urdes. del, Goes. pan en Inboedel Oe Groote Oorlog. No. H3. Zaterdag 2 December 1916. Twaalfde Jaargang. 1 il P H 'ian(^> voet I 9 19 I van een een JS 1 F E U I L L E TO N. RIFTEN tot nik, wordt BRUIK tot sfabriek Goes. ecteur, NTHUIS. n en Romans. Aankondiging. December 1916 erkoopen ersknecht. Dienstbode Verschijnt eiken MAAIDAG-.JVOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Bit nummer bestaat uit 6 bladzijden. EERSTE BLAD. Losse Oorlogsberichten? rordt verzocht eene 8 December. dag of in het Octaaf jen dag der Novene, hoedje in een Kerk n in de Basiliek voor an de H. Katharlna. DONIE KLIJBERG, MAASWalrave n d ij k e de dames AAÜW, Boschstraat gen op Zoom is rijgbaar. dam. ;el 427, Amsterdam, jrdam. Bonbons in soorten, iletters, Suikerbrood, i enz. Cuisinier, Glacier. ij in it en zonder lijst -Cadeaux. l. HUVERS te Kapalle ten verzoeke van I. J. op 't Hof Cz. en ede" te Kapalle IHEELEN rtenties breeder te zich aan liefst dagarbeid, ook n kunnende omgaan z., Oostblok 77, Delft. ouw HORSTEN, café >es. Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes ƒ0.90, daarbuiten 1.10. Afzonderlijke nummers 6 cent, dubbele bladen 10 cent. Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags. Kantoor v. d. Administratie: Gangepoortstraaf C 2o9, GOES. Tel. interc.Directie no. 33. Redactie no. 97. p. r. Bij abonnement speciale prjjs. Reclameberichten 25 Ct. Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 _X berekend. Dienstaanbiedingen 6 regels voor 25 Ct. contant, De abonné's op dit blad, in het bezit der door de jgffi Jh gulden bij verlies van beide iirectie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de M ELq. I 11 I handen, voeten of oogen. daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, E 1119 Voorts bij ongeneeselrjke GRATIS verzekerd tegen ongelukken voorU verstandsverbijstering De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de I S® gulden bij #1L gulden bij éfè gulden bij |H M gift. I ver''es van een 8 9 9 verlies 9_ 9 9 verlies van M U U of oogJ mp duimwijsvinger gulden bij verbes van eiken anderen vinger. jHollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam. Een antwoord. Freiherr Von Hühne, op' wiens pro clamatie van October 1914 men zich be roept ter veroordeeling van de „Mossen deportation" der Belgen, heeft aan de „Korrespondenz Norden" het volgende verklaard: „Bij gelegenheid van de aanvaarding vani mijn ambt, onderrichtte men mij, dat de geheele toenmalige bevolking, met uitzondering van enkele duizenden, naar Nederland gevlucht was. Onder die vluchtelingen zou een volslagen paniek heerschen; zij' zouden zoo goed als krank zinnig zijn en verwachtten bij eventu- eelen terugkeer naar Antwerpen, de groot ste ge weldadigheden van de Duitschers. Het kwam ;er op aan, de vluchtelingen te kalmeeren en tot terugkeer te be wegen. De vluchtelingen geloofden, dat iedere geschikte met geweld in het Duitsche leger zou worden ingelijfd en dat de ongeschikte tot dwangarbeid zonde worden gedwongen. Aan de lieden moest begrijpelijk worden gemaakt, dat niemand daaraan dacht. Dat ieder, die zich in België rustig houdt, geen vijandelijkheden pleegt, rustig zijln bedrijf uitoefent, geen schade doet aan Duitsche belangen, en gehoorzaam is tegenover de Duitsche overheid in geen. geval zou worden las tig gevallen. Ik heb daarvan in dezen geest aan dr. Louis .Franck, die toen als president van de Intercommunale Commissie aan het hoofd van de bevolking stond en ook aan Kardinaal Merrier tijdens diens' verblijf te Antwerpen mededeeling gedaan. De laatste oefende daarop schriftelijk zijn in vloed uit opt den naar Nederland ge- vluchten clerus. Franck vertrok met mijn toestemming naar Nederland om persoon lijk invloed uit te oefenen. De vluchtelin gen 'begonnen terug te koeren, gedeel telijk wel als gevPlg van gezegde invIoedsL uit.oefening. De groote massa volgde le- ter; wellicht uit honger of uit gebrek aan onderdak en omdat zij vernamen, dat te Antwerpen volslagen orde heerschte. Voor zoover als ik thans verneem, steunt de ophitsing en oppositie tegen de gedwongen wegvoering der werkloo- zen op deze mededeeling, van twee ja ren geleden, gegeven in volkomen anderen toestand in het belang van de noodlij dende en hongerige vluchtelingen, en niet in ons militair belang. D'at de Belgische „Wind gezaaid, storm gemaaid". (Een verhaal uit den Graventijd.) 19 „Ha, ha, een dol varken dus?" zeide de Graaf lachend. „En hoe ^ijit ge er uit gekomen?" „U zal toch niet beginnen, Heer Graaf, met dien bengel eerst te hooren?" riep van Wassenaar. Thans evenwel werd Graaf Floris op eens ernstig en antwoordde: „Als ik „ja' zeg, wat zult gij er dan tegen inbren gen, Heer van Wassenaar?" „Dat de knaap u alles voorliegen zal om zich te verontschuldigen, Heer Graaf!" „Mij dunkt, van Wassenaar ,dat ge het aan mij moest overlaten waarheid van logen te onderscheiden'" antwoordde do Graaf bedaard en zich hierop tot Jan wendend, zeide hij: „Spreek, kleine schelm! Maar wee u als gij onwaarheid spreekt I Bijl de eerste leugen laat ik u ophangen I" Aller oogen, er waren er onder, die alles behalve vriendelijk keken, waren nn op Jan gevestigd, doch deze, die alleen in zijn drift dat alles had kunnen en durven doen, kon nu onmogelijk wat zeggen, en beiglon plotseling zoo akelig autoriteiten sedert twee jaren velen bï-oo- deloozen werklieden tengevolge van den stilstand van den handel, geen werk ver schaffen, gelijk dit door mij voorgesteld werd bv. door groote uitbreiding van de haven, door do vóór den oorlog gepro jecteerde en uitgewerkte slooping van opgegeven versterkingen van de stad enz., waarbij vele duizenden langen tijd hun brood zouden hebben verdiend, is uit sluitend de schuld van deze Belgische autoriteiten. Als een roode draad gaat de bedoe ling Van de leiders van het Belgische volk, dat noodlijdend moest blijven; geen te vredenheid mag er zijn, en daardoor geen verzoening miet den in België ontslapen toestand. D'ie draad vertoont zich zoowel in kleine als in groote zaken. Het mag niet onvermeld blijven, dat de lieden, die wer ken wilden, ook werk vonden. Ook bij ons industrie bureau, .alhier, werkten tot dusverre rond negenduizend personen. De keuring van de werkloozen en de weg voering heeft in .alle kalmte en orde plaats. Onwil kwam in het geheel niet voor. De Belgen, die hier werkzaam zijn, billijken ten volle de wegvoering van de voortdurende werkloozen, die zij karak teristiek „de pestbuilen" der 'bevolking noemen. De Belgische opzichters in de haven en op1 de kaden van de Schelde, qualificecren den maatregel als den bes ten, die hier ooit genomen werd; de bezittende klassen keuren den maatre gel ten volle goed. Alleen lieden, die hun positie voor de toekomst willen ver zekeren, spreken van een geweldpleging in strijd met het volkenrecht". Aldus de theorieën van Freihern von Hühne. Nu de praktijk: „Belgische burgers als „Ar bei ter Bat ai II on". Onder dien titel ontving „De Telegraaf" het navolgende bericht: Burgers van Gent, samengeroepen of met geweld samengebracht in de 1 fabriek „Gantoise", zijn samengevoerd tot het „4e Civiel Arbeiter-Battaillon" en aan het werk gesteld in de omgeving van Sois- sons achter 't front in Frankrijk dus. Ziji moeten er loopgraven maken, versperrin gen spannen en wegen aanleggen. Hun voeding is zeer onvoldoende. De ongeluk- kigen overnachten in een oud klooster. Verscheidene burgers, daar door schrap- nels gewond, kwamen te Gent terug. Vrijdag en Zaterdag 1.1. heeft een nieuwe maatregel der Duitscher overheid veel on rust gewekt. Stadsagentcn moesten van huis tot huis gaan en aan alle burgers van 17 tot 45 jaar van allerlei rang of stand vragen welk beroep zij uitoefen den. Veel beambten van het steuncomité te snikken, dat de grafelijke slager, die Jan eerst zoo onvriendelijk behandeld had, nader trad en zeide: „De Genadige Heer Graaf vergeve mij mijne stoutheid, maar ik weet wat van dien knaap!" „En wat weet gij dan?" vroeg de Graaf knorrig. De slager vertelde hierop zijn ontmoe ting met Jan en nauwelijks had de Graaf dat gehoord of hij liet Jonker Gerard roe pen en toen deze verschenen was" vroeg de Graaf: „Hebt ge dezen knaap naar de keuken gebracht, Jonker?" „Neen, Heer Graaf!" „In 't varkenshok gebracht soms?" „De Genadige Graaf vergeve het mij1, ik wilde sleahts' een aardigheid met dien landloopersknaap hebben." En straf ver diend heeft Wijl dubbel en dwars; want hij' heeft met een hondenzweep' mijne twee beste jachthonden voor altijd be dorven 1" „Met een hondenzweep1?! Spreek, knaap, hoe kwaamt gij er aan?" sprak Floris. „Die heeft hij' mij uit de handen ge rukt, Heer Graaf!" riep1 de hondenjon gen, Jan met de vuist dreigend. „Maar waarom deed bij' dat dan?" klonk 's Graven vraag. „Jonker Gerard beval mij1 dien bengel af te rossen, Heer Graaf!" antwoordde de hondenjongen. enz. kregen een bewijs, dat zij, van weg voering vrijgesteld werden. Men verwacht dus nieuwe deportatie op groote schaal. Wij kunnen nogmaals bevestigen, dat ook uit Gent, veel burgers gedeporteerd zijn, die werk hadden. Doch ook theoretisch deugt het ant woord van Von Hiihne niet. Nemen wij, b.v. eens deze zinsnede: 1 i „Frank vertrok met mijn toestemming naar Nederland 0111 persoonlijk invloed te oefenen en de vluchtelingen begonnen terug te keeren, gedeeltelijk wel als gevolg van gezegde invloedsoefening. De groote massa, volgde later wellicht uit honger of uit gebrek kan onderdak en omdat zij vernam, dat in Antwerpen volslagen orde heerschte". Dit is geheel en al bezijden de waarheid. De gevluchte Belgen leden in ons land geen honger, hadden geen gebrek aan. onderdak, maar wel gebrek aan vertrou wen in de loyaliteit der Duitschers, aan welk laatste gebrek zij gezien wat er thans geschiedt waarlijk geen schuld hebben. De „groote massa" is teruggegaan, om dat zij meenden te kunnen staat maken op de beloften der Duitschers, die vooral voor de toekomst der Belgen in hun land eene geruststelling schenen te vor men. Mijnheer Von Hühne schuift die belof ten wel wat al to gemakkelijk op zijde. Vliegeraanval op Zeebrugge., Dinsdag hebben Engeische vliegtuigen een aanval gedaan opi de haven van Zee- brugge. Wegens .het mistige weer was het onmogelijk, den uitslag van den aan val waar te nemen. Alle vliegtuigen zijn behouden teruggekeerd. De Poolsche legioenen. BERLIJN, 30 November (H. N.) Aa.n het „Berl. Tageblatt" wordt uit Posen geseind, dat tot commandant Van de J'ool- sche legioenen graaf Stanilaus Szepty- cki, de broeder van den Ijembergschen metropoliet, die naar Rusland werd ge voerd, is benoemd. Het liefdewerk ven Koning Alfons. De correspondent van de „Köln. Ztg." te Madrid is in de gelegenheid geweest een bezoek aan de zich in het koninklijk „Ik moet zeggen, dal uwe aardigheden niet tot de liefste behooren, Jonkarl" sprak 'de Graaf gestreng. „En gij1, knaap, gij1 hebt je lomp en oneerbiedig gedra gen", dus sprak hij! tot Jan. „Wees dank baar dat 'ik u niet tuchtigen Iaat. Ik zal je op' weg naar Delft laten brengen en dan kimt gij zien, dat 'gij terecht korntl Na dit gezegd te hebben gaf de Graaf twee lieden van zijn gevolg bevel, den leerling van den harpenaar een uur ver buiten piet Hof te brengen, eu dezen vol deden hieraan terstond. Zoodra Jan vertrokken was ging de Graaf weer naar binnen, en verzocht Heer Filips en Jonker Gjerard hem to volgen. „Gij zijt ontevreden, van Wassenaar?" vroeg de Graaf. „Ja, Heer Graaf, dat ben ikI" was het norsche antwoord. „En toch ten onrechte, goede vriend! Gij weet, dat sommige Edelen niet met mij! ingenomen zijn en maar al te zeer luisteren naar de kwaadsprekerij van den Heer van Knik. Gelooft gij nu niet, dat een straffe behandeling dien knaapi aan gedaan, door van Kuik zou beschouwd worden als iets1 tegen hem? Wij moe ten voorzichtig zifn heere-nl En om aan iedereen te tconen, dat ik niets tegen u beiden heb, verzoek ik u beleefd een paleis bevindende archieven te brengen, waarin alle documenten bewaard wor den, welke o(p 'den inlichtingendienst voor vermisten en gewonden en op het ver keer tusschen inwoners van bezette ge bieden en bun bloedverwanten betrek king hebben. Deze dienst beperkte zich in het be gin Van den oorlog tot enkele verzoeken; op ,het ©ogenblik honden 20 personen er zich Voortdurend mede bezig. Sommige dagen zijn meer dan 1000 aanvragen be handeld. Als een geval den koning bij zondei' interesseert, aarzelt hij niet, de inlichtingen en het ingekomen antwoord op eigen kosten telegrafisch te verzenden. Van Frankrijk zijn tot dusverre onge veer ,200.000 aanvragen binnengekomen, van Deitschland en Engeland ieder on geveer 12.000. Daar Spanje slechts in Roemenië en Portugal de belangen van Duitschland waarneemt, eischt het optreden der S'p'aa.nshe gezanten in fle andere landen buitengewoon veel tact. („Maasbode") Veranderingen in de Engeische admiraliteit. LONDEN, 29 Nov. (R. O.) In het Lager huis kondigde Balfour aan, dat Jellicoe benoemd is tot „first st-alord(Eerste Zeelord) ter vervanging van sir Henry Jackson, die benoemd is tot voorzitter van het marine college te Greenwich. Beatty is benoemd tot bevelhebber der hoogzeevloot. De beslissing betreffende deze benoe mingen werd eenigen tijd geleden geno men, doch om militaire redenen was de publicatie uitgesteld. Er zouden als ge volg nog meer veranderingen bij de Ad miraliteit plaats grijpen. Beatty is zeer populair op de vloot. Men noemt hem den nieuwen Nelson. Grootvorst Nicolaas. Uit Petrogrado wordt bericht, dat vol gens de „Russkoje Slowo" grootvorst Ni colaas met 14 leden van den senaat het geheele front en het étappengebied van Europa zal bezoeken en den tsaar een rapport over zijne bevindingen zal uit brengen. Monastir. Prins Alexander gaat in Monastir wo nen. Het bestuur der stad is overgedra gen aan do Servische regeering. De toestand in Roemenië. De centralen dringen steeds meer op naar Boekarest. Thans is Pitesci ge nomen. Van Pitesci uit loopt een spoorweg rechtstreeks naar Boekarest. rijtoertje met mij te gaan maken. De Gravin rast nu en hare kamermaagden zullen ons vergezellen. Wij1 gaan naar Rijinsburg!" Een half uur later reed een net ge kleed gezelschap uit een zestal hoeren, waaronder -ook de Graaf was, en een even groot getal hofdames bestaande, de poort van het kasteel uit, en aan hun vroolijk gesnap zou men waarlijk niet kunnen zien, wat er zoo pas gebeurd was, of, dat de arme Gravin Beatrix opnieuw in een hevige koorts lag. Zoo vroolijk als deze twaalf, zagen er- de drie niet uit, die den weg naar Delft opgingen en kort bij de stad gekomen stilhielden. „Ziezoo, jonge boef", zeide een der twee dienstmannen tot Jan, „dank bet aan de goedheid van onzen Genadigen Graaf ,dat gij' er zoo heelhuids afgekomen zijt, en vertel nu ,aan uw meester, hoe je bijna het mannen tje van de rekening zoudt geworden zijn, als „der Keerlen God", zooals ze onzen braven Graaf noe men, niet tijdig Voor jou in de bres ge sprongen was." „En waar moet ik nu heen?" Vroeg Jan. „Je neus achteraan vrindje!" zeide de een. „Wie weet of die neus je de galg niet wijst; Want vroeg of laat kom je De Alt hebben de Duitschers nu overal gepasseerd en de rivier de Veden is eveneens overschreden. Van Rosieri de Vede loopt eveneens een spoorlijn rechtstreeks naar Boeka rest, evenals van Giurjevo, tegenover Roestsjoek, juist ten zuiden van de Roe- meensche hoofdstad. Zoo trekken nu langs alle groote we gen de vijandelijke colonnes op Boekarest aan met de regelmatigheid van een uur werk. De Russen zijn in de Woud-Karpaten met een z.g. ontlastingsoffensief begon nen om de Roemeniërs te helpen. Zij be haalden eenige voordeelen, maar veel is het niet. Uit Boekarest. Aan de „Lokal Anz." wordt uit Stock holm gemeld: Volgens -een oproep aan de bevolking van Boekarest, door het hoofd der po litie van Boekarest en generaal Berthe- lot onderteekend, zal de stad door de militaire overheid in wijken worden ver deeld, waarvan alle bewoners onder de 16 jaar zich bij de militaire overheid zal dan beslissen, of en hoelang de aange melde in de stad mag blijven. Het grootste gedeelte van de bevolking, vooral de vrouwen en kinderen, moeten het gebied van de vesting binnen vijf dagen verlaten. Tot reizen naar Jassy e,n 'Galatz wordt principieel geen ver lof gegeven. Alle achterblijvenden zullen diensten ten behoeve van het leger of van den gezondheidsdienst moeten verrichten. De slag aan de Somme. Kroonprins Rupprecht van Beieren, die sedert het uitbreken van den oorlog niet meer te Munchen was geweest, is thans voor enkele dagen van het front teruggekeerd en heeft aan een redacteur van de „MiinchenerNeueste Nachrichten" een interview toegestaan, waarin o.a. de gevechten aan de Somme ter sprake kwamen. De kroonprins verklaarde, dat natuurlijk bij dergelijke gevechten ook de Duitsche verliezen niet geriDg kunnen zijn, maar de vijand heeft aanmerkelijk hoogere verliezen aan menschenlevens te boeken. Dit geldt in het bizonder voor de Engelschen. Aanvankelijk koesterde, aldus zeide de kroonprins, de vijand de hoop, dat hij zou kunnen doorbreken. Daarvan is echter geen sprake en de vijand begint dit thans zelf in te zien. In ieder geval moet men echter nog voorbereid zijn op talrijke ernstige nieuwe aanvallen. Het is altijd verkeerd den vijand te onderschatten. Hoelang deze aanvallen nog zullen duren, daaraan toch terecht", spotte de ander e,n na dit gezegd te hebben, lieten ze den knaap staan en keerden naar 'sGra- ven-Haghe terug. Moedeloos keek Jan de twee mhhnen pa. Wat moest hij doen? Waar moest bij Leen? Hoe ver was .bij van huis1? Wie zou hem eten geven en drinken? Hij rilde van de koude. En de natte sneeuwbuien, die van tijd tot tijd neer vielen, en daar ginder \le twaalf heoreii en jonkvrouwen noodzaakten te Rijnsburg te blijven, bleven ook bier op del eenzame heerbaan in de nabijheid van Delft niet weg. Maar die twaalf daar 'ginds hadden geen honger en vonden in het groote klooster een warmen haard eu gulle gastvrouwen. Hij, de arme knaap had wel honger. De scherpe koude wind blies door zijne dunne kleederen., en nergens was voor hem eene deur opien! Nergens klonk eene vriendelijke stem: „Kom hier, ventje! Eet, drink en warm je!" Zou bij naar Delft gaan? Hij durfde niet! Men zou hem misschien opnieuw ge vangen zetten. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1916 | | pagina 3