De Groote Oorlog. No. 132. Dinsdag 7 November 1916. Twaalfde Jaargang. fSf BINNENLAND. ^ngd Nieuws. Verschijnt eiken MAANDAC-. WOENSDAG- en VRIJOJEGhVOND. BERICHT. Losse Oorlogsberichten. Welk weder zullen wij hebben (ir Sociëteit „Conoordia", te geconstitueerd als Bo-nds- riieuwen kastelein der So- Brouwershaven isT Hotel (ijds Bondshotel, thans ge lscafé. oevig koningschap-. Otto van Beferen's dood, „Vossisch© Zeitung" is een gevloden, dat sinds lang bvenswaard was. In volko- jering des geestes heeft Ot- 7 jaar achtereen voor die «rende vorstvan het op, itste Duitsche koninkrijk is rtgeleefd. leieren is in het veeltewq- 148 geboren, ate zoon van ïiliaan II en koningin Marie, ;he prinses. Het was een )e aandoeningen, die zijn e revolutiedagen, kort voor hebben getroffen, wor- Is oorzaak van zijn zwak luwd. Otto was ©en stille, teerde jongen. Hij word op lijke wijze voor den mili- bekwaamid en daarna be- r universiteit te Münchm. [log van 1866 uitbrak, werd hoofdkwartier gezonden en veldtocht mee. In '70 werd bij den generalen staf van [e hoofdkwartier. Toen reeds zich Icler eerste verschijnse- steskrankheid bij hem. Op moest hij aan ©en regi- rie een bevel overbrengen, arvan liet hij het een aan- een onbezet kerkhof Op 71, bij het feestmaal na de ui Wilhelm van Pruisen tot ■er te Versailles, hield liij samenhan ge nd e rad evo eri tig, ar 't vaderland moest wor- zonden. Men probeerde het, afwisseling, zond hem op Italië en Spanje, doch te ?n zich zoo ernstige ver bij hem voor, dat hij be- t worden. Hij werd toen op het koninklijk kasteel nbuxg. Hier kon hij echter Ir, tengevolge van een pijn- niet blijven en in, 1878 ivergebracht naar het slot waar hij zijn vender ta- Loorgebracht. Men vermoedt zich nimmer van bewust dat hij, door den dood van Lujdwig II, koning van geworden. Tot zijn dood nadat op 5 November 1913 Ludwig in zijn plaats ko- eworden, heeft hij koninklij- noten. Het kasteel Fürsten- theel als koninklijk paleis in- er was een volledige hof- ijn lichamelijke gezonldheidsl- afgescheilen van een nier- cort voor zijn dool goed ge- kostte steeds de grootste te bewegen voedsel tot zich van geregelde maaltijden iet weten. Hoewel hij jaren- ersenverweeking leed, is zijn et gevolg van maagbloedingen rij zich niet wilde laten be- eind geweest van een som- steven, dat eigenlijk nimmer .beeft verdiend. Ie de bijzetting van wijlen Ko- in Beieren worden de volgende len uit" München gemeld: itilte werden de laatste over- nachts uit het eenzame slot waar de Koning als onge- ankzinnige de laatste tientallen d had, naar de Beiersche resï- gevoerd, waar de baar in den i der Wittelsbacher Vorsten chaelis-kerk werd overgebracht, middernacht werd de kist ge- de katafalk getild en door de id en de Koninklijke lijfwacht )e doode koning was gekleed •tzijden dracht der St. Huber- Zijn gelaatstrekken herinner- aan zijn broeder, Lodewijk II. .dags om 5 uur werd onder ienst, dien de koning, de ko- het geheele Hof bijwoonden, de groeve gedragen en op do tt Koning Lodewijk II bijgezet, Ibatterijen buiten het laatste den Koning afvuurden. „geluk. Te Breslau is ond een ernstig tramwegon- :urd. Tengevolge van het wei een rem reed de voorwagen llectrische tram op den bijwa len andere. Deze kantelde om, fcn persoon gedood werd, ter- ersonen ernstige en vijf lich tdingen bekwamen. (Z.) .den trein aangereden, Di. G. Maandagavond uit sen naar Meteren per tilbury keerde, overkwam hem aan |eg aan den Utrechtscben straat- ernstig ongeluk. De boomen gesloten en juist toen het voer- ap1 den overweg bevond, kwam aar Tiel aansnorren. Het paard geslagen en was onmiddellijk heer G. werd uit zijn voertuig le geslingerd, doch bleef wonder ider, ongedeerd. (Z.) NIH ZEEMDE COUMI Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.90, daarbuiten f 1.10. Afzonderlijke nummers 6 cent, dubbele bladen 10 cent. Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags. Kanfoor v. d. Administratie: Ganxepoorfsfraaf C 209, GOES. Tel. interc.: Directie no. 33. Redactie no. 97. Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prns. Advertentiën van 16 regels ƒ0.60; iedere regel meer 10 CL Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 J>< berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 26 Ct. k contant. De abonné's op dit blad, in het bezit der door de gulden bij verlies van beide gttt gulden bij directie uitgereikte polis, zjjn, overeenkomstig de M I I S3 I handen, voeten of oogen. m I I verlies van een daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, 1 I 11 I Voorts bij ongeneeselijke V gj H hand, voet GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor: verstandsverbijstering; I of oog; De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam. BB gulden bij J Ml gulden bij A gX gulden bij Mm a B I verlies van een B I 11 B verlies j| I R verlies van M 1 1 r §9 bami, voet R I R H H van een R^ H H een M E of oog; duim; VV wijsvinger gulden bij verlies van eiken anderen vinger. Vil) brengen onze abonné's ter kennis dat er deze maand zal gedisponeerd worden over hef abonnementsgeld 4e kwartaal 1916. Wi| vertrouwen, dat onze abonné's zuilen medewerken om tof vooruitbe taling van hef abonnementsgeld te geraken, door hun kwitantie bij aanbie ding te betalen. DE ADMINISTRATIE. De onderzeeërs-oorlog. LONDEN, 4 Nov. (R.O.) Een Lloydsbe- richt meldtDe Noorsche schepen Thor" (214 netto tons) en „I vanhoe" (680 netto tong) zijn gezonken. LONDEN, 4 Nov. (R.O.) Een Lloyds- bericht meldt: Het Engelsche ss. „Spero" is gezonken. De bemanning is gered. (Er zijn twee Engelsche stoomschepen van dien naam, resp. 724 en 726 netto tons groot.) (Maasbode.) Een Engelsche kruiser vernietigd. BERLIJN, (4 NovOfficieel.) Op 23 October vernietigde één onzer onderzeeërs een Engelschen kleinen kruiser van het oudere type met twee schoorsteenen, ten Westen van Ierland. Het torpedeeren van de „Marlna". WASHINGTON, 4 Nov. Het nieuws bureau Havas meldt: Naarmate er meer bijzonderheden bekend worden over het tot zinken brengen van het stoomschip „Marina" wordt de toestand te Washing ton ernstiger ingezien. Het stoomschip zou volgens de overlevende slachtoffers zonder waarschuwing zijn getorpedeerd en de bemanning zou in open booten'] zonder hulp aan haar lot zijn overgelaten. Het feit, dat zes Amerikanen bij de torpedeering zouden zijn omgekomen, vermeerdert den ernst van den toestand. Verdun. De Franschen melden dat de buitenste fortengordel van Verdun nu in zijn oor- spronkelijken staat is hersteld en stevig door de Fransche troepen wordt bezet. De toestand op het Zuid-Russische front. PETERSBURG. De vorige week werd de hervatting van de vijandelijkheden op het zuidelijke deel van het Russische front in het bizonder in de streken van Galitch, Uitchichtov, Lipitzadolskata en Svistelpiki gesignaleerd. De hervatting van het Oostenrijksch-Duitsch offensief moet verklaard worden door 'svijands onvrijwilligen stilstand in Zevenburgen en waar het Roemeensch leger zegevie rend tegenweer biedt. Daar het Duitsche legerbevel geenszins de troepen, welke in de Roemeensche passen vastzitten, aan haar lot kan overlaten, wordt een actie op het aansluitende Russische front ondernomen. De moeilijkheden door de Duitschers ondervonden bij het doortrek ken der passen zijn des te belangwek kender, daar de vijand steeds een groote bekwaamheid aan den dag heeft gelegd om terreinmoeilijkheden te overwinnen. Landing op Rumeenschen Donau-cever. Men seinde ons Zondagmorgen: WEENEN. (Officieel). Een groep Oosten- rijkseh-Hongaarsche monitors zette op 3 November op het Donau-eiland Dino en op den daar tegenover liggenden Rumeen schen oever afdeelingen aan land. De Rumeensche versterkingen zijn op de vlucht gedreven. De algemeene toestand bezien van Fransch standpunt De bekende Fransche oud-Minister van Buitenl. Zaken. Fichon, schrijft in het „Petit Journal": Over het algemeen kan de huidige toe stand bevredigend beschouwd worden en in de naaste toekomst zullen de resul taten nog belangrijker zijn. De samen werking tusschen de legers der gealli eerden gaat steeds uit van den stelregel der éénheid van de verschillende fronten de officieren en soldaten van alle natio naliteiten, die den vijand bestoken, strij den met denzelfden moed en met een vertrouwen, waaraan niets ter wereld weerstand kan bieden. De Duitschers, die gedwongen zijn te erkennen, dat ze terug moesten wijken, en plaatsen, welke zij onneembaar achtten, verlaten moesten, schrijven hun échec toe aan onze supe rioriteit van het materiaal. Hun trots laat niet toe iets anders te zeggen. Maar zelf moeten wij al onze aandacht geves- houden op den heldenmoed van onze legers, die steeds voortrukken naar het einddoel. Met dezen militairen toestand komt de politieke en diplomatieke toestand over een, die wij eveneens als voldoende kun nen kenschetsen. Wij mogen onszelf dus geluk wenschen met den toestand, zooals die zich heden voordoet. Wij beeinnen de vruchten van onzen arbeid te plukken, van ons uithou dingsvermogen, van de vrees en van den algemeenen afschuw, waarin onze vijan den ten onder gaan. Na tallooze moord dadige locale offensiefs, welke nutteloos bleken na een onverklaarbare onacht zaamheid, waar het de constructie onzer kanonnen betreft en de productie van onze ammunitie, na fouten, welke ons veel manschappen- en geld gekost hebben hebben wij een overmacht verkregen, zoowel tactisch als waar het onze strijd middelen betreft. Het tegenwoordige be stuur heeft zoo goed mogelijk de fouten hersteld, door een vorig bestuur begaan. Onze legers zijn op weg om de over winning te behalenwij bezitten de achtiDg en het vertrouwen der neutrale landen, wij stellen tegenover het Duitsche complot een coalitie en een ondoordring baar front. Nooit is de toestand ons zoo gunstig geweest. Laat ons hopen, dat de actie der geallieerden verbonden zal blij ven op militair, diplomatiek en econo misch gebied, en dat zij voort zullen gaan onvermoeid te werken aan de productie van het materiaal, dat, volgens Duitsche communiqué's, de dapperste troepen ver nietigt. Een beeld der verwoesting. Omtrent Predeal, dat door de centralen gewonnen werd, schrijft Köster in de „Vorwiirts" dat de stad prachtig gelegen is op het zadel van Tömosz en vele villa's in Zwitschen stijl bezit, alsmede eenige groote hotels, uitgestrekte wandelwegen in zonrijke dennenbosschen, heerlijk uit zicht door het Tömosz-dal tot diep in Zevenburgen. Tusschenstation voor de Orientexpress, was Predeal altijd het eerste, wat de Europeaan van Roemenië te zien kreeg en in zijn natuurlijke schoon heid en zindelijkheid niet het slechtste. De groote stationsinrichtingen staan thans leeg. Geen wagen, geen rookende locomotief. De machinehal in elkaar ge schoten. Het stationsgebouw met kogels doorzeefd. Op het perron eenige leeg gehaalde koffers van reizigers, die te laat kwamen. In de eetzaal de sporen van een verbitterd handgemeen. Gevulde am- munitieriemen van een machinegeweer, handgranaten, lijken onder de tafel op matrassen. Achter het buffet, waarop nog glazen staan met resten van rooden wijn, ook lijken. Hongaarsche en Roemeensche kaartjes liggen overal rond. Het plafond van de gala-wachtkamer is op de gebroken meubels naar beneden gevallen. In een hoek kijkt nog het portret van Carmen Sylva uit een vergulde met floers om hangen lijst. Onder het loket leunt een doode met naar beneden hangend hoofd tegen den muur. Schuin naar boven ziet men den oproep van koning Ferdinand aan het Roemeensche volk Het Nadeierdal is geruïneerd. De hui zen hebben ternauwernood nog hun vorm bewaard. Trappen en balkons hangen in de lucht. De hanebalken liggen in den tuin. Parijsche beeldjes zijn honderd meter ver weg geslingerd. Bedden met rozen verzonkenin grauaattrechters, thans met vuil water gevuld. („De Tijd"). DE REDE VAN DEN MINISTER VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN. Onze minister-president, mr. Cort van der Linden, heeft Vrijdag j.l. de Verschil lende, of liever gezegd de vele sprekers over de regeeringsvöorstellen inzake de grondwetsherziening beantwoord. In een betrekkelijk korte redevoering ofschoon er nog drie uren mee heen gingen heeft de minister het standpunt der regeering uiteengezet. „Zijn rede" aldus „De Tijd" „herinnerde aan de beste, "die ooit in ons parlement gehou den zijn. Dat was overdacht, daar was aan gewerkt, 't Was 'n liefhebberijHeel den dag hebben wij aan zijn lippen ge hangen. En niet wij, journalisten alleen, die, of het vriend of tegenstander geldt, zoo gaarne waardeeren willen, maar het zoo zelden kunnen. De tribunes waren stampvol en niemand had zijn plaats wil len afstaan. In de loges verdrong zich de bloem der natie, leden van den Raad van State, Hoogen Raad, Eerste Kamer en Rekenkamer. Ieder was uitgetogen, om het historiseh moment mee te leven; ieder was opgetogen over de wijze, waar op de „régisseur général", omgeven door zijn ganschen staf van medewerkers al de ministers waren tegenwoordig voor de „première' 'gezorgd had. Minister Cort van der Linden heeft aller harten gestolen, en, wat meer zegt, hij heeft allen beschaamd en overgehaald, om mee te gaan, zonder verdere aan merkingen. Daar valt nu verder geen praten over; zooals het nu is voorgesteld, zóó is het goed, althans zóó goed, als het in de gegeven omstandigheden zijn kan." De rede van den premier in al haar details op te nemen, zou, met het oog op de voor ons beschikbare ruimte kwalijk gaan. Wij meenen echter goed te doen met aan de hand van „Het Centrum" een eenigszins uitvoerige samenvatting er van te geven, die minder dor is dan het be knopt telegrafisch verslag. Z.Exc. verklaarde vooreerst nadrukke lijk, dat van hem niet alleen geen voor stel is te verwachten betreffende de troonopvolging, doch dat hij zelfs bezwaar zou hebben tot een dergelijk voorstel mede te werken. Mededeeling van de motieven, welke den minister tot deze houding leid den, achtte spreker in 's lands belang. Van het grootste belang was hetgeen de minister zeide over den samenhang tusschen de artikelen 80 en 192. Die den minister verwijten dat hij ver band legt tusschen beide, houden, zeide spr., geen rekening met de veranderde tijdsomstandigheden. In 1913 stonden de partijen heftig tegenover elkaar; terwijl nu de verhouding een gansch andere is geworden. Iu zake het onderwijsartikel is een compromis gesloten tusschen de politieke voormannen, waardoor het mo gelijk is geworden, 'dat beide artikelen naast elkander aan de orde werden ge steld. Innerlijk verband, erkende de mi nister, bestaat er niet tusschen de twee en beginselverzaking mag niet plaats heb ben. Evenwel is daarvan ten aanzien der Regeering geen sprake. Zij aclit beide voorstellen ieder voor zich in 's lands belang. En voor haar staat het vast dat we te doen hebben met één revisie. In theorie is scheiding mogelijk, doch prak tisch niet. De minister is dan ook niet bereid zijn medewerking te verleenen het zij tot de herziening van art. 80 alleen, hetzij van art. 192 alleen. Wat het Algemeen kiesrecht betreft, er kende de minister, dat aanvaarding van, het algemeen kiesrecht neerkomt op het prijsgeven der geschiktheidstheorie. Deze theorie was echter slechts vroeger praetijk. Het kiesrecht is door toenemende groe peering der kiezers om geloof, algemeen, ideaal en leuze een massaal kiesrecht geworden, dat thans binnen zekere gren zen wordt gehouden. En daar nu bij een massaal kiesrecht voor die begrenzing geen plaats is, moet tot algemeen kies recht worden overgegaan. Bovendien oefe nen sociale verschijnselen een invloed uit,, waaraan de individuen zich niet kunnen, onttrekken. Terwijl, waar 'het gemeen schapsgevoel der naties thans zoo sterk spreekt, scheiding van het volk inzake d© vervulling van een burgerplicht onhoud baar is geworden. Ter zake van het vrouwenkiesrecht be toogde Z.Exc., evenals de heer Loeff, dat het Grondwettelijk beletsel daartegen moet worden weggenomen, omdat we staan voor een bij alle beschaafde volken in kracht toenemende beweging en een Grondwetsartikel voor geruimen tijd moet kunnen dienen. Het toelaten tot het kies recht is veelal niet meer dan de erkenning van het feit, dat reeds bestaat, waar de, vrouw thans reeds deelneemt aan het politieke leven. Vele vrouwen worden voorts tot het politieke leven getrokken, juist om haar taak als vrouw beter te kennen en te vervullen, beter leidsvrouw te zijn voor haar kinderen en beter steun voor haar echtgenooten. Ook de minister is niet voor gelijkstelling van man en vrouw. Hij zou dit geen geluk achten voor de vrouw en ook niet voor de maat schappij. Doch de vrouw zelf zal, veel eer dan de man, een weg vinden tot een gezonde samenwerking. Met de meeste beslistheid echter ont kende spr., dat het vrouwenkiesrecht thans reeds dadelijk in de Grondwet zou moeten worden vastgelegd. Als het vrouwenkies recht wordt ingevoerd, moet het algemeen zijn; en waar het mannenkiesrech! stapi voor stap is gegroeid, gaat het niet aan, thans reeds aan alle vrouwen het kies recht te verleenen. Dat moet een politiek onmogelijkheid worden geacht. De minister verklaarde dan ook ieder poging daartoe onaannemelijk. Evenredige vertegenwoordiging wenschi, de minister vooral omdat dit stelsel het Parlement zal maken tot een spiegelbeeld, van het volk en dus het aanzien van het Parlement zal versterken. Terwijl in het districtenstelsel de meerderheid der Kamer: de minderheid van het volk kan vertegen woordigen, wat het Parlement in aanzien, moet verminderen. Ten slotte kwam spr. tot het onderwijs, dus tot het belangrijkste deel zijner rede. De premier betoogde, dat als art. 192 zal zij» aangenomen, de wetgever niet zal gebonden zijn aan de wetsvoorstellen van de Staatscommissie, doch wel bij de uit werking van het Grondwetsartikel zal ge houden zijn te werk te gaan in den geest dier voorstellen. Het voorgestelde artikel 192, zeide spr. verder, tast niet het beginsel aan, dat hef de taak der overheid is, voor het onder wijs te zorgen en evenmin het beginsel dat het bijzonder onderwijs vrij moet zijn. Door s ubsidieverleening erkende da Staat, dat hij belang heeft ook bij het, bestaan van het bijzonder onderwijs. En de consequentie daarvan is de financieele gelijkstelling, welke niets anders is dan de toepassing van Thorbecke's leuze: ge lijk recht voor allen. Het voorstel is geboden door recht vaardigheid en wijsheid. Terwijl de heer Eerdmans, gegrepen 'door den wind dei- reactie, koerst naar den tijd van vóór 1889. In de geheele ongebondenheid van het openbaar onderwijs echter openbaart zich een geest die niet de geest kan zijn van hen, die hun kinderen van der jeugd af aan willen zien opgevoed in de leer hunner Kerk. De openbare school, de school voor allen, is een illusie gebleken. En als de heer Eerdmans zich de openbare school verbeeldt als de nationale school, is zij, nog niet de nationale school. En kan de eenheid der natie, niet verkregen wor- Verwachting tot den avond van 7 Nov.: Meest matige tot krachtigen, Zuidelijke tot Zuidwestelijken wind, tijdelijk opklarend» later wellicht weer regen. Weinig verande ring van temperatuur. a den door de nationale school, dan kan zij wel verkregen worden door de vrijheid. Met nadruk kwam spr. er tegen op, dat het voorgestelde artikel niet zou zijn iu het belang van het onderwijs. De drang naar goed onderwijs leeft in alle kringen van het volk en bij alle par tijen en het leven zelf dringt onverbidde» lijk naar verheffing van het peil van het onderwijs. Nu kau die ontwikkeling wor den tegengehouden en dus rust op de. overheid de plicht waarborgen te eischen, dat het onderwijs inderdaad goed zij. En daartoe wijst het voorgestelde artikel den weg. De grootste waarborgen toch welke mogelijk zijn, is het toezicht der over heid en het onderzoek naar de bekwaam heid en de zedelijkheid der onderwijzers. Gelijke eischen voor openbaar en bijzonder onderwijs echter zijn niet mogelijk. Men heeft toch te doen met ongelijksoortige grootheden. Terwijl gelijke eischen boven dien een beletsel zouden zijn voor nieuwe paedagogische proefnemingen. Daarom acht spr. een andere formuleering vart de betreffende aline's van art. 192 niet wel mogelijk. Evenwel zou wiellicht door nadere toelichting de bedoeling van het artikel nader kunnen worden vastgelegd. De vrees dat de openbare scholen meei; dan tot dusver zullen verdwijnen, is ook voor den minister niet denkbeeldig. Doch al vindt men het onaangenaam, 'dat een richting, die niet de onze is, toeneemt in kracht, men mag van de overheid niet eischen, dat zij onze meening en gedachten beschermt. Zou er gevaar be staan voor de concurrentievrijheid, dan zou spr. ook daar tegen opkomen. Doch! dit zou alleen het geval zijn a's in de Grondwet de voorrang zou worden ge geven aan de bijzondere school. Evenwel acht de minister het mogelijkj dat de bedoeling wat duidelijker wordt uitgedrukt. Al heeft hij voor zich daai; geen behoefte aan, toch heeft hij er geen bezwaar "tegen, daar ook hij meent, dat het thans geldende beginsel, dat overal voldoend lager onderwijs moet worden, gegeven, onverzwakt gehandhaafd moet blijven. Den aandrang naar de uitwerking van, art. 192 in additioneele artikelen, wees, de minister met beslistheid af. Tot de opneming van een termijnbepaling voor de uitwerking is hij evenwel niet onge neigd. Waarbij spr. een krachtig beroep deed op de samenwerking van alle par tijen. Nationale Loterij voor de Oorlogskinderen. 'Men meldt ons van geachte zijde: Het bekende R. K. Huisvestingscomité, secretariaat en directie te Katwijk a/d, Rijn, onder beschermheerschap van Z. D. H. de Aartsbisschop van Utrecht, eere voorzitterschap van Z. E. Jhr. Ruijs de Beerenbrouck, Commissaris der Koningin, in Limburg, en voorzitterschap van Z. D. H. Mrg. A. F. Diepen te 's-Hertogenbosch, heeft zich in twee jaren van zijn bestaan zeer verdienstelijk gemaakt voor de door den oorlog geteisterde kinderen. Tot op heden werden niet minder dan 1505 Belgische oorlogskinde ren uit de geteisterde streken gehaald en voor 't grootste deel in de gelijk© Nederlandsche gezinnen geplaatst. Eene minderheid vond plaatsing in gestichten of in verplegingsinrichtingen. Dit groote werk kon met betrekkelijk geringe middelen tot stand gebracht wor den, dank zij de offervaardigheid van tallooze Nederlandsche families. Aan gif ten werd tot heden ontvangen I "27083.69, plus f200.aan toezeggingen. Met inbe grip van eene reserve van f5000.die beslist noodzakelijk is, waar het comité de veraatwoordelijkheid heeft voor niet

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1916 | | pagina 1