tentkali. nesthandel, i, Goes Donderdag 13 December 1917. Dertiende Jaargang. De Groote Oorlog. nda's i verdere ~J len. lomt een klein n binnenkort afgegeven, iwers bij ons V. lend, D. TOOR GOES. co waliteit Rundvleesch. OOSTERMAN, BOOTDIENST ■dt.Rotterdam en msterdam, I de Ruyter' ad Goes". en r\«. 147. Verschijnt eiken MAANBAG-, WOEISOAQ- en VRIJDAGAVOND. Welk weder zullen wij hebben? I LÜ 00 ondergeteekende maakt nd, dat zijn SLAGERIJ indag 10 Decamber zal in uit de 6anzepoortstraat lelmarkt A 139, en zal tber geopend worden te verkrijgen tokvleesch 20 cent per ons 25 n '5 ^Aanbevelend riarkt GOES. e Stoomboot OES naar ROTTERDAM, ecember 's morgens 1 uur. OTTERDAM naar GOES, lecember 's morgens 3 uur. OES naar ROTTERDAM AMSTERDAM, iagmorgen vroeg, van AMSTERDAM, gmiddag 12 uur. ROTTERDAM: lagmiddag 12 uur. Goes" vervoert geen Rotterdam, Haring jde. EN te bekomen te Goes J. C. MONHEMIUS, te en beer D. VAN LOON, lam, Binnenkant, bij den P. VOETEN en te Rot- de Directie. tSVRACHT Gom Dordt— nkol» r»l*. M.21 rotourf 2j omboot-Reederij, A. VAN DER SCHUIJT. ratdeur weder gesloten en d te hiebben, dat er niet e kamer was, sloot Mar sh met een. kloppend hart lag afwachtende om zich i van de stoffelijke schade, jde plunderaars, aangericht hun werk met nauwigezlet- en toen h'et moedigfe. meisje morgen de verschillende! n het huis bezichtigde, kon ligen, dat, als zij iets heel n, dit alleen was omdat de cht hun ontbroken had om jzelen of mede, te nemen. schilderijen, kleine kunst- lies was weg. Een woeste- klein Mariabeeldje onthoofd, ïcretaire stond, waarvan de den vloer verspreid lagen; hingen, met de sabels van- alf afgescheurd voor de ra re gouden ring eri tien franks waren eveneens verdwenen, was de olie uit loutere 1 over den grond uitgestort dozijn flesschen wijn geler geworpen. IEIM ZEEMDE COURKIIT Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.90, daarbuiten 1.10. Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent. Advertentiën worden ingewacht vóór half een uur 's namiddags. Kanfoord. AdministratieBoudewIJn de Wlffestraat A 135° GOES. Tel. interc.: Directie no. 94. Redactie no. 97. Reclameberichten 25 CL p. r. Bij abonnement speciale prjjs. Advertentiën van 16 regels ƒ0.625, iedere regel meer 125 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. (Wordt vervolgd.) In België met zijn gemengde bevolking van Dietschen en Komaanschen stam, met zijn Vlamingen en Walen, heeft de taal kwestie steeds de gemoederen in bewe ging gebracht. Het Fransch, ofschoon de taal van de minderheid der bevolking,, overheerschte het Vlaamsch, dat door de meerderheid der Belgen wordt gesproken. Wel heette het in theorie, dat beide talen voor de wet gelijk waren, maar in de praktijk was het Vlaamsch de Assche- poetstersrol toebedeeld: in taal, zeden en gewoonten voerde het Fransche element, ook in oer-Vlaamsche streken den boven toon en wie de levens kent der priesters- dichters Guido Gezelle en Hugo Verriest, weet, dat de sympathieën der hoogere geestelijkheid in België meer naar het Fransch overhelde, hoezeer het meeren- deel der roepingen van den geestelijken stand uit de Vlaamsche en niet uit de Waalsche streken kwam. Herhaaldelijk werd door bijzondere per sonen zoowel als door vereenigingen èn in de pers èn in het parlement gewezen op de stiefmoederlijke behandeling, die het Vlaamsch van overheidswege te beurt viel en hoewel, dank zij die krachtige stemmen, geleidelijk verbeteringen werden aangebracht, bleef toch de ware, practi- sche taalgelijkheid in België een vrome wensch en daar de taal gansch het volk is, zoo zag ook het Vlaamsche volk zieh voortdurend bij het Waalsche achterge steld, hoezeer het zeer zeker niet voor het geringste deel tot den bloei van het Belgische gemeenebest bijdroeg. Nog kort geleden, bij de viering van koning Albert's naamfeest voor de Belgen te Parijs, werd namens den Belgischen minister-president De Broqueville de man zelf was wegens ongesteldheid af wezig eene rede uitgesproken, waarin de tweetaligheid in België werd voorge steld als een historische factor van Bel- gië's grootheid en aanzien en allerminst als een struikelblok voor de geestelijke en stoffelijke welvaart zijner burgers. De in oris land verblijvende en hier welbekende Vlaamsche parlementariër Frans van Cauwelaert, heeft hierop in „Vrij België" geantwoord met de opmer king, dat de tweetaligheid in België zeer zeker een historisch verschijnsel is, maar met dien verstande, dat steeds het Vlaamsch op onrechtmatige wijze door het Fransch werd onderdrukt. Hij neemt acte van De Broqueville's bekentenis over de eeuwenoude heer schappij van de Fransche taal in het centraal bestuur van België en laat daar op volgen: „Welnu, wij aanvaarden deze verongelijking niet langer. Wij zijn niet langer tevreden met een manke beschaving en met papieren staatkundige rechten. Wij willen ons zelf zijn, en gestoeld op eigen wortel, zoo hoog mogelijk onze Vlaam sche kruin verheffen. Wij willen volle Bel ggen met een onverminderd Vlamingschap worden en daarom moet de eisch der geestelijke zelfstandigheid van Vlaande ren en der absolute taalgelijkheid in Bel gië ten vollen uit worden verwezenlijkt," Geen Vlaamsche Belg van den waren stam, die deze woorden van dezen kloeken kampioen voor recht en gelijkheid niet van harte onderschrijft. De geestelijke zelf standigheid der Vlamingen, ziedaar waar heen Van Cauwelaert zijn rasgenooten heenwijst. Dat is heel wat anders dan hetgeen een groep van Vlamingen onder staat, die uit een overdreven voorliefde voor de Vlaamsche gelijkheid en verge tend dat zij bovenal Belg zijn, met de tijdelijke overheerschers van hun land sa menspannen tot het verbrokkelen der na tie en tot het drijven van een wig in de staatkundige eenheid van België, waar door zij hun nationale leuze: „Eendracht maakt macht" te schande maken. Zij ver leenden den Duitschers hand- en span diensten bij het nemen van al zulke maat regelen, die hunne gezindheid in het gevlei kwamen, zooals het instellen der bestuur lijke scheiding tusschen Vlaanderen en het Walenland, 1) het vervlaamschen der Gentsche universiteit, de oprichting van den Raad van Vlaanderen, wier leden naar Berlijn togen om aan den kanselier te worden voorgesteld en „Freundschaft" te drinken met de meesters van het land, dat België op zoo'n vreeselijke wijze in den oorlog heeft betrokken, Dat soort Vlamingen „activisten" pleegt inen hen te noemen hebben bij menig een hier in Nederland den indruk weten te vestigen, alsof zij de ziel van Vlaan deren vertegenwoordigen, alsof hun stre ven het ware is, hunne bedoelingen de juiste zijn, kortom alsof zij alleen de rechtgeaarde Vlamingen zijn, die het wél meenen rn«t hun volk. Het mag tot goed begrip der zaak ge lukkig worden genoemd, dat dezer dageq een grenscorrespondent van „De Tijd", wier waardevolle mededeelingen omtrent Belgische toestanden steeds groot gezag hebben, zeer interessante bijzonderheden over de Vlaamsche „activisten" te berde brengt, die ons de keerzijde der -medalje laten zien. Waar ook in Zeeland nog vele Belgen, speciaal vele Vlamingen ver blijven, kan het zijn nut hebben, die cor respondentie uit „De Tijd" tot hunner kennis te brengen, door ze "in dit, ons blad, over te nemen. Ook twijfelen wij er niet 'aan, of onze Hollandsche lezers zullen eveneens met belangstelling van een en ander kennis nemen. „Een Belg aldus genoemde corres pondent die pas eenige dagen uit het bezette gebied, in Nederland is gekomen, deelt ons zeer interessante gegevens mede over de Aktivisten in België. Hij heeft de gelegenheid gehad om verscheidene voor name localiteiten van België te bezoeken -en met vele politieke personen over den toestand te spreken. Hij vertelde ongeveer het volgende: Wat mij hier in Nederland dadelijk op valt, is, dat men omtrent deze zaak niet veel beter is ingelicht dan iemand, die in een dorpje in de Kempen de bladen leest, welke door de Duitschers en hunne aanhangers in België worden uitgegeven. Dat is besti, te begrijpen. Want feitelijk heeft men hier over 't algemeen ook geene andere inlichtingen dan de mededeelingen van het Wolff-bureau en het nieuws, dat de Duitsch-Belgische kranten met de toe lating van de Uuitsche censuur berichten. Die inlichtingen zijn natuurlijk eenzijdig en geven een volstrekt verkeerde voor stelling van de werkelijkheid. Men hecht hier bijv. oneindig veel meer gewicht aan den „Raad van Vlaanderen" dan in Bel gië. Daar weet men nauwelijks, wat die „Raad van Vlaanderen" is. Zeker ver tegenwoordigt hij het Vlaamsche volk niet; hij werd ook niet door het Vlaamsche volk gekozen; hij bestaat uit een zeven tal verraders, die door de Duitschers uit- genoodigd werden om te Berlijn het Vlaamsche volk te vertegenwoordigen. Doch de Vlamingen zelf zijn verontwaar digd over dat verraad. Alléén mogen zij het niet zeggen; anders zouden zij binnen de 24 uren naar een gevangenkamp in Duitschland worden verbannen. Een vriend uit Sint-Niklaas sprak mij onlangs over den activist Heyndrickx, secretaris dier stad. Nu heeft hij, meen ik, een uitstekend betaald baantje aan het een of ander ministerie. Toen was hij echter alleen nog professor aan de Duitsche Iloogeschool van Gent. Welnu, wanneer hij naar het station ging om zijne lessen in Gent te geven, moest do Duitsche politie hem in de Vlaamsche stad tegen de woede van het volk be schermen. Men herinnert zich nog de aktivistische betooging, door de Duitschers op touw gezet, bij het bezoek van Z.Em. kardinaal Mercier aan Antwerpen. Naar de aktivis tische kranten mededeelden, zou het volk en ook eenige priesters den kardinaal heb ben uitgejouwd. De Antwerpenaars, die dat lazen, stonden niet weinig verbaasd, want nooit werd de kardinaal in Antwer pen zóó toegejuicht als dien dag. Alleen had een twaalftal omgekochte snaken ge floten. Aanstonds was de Duitsche politie erbij om de straten af te zetten. Juist alsof het een werkelijken opstand gold. De mise en scène werd zelfs zóó ver gedreven, dat do Duitsche politie te paard er tusschen kwam. Natuurlijk bevond zich geen enkel priester onder de betoogers. Het volk wilde slechts aan die omgekochte schavuiten hun verdiend loon geven. Te Antwerpen vernam ik nog, dat de Vlamingen al dat stoken tegen den Kar dinaal met verontwaardiging afkeuren. Zoo werd door de voornaamste overheden dier Vlaamsche stad een schrijven aangeboden aan Z.Em. den Kardinaal van Mechelen, om hem spijt te betuigen met hetgeen in de stad was voorgevallen en om Zijne Eminentie hulde te brengen voor al het geen hij gedaan heeft in het belang van het bezette België. Iedereen weet te Ant werpen, dat dit stuk onderteekend werd door den liberalen volksvertegenwoordi ger Louis Franck, door Van Cauwelaert, Huysmans, die al lang vóór den oorlog de voornaamste voorstander der ver- vlaamsching van de universiteit van Gent was, door senator Ryckmans (Katholiek); den burgemeester'van Antwerpen mr. De Vos (liberaal), den voorzitter der recht bank, mr. De Winter, den voorzitter der Kamer van Koophandel, mr .Casteleyn; en ook, geloof ik, door den procureur des konings, M. Jacobs. Men sprak mij tevens van een gelijksoortig schrijven aan den kardinaal gericht door het leeraars- korps van de „Sint-Lutgardisschool" van Antwerpen. Zooals men weet werd deze school opgericht door de welbekende juf frouw Marie Belpaire, die geheel haar leven ijverde voor de Vlaamsche zaak. Men kan gerust beweren, dat die pro testen de meening weergeven van de Ant- werpsche bevolking. Al een paar maanden geleden werd een Vlaamschgezind en door iedereen zeer bemind priester uit Lier naar Siegburg in Duitschland verbannen. Men wilde het den schijn geven alsof die priester gestraft werd wegens som mige uitlatingen tegen de Duitschers. Maar Vlamingen uit Lier vertelden, dat die priester uit Lier verwijderd werd, omdat hij weigerde de Duitsche Hoogeschool van Gent te steunen. Dat zijn feiten, waarover de aktivisti sche bladen en het Wolff-bureau liefst niet spreken. Daarvoor .worden zij trou wens niet betaald. Daarom gelooven ook de Vlamingen in België niet, wat deze couranten schrijven, lederoen weet toch, waarom sommige bladen zoo gedwee de Duitsche belangen dienon. Men ziet nu ook overal gesalarieerde propagandisten, die over veel geldmiddelen beschikken en door de Duitschers beschermd wor den. De bladen, die vroeger de Vlaam sche belangen verdedigden of aan Vlaam sche wetenschap deden en die 'het ver trouwen bezaten der Vlaamschgezinden zijn één voor één verdwenen. Zoo is het gegaan met het „Handels blad", de „Gazet van Antwerpen" en de „Nieuwe Gazet" te Antwerpen, met „Het Nieuws van den Dag" en „Het Laatste Nieuws" te Brussel,, met „Vooruit" en „Het Fondsenblad' '1e Gent, met „De Student", „Dietsche Warande en' Belfort", „De Vlaamsche Gids", „Ons Geloof", „De Vlaamsche Arbeid", enz. Noch „Het Willemsfonds", noch „Hét Davidsfonds", noch „Het Katholiek,1 Vlaamsch Secretariaat", wier werking! het streven van het Vlaamsche volk verier genwoordigen, willen met het aktivisti sche geknoei iets uitstaan hebben. Daaren tegen heeft het aktivisme tal van nieuwe tot nog toe onbekende, zoogenaamde Vlaamsche vereenigingen in werking doen treden, waarvan het moeilijk is te weten, hoe ze precies zijn samengesteld. Die vereenigingen en een aantal nieu we aktivistische blaadjes „De Gazet van Brussel", „Het Vlaamsche Nieuws", „De Eendracht" enz, zouden 3e Vlaamschie beweging moeten vertegenwoordigen! Als het alleen om' het Vlaamsch te doen was, waarom bleven dan niet de oude Vlaam sche vereenigingen en de aud(e Vlaam sche kranten, die toch het vertrouwen hadden der Vlamingen, hun arbeid voort zetten In plaats, van de echte Vlaamsche be weging, die onder Duitsch bestuur niet leven kan, heeft men een kunstmatigla Duitschgezinde beweging in het leven ge roepen. Wat ik te Brussel vernam, geeft de duidelijke verklaring van de stemming, welke de pro-Duitsche kranten zoowel in België als in de neutale landen willen verwekken. Zij willen kardineel Mercier gehaat maken zoowel in zijn eigen land als in den vreemde. Men is nog] niet vergeten^, wat Borms en zijn© trawan ten geschreven hebben, om den kardi naal te belasteren. Dat schijnt echter slechts een begin te1 zijn van de laster campagne, die nog komen moet. Inder daad, een zeer hooggeplaatst persoon, wiens woord niemand te Brussel in twij fel zou trekken, verzekerde mij, dat dy Duitschers 1.000.000 frank beschikbaar hebben gesteld voor dei Belgisch-Duitsché en vreemde dagbladen, om propaganda te voeren tegen kardinaal Mercier. Die kranten zouden den laster moeten verspreiden, dat de Kardinaal slechts eien hoovaardige drijver is, die van het be gin van den oorlog af er op aangestuurd heeft om tweedracht te zaaien in het land, het Waalsche gedeelte van België aan Frankrijk wil verbinden, en het Vlaamsche gedeelte aan zijn eiglen lot wil overlaten. Maar het Belgische volk zou in de zaak éindelijk' een duidelijk in zicht hebben gekregen en het Vlaamsche volk zou tegenwoordig heelemaal tegen den Kardinaal gekant zijn. Mijn zegsman voegde er zelfs bij) dat heden zouden uitgezonden zijn naar de Duitsche Bisschoppen en zelfs naar Ro me, om daar de meening te vestigen, dat de Kardinaal geen goed Bisschop is en door zijne politiek in hel land ver deeldheid tracht te zaaien. Als die perscampagne begint zullen de lezers van „De Tijd" zich deze wtoor- den herinneren l) Havas meldde dezer dagen, dat de ge meenteraad van Brussel zijn slem heeft erhevtn tegen de Duitsche besluiten nopens de be stuurlijke scheiding. In de motie, waarin de raad dat doet, wijst hij er op, dat bij zelt de heele Brust-elsche bevolking vertegenwoor digt, dat de betrokken Duitsche besluiten in breuk op de Belgische grondwet maken en dat de onveranderde wil der Belgen omtrent alle maatregelen, door de bezettende mogendheid buiten ben om getroffen, bij de vredesonder handelingen kloek en ondubbelzinnig aan den dag zal treden. Losse berichten. Jeruzalem in Engelsche handen. Men seinde ons Maandagavond: Jeruzalem is door de Enge 1- schen genomen. Hierover deelde Bonar Law in het La gerhuis mede: Generaal Allenby heeft gemeld, dat zijn troepen den achtsten 's vijands stellingen bezuiden en bewesten Jeruzalem hebnen aangevallen. Troepen uit Wales en Enge land rukten op uit de richting van Bethle hem, drongen den vijand terug en mar cheerden Jeruzalem in het oosten voorbij. Ze namen stelling op den weg van Jeru zalem naar Jericho. Tezelfdertijd vielen Londensche infan terie en afgestegen yeomanry de sterke Vijandelijke stellingen ten W. en N.W. daarvan aan en vestigden zich aan weers kanten van den weg Jeruzalem-Sechem. De heilige stad heeft zich, aldus van de buitenwereld afgesneden, aan Allenby overgegeven. Britsche politieke ambtenaren zijn te samen met den Britschen gouverneur der stad, vergezeld door Britsche, Fransche, Italiaansche en Indisch-Mahomedaansche bewapingstroepen, op weg om voor de bescherming der stad en dè heilige plaat sen zorg te dragen. De vermeestering van Jeruzalem is tot op zekere hoogte een vertraagd gevolg van de groote zorg, die er is gedragen om schade aan do heilige plaatsen en in het omliggend gebied te vermijden. „De Maasbode" voegt hieraan toe: Die stad hebben de Engelschen nu aan de Turken ontnomen, nadat de Islam er van 1187 af, toen Saladin, de Egypti sche sultan, haar aan Guido van Lusignan ontrukte, de oppermacht had uitgeoefend, met een kleine onderbreking alleen van 1*229 tot 1244, toen keizer Frederik II haar voor de Christenen herwonnen had. In 1517 ging de stad van de Mamalukken- sultans van Egypte in handen van de Osmanen, onder Selim I, over, van wiens rijk zij een van de kostelijkste en meest misgunde kleinodiën uitmaakte. Door dit moreel succes, gevoegd aan dat van Bagdad, hebben de Engelschen volkomen den smaad uitgewischt, die het Gallipoli-avontuur en het Townhend- échec op hun militairen naam hadden doen ruston. Voor de Turken beteekent de val van Jeruzalem de ineenstorting van een der voornaamste peilers, die hun rijk in Azië schragen. 's Pausen Vredesnota. Mgr. von Euch, apostolisch vicaris van Denemarken, had gezegd, dat de Paus wederom een vredesnota zou Zön'den. Dit nu is van ltome uit tegengesproken. De „Matin" weet nu weer te melden, dat de Paus met Kerstmis in den vorm van een toespraak verzet zal aanteeke- nen tegen het vijfde artikel van het dooi Trotzky openbaar gemaakte geheime Lon- Verwachting tot den avond van 13 Dec. Zwakke tot matigen, later welicht toene mende winden Dit westelijke richtingen nevelig tot zwaarbewolktweinig of geen neerslag; des nachts temperatuur om het vriespunt; iets zachter overdag. densche verdrag, hetgeen de deelneming des pausen aan de vredesonderhandelin gen buitensluit. In antwoord op1 een vraag: van het par lementslid King, waarom de Engelsche, de Fransche en de Italiaansche regee- ringen geen antwoord hebben gegeven op de nota van den Paus, verklaarde lord Cecil Zaterdag, dat deze regeeringen van meening waren ,dat het antwoord van Amerika geen ander antwoord meer noo- dig maakte. Een waarschuwing van Belgische zijde. Frans van Cauwelaert schrijft in „Vrij België" „De onthullingen van de Russische mar ximalisten over uitsluiting van den Paus bij het verdrag der Entente uit alle vre desbesprekingen, maken het voor ons van des te grooter gewicht dat onze eigen Belgische regeering niet de boodschap van Z. H. Paus Benedictus onbeantwoord laat. Zij is niet door eenige overeenkomst daarin verhinderd en zij mag niet op zich den schijn laden, dal zij feitelijk zou hebben toegegeven aan een uitsluiting, die noodzakelijk de katholieke gemoede ren in geheel de wereld moet verontrus ten en die allerminst in het belang van België ligt." Een uitnemend en ook'een voor Bel gië vaderlandslievend woord, dat te be- yoegder plaatse de aandacht en den bijl- val moge vinden, welke het zoozeer ver dient. Lord Lansdowne's brief waarover wij in een vorig nummer spraken, heeft toch meer bijval in Enge land gevonden dan mein zou meenen. In de N. R. Crt. verscheen een lijst van 25 Engelsche bladen, waaronder zeer invloedrijke, die met Lausdowne's ideeën sympathiseeren. In „Nya Dagligt Allehanda" te Stock holm van 2 December schrijft prof. Rud. Kjellen, dat twee gebeurtenissen hoop ge ven op de toekomst, n.l. de Duitsch- Ilussische besprekingen over een wa penstilstand en Lansdowne's brief. De eerste zijn volgens hem het zegel op het beslissende en definitieve overwicht der Middelrijken te velde. Verder betee- kenen zij; dat deze ongeveer 21/2 mil- lioen man van het Oostelijke front ein aan krijgsgevangenen voor het Westelijk front vrij krijgen. Lansdowne's brief ech ter js het bewijs, dat men zelfs in En- getand tot het inzicht geraakt van het overwicht van den tegenstander. Twea zielen kampen nog ïn Engeland's borst. De eene is die van den buldog, die van) zijn beet hardnekkig niet los wil laten. Da andere is die van uen koud bere kenenden zakenman, die inziet, den oor log niet meer tc kunnen winnen en hem daarom liquideert, voordat de zaak er nog slechter voor komt te staan. De we reldheerschappij: kan Engeland niet meer winnen, daarom lijkt het den zakenman beter, om haar met Duitschland en an deren te deelen. Zoo niet, dan verdwijnt oiok dit uitzicht met wiskundige, zeker heid. In dit licht bezien, is Lansdow ne's brief een raad van beteekenis, die kans heeft te zullen doorwerken. Wolff's correspondent te Bern seint nu, dat Longuet, die tot de socialistische min derheid in Frankrijk behoort, in het blad Pays schrijft, dat die, 'brief in weerwil van alle kwaadwillige uitleggingen een der belangrijkste bescheiden van den oor log is en dat de uitwerking daarvan aan zienlijk zal zijn. Men heeft op de onwetendheid van het Fransche publiek aangaande de persoon lijkheid van den briefschrijver gespecu leerd, om de strekking en de waarde van den brief te verkleinen. Longuet noemt Lansdowne nog den va der van de Fransch-Engelsche entente.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1917 | | pagina 1