
oog springt
Vervolgens wil Minister Treub krachtig
optreden tegen de corruptie en zeer
vereenvoudigen de administratie.
Minister Cort v. d. Linden heeft ook
nog over de voedselvoorziening gespro
ken. Deze regeering wil zich daarbij laten
leiden door drieërlei factoren en wel in
deze volgordede noodtoestand der be
volking, de financieele mogelijkheid om
daarin te voorzien en de mogelijkheid
om van de abnormale tijden tot een
normalen toestand te geraken.
Ondanks al wat minister Treub te
berde bracht, schijnt de Kamer zich toch
niet van het stelsel Posthuma te willen
afwenden. Ook wat minister Cort zeide,
was meer tegen Treub's stelsel dan tegen
dat van Posthuma gericht.
De Zomertijd.
De Tweede Kamer heeft het wetsont
werp tot invoering van den zomertijd
aangenomen met die verandering evenwel
(amendement-Van Doorn), dal voortaan
ieder jaar de zomertijd zal gelden, zonder
dat daarvoor telkens een apart wetje noo-
dig is. De regeering bepaalt dan op welk
tijdstip do zomertijd zal beginnen.
De zaak Van 6esf.
„De Maasbode' 'deelt mede, dat bij de
eerstkomende verkiezingen geen Candida
tuur in een der districten aan inr. dr.
J .v. Best zal worden aangeboden, terwijl
„De Telegraaf" weel. te vertellen, dat de
heer Van Best binnenkort zal verklaren',
dat hij geen candidatuur voor de Tweede
Kamer meer zal aanvaarden.
Het ware juister geweest in deze het
officieel communiqué van de vergade
ring der voorzitters en secretarissen der
18 kieskringen den 16 Maart te Utrecht
gehouden, af te wachten.
De zaak Van Groenendaal.
Het Kamerlid mr. Van Groenendaal
moet zich als Kamerlid bij de kwestie van
mijnconcessies op minder correcte wijze
hebben gedragen, zoodat zijn houding ook
bij zijne collega's-Kamerleden afkeuring
vindt.
Goes. De gemeenteraad kwam
Maandagavond in openbare verga
dering bijeen, onder voorzitterscnap
van den heer v. d.. Bout. De heer De
Paauw was afwezig met kennisgeving.
Verder eene vacature door het overlijden
van den lieer Risch.
De notulen werden goedgekeurd en de
navolgende ingekomen stukken ter leen
nis der vergadering gebracht, d.e ze voor
kennisgeving aannam.
1. Bericht van den heer A. F. de Paauw,
dat door hem ontslag wordt genomen
als lid van den gemeenteraad; 2. Goed
keuring van 't Raadsbesluit dd. 21 Febr.
1918, houdende regeling der jaarwedden,
enz. van het onderwijzend personeel aan
de openbare lagere scholen; 3. Goedkeu
ring van 't Raadsbesluit dd. 21 December
1917, houdende voorstel tot verhooging
der jaarwedden van den Burgemeester
en den Secretaris; 4. Dankbetuiging van
den heer C. de Vriese, voor verleende
saiarisverhooging5. Winst- en verliesre
kening met toelichting van het Gemeente
lijk Distributiebureau over het jaar 1917.
Verschillende afschrijvingen werden
goedgekeurd. Het voorstel om het huis
A 64 aan den heer (Breetveld wederom
voo(r 3 jaar te verhuren, werd z. h, s.
goedgekeurd.
De heer A. de Kam had den raad
verzocht een stuk gemeentegrond pan de
haven in erfpacht te mogen verkrijgen
om daar bouwmaterialen te laden en te
lossen en op te slaan. B. en W. meenden
op advies van den gemeente-bouwmeester
te moeten voorstellen afwijzend op dit
verzoek te. beslissen. Hierover werd lang
gediscuteerd. De heeren Brams, Dekker,
Donner, v. d. Leeuw en Van Dissel waren
van oordeel, dat aan het verzoek moest
worden voldaan, geheel of ten deele, deels
wijl de argumentatie van den bouwmeester
hun niet logisch voorkwam, deels .wijl
de gemeente gjit goed begrepen eigenj-
belang nieuwe industrieën, die zich .hier
willen vestigen, niet moet afstooten.
De heeren Hollmann, Kakebeeke, als
mede de beide wethouders, waren van
meening, dat de gemeente het terrein
door De Kam gevraagd zeil hard noodig
heeft voor opsiagterrein van bieten en
boomen. Daarenboven is juist op die
plaats de heer Kakabeeke merkte zulks
op de haven kortgeleden behoorlijk
uitgediept, zoodat wanneer men daar aan
De Kam zou vergunnen zijn steenschepen
te doen aanleggen, de gemeente; elders
opnieuw de haven zou moeten doen uit
diepen. De breede gronden, waarop voor
al de heer Kakebeeke de bezwaren van
B. en Wi. tegen het verzoek verdedigde,
gevoegd bij de uitdrukkelijk© betuiging
van den heer Fransen v. d. Putte, dat
bij B. en Wi. volstrekt niet voorzit den
heer De Kam niet va,n dienst te willen
zijn als de gemeente het kan, deden den
heer Brants eenigszins op zijn meening
terugkomen en voelden tenslotte alien voel
voor het voorstel van d(en heer Dekker
om 'de zaak aan te houden, teneinde B.
en W. nader kunnen overleggen hoe zoo
wel de belangen der gemeente als die
van den heer De Kam kunnen worden
gediend.
Daar na werd het primitief kohier van
de hondenbelasting voorgesteld tot een
bedrag van f 704 voor 176 honden.
Daarna werd. het voorstel tot leemjig
van f 14500 voor nieuw aan te leggen
straat- en rioleerinjjverken op de ter
reinen van „Nieuw Goes" behandeld. De
voorzitter stelde jiamens B. en W. voor
nog f 3000 er bij te leenen, teneinde
dan den Oostsingel, waar het zoo hard
noodig is, met klinkers te bestraten.
Waprtoebesloten, werd.
Ëtenige wijzigingen jn de begrooting
1918 werden aangenomen. Zij. sluit nu
tn ontvang en uitgaaf met f 427058.59Vs-
De hoofdelijke omslag is op f 124000 ge
steld.
De gewijzigde pensioensgrondslagen
voor gemeente-ambtenaren, worden vast
gesteld en een wijziging in de gemeente-