tentkali.
nesthandel,
i, Goes
Donderdag 13 December 1917. Dertiende Jaargang.
De Groote Oorlog.
nda's
i verdere ~J
len.
lomt een klein
n binnenkort
afgegeven,
iwers bij ons
V.
lend,
D.
TOOR GOES.
co
waliteit Rundvleesch.
OOSTERMAN,
BOOTDIENST
■dt.Rotterdam en
msterdam,
I de Ruyter'
ad Goes".
en
r\«. 147.
Verschijnt eiken MAANBAG-, WOEISOAQ- en VRIJDAGAVOND.
Welk weder zullen wij hebben?
I
LÜ
00
ondergeteekende maakt
nd, dat zijn SLAGERIJ
indag 10 Decamber zal
in uit de 6anzepoortstraat
lelmarkt A 139, en zal
tber geopend worden
te verkrijgen
tokvleesch 20 cent per ons
25 n
'5
^Aanbevelend
riarkt
GOES.
e Stoomboot
OES naar ROTTERDAM,
ecember 's morgens 1 uur.
OTTERDAM naar GOES,
lecember 's morgens 3 uur.
OES naar ROTTERDAM
AMSTERDAM,
iagmorgen vroeg,
van AMSTERDAM,
gmiddag 12 uur.
ROTTERDAM:
lagmiddag 12 uur.
Goes" vervoert geen
Rotterdam, Haring
jde.
EN te bekomen te Goes
J. C. MONHEMIUS, te
en beer D. VAN LOON,
lam, Binnenkant, bij den
P. VOETEN en te Rot-
de Directie.
tSVRACHT Gom Dordt—
nkol» r»l*. M.21 rotourf 2j
omboot-Reederij,
A. VAN DER SCHUIJT.
ratdeur weder gesloten en
d te hiebben, dat er niet
e kamer was, sloot Mar
sh met een. kloppend hart
lag afwachtende om zich
i van de stoffelijke schade,
jde plunderaars, aangericht
hun werk met nauwigezlet-
en toen h'et moedigfe. meisje
morgen de verschillende!
n het huis bezichtigde, kon
ligen, dat, als zij iets heel
n, dit alleen was omdat de
cht hun ontbroken had om
jzelen of mede, te nemen.
schilderijen, kleine kunst-
lies was weg. Een woeste-
klein Mariabeeldje onthoofd,
ïcretaire stond, waarvan de
den vloer verspreid lagen;
hingen, met de sabels van-
alf afgescheurd voor de ra
re gouden ring eri tien franks
waren eveneens verdwenen,
was de olie uit loutere
1 over den grond uitgestort
dozijn flesschen wijn geler
geworpen.
IEIM ZEEMDE COURKIIT
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.90, daarbuiten 1.10.
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht vóór half een uur 's namiddags.
Kanfoord. AdministratieBoudewIJn de Wlffestraat A 135° GOES.
Tel. interc.: Directie no. 94. Redactie no. 97.
Reclameberichten 25 CL p. r. Bij abonnement speciale prjjs.
Advertentiën van 16 regels ƒ0.625, iedere regel meer 125 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
(Wordt vervolgd.)
In België met zijn gemengde bevolking
van Dietschen en Komaanschen stam, met
zijn Vlamingen en Walen, heeft de taal
kwestie steeds de gemoederen in bewe
ging gebracht. Het Fransch, ofschoon de
taal van de minderheid der bevolking,,
overheerschte het Vlaamsch, dat door de
meerderheid der Belgen wordt gesproken.
Wel heette het in theorie, dat beide talen
voor de wet gelijk waren, maar in de
praktijk was het Vlaamsch de Assche-
poetstersrol toebedeeld: in taal, zeden en
gewoonten voerde het Fransche element,
ook in oer-Vlaamsche streken den boven
toon en wie de levens kent der priesters-
dichters Guido Gezelle en Hugo Verriest,
weet, dat de sympathieën der hoogere
geestelijkheid in België meer naar het
Fransch overhelde, hoezeer het meeren-
deel der roepingen van den geestelijken
stand uit de Vlaamsche en niet uit de
Waalsche streken kwam.
Herhaaldelijk werd door bijzondere per
sonen zoowel als door vereenigingen èn
in de pers èn in het parlement gewezen
op de stiefmoederlijke behandeling, die
het Vlaamsch van overheidswege te beurt
viel en hoewel, dank zij die krachtige
stemmen, geleidelijk verbeteringen werden
aangebracht, bleef toch de ware, practi-
sche taalgelijkheid in België een vrome
wensch en daar de taal gansch het volk
is, zoo zag ook het Vlaamsche volk zieh
voortdurend bij het Waalsche achterge
steld, hoezeer het zeer zeker niet voor
het geringste deel tot den bloei van het
Belgische gemeenebest bijdroeg.
Nog kort geleden, bij de viering van
koning Albert's naamfeest voor de Belgen
te Parijs, werd namens den Belgischen
minister-president De Broqueville de
man zelf was wegens ongesteldheid af
wezig eene rede uitgesproken, waarin
de tweetaligheid in België werd voorge
steld als een historische factor van Bel-
gië's grootheid en aanzien en allerminst
als een struikelblok voor de geestelijke
en stoffelijke welvaart zijner burgers.
De in oris land verblijvende en hier
welbekende Vlaamsche parlementariër
Frans van Cauwelaert, heeft hierop in
„Vrij België" geantwoord met de opmer
king, dat de tweetaligheid in België zeer
zeker een historisch verschijnsel is, maar
met dien verstande, dat steeds het
Vlaamsch op onrechtmatige wijze door
het Fransch werd onderdrukt.
Hij neemt acte van De Broqueville's
bekentenis over de eeuwenoude heer
schappij van de Fransche taal in het
centraal bestuur van België en laat daar
op volgen: „Welnu, wij aanvaarden deze
verongelijking niet langer. Wij zijn niet
langer tevreden met een manke beschaving
en met papieren staatkundige rechten. Wij
willen ons zelf zijn, en gestoeld op eigen
wortel, zoo hoog mogelijk onze Vlaam
sche kruin verheffen. Wij willen volle Bel
ggen met een onverminderd Vlamingschap
worden en daarom moet de eisch der
geestelijke zelfstandigheid van Vlaande
ren en der absolute taalgelijkheid in Bel
gië ten vollen uit worden verwezenlijkt,"
Geen Vlaamsche Belg van den waren
stam, die deze woorden van dezen kloeken
kampioen voor recht en gelijkheid niet
van harte onderschrijft. De geestelijke zelf
standigheid der Vlamingen, ziedaar waar
heen Van Cauwelaert zijn rasgenooten
heenwijst. Dat is heel wat anders dan
hetgeen een groep van Vlamingen onder
staat, die uit een overdreven voorliefde
voor de Vlaamsche gelijkheid en verge
tend dat zij bovenal Belg zijn, met de
tijdelijke overheerschers van hun land sa
menspannen tot het verbrokkelen der na
tie en tot het drijven van een wig in
de staatkundige eenheid van België, waar
door zij hun nationale leuze: „Eendracht
maakt macht" te schande maken. Zij ver
leenden den Duitschers hand- en span
diensten bij het nemen van al zulke maat
regelen, die hunne gezindheid in het gevlei
kwamen, zooals het instellen der bestuur
lijke scheiding tusschen Vlaanderen en
het Walenland, 1) het vervlaamschen der
Gentsche universiteit, de oprichting van
den Raad van Vlaanderen, wier leden
naar Berlijn togen om aan den kanselier
te worden voorgesteld en „Freundschaft"
te drinken met de meesters van het land,
dat België op zoo'n vreeselijke wijze in
den oorlog heeft betrokken,
Dat soort Vlamingen „activisten" pleegt
inen hen te noemen hebben bij menig
een hier in Nederland den indruk weten
te vestigen, alsof zij de ziel van Vlaan
deren vertegenwoordigen, alsof hun stre
ven het ware is, hunne bedoelingen de
juiste zijn, kortom alsof zij alleen de
rechtgeaarde Vlamingen zijn, die het wél
meenen rn«t hun volk.
Het mag tot goed begrip der zaak ge
lukkig worden genoemd, dat dezer dageq
een grenscorrespondent van „De Tijd",
wier waardevolle mededeelingen omtrent
Belgische toestanden steeds groot gezag
hebben, zeer interessante bijzonderheden
over de Vlaamsche „activisten" te berde
brengt, die ons de keerzijde der -medalje
laten zien. Waar ook in Zeeland nog
vele Belgen, speciaal vele Vlamingen ver
blijven, kan het zijn nut hebben, die cor
respondentie uit „De Tijd" tot hunner
kennis te brengen, door ze "in dit, ons
blad, over te nemen. Ook twijfelen wij
er niet 'aan, of onze Hollandsche lezers
zullen eveneens met belangstelling van
een en ander kennis nemen.
„Een Belg aldus genoemde corres
pondent die pas eenige dagen uit het
bezette gebied, in Nederland is gekomen,
deelt ons zeer interessante gegevens mede
over de Aktivisten in België. Hij heeft de
gelegenheid gehad om verscheidene voor
name localiteiten van België te bezoeken
-en met vele politieke personen over den
toestand te spreken. Hij vertelde ongeveer
het volgende:
Wat mij hier in Nederland dadelijk op
valt, is, dat men omtrent deze zaak niet
veel beter is ingelicht dan iemand, die
in een dorpje in de Kempen de bladen
leest, welke door de Duitschers en hunne
aanhangers in België worden uitgegeven.
Dat is besti, te begrijpen. Want feitelijk
heeft men hier over 't algemeen ook geene
andere inlichtingen dan de mededeelingen
van het Wolff-bureau en het nieuws, dat
de Duitsch-Belgische kranten met de toe
lating van de Uuitsche censuur berichten.
Die inlichtingen zijn natuurlijk eenzijdig
en geven een volstrekt verkeerde voor
stelling van de werkelijkheid. Men hecht
hier bijv. oneindig veel meer gewicht aan
den „Raad van Vlaanderen" dan in Bel
gië. Daar weet men nauwelijks, wat die
„Raad van Vlaanderen" is. Zeker ver
tegenwoordigt hij het Vlaamsche volk niet;
hij werd ook niet door het Vlaamsche
volk gekozen; hij bestaat uit een zeven
tal verraders, die door de Duitschers uit-
genoodigd werden om te Berlijn het
Vlaamsche volk te vertegenwoordigen.
Doch de Vlamingen zelf zijn verontwaar
digd over dat verraad. Alléén mogen zij
het niet zeggen; anders zouden zij binnen
de 24 uren naar een gevangenkamp in
Duitschland worden verbannen.
Een vriend uit Sint-Niklaas sprak mij
onlangs over den activist Heyndrickx,
secretaris dier stad. Nu heeft hij, meen
ik, een uitstekend betaald baantje aan
het een of ander ministerie. Toen was
hij echter alleen nog professor aan de
Duitsche Iloogeschool van Gent. Welnu,
wanneer hij naar het station ging om
zijne lessen in Gent te geven, moest do
Duitsche politie hem in de Vlaamsche
stad tegen de woede van het volk be
schermen.
Men herinnert zich nog de aktivistische
betooging, door de Duitschers op touw
gezet, bij het bezoek van Z.Em. kardinaal
Mercier aan Antwerpen. Naar de aktivis
tische kranten mededeelden, zou het volk
en ook eenige priesters den kardinaal heb
ben uitgejouwd. De Antwerpenaars, die
dat lazen, stonden niet weinig verbaasd,
want nooit werd de kardinaal in Antwer
pen zóó toegejuicht als dien dag. Alleen
had een twaalftal omgekochte snaken ge
floten. Aanstonds was de Duitsche politie
erbij om de straten af te zetten. Juist
alsof het een werkelijken opstand gold.
De mise en scène werd zelfs zóó ver
gedreven, dat do Duitsche politie te paard
er tusschen kwam. Natuurlijk bevond zich
geen enkel priester onder de betoogers.
Het volk wilde slechts aan die omgekochte
schavuiten hun verdiend loon geven.
Te Antwerpen vernam ik nog, dat de
Vlamingen al dat stoken tegen den Kar
dinaal met verontwaardiging afkeuren. Zoo
werd door de voornaamste overheden dier
Vlaamsche stad een schrijven aangeboden
aan Z.Em. den Kardinaal van Mechelen,
om hem spijt te betuigen met hetgeen
in de stad was voorgevallen en om Zijne
Eminentie hulde te brengen voor al het
geen hij gedaan heeft in het belang van
het bezette België. Iedereen weet te Ant
werpen, dat dit stuk onderteekend werd
door den liberalen volksvertegenwoordi
ger Louis Franck, door Van Cauwelaert,
Huysmans, die al lang vóór den oorlog
de voornaamste voorstander der ver-
vlaamsching van de universiteit van Gent
was, door senator Ryckmans (Katholiek);
den burgemeester'van Antwerpen mr. De
Vos (liberaal), den voorzitter der recht
bank, mr. De Winter, den voorzitter der
Kamer van Koophandel, mr .Casteleyn;
en ook, geloof ik, door den procureur
des konings, M. Jacobs. Men sprak mij
tevens van een gelijksoortig schrijven aan
den kardinaal gericht door het leeraars-
korps van de „Sint-Lutgardisschool" van
Antwerpen. Zooals men weet werd deze
school opgericht door de welbekende juf
frouw Marie Belpaire, die geheel haar
leven ijverde voor de Vlaamsche zaak.
Men kan gerust beweren, dat die pro
testen de meening weergeven van de Ant-
werpsche bevolking. Al een paar maanden
geleden werd een Vlaamschgezind en door
iedereen zeer bemind priester uit Lier
naar Siegburg in Duitschland verbannen.
Men wilde het den schijn geven alsof
die priester gestraft werd wegens som
mige uitlatingen tegen de Duitschers. Maar
Vlamingen uit Lier vertelden, dat die
priester uit Lier verwijderd werd, omdat
hij weigerde de Duitsche Hoogeschool van
Gent te steunen.
Dat zijn feiten, waarover de aktivisti
sche bladen en het Wolff-bureau liefst
niet spreken. Daarvoor .worden zij trou
wens niet betaald. Daarom gelooven ook
de Vlamingen in België niet, wat deze
couranten schrijven, lederoen weet toch,
waarom sommige bladen zoo gedwee de
Duitsche belangen dienon. Men ziet nu
ook overal gesalarieerde propagandisten,
die over veel geldmiddelen beschikken
en door de Duitschers beschermd wor
den. De bladen, die vroeger de Vlaam
sche belangen verdedigden of aan Vlaam
sche wetenschap deden en die 'het ver
trouwen bezaten der Vlaamschgezinden
zijn één voor één verdwenen.
Zoo is het gegaan met het „Handels
blad", de „Gazet van Antwerpen" en de
„Nieuwe Gazet" te Antwerpen, met „Het
Nieuws van den Dag" en „Het Laatste
Nieuws" te Brussel,, met „Vooruit" en
„Het Fondsenblad' '1e Gent, met „De
Student", „Dietsche Warande en' Belfort",
„De Vlaamsche Gids", „Ons Geloof", „De
Vlaamsche Arbeid", enz.
Noch „Het Willemsfonds", noch „Hét
Davidsfonds", noch „Het Katholiek,1
Vlaamsch Secretariaat", wier werking! het
streven van het Vlaamsche volk verier
genwoordigen, willen met het aktivisti
sche geknoei iets uitstaan hebben. Daaren
tegen heeft het aktivisme tal van nieuwe
tot nog toe onbekende, zoogenaamde
Vlaamsche vereenigingen in werking doen
treden, waarvan het moeilijk is te weten,
hoe ze precies zijn samengesteld.
Die vereenigingen en een aantal nieu
we aktivistische blaadjes „De Gazet van
Brussel", „Het Vlaamsche Nieuws", „De
Eendracht" enz, zouden 3e Vlaamschie
beweging moeten vertegenwoordigen! Als
het alleen om' het Vlaamsch te doen was,
waarom bleven dan niet de oude Vlaam
sche vereenigingen en de aud(e Vlaam
sche kranten, die toch het vertrouwen
hadden der Vlamingen, hun arbeid voort
zetten
In plaats, van de echte Vlaamsche be
weging, die onder Duitsch bestuur niet
leven kan, heeft men een kunstmatigla
Duitschgezinde beweging in het leven ge
roepen.
Wat ik te Brussel vernam, geeft de
duidelijke verklaring van de stemming,
welke de pro-Duitsche kranten zoowel in
België als in de neutale landen willen
verwekken. Zij willen kardineel Mercier
gehaat maken zoowel in zijn eigen land
als in den vreemde. Men is nog] niet
vergeten^, wat Borms en zijn© trawan
ten geschreven hebben, om den kardi
naal te belasteren. Dat schijnt echter
slechts een begin te1 zijn van de laster
campagne, die nog komen moet. Inder
daad, een zeer hooggeplaatst persoon,
wiens woord niemand te Brussel in twij
fel zou trekken, verzekerde mij, dat dy
Duitschers 1.000.000 frank beschikbaar
hebben gesteld voor dei Belgisch-Duitsché
en vreemde dagbladen, om propaganda
te voeren tegen kardinaal Mercier.
Die kranten zouden den laster moeten
verspreiden, dat de Kardinaal slechts eien
hoovaardige drijver is, die van het be
gin van den oorlog af er op aangestuurd
heeft om tweedracht te zaaien in het
land, het Waalsche gedeelte van België
aan Frankrijk wil verbinden, en het
Vlaamsche gedeelte aan zijn eiglen lot
wil overlaten. Maar het Belgische volk
zou in de zaak éindelijk' een duidelijk in
zicht hebben gekregen en het Vlaamsche
volk zou tegenwoordig heelemaal tegen
den Kardinaal gekant zijn.
Mijn zegsman voegde er zelfs bij) dat
heden zouden uitgezonden zijn naar de
Duitsche Bisschoppen en zelfs naar Ro
me, om daar de meening te vestigen,
dat de Kardinaal geen goed Bisschop is
en door zijne politiek in hel land ver
deeldheid tracht te zaaien.
Als die perscampagne begint zullen
de lezers van „De Tijd" zich deze wtoor-
den herinneren
l) Havas meldde dezer dagen, dat de ge
meenteraad van Brussel zijn slem heeft erhevtn
tegen de Duitsche besluiten nopens de be
stuurlijke scheiding. In de motie, waarin
de raad dat doet, wijst hij er op, dat bij zelt
de heele Brust-elsche bevolking vertegenwoor
digt, dat de betrokken Duitsche besluiten in
breuk op de Belgische grondwet maken en dat
de onveranderde wil der Belgen omtrent alle
maatregelen, door de bezettende mogendheid
buiten ben om getroffen, bij de vredesonder
handelingen kloek en ondubbelzinnig aan den
dag zal treden.
Losse berichten.
Jeruzalem in Engelsche handen.
Men seinde ons Maandagavond:
Jeruzalem is door de Enge 1-
schen genomen.
Hierover deelde Bonar Law in het La
gerhuis mede:
Generaal Allenby heeft gemeld, dat zijn
troepen den achtsten 's vijands stellingen
bezuiden en bewesten Jeruzalem hebnen
aangevallen. Troepen uit Wales en Enge
land rukten op uit de richting van Bethle
hem, drongen den vijand terug en mar
cheerden Jeruzalem in het oosten voorbij.
Ze namen stelling op den weg van Jeru
zalem naar Jericho.
Tezelfdertijd vielen Londensche infan
terie en afgestegen yeomanry de sterke
Vijandelijke stellingen ten W. en N.W.
daarvan aan en vestigden zich aan weers
kanten van den weg Jeruzalem-Sechem.
De heilige stad heeft zich, aldus van
de buitenwereld afgesneden, aan Allenby
overgegeven.
Britsche politieke ambtenaren zijn te
samen met den Britschen gouverneur der
stad, vergezeld door Britsche, Fransche,
Italiaansche en Indisch-Mahomedaansche
bewapingstroepen, op weg om voor de
bescherming der stad en dè heilige plaat
sen zorg te dragen.
De vermeestering van Jeruzalem is tot
op zekere hoogte een vertraagd gevolg van
de groote zorg, die er is gedragen om
schade aan do heilige plaatsen en in
het omliggend gebied te vermijden.
„De Maasbode" voegt hieraan toe:
Die stad hebben de Engelschen nu aan
de Turken ontnomen, nadat de Islam er
van 1187 af, toen Saladin, de Egypti
sche sultan, haar aan Guido van Lusignan
ontrukte, de oppermacht had uitgeoefend,
met een kleine onderbreking alleen van
1*229 tot 1244, toen keizer Frederik II
haar voor de Christenen herwonnen had.
In 1517 ging de stad van de Mamalukken-
sultans van Egypte in handen van de
Osmanen, onder Selim I, over, van wiens
rijk zij een van de kostelijkste en meest
misgunde kleinodiën uitmaakte.
Door dit moreel succes, gevoegd aan
dat van Bagdad, hebben de Engelschen
volkomen den smaad uitgewischt, die het
Gallipoli-avontuur en het Townhend-
échec op hun militairen naam hadden
doen ruston. Voor de Turken beteekent
de val van Jeruzalem de ineenstorting
van een der voornaamste peilers, die hun
rijk in Azië schragen.
's Pausen Vredesnota.
Mgr. von Euch, apostolisch vicaris van
Denemarken, had gezegd, dat de Paus
wederom een vredesnota zou Zön'den.
Dit nu is van ltome uit tegengesproken.
De „Matin" weet nu weer te melden,
dat de Paus met Kerstmis in den vorm
van een toespraak verzet zal aanteeke-
nen tegen het vijfde artikel van het dooi
Trotzky openbaar gemaakte geheime Lon-
Verwachting tot den avond van 13 Dec.
Zwakke tot matigen, later welicht toene
mende winden Dit westelijke richtingen
nevelig tot zwaarbewolktweinig of geen
neerslag; des nachts temperatuur om het
vriespunt; iets zachter overdag.
densche verdrag, hetgeen de deelneming
des pausen aan de vredesonderhandelin
gen buitensluit.
In antwoord op1 een vraag: van het par
lementslid King, waarom de Engelsche,
de Fransche en de Italiaansche regee-
ringen geen antwoord hebben gegeven op
de nota van den Paus, verklaarde lord
Cecil Zaterdag, dat deze regeeringen van
meening waren ,dat het antwoord van
Amerika geen ander antwoord meer noo-
dig maakte.
Een waarschuwing van Belgische zijde.
Frans van Cauwelaert schrijft in „Vrij
België"
„De onthullingen van de Russische mar
ximalisten over uitsluiting van den Paus
bij het verdrag der Entente uit alle vre
desbesprekingen, maken het voor ons van
des te grooter gewicht dat onze eigen
Belgische regeering niet de boodschap van
Z. H. Paus Benedictus onbeantwoord laat.
Zij is niet door eenige overeenkomst
daarin verhinderd en zij mag niet op zich
den schijn laden, dal zij feitelijk zou
hebben toegegeven aan een uitsluiting,
die noodzakelijk de katholieke gemoede
ren in geheel de wereld moet verontrus
ten en die allerminst in het belang van
België ligt."
Een uitnemend en ook'een voor Bel
gië vaderlandslievend woord, dat te be-
yoegder plaatse de aandacht en den bijl-
val moge vinden, welke het zoozeer ver
dient.
Lord Lansdowne's
brief waarover wij in een vorig nummer
spraken, heeft toch meer bijval in Enge
land gevonden dan mein zou meenen.
In de N. R. Crt. verscheen een lijst
van 25 Engelsche bladen, waaronder zeer
invloedrijke, die met Lausdowne's ideeën
sympathiseeren.
In „Nya Dagligt Allehanda" te Stock
holm van 2 December schrijft prof. Rud.
Kjellen, dat twee gebeurtenissen hoop ge
ven op de toekomst, n.l. de Duitsch-
Ilussische besprekingen over een wa
penstilstand en Lansdowne's brief. De
eerste zijn volgens hem het zegel op
het beslissende en definitieve overwicht
der Middelrijken te velde. Verder betee-
kenen zij; dat deze ongeveer 21/2 mil-
lioen man van het Oostelijke front ein
aan krijgsgevangenen voor het Westelijk
front vrij krijgen. Lansdowne's brief ech
ter js het bewijs, dat men zelfs in En-
getand tot het inzicht geraakt van het
overwicht van den tegenstander. Twea
zielen kampen nog ïn Engeland's borst.
De eene is die van den buldog, die van)
zijn beet hardnekkig niet los wil laten.
Da andere is die van uen koud bere
kenenden zakenman, die inziet, den oor
log niet meer tc kunnen winnen en hem
daarom liquideert, voordat de zaak er
nog slechter voor komt te staan. De we
reldheerschappij: kan Engeland niet meer
winnen, daarom lijkt het den zakenman
beter, om haar met Duitschland en an
deren te deelen. Zoo niet, dan verdwijnt
oiok dit uitzicht met wiskundige, zeker
heid. In dit licht bezien, is Lansdow
ne's brief een raad van beteekenis, die
kans heeft te zullen doorwerken.
Wolff's correspondent te Bern seint nu,
dat Longuet, die tot de socialistische min
derheid in Frankrijk behoort, in het blad
Pays schrijft, dat die, 'brief in weerwil
van alle kwaadwillige uitleggingen een
der belangrijkste bescheiden van den oor
log is en dat de uitwerking daarvan aan
zienlijk zal zijn.
Men heeft op de onwetendheid van het
Fransche publiek aangaande de persoon
lijkheid van den briefschrijver gespecu
leerd, om de strekking en de waarde
van den brief te verkleinen.
Longuet noemt Lansdowne nog den va
der van de Fransch-Engelsche entente.