'des. kbank even, Om de Kroon. De Groote Oorlog. No. 79. Zaterdag 7 Juli 1917. Dertiende Jaargang. ING. >ERS. Verschijnt eiken MAAHDAG-, WQEHSDAG- en VRI1DA6AV0ND. FEUILLETON. liming staan. per van r i t r i o o I, na de sproeiing dappelen. ILSE Az., Mdinge. >om is voor de iet adverteeren ndelde groote lit. flit nrner hestaat Ët 6 hladziiden. EERSTE BLAD. Onder den grond. ■A verzocht eene of in het Octaaf flag der Novene. IJe in een Kerk de Basiliek voor de H. Katharlna. WIE KLIJBERG, 1LAAS—Walrave ij k e de dames Ij'W, Boschstraat In o p Zoom is ■baar. 1427, Amsterdam, am. ievoederbureau vrage om pulp lergeteekenden, pie aangesteld, t. KIE B O O M |de Eendracht" raat iart meebrengen. INEN IN 1917, de rente. en IIDDENDORP, komt In aanmerking. Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes 0.90, daarbuiten 1.10. Afzonderlijke nummers 5 cent, idubbele bladen 10 cent. Advertentiën worden ingewacht vóór half een uur 's namiddags. Kantoor v. d. AdministratieBoudewIJn de Wlllesfraal A 135» GOES. Tel. interc.: Directie no. 94. Redactie no. 97. Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. Advertentiën van 15 regels ƒ0.625, iedere regel meer 125 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. In den nacht van 8 op 9 Juli 1572 werden op bevel' van Willem van der Marck, heer van Lumey een man, wiens naam in de geschiedenis der Ne- derlandsche Beroerten met een zwarte kool staat geteekend en die door geen enkel weldenkend mensch in bescherming wordt genomen 19 mannen in de turfséhuur van het verwoeste Augustijnenklooster „St. Elizabeth ten Rugge", even buiten Brielle, aan de galg gehangen, waarna een troep baldadige soldeniers en Brielsch gepeupel de lichamen dier mannen schonden, ge lijk honderd jaar later zou geschieden door het Haagsche grauiw met de lijken der gebroeders "De Witt. Prijst reeds HotratiuS „den rechtvaardi gen en vastberaden man, biji wien noch het aangezicht van een vergramd tiran, nocli (he.t woedend samenrotten van het opgezweepte .vjolk de rust van 't kloek gemoed ook maar een oogwenk kan doen schokken," hoeveel' te meer past het de iofslrompet te steken over deze schaar van geloofshelden, die zoowel beleedigingen. en folteringen als .verleiding en aanlokse- len van allerlei aard ten spijt, hun gods dienstige overtuiging gestand bleven tot hun laatsten ademtocht en roemvol stre den om de kroon, niet om de aa.rdsc.he, Ie winnen op het slagveld, in het renperk,, in den wetenschappelijken kamp, maar om de onvergankelijke, waarvan Paulus spreekt in zijn eersten Corinthenbrief, en welke dogenen ten deele valt, die volhar den Ion einde toe. Uien negentien mannen toch, nit ver schillende streken des lands, meerendeels echter uit Gorkum afkomstig 'en naar Brielle overgebracht vandaar de naam „Martelaren van Gorkum" kon niets) an ders) worden ten laste gelegd, dan dat zij trouwe Katholieken waren, behoorende tot den geestelijken stand.1) Wat meer is, toen de raad van Gorkum een rechtsgeleerde naar Lumeiji zond met. het bevelschrift van Uit Gorkum waren af komatig 3 wereldgeeste lijken Leonardus van Vechel, pastoor der stad, Nikolaas Janssen Poppel, kapelaan en Godefridus v .Dnijnen, assistent; verder de Franciscaner kloos terlingen Nicolaas Pieck. Hiëronymus van Weert, Theodorus van der Eem, Nicasius Jansen, Wil- lehad (een Deen van geboorte) Godefridus van Mervel, Antonius van Weert, Antonius van Hoornaar, Franciscus de P.oye (een Brusselaar) Petras van Assche en Cornelius van Wijk-bij- Duurstede (de beide laatstgenoemden waren leekebroeders). Dan nog de Angnstijnerpater Joannes van Oisterwijk, rector der Augustines- sen te Gorkum. Van Buiten Gorkum waren Joannes van Hoor- naer, van de orde der Dominikanen, pastoor te Hoornaer; Andreas Wouters, wereldpriester en pastoor te Heynoori; Adrianus Jansen, Norber tijnerkloosterling en pastoor te Monster eu Jaco bus Lacops, insgelijks Norbertijn en kapelaan te Monster. 21) „Het is Trekbeen", zeicte iemand. De gesprekken werden dadelijk wede! aangeknoopt. Laurier naderde een groen geverfde bouten tafel, liet zich op een strooien taboeret vallen en riep met de vuist op tafel slaande „Een glas Picton". Een dik, roodharig (en scheel wijf, dat met blpote armen en op het tinnen blad tan haar toonbank leunende een wakend 00g op hare bezoekers hield, herhaalde 'net een stentorslem ,die door het mis bruik van de absinth schor geworden "ns: „Een glas Picton!" Een knaap met een verwarden haarbos en een reeds door de ondeugd verdier- J t gelaat bracht het gevraagde. Laurier ledigde het glas in een teug; 2'jn keel' was als verdroogd en hij) hijg de naar aidemi. „Men schijnt dorstig te zijln van avond, burger sergeant", merkte een der bezoe kers aan. i.v,^^t.'s zoo", antwoordde Laurier, klaar gevleid zich sergeant te nooren den Prinsl van Oranje om de gevangen geestelijken in vrijheid te stellen, voegde dit stedelijk college er een missive aan toe, waarin uitdrukkelijk verklaard werd, Jdat de door Lumey vastgehouden priesters en monniken mannen waren van onbespro ken gedrag en verscheidenen hunner zich zoo wel in het algemeen belang der burgerij als in dat van bijzondere personen te Gorkuiin zeer verdienstelijk hadden ge maakt. Waar nu Lumey met verachting van 's Prinsen bevel en hel loffelijk getuigenis der Gorkumsche vroedschap toch de hanid aan zijn gevangenen sloeg, daar is het voor geen tegenspraak meer vatbaar, dat onze negentien helden ten offer zijn ge vallen aa,n geloofshaat en zoo ten volle, den naam van martelaren, d.w.'z. bloedgetui gen" verdienen. Daarom heeft de Roomsch Katholieke Kerk, het voetspoor der vaderen volgend, die sinds de apostolische tijden de mar telaren vereerden en het, met name ten tijde der groote christenvervolgingen on der de heidensche keizers, zich tot troost en geluk rekenden, de heilige geheimen te mogen vieren boven de graven der genen, die de waarheid des geloofs met hun bloed hadden bezegeld, onze Neder- landsche martelaren van Gorkurh de open bare vereering der gansche Kerk, maar in het bijzonder van de Katholieke Kerk in Nederland waardig gekeurd. En waar die openbare vereering reeds haar begin vond in de zaligverklaring der 19 bloed getuigen door Paus Clemens X, den 14en November 1675, daar vond zij hare bekro ning in de plechtige, heiligverklaring, den 29en Juni 1867 door Paus Pius IX uit gesproken. Vieren wij, hier beneden, onzen „ver jaardag," als herinnering aan den datum, waarop wij voor het eerst het licht, des aardschen tevens aanschouwden, de Kerk pleegt den feestdag Barer uitverkoren kin deren, ons als bijzondere voorbeelden ter navolging voorgesteld, te bepalen op den dag, waarop zij voor het eeuwig leven geboren weiden.2) En zoo, is de 9e Juli de dag, waarop wij voornamelijk' ons de roemvolle hiartelie der 19 bloedgetuigen in het'geheugen roepende, onzen eigen geloofsmoed versterken en onzen eigen geloofsijver aanvuren door onze smeek beden en zuchten als het ware in de handen dier martelaren neer te leggen, verzekerd als wij zijn, dat die beden, door hen den Almachtige aangeboden, niet anders dan welgevallig kunnen zijn in 's tfeeren oog. Maar bij uitstek welgeval lig moet wel de bede zijn, die vol ver trouwen en godsvrucht dien dag uit het hart van den rechtgeaarden Nederland- schen Katholiek tot den Koning der mar telaren opstijgt voor de bekeering zijner 3) Slechts voor êèa heilige maakt de Kerk een uitzondering, n.l. voor St. Joannes den Dooper, aan de herinnering van wiens geboorte zij een aparten feestdag wijdt, deels om het geheel bij zonder karakter van dezen heilige als voorlooper des Heeren, deels ook, om dat ons de H. Schrift de geboorte van St. Jan met al de wondervolle gebeurtenissen daarmee verbonden, uitvoerig verhaalt. noemen, „en ik ga een flesch nemen; dat zal men dorst wel verslaan". „Willen wij om een flesch een partij1- tje kaart spelen?" „Ik dank u voor van avond, Vincent; maar ik kom hand loopende van Mont martre en ik heb er genoeg van". Bij dat woord van Montmartre hieven alle d rinkers hot hoofd op en eenigen kwamen naderbij; met do handen achter op den rug, de pijp; in den mond. „Naar het schijnt wilden de capitulards hedenmorgen de kanonnen van het volk wegvoeren", sprak een dikke kerel met een tot aan den kin toe-geknoopte hazel- nootkleurige paletot, waarvan een gat aart den elleboog niet de geringste begooche ling omtrent het volslagen gemis van on dergoed' veroorloofde. Laurier haalde de schouders op, „En het volk heeft hen op de vin gers getikt", riep hij luid, zich tot de geheete zaal wendende. „Men is dus aan het kloppen geweest?" vroegVincent. „Zeg eens! heeft uwe vi'ouw Louise u dan met de kinderen naar de kerk ere- stuurdi omi ze er te laten bidden, dat gij nog niet weet wat er voorgevallen is, mijn arme jongen?" antwoordde Laurier. afgedwaalde landgenooten, opdat het in het land van St. Willebrord spoedig weer „ééne kudde en één herder" zij, iets waarnaar de Gorkumsche martelaren bij hun leven zoo vurig verlangden, waar voor zij gebeden, geleden en gestreden hebben, ten bloede toe. Ongetwijfeld mo gen met een dankbaar hart de vele wel daden herdacht worden, die op de voor bede onzer Vaderlandsche martelaren aan de Kerk van Nederland zijn geschonken sinds de droeve dagen waarin hun mar telaarschap voorviel. Tot Haar, evenals weleer tot Jaïrus' dochtertje heeft de Heer gezegd: „Ik zeg u, sta op" uit den doodslaap, waarin de vervolgingen van den „placcaeten"tijd u aireede hadden gedompeld en wanneer onze 19 martela ren uit de zalige gewesten hierboven neer- blikken op het land hunner aardsche om wandeling, dan ontwaren zij thans met vreugde, hoe er allerwege het Katholieke leven bloeit en tallooze kerken en gods gestichten getuigen van kracht en vrij heid en welvaart op kerkelijk gebied, En, wonderlijk spel der Y'oorzieningheid, de twee geloofspunten, die in hun dagen het felste werden aangevallen, die zij het- meest te verdedigen hadden, wier loo chening hun aanstonds het leven en de vrijheid had kunnen bezorgen, voor wier standvastige, kloeke belijdenis zij hun le ven gaven: de waarachtige tegenwoordig heid van Christus in het eerbiedwaardig Altaarsacrament en de opperhoofdigheid van den Paus als Christus' plhatsbeklee- der over gansch de Kerk, die waarheden zijn hot juist welke ook thans nog de Katholieken van Nederland met bijzon deren nadruk en geestdrift belijden, zoo dat de roep ervan is uitgegaan tot verre daarbuiten, over de Katholieke we reld. Toch mogen wij, dorstend naar het ziele- heil onzer afgedwaalde broederen, ons niet tevreden achten met .die reeks van ge naden, zoolang wij niet van den Gever alles goeds, van „den Herder en Opzichter der zielen'hebben verkregen d e e e n li e i d des geloofs in het land van Gor- kum's martelaren. Zij dit onze Christelijke wraak, geheel in dén geest der negentien geloofshelden, dat wij) voor al het kwaad, onzen vaderen in den gel'oove .aangedaan, voor onze andersdenkende lanldgenooten de genade verwerven, de parel desi waren geloofs' te mogen terugvinden, „waarvoor men 't al' met winsit verliest," zooals de groote bekeerling en dichter Vondel zoo zinrijk uitdrukte.". Rijze dan in deze dagen, vooral den Óen Juli a.s. de roerende bede uit ons alter hart, die de levensbeschrijver der Gorkumsche martelaren in '1772. bij het tweede eeuwgetij van hun marteldood, tot die heldenschaar richtte: „Gelukzalige martelaars, ontvangt in uwe glorie onze gelukwenschen en oot moedige beden. Aanschouwt de steden en plaatsen, die gij hier bewandeld waar gij gearbeid, gestreden en einde lijk de kroon verdiend hebt IDat toch door uw voorspraak, het Roomsche Katholiek geloof moge herleven, waar Deze plompe spotternij met een verra derlijk opzet gericht tegen de vrouw' van Vincent, die men verdacht haren man nog togen te houden op d!e helling van de ondeugd, waarop hij evenwel sedert de omwenteling reedis zulke groote vor deringen gemaakt had', verwekte een al gemeen gelach, 'hetwelk de werkman als een ware uitdaging beschouwde. „Ik ben geen kind", hernam hij, dé vuisten ballende en om) zich heen zien de, „omi mij door een Vrouw naar den biechtstoel te laten leiden of mij door wien ook te laten beschimpen, en in dien hier iemand is, die er aan mocht twijfelen, ben ik bereid hem te bewijzen, dat ik de kinderschoenen ontwassen ben". Een vechtpartij, was een te altedaagscb iets in dien tempel der broederschap; dan dat men nju. idaarin eenige behagen zou geschept hebben, terwijl daarentegen de tijdingen van Montmartre voor ai de drin kers zulk een groot gewicht hadden, dat zij) in niets anders belang stélden. De man niet de hazelnootkleurige pa letot. maakte zich derhalve tot tolk van het verlangen van het geachte gezel schap door te brullen: -^-„Scheid toch uit met al die domhe den en laat ons ernstig praten. Is het wezenlijk waar, dat gij van de molens het met uw kweet en bloed is be sproeid". In dat koor der smeekëlingen behoo- ren ZeelandV Katholieken in de voorste rijen té staan, wijl toch twee der 19 bloedgetuigen, de II. Adrianus Jan sen (van Hilvarenbeek) en de H. Ja cobus Ij a c-.o p s (van Oudenaarde) in de hoofdstad dezer provincie hebben ge leefd, waar zij in de beroemde abdij dier stad het kleed hadden aangenomen van de reguliere kanunniken van Premon- streit. De H. Jacobus Lacops onderscheidde zich bovendien door een evpn deugdelijke als welsprekende verdediging van de leer van het II. Sacrament des Altaars in het twistgesprek met een paar predikan ten der nieuwsgezinden, in tegenwoordig heid van Lumey op het Brielsche stad huis gevoerd. Losse Oorlogsberichten. Roep naar weerwraakmiddelen. Uit Londen wordt gemeld, dat de regee- ring overweegt of vergeldingsmaatregelen zullen worden genomen voor de jongste Duitsche luchtaanvallen. De Engelsche re geering beschikt over voldoende kanonnen eii manschappen, om zelf luchtraids te doen uitvoeren en tegelijkertijd verdedi gend op te treden.- In dozijnen ingezonden 'stukken in de bladen wordt om représaile- maatregelen gevraagd. In de hoofdartike len wordt er op gewezen, dat de steden aan den Rijn geschikte doelpunten zouden vormen, in het bijzonder Keulen, waar door, zoo heet het, de Dnitschers tevens zouden gedwongen worden voor hun eigen verdediging thuis te blijven. Leuven heeft een mooi geschenk gekregen. Aan dé „N. R. C." wordt geschreven: Een .teekenend geval van sympathie en weldadigheid voor de Belgeii greep on langs in' Engeland plaats. De heer Gratkin, professor aan de Universiteit te Cam bridge, was- overleden en zijn zeer rijke geschiedkundige bibliotheek werd onder den; hamer gebracht. Miss Dixon van Cambridge schreef dadelijk een ingezonden stukje naar de „Times" om de gedachte op te werpen, dat een vrijgevig handels man de bibliotheek in haar geheel zou opkoopen en ten geschenke geven aan de universiteit van Leuven. Onmiddellijk wer den telegrafische aanbiedingen gedaan. Doch reeds had ook de universiteit te Ann Arbor in Michigan een nog voor- deeliger aanbod gedaan aan de verkoo- pers. Men verzocht deze universiteit, zich terug te trekken rnet het oog op het aan bieden van de heele bibliotheek aan de Leuvensehe hoogeschöol; wat ze ook deed, en op "21 Mei werd de bibliotheek aan gekocht door een Engelsch handelsman, die ze aan Leuveai schenkt. komt, Laurier?" „Wezenlijk waar", antwoordde de ser geant, met de ellebogen onder het hoofd op tafel gaande liggen met het voor komen van een man, die zich van zijn gewichtbewust is. t „In dat geval", vervolgde de Gezou ten SchelVisch (bijnaam dien de hazel nootkleurige pale tot van de galeien van Toulon medegebracht had), „moet gijl we ten of hetgeen men van den generaal Lecomte zegt, waar is". „En wat zegt men deze kanten uit?" „Het gerucht loopt, dat hij. gevangen genomen is". „Het gerucht heeft gelijk, burgers, en Clement Thomas is ook ingerekend ge worden, maar dat behoort alles reeds tot de oude geschiedenis". „Is er dus sedert nog iets gebeurd?" vroeg Vincent, die tegenover Trekbeen plaats genomen had. Deze nam zijn neuswarmer uit den hoek van zijn mond, schonk zich een glas in van den afsjchuwelijfcen drank, half kopergroen, half alcohol, dien de waar din van de Epi-Sciê' onder de benaming van absinth verkocht en. ina zich daar mede gelijk hij zeide de keel - gespoeld Ie hebheiv antwoordde-liij,-een-loerenden blik in het rond werpende: De nieuwe regeering in Griekenland. In een hoofdartikel over den legen- woordigen toestand in Griekenland komt de „Tribune" tot de slotsom, dat er slechts in schijn van een- Grieksche jregepring gesproken kan worden, daar in werke lijkheid een pro-consul van de bescher mende mogendheden de regeeringsiuacht in handen heeft, die beter met een En gelsehen of Franschen naam zou kunnen worden aangeduid. De beschermende mo gendheden dragen dus alle verantwoorde lijkheid en Venizelos moet een politiek voeren, welke hem door Frankrijk en En geland werd voorgeschreven. Een katholiek vredesprogramma. De Oostenrijksche katholieken hebben op Pinksterdag te Graz vergaderd en overeenkomstig de uiteenzettingen van dr. Metzger en prof dr. Ude een katholiek vredesprogramma opgesteld, waaraan ge heel en al de vredesbedoeling van Z. H. de Paus ten grondslag ligt: „Ut caritas Christi rursum dominetur in hominibus", „dat de Christus-liefde opnieuw troone in de harten der mensclien." De Oosten rijksche katholieken eischen dat een eind gemaakt worde aan het nuttelooze bloed vergieten en tevens, dat een einde kome aan een politiek, die met materieele machtsmiddelen de moreele problemen van bet maatschappelijk leven wil oplos sen. Zij eischen eerblijvende wereldvrede. Zij vragen eendrachtig samengaan der goede elementen tegen den innerlijken vijand in den staat. Zij vorderen door voering der christelijke idee om aldus tot den waren algemeenen vrede te komen. („Oe Tijd".) De positie van Oostenrijk. Uit Weenen schrijft men aan „De Tijd" o.m. Of gelooft men altijd nog, dat Oosten- tenrijks keizer dezen vrede aanbiedt, niet uit hoogere menschenlijke en christelijke motieven, doch uit vrees en zwakLe?Ik wil niet ophouden deze betreurenswaar dige dwaling te bestrijden. Telkens en telkens weer herhaal ik: Oostenrijk is niet zoo zwak, zooals gij gelooft of beweert te gelooven. Mogen de Italianen nóg zoo sterk in de victoriebazuin blazen, ze zijn nooit in staat den Oostenrijkschen muur door te breken. Ik hoor, dat men zelfs spreekt en schrijft van ontruiming en spoedige bezetting yan Triest. SensatieberichtenJ Zelfs hier in de stad zijn menschen, Oos tenrijkers, die de kracht van hun eigen land nog altijd niet kennen, die zulke praatjes gelooven. Ik kan u verzekeren uit de beste bron, dat men zich in Triest totaal gerust voelt, ondanks het donderen van het geschut in de verteen niet alleen in Triest, aan heel het Zuid-front. Nog dezer dagen hoorde ik dat van een hooggeplaatst persoon, die persoonlijk met alle legeraanvoerders aan het Zuid- frond bevriend is. Wel is de strijd daar ontzettend, doch qualiatief staat Oosten rijk hooger dan Italië. „Sedertsedert. wtelhu 1 heeft hel volk hen gevonnist". „De bewoners van Moritm'artre zjjin ech te republikeinen, zij geVeti ons het goede voorbeeld", riep Vincent, die in zijln hoe danigheid van verdachte, er een eer in stelde zijn ultra-repubiikeinsche gevoelens uit te kramen. „Gevonnist", gromde de Gezouten Schel- visch, „dat is al te zacht voor verra ders en reactionnairen; men had ze niet moeten vonnissen, maarkoud ma ken". „Goed geredeneerd", knarste het rood harige wijf achter de toonbank, woest in hare roode en ruige handen klappende, „ja, goed geredeneerd; als ik er hij) ge weekt was, zou ik'zé hebben willen ke len als varkens". „Al hebben wij ze. niet gekeeld met. een mes, hebben wij' evenwel zooveel gaten in hun huid geboord als men er zou kunnen tellen in een schuimspaan", riep Trekbeen uit ,di"e" niet aarzelde zich in gevaar te brengen omi de zegepraal van zijn verfoeielijke ijtlelheid tegenover dien hoop bandieten te verzekeren; „wij1 hebben ze tegen een muur geplakt en ze doodgeschoten. Ik heb het vuur ge commandeerd". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1917 | | pagina 1