ank
De Groote Oorlog.
'en,
eroersl.
Zaterdag 14 Juli 1917.
Dertiende Jaargang.
No. 8».
uli 1917,
Juli 1917
ien:
nschrijving
Mijnt nlken MMH1U-.JKKIU- in VlIIDAGAVOHB.
Bit nimmer testaat uit 6 bladziiden.
EERSTE BLAD.
Roomsche Vakgilden voor don Roomschen
Onder den grond.
IN 1917,
into.
:ndorp,
lal
Kloetinge, in de
den 's Graven-
J voor den heer
ogen contante
hen:
Irdhoek.
zal
lur te Nleuwedorp
JiGE voor den heer
tante betaling
tayertpolder.
t geld
EUWENHUIJSE
te
em. 60 Rood.)
E R,
ordhoek.
per 39 A. 24 c.A.
itore van Notaris
Goes, vóór of op
1, des namiddags
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.90, daarbuiten f 1.10.
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht vóór half een uur 's namiddags.
Kantoor4. AdministratieBoudewl|n de Wlftesfraaf A 135s GOES.
Tel. interc.: Directie no. 94. Eedactie no. 97.
Recl&meberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Advertentiën van 15 regels ƒ0.626, iedere regel meer 126 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
ii.
Bijv. een slager en een manufacturier
komen ter vergadering der „Hanze". In
die vergadering wordt nu iets bijzonders,
een onderdeel der algemeene actie be
sproken, nl. controle over 't vleesch. De
slager is in zijn nopjes, maar wat kan die
manufacturier dat schelen, die had lie
ver gesproken over een vakschool of cur
sus voor etaleeren.
Een bouwkundige ziet reikhalzend uit
naar een ambachtsschool en zal op elke
vergadering de zaak willen voorbrengen,
maar een kruidenier, ook lid der „Han
ze", had liever gezocht naar een middel
om goedkooper aan koffie en suiker te
komen.
Wat volgt daaruit?
De teleurstellingen, die zij dan ter ver
gadering ondervinden, doordat er niets
wordt behandeld, wat hen speciaal be
treft en interesseert, geven hun aanleiding
te twijfelen aan de kracht der organisatie.
i Dat leert de dagelijksche ondervinding.
De vergaderingen van de beroepen, de
bedrijven, zijn veel aantrekkelijker, omdat
zij ze interessanter vinden. Zij zijn daar
om meer dan andere vereenigingen in
staat, om belangstelling te wekken voor
het vereenigingsleven, om te leeren ook
standsbelangen hoog te hebben en zoo
doende worden de middenstanders door
de beroeps-organisatie ook betere leden
der standsvereeniging.
Daar, in die vergaderingen der beroeps-
organisatiën, worden ook door vele des
kundigen alle mogelijke vakkwesties be
sproken, zonder inmenging van niet-des-
kundigen, zooals maar al te dikwijls in
de standsvergaderingen geschiedt, welke
inmenging in den regel de waarde der
discussiën niet verhoogt. Terwijl discus-
siën van deskundige vakbroeders alleen,
bijna altijd zeer leerzaam en helder zijn.
Duidelijk is het voor iedereen, dat juist
de vakvórgaderingen de eigenlijke gelegen
heden zijn, om de vele misbruiken in
het vak of bedrijf grondig te onderzoe
ken, middelen ter verbetering en oprui
ming te beramen.
Vele misbruiken bleken mij eenvoudig
onverbeterlijk, zoolang de beroepsorgani
satie zich daar niet tegen zette en het
drukkende daarvan betoogde.
En waar anders dan in de vakvergade
ringen zal men de zoogenaamde „vak-
intimiteiten", de vakgeheimen behandelen
en bespreken? En elk vak öf beroep
of bedrijf heeft zijn- eigenaardige gehei
men, die van dien aard zijn, dat een:
buitenstaander nooit de neus daarin be
hoeft te steken.
Meermalen ook hoonde elk reeds met
feuiileto n.
221
„Bravo, burger", kreet een jonkman,
wiens keurig toilet, onberispelijk wit lin
nen, verlakte laarzen en kristallen aan
een breed lint hangend lorgnet, een
schreeuwende tegenstelling vormde met
de havenlooze plunje en slordige klee
ding van de overige bezoekers, „giji hebt.
u als een echt burger gedragen door het
bewijs te leveren, dat er voor de repu
bliek' geen bevoorrechte misdaad bestaat".
„De jonkman ging op een bank Staan
en vervolgde: „Dat de verraders einde
lijk de volksgerechtigheid leeren kennen,
die zij zoo menigmaal straffeloos getrot
seerd hebben; kalm en majestueus in zijn
kracht gelijk de leeufw! ,die
Bij dat punt zijner redevoering sprong
de redenaar, bespeurende, dat men niet
naar hem luisterde, met zijn. hoed zwaai
ende op de tafel, en zijn stem: zooveel
mogelijk uitzettende om het leven der bij
zondere gesprekken te beheersohen,
knjschte hij:
vaandel der Republiek was ver
kleurd onder da stealen van een ont
zenuwend despotisme; om het zijin vroe-
grooten lof spreken van die vakvergade
ringen, omdat zij zoo leerzaam zijn. Nie
mand is zóo knap, dat hij alles weet ook
wat zijn vak of beroep aangaat, ja nie
mand is zoo knap of hij kan vaak nog
iets leeren van een of anderen vakbroe
der, die in ontwikkeling en vakkennis ver
beneden hem staat. En dat juist geschiedt
weer in de vergaderingen der beroeps-
organisatiën. Door onderling overleg, door
mededeeling van ondervinding en praktijk
komen dikwijls de meest interessante din
gen over vak of bedrijf ten berde, waar
aan ook meest de ontwikkelde niet had
gedacht, en dat soms door de nuchtere
opmerking van een eenvoudigen maar
practischen vakbroeder.
Dan leeren de R. K. middenstanders
in hunne beroeps-organisatie ook beter
beseffen, dat er onder de vakbroeders
solidariteit behoort te bestaan, zij zullen
beter gaan gevoelen, dat hun eigen be
langen nauw verbonden zijn met de be
langen van hun concurrenten.
De loyale en geniepige concurrentie-
geest krijgt daar een gevoeligen knak en
een der grootste en allernoodzakelijkste
vruchten begint, reeds spoedig te rijpen:
het herstel der Christelijke liefde.
Door de groote liberaal-economische
principe van eigenbelang, dat het richt
snoer voor 's menschen handelingen is;
van onbeperkte vrijheid voor iedereen om
te doen of te iaten wat hij wil, zoolang
hij niet in botsing komt met 'stands wet
ten; van de noodzakelijk-werkende na
tuurwetten, waardoor de evolutie dier
wetten dient gerespecteerd en bescher
ming van de zwakkeren als onzin wordt
gepredikt; door die groote liberale begin
selen heeft de Christelijke liefde haar
geheele roemrijke reputatie ingeboet.
Den concurrent ontzien was zwakheid
en het gevolg was een doodelijke concur
rentie, broodnijd en egoïsme, waardoor
alle broedergeest verdwenen is.
Broeders moesten zij zijn, die mannen
van hetzelfde vak of bedrijf en zij zijn ge
worden verslinders van elkaar. Geen on
derlinge waardeering en geen solidariteit.
Het eigenbelang is onvereenigbaar met het
belang van vakgenooten. Zoo meenden
zelfs de besten onder de middenstanders.
En de blinden!, zij zagen of beseften
niet, dat zij door zoo te handelen, hun
eigen fundamenten ondergroeven en alle
stevigheid ontnamen aan hun beroep of
bedrijf.
Welnu, juist de beroepsorganisatie heeft
de heerlijk-groote taak der Christelijke lief
de weer te herstellen, solidariteit te sme
den tusschen vakbroeders. En zij kan
dat beter en meer afdoende, dan welke
andere vereeniging ook. De ondervinding
bewees het mij.
Bij eene rondreis, die ik ondernam door
de elf districten van ons bisdom, waar
ik de „gilden" der bouwvakken bezocht,
had ik mij ook tot taak gesteld te onder
zoeken, hoe het nu met de onderlinge
waardeering, het herstel der christelijke
liefde stond.
En overal mocht ik van de besturen
de meest verblijdende getuigenissen hoo-
ren. Vijf voorzitters verklaarden mij zelf
geren glans te hergeven zullen: wij! het
verven in het onreine blóed dier beide
trawanten van de willekeur en het cle-
ricalisme, en indien dat eerste bad niet
voldoende is, zullen wij' zonder vrees,
zonder zwakte, zoowel als zonder me-
dedoogen het bloed van al onze vijan
den doen stroomen, te beginnen met dat
van dat eerlooze priesterras".
„Houd toch den mond, babbelaar", riep
de Gezouten Schelvisch, „als men levens
lang tot de galeien veroordeeld geworden
is, gelijk ik, dan weet men genoeg wat
de praatjes beteekenen van al; die ad
vocaten en grappenmakers, die ons al
tijd voorwaarts drijven en zich steeds
in de achterhoede Weten te houden, als
er klappen te ontvangen vallen".
„Ongerekend, dat gij! ons belet te hoo-
ren wat de burger-sergeant zegt", voeg
den drie of vier patriotten er bij; die
evenveel1 ongeluk en niet meer linnen
goed schenen te bezitten dan hun vriend
de Schelvisch.
De verloopen student beproefde zelfs
niet eens aan den storm het hoofd te
bieden, en meer bezorgd voor zijn jas,
Waarvan de panden ernstig gevaar be
gonnen te loopen, dan voor zijn rede
voering, die hij nog altijd gelegenheid
zou hebben in een der clubs aan den
openlijk in de algemeene vergadering, ten
aanhoore van de leden ,dat de onder
linge samenwerking en behulpzaamheid
uitstekend was, ja niet beter behoefde
te zijn. Een machtig applaus der leden
onderstreepte de waarheid dier getuigenis
sen!
Al ware dit voordeel alleen nog slechts
behaald, dan hadden de beroeps-organisa-
tiën ten volle haar recht, van bestaan
bewezen.
Zoo ziet ge, dat een macht van be
wijzen spreken voor het nut en de nood
zakelijkheid der beroepsorganisatie.
Die beroepsorganisatiën nu moeten, om
practisch te werken, in kringen of distric
ten gevormd worden.
Bijv.De vakbroeders van eene stad of
groote gemeente vereenigen zich metde
omliggende dorpen tot ééne beroeps-ver-
eeniging, in ons Bisdom van 's Bosch
naar middeleeuwschen trant „gilden" ge
noemd.
Men heeft daarbij het groote voordeel,
dat men alle, ook de kleinste gemeenten,
kan bestrijken en alle verspreidde midden
standers van hetzelfde vak of bedrijf on
middellijk in een afdeeling kan opnemen.
Meermalen blijkt zulkdanige kring- of
districtsorganisatie ook noodzakelijk om
misbruiken op afdoende wijze te bestrij
den, goede gebruiken met succes in te
voeren. Bij.De vakgenooten in een of
andere groote gemeente, die een voldoend
getal broeders van hetzelfde beroep of
bedrijf telt, om een eigen beroepsorgani
satie te stichten, nemen een besluit om
een uniform loontarief in te voeren, eene
arbeidsovereenkomst aan te gaan, een be
perkte winkelsluiting te verkrijgen. Hoe
dikwijls ziet men dan niet, dat juist de
vakgenooten van de omliggende dorpen
zulk een maatregel lam slaan, of ten
minste ten zeerste verzwakken, omdat zij
zich niet storen aan die besluiten. En
dat behoeven ze ook niet, want zij zijn
geen lid van die organisatie, die het be
sluit nam.
Daarom moet men meestal de vakbroe
ders van een geheele streek bijeenbren
gen, om afdoende te werken, te meer
daar door de meerdere en gemakkelijkere
communicatie de belangen van vele plaat
sen uit denzelfden kring homogeen gaan.
Zijn dat ook niet dikwijls districts-toe-
standen, dislricts-misbruiken, die niet te
verbeteren noch uit te roeien zijn, wan
neer niet geholpen wordt door alle vak
genooten van den heelen kring, van het
heele gewest?
Daarvoor ook weer de ring- of districts
organisatie!
Ook pleiten daarvoor de levensvoor
waarden, die in een kring of gewest
meestal loonsverhouding vragen.
De coöperatieve inkoop-vereenigingen
zijn aan de orde, en juist de kring-orga-
nisatiën der vakken of beroepen zijn de
geschikte overschakelingsstations van de
groote inkoopcentrale, die voor elk beroep
of vak wis en zeker komen voor het
geheele land.
Rector G. J. t. d. Hout.
linkeroever uit te kramen, steeg hij: van
zijn tafel op zijn bank, van zijin bank
op den beslijkten vloer af, voer met de
hand door zijn haren evenals een vo
gel na een bui met zijn snavel door zijn
veeren en het opgevende naar zich te
doen luisteren ,trad hij nader, omi "het
bloedige verhaal van het drama dór rue
des Rosiers aan te hooren, gedaan door
een ooggetuige ,die zelf, als men zijn
woorden moest gelooiven, het grootste dee]
in de volvoering der misdaad genomen
had.
„Het was een gerechte straf!" riep de
jonge democraat vde hand op zijn hart
Niemand schonk hem verder eenige
aandacht.
Hij wierp zijin lange gekrulde en ge
parfumeerde haren over de schouders te
rug, steunde den elleboog op het laatste
nummer van de Cri du peuple, dat hij
voorzichtig tusschen het laken en de
vettige tafel gelegd had, stak mismoe
dig een sigaar aan en prevelde het woord,
waarin zich al zijn teleurstellingen sa
menvatten: J;o noodlotl"
De ontroering door het verhaal! van
Laurier verwekt, had zich aan de ge
heele zaal medegedeeld en de gebeurte
nissen van dien dag waren het onder-
De toestand.
Dat tot heden de vretle, die in spijt
van het chauvinistisch geschreeuw der
ooriogsgefeinde pers door millioenen men-
sfchen over de wereld wordt verlangd,
nog steeds uitblijft, vindt voor een niet
gelring gedeelte zijn oorzaak in de hei
melijk werkende en. wroetende machten,
van het Plruisisch militairisme. Ofschoon
de „durchhauen"tactiek van de Duitsche
'strategen volslagen is mislukt, dank zij
den taaien tegenstand van het dappere
kleine België, dat den eersten stoot ider
geweldig Germaanséhe legers opving, of
schoon nog dezer dagen in het „Berli
ner Tageblatt" volmondig erkend werd
de mogelijkheid tot het mïiken van ver
overingen bestaat voor Duitschl'and niet
meer, willen toch de sabelvergoders a
la Vom Terpitz en Von Reventlow, onder
applaus der oer-conservatieve Rruisische
landjonker^ het Duitsche volk als wil
loos werktuig gebruiken voor de verwe
zenlijking hunner machtsfantazieön.
Naar waarheid heeft de Hong&ai" Karo-
liji onlangs, in een groote vergadeüring te
Buda Pest de Duitsche annexionisjen en
andere land- en machthongerigen' naar
waarheid geteekend, toen hij! z'eisïo:
„De partijen, die meenen, dat het mili
tarisme zal blijven bestaan en die zich'
niet kunnen losmaken van de gedachte
aan annexaties, ziijn slechts- ten Inüve
vredespartijen, ook al' werisohem zliji ,den
vrede. De partij der annexionisten moet
een miütairistische partij zijn, want de
anneixatie draagt de kiem voor een ;toe-
klolnistigetn 'Vevanche-oorlog in 'zich en
daarom heeft men een leger noodig <om
het geannexeerde gebied te verdedigen.
In Diuitsóhl'and. zijin de conservatieven
en reactionairen,de steunpilaren van de
ze politiek. Deze zijn de ergste vijanden1
van de democratie en van den soc.alënf
vooruitgang. .Want de millioenen, het!
volk ztelf, zullen nooit toestaan, dat hun.
spaarpenningen voor improductieve mili
taire doeleinden gebruikt zullen worden;
zij wenschen veeleer hun geld te zien
gebruikt voor nuttige werken van be
schaving. Men zegt van mij, dat ik een
Duitteh-vijandige politiek voer en zeer
zeker'ben ik de vijand van het ,,milü-
tairisten- annexionisten- jonkers- Duitscb-
lajnd." Tirpitzén. en Reventlowsi beschouw
ik afe het grootste gevaar en ik 'hoop
maar, dat. Duitschland aan hun invloeld
weerstand bieden kan. Ik zie den weg
om tot den vrede te komen slechts in
de democratiseering en de parlementaire
ontwikkeling van Duitschland."
Met instemming zal dan ook in Duitsch
land vernomen zijn, dat Zij idie het wel
meenen met hun land, thans! de regee
ring „een tot hiertoe en niet verder"
hebben toegeroepen en ons, Katholieken
inzonder, die tot nu toe met bekomlme-
ring meenden te moeten constateeren, dat
het Centrum (d.w.zi. de Duitsche Kaïllio-
lieke partij) veelal als! toevluchtsoord der
chauvinistische! opvattingen gold, stemt
werp van al do gos'plrekkeni geworden.
Na den moord op de beide generaals
was het onmogelijk, dat de kveestte der
kanonnen niet op de eene' of andere wijze
beslist werd. Blevten zij in de handen
■van het volk dan zegepraalde: de "Com
mune; behield integendeel d'o, regeering
de overhand, dan was liet waarschijnlijk
dat de moordenaars gestraft" zouden wor
den en dan was het voorzichtiger, zich
niet in verdenking te brengen.
Van daar twee zeer verschillende stroo-
mingen: die der voorzichtigen, die zich
onthielden om zich te verklaren, en die
der onverzoenlijke», die van nietsf min
der spraken dan onmiddellijk de wape
nen: op te nemen', een indrukmakende ma
nifestatie te houden en dé roadie vlag
op' het stadhuis te gaan planten.
De komst van twee afgevaardigden dór-
centrale club, van de onzichtbare club,
die geacht werd de beide generaals ge- i
vonnist en veroordeeld te hebben, maak- j
te een einde aan de weifelingen.
Die twee afgevaardigden behoorden' tot. i
de strijdende pers; zij! droegen een los
halsboordje, een op zijn Amerikaansch
gestrikte das, de lange haren op het.
voorhoofd gescheiden, het vest laag uit
gesneden; een sneeuwwitte geplooide lin-
nen borst omlijstende; hunne gegomde,
het tot vreugde, dat een Centrumslid den
steen aan het rollen -heeft gebracht. De
rede toch van Erzberger in de comité-
vergadering van den Rijksdag gehouden,
heeft ingeslagen, wat blijkt uiit het groote
nnisbaar dat de annexionisten er over
.maken. Doch de „Frankforter Zeitung"
schrijft'„Wie zich van overdrijving vrij
.houdt, 'zal1 erkennen, dat het volstrekt
niet kan schaden, als 'deze impulsieve
man - d.w.zi. handelende onder den in*
.■dr.uk van. hot oogenfolik eenige ven
sterruiten heeft ingeslagen en licht en'
MsSche il'udht heeft jngelaten."
Impulsief jwoidt Erzberger genoemd,
maar ook een man van noesten vlijit, even
rusteloos als welmeenend en wel door flen
urerziehtschrijver der N. Rott. Crt., die
<>r aan toevoegt„Aan hem komt da
v terdienste toe op het psychologische mo-
mieiit dn een duidelijken en beslisten vorm
te. Iwebben samengevat en uitgedrukt, wat
meii' in bijzonderheden wel ai hier en
daar verspreid hald gelezen en gehoond:,
maar wat toch den imeeslten slechts nog
vaag voor oogen ziweefde. Wat hij heeft
'gezegd, (de zitting van de hoofdcommisteie
was vertrouwelijk) is onzeker, wie hij!
heeft ajangeVrdlért evenzeer, maar de 'Uit
werking vait zijin rede is .geweest, dat
plotseling de partijen van de meerder
heid in den Rijksdag hebben begrepen,
■dat zij zich moesiterf vereenigen op een
bepaald programnaar huitenwede kon
der annexatie en oorlogsschatting, naar
binnenkiesiechthefvoirmhog en parlemen
tair stelsel." j
Het „Berliner Tageblatt" ihpemt dan ook
Erzberger's rede een daad en achteraf
blijkt schier de gansehe Ceutrumgrotep
,aan zijn zijde te staan.
Het is niet. onwaarschijnlijk, dat deze
daad ide wereld' een groote schrede nader
Jbrengjt op- den weg tot den vrede.
Immers* weet Duitschland zijn autori
tair en militairisitisch karakter af te leg
gen ,dan moet de Entente ook, wil' 'ziij
eerlijk zijn, de belofte inlosschen, die zij
dezer dagen bij monde van minister Hen
derson, hd van het Engelsche oorlogs-
ikabinet aflegde, toen hij in een bijeen-
Ikomst van den Raad van arbeiders en
soldaten 4e Moskou: "zeide:
„Wij wentehen niet, alleen vrijheid te
zien in Amerika, Engeland en Frankrijk,
maar ook in Duitschland en Oostenrijk,
Zoodra wij er' de bewijzen van zien, dat
de Duitsche en de Oostenrijksche regee-
ring vrijheid aan haair volk wil geven,
zal' de vrede aanstonds gesloten worden."
'Losse Oorlogsberichten.
De Duitschers in Noord-Frankrijk.
HAZEBROUCK, 10 Juli. Naar- men ver
neemt, hebben de Duitschers ook te Four-
mici evenals overal elders de fabrieken!
leeggehaald. Zij ,z,ijn van plan, zoo noo
dig, de, schoorsteenen te laten springen.
Het park Marchiennes bestaat niet meer.
Al de fraaie hoornen zijn verdwenen. Er
ligt 'nog sfechts een open vlakte.
Te Dechy is van Juni af pen nieuwe
'deportatie aan den gang; 60 krachtige
imannen zijn weggevoerd om te Keulen
ïknevels waren m:et punten opgestreken,
-die zich verloren in Engelsche bakke
baarden.
Een luid gemompel van bewondering,
■dat Luscipia bijzonder moest ergeren, be
groette de binnenkomst der beidé redac
teurs van de Rappel, boezemvrienden van
Deleseluze en Felix Pyat, geliefde rede
naars .der clubs en martelaars van hun
:repulllikeinsch geloof onder het keizer
lijk dqpotisme.
«Sm die waarheid te zeggen zou het
'moeilijk geweest zijin ongelukkige slacht
offers te ontdekken in die heide miodé-
jpronkers met hun sierlijk opgemaakten
Ibaard, hunne rozenroode nagels,hunne
'blozende wangen, en die eerder gewoon
schenen aan den dagelijkschen kost van
de voornaamste restaurants dan aan dien
van Mazas of la Roquette.
Maar zoo is het volk; het is even.
onberedeneerd in zijn voorliefde als in
zijn haat, en de drinkers van de Epi-
Scié, die zelfs niet maar Luscipia had
den willen luisteren, verdrongen zich vol
belangstelling rondom de beidé nieuw-
aangokomenen, Thierry en Avoine, om
van hen het wachtwoord te ontvangen.
(Wordt vervolgd.)