n IOOL iland De Groote Oorlog. en Mm No. 13. Dinsdag 39 Januari 1918. Veertiende Jaargang EEN UITLEGGING. jviag te piÉin S S 99 °|o K. BRANTS No. 68. uwsche g-Maatschappij 1824, HDBBIlll S BANK Verschijnt eiken MAANDAG-.JUfOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. 7 EKKER, SOES. bij inschrijving an pint. 124 Men, (i vin plm. 115 Tronken. van plm. 40 Tronken, an- ea el e Dienstbode BUIT E NL AND. Welk weder zullen wij hebben? BINNENLAND. LBUItG, va* fl»00j f °- r t®a kantore >ij H.H. Etfec- ILL, Arts, t GOES. insdags 10—2 uur. te Zierikzee, lijke voorwaar- erling als tegen remie, htingen worden t door O ES, digers voor Zuid- :veland. Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 1'.—daarbuiten 1.25. Afzonderlijke nummers 6 cent, dubbele bladen 10 cent. Advertentiën worden ingewacht vóór half een nur namiddags. Kanfoor v. d. AdministratieBoudewljn de Wiftesfraaf A 135* GOES. Tel. interc.: Directie no. 94. Redactie no. 97. Reclameberichten 30 Gt. p. r. Bij abonnement speciale pqjs. Advertentiën van 1—5 regels £0.75, iedere regel moer 16 Gt. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X bearieand. Do „Nieuwe Zeeuwscbe Courant" steunt de candidatuur van den heer voor de Provinciale Staten in het district Goes en beveelt hem voor de stemming op 8 Februari a.s. dringend aan bij alle Katholieke kiezers van genoemd district. iHAREN bespannen, looier. Onze Violen n zgn van prachtige vorden daarom zoo- adelijk te aanvaarden p in 's Heer Abts- 1.80.20 H.A. (4 gem. lichtingen geeft L. te 's-Gravenpolder, schrijvingen worden or of op 9 Februari a.s. contant geld er J. A. TRIMPE Kloetinge: eel en Schenkeldijk, enpolder, beginnende hof. jein Huijssoon. het Esschendijke. nd het Wisschenbosch nue aan den 's Graven- straatweg, onder Kloe- ingen voor de perceelen c of in massa, in te leve- op 28 Januari 1918, ten m Notaris E. C. VAN e Goes, alwaar nadere n te bekomen zijn. !ei a s. een tegen hoog loon. Adres Gemeenteherberg, Ove- I. De rusteloos voortschrijdende tijd doet als in een mist de herinnering vervagen aan tal van gebeurtenissen uit dezen ge weldigen wereldkrijg, die bij hun eerste losbarsten angst en ontzetting verspreid den, maar thans bij liet wegdeinzend ver leden veel van hun verschrikkingen heb ben verloren. Toch, al nemen ze niet meer een eerste plaats in in onze „ont stelde verbeelding, ten eenenmale weg zinken in den nacht der vergetelheid zul len ze niet. Da Historie toch, „Verledens wichela- res", zooals Tasso haar noemt, welke die gebeurtenissen opteekende, waarborgt ze de onvergankelijkheid, ook in de her innering van tijdgenoot en naneef en daar van geldt Cicero's woord: „quorum me- moriam nulla unquam delebit oblivio", „wier heugenis door geen vergetelheid ter wereld kan worden uitgewischt". Een van de gebeurtenissen, welke wij hierop het oog hebben is de inval der Duitschers in België in Augustus 1914. België was op dat tijdstip eene zelf standige natie. Het was aan geen vreemd land schatplichtig, had geen uitheemsche vorst als zijn gebieder te erkennen. Vrij machtig beschikte het over zijn eigen lot, regelde in absolute onafhankelijkheid zijn eigen zaken. Nijver, kloek en onderne mend, nam het Belgische volk met succes deel aan den algemeenen wedstrijd naar welvaart en bloei en zoowel op stoffelijk gebied als op dat van wetenschap en kunst, behaalde het in een vrij ontplooien zijner nationale krachten rechtmatig ver diende lauweren. Kortom, België had geen andere pretentie dan een waardige plaats in te nemen in de rij der vrije volkeren jen het kon de grondleggers van Zwitser- land's onafhankelijkheid nazeggen: „Wir wollen sein ein einzig Volk von Brüder Abwehren uns'ren Feind und schüt- zen uns're Rechte", zooals Schiller hen doet zeggen in zijn „Wilhelm Teil". Daarenboven, België's onafhankelijkheid was bij een plechtig verdrag gegaran deerd door de groote mogendheden. Het kon dus gerust zijn. Daar kwam de emotievolle Augustus maand van 1914.. Uit de van onheil zwan gere wolken der politieke en diplomatieke verwikkelingen schoot de bliksemflits van het drama van Serajewo naar omlaag en ontstak den oorlogsbrand, wiens laaie gloed door niets schijnt te kunnen worden getemperd, wiens felheid door niet schjjnt te kunnen worden bezworen, zelfs niet door de machtige vrodesstem van het Vatikaan. Twee garanten van België's onafhan kelijkheid, Duitschland en Frankrijk vlo gen het eerst elkaar naar de keel, terwijl de logige Russische beer zioh gereed maakte zijn klauwen uit te slaan naai' de Germaansche en Oostenrijksch-Hon- gaarsche adelaars. Van meet af aan koos België voor geen der strijdenden partij,,was ook nietvan plan dit te doen. Al wat men later heeft aange voerd om de waarheid van dat feit te ontzenuwen, is tegen een zuivere, ob jectieve kritiek niet bestand gebleken. Steeds zal het 'tland van koning Albert tot eere strekken ,dat het bij de los' barsting van den oorlog tusschen Duitsch- land en,.Frankrijk maar één begeerte had: een strikte onzijdigheid tusschen de oor logvoerenden in acht te nemen en door sen waardig wapenvertoon naar buiten lan die begeerte kracht hij te zetten. Doch daar kwam DuitschJand pn zeide .ut d# Belgisch© natie: „voordat Rusland gereed js jmet zijn mobilisatie wil ik Frankrijk te lijf gaan en verpletteren. Door den weg te nemen over uw land, maakt gij mij de uitvoering van mjjh plan zooveel te sneller en gemakkelijker. Welaan, gun mijn legers een vrijen door tocht door uw gebied). Ik .'zal u geen scha de of nadeel berokkenen en mocht zulks toch geschieden, dan zal ik het vergoe den". „En als ik weiger op grond mij ner neutraliteit, op grond mijner mede door U gegarandeerde onafhankelijkheid", antwoordde België kalm en fier. „Dan ga ik toch mijn gang", sprak Duitsch- land. iWelnu, er gebeure wat wil, was België's wederwoord, „maar ik weiger U den toegang". En toen werd, helaas, voor de zooveelste maal op schrikkelijke wijze het woord van Lafontaine bewaarheid: ,1a raison du plus fort es toujours la meilleure", het kleine land werd, on der de Pruisische militaire laars vertre den Visé, Luik, Haelen, Leuven, Ant werpen, Yperen, 'tzijn alle namen, die ons de verschillende fazen vertolken van het lijdensdrama van een volk, dat streed voor het recht en voor dat recht lie ver martelaar wilde zijn dan zondaar. Zeker, het had op Duitschland's aanbod kunnen ingaan en dan was het er naar de regelen eener gemakzrachtspolitiek wel licht vrij goed afgekomen, maar dan had het gezondigd, wijl het dan zlijn neutra le. houding prijs gaf, eene der strijdende partijen in het igjevlei kwam en alle ver dere aanspraken op een ongerept onaf hankelijk volksbestaan moedwillig] prijs gaf. Door Duitschland's eisch af te wijzen deed België zijn plicht, tout court. En toen Duitschland toch België binnen trok en reeds aanstonds op bloedige wij-z'e den dapperen wederstand der Maasfor ten aan den lijve, ondervond, kreeg het niet andere dan wat het verdiende: de gerechte straf voor de schending van hie't recht, dat elk vrij individu, dus ook elk vrij volk heeft op een vrij bestaan, los van vreemden druk en dwingelandjji. En die Istraf was België gehouden op Duitsoh- land toe te passen wilde het niet voor goed, zoo voor zich zelf als voor an dere neutrale, vrije landén het recht op een onafhankelijk voortbestaan verbeu- Ten Dat de verhouding! 'tusschen bestraffer en recfatssehiender er een was als van een dwerg tot een reus, dat de worste ling van het kleine België tegen het mach tige Germanje krankzinnig mocht heeten, in zooverre èêrstgpnoemd land daarbijl ten wissen ondergang was gedoemd, doet aan de zaak zelf niets af: torenhoog ver heft zich de nobele houding van België in Augustus 1914 boven, het op zijn zachtst gezegd onsympathiek gedrag van Duitschland. Hoe men de kwestie wende of keere, de schending van België's neu traliteit blijft op het Duitsche wapenschild kleven als een vlek en de Hemel geve, dat het er niet mee ga, als. met de bloedvlek op lady Macbeth's hand, die er naar Shakespeare's woord, dloor geen geuren van gansch Arabië was uit te wisschen. Hieraan kan noch onze per soonlijke sympathie of antipathie jegens een der oorlogvoerenden iets veranderen, noch mag de consideratie van Duitsch land's macht en militaire strijdvaardig heid of de aanblik zijner krijgssuceessem het juiste oordeel van wat recht en on recht is beïnvloeden. „Recht is recht", zegt de volksmond kortweg maar wel sprekend. Gelijk een voorbijtrekkende wolk voor een wijle het weldadig1 licht van Gods zonne kan onderscheppen, zoo ver mag het tijdelijk heerschende stelsel van „macht boven recht" het helderstralende licht, de koesterende warmte tegen hou den, welke het recht over dfe maatscrap- pelijke verhoudingen der beschaafde men- schengemeenschap doet uitstralen. Maar eens komt de dag, dat het recht zich! zegevierend baan breekt tot schande zijnleï belagers, hoe prat die ook gingen op hun macht. i De schending van België's neutraliteit vond dan ook buiten DuitschJand vrijt we.1 algemeeue afkeuring, niet het minst in ons vaderland. Toch waren wij! bij het begin van den oorlog, evenmin als de Belgen „Dentschfeindlich". Over hét algemeen dacht men in ons land sym pathiek over de onderdanen van Keizer Wilhelm, Ook wij, Katholieke Nederlanders, ver toefden gaarne met onze gedachten bij onze geloofsgenooten aan Rijn en Elbe- stroomen. De namen hunner voormannen op kerkelijk en politiek gebied: een mgr. Von Ketteler, een Windthorst waren ons gemeenzaam, wij hadden smaak in de lettervruchten hunner dichters en schrij vers, eerbied voor de gedegen wetenschap hunner denkers. O, zeker, ook voor onze Germaansche broeders was het spreek woord niet om niet geschreven: „het is alles geen goud wat er blinkt", onze sym pathie was niet geheel en al onver mengd, gedrukt als zij werd door de stille overtuiging, dat het „seientia inflat" (de wetenschap maakt opgeblazen) van St. Paulus niet gansch en al zonder toepas sing mocht heeten op de Duitsche Katho lieken, ja dat, zoo loszinnigheid en wis pelturigheid den Katholieken van den La- tijnschen stam als kenmerkende euvelen moeten worden aangewreven, een zekere hoogheidswaan als de worm mag gelden, die aan de schoone vrucht van het ge loofsleven onzer Duitsche geloofsgenoo ten knaagt. Maar nog eens „im grossen ganzen" stond Duitschland goed bij ons aangeschreven. Doch ziet, door België gewelddadig on der den voet te loopen, verloor het Duit sche volk op slag onze sympathie, werd deze althans merkelijk bekoeld. Een ieder die niet door eene blinde „Deutschfreund- lichkeit" ongeneeselijk was bevooroor- oordeeld, voelde dat hier een onrecht was begaan, door niets te verontschuldi gen of goed te praten. Trouwens werd men hierin versterkt door de eigen be kentenis van kanseher Von Bethmann Hollweg, in den vollen Rijksdag afgelegd, dat Duitschland door België's onafhanke lijkheid te schenden, zich tegen het vol kerenrecht. had vergrepen. Of er desniettemin nog menschen ge vonden worden, die Duitschland's daad nog een glimp van rechtvaardigheid en billijkheid willen geven? Geen zaak zoo kwaad, of ze vindt nog wel een advocaat zegt het volk. Alleen wordt er dan de advocaat niet heter op, want men noemt hem dan gemeenlijk „een advocaat van kwade zaken", wat nu juist niet als een eeretitel kan gelden. Zoo iemand nu schijnt ons de man toe, die in een brochure, getiteld: „Waarom?" en met het onderschrift: „een Katho liek" 2), zich aan een uitlegging waagt van de schending van België's neutraliteit, waardoor Duitschland van alle schuld wordt schoongewasschen. In hoeverre hjj daarin geslaagd is, moge de lezer beoordeelen uit de uiteenzet ting ,die wij van dien uitleg in ons vol gend nummer hopen te geven. l) Het Belgische dagblad „Le Yingtième Siècle" meldde in het begin van Augustus 1914 Kort nadat de Duitsche gezant bij het Belgische hof het ministerie van Buitenlandsche Zaken te Brussel had verlaten, waar men hem had mede gedeeld, dat België den eisch van Duitschland om vrijen doortocht voor zijn leger had afgeslagen, kwam de Nederlandsche gezant met zijn auto aangereden. Een reporter van de „Vingtième Siècle" gelukte het een kort onderhond met dezen diplomaat te hebben en vroeg hem onder andere „Als Duitschland aan uw land een der- gelijken eisch had gesteld, wat zondt gij in Holland geantwoord hebben .Hetzelfde als u", antwoordde de gezant. Wij laten natunrljjk de echtheid van dit ver haal voor rekening vbd de „Vingtième Siècle", achtten het echter curieus genoeg, om het hier weer te geven. „Waarom 7" Een bezadigd woord door een Katholiek O. L. van Langenhuysen, Amster damRotterdam. Losse berichten. Oe vredespoging van Czernin. KEULEN, 26 Januari. (O. VDe „Kölfr. Ztg" verneemt uit WeenenDe mede- deeling, welke Czernin heden in de Oos- tenrijksche delegatie deed, waarin hij ver klaarde, dat de tekst van zijne rede reeds aan Wilson was voorgelegd, voor hij die hield, baarde groot opzien. Hierdoor wordt de meening bevestigd, dat het bij Czernin's antwoord aan Wil son om een reeds gedanen stap gaat op den weg, die er toe leiden moet om de Westelijke mogendheden tot een ge- dachtenwisseling met Duitschland te brengen. De onbeperkte Duikboot-oorlog. BERLIJN, 26 Jan. (W. B.) Officieel. Door onze onderzeebooten zijn in het Noordelijk gedeelte van het versperde gebied wederom 6 stoomschepen en 2 visschersvaartuigen tot zinken gebracht. De meeste stoomschepen waren diep geladen, terwijl van twee kon worden vastgesteld, dat ze bewapend waren. Onder de beide tot zinken gebrachte visschersvaartuigen bevond zich de Fran- sche vischkotter „Hirondelle." Czernin von Kühlmann en van Hertling. BERLIJN, 26 Januari. (W. B.) „Nord- deutsche Allgemeine Zeitung" schrijft Wanneer er een kloof gezocht wosdt tusschen dat, wat graaf (Czernin) en de Duitsche kanselier en de Duitsche staats-' secretaris verklaard hebben, dan zijn dat pogingen met ondeugdelijke middelen. Wat Kühlmann Vrijdag zeide, hetgeen bevestigde, wat den dag te voren de kanselier zeide, n 1. dat onze verhouding met Oostenrijk-Hongarije de grondsteen en hoekpijler onzer heele diplomatie is, bewijst genoeg tegen de veronderstelling alsof er tusschen Weenen en Berlijn een een diepgaand verschil bestond. Von Kühlmann en de annexaties. Von Kühlmann heeft in een nieuwe rede o. a. gezegdGraaf Westarp heeft de delegatie van Brest-Litowsk voor de voeten geworpen, dat zij zich niet op het standpunt der annexaties gesteld heeft. Dit woord is, als ik mij goed herinner, niet gebruikt, maar in dit opzicht zijn er niet veel begrippen. Ik meen uit zijn rede op te maken, dat hij gebiedsuit breiding. op grond van onze militaire successen wenschte. Zooals ik Vrijdag zeer uitvoerig uiteen gezet heb, kan de huidige regeering dit standpunt niet innemen. Vllegeractie. PARIJS. 26 Januari (Draadloos Reeds geplaatst in een deel der vorige oplaag). Op 25 Januari waren de Fransche vliegers bijzonder actief. Meer dan 300 foto's werden genomm. Fransche vechtvliegtuigen hebben vier Duitsche vliegtuigen neergeschoten. De Fransche bombardementsviegtuigen hebben in den nacht van 25 dezer 8Ü0U Kg. ontploffingstofflen geworpen op vijan delijke inrichtingen, o a. op de stations van Thionville en Freiburg in Breisgau, op de fabrieken van de „Badische Aniline" van Ludwigshafen en op de kantonne- menten in de streek van Longuyon. Kinlng Albert en Paus Benedlctus. Volgens een vertraagd telegram uit Havre aan de N. R. C. heeft de koning der Belgen den 24en December 1917 den volgenden brief tot den Paus gericht, in antwoord op dien vredesboodschap: Heilige Vader, ik heb mee levendige belangstelling kennis genomen van de boodschap, die Uwe Heiligheid den 12 Augustus 1.1. aan de hoofden der oorlog voerende landen heeft gericht, en ik heb mg gehaast haar mijn regeering voor te leggen, die ze met de meest ernstige aan dacht heeft overwogen. Het resultaat dezer overweging is in de volgende nota vervat Terwijl ik mij aansluit bij den wensch van den H. Stoel, dat een recht vaardige en duurzame vrede een stellig einde moge maken aan den rampspoed, waaronder de menschheid en in het bij zonder het zoo zwaar beproefde Belgische volk ljjdt, verzoek ik Uwe Heiligheid te gelooven aan mijn eerbiedige aanhanke lijkheid. ALBERT. De brief ging vergezeld van een ant woordnota der Belgische regering waarin zij den H. Veder dank zegt voor de bijzondere belaDgsteling die hij België toedraagt. DENEMARKEN. Een tunnel onder de Somt. Een Deensche combinatie van technici en financiers heeft plannen in bewerking voor den aanleg van een 36 K.M. lan gen tunnel onder de Sont, van Kopen hagen naar Malmö. De kosten worden op ongeveer 100.000.000 Kr. geraamd. Verwaohting tot den avond van 29 Jan. Zwakke tot matigen Zuidelijke tot Zuid- westelijken wind. Nevelig aan de kust, overi gens nevelig tot llohtbewolkt; weinig of geen regen; om het vriespunt des naohts; everdag matige dooi. DUITSCHRAND. Julius Bachem overleden. De bekende leider van het Centrum en journalist, dr. Julius Bachem, is in den ouderdom van 72 jaren overleden. Hij was van 1876 tot 1898 lid van het Prui sisch Huis van Afgevaardigden. Meer dan 40 jaren was hij aan de redactie van de „Köln. Volksztg." verbonden, van welk blad hij eenige jaren geleden afscheid nam. Tweodo Kamer. Hoogere Burgerscholen. De heeren Dresselhuis, Schaper en v. Gilse hadden amendementen ingediend strekkende te besluiten tot omzetting der H. B. S. met 3-j. cursus in een 5-jarigen cursus, resp. te Helmond, Warffum en Steenwijk. Als krachtig bestrijder van het amen dement trad de heer Fleskens op, die er op wees, dat de bevolking van Hel mond voor 96 pet. Katholiek is, zoodat wanneer er, zooals ook de heer Dressel- huys zeide, in die plaats geen twee H. B. S. kunnen bestaan, de eene wel be staande dan toch wel de Katholieke yioet zjjn. Tegenover de mededeeling des heeren Dresselhuijs, dat eenige particulieren te Helmond een ruim bedrag over hadden voor de stichting eener R. H. B. S. met 5-jarigen cursus te Helmond stelde de heer Flesken de offervaardigheid der ka tholieken, die voor al hun onderwijs voort durend offeren en nu weer voor de II. B. S. Iljj stelde tegenover de zwakke raadsmeerderheid, die nog de liberale H. B. S. wenschte, de bevolking van Hel mond, welke de katholieke instelling wenscht. De heer Dresselhuijs handhaafde zjjn voorstel en de heer Teenstra diende een motie in waarbij gevraagd werd oprichting van H. B. Scholen op ruime schaal. De heer Dresselhuijs zeide nog, dat de actie tegen de omzetting der Rijks II. B. S. is gevoerd op bevel van Mgr. Diepen, waarop de heer Rutgers antwoord de, dat hij de verontwaardiging niet be greep, die opging bij het noemen van den naam van den Deken en Monseigneur Diepen. Ook de heer Troelstra verklaarde zulks niet te begrijpen. Tn den afgeloopen tijd hebben wij ons op een royaler standpunt geplaatst, zegt spr., nl. dat wij een andere levensover tuiging konden eerbiedigen. Ook bij het lager onderwijs gaf de geestelijkheid de leiding en daar hebben wij ons overheen: gezet, waarom nu weer di eagitatie. Toen de amendementen in stemming kwamen werd het amendement Dressel huis dat tevens als motie van afkeu ring ten opzichte vaji 's ministers politiek moest dienen aangenomen met 44 te gen 28 stemmen, links tegen rechts. Alleen dhr. Troelstra stemde tegen, waarmede de socialistenleider zich dus hield aan zijn vooropgezet royaler stand punt. Overigens bleek bij gansch de linker zijde het anticlericalisme nog altijd troef te zijn. Het amendement-Schaper werd aange nomen met 46 tegen 28 stemmen, links tegen rechts, en het amendement Van Gilse met 43 tegen 25 stemmen, links tegen rechts, met uitzondering van dhh. v. d. Velde en Duymaer van Twist). Telt de rechterzijde geen 45 leden? Hoe komt het dan, dat er bij de stemming weer een kleine 20 afwezig waren? O, dat absenteïsme. De Kamer komt Dinsdagmiddag om half één opnieuw bijeen.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1918 | | pagina 1