De Groote Oorlog.
No. 132.
Dinsdag 7 November 1916.
Twaalfde Jaargang. fSf
BINNENLAND.
^ngd Nieuws.
Verschijnt eiken MAANDAC-. WOENSDAG- en VRIJOJEGhVOND.
BERICHT.
Losse Oorlogsberichten.
Welk weder zullen wij hebben
(ir Sociëteit „Conoordia", te
geconstitueerd als Bo-nds-
riieuwen kastelein der So-
Brouwershaven isT Hotel
(ijds Bondshotel, thans ge
lscafé.
oevig koningschap-.
Otto van Beferen's dood,
„Vossisch© Zeitung" is een
gevloden, dat sinds lang
bvenswaard was. In volko-
jering des geestes heeft Ot-
7 jaar achtereen voor die
«rende vorstvan het op,
itste Duitsche koninkrijk is
rtgeleefd.
leieren is in het veeltewq-
148 geboren, ate zoon van
ïiliaan II en koningin Marie,
;he prinses. Het was een
)e aandoeningen, die zijn
e revolutiedagen, kort voor
hebben getroffen, wor-
Is oorzaak van zijn zwak
luwd. Otto was ©en stille,
teerde jongen. Hij word op
lijke wijze voor den mili-
bekwaamid en daarna be-
r universiteit te Münchm.
[log van 1866 uitbrak, werd
hoofdkwartier gezonden en
veldtocht mee. In '70 werd
bij den generalen staf van
[e hoofdkwartier. Toen reeds
zich Icler eerste verschijnse-
steskrankheid bij hem. Op
moest hij aan ©en regi-
rie een bevel overbrengen,
arvan liet hij het een aan-
een onbezet kerkhof Op
71, bij het feestmaal na de
ui Wilhelm van Pruisen tot
■er te Versailles, hield liij
samenhan ge nd e rad evo eri tig,
ar 't vaderland moest wor-
zonden. Men probeerde het,
afwisseling, zond hem op
Italië en Spanje, doch te
?n zich zoo ernstige ver
bij hem voor, dat hij be-
t worden. Hij werd toen
op het koninklijk kasteel
nbuxg. Hier kon hij echter
Ir, tengevolge van een pijn-
niet blijven en in, 1878
ivergebracht naar het slot
waar hij zijn vender ta-
Loorgebracht. Men vermoedt
zich nimmer van bewust
dat hij, door den dood van
Lujdwig II, koning van
geworden. Tot zijn dood
nadat op 5 November 1913
Ludwig in zijn plaats ko-
eworden, heeft hij koninklij-
noten. Het kasteel Fürsten-
theel als koninklijk paleis in-
er was een volledige hof-
ijn lichamelijke gezonldheidsl-
afgescheilen van een nier-
cort voor zijn dool goed ge-
kostte steeds de grootste
te bewegen voedsel tot zich
van geregelde maaltijden
iet weten. Hoewel hij jaren-
ersenverweeking leed, is zijn
et gevolg van maagbloedingen
rij zich niet wilde laten be-
eind geweest van een som-
steven, dat eigenlijk nimmer
.beeft verdiend.
Ie de bijzetting van wijlen Ko-
in Beieren worden de volgende
len uit" München gemeld:
itilte werden de laatste over-
nachts uit het eenzame slot
waar de Koning als onge-
ankzinnige de laatste tientallen
d had, naar de Beiersche resï-
gevoerd, waar de baar in den
i der Wittelsbacher Vorsten
chaelis-kerk werd overgebracht,
middernacht werd de kist ge-
de katafalk getild en door de
id en de Koninklijke lijfwacht
)e doode koning was gekleed
•tzijden dracht der St. Huber-
Zijn gelaatstrekken herinner-
aan zijn broeder, Lodewijk II.
.dags om 5 uur werd onder
ienst, dien de koning, de ko-
het geheele Hof bijwoonden,
de groeve gedragen en op do
tt Koning Lodewijk II bijgezet,
Ibatterijen buiten het laatste
den Koning afvuurden.
„geluk. Te Breslau is
ond een ernstig tramwegon-
:urd. Tengevolge van het wei
een rem reed de voorwagen
llectrische tram op den bijwa
len andere. Deze kantelde om,
fcn persoon gedood werd, ter-
ersonen ernstige en vijf lich
tdingen bekwamen. (Z.)
.den trein aangereden,
Di. G. Maandagavond uit
sen naar Meteren per tilbury
keerde, overkwam hem aan
|eg aan den Utrechtscben straat-
ernstig ongeluk. De boomen
gesloten en juist toen het voer-
ap1 den overweg bevond, kwam
aar Tiel aansnorren. Het paard
geslagen en was onmiddellijk
heer G. werd uit zijn voertuig
le geslingerd, doch bleef wonder
ider, ongedeerd. (Z.)
NIH ZEEMDE COUMI
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.90, daarbuiten f 1.10.
Afzonderlijke nummers 6 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Kanfoor v. d. Administratie: Ganxepoorfsfraaf C 209, GOES.
Tel. interc.: Directie no. 33. Redactie no. 97.
Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prns.
Advertentiën van 16 regels ƒ0.60; iedere regel meer 10 CL
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 J>< berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 26 Ct. k contant.
De abonné's op dit blad, in het bezit der door de gulden bij verlies van beide gttt gulden bij
directie uitgereikte polis, zjjn, overeenkomstig de M I I S3 I handen, voeten of oogen. m I I verlies van een
daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, 1 I 11 I Voorts bij ongeneeselijke V gj H hand, voet
GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor: verstandsverbijstering; I of oog;
De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam.
BB gulden bij J Ml gulden bij A gX gulden bij Mm
a B I verlies van een B I 11 B verlies j| I R verlies van M
1 1 r §9 bami, voet R I R H H van een R^ H H een M
E of oog; duim; VV wijsvinger
gulden bij
verlies van
eiken anderen
vinger.
Vil) brengen onze abonné's ter kennis
dat er deze maand zal gedisponeerd
worden over hef abonnementsgeld 4e
kwartaal 1916.
Wi| vertrouwen, dat onze abonné's
zuilen medewerken om tof vooruitbe
taling van hef abonnementsgeld te
geraken, door hun kwitantie bij aanbie
ding te betalen.
DE ADMINISTRATIE.
De onderzeeërs-oorlog.
LONDEN, 4 Nov. (R.O.) Een Lloydsbe-
richt meldtDe Noorsche schepen Thor"
(214 netto tons) en „I vanhoe" (680 netto
tong) zijn gezonken.
LONDEN, 4 Nov. (R.O.) Een Lloyds-
bericht meldt: Het Engelsche ss. „Spero"
is gezonken. De bemanning is gered.
(Er zijn twee Engelsche stoomschepen
van dien naam, resp. 724 en 726 netto
tons groot.) (Maasbode.)
Een Engelsche kruiser vernietigd.
BERLIJN, (4 NovOfficieel.) Op 23
October vernietigde één onzer onderzeeërs
een Engelschen kleinen kruiser van het
oudere type met twee schoorsteenen,
ten Westen van Ierland.
Het torpedeeren van de „Marlna".
WASHINGTON, 4 Nov. Het nieuws
bureau Havas meldt: Naarmate er meer
bijzonderheden bekend worden over het
tot zinken brengen van het stoomschip
„Marina" wordt de toestand te Washing
ton ernstiger ingezien. Het stoomschip
zou volgens de overlevende slachtoffers
zonder waarschuwing zijn getorpedeerd
en de bemanning zou in open booten']
zonder hulp aan haar lot zijn overgelaten.
Het feit, dat zes Amerikanen bij de
torpedeering zouden zijn omgekomen,
vermeerdert den ernst van den toestand.
Verdun.
De Franschen melden dat de buitenste
fortengordel van Verdun nu in zijn oor-
spronkelijken staat is hersteld en stevig
door de Fransche troepen wordt bezet.
De toestand op het Zuid-Russische front.
PETERSBURG. De vorige week werd
de hervatting van de vijandelijkheden
op het zuidelijke deel van het Russische
front in het bizonder in de streken van
Galitch, Uitchichtov, Lipitzadolskata en
Svistelpiki gesignaleerd. De hervatting
van het Oostenrijksch-Duitsch offensief
moet verklaard worden door 'svijands
onvrijwilligen stilstand in Zevenburgen
en waar het Roemeensch leger zegevie
rend tegenweer biedt. Daar het Duitsche
legerbevel geenszins de troepen, welke
in de Roemeensche passen vastzitten,
aan haar lot kan overlaten, wordt een
actie op het aansluitende Russische front
ondernomen. De moeilijkheden door de
Duitschers ondervonden bij het doortrek
ken der passen zijn des te belangwek
kender, daar de vijand steeds een groote
bekwaamheid aan den dag heeft gelegd
om terreinmoeilijkheden te overwinnen.
Landing op Rumeenschen Donau-cever.
Men seinde ons Zondagmorgen:
WEENEN. (Officieel). Een groep Oosten-
rijkseh-Hongaarsche monitors zette op 3
November op het Donau-eiland Dino en
op den daar tegenover liggenden Rumeen
schen oever afdeelingen aan land. De
Rumeensche versterkingen zijn op de
vlucht gedreven.
De algemeene toestand bezien van Fransch
standpunt
De bekende Fransche oud-Minister van
Buitenl. Zaken. Fichon, schrijft in het
„Petit Journal":
Over het algemeen kan de huidige toe
stand bevredigend beschouwd worden en
in de naaste toekomst zullen de resul
taten nog belangrijker zijn. De samen
werking tusschen de legers der gealli
eerden gaat steeds uit van den stelregel
der éénheid van de verschillende fronten
de officieren en soldaten van alle natio
naliteiten, die den vijand bestoken, strij
den met denzelfden moed en met een
vertrouwen, waaraan niets ter wereld
weerstand kan bieden. De Duitschers,
die gedwongen zijn te erkennen, dat ze
terug moesten wijken, en plaatsen, welke
zij onneembaar achtten, verlaten moesten,
schrijven hun échec toe aan onze supe
rioriteit van het materiaal. Hun trots
laat niet toe iets anders te zeggen. Maar
zelf moeten wij al onze aandacht geves-
houden op den heldenmoed van onze
legers, die steeds voortrukken naar het
einddoel.
Met dezen militairen toestand komt de
politieke en diplomatieke toestand over
een, die wij eveneens als voldoende kun
nen kenschetsen.
Wij mogen onszelf dus geluk wenschen
met den toestand, zooals die zich heden
voordoet. Wij beeinnen de vruchten van
onzen arbeid te plukken, van ons uithou
dingsvermogen, van de vrees en van den
algemeenen afschuw, waarin onze vijan
den ten onder gaan. Na tallooze moord
dadige locale offensiefs, welke nutteloos
bleken na een onverklaarbare onacht
zaamheid, waar het de constructie onzer
kanonnen betreft en de productie van
onze ammunitie, na fouten, welke ons
veel manschappen- en geld gekost hebben
hebben wij een overmacht verkregen,
zoowel tactisch als waar het onze strijd
middelen betreft. Het tegenwoordige be
stuur heeft zoo goed mogelijk de fouten
hersteld, door een vorig bestuur begaan.
Onze legers zijn op weg om de over
winning te behalenwij bezitten de
achtiDg en het vertrouwen der neutrale
landen, wij stellen tegenover het Duitsche
complot een coalitie en een ondoordring
baar front. Nooit is de toestand ons zoo
gunstig geweest. Laat ons hopen, dat de
actie der geallieerden verbonden zal blij
ven op militair, diplomatiek en econo
misch gebied, en dat zij voort zullen gaan
onvermoeid te werken aan de productie
van het materiaal, dat, volgens Duitsche
communiqué's, de dapperste troepen ver
nietigt.
Een beeld der verwoesting.
Omtrent Predeal, dat door de centralen
gewonnen werd, schrijft Köster in de
„Vorwiirts" dat de stad prachtig gelegen
is op het zadel van Tömosz en vele villa's
in Zwitschen stijl bezit, alsmede eenige
groote hotels, uitgestrekte wandelwegen
in zonrijke dennenbosschen, heerlijk uit
zicht door het Tömosz-dal tot diep in
Zevenburgen. Tusschenstation voor de
Orientexpress, was Predeal altijd het
eerste, wat de Europeaan van Roemenië
te zien kreeg en in zijn natuurlijke schoon
heid en zindelijkheid niet het slechtste.
De groote stationsinrichtingen staan
thans leeg. Geen wagen, geen rookende
locomotief. De machinehal in elkaar ge
schoten. Het stationsgebouw met kogels
doorzeefd. Op het perron eenige leeg
gehaalde koffers van reizigers, die te laat
kwamen. In de eetzaal de sporen van
een verbitterd handgemeen. Gevulde am-
munitieriemen van een machinegeweer,
handgranaten, lijken onder de tafel op
matrassen. Achter het buffet, waarop nog
glazen staan met resten van rooden wijn,
ook lijken. Hongaarsche en Roemeensche
kaartjes liggen overal rond. Het plafond
van de gala-wachtkamer is op de gebroken
meubels naar beneden gevallen. In een
hoek kijkt nog het portret van Carmen
Sylva uit een vergulde met floers om
hangen lijst. Onder het loket leunt een
doode met naar beneden hangend hoofd
tegen den muur. Schuin naar boven ziet
men den oproep van koning Ferdinand
aan het Roemeensche volk
Het Nadeierdal is geruïneerd. De hui
zen hebben ternauwernood nog hun vorm
bewaard. Trappen en balkons hangen in
de lucht. De hanebalken liggen in den
tuin. Parijsche beeldjes zijn honderd
meter ver weg geslingerd. Bedden met
rozen verzonkenin grauaattrechters, thans
met vuil water gevuld. („De Tijd").
DE REDE VAN DEN MINISTER VAN
BINNENLANDSCHE ZAKEN.
Onze minister-president, mr. Cort van
der Linden, heeft Vrijdag j.l. de Verschil
lende, of liever gezegd de vele sprekers
over de regeeringsvöorstellen inzake de
grondwetsherziening beantwoord.
In een betrekkelijk korte redevoering
ofschoon er nog drie uren mee heen
gingen heeft de minister het standpunt
der regeering uiteengezet. „Zijn rede"
aldus „De Tijd" „herinnerde aan de
beste, "die ooit in ons parlement gehou
den zijn. Dat was overdacht, daar was
aan gewerkt, 't Was 'n liefhebberijHeel
den dag hebben wij aan zijn lippen ge
hangen. En niet wij, journalisten alleen,
die, of het vriend of tegenstander geldt,
zoo gaarne waardeeren willen, maar het
zoo zelden kunnen. De tribunes waren
stampvol en niemand had zijn plaats wil
len afstaan. In de loges verdrong zich de
bloem der natie, leden van den Raad
van State, Hoogen Raad, Eerste Kamer
en Rekenkamer. Ieder was uitgetogen, om
het historiseh moment mee te leven;
ieder was opgetogen over de wijze, waar
op de „régisseur général", omgeven door
zijn ganschen staf van medewerkers
al de ministers waren tegenwoordig
voor de „première' 'gezorgd had.
Minister Cort van der Linden heeft
aller harten gestolen, en, wat meer zegt,
hij heeft allen beschaamd en overgehaald,
om mee te gaan, zonder verdere aan
merkingen.
Daar valt nu verder geen praten over;
zooals het nu is voorgesteld, zóó is het
goed, althans zóó goed, als het in de
gegeven omstandigheden zijn kan."
De rede van den premier in al haar
details op te nemen, zou, met het oog
op de voor ons beschikbare ruimte kwalijk
gaan. Wij meenen echter goed te doen
met aan de hand van „Het Centrum" een
eenigszins uitvoerige samenvatting er van
te geven, die minder dor is dan het be
knopt telegrafisch verslag.
Z.Exc. verklaarde vooreerst nadrukke
lijk, dat van hem niet alleen geen voor
stel is te verwachten betreffende de
troonopvolging, doch dat hij zelfs bezwaar
zou hebben tot een dergelijk voorstel mede
te werken. Mededeeling van de motieven,
welke den minister tot deze houding leid
den, achtte spreker in 's lands belang.
Van het grootste belang was hetgeen
de minister zeide over den samenhang
tusschen de artikelen 80 en 192.
Die den minister verwijten dat hij ver
band legt tusschen beide, houden, zeide
spr., geen rekening met de veranderde
tijdsomstandigheden. In 1913 stonden de
partijen heftig tegenover elkaar; terwijl
nu de verhouding een gansch andere is
geworden. Iu zake het onderwijsartikel
is een compromis gesloten tusschen de
politieke voormannen, waardoor het mo
gelijk is geworden, 'dat beide artikelen
naast elkander aan de orde werden ge
steld. Innerlijk verband, erkende de mi
nister, bestaat er niet tusschen de twee
en beginselverzaking mag niet plaats heb
ben. Evenwel is daarvan ten aanzien der
Regeering geen sprake. Zij aclit beide
voorstellen ieder voor zich in 's lands
belang. En voor haar staat het vast dat
we te doen hebben met één revisie. In
theorie is scheiding mogelijk, doch prak
tisch niet. De minister is dan ook niet
bereid zijn medewerking te verleenen het
zij tot de herziening van art. 80 alleen,
hetzij van art. 192 alleen.
Wat het Algemeen kiesrecht betreft, er
kende de minister, dat aanvaarding van,
het algemeen kiesrecht neerkomt op het
prijsgeven der geschiktheidstheorie. Deze
theorie was echter slechts vroeger praetijk.
Het kiesrecht is door toenemende groe
peering der kiezers om geloof, algemeen,
ideaal en leuze een massaal kiesrecht
geworden, dat thans binnen zekere gren
zen wordt gehouden. En daar nu bij een
massaal kiesrecht voor die begrenzing
geen plaats is, moet tot algemeen kies
recht worden overgegaan. Bovendien oefe
nen sociale verschijnselen een invloed uit,,
waaraan de individuen zich niet kunnen,
onttrekken. Terwijl, waar 'het gemeen
schapsgevoel der naties thans zoo sterk
spreekt, scheiding van het volk inzake d©
vervulling van een burgerplicht onhoud
baar is geworden.
Ter zake van het vrouwenkiesrecht be
toogde Z.Exc., evenals de heer Loeff,
dat het Grondwettelijk beletsel daartegen
moet worden weggenomen, omdat we
staan voor een bij alle beschaafde volken
in kracht toenemende beweging en een
Grondwetsartikel voor geruimen tijd moet
kunnen dienen. Het toelaten tot het kies
recht is veelal niet meer dan de erkenning
van het feit, dat reeds bestaat, waar de,
vrouw thans reeds deelneemt aan het
politieke leven. Vele vrouwen worden
voorts tot het politieke leven getrokken,
juist om haar taak als vrouw beter te
kennen en te vervullen, beter leidsvrouw
te zijn voor haar kinderen en beter steun
voor haar echtgenooten. Ook de minister
is niet voor gelijkstelling van man en
vrouw. Hij zou dit geen geluk achten voor
de vrouw en ook niet voor de maat
schappij. Doch de vrouw zelf zal, veel
eer dan de man, een weg vinden tot
een gezonde samenwerking.
Met de meeste beslistheid echter ont
kende spr., dat het vrouwenkiesrecht thans
reeds dadelijk in de Grondwet zou moeten
worden vastgelegd. Als het vrouwenkies
recht wordt ingevoerd, moet het algemeen
zijn; en waar het mannenkiesrech! stapi
voor stap is gegroeid, gaat het niet aan,
thans reeds aan alle vrouwen het kies
recht te verleenen. Dat moet een politiek
onmogelijkheid worden geacht. De minister
verklaarde dan ook ieder poging daartoe
onaannemelijk.
Evenredige vertegenwoordiging wenschi,
de minister vooral omdat dit stelsel het
Parlement zal maken tot een spiegelbeeld,
van het volk en dus het aanzien van het
Parlement zal versterken. Terwijl in het
districtenstelsel de meerderheid der Kamer:
de minderheid van het volk kan vertegen
woordigen, wat het Parlement in aanzien,
moet verminderen.
Ten slotte kwam spr. tot het onderwijs,
dus tot het belangrijkste deel zijner rede.
De premier betoogde, dat als art. 192
zal zij» aangenomen, de wetgever niet zal
gebonden zijn aan de wetsvoorstellen van
de Staatscommissie, doch wel bij de uit
werking van het Grondwetsartikel zal ge
houden zijn te werk te gaan in den geest
dier voorstellen.
Het voorgestelde artikel 192, zeide spr.
verder, tast niet het beginsel aan, dat hef
de taak der overheid is, voor het onder
wijs te zorgen en evenmin het beginsel dat
het bijzonder onderwijs vrij moet zijn.
Door s ubsidieverleening erkende da
Staat, dat hij belang heeft ook bij het,
bestaan van het bijzonder onderwijs. En
de consequentie daarvan is de financieele
gelijkstelling, welke niets anders is dan
de toepassing van Thorbecke's leuze: ge
lijk recht voor allen.
Het voorstel is geboden door recht
vaardigheid en wijsheid. Terwijl de heer
Eerdmans, gegrepen 'door den wind dei-
reactie, koerst naar den tijd van vóór
1889. In de geheele ongebondenheid van
het openbaar onderwijs echter openbaart
zich een geest die niet de geest kan
zijn van hen, die hun kinderen van der
jeugd af aan willen zien opgevoed in
de leer hunner Kerk.
De openbare school, de school voor
allen, is een illusie gebleken. En als de
heer Eerdmans zich de openbare school
verbeeldt als de nationale school, is zij,
nog niet de nationale school. En kan
de eenheid der natie, niet verkregen wor-
Verwachting tot den avond van 7 Nov.:
Meest matige tot krachtigen, Zuidelijke
tot Zuidwestelijken wind, tijdelijk opklarend»
later wellicht weer regen. Weinig verande
ring van temperatuur.
a
den door de nationale school, dan kan zij
wel verkregen worden door de vrijheid.
Met nadruk kwam spr. er tegen op,
dat het voorgestelde artikel niet zou zijn
iu het belang van het onderwijs.
De drang naar goed onderwijs leeft in
alle kringen van het volk en bij alle par
tijen en het leven zelf dringt onverbidde»
lijk naar verheffing van het peil van het
onderwijs. Nu kau die ontwikkeling wor
den tegengehouden en dus rust op de.
overheid de plicht waarborgen te eischen,
dat het onderwijs inderdaad goed zij. En
daartoe wijst het voorgestelde artikel den
weg. De grootste waarborgen toch welke
mogelijk zijn, is het toezicht der over
heid en het onderzoek naar de bekwaam
heid en de zedelijkheid der onderwijzers.
Gelijke eischen voor openbaar en bijzonder
onderwijs echter zijn niet mogelijk. Men
heeft toch te doen met ongelijksoortige
grootheden. Terwijl gelijke eischen boven
dien een beletsel zouden zijn voor nieuwe
paedagogische proefnemingen. Daarom
acht spr. een andere formuleering vart
de betreffende aline's van art. 192 niet
wel mogelijk. Evenwel zou wiellicht door
nadere toelichting de bedoeling van het
artikel nader kunnen worden vastgelegd.
De vrees dat de openbare scholen meei;
dan tot dusver zullen verdwijnen, is ook
voor den minister niet denkbeeldig. Doch
al vindt men het onaangenaam, 'dat een
richting, die niet de onze is, toeneemt
in kracht, men mag van de overheid
niet eischen, dat zij onze meening en
gedachten beschermt. Zou er gevaar be
staan voor de concurrentievrijheid, dan
zou spr. ook daar tegen opkomen. Doch!
dit zou alleen het geval zijn a's in de
Grondwet de voorrang zou worden ge
geven aan de bijzondere school.
Evenwel acht de minister het mogelijkj
dat de bedoeling wat duidelijker wordt
uitgedrukt. Al heeft hij voor zich daai;
geen behoefte aan, toch heeft hij er geen
bezwaar "tegen, daar ook hij meent, dat
het thans geldende beginsel, dat overal
voldoend lager onderwijs moet worden,
gegeven, onverzwakt gehandhaafd moet
blijven.
Den aandrang naar de uitwerking van,
art. 192 in additioneele artikelen, wees,
de minister met beslistheid af. Tot de
opneming van een termijnbepaling voor
de uitwerking is hij evenwel niet onge
neigd. Waarbij spr. een krachtig beroep
deed op de samenwerking van alle par
tijen.
Nationale Loterij voor de Oorlogskinderen.
'Men meldt ons van geachte zijde:
Het bekende R. K. Huisvestingscomité,
secretariaat en directie te Katwijk a/d,
Rijn, onder beschermheerschap van Z.
D. H. de Aartsbisschop van Utrecht, eere
voorzitterschap van Z. E. Jhr. Ruijs de
Beerenbrouck, Commissaris der Koningin,
in Limburg, en voorzitterschap van Z. D.
H. Mrg. A. F. Diepen te 's-Hertogenbosch,
heeft zich in twee jaren van zijn bestaan
zeer verdienstelijk gemaakt voor de door
den oorlog geteisterde kinderen.
Tot op heden werden niet minder dan
1505 Belgische oorlogskinde
ren uit de geteisterde streken gehaald
en voor 't grootste deel in de gelijk©
Nederlandsche gezinnen geplaatst. Eene
minderheid vond plaatsing in gestichten of
in verplegingsinrichtingen.
Dit groote werk kon met betrekkelijk
geringe middelen tot stand gebracht wor
den, dank zij de offervaardigheid van
tallooze Nederlandsche families. Aan gif
ten werd tot heden ontvangen I "27083.69,
plus f200.aan toezeggingen. Met inbe
grip van eene reserve van f5000.die
beslist noodzakelijk is, waar het comité
de veraatwoordelijkheid heeft voor niet