No. 124. Donderdag 19 October 1916 Twaalfde Jaargang. tohjnt ellen MiMMt-, NEKDM- VRIJOAGAVDNO. Het Katholieke Engeland voorheen en thans. „Wind gezaaid, storm gemaaid". Welk weder zullen wij hebben? Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.90, daarbuiten 1.10. Afzonderlijke nummers 6 cent, dubbele bladen 10 cent. Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór Half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags. Kanfoor V. d. Admlnlafratle: Ganzepoortstraat C 209, GOES. Tel. interc.: Directie no. 33. Redactie no. 97. Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. Advertentiën van 15 regels ƒ0.50; iedere regel meer 10 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 JX berekend. Dienstaanbiedingen 6 regels voor 25 Ct. k contant. De abonné's op dit blad, in het bezit der door de directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor: 1500 gulden bij verlies van beide handen, voeten of oogen. Voorts bij ongeneeselijke verstandsverbijstering SS8 gulden bij H gulden bij A gulden bij A H jl I fl verlies van een fl fl fl B verlies fl_ I I verlies van 11^ m I hand, voet 11 11 I van een 1% S B een M of oog; IU w duim; wijsvinger gulden bij verlies van eiken anderen vinger. De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam. III. (Slot.) Den 25en Januari 1559 werd voor de laatste maal de zitting van het Engelsche parlement voorafgegaan door een plech tige mis ter eere van den H. Geest, welke o. a. door Elizabeth en 'haar hof werd bijgewoond. Kanselier Bacon opende daarna de zit ting met een wijdloopige en breedsprakige rede, waarvan de kern was, dat op ver langen der koningin de beide Huizen zich zouden onledig houden met het vaststellen van een nieuwen godsdienst voor het gansche rijk. Wel is waar kon de koningin zulks doen uit eigen macht, maar zij stond er op, dat de vertegenwoordigers der natie zouden worden gehoord, opdat de nieuwe kerkregeling zou blijken te zijn aanvaard met den vrijen wil des volks. Bacon kon dit des te geruster zeggen, daar hij, zoowel als zijn koninklijke mees teres, zeker waren van eene meerderheid ten hunnen gunste in 's lands hooge ver gadering. Daarvoor was van tevoren behoorlijk gezorgd. Tijdens de verkiezingen voor het Lager Huis was door Bacon en Cecil aan de sheriffs der graafschappen een lijst gezonden met namen van candidaten, die de koningin zoo heette het in het begeleidend, schrijven wenschte als volksvertegenwoordigers te zien gekozen. Den sheriffs werd daarbij niet onduidelijk te verstaan gegeven, dat de niet-inwilli- ging van den koninklijken wensch Harer Majesteits ongenade over het hoofd der sheriffs zou afroepen. Dat de op de lijst vermelde candidaten aanhangers waren der religieuze omwenteiingspartij volgens de inzichten van Elizabeth, spreekt van zelf. Ten opzichte van het Hoogerhuis gingen Elizabeth's handlangers anders te werk. Alleen zij die Pair van Engeland waren of daaraan gelijk, b.v. de bisschop pen, hadden zitting in het Hoogerhuis. Elf bisdommen waren zonder herder. Men besloot die zetels onbezet te laten tot na de invoering dor nieuwe wetten, om zoo doende te beletten, dat het getal der aan de Katholieke Kerk verknochte leden van het Hooger Huis de meerderheid zoude hebben. Tot overmaat van zekerheid wer den door Cecil's toedoen inderhaast vijf besliste hervormingsgezinde edelen tot pair verheven, om hun op die wijze den toegang tot het Hooger Huis te openen. Toch vergiste zich de regeering zoo zij meende voor haar voorstellen een ge willig en meegaand parlement te vinden. Cecil's openingsrede verwekte in beide Huizen een storm van verontwaardiging. Had onder Hendrik VIII de priesterschap zoowel als het gezaghebbend element van (Een verhaal uit den Graventijd.) 9 „Nu, 't is of ge naar bed. moet! Zoo heb ik het niet bedoeld", sprak Steven lachend toen Hendrik binnentrad. „Goeden middag, huisman I sprak de koster beleefd. „Hetzelfde man! Vroeg winter, hé?" „Ja, maar strenge heeren regeetfen niet lang!" „En góede, eilaci, soms nog veel kor ter", zeide Steven. „Maar eler we gaan praten, Aagte heeft al een stoel voor u onder de schouwe geplaatst! Zet-je!" De koster maakte gretig Van dit aaln- bod gebruik. Steven smeet nog een paar eikenblokken op het vuur en zeide: „Zeker wel eene zaak van veel gewicht, die u op dit uur en in zulk weer naar de Boomstee voert?" „Ja, huisman, eene heel gewichtige zaak", antwoordde Hendrik met eene zucht. Zoo, zool De Siute Jacobus brand?" „Bewaar ons, huisman, hoe komt ge eg toe dat te denken het leekendom zich uiterst zwak betoond in het wederstreven van 'skonings schis matieke strevingen, thans was het anders en vonden Elizabeth en haar vertrouwden geharnaste strijders tegenover zich, zoowel onder de bisschoppen en den adel in het Hooger Huis als onder de leden van het Lager Huis. En waar de bisschoppen van York, Londen, Chester, Carlisle, de lords Montague, Stafford, Morley, Wharton, Rich in het Hoogerhuis, John Storey en Thomas White in het Lagerhuis als woord voerders der Katholieke partij optraden, daar wisten zij, dat zij de hoogere geeste lijkheid, een groot deel van den adel, het meerendeel der universiteitsprofessoren, alle ordensgeestelijken, schier alle se culiere priesters en zeven achtste deel des volks achter zich hadden. Met klem van redenen verzetten zij zich tegen de meening, dat het parlement de bevoegd heid zou kunnen hebben om te beraad slagen over de afschaffing van een gods dienst, even wonderbaar in zijn stichting' als providentieel in zijn verbreiding en heilig in zijn wezen; een godsdienst, waar aan Engeland alles, zoowel in de orde dei- natuur als in die der genade had te danken. Het lijdt dan ook geen twijfel of, zoo het parlement in waarheid had weerspie geld wat in den boezem van schier ganscli de natie werd heieden en gevoeld, Cecil had een smadelijke nederlaag geleden, maar door de geforceerde samenstelling1 van dit wetgevend lichaam won de domme inacht van het brute getal het op de welsprekendheid, de wetenschap en het lalent der kampioenen voor waarheid en recht. Met een kleine meerderheid ver klaarde zich het parlement competent 0111 over de godsdienstverandering te beraad slagen. Die godsdienstverandering was be lichaamd in twee wetsvoorstellen: het eene, de suprematie-bill geheeten, gaf voortaan aan de Koningin en aan haar alleen de geestelijke oppermacht over de Kerk van Engeland, het andere schonk onder den naam van „Act of Ihiiformity" aan het land een nieuw stel geloofsartike len en een nieuwe liturgie.l) De aanneming dezer wetsvoorstellen be- teekende zooveel als definitieve afschaf fing van het Katholicisme, sinds 600 jaar de godsdienst des lands. In de maand Februari kwam het eerste voorstel ter sprake in het Lager Huis en werd er zoo duchtig toegetakeld dooi de snijdende logica van den weispreken den doctor Storey, dat de aanneming er van aan een zijden draad hing. Alleen door het dreigen met de ongenade zijner koninklijke meesteres wist Cecil eenige weifelende leden op het allerlaatst tot zijne zijde over te halen, waardoor hij het voorstel redde. „Nu, uw huisken omgestormd?" „Bijna, huisman, bijna 1" „En geen geld om het opi te bouwen? „Neen, huisman, het staat nog! Ma,ar dat het staat is jnij leed genoeg! Wa.ro het maar onderste: boven gewaaid!" „Zwijg, koster, dat is een onzalig© wensch!" „Zoo onzalig niet, als gij wel denkt!" „Gij maak mij nieuwsgierig! Vertel op, wat is er dan. gaande?" „Het zou eergisteren nacht in dan storm zeker onderste boven gewaaid zijn, als er niet iemand gekomen was, die trots' den besten rietdekker een gat in het dak gedicht had". „Een goed man, die. zoo' juist vanpias1 komt!" „Mijnentwege ware hij mijlne deur voor bij gegaan. Raad eens, huisman, wien we gedurende een nacht geherbergd heb ben?" „Misschien wel onzen welbeminden. Graaf 1 God behoede hem!" zeide Ste ven. „Amenl" antwoorddi Hendrik in vol len ernst. „Neen, de Genadige Graaf e:n is het niet geweest. Het was een mars kramer!" „Ha, een marskramer, die niets ver koopt, maar zooveel te meer steelt. Heeft hij de kerk bestolen?" In het Hooger Huis lokte het wetsvoor stel stormachtige debatten uit en de wel sprekendste protesten weerklonken in de zittingen van 27 en 28 Februari, van 13, 15 en 28 Maart. „Ziet wel in, Mylords", zoo sprak de aartsbisschop van York bij de* derde le zing van het wetsvoorstel, „wa.t de su- prematiebill eischt: losscheuring van den Apostolischen Stoel. Maar wat is da.t an ders dan losscheuring van de algemeene conciliën, van het Kerkelijk recht, van het oordeel aller christenvorsten en ten laatste van de eenheid der Kerk? Dooi de scheuring te omhelzen werpen wij ons vrijwillig uit het scheepje van Petrus, om in de golven van geloofsverwarring en eindelooze twisten een gewissen onder gang tegemoet te snellen.Wat vraagt de suprematiebill? De overdracht van het geestelijk oppergezag op de koningin. Wat wil dat zeggen? Haar de macht toeken nen van te binden en te ontbinden zoo als Christus' woorden aanduiden: „U wil ik de sleutels van het rijk der hemelen geven enz." Maar, ik vraag u, Mylords, van wien heeft het Parlement de volmacht ontvangen om dit aan de koningin over te dragen? Christus sprak oo'k tot Petrus: „weid mijne lammeren, hoed mijne scha pen". Maar hoe kan een vrouw in Gods Kerk met herderlijke macht worden be kleed? Leert ons Paulus niet uitdrukke lijk: „de vrouwen zullen in de Kerk zwij gen" en: „te leeren veroorloof ik door vrouwen niet"? Het is onmogelijk, dat een vrouw, op welke sport dan ook der kerkelijke hiërarchie geplaatst worde, dus kan eene vrouw ook onmogelijk het hoofd der Kerk zijn." De bisschop van Chester zeide o. a. het volgende: „Ik weet, Mylords, dat men onder, het volk met kwistige hand de ware of valsche berichten over het slechte leven sommiger pausen heeft verspreid, om zoodoende suprematiebill aannemelijk te maken. Vooreerst nu is het mijn over tuiging, dat die pausen niet zoo slecht geweest zijn als men voorgeeft. Doch zulks toegeven voor een oogenblik, wat volgt daaruit? Wij zijn menschen en geen en gelen en de H. Schrift zegt: „wie is de man die niet misdoet?" Ja, Indien de Zaligmaker aan Petrus en diens opvol gers on zon dig he id had beloofd, dan zouden die tegenwerpingen iets bewijzen, doch Christus heeft aan Petrus alleen gezegd: „Ik hel) voor u gebeden, dat uw gel ooi niet bezwijke". Evenmin der halve als Davids echtbreuk het aanzien en de schoonheid zijner psalmen te niet doet, evenmin -als de afgodendienst en zinnelijkheid van Salomon de waarde ver mindert zijner heerlijke bijbellessen, even min kan het leven van pausen, hoe slecht ook, de macht wegnemen, die zij van „Neen, huisman, hij behoefde niet te stelen; want die marskramer is rijk!" „Komaan, het wordt nog schooner! Een rijke marskramer!? Ei kom, gij hebt u wat laten verluiden „Ware dat zoo! Neen, huisman, die marskramer Wias 'niemand anders dan Heer Wolfert van Borselen! Kent gij hem?" „Of ik hem ken! Hij staat in den strijd wel vijf man tegelijk! Zelden heb ik een ridder zoo koen, zoo onverschrokken, zoo sterk gezien als Heer Wolfert. Hij is een twee Goliath!" „Nu, zooals ik zeg, die Wolfert van Borselen heeft, vermomd als marskramer een nacht onder mijn dak vertoefd 1" „lk kan het niet geloovenl Wat zou hij hier doen? Er is in Zeeland genoeg voor hem voor het mes!" „Dat is er ook; en toch is hij hier geweest". „En waar is hij heen gegaan?" „Naar 'den „Swanenburch" waar hij door Heer Gozewijn hupsch ontvangen werd". „Hoe weet gij dat?" „Mijn Jan heeft hem er heen gebracht!" „Is Jan niet dikwijls op het kasteel?" „Vaak. Hij moest er dien morgen ook weer zijn en werd toen met een brief- ken naar Heer Arend Yan Benskoop ge- Christus in den H. Petrus ontvangen hebben." Deze rondborstige, kloeke taal kon niet nalaten een diepen indruk achter te la ten, wat uit de eindstemming bleek. Ware niet noodlottigerwijze een aantal bisdom men onbezet geweest de bisschoppen waren krachtens hun waardigheid lid van het Hooger Huis de suprematiebill ware verworpen. Thans, helaas, werd het wetsvoorstel, dat Elisabeth tot pausin maakte der Engelsche Kerk, met enkele stemmen meerderheid aangenomen.2) Na Paschen kwam het Parlement bij een voor de behandeling der „Act of Uniformity", d.w.z. het wetsvoorstel tot afschaffing van den Katholieken eerc- dienst. De Katholieke parlementsleden ga ven geen kamp, maar stonden moedig op de bres ter verdediging hunner hei ligste goederen,; 26, 27 en 28 April wa ren bestemd voor de debatten. Feckenham, abt van Westminster, opende ze met een krachtige, welsprekende rede, waarin hij de nieuwe, aan Engeland opgedrongen geloofsartikelen aan een vernietigende kri tiek onderwierp, door ze te toetsen aan de Katholieke leer. Daarna, nam wederom de moedige bisschop van Chester het woord, wees op de gronzenlooze verwar ring in de leerstukken der verschillende sekten en bewees, dat het Parlement, voor het meerendeel uit leeken bestaande, on mogelijk over de zoo gewichtige vragen des geloofs op- eigen gezag kon heslissen, terwijl hij zijn medeleden wees op de verschrikkelijke verantwoording die zij, dit doende, op zich laadden. Verschrikkelijk, zoo besloot hij, is het wetens en willens voor zich zelf te dwalen, maar duivelsch ls het anderen in de dwaling mee te sleuren. Doch ook hier mocht geen welsprekend heid haten. Met drie stemmen meerder heid werd de „Act of Uniformity" aan genomen, waardoor Engeland officieel een streep haalde door gansch zijn godsdien stig verleden. Zoo werd Engeland Anglikaansch en de vrijheid van geweten, waarvoor de nieuwgezinden heetten op te komen, voor den Katholieken onderdaan van Elizabeth een aanfluiting en een spot, want wilde hij volgens de inspraken van zijn geweten Gode dienen, dan wachtte hem kerker en schavot, tenzij hij verkoos het biltere brood der ballingschap te eten. Volgens de bedoeling van Elizabeth en' hare raadgevers was het Katholicisme ge doemd in Engeland uit te sterven, maar in de plannen der .Voorzienigheid was het anders besloten. Wel werd in het land van Eduard den belijder de boom van het Katholieke ge loof door den storm der vervolgingen vreeselijk geteisterd, zijn bladerkroon ver zonden met bevel op antwoord te wach ten!" „Zoo! Heer Arend oil is ook al vriend van onzen Genadigen Graaf!" „Allerminst niet. Wel weet ik dat Heer Jan va.n Heusden verplicht is geworden zijn erfgoed, de stad en. vrijheid van Heus den aan onzen Graaf op te dragen. Zulks is ook geschied met de heeren Gijs- brecht van Amstel en Herman van Woer den en nog vele anderen!" „Ja, ik weet al vast, dat dit ook ge schied is met Heer Arnout van Steyne, en Heer Hendrik Van Aske!" „Dien besten, die we kennen, vergeten we te noemen: Heer Gozewijn!" „Onze Genadige Graaf heeft zich vele vijanden gemaakt, huisman!" „Maar iedere edelman, die een vijand van onzen Graaf wordt, bezorgt hem tienmaal zooveel vrienden, weet ge dat wel, goede vriend?" „Zeker weet ik dat, huisman! Maar toch ben ik bevreesd, dat men hem zijne weldaden, aan ons besteed, betalen zal met booze bedrijven! Ik vrees voor den Graaf!" „Het kan zijn, dat gij gelijk hebt, kos ter! Maar wat zegt onze Eerwaarde Pa stoor ervan? Hij is oud en wijs en een man van veel ondervinding I" „Ja, huisman, Zijn Eerwaarde heeft mij Verwachting tot den avond van 19 Oct.: Meest matige winden uit Zuidelijke rich tingen. Betrokken tot zwaarbewolkte lucht met tijdelijke opklaringen. Waarschijnlijk regenbuien. Weinig verandering van tempe ratuur. nield, het forsch gewei zijner takken ver splinterd, maar de wortel bleef ongerept. En aan het bloed veler martelaren ontleen de hij nieuwe levenssappen, zoodat tal rijke frissche loten, aan den ouden stronk ontsproten, de blijde hoop wettigen, dat eerlang schooner en krachtiger dan weleer het Katholicisme in Engeland zal op bloeien. Inderdaad, terwijl de Anglikaansche Kerk onzer dagen in allerlei sekten ver brokkelt en door den kanker van god loochening en scepticisme wordt aange vreten, ontwikkelt zich de Roomsch- Katholieke Kerk van Engeland op een wijze, die werkelijk providentieel mag heeten. Sinds een eeuw ongeveer keeren de besten en vroomsten uit de dwaling tot de Moederkerk terug, erkennende met Cy- prianus, dat waar Petrus is, daar ook de door Christus gestichte Kerk moet zijn. Anglikaansche geestelijken van hoog aanzien en gezag hij hun vroegere geloofs- genooten, 'keerden terug tot den schoot der waarheid en werden een sieraad der Rcomsche priesterschap, zooals Manning en Newmann (beiden later kartinaal), Wil- kenson, Bronlow, Patterson (later bis schop), Spencer, Faber, Ward, Dalgairns, Oakeley, Caswall, Collins, Coleridge, Tal bot, Purbrick, Allies, Rivington, Maturin, enz. Hen volgden een groot aantal leeken van eiken stand en kardinaal Vaughan, aartsbisschop van Westminster, schreef in een brief van 12 April 1897, dat het aantal Engelschen, die van de Anglikaan sche tot de Róomsch-Katholieke Kerk over gaan, maandelijks de 600 overschrijdt. En nog houdt dit verblijdend bekee- ringsproces aan. De laatste jaren brach ten ons het heugelijk nieuws van de be keering eener gansche Anglikaansche kloostergemeenschap op het eiland Cal- way, die thans als Benediktijnen van Cal- way, onder hun abt Dom Aelred, de roem volle tradities der Engelsche Benediktij nen uit de dagen van Anselmus en Tho mas van Canterbury voortzetten. En een schok van vreugde ging door de Katholieke wereld op het bericht, dat een zoon van den Anglikaanschen aarts bisschop van Kantelberg, de talentvolle Robert Hugo Benson, do dwaling had af naai' u gestuurd. Hij weet zelf niet wat hij in deze zaak doen moetl" „Hm, hml Naar mij gestuurd! Maar stil, daar komen nog meer gasten. Do hofhond bast!" De huisman stond opi en wilde naar de voordeur gaan 0111 die te openen toen de achterdeur geopend werd en er twee binnentraden. Die voorste was een jong edelman, kloek, welgebouwd en met een gul en VL'oolijk gelaat. Hiji was op de jacht geweest, en ontmoette onderweg Jan, die bezig was met een slagnet vogels te vangen. „Kan je me ook zeggen, knaap, waar ergiens hier de Boomstee is?" had hij Jan gevraagd. Jan was een hulpvaardige knaap, vooral als het een dienst was, dien hij voor een edelman verrichten kon, want zijn hart zat wat hoog. Hij had dan ook ter stond gezegd: „Jawel, edele Heer, ik zal u er brengen. Mijn vader is er juist." Hij had hierop zijne netten spoedig op gerold en bracht den jongen edelman laags den koristen weg op de ruime achterplaats van de Boomstee. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1916 | | pagina 1