De Groote Oorlog. ibesteding. LGEN DAG. Zaterdag 3 Maart 1917. Dertiende Jaargang TENBOTER M|J. ig 6 Maart a. s., n te besteden: pige Aankondiging. «nstbode gevraagd, flinke Dienstbode, No. 27 Mijnt eiken MAANDAG-. WOENSDAG- m VRIIDAGAVOND. M I verlies van een jl I 11 I verlies I I verlies van M Dit ut bestaat uit 6 tilaflzMen. EERSTE BLAD. PETRUS HOPMANS. Losse Oorlogsberichten PALMIRA worden spe- in en Goeden Vrijdag iriften, die hiervoor zijn hierover het volgende: haepman, redacteur van ;n" in het nummer van plantenboter, welke uit elen bestaat, niet valt ipijzen. sden Vrijdag dergelijke •uiken. De N. V. Sana m heeft thans een spe- ijdag in den handel ge- n, in het bovengenoemde op ons verzoek de door rachte merken „Sana", rzocht en heeft ons het rt, dat in de Sana-Plan- e e 1 e n volstrekt afwe- eten van de Sana-Maat- iden Vrijdag gebruiken." DAM. LANTENBOTER r. ur der Veillngsvereeniging „Zuid- e Goes zal op ïëteit V. O. V. te Goes, des ;s ten elf ure, trachten >uwen van een nieuw igsiokaal met Kantoor, ie Goes". in teekeningen zijn ad f2, verkrijgbaar bij de Firma J-AN LE COIN i'RE te Goes De Arcliitect F. G. C. ROTHUIZEN. ebruari 1917. i r k o o p i n g van den >n Boereninspan te voor de Erven van den i. -Nieüwenhuijse, zal sbben op Donderdag rt 1917. E. C. VAN DISSEL, Notaris. ïrstond of met Mei n vereischte, bij ENEWEGE, Hoekekenskerke. Gevraagd een ter, hoog loon. Wasch buitens- HouKNiCK, café „de Kroon", roes. a brutaal antwoord teruggege- i t Hij slechts1: „Mag ik gaan, aaar tegen den oogsttjjd te- ge! In dien tijd kan er geene worden 1" en zijn gevolg reden ver- imo sloeg met Jan den weg rswaal in. daar aankwamen vonden ze huit, die naar Gorkum jpoest e ook voorbij Dordrecht ging, leiden daar plaats op en den ivond waren ze zonder op- Graaf Dirks veste aangeko- eel zoeken vonden ze een it, die naar Schiedam moest, daar opgingen, besloot Sa- ijn goudstuk te wisselen. Zoo- telaar evenwel in de handen mannetje een goudstuk zag, iemand naar het kasteel en derbevelhebber juist afwezig de Heer van Putten zelf. >mo", zeide hij, „waag je het is op in Holland te komen, met goudgeld, edele Heer!" ndelaar. (Wordt vervolgd.) Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.90, daarbuiten f 1.10. «Wonderlijke nummers 6 cent, dubbele bladen 10 cent. Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór kalf drie en Vrijdag vóór een uuf 's namiddags. Kantoor v. d. Administratie: Gangepoorfstraaf C 2o9, GOES. Tel. interc.Directie no. 33. Redactie no. 97. Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prjjp. Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 _X bereken).. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. k contant. 1500 De abonné's op dit blad, in het bezit der door de directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor: De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de gulden bij verlies van beide handen, voeten of oogen. Voorts bij ongeneeselijke verstandsverbijstering mm gulden bij OSk gulden bij j&Sk gulden bij mt i li 1 1 hand, voet 1 I 11 I van een 1% I I een 1 ly? of oog; duim; wijsvinger gulden bij verlies van een duim; „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam. gulden bij verlies van eiken anderen vinger. bor de genade Gods en de gunst van den Apostolischen Stoel bisschop van Breda. iuisprelaat van Z. H. den Paus, Assistent- Bisschop bij den Pauselijken troon, til de Geestelijkheid en de Geloovigen van ons Bisdom Zaligheid in den Heer. In de eerste encycliek, welke Paus :us X z.g. den 4en Oct. 1903 tot de isschoppen der katholieke wereld richtte, raagt Z.H. af: „Wie erkent niet, dat eden ten dage, nu de menschbeid zich Jleen door het verstand en haar vrij-heids- ucht laat leiden, het godsdienstonderricht et voornaamste middel is om Gods heer schappij over de menschenharten je her tellen? Hoevelen zijn er, die vijandig taan tegenover Christus, die zoowel de iei'k als het Evangelie verafschuwen, n(^r uit onwetendheid dan uit boosheid? t alleen bij de groote menigte, die iter tot dwaling kan gebracht worden, ■men dit waarnemen, maar ook in be gaafde kringen en zelfs bij hen, die jp ander gebied hooger ontwikkeld zijn. Vandaar dat het geloof bij velen kwijnt, want het is niet waar, dat het geloof door vermeerdering yan wetenschap zou ver stikt worden; veeleer geschiedt dit door te weinig ontwikkeling. Hoe grooter de on wetendheid, hoe grooter de afval van het geloof." Den löen April 1905 komt de zelfde Paus op hetzelfde onderwerp te rug en erkent met droefheid, „dat het godsdienstig verval onzer dagen en de rampzalige gevolgen, die daaruit voort vloeien, hoofdzakelijk moeten geweten worden aan de onwetendheid der godde lijke zaken. Helaas, terecht wordt ge slaagd, dat er tegenwoordig onder het christenvolk zeer velen gevonden worden, die in verregaande onwetendheid verkee- ren omtrent de zaken, die zij 'moeten we ten om zalig te worden. En dat niet alleen onder de lagere klassen, maar ook en vooral bij de hoogere, die wel be schaafd zijn en profane wetenschap bezit ten, maar met betrekking tot den gods dienst onverschillig voortleven." De overweging dezer treffende .en ge zaghebbende woorden, beminde diocesa- nen, heeft ons doen besluiten, U te on derhouden over het onderwerp, dat sinds lang onze herderlijke bezorgdheid gaan de maakt, namelijk het godsdiens tonjier- ï'icht. De voornaamste wetenschap, welke wij moeten beoefenen, is de godsdienstleer, niet alleen om haar goddelijken oorsprong, maar ook en vooral omdat zij ons leert, wat wij moeten doen om 'zalig te worden. Nadat God voorheen vele malen en op velerlei wijze tot de Vaderen gesproken had door de Profeten, sprak Hij in de vol heid der tijden tot ons door zijn Zoon 1). Ruim negentien eeuwen geleden daalde de Zoon Gods uit den hemel neder, nami de menschelijke natuur aan, verbleef drie- en-dertig jaren op aarde en besteedde de drie laatste jaren uitsluitend om zijn god delijke leer aan de menschen te verkon digen. Vóór zijn hemelvaart heeft Jezus de Apostelen aangesteld om zijn goddelijke leer verder over de wereld'te versprei den. „Gaat en onderwijst alle volken, hen leerende en onderhouden alles wat ik! u geboden heb. En zie, ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der we reld 2). Het onfeilbaar leeraarsambt, doortdeze woorden van Christus ingesteld, wordt uitgeoefend door den Paus en dé Bisschoppen, als wettige opvolgers van Petrus en de Apostelen; zij zjjn het, die ons de goddelijke leer bljjVen voorhouden, welke ons den weg wijst naar den he mel door ons te leeren, wat wij1 moeten doen om zalig te worden. Is de H. Kerk door alle eeuwen heen de bevorderaar ster geweest van de wetenschappen, de wijl deze zooveel tot den voorspoed der maatschappij en het geluk van den memsch 'kunnen bijbrengen, de christelijke leer werd tje allen tijde, als boven alle an dere verheven, naar den voorgrond gescho ven, daar zij onze onmisbare geleidster is op den weg naar onze eeuwige zaligheid. Wat zal het den mensch baten alle ta len Je spreken, ingewikkelde wijsgeerige vraagstukken te kunnen oplossen, diep doorgedrongen te zijn in alle menschelijke wetenschappen, als voor hem een geslo ten hoek is gebleven de leer, die hemJ onderricht omtrent zijn eenig noodzake lijken plicht, God -dienen en daardoor in den hemel komen. Om den geloovigen van kindsbeen af de onmisbare geloofskennis bij te brengen, wordt getrouwe samenwerking v-ereisoht van huisgezin, kerk en school. Een onafwijsbare plicht, den ouders door het huwelijk opgelegd, is hun kinderen christelijk op te voeden. Zoodra het ver stand begint te ontluiken, moeten zij hun kinderen spreken over God, den Schep per, over Jezus, den Verlosser, over den hemel, bestemd voor allen, die braaf en deugdzaam leven. Zij moeten hun kin deren van hun prilste jeugd af het heilig kruisteeken leeren maken, de 'heilige na men van Jezus en Maria leeren uitspreken, de eerste gebeden van buiten doen lee ren, de geloofswaarheden, die ieder chris ten moet kennen, voortdurend voorhou den en diep in het geheugen prenten, de verkeerde neigingen, die zij in het kind ontwaren, tegengaan, en goede hoedanig heden trachten aan te kweekem. Is eenmaal de tijd aangebroken, dat het kind de school gaat bezoeken, om ,van den priester en den onderwijzer godsdienst onderwijs Üe ontvangen, dan worden de ouders geenszins van den natuurlijken plicht, om hun kinderen godsdienstig op te voeden, ontslagen. Op de ouders rust de taak, het werk van den priester en den onderwijzer te steunen en te bevorde ren, wat zij met vrucht zullen doen door hun kinderen thuis de les te laten lee ren, de geleerde les te overhooren em te zorgen, dat de kinderen getrouw de katechismiuslessen bijwonen. Mogen wij hier'niet met herderlijke bezorgdheid vra gen of niet veel ouders aan dezen duren plicht te kort schieten? Zal niet ieder welgezinde met ons betreuren, dat vooral in de pteden sommige ouders zich geen moeite meer getroosten om hun kinderen in den godsdienst te onderrichten, dat er ouders gevonden worden, die in den waan verkeeren dien plicht geheel van zich te mogen afschuiven en te kunnen overdra gen op den priester, op Broeders, Zus ters of onderwijzers, ja er zich zelfs niet meer om bekreunen, of de katechismus door hun kinderen wordt bijgewoond? En in plaats van den .priester en den onderwijzer tegenover hun ondeugende kinderen te steunen, durven sommige ouders zich vermeten genen in het onge lijk te stellen, het gezag te ondermijnen, zelfs tegen den priester uit te varen, als deze, plichtgetrouw en vol ijver voor het heil der hem toevertrouwde kinderen, de ouders komt wijzen op hun plicht, te zorgen, dat de kinderen den katechismus bijwonen en te voren hun les leeren, en ook 'de school niet verzuimen. Stellen zulke plichtvergeten ouders nog eenig belang in ontwikkeling hunner kin deren, dan geven zij de voorkeur aan die kundigheden, welke hun eenig voor deel kunnen opleveren in de wereld, boven de eenig noodzakelijke kennis der ge loofswaarheden, welke hen tot hun eeuwig geluk moet leiden. Moeten wij- niet met recht klagen, dat de godsdienstige op voeding der kinderen somtijds wordt ver waarloosd? Hoevelen moeten zonder de gelijk onderlegd te zijn in de godsdienst kennis den zwaren strijd voor geloof en deugd tegemoet treden? Wat zal er gewor den van die verwaarloosde, onwetende kinderen te midden van die dreigende ge- J varen van ongeloof en zedenbederf, waar aan zij op lateren leeftijd worden blootge- I steld in fabrieken en werkplaatsen, als daar Hoor allerlei drogredenen de dwaal leer als waarheid wordt opgedrongen, als ongeloovige en zedelooze geschriften feni bladen hun in de handen worden gespeeld, als zij gedwongen worden gesprekken aan te hooren, waarin gespot wordt met God en godsdienst en de engelachtige deugd door onzedige taal en schunnige kwink slagen voortdurend wordt bedreigd? Zal hier niet in vervuiling gaan het woord der H. Schrift: Slechte gesprekken be derven goede zeden 3). Mogen de ouders toch ter harte nemen de dringende ver maning van het Provinciaal Concilie van Utrecht: „De ouders moeten hun kinderen van jongs af de eerste geloofswaarheden, liefde voor de deugd inprenten en hen deugdzaam leeren leven: Zij moeten hun kinderen ook zorgvuldig ondervragen over hetgeen dezen in den katechismus gehoord hebben en over hetgeen zij-'van het chris telijk leven en van den godsdienst moe>- ten weten; want niet zelden gebeurt het, dat de kinderen, hetgeen zij van den priester geleerd hebben, vergeten, als zij niet worden aangespoord om het geleerde ook buiten de kerk te herhalen; en wat door den priester met veel moeite werd opgebouwd, valt in duigen, indien bin nen de muren der ouderlijke woning alle christelijke onderriem wordt verwaarloosd. Dat in ieder huisgezin een katechismus worde gevonden, die als grondslag van alle godsdienstig leven voortdurend moet doorlezen en met aandacht moet overwo gen worden". 4) (Slot volgt.) 1) Hebr. I, 1. 2) Metth. XXVIII, 19-20. 3) 1 Cor. XV, 33. 4) Cone. Ptov., Tit. Ill Cap. VI. De rede van den rijkskanselier. Duitsche Persstemmen. Over de rede van den rijkskanselier gaven o.a. de „Deutsche Tageszeitung" en het „Berliner Tageblatt" beschouwjm gen ten beste. Daar deze beide bladen juist de twee voornaamste vertegenwoordigers van twee uiteenloopende richtingen van 't Duitsche volk zijn, kan men uit hun beschouwing vei lig concludeeren, dat Bethmann-Hollweg's woorden de rechtsche partijen meer heb ben bevredigd dan de linksche. Welis waar maakt de „Tagesztg." eenig voor behoud, maar zij zegt, dat zij de oph merking van den kanselier in velerlei op zicht kan bijvallen. Het blad is het ech- ter alleen niet eens, waar het de oor logsdoeleinden betreft, en vindt de for muleering van den rijkskanselier niet zoo- helder en positief, als wel te wenschen zou zijn, ja eigenlijk noodzakelijk is, ter vermijding van velerlei misverstand. Het blad spreekt verder de hoop uit, dat de kanselier zal hesluiten binnenkort de doel einden, die moeten worden bereikt, om de Duitsche toekomst duurzaam eu wer kelijk te beveiligen, nog duidelijker en positiever aan te geven. De „Tagesztg." prijst de woorden van den rijkskanse lier over het monarchistisch princi pe, dat met de militaire kracht de vei ligheid van het Duitsche rijk waarborgt. Het „Berliuer Tageblatt" geeft minder blij ken van instemming. Het blad had in de eerste plaats willen hooren, of het vredesaanbod nog steeds van kracht is, en is daarom niet bevredigd door hetgeen gezegd is omtrent de oorlogsdoeleinden. In tegenstelling met de „Deutsche Tages ztg.", die had willen hooren, wat de kan selier als minimum-voorwaarden wilde op stellen, had het „Berliner Tageblatt" de verklaring wenschelijk gevonden, omtrent datgene, wat men niet wenschte te be reiken. Ook over de nieuwe oriënteering is het „Berliner Tageblatt" het niet met den rijkskanselier eens, daar de verkla ring hieromtrent te weinig positief is. Het geen de kanselier over den militairen toe stand en wel voornamelijk ten opzichte van Engeland en Amerika zeide, vindt ook instemming bij het „Berliner Tage blatt". i („C.") Engelsche Persstemmen. LONDEN, 28 Februari. (R.O.) in een bespreking van de rede van v. Bethmaim Heilweg merkt de „Westminster Gazette" o.a. op, dat wat hij zeide, een soort pa rodie lijkt. Zoo o.a. de verklaring, dat Duitschland de heilige wetten der men- schelijkheid nakomt. Wij zien den Duit- schen wetgever daar zitten om den Hol landers, wier schepen hij met bommen heeft bestookt en getorpedeerd, uit te leg gen, dat hij hen werkelijk zeer aan zich verplicht heeft, en dat zij hem zeer dank baar moeten zijn in plaats van hem te berispen. De blokkade van Duitschland, zegt het blad verder, heeft dit land grootendeels zichzelf opgelegd. Het grootste -deel1 van zijn voorraden kwam vóór den oorlog van vijandelijke landen, waarvan het vrijKvil- lig zich zelf heeft afgesneden door zich in den oorlog te werpen. Verder kan een groot deel van het overige benoodigde door zijn eigen ar beiders verschaft worden, als deze niet in dienst stonden van het leger en de munitie-industrieën. Dit geldt b. v. voor suiker en melk. Van deze laatste wordt o.a. nitro glycerine gemaakt. Wij beletten Duitschland nu van buiten voorraden te betrekken, die het door eigen verkiezing mist door het laten arbeiden van werk lieden in de wapenfabrieken. Nooit vóór dezen oorlog heeft het ontkend, dat dit een wettig gebruik is van de zeemacht, integendeel. De Duitsche regeering en onze getorpedeerde Staatssecretaris Zimmerman heeft in den Rijksdag verklaard: Schiffer (een lid van den Rijksdag, die na den kanselier had gesproken) betreurt de ramp, welke de Hollandsche stoomschepen voor eenige da gen getroffen heeft. Ik sluit mij namens de regeering hierbij aan. Onzerzijds is niets verzuimd om de ramp te voorkomen. In geen geval heeft de keizerlijke regeering schuld. De Hol landsche reeders wenschten hun sche pen uit de Engelsche havens te doen ver trekken. Eerst had men hun den lOden Fe bruari voorgesteld, toen zij met abso lute veiligheid konden vertrekken. Zij wa ren toen vermoedelijk nog niet reisvaar dig. Dan werden hun de 22ste Februari en de 17e Maart voorgesteld, de 22ste Februari met de uitdrukkelijke bemerking, dat hun op dezen dag slechts relatieve veiligheid kon verzekerd worden. Eerst den 17den Maart was positieve veilig heid gewaarborgd. Relatieve veiligheid kon slechts daarom gegeven worden, wijl mogelijkerwijs de onderzeeërs, welke onderweg waren, niet alle de instructie zouden ontvangen om de Hollandsche schepen te laten passee- ren. De marine-autoriteiten deden alles, na dat de Hollandsche reeders niettegenstaan de herhaalde waarschuwingen toch voor den 22sten Februari besloten, om de in structie aan alle onderzeeërs te doen toe komen. Dat schijnt echter niet gelukt te zijn. Echter is nog geen volledig rapport uit te brengen over het geval, dat klaar blijkelijk aan torpedeering door een Duit sche duikboot m-oet toegeschreven wor den. Nogmaals druk ik er mijn spijt over uit, -dat de Hollandsche handelsvloot waardevolle schepen verloor. Dit feit be wijst, hoe gevaarlijk het bevaren van het versperde gebied is. Ik druk nogmaals den wensch uit, dat de neutrale scheepvaart de vaart opgev-e en zijn schepen o-plegge. Zij zal daarbij haar belangen dienen en er belangrijk toe bijdragen, dat het gewenschbe doel de vrijheid der zeeën snel bereikt worde. Een Fransch-Engelsche conferentie. PARIJS, '28 Febr. Het ministerie van buitenlandsche zaken deelt mede: Maan dag en Dinsdag had te Calais een Fransch- Engelsche conferentie plaats, waaraan van Fransche zijde deelnamen Briand on de generaals Lyautey en Nivelle en v.ui Engelsche zijde Lloyd George, generaal Robertson en maarschalk Douglas Raig. De strijd In Azië. LONDEN. Officieel wordt uit Mesopo tamia gemeld De scherpe achtervolging werd Maandig voortdurend gehandhaafd. De vooruitge schoven troepen grepen in den namiddag den vijand op den linkeroever van don Tigris van drie kanten over een fro.it van 30 mijl ten W.N.W. van Kut-el-Amani aan. De vijand liet hoeveelheden wape nen en uitrustingsstukken achter en wieip vier houwitsers in de rivier. Wij herover den de kanonneerboot, welke vroeger lij den terugtocht van Tesiphon verloren ging. Wij veroverden ook een Turksch schip en vernielden een ander. Zondag maakten wij 360, Maandag 161 gevai- genen. I i - Amerlxa en Engeland. D-e Frankf. Ztg. verneemt uit New- York: Een groot deel van de New-York- sche pers, de rede van Lloy-d Georgo besprekende, is van meerling, dat het En gelsche besluit den invoer te beperken, den economischen toestand der Vereenig- de Staten verergert. Om aan de crisis een einde te maken, zal derhalve er naar m-oete nworden gestreefd den duikboot- oorlog zap spoedig mogelijk te doen ein digen. Amerika en Oostenrijk. Naar de Weener Ztg. verneemt, vormt de laatste daar overhandigde Amerikaan- sche nota nog het onderwerp van een zorgvuldig onderzoek. Het verkeer tusschen het mirösterio van buitenlandsche zaken en het Ame rikaanscbe gezantschap is voortdurend zeer levendig. Uit Washington meldt men echter, dal de breuk met Oostenrijk onvermijdelijk is. Zweden en de Oorlog. In de Deutsche Tagesztg. schrijft Re ventlow, dat de wereldoorlog thans een beslissend stadium- is ingetreden. Het mu nitievraagstuk zal een beslissende rol spe len. Pe Engelsch-Zweedsch© conferentie, schijnt piet tot het gewenschte resultaat gevoerd te hebben. Engeland en Rus land schijnen echter vast besloten tot 't. verlangde resultaat te komen, hoe dan ook. pat de Zweedsche regeering van 't parlement de middelen heeft gevraagd, om de neutraliteit te beschermen, is een toe ken, dat zij ook den ernst van den toe stand jnzien. Reventiow zegt, dat het wei geren van 30 millioen kronen een aanval der linksche partijen is, die ten toel heeft Hamimerskjold Jen val te brengen. Re ventlow wil niet den profeet uithangen, maar gelooft .met Stockholms - Dagblad, dat Zweden wel eens plotseling voor be slissingen kan worden geplaatst, daar de munitieverzorging yan Rusland een le venskwestie voor de Entente is. Der halve js de ontwikkeling der gebeurte nissen van zeer groot gewicht en iedero toegeeflijkheid yan Z.weden zou wel een^ het yerlies der onafhankelijkheid van dit land kunnen beteekenen. De „Orleans." PARIJS. Kapitein Tucker, commandant van het stoomschip „Orleans", dat te Bor deaux aankwam, werd door den correspon dent van het „Journal" geïnterviewd. Hij verklaarde, dat hij geen enkel oogen* blik op weg verontrust is, ofschoon hij geen enkele wijziging had gebracht in het vaarplan. Vliegeractiviteit. LONDEN. De admiraliteit deelt mede, dat marinevliegtuigen den 25sten een aan val op de staalfabrieken van Brebach ten Zuid-Oosten van Saarbrücken gedaan heb ben. Verscheidene luchtgevechten hadden plaats. Een vijandelijk vliegtuig is ver nield.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1917 | | pagina 1