Verbroken boeien? De Groote Oorlog. Zaterdag 31 Maart 1917. Dertiende Jaargang Dimmer Maat pit 6 bladzijden. EERSTE BLAD. H. H. Adverteerders! No. 39. Mijnt eiken MAANBA&-. WOENSDAG- tn IIUDUHM. „Wind gezaaid, storm gemaaid". Losse Oorlogsberichten. IEW ZEEUWSCHE COURAHT Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.90, daarbuiten f 1.10. Afzonderlijke nummers 6 cent, dubbele bladen 10 cent. Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór kalf drie en Vrijdag vóór eea aur 'enan Kantoor v. d. Administratie: Ganzepoortatraai C 2o9, GOES. Tel. interc.: Directie no. 33. Redactie no. 97. Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bjj abonnement speciale prfia. Advertentiën van 16 regels ƒ0.60; iedere regel meer 10 Ct Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 _X berekend. Dienstaanbiedingen 6 regels voor 25 Ct. A contant. De abonné's op dit blad, in het bezit der door de dnectie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoor waard en, GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor: 1500 gulden bij verlies van beide handen, voeten of oogen. Voorts bij ongeneeselijke verstandsverbijstering mm gulden bij JNfc gulden bij A gulden bij A mm 8 8 8 verlies van een 8 8 8 8 B verlies 8 8 verlies van M 1 f* 8 S hand, voet 1 B B B I van een 8^ 8 8 een M |^B^J of oog; diiim%8 wijsvinger Mm\3 gulden bij Jpfe gulden bij verlies van een 8 B B B B verlies hand, voet 1 8 8 8 8 van een of oog; duim; ^8^8 wijsvinger De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam gulden bij verlies van eiken anderen vinger. In verband met de enorm verhoogde exploitatiekosten zijn wij genoodzaakt vanaf I April a. 8. den advertentieprijs te bepalen op I2'/i ct. per regel. 0e bepaling, dat bij 3 X plaatsing de advertentie slechte 2 X berekend wordt, blijft gehandhaafd. De contractprijzen worden naar evenre digheid verhoogd. Bewijsnummers zullen niet meer kosteloos verstrekt worden, doch uitsluitend op aan vrage tegen betaling van 5 ct. per nummer. Voor inning van kwitanties van f 10. en daarbeneden wordt 10 cent incasso in rekening gebraoht. De Directie. Dezer dagen berichtten de bladen on der hun Russisch revolutie-nieuws, dat de „Heilige Synode" in hare eerste ver gadering na de omwenteling trouw heeft betuigd aan de nieuwe regeering. De voor zitter Wladimir, metropoliet (aartsbis schop) van Kiëf, zeide: „het uur der vrijheid heeft ook voor de orthodoxe kerk geslagen". Daarop beval hij het keizerlijk troongestoelte uit de zaal te verwijderen. Hebben wij hier te doen met een daad van vreesachtige zielen, die _jle huik nagr den wind hangen en zich van te voren tegen moeilijkheden willen dekken, of met een forsch en welberaden afwerpen der boeien, waarmede de Russische Kerk sinds eeuwen aan de staatsmacht ge kluisterd lag? Het laatste is voor die Kerk te hopen, wil er voor haar nog sprake zijn van een verrijzenis uit het diepe verval, waarin zij sinds de dagen van Peter den Grooten ligt gedompeld. Wat de Roorrisch Katholieke Kerk. im mers 'met hand 'en tand verdedigde als haar hoogste, haar kostbaarste goed: de geestelijke vrijheid, welke geen staatsbe moeiing duldt en geen inmenging van vreemde invloeden verdraagt, zelfs al gaat die -uit van een keizer, dat liet zich de Russische Kerk door Peter den Grooten ontnemen, ischier zonder tegenstand.1) Toen; bleek, dat in die Kerk, die zoo hoog opgeeft van hare „orthodoxie", hare „rechtzinnigheid", wijl zij de bisschoppe lijke macht heet te hebben .verlost van de aanmatiging der pausen, juist de sluit steen van het episcopaat, der bisschop pen vorst en leider, Se Paus ontbrak, (Een verhaal uit den Graventijd.) 41) (Slot.) „En Jan weg wat hp loopen kon, tot hij opeens bleef staan en verschrikt op zag. Bij den watermolen stond een ridder naast zijn paard. Het was Witte van, Haamstede. Jan moest er voorbij en zeide: „Goe den morgen, Jonkerl" „Dag Jan", sprak Witte. „Waar ga je heen?" „Ik moet 'iemand zoeken, die Salomo'e been zet!" antwoordde Jan. „Salomo's been? Salomo de hofnar van mijn Heer Vader?" „Ja, edele Heer!" „Gauw terugI Dien moet ik zien' Is hij bij jelui in huis? Hoe komt hij daar? Ik zal wel zien, dat ik hem' het been zetl Een krijgsman moet alles kennenl" Na dit gezegd te hebben reed de Jon ker snel door en Jan kwam achteraan. om de vrjjheid „van de Kerk 'togen Re heiligschennende aanslagen van een heers zuchtig vorst, te beschermen, gelijk wel eer een Gregorius VII, een Innooeintius III, een Bonifacius (VIII, dit gedaan had den.2) Ja zelfsl .bleek dat „orthodoxe" episco paat der Russische Kerk geen pran 'te bezitten als een H. Thomas van Kantel berg, die zijn leven gaf voor de vrjjheid der hem toevertrouwde kerk van BngelanR. Vreesachtig en schuchter, slaatsch en ge dwee liet de Russische Kerk zich sluiten in het dwangbuis ,van de „Heilige Syno de", waarmede voortaan Re Czaren haar konden knevelen en onderdrukken en haar drijven in de richting die Zjj wilden. Hoort de Zwakke piaar toch nog wel sprekende Klacht van den in 1865 over laden jnetropoliet Nicodamius; „Ik "ben niets, o mijn God, maar ik waag het toch medelijdexr fa hebben niets, o mijn God, maar ik waag onze Kerk ten opzichte der bur gerlijke macht gebukt gaat." Want den vromen, vertrouwen inboaze- menden titel van „Heilige Synode" ten spijt, is het door Ozaar Peter ingestelde conciliair bestuur der Russische Kerk, dat aan de opperhoofjdigheid van den pa triarch van Moskou een einde maakte, niets ainders dan een burgerlijk 'col lege, een staatsinstelling. Zeker volgens de letter dier instelling vormde de synode het geestelijk collegiaal bestuur der Russische Kerk. Maar de gees telijke leden, de bisschoppen, hadden vooreerst bij hunne aanstelling trouw te zweren aan den fzaai alsi opper- sten rechter" der synode ,en vervol gens werd hunne geestelijke werkzaamihsidi aan banden gelegd door de bepaling dat al de zittingen der synode moesten wor den bijgewoond door den vertegenwoordi ger des Czaren, een leek, 'die nis „op- perprocurator" alle besluiten der synode had te toetsen aan jden wil en die ge zindheid zijns Keizerlijken mieesters, omi ze dan al of niet, naar gelang hem zulks goeddacht, te bekrachtigen.3) Deze al machtige „trait d'union" tusschen keizer en synode, niet oneigenaardig „het oog des czaren" genoemd;, was aan niemapd verantwoording schuldig, alle kerkelijke autoriteiten zoowel als alle ambtenaren der kanselarij waren aan hem onderge schikt, zijn persoon en kwaliteit voorai madkten van het hoogste geestelijikle be stuurslichaam der Russische Kerk, den opvolger der vroegere patriarchen, een ministerieel) bureau, dat niets hei ligs had als alleen den titel.4) Dat bij zulk eene leiding ongeloof en dwaling, bijgeloof en godsdienstige onver schilligheid als evenzoovele plagen (te Russische kerk' teisterden, zoodat zij daar thans terneer ligt als de door roovers geslagene op den weg van Jeruzalem naar Jerieho, wien kan zul'ksi verwonde- Zoodra Salomo den ridder zag binnen treden riep hij uit: „o, God, ik dank U, dat ik den goeden Jonker van. Holland eens zien magl Dag, goede, lieve Jon kerl" en toen Witte bij hem kwam en den voormaligen nar de hand wilde ge ven, drukte deze er een kus pp- en zeide „Hij, hij alleen heeft het nooit geloofd, dat Salomo een dief wasi" „Nu ja, laat ik eerst maar eens kij ken wat er aan dat been hapert!" .sprak Witte en begon, onderwijl hjj Salomo en den koster, die telkens wat zeggen wil den, het zwijgen oplegde, het been te onderzoeken. „Geef maar zwachtels en azijn I Het been is gelukkig maar gekneusd", zeide Witte en toen hem: die gegeven waren, wond hij zo er om met eene handigheid, alsof hij nooit iets anders gedaan had. Eindelijk was hjj klaar en zeide: „Zie zoo, vertel mij nu eens, Salomo, hoe je hier komtl" „Ga uw heer Vader redden, Jonkerl Ik kon hem niet meer redden I De Ede len hebben hem te Utrecht gevangen ge nomen I" „Wie vertelt dat?" riep Witte die ren. Waar zóó door den Staat in het god delijk recht der bisschoppen wordt inge grepen, khn geen Kerk bloeien. Zelfs al Waren de leden (der synode nog zoozeer van goeden wil, het wakend .„oog van den czaar", dat al hun gangen bespiedde, bij al hun beraadslagingen aanwezig was, maakte elk vrij overleg, elke gedachten- wisseling naar apostolischen geest onmo gelijk, gezwegen nog van het mensehelijjk ppzicht en de vrees voor den keizerlijken meester, die zwakkere zielen tot onop rechtheid of tot een verbergen hunner eigenlijke zienswijze konden verleiden. Vol komen begrijpelijk is dan ook het oordeel dat de bovenvermelde metropolie Nicode- mus in een zijner geschriften' over de z.g. „Heilige Synode" uitspreekt: „On derworpen aan de b ur g er lijk© macht verliest de Kerk haar hoogste waardigheid, d.i. hare vrijheid en zóó hebben feite- "ijk de geestelijke leden onzer synode na 150 jaren, nagenoeg al hun gezag verloren. In vol len zin is de opperprocarator, hoewel een leek, de preister van allen."5) De macht des' Czaren in Rusland is uit zoo althans de teekenen niet be driegen de storm der revolutie heeft alle sporen der autooratie weggevaagd. „Het uur der vrijheid heeft ook voor de orthodoxe Kerk geslagen." aldus sprak dezer dagen de voorzitter 'der Heilige Synode, metropoliet Wladimir. Laten wij' hopen, dat dit woord de pogingen vertolkt, die de Kerk van Rusland wil aanwenden omi de "kluisters eener eeuwenoude slaver nij af te schudden en te herwinnen wat Wdadimir's voorganger Nicodemus „.hare hoogste waardigheid' 'noemde: de vrij heid. Zeker i-s het, dp.t zij slechts dan ten volle hierin 'slagen kan en- zal, wanneer zij, alle wantrouwen en vooroordeel ter zijde leggend, zich wendt tot die Kerk van Rome, die in de persoon van de H. H. Cy- rillus en Methodius weleer de Slavische volken Christus' schaapstal binnenleid de. In haar eigen eeredienst, die nu .nog den stempel draagt, eens door die apos telen van Rusland jiaarop gedrukt, vindt dp Russische Kerk, zoo zjj- onbevangen oordeelt, de schoonste bewijzen voor bet door God ingestelde Pauselijk primaat, dat zij te kwader ure verloochende omi daar voor te ontvangen het cesaropapisme der Moscovitische Czaren. Moge de Kerk van Rusland erkennen, dat het ware „pravo- slavisme", d.w.z. de ware „rechtzinnig heid" bestaat in de vereeniging met de Kerk van Rome, die volgens Cyprianus' woord „de wortel en moeder (is') der Katholieke Kerk, iie Zetel van Petrus en de heerschappij- voerende Kerk, van wedfce Re eenheid der priesterschap uit gaat",6") Want die Kerk 'is waarlijk en doodsbleek va-n schrik werd. „Ik, Jonker van Holland I Ik kom zoo uit Utrechtl" zeide de koster. „o God, mijn arme vader 1 Zij zullen hem dooden!" riep Witte en rende de deur uit. In een oogenblik zat hij te paard en voort jRng het naar Utrecht, van Utrecht naar Kroonenburg, van Kroo- nenburg naai' het slot te Mui-den en van het slot te Muiden naar het lijk zijns vaders. „Vermoord, vtermoord I" riep vrouw Aleid uit toen ze den anderen dag thuis kwam. „De goede Graaf is doodl Ach, waarom hoeft hij om liet, briefje gela chen 1" „Een piek, vader, een piek of een lams!" zeide nu Jan toen zijne moeder uitgesproken had. „En dan, jongen?" „Dan ga ik naar Kroonenburg om dat te helpen belegeren I Ik ben nu geen Gra- ven-vjjand meerl" „Ik wenschte, dat je het nooit gfeweest was, Jan! Maar, daar staat mijn lans! Ga! En Jan ging om Kroonenburg te hel pen belegeren en innemen. alleen „orthodox", welke Roo-msch Katholiek is-, overeenkomstig Augus- tinus' beteekenisvoll© uitspraak: „Men zal niet aannemen dat gij het ware Katholieke geloof bezit, indien gjj niet leert, dat mien het roomsche geloof heeft te honden."7) Of de Russische Kerk reeds rijp is voor het zetten van deze gewichtige schrede op den weg naar de eenheid en de ware vrijheid? Wij weten het niet. Maar wel weten wij, dat boven het wisselvallige spel der menschelijke berekeningen He wijze voorzienigheid zweeft van Hem, die der volkeren gangen leidt en hun lot bepaalt; van Hem,, wiens genadestoot die per doordringt dan het scherpst gepunte zwaard en die wellicht uit de troebelen der revolutie voor de Russische Kerk een nieuwe aera doet geboren worden van vrijheid, vrucht der vereeniging miet de aloude Moederkerk. Daarvoor s.ijge mede het gebed van Re trouw gebleven kin deren der Kerk met vromen aandrang op tot voor Gods troon. Uit een document, door keizerin Catharina II van Rusland aan Voltaire voor zijn Leven van Peter den Grooten afgestaan, blijkt, dat de geestelijkheid van het Moskousche patriarchaat zich tegen de invoering van de Synode verzette, doch zonder succes. s) Wat die z.g. aanmatiging der pansen ten koste van het gezag der bisschoppen betreft, wijzen wij op de volgende passage der beroemde omzendbrief van Leo XIII „Satis cognitum" over de eenheid der Kerk: „Overigens zijn de Roomsche Opperpriesters hun plicht indachtig, meer dan iemand ver- langend, dat in de Kerk alles zoo blijve voort bestaan als het door God is ingesteld; en even- ais zij daarom de vereischte zorg en waakzaam heid wijden aan het handhaven hnnner eigen macht, zoo waren zij ook steeds bemoeid en znllen dat steeds blijven, om den bisschoppen het hun toekomend gezag te doen toekomen. Wat meer is, alle eerbetoon, alie blijken van gehoorzaamheid aan de bisschoppen bewezen, achten zij bewezen aan zichzelven1*. En dan sluit Leo XIII met het woord van zijn voor ganger Gregorius den Grooten (540—604): M ij n e eer is de eer der geheele Kerk, Mijne eere de volkomen handhaving van het gezag mijner broederen Dan acht ik mij zeiven in waarheid geëerd, wanneer aan geen enkele hunner de rechtmatige eer wordt outhonde n". 3) Vaak was de opperprocurator een officier en in de 18e eeuw placht men in die betrekkiug z.g. „verlichte" mannen te plaatsen, d.w.z. aan hangers der ideeën van Rorssean en Voltaire! i) I. Gagarin, uitstekend op de hoogte van de kerkelijke toestanden in Rusland, schrijft in zijn boek „Le clergé russe „Quand on dit ie Synode, on dit equivaiemment les bureaux d'un minis tère", als men zegt synode dan zegt men feitelijk de bureaux van een ministerie. s) Voor meerdere bijzonderheden verwijzen we naar: „De Russische Staatskerk" door P. Zeegers, („Studiën", 1896) en: „De Heilige Synode der Russische Staatskerk", door L. Westerwoudt, („De Katholiek" 1907). In zijn briet aan Cornelius. r) In een zijner preeken (Sermo CXX no. 13) Zij vonden daar Gerrit van Velsen, Arend van Benskoop, Kostijn van Boter- nesse, Willem van Teilingen en Willem van Zaanden. Graaf Dirk van Kleef, die aan het hoofd der belegeraars stond, wilde hen allen ge vangen nemen en weg doen brengen; maar hiervan wilde het volk niets weten. Zij moesten er hebben aan wie ze hunne wraakzucht Jcoelen konden, en daar de Graaf van Kleef hun dit niet durfde weige ren, gaf hij aan het volk Gerrit van Velsen, Willem van Zaanden en anderen. Vreese- lijk wreekten de boeren zich op hen. Drie ervan werden op een uitgezochte wijze ter dood gebracht. Voor van Velsen had men echter nog geen straf kunnen vinden, die naar hun zin erg genoeg was. Van de anderen vielen er twee in handen van den Jonker van Voorne, en deze liet hen te Dordrecht over brengen. Deze twee waren Heer Hugo van Baarland en Ge rard van Kraaijenhorst. Alleen Heer Wolfert van Borselen, de slimme Zeeuwsche vos, bracht het er af zooals Heer Hugo van Baarland voor speld had. Hij wist zich bij' den jongen Graaf Jan op te dringen en onmisbaar Een Protest. De Fransche regeering zal een protest richten aan de neutrale Staten tegen de moedwillige en ongemotiveerde verwoes tingen in Noord-frankrijk, waarbjj alles wordt vernietigd en bedorven en ook veel roof is gepleegd. Zoo nam generaal Von Fleck de meu belen mee uit het huis, dat hij verliet om er zijn nieuw kwartier mee op te sieren. Op andere plaatsen dwongen de Duitschers de bewoners het baar geld, dat zjj nog hadden af te geven, legden beslag op het meel der Amerikaansche onder steuningscommissies enz. Van Duitsche zijde wordt hiertegen aan gevoerd, dat toen in 1915 de Russen in Koerland terugtrokken de geheele Entente pers er over jubelde, dat de vervolgers slechts puinhoopen zouden vinden. Maar dat rechtvaardigt de Duitsche han delwijze niet. Juist waar de Duitschera altijd beweren zoover boven de Russen )n beschaving uit te steken hadden zjj zich van deze verwoesting la Russe" behooren te onthouden. het lijden aer Belgen. Reuter verneemt, dat de Belgische re geering brieven heeft gekregen, die oog getuigen in Duitschland geschreven heb ben en die het gruwelijk lot van de Bel gische gedeporteerden in de verschillende kampen schetsen. Hier volgen eenige aan halingen: „Het lot der Belgische burgers hier isi ontzettend. De Duitschers laten hen door een hongerrantsoen sterven. Ze zijn vel over been. Gisteren zagen we 13 dooden in het lijkenhuis, vanochtend 14 op een totaal van 3000 tot 4000 gevangenen. Als men ons betrapt, terwijl we dien onge- lukkigen menschen soep of wat andei's eetbaars bezorgen moeten we voor vijf dagen de gevangenis in". Uit een anderen brief: „de toestand wordt onhoudbaar. De rampzalige bur gers sterven als ratten. Eiken dag .wor den er twee of drie dood in hun hut ge vonden. De dokters wijzen alle verant woordelijkheid af. De gedeporteerden kunnen niet „meer zonder hulp wande len. De Belgische burgers bezwijken van uitputting. Door elkaar sterven er dagelijks drie. In een ander kamp heb ben ze ratten levend verslonden. De be handeling, waaraan ze blootstaan, tart alles, wat zich laat denken". De levensmiddelenvoorziening In Duitschland. Wat de levensmiddelen-voorziening in Duitschland betreft, legde Dinsdag Von Batoeki in de commissie van den Rjj dag nogal sombere verklaringen at te maken, tot het volk en de Edelen zijn. heerschzucht moede, hem van het Grafelijke hof wisten te verwijderen. Heer Wolfert evenwel trachtte nu met den Graaf naar Zeeland te vluchten. Dit gelukte hem evenwel niet en door de woedende me nigte werd de machtige Zeeuwsche Edel man te Delft vermoord, zoodat. aan hem het spreekwoord werd bewaarheid: wind gezaaid, storm geoogst. Onder al die gebeurtenissen was Jan steeds bij het leger en Jonker Witte van Haamstede gebleven, en daar hij niet al leen door moed en trouw, maar ook door oen helder hoofd en een deugdzaam hart zich boven vele anderen onderscheidde, hield Witte hem bij zich en stelde hem later tot zijn schildknaap aan. De arme Salomo vond met zijn zuster Lize en haar pleegkind op het kasteel te Haamstede een onderkomen pn beleefde een genisten ouden dag. EINDE,

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1917 | | pagina 1