De Groote Oorlog.
ibesteding.
LGEN
DAG.
Zaterdag 3 Maart 1917.
Dertiende Jaargang
TENBOTER M|J.
ig 6 Maart a. s.,
n te besteden:
pige Aankondiging.
«nstbode gevraagd,
flinke Dienstbode,
No. 27
Mijnt eiken MAANDAG-. WOENSDAG- m VRIIDAGAVOND.
M I verlies van een jl I 11 I verlies I I verlies van M
Dit ut bestaat uit 6 tilaflzMen.
EERSTE BLAD.
PETRUS HOPMANS.
Losse Oorlogsberichten
PALMIRA worden spe-
in en Goeden Vrijdag
iriften, die hiervoor zijn
hierover het volgende:
haepman, redacteur van
;n" in het nummer van
plantenboter, welke uit
elen bestaat, niet valt
ipijzen.
sden Vrijdag dergelijke
•uiken. De N. V. Sana
m heeft thans een spe-
ijdag in den handel ge-
n, in het bovengenoemde
op ons verzoek de door
rachte merken „Sana",
rzocht en heeft ons het
rt, dat in de Sana-Plan-
e e 1 e n volstrekt afwe-
eten van de Sana-Maat-
iden Vrijdag gebruiken."
DAM.
LANTENBOTER
r.
ur der Veillngsvereeniging „Zuid-
e Goes zal op
ïëteit V. O. V. te Goes, des
;s ten elf ure, trachten
>uwen van een nieuw
igsiokaal met Kantoor,
ie Goes".
in teekeningen zijn ad f2,
verkrijgbaar bij de Firma
J-AN LE COIN i'RE te Goes
De Arcliitect
F. G. C. ROTHUIZEN.
ebruari 1917.
i r k o o p i n g van den
>n Boereninspan te
voor de Erven van den
i. -Nieüwenhuijse, zal
sbben op Donderdag
rt 1917.
E. C. VAN DISSEL,
Notaris.
ïrstond of met Mei
n vereischte, bij
ENEWEGE, Hoekekenskerke.
Gevraagd een
ter, hoog loon. Wasch buitens-
HouKNiCK, café „de Kroon",
roes.
a brutaal antwoord teruggege-
i t Hij slechts1: „Mag ik gaan,
aaar tegen den oogsttjjd te-
ge! In dien tijd kan er geene
worden 1"
en zijn gevolg reden ver-
imo sloeg met Jan den weg
rswaal in.
daar aankwamen vonden ze
huit, die naar Gorkum jpoest
e ook voorbij Dordrecht ging,
leiden daar plaats op en den
ivond waren ze zonder op-
Graaf Dirks veste aangeko-
eel zoeken vonden ze een
it, die naar Schiedam moest,
daar opgingen, besloot Sa-
ijn goudstuk te wisselen. Zoo-
telaar evenwel in de handen
mannetje een goudstuk zag,
iemand naar het kasteel en
derbevelhebber juist afwezig
de Heer van Putten zelf.
>mo", zeide hij, „waag je het
is op in Holland te komen,
met goudgeld, edele Heer!"
ndelaar.
(Wordt vervolgd.)
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.90, daarbuiten f 1.10.
«Wonderlijke nummers 6 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
kalf drie en Vrijdag vóór een uuf 's namiddags.
Kantoor v. d. Administratie: Gangepoorfstraaf C 2o9, GOES.
Tel. interc.Directie no. 33. Redactie no. 97.
Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prjjp.
Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 _X bereken)..
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. k contant.
1500
De abonné's op dit blad, in het bezit der door de
directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de
daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden,
GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor:
De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de
gulden bij verlies van beide
handen, voeten of oogen.
Voorts bij ongeneeselijke
verstandsverbijstering
mm gulden bij OSk gulden bij j&Sk gulden bij mt
i li 1 1 hand, voet 1 I 11 I van een 1% I I een
1 ly? of oog; duim; wijsvinger
gulden bij
verlies
van een
duim;
„Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam.
gulden bij
verlies van
eiken anderen
vinger.
bor de genade Gods en de gunst van den
Apostolischen Stoel
bisschop van Breda.
iuisprelaat van Z. H. den Paus, Assistent-
Bisschop bij den Pauselijken troon,
til de Geestelijkheid en de Geloovigen van
ons Bisdom
Zaligheid in den Heer.
In de eerste encycliek, welke Paus
:us X z.g. den 4en Oct. 1903 tot de
isschoppen der katholieke wereld richtte,
raagt Z.H. af: „Wie erkent niet, dat
eden ten dage, nu de menschbeid zich
Jleen door het verstand en haar vrij-heids-
ucht laat leiden, het godsdienstonderricht
et voornaamste middel is om Gods heer
schappij over de menschenharten je her
tellen? Hoevelen zijn er, die vijandig
taan tegenover Christus, die zoowel de
iei'k als het Evangelie verafschuwen,
n(^r uit onwetendheid dan uit boosheid?
t alleen bij de groote menigte, die
iter tot dwaling kan gebracht worden,
■men dit waarnemen, maar ook in be
gaafde kringen en zelfs bij hen, die
jp ander gebied hooger ontwikkeld zijn.
Vandaar dat het geloof bij velen kwijnt,
want het is niet waar, dat het geloof door
vermeerdering yan wetenschap zou ver
stikt worden; veeleer geschiedt dit door
te weinig ontwikkeling. Hoe grooter de on
wetendheid, hoe grooter de afval van het
geloof." Den löen April 1905 komt de
zelfde Paus op hetzelfde onderwerp te
rug en erkent met droefheid, „dat het
godsdienstig verval onzer dagen en de
rampzalige gevolgen, die daaruit voort
vloeien, hoofdzakelijk moeten geweten
worden aan de onwetendheid der godde
lijke zaken. Helaas, terecht wordt ge
slaagd, dat er tegenwoordig onder het
christenvolk zeer velen gevonden worden,
die in verregaande onwetendheid verkee-
ren omtrent de zaken, die zij 'moeten we
ten om zalig te worden. En dat niet
alleen onder de lagere klassen, maar ook
en vooral bij de hoogere, die wel be
schaafd zijn en profane wetenschap bezit
ten, maar met betrekking tot den gods
dienst onverschillig voortleven."
De overweging dezer treffende .en ge
zaghebbende woorden, beminde diocesa-
nen, heeft ons doen besluiten, U te on
derhouden over het onderwerp, dat sinds
lang onze herderlijke bezorgdheid gaan
de maakt, namelijk het godsdiens tonjier-
ï'icht.
De voornaamste wetenschap, welke wij
moeten beoefenen, is de godsdienstleer,
niet alleen om haar goddelijken oorsprong,
maar ook en vooral omdat zij ons leert,
wat wij moeten doen om 'zalig te worden.
Nadat God voorheen vele malen en op
velerlei wijze tot de Vaderen gesproken
had door de Profeten, sprak Hij in de vol
heid der tijden tot ons door zijn Zoon 1).
Ruim negentien eeuwen geleden daalde
de Zoon Gods uit den hemel neder, nami
de menschelijke natuur aan, verbleef drie-
en-dertig jaren op aarde en besteedde de
drie laatste jaren uitsluitend om zijn god
delijke leer aan de menschen te verkon
digen. Vóór zijn hemelvaart heeft Jezus
de Apostelen aangesteld om zijn goddelijke
leer verder over de wereld'te versprei
den. „Gaat en onderwijst alle volken, hen
leerende en onderhouden alles wat ik!
u geboden heb. En zie, ik ben met u al
de dagen tot aan de voleinding der we
reld 2). Het onfeilbaar leeraarsambt,
doortdeze woorden van Christus ingesteld,
wordt uitgeoefend door den Paus en dé
Bisschoppen, als wettige opvolgers van
Petrus en de Apostelen; zij zjjn het, die
ons de goddelijke leer bljjVen voorhouden,
welke ons den weg wijst naar den he
mel door ons te leeren, wat wij1 moeten
doen om zalig te worden. Is de H. Kerk
door alle eeuwen heen de bevorderaar
ster geweest van de wetenschappen, de
wijl deze zooveel tot den voorspoed der
maatschappij en het geluk van den memsch
'kunnen bijbrengen, de christelijke leer
werd tje allen tijde, als boven alle an
dere verheven, naar den voorgrond gescho
ven, daar zij onze onmisbare geleidster
is op den weg naar onze eeuwige zaligheid.
Wat zal het den mensch baten alle ta
len Je spreken, ingewikkelde wijsgeerige
vraagstukken te kunnen oplossen, diep
doorgedrongen te zijn in alle menschelijke
wetenschappen, als voor hem een geslo
ten hoek is gebleven de leer, die hemJ
onderricht omtrent zijn eenig noodzake
lijken plicht, God -dienen en daardoor in
den hemel komen.
Om den geloovigen van kindsbeen af de
onmisbare geloofskennis bij te brengen,
wordt getrouwe samenwerking v-ereisoht
van huisgezin, kerk en school.
Een onafwijsbare plicht, den ouders door
het huwelijk opgelegd, is hun kinderen
christelijk op te voeden. Zoodra het ver
stand begint te ontluiken, moeten zij hun
kinderen spreken over God, den Schep
per, over Jezus, den Verlosser, over den
hemel, bestemd voor allen, die braaf en
deugdzaam leven. Zij moeten hun kin
deren van hun prilste jeugd af het heilig
kruisteeken leeren maken, de 'heilige na
men van Jezus en Maria leeren uitspreken,
de eerste gebeden van buiten doen lee
ren, de geloofswaarheden, die ieder chris
ten moet kennen, voortdurend voorhou
den en diep in het geheugen prenten, de
verkeerde neigingen, die zij in het kind
ontwaren, tegengaan, en goede hoedanig
heden trachten aan te kweekem.
Is eenmaal de tijd aangebroken, dat het
kind de school gaat bezoeken, om ,van
den priester en den onderwijzer godsdienst
onderwijs Üe ontvangen, dan worden de
ouders geenszins van den natuurlijken
plicht, om hun kinderen godsdienstig op
te voeden, ontslagen. Op de ouders rust de
taak, het werk van den priester en den
onderwijzer te steunen en te bevorde
ren, wat zij met vrucht zullen doen door
hun kinderen thuis de les te laten lee
ren, de geleerde les te overhooren em
te zorgen, dat de kinderen getrouw de
katechismiuslessen bijwonen. Mogen wij
hier'niet met herderlijke bezorgdheid vra
gen of niet veel ouders aan dezen duren
plicht te kort schieten? Zal niet ieder
welgezinde met ons betreuren, dat vooral
in de pteden sommige ouders zich geen
moeite meer getroosten om hun kinderen
in den godsdienst te onderrichten, dat er
ouders gevonden worden, die in den waan
verkeeren dien plicht geheel van zich te
mogen afschuiven en te kunnen overdra
gen op den priester, op Broeders, Zus
ters of onderwijzers, ja er zich zelfs niet
meer om bekreunen, of de katechismus
door hun kinderen wordt bijgewoond?
En in plaats van den .priester en den
onderwijzer tegenover hun ondeugende
kinderen te steunen, durven sommige
ouders zich vermeten genen in het onge
lijk te stellen, het gezag te ondermijnen,
zelfs tegen den priester uit te varen, als
deze, plichtgetrouw en vol ijver voor het
heil der hem toevertrouwde kinderen, de
ouders komt wijzen op hun plicht, te
zorgen, dat de kinderen den katechismus
bijwonen en te voren hun les leeren,
en ook 'de school niet verzuimen.
Stellen zulke plichtvergeten ouders nog
eenig belang in ontwikkeling hunner kin
deren, dan geven zij de voorkeur aan
die kundigheden, welke hun eenig voor
deel kunnen opleveren in de wereld, boven
de eenig noodzakelijke kennis der ge
loofswaarheden, welke hen tot hun eeuwig
geluk moet leiden. Moeten wij- niet met
recht klagen, dat de godsdienstige op
voeding der kinderen somtijds wordt ver
waarloosd? Hoevelen moeten zonder de
gelijk onderlegd te zijn in de godsdienst
kennis den zwaren strijd voor geloof en
deugd tegemoet treden? Wat zal er gewor
den van die verwaarloosde, onwetende
kinderen te midden van die dreigende ge-
J varen van ongeloof en zedenbederf, waar
aan zij op lateren leeftijd worden blootge-
I steld in fabrieken en werkplaatsen, als
daar Hoor allerlei drogredenen de dwaal
leer als waarheid wordt opgedrongen, als
ongeloovige en zedelooze geschriften feni
bladen hun in de handen worden gespeeld,
als zij gedwongen worden gesprekken aan
te hooren, waarin gespot wordt met God
en godsdienst en de engelachtige deugd
door onzedige taal en schunnige kwink
slagen voortdurend wordt bedreigd? Zal
hier niet in vervuiling gaan het woord
der H. Schrift: Slechte gesprekken be
derven goede zeden 3). Mogen de ouders
toch ter harte nemen de dringende ver
maning van het Provinciaal Concilie van
Utrecht: „De ouders moeten hun kinderen
van jongs af de eerste geloofswaarheden,
liefde voor de deugd inprenten en hen
deugdzaam leeren leven: Zij moeten hun
kinderen ook zorgvuldig ondervragen over
hetgeen dezen in den katechismus gehoord
hebben en over hetgeen zij-'van het chris
telijk leven en van den godsdienst moe>-
ten weten; want niet zelden gebeurt het,
dat de kinderen, hetgeen zij van den
priester geleerd hebben, vergeten, als zij
niet worden aangespoord om het geleerde
ook buiten de kerk te herhalen; en wat
door den priester met veel moeite werd
opgebouwd, valt in duigen, indien bin
nen de muren der ouderlijke woning alle
christelijke onderriem wordt verwaarloosd.
Dat in ieder huisgezin een katechismus
worde gevonden, die als grondslag van
alle godsdienstig leven voortdurend moet
doorlezen en met aandacht moet overwo
gen worden". 4) (Slot volgt.)
1) Hebr. I, 1. 2) Metth. XXVIII, 19-20.
3) 1 Cor. XV, 33. 4) Cone. Ptov., Tit.
Ill Cap. VI.
De rede van den rijkskanselier.
Duitsche Persstemmen.
Over de rede van den rijkskanselier
gaven o.a. de „Deutsche Tageszeitung"
en het „Berliner Tageblatt" beschouwjm
gen ten beste.
Daar deze beide bladen juist de twee
voornaamste vertegenwoordigers van twee
uiteenloopende richtingen van 't Duitsche
volk zijn, kan men uit hun beschouwing vei
lig concludeeren, dat Bethmann-Hollweg's
woorden de rechtsche partijen meer heb
ben bevredigd dan de linksche. Welis
waar maakt de „Tagesztg." eenig voor
behoud, maar zij zegt, dat zij de oph
merking van den kanselier in velerlei op
zicht kan bijvallen. Het blad is het ech-
ter alleen niet eens, waar het de oor
logsdoeleinden betreft, en vindt de for
muleering van den rijkskanselier niet zoo-
helder en positief, als wel te wenschen
zou zijn, ja eigenlijk noodzakelijk is, ter
vermijding van velerlei misverstand. Het
blad spreekt verder de hoop uit, dat de
kanselier zal hesluiten binnenkort de doel
einden, die moeten worden bereikt, om
de Duitsche toekomst duurzaam eu wer
kelijk te beveiligen, nog duidelijker en
positiever aan te geven. De „Tagesztg."
prijst de woorden van den rijkskanse
lier over het monarchistisch princi
pe, dat met de militaire kracht de vei
ligheid van het Duitsche rijk waarborgt.
Het „Berliuer Tageblatt" geeft minder blij
ken van instemming. Het blad had in
de eerste plaats willen hooren, of het
vredesaanbod nog steeds van kracht is, en
is daarom niet bevredigd door hetgeen
gezegd is omtrent de oorlogsdoeleinden.
In tegenstelling met de „Deutsche Tages
ztg.", die had willen hooren, wat de kan
selier als minimum-voorwaarden wilde op
stellen, had het „Berliner Tageblatt" de
verklaring wenschelijk gevonden, omtrent
datgene, wat men niet wenschte te be
reiken. Ook over de nieuwe oriënteering
is het „Berliner Tageblatt" het niet met
den rijkskanselier eens, daar de verkla
ring hieromtrent te weinig positief is. Het
geen de kanselier over den militairen toe
stand en wel voornamelijk ten opzichte
van Engeland en Amerika zeide, vindt
ook instemming bij het „Berliner Tage
blatt". i („C.")
Engelsche Persstemmen.
LONDEN, 28 Februari. (R.O.) in een
bespreking van de rede van v. Bethmaim
Heilweg merkt de „Westminster Gazette"
o.a. op, dat wat hij zeide, een soort pa
rodie lijkt. Zoo o.a. de verklaring, dat
Duitschland de heilige wetten der men-
schelijkheid nakomt. Wij zien den Duit-
schen wetgever daar zitten om den Hol
landers, wier schepen hij met bommen
heeft bestookt en getorpedeerd, uit te leg
gen, dat hij hen werkelijk zeer aan zich
verplicht heeft, en dat zij hem zeer dank
baar moeten zijn in plaats van hem te
berispen.
De blokkade van Duitschland, zegt het
blad verder, heeft dit land grootendeels
zichzelf opgelegd. Het grootste -deel1 van
zijn voorraden kwam vóór den oorlog van
vijandelijke landen, waarvan het vrijKvil-
lig zich zelf heeft afgesneden door zich
in den oorlog te werpen.
Verder kan een groot deel van het
overige benoodigde door zijn eigen ar
beiders verschaft worden, als deze niet
in dienst stonden van het leger en de
munitie-industrieën. Dit geldt b. v. voor
suiker en melk. Van deze laatste wordt
o.a. nitro glycerine gemaakt. Wij beletten
Duitschland nu van buiten voorraden te
betrekken, die het door eigen verkiezing
mist door het laten arbeiden van werk
lieden in de wapenfabrieken. Nooit vóór
dezen oorlog heeft het ontkend, dat dit
een wettig gebruik is van de zeemacht,
integendeel.
De Duitsche regeering en onze getorpedeerde
Staatssecretaris Zimmerman heeft in
den Rijksdag verklaard: Schiffer (een lid
van den Rijksdag, die na den kanselier had
gesproken) betreurt de ramp, welke de
Hollandsche stoomschepen voor eenige da
gen getroffen heeft. Ik sluit mij namens
de regeering hierbij aan.
Onzerzijds is niets verzuimd om de
ramp te voorkomen. In geen geval heeft
de keizerlijke regeering schuld. De Hol
landsche reeders wenschten hun sche
pen uit de Engelsche havens te doen ver
trekken. Eerst had men hun den lOden Fe
bruari voorgesteld, toen zij met abso
lute veiligheid konden vertrekken. Zij wa
ren toen vermoedelijk nog niet reisvaar
dig. Dan werden hun de 22ste Februari
en de 17e Maart voorgesteld, de 22ste
Februari met de uitdrukkelijke bemerking,
dat hun op dezen dag slechts relatieve
veiligheid kon verzekerd worden. Eerst
den 17den Maart was positieve veilig
heid gewaarborgd.
Relatieve veiligheid kon slechts daarom
gegeven worden, wijl mogelijkerwijs de
onderzeeërs, welke onderweg waren, niet
alle de instructie zouden ontvangen om
de Hollandsche schepen te laten passee-
ren.
De marine-autoriteiten deden alles, na
dat de Hollandsche reeders niettegenstaan
de herhaalde waarschuwingen toch voor
den 22sten Februari besloten, om de in
structie aan alle onderzeeërs te doen toe
komen. Dat schijnt echter niet gelukt te
zijn. Echter is nog geen volledig rapport
uit te brengen over het geval, dat klaar
blijkelijk aan torpedeering door een Duit
sche duikboot m-oet toegeschreven wor
den.
Nogmaals druk ik er mijn spijt over
uit, -dat de Hollandsche handelsvloot
waardevolle schepen verloor. Dit feit be
wijst, hoe gevaarlijk het bevaren van het
versperde gebied is.
Ik druk nogmaals den wensch uit, dat
de neutrale scheepvaart de vaart opgev-e
en zijn schepen o-plegge. Zij zal daarbij
haar belangen dienen en er belangrijk
toe bijdragen, dat het gewenschbe doel
de vrijheid der zeeën snel bereikt worde.
Een Fransch-Engelsche conferentie.
PARIJS, '28 Febr. Het ministerie van
buitenlandsche zaken deelt mede: Maan
dag en Dinsdag had te Calais een Fransch-
Engelsche conferentie plaats, waaraan
van Fransche zijde deelnamen Briand on
de generaals Lyautey en Nivelle en v.ui
Engelsche zijde Lloyd George, generaal
Robertson en maarschalk Douglas Raig.
De strijd In Azië.
LONDEN. Officieel wordt uit Mesopo
tamia gemeld
De scherpe achtervolging werd Maandig
voortdurend gehandhaafd. De vooruitge
schoven troepen grepen in den namiddag
den vijand op den linkeroever van don
Tigris van drie kanten over een fro.it
van 30 mijl ten W.N.W. van Kut-el-Amani
aan. De vijand liet hoeveelheden wape
nen en uitrustingsstukken achter en wieip
vier houwitsers in de rivier. Wij herover
den de kanonneerboot, welke vroeger lij
den terugtocht van Tesiphon verloren
ging. Wij veroverden ook een Turksch
schip en vernielden een ander. Zondag
maakten wij 360, Maandag 161 gevai-
genen. I i -
Amerlxa en Engeland.
D-e Frankf. Ztg. verneemt uit New-
York: Een groot deel van de New-York-
sche pers, de rede van Lloy-d Georgo
besprekende, is van meerling, dat het En
gelsche besluit den invoer te beperken,
den economischen toestand der Vereenig-
de Staten verergert. Om aan de crisis
een einde te maken, zal derhalve er naar
m-oete nworden gestreefd den duikboot-
oorlog zap spoedig mogelijk te doen ein
digen.
Amerika en Oostenrijk.
Naar de Weener Ztg. verneemt, vormt
de laatste daar overhandigde Amerikaan-
sche nota nog het onderwerp van een
zorgvuldig onderzoek.
Het verkeer tusschen het mirösterio
van buitenlandsche zaken en het Ame
rikaanscbe gezantschap is voortdurend
zeer levendig.
Uit Washington meldt men echter, dal
de breuk met Oostenrijk onvermijdelijk is.
Zweden en de Oorlog.
In de Deutsche Tagesztg. schrijft Re
ventlow, dat de wereldoorlog thans een
beslissend stadium- is ingetreden. Het mu
nitievraagstuk zal een beslissende rol spe
len. Pe Engelsch-Zweedsch© conferentie,
schijnt piet tot het gewenschte resultaat
gevoerd te hebben. Engeland en Rus
land schijnen echter vast besloten tot 't.
verlangde resultaat te komen, hoe dan
ook. pat de Zweedsche regeering van 't
parlement de middelen heeft gevraagd, om
de neutraliteit te beschermen, is een toe
ken, dat zij ook den ernst van den toe
stand jnzien. Reventiow zegt, dat het wei
geren van 30 millioen kronen een aanval
der linksche partijen is, die ten toel heeft
Hamimerskjold Jen val te brengen. Re
ventlow wil niet den profeet uithangen,
maar gelooft .met Stockholms - Dagblad,
dat Zweden wel eens plotseling voor be
slissingen kan worden geplaatst, daar de
munitieverzorging yan Rusland een le
venskwestie voor de Entente is. Der
halve js de ontwikkeling der gebeurte
nissen van zeer groot gewicht en iedero
toegeeflijkheid yan Z.weden zou wel een^
het yerlies der onafhankelijkheid van dit
land kunnen beteekenen.
De „Orleans."
PARIJS. Kapitein Tucker, commandant
van het stoomschip „Orleans", dat te Bor
deaux aankwam, werd door den correspon
dent van het „Journal" geïnterviewd.
Hij verklaarde, dat hij geen enkel oogen*
blik op weg verontrust is, ofschoon hij
geen enkele wijziging had gebracht in
het vaarplan.
Vliegeractiviteit.
LONDEN. De admiraliteit deelt mede,
dat marinevliegtuigen den 25sten een aan
val op de staalfabrieken van Brebach ten
Zuid-Oosten van Saarbrücken gedaan heb
ben. Verscheidene luchtgevechten hadden
plaats. Een vijandelijk vliegtuig is ver
nield.