Zaterdag 13 Januari 1917.
Dertiende Jaargang
g O of oogg yfeff duim%0 wijsvinger
No. 6.
Verschijnt eiken MAANDAG-. WOU- h VRilDAGAVQHD
Dit nnfluner bestaat mt 6 Mfleii.
EERSTE BLAD.
BINNENLAND.
FE U I L LET OH.
HIBM mm COURAHT
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes 0.90, daarbuiten f 1.10.
Afzonderlijke nummers 6 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag eo Woensdag vóór
fealf drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Kantoor d. Administratie: Gaiuepoorfstraaf C 209, GOES.
Tel. interc.Directie no. 33. Redactie no. 97.
Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Advertentiën van 16 regels ƒ0.60; iedere regel meer 10 Ct
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 6 regels voor 26 Ct. k contant
De abonné's op dit blad, in het bezit der door de 1 gB0 A gulden bij verbes van beide ps gulden bij
directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de jfl 8^ I 1 B banden, voeten of oogen. (H 1 fl verlies van een
daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, g 3 i 1 Voorts bij ongeneeselijke B 1 H band, voet
GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor: I 'vS verstandsverbijstering; of oog;
De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam.
jpS gulden bij g gulden bij gulden bij M
fl S I verlies van een jfl fl I fl I verbes B B fl verbes van m 5^
g hand, voet g fl fi fl I van een KG I 8 een JB m fl
gulden bij
verbes van
eiken andoren
vinger.
Wij wijzen er onze postabonré's nadruk
kelijk op dat het abonnementsgeld bij voor
uitbetaling bedraagt f4.10 en nietf4.—
Zij die nog wenschen vooruit te betalen,
worden dringend verzocht hunne remise zoo
spoedig mogelijk in te zenden, daar er bin
nenkort zal gedisponeerd worden over het
abonnementsgeld Iste kwartaal 1917.
DE ADMINISTRATIE.
Tweede Kamer.
(Zittingen van Woensdag en Donderdag.)
Aan de orde is het ontwerp tervoor-
koming van onredelijke huur-
opd rij ving.
De heer Mendels verwijt den Minis
ter de tegemoetkoming gan de bezwa
ren van verhuurders en mist vooral de
bepaling ter voorkoming van uitzetting
van huurders. Het ontwerp is z i te
laat gekomen, en moet daarom terug
werkende kracht verkrijgen. Ten aanzien
van de huurcommissies heeft spr. ver
schillende juridische bezwaren. Ingrijpen
is dringend noodig. Het samenwonen van
meerdere gezinnen in eene woning neemt
schrikbarend toe. Spr. komt ten slotte
er tegen op; dat de huren van 1 Janu
ari 1916 en niet die van 1 Januari 1915
tot norm zijn genomen, en dat de nieuw
gebouwde woningen zijn uitgeschakeld.
De heer Roodenburg kan met de voor
gestelde maatregelen medegaan, nu bet
beste middel, de Ixtuw van arbeiders
woningen n.l., niet voldoende werkt. Een
zwakke plek in het ontwerp acht spr.
dat de huuroommissie alleen zullen kun
nen behandelen gevallen, die tot hun
kennis worden gebracht. Hij is tegen de
werking van de wet voor duurdere hui
zen dan arbeiders- en kleinere burger
woningen en tegen toekenning van de
bevoegdheid aan verhuurders om de huur
met 10 pCt. te verhoogeu.
De heer Lohman bestrijdt het ontwerp
als inbreuk makende op ons burgerlijk
recht en op- het vrije oeeonomisch ver
keer. De huurgreos maakt voorts inbreuk
op het beginsel van gelijkheid van alle
burgers voor de wet.
De heer Ankerman sluit zich bij des
heeren Lehman's principieele bezwaren
aan en somt nog eenige bezwaren op*.
Hij betwijfelt of de toestanden in ons
„Wind gezaaid, storm gemaaid".
(Een verhaal uit den Graventijd.)
Op het Hollandsch diep en op de
Schelde .had men den wind tegen, en
daar de beste stuurman gestorven was,
en de anderen er nu niet zoo heel veel
van wisten, zoo duurde het heel lang
eer ze Reimerswaal, eene stad op Zuid-
Beveland, bereikt hadden.
„Wat zijn jelui lang weg gebleven",
zei de ridder, die de Hollanders daar
in zijne stevige schuit overnam.
Het was Ridder Hugo van Raarland,
een Zeeuwsch Edelman. Hij behoorde ook
al onder de ontevreden Edelen en ging
met ben naar Bergen op Zoom.
„Ja, wij hebben eenig oponthoud on
derweg gehad", antwoordde een der an
dere. „Maar, waar is Heer Wolfert?"
Jan luisterde aandachtig en hoopte
maar, dat deze ook komen zou. En als
bet dan eens op een vechten kwam,
zou hij zich onmiddellijk aan zijne- zijde
bevinden en hem in nood en dood bij
staan, o, zoo dapper!
„Heer Wolfert komt niel. Hij zal, om
bet bij den jongen .niet te verbruien,
land zoo zijn, dat deze maatregel noo
dig is.
De heer Jannink zou boven het ont
werp de voorkeur geven aan de bevor
dering van nieuwbouw van Regeerings-
wege. Bij deze Noodwet dienen overi
gens alle huurders over één kam gescho
ren te worden.
Na den heer Jannink kwam aan het
woord dhr. Drion, welke de strekking
van het ontwerp onsympathiek vindt en
het ingrijpen in prijsbepalingen verre van
aanbevelenswaardig acht. De verhuur
der zal z.i. Bovendien toch trachten te
krijgen zooveel hij billijk acht.
Gewezen dient ook te worden op de
stijging van kosten voor den verhuurder.
Een huurverhooging van 15 pCt. zou
z. i. piet Je hoog zijn.
Spr. zou wenschen, dat alleen op ver
zoek van den verhuurder tusschenkomst
vJin de huuroommissie werd ingeroepen
in zake huurverhooging met vrijlating van
10 pCt.
Spreker voelt voor liet argument van
den heer Lohman om de grenzen van
het ontwerp uit te breiden.
De Minister van Justitie, de heer Ort,
betoogt, dat de toestand, hoewel zorgelijk,
niet onbevredigend mag worden genoemd
Men moet niet vergeten, dat in verschil
lende gemeenten een tekort aan woningen
reeds veel vroeger bestond en nog be
staat.
De Regeering bepaalt zich thans dan
ook slechts tot maatregelen tegen huur-
opd rijving.
Een redelijke grondslag voor huurver
hooging bestaat volgens ,de Regeering
slechts in de kostenstijging voor den ver
huurder. Het woninggebrek mag worden
geacht te zijn van meer blijvenden aard,
ongeacht de vele vreemdelingen, thans
hier vertoevend.
Met maatregelen in zake den nieuw
bouw moet men intusschen zeer voor
zichtig zijn.
Spreker treedt dan in een Jresehouwing
over de regeling door de Regeering voor
gedragen, welke billijk en redelijk moet
worden genoemd. Die Minister verdedigt
dan de huurverhooging met 10 pCt., re
kening houdend met de bijzondere om
standigheden.
Ook wijst spreker op de bepalingen,
welke een onpartijdige vaststelling der
huurprijzen waarborgen. De datum van
1 Januari 1916 in het ontwerp genoemd,
wilde de heer Mendels gewijzigd zien
in een eerder tijdstip 1 Januari 1915,
waarvan de wenschelijkheid echter door
den Minister werd bestreden.
Wat de onderscheiding betreft door den
heer Roodenburg gemaakt, merkt de Mi
nister op; dat zoowel voor arbeiders- als
burgerwoningen dient te worden inge
grepen.
bij den ouden de kat uit den boom kij
ken", sprak Hugo van Baarland.
„Wat wilt ge daarmede zeggen?" vroeg
Heer Gozewijn.
„Het is, dunkt mij, eenvoudig genoeg.
Heer Wolfert wil dolgraag met Jonker
Jan goede, bovenst beste vrienden blij
ven. Hij wil graag zijn voogd, zijn raads
man, ja, zijn alles worden! Want Jonker
Jan is nog niet veel meer dan een kind,
Heeren! Ik moet er op de vergadering
te Bergen op Zooni nog eens goed over
spieken!" zeide Heer Hugo.
„Ja, doet dat! Want uwe woorden zijn
mij zoo duister als een nacht in No
vember!" sprak Heer Arend van Bens
koop.
De Zeeuwsche Edelman, die nooit zijn
eiland afkon, of hij moest varen, wist
met de schuit zoo goed om te gaan als
met zijn paard, en daardoor kwam het
dat ze nu veel meer voortgang maakten
en met een gezeilden wind weldra te
Bergen op Zoom aankwamen.
Zij waren de laatsten en ze wei-den
met ongeduld door de andere heeren van
het komplot gewacht.
In een betrekkelijk groote zaal vond
men, behalve de vier, die zoo even aan
gekomen waren, de Heeren Jan van Kuik,
Gerrit van Velsen, Herman van Woer
In het beginsel van het burgerlijk reCbt
wordt slechts ingegrepen voor zoover
strikt noodzakelijk is. Bovendien geldt bet
hier een noodstand, niet opgaande Voor
de meergegceden.
Ook bestrijdt hij de beginselbezwaren
van den heer Lohman.
Tegenover de nadeelen voor den ver
huurder, door den heer Ankerman naar
Voren gebracht, staat als Tegemoetkoming
de huurverhooging met 10 pCt.
Huurcommissies worden alleen daar in
gesteld, .waar h uuropdrijving is geconsta
teerd.
Die Minister van Binnonlandsche Za
ken,, de heer Gort van der Linden, ant
woordt den heer Ankerman, dat de plan
nen, waaropi deze doelde, uit een voor-
loopige schets bestonden. De Staat zou
daarbij voor een beduidend bedrag de
risico dragen. Er is echter een grens
aan het vermogen van den Staat, die
reeds zoo dikwijls bij moet springen. Voor-
loopig en wanneer geen andere plannen
worden ontworpen, kan spreker geen
hoopgevender antwoord verschaffen.
Die heeren Lohman en Ankerman re-
pliceeren.
Hierna worden de algemeene beraad
slagingen gesloten en wordt overgegaan
tot artikelsgewijze behandeling.
De heer Mendels (S. 1).) licht hij liet
le artikel het amendement toe van den
heer Schaper ,om in art. 1 telkens voor
1916 te lezen 1915 en in het le lid
te doen vervallen de woorden „vermeer
derd met een tiende gedeelte". Hij be
toogt, dat evenmin 'hij de vaststelling van
maximumprijzen een zekere bijslag wordt
toegelaten en ook -niet wordt teruggegaan
tot een bepaalden datum; maar objec
tief prijzen worden vastgesteld, die mo
gen worden geacht redelijk te zijn.
Laat men, bepleitte spreker, de huur
commissies niet te zeer aan banden
leggen.
Het amendement Mendels, betreffende
de bepaling te doen vervallen, dat de
verhuurder in ieder geval 10 pCt. meer
huur mag vragen, dan die op 1 Jan.
1916 bedroeg, wordt door voorstellen toe
gelicht, evenals het amendement der so
ciaal-democraten om den huurprijs des-
gewensolit met 10 pCt. te verhoogen van
na 1 Jan. 1916 in gebruik genomen wo
ningen, met te bepalen, wanneer die wo
ning voor het eerst is verhuurd, doch
door de huuroommissie te doen vast
stellen.
Dhr. Ankerman verdedigde het amen
dement om de voorgestelde bepalingen
niet toepasselijk te verklaren tot 1 Jan.
1916 in gebruik genomen woningen, ten
einde nieuwe houw Van woningen te be
vorderen.
Dhr. Roodenburg toont zich ingenomen
met het amendement (Hendels betreffen-
den, Gijsbrecht van Amstel, Gerard van
Kraaijenhoist, Willem yan Teijlingen,
Kostijn van Botemisse, Willem' van Zaan-
den en een paar anderen.
„Mij dunkt", zeide Jan van Kuik nadat
de nieuw aangekomenen begroet waren,
„mij dunkt, Heeren, dat wij thans wel een
begin konden maken met hetgeen wij
te bespreken hebben. Het is door ons
allen aangenomen, dat het meer dan noo
dig is, dat wij Graaf Floris boe eer hoe
beter den lande uitbannen en naar En
geland brengen!"
„Daarmede ben ik het nog niet zoo
geheel eens", zeide Heer Hugo van
Baarland.
Allen keken verwonderd op en Heer
Jan van Kuik vroeg of men hem dan voor
den gek hield en of hij hier in een
vergadering van Gravenvrienden was.
„In het minst niet, Heer van Kuik",
zeide Heer Hugo. „Maar alvorens voor
goed te beslissen of we den Graaf ge
vangen zullen nemen en naar Engeland
voeren, dienen we wel te overwegen wat
wij in de plaats zullen krijgen, fk voor
mij, ik haat den „Keerlen God" misschien
nog meer dan één van u. Maai- hoe komt
het, dat onze goede vriend Wolfert van
Borselen hier niet tegenwoordig is?"
„Hij heeft zich laten verontschuldigen",
de de tien 'procent verhooging. Als de
minister die 10 p-Ct. laat vervallen is
hij bereid mee te gaan met den datum
1 Jan. 1916.
Spr. verklaart rich tegen het nieuw
bouw amendement.
Dhr. Lohman verdedigt het amende
ment Ankerman.
J W. van Nispen f
Van dezen verdienstelijken Nederlander
in wiens dood de Katholieke partij in
het vaderland een gevoelig verlies lijdt,
valt nog het volgende te melden:
Op jeugdigen leeftijd trad hij in de
journalistiek. Want reeds in 1883 richtte
hij met anderen liet Geldersche Nieuws
blad „De Post" op, van welk orgaan hij
tot vóór eenige jaren president-commis
saris was.
Voordat hij in 1894 de leiding op zich
nam van „Die Residentiebode", waarvan
hij een der oprichters was, was jhr. Van
Nispen gedurende eenige jaren als -re
dacteur verbonden aan het oude „Dag
blad van Zuid-Holland en 's-Gravenhage".
Van 1902 tot 1907 was jhr. van Nis
pen lid van de Provinciale Staten van
Zuid-Holland voor het district Zoeter-
meer. Destijds werd hij toen ook ge
kozen tot lid van Gedeputeerde Staten,
voor welke benoeming hij echter be
dankte.
Sedert het begin van 1908 had hij
voor het kiesdistrict Rh-eden zitting in
de Tweede Kamer, als opvolger van mr.
Kolkman, toen deze zich belast zag met
de portefeuille van Financiën in het Ka
binet-Heemskerk.
Vooral ook in den kring van katho
lieke instellingen beteekent' het versobei-
den van jhr. van Nispen een gevoelig
verlies. Hij was voorzitter van de com
missie uit den Bond van R. K. Kiesver-
eenigingen inzake het kiesrechtvraag-
stuk;.voorts een dei- oprichters van het
Haagsohe Kruisverbond „Sint Bernardus".
Vereeniging voor drankbestrijding; en
vroeger eere-voorzitter van de St. Bo-
nifacius-vereeniging Liefdewerk tot be
vordering van het R. K. onderwijs te
's-Gravenhage en sedert 1891 was hij
regent van het historische Hofje van
Hoogelande.
Na een rede in de Tweede Kamer,
waarin hij wees op .de misstanden in
de Landsdrukkerij werd de heer Van Nis-
pen voorzitter der commissie van on
derzoek inzake het beheer en de werk
wijze aan de Algemeene Landsdrukkerij
welke commissie in 1910 is geïnstalleerd
en die in 1912 met haar rapport gereed
kwam. Voor een aanzoek om permanent
voorzitter der commissie van toezicht
te worden, meende hij te moeten bedan
ken.
zeide van Kuik. „Hij is op het oogen-
blik ongesteld en op zijne hooge jaren
durft hij met eene ongesteldheid, al is
die nok klein, niet op reis gaan!"
„Heer AVolfert ongesteld!" riep .van
Baarland. „Wie heeft dat verzonnen? En
wie heeft u wijsgemaakt, dat de hooge
jaren hem hinderen? Hij is jonger dan
ik en zoo gezond als een visch. En let
wel op, Heeren, als wij den Boer^ngraaf
hebben opgelicht, glan zal Heer Wolfert
uit zijn schuilhoek te voorschijn komen,
en dan zult gij zien, dat ongesteldheden
en hooge jaren bij Heer Wolfert niet
tellen, ja, dat hij ons zal beschouwen
als de katten, die voor hem de kastanjes
uit het vuur gehaald hebben!"
„De Heer van Baarland ziet ons toch
niet voor een hoop kinderen aan, die
zich door één man laten verjagen? En
daarenboven, wij zullen de kastanjes niet
uit het vuur halen! Dat zullen zij in
hunne dwaasheid doen, die hem aan
hangen als een klit!"
„Men zou wijs doen niet te veel op
die domheid van de boeren te rekenen,
Heer van Kuik! onder onzen braven Graaf
zijn de boeren ook menschen geworden!"
sprak van Baarland. „En daarom is het
hoognoodig, dat wij wel wikken en we
gen eer we wat doen!"
Verder telde de Geldersch-Overijssel-
sche Boerenbond hem onder zijne eere
leden.
Tot voor kort was hij vice-president
van de Haagsche Journalisten-vereeniging.
Toen hij zich genoopt zag (leze be-1
stuuisfunctie, wegens drukke werkzaam
heden neder te leggen, werd hij tot eere
lid der vereeniging benoemd.
Jhr. van Nispen was ridder in de orde
van den H. Gregorius den Grooten.
Nader meldt men:
De begrafenis van jhr. J. W. van Nis-
pen tot Sevenaer, het Kamerlid voor Rhe-
den, zal Zaterdag te Zevenaar plaats heb
ben. Vrijdagavond zal het stoffelijk over
schot uit het sterfhuis worden overge
bracht naar de parochiekerk van Onze
Lieve Vrouwe van Goeden Raad, aan
het Bezuidenhout in Den Haag, en na
dat in deze kerk Zaterdagochtend half
negen een plechtige uitvaartdienst zal zijn
gecelebreerd, zal het lijk per auto naar
het R. K. Kerkhof te Zevenaar worden
overgebracht.
In de Tweede Kamerzitting van Woens
dag j.l. is de lieer Van Nispen herdacht.
Het verslag dier zitting vermeldt hier
omtrent het volgende
De voorzitter (de heer J. H. Scha
per) herdenkt het overlijden van den
heer Van Nispen, sedert 1908 een be
kwaam en practisch medelid. Steeds
moest men zich verbazen, hoe in dit
zwakke lichaam zooveel geestkracht
school. Hij heeft geleden en gestreden
voor zaak en beginsel, die hem lief wa
ren, met geestkracht en volharding. Land
en volk verliezen in hem een trouw die
naar.
De Minister van Binnenlandsehe Za
ken, tijdelijke voorzitter van den minis
terraad, de heer Gort van der Linden,
sluit zich hierbij aan. Ook bij de regee-
ring zal zijn nagedachtenis in eere blijven.
Dr. Kuyper ongesteld.
Naar de „Tel." verneemt, is dr. A.
Kuyper sinds eenige dagen lijdende aan
influenza. De toestand van den patiënt is
niet zorgwekkend, maar hij blijft toch
zooveel mogelijk te bed.
Tweede Kamerverkiezingen 1917.
Naar het „Centrum" verneemt ligt het
niet in de bedoeling een algemeene ver
gadering Van den Bond van R. K. Kies-
vereenigingen hijeen te roepen, wijl het
hier geen zaak betreft, waarover de Bond
hij meerderheid van stemmen zal kun
nen beslissen. Elke vereeniging toch be
houdt hare zelfstandigheid.
(Wat meer is, als een betrekkelijk groot
aantal ('entrale's meenen het advies van
den Bond niet te moeten opvolgen, gaan
de verkiezingen door. Red X. Z. Git.)
„Dat zullen we doen-'" sprak van Kuik.
„En daarom stel ik in de eerste plaats
voor, dat iemand onzer hem verdedigt.
Ik zal dat zijn en gij. Heer van Amstel
moet mij dan in het ongelijk stellen!"
Allen vonden dat goed en nu had er
tusschen de Heeren van Kuik en van
Amstel de volgende samenspraak plaats.
„Graaf Floris is een welgemaakt, krach
tig en bevallig man! Een ridder van het
bovenste plankje!" begon van Kuik.
,„Dat is hij; maar daar hebben wij
niets aan!" antwoordde van Amstel.
„Hij is rechtvaardig!"
Buitengewoon I Hij is zóó rechtvaaT-
dat hij geen onderscheid maakt tusschen
boer en edelman! Ik gun u die recht
vaardigheid!"
„De Graaf is rondborstig!"
„Dat is hij, en zegt zelfs een Edel
man maar alles vlak in het aangezicht,
onverschillig wie er bij is. Zulk eene
rondborstigheid is goed voor de boeren!"
„Hij is de vriend van al het gemeen!"
„Ja, ten onzen koste!"
„De Graaf is een gezellig man en
houdt van fijne manieren!"
(Wordt vervolgd