R
AG
De Groote Oorlog.
No. 48.
Zaterdag 8 April 1916.
Twaalfde Jaargang.
|P0ND
>OND.
Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
BINNENLAND.
istbode
istmeid,
tn tekst:
met'
Dit üiiiier bestaat i 6 bladzijden.
EERSTE BLAD.
1.
Losse Oorlogsberichten.
Nederland en de Oorlog.
leker, den heer
lankbetuiging
|r ik door het
lan algemeene
Be Sanguinose
Kracht. Ik geef
I Hoogachtend,
TerBlesma.
Ivallen heerlijk
I gevallen van
lestanden. Het
lal zoo dikwijls
It, probeer de
van bespeuren.
te gebruiken.
middel, versta
gevallen van
|iaine drogisten.
fl. f 15.
Den Haag.
ftond
lp van een 2e Meid.
II. VEBBEEM, Goes.
logelijk in dienst te J
VlSGHAART, „Café
veerd.
NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.90, daarbuiten f 1.10.
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Kanfoor v. d. AdministratieGanzepoortsfraaf C 2o9, GOES.
Tel. interc.: Directie no. 33. Redactie no. 97.
Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij; abonnement speciale prijs.
Advertentiën van 15 regels ƒ0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 _X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. A contant.
De abonné's op dit blad, in het bezit der door de mm gm gulden bij verlies van beide jj gulden bij
directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de m I 11 I handen, voeten of oogen. fl I I verlies van een
daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, I I 11 I Voorts bij ongeneeselijke I I H hand, voet
GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor: verstandsverbijstering; of oog;
De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam.
mm. A gulden bij gm A gulden bij A gulden bij A JM
fl fl I verlies van een fl fl fl fl fl verlies fl I I verlies van fl fl—
1 I fl hand, voet 1 I fl fl I van een B^ fl fl een M
of oogduimwijsvinger
gulden bij
verlies van
eiken anderen
vinger.
Een heugelijke dag
Woensdag heeft Dhr. de Muralt, af
gevaardigde voor Oostburg, den 4en
April, den dag waarop met de behanf-
deling eter Ouderdomsrente werd aange
vangen „een heugelijke dag" genoemd.
De Kameroverzichtschrijver van „De
Maasbode" maakt hierbij de volgende
rake kantteekening.
In de parlementaire annalen zal zieker
deze Dinsdag een „heugelijke" dag ge
noemd wórden, maar dan in anderen
zin dan de rad sprekende afgevaardigde
voor Oostburg meende. Men zou het
de linkerzijde der Kamer niet aanzien,,
dat zij het aanhangige ontwerp zoo bui
tengewoon voornaam acht. „Er is nie
mand", zei de altijd slagvaardige heer
Rutgers, naar de linkerzijde wijzend,
toen de heer De Muralt toostte va,n
den „heugelijken dag". Inderdaad, links
schittert door afwezigheid. Men denkt
er de staatsbedeeling dóór te zwijgen
en dóór te stemmen; maar ziet van
do verdediging af en luistert niet eens
naar de betoogen van rechts. Wanneer
nu de kiezers in den lande evenean^
deden, evenmin op de rechtsch© betoo
gen acht gaven, dan was' de zaak voor
links gezond. Evenwel zal men wel be
grijpen, dat zulke 'zwijgtactiek tegenover
zoovele schitterende, geestdriƒ-
tig© redevoeringen, als rechts doet
hooren, niet geheel zeker tot het get-
wenschte doel zal voeren. Komt, laat
eens hooren, wat ge ter verdediging
hebt in te brengen tegen de welbeslagah
sprekers van rechts, zoo zal de kiezer
allicht denken. Al dat zwijgen is: geen
wijsheid; da,t wegblijven u.it de Kamer
is geen behartiging van 's lands belang;
die goedkoope zelfbeheersehing is geen
kracht 1 Denkt toeh niet, slimme link-
sfeh© rotten, wien geringschatting voor
den kiezer zoo dikwijls eigen is, dat
gij hem zóó gemakkelijk hij den neus
neetót.
Nog laat dezelfde schrijver het licht
vallen op liet argument van De Muralt,
(lat istaatsbedeeling voor hem een middel
is om het geld te halen waar het zit
en 'het te geven aan die het niet bezitten.
Bravo! Dat eerst is recht duidelijk ge
sproken. Alles wat er aan radicate be
ginselloosheid in een libéraal huizen kon;
is op die wijze blootgelegd. Terecht
had dus wel de heer Kooien nog evian
te voren in zijn heldere redt© geziegdj,
dat de staatsbedeeling hem te zeer voor
kwam als een pomp waarmee het geld
uit des.eenen zak in den zak des an
deren werd overgepompt. Nimmer zal
de arbeidende stand opgeheven worden
door zulk een stelsel van roof. Want
roof blijft het, hoezeer de heer De Mu
ralt ook betoogt, dat hetgeen de wet
toekent een „recht" is. Er is misschien;
geen duidelijker voorbeeld, dat wet en
recht elkaar niet dekken, dan juist de
staatsbedeeling.
Be strijd bij Verdun.
Het Duifsche stafcommuniqué van Don
derdagmorgen luidt:
Ten Westen van de Maas verliep de
dag eerst door voorbereidingsvuur dat wij
op de streek van Haucourt richtten, zeer
levendig, 's Middags was ook de activi
teit van onze infanterie levendig. Zij be
stormde het. dorp Haucourt en het zeer
versterkte Fransche steunpunt ten Oosten
van die plaats. Afgezien van zeer zware,
bloedige verliezen verloor de vijand 11
officieren en 531 man aan ongewonde
gevangenen, die tot twee verschillend^
divisies behoorden.
Op den rechter Maasoever is een nieuwe
aanvalspoging van de Franschen tegen
de door ons in het Caillctte-bosch en
ten Noord-Westen daarvan op 2 April
genomen stellingen snel verstikt.
De Fransche staf meldt die gebeurte
nissen als volgt:
Ten Westen van de Maas werd een bom
bardement van buitengewone hevigheid
op de streek, gelegen tusschen Avocourt
en Béthincourt, gevolgd door een serie
aanvallen met zeer groote effectieven op
(de twee voornaamste uitspringende hoeken
van den Franschen rechtervleugel. Alle
pogingen der Duitschers tegen het dorp
Béthincourt mislukten door het Fransche
Vuur.
Tegelijkertijd deden de Duitschers ver
woede aanvallen in het centrum op het
dorp Haucourt. Na herhaalde mislukkin
gen en bloedige offers slaagden de Duit
schers er gedurende den nacht in, vasten
voet te krijgen in het dorp, dat de Fran
schen onder het vuur van hun dominee-
rende posities houden.
Ten Oosten van de Maas hadden twee
Duitscho aanvallen op de posities ten
Noorden van het, Caillette-bosch geen an
der resultaat, dan dat zij den Duitschers
zware verliezen kostten.
De luchtaanvallen op Engeland.
BERLIJN, 6 April (W.B. )De marine
staf meldt: Marine-luchtschepen hebben
in den nacht van den 5den op den 6den
April een groote ijzerfabriek met hoog
ovens en uitgestrekte inlichtingen hij Whit
by vernield, nadat vooraf een batterij
ten Noorden van Hull met springbommen
bestookt en buiten gevecht gesteld was.
Verder zijn fabrieksgebouwen in Leeds
en den omtrek en een aantal stations
in het industriegebied aangevallen, waar
bij: zeer goede uitwerkingen werden waar
genomen.
De luchtschepen, die hevig beschoten
werden, zijn alle onbeschadigd geland.
LONDEN, 6 April (R. 0.) (Officieel).
Drie Zeppelins hebben in den nacht van
den 5den op den 6den een luchtraid boven
de Noord-Oostelijke graafschappen onder
nomen.
Er werden 24 ontplofbare en 24 brand
bommen geworpen. De verliezen bedra
gen: 1 kind gedood, 2 mannen, 1 vrouw
'en 5 kinderen gewond,. Er is geen militaire
schade aangericht.
De blokkade.
'Naar het „Petit Journal" meldt, ver
klaarde lord Robert Cecil in don loop
van een interview, het, volgens zijn mee
ning, onmogelijk den invoer naar Duitsch
land volkomen stop te zetten. Er bestaat
nog altijd kustvaart, die bezwaarlijk kan
worden tegengegaan, terwijl de hooge prij
zen, door Duitschland geboden, in neu
trale landen altijd een onwettigen handel
doen ontstaan, zij, het op geringe schaal.
Een Duitsche onderzeeër tot zinken gebracht.
PARIJS, 5 April (R.O.). Een communi
qué van het ministerie van marine meldt:
Vandaag is een Duitsche onderzeeër door
een Engelsch-Fransch flottilje tot zinken
gebracht. De officieren en de bemanning
zijn gered en krijgsgevangen gemaakt.
De Handelsoorlog.
Donderdag j. 1. zijn de Er gelsche sche
pen „Kent" en „Vesuvio" getorpedeerd.
De bemanning werd deels gered en is
deels verdronken.
MADRID, 6 April. (R, O.) Spanje heeft
bij Duitschland geprotesteerd tegen het
torpedeeren van de „Sussex", waarbij
verscheidene Spanjaarden liet leven ver
loren, en tegen het torpedeeren van het
Spaansche koopvaardijschip „Vigo" in
de Golf van Biscaye.
De toestand te Tslngtau.
Men schrijft ,u|it Zurich d.d. 33 Maart
aan de N. R. C.:
Een correspondent van jde „Neue Zür-
cher Ztg." bericht over den huldigen toe
stand van het den Duitschers ontnomen
Tsingta.it: Ovteral heerscht weer volkomen
orde en rust. De hooggeplaatste Chineel-
sche beambten zijn op hup. posten terug
gekeerd; (htinidélsl,u|i en industrieelen zijn
weer Volop! aan den arbeid. Het aantal
Japansche inwoners bedraagt thans ten
minste 15.000; de 150 nog aanwezige
D,u]itschers zijn voornamelijk vrouwen en
kinderen. Bij ide onderzoekingen, in bet
belang der publieke veiligheid, door den
burgelijken Japanschen gouverneur inge
steld, ontdekte men in de kelders Van
het rechtsgehorov' o.a. een som van
150.000 taëls verborgen, die eigendom is
der Duitsche regeering, en door Japan
in bewaring is genomen.
Dezelfde correspondent ontleent aan Ja
pansche bladen heit bericht, dat Japan
aan Rusland drie oorlogsschepen verkocht
heeft (wat ook van andere zijde reeds
kort gemeld Was) voor een som van
1.800.000 Jen. Het zijn de schepen Soja,
een tweed© klas kruiser met een inhoud
va,n 6500 ton, Sagami, een eerste-klas'
kruiser met 12.674 ton en Tango, even
eens een' eerste klas kruiser met 10.960
ton, die nu onder de benamingen Waijak
Welesmiet en Roltayva in de Russische
vloot Opgenomen zijn. Alle drie waren,
gelijk men weet, oorspronkelijk reeds Rus
sische schepen, en werden door Japan
in den oorlog met Rusland buit gemaakt.
Uit Albanië.
Een bericht uit Ziirich meldt aan de
„ArosS. Ztg." da,t, naar het Zwitserschlcj
telegraafagentschap uit Santi Quaranta
verneemt, de Bulgaarsche en Oostenrijk-
se'h-Hongaarsehe troepen meer en meer
Valona naderen en dat langzamerhand
de insluiting en belegering van de stad
voorbereid wordt. De Italianen ver
wachten, dat de stad beschoten zal 'wor
den, en 'hebben hun groepen van, de
oorspronkelijk vooruitgeschoven stellingen,
op de tweede krachtig versterkte ver
dedigingslinie teruggetrokken. Het zijn
ware onderaardsche versterkingen om,
Valona en op de beheerschenda hoogten
zijn ltaliaansche batterijen opgesteld.
Te oorileejen naar de tot dusver getrof
fen maatregelen, schijnen de Italianen
besloten te zijn krachtigen tegenstand te
bieden. Verscheidene troepen-transport
schepen 'liggen .in de haven voor het
geval dat het noodig mocht worden'
om de troepen terug te trekken.
('te Tijd.)
Spionnage-proces.
Eengeboren Duitscher, genaturaliseerd
als Zwitser, Behrmann geheelen, direc
teur van het officieel© bureau voor
vreemdelingenverkeer te Bern is' met zes
tien medeplichtigen gevangen genomen, op
beschuldiging van spionnage ten gunste
van Duitschland. Dank zij zijne betrek
king kon hij veel naar het buitenland
correspondeeren en vete bezoeken van
vreemdelingen ontvangen, zonder dat dit
argwaan wekte. Door de onvoorzichtig
heid van een zijner helpers kwam de
overheid zijn praktijken op het Spoor.
K O L O N I NT
Idenburg.
Over den afgetreden gouverneur-gene
raal van Nederlandsch-Indië schreef de
zer dagen „De Maasbode" het volgende!:
Alexander Willem Frederik Idenburg
werd in het jaar 1861 in Hollands
eerste zeehavenstad te Rotterdam, ge
boren.
Na zijn militaire studies volbracht tel
hebben, weid de twintigjarige Idenburg
als 2de luitenant der genie bij het Ne-
derlandsch-Indisch leger geplaatst (1881),
om in 1883 tot lsten luitenant en in
1892 tot kapitein bevorderd te worden.
'In deze hoedanigheid zag de jonge
Idenburg zich uitverkozen, om de leger
commandanten Vetter, den held van Lom
bok, Swart en de Bruijn als adjudant
te dienen. En dat die eer niet te groot
was, bewijzen het ridderkruis der Orde
van den Nederlandschen Leeuw, het
Eereteeken voor langdurigen dienst als
officier met het cijfer 15, vooral het
Eereteeken voor belangrijk© krijgsbedrij
ven met den gesp, waarop de woorden:
„Atjeh 1873—1896", welke ondez-schei-
dingen uit die dagen op de borst van
den afgetreden landvoogd prijken.
In 1901 legde cl© binnenlandsche po
litiek op Idenburg beslag en het was
het district Gouda hetwelk hem naar de
Tweede Kamer afvaardigde, alwaar hij
aanstonds onder de koloniale speciali
teiten een beteekenisvolle plaats innam.
In den zomer van 1902 stierf minister
jhr. mr. Van Asch van Wijck en het was
aan Idenburg dat dr. Kuyper d© ge
wichtige portefeuille van Koloniën aan
bood. De lieer Idenburg toch had zich
bij de anti-revolutionaire partij aange
sloten en gold als een verknocht vereer
der en volgeling van dr. Kuyper.
Als minister verbond de heer Idonburg
zijn naam aan het onder zijn bewind ge
stichte departement van Landbouw en
aan het Decentralisatiewet, terwijl ook
do zoogenaanxte ethische politiek door
'hem ingeluid werd.
In 1905 als minister afgetreden ging
Idenburg naar Suriname, om als gouver
neur (dezer kolonie een christelijk be
wind te voeren en z'ijn naam te verbinden
aan het zoogenaamde plan-Idenburg,
hetwelk voortdurend vermindering van
het subsidie van het. Moederland in
hield.
In 1908 evenwel kwam de heer Iden
burg als Minister van Koloniën in het
kabinet-Heemskerk wederom naar 's Gra-
venhage, maar was reeds in den herfst
van 1909 als gouverneur-generaal op weg
naai' Indië. Daar is hij ruim één jaar
langer gebleven dan hij gewenscht had.
Gedurende Zijn landvoogdij heeft gou
verneur-generaal Idenburg allermoeilijk
ste tijden gekend. Te herinneren behoe
ven wij slechts aan de gistingen, in de
Indische wereld, welke zich openbaar
den in den vorm van d© Indisch© Par
tij en den Sarikat Islam, in den, vorm
Aan de Chineezen-oproer; aan de
pest-epidemieaan den uit Neder
land aangestookt.cn en naar Indië over-
gebrachten strijd over het bijzonder on
derwijs; aan de laster-campagne aan
gaande zijn beleid gedurende den, zomer
■van 1913; .aan den Eui'opeeschem
■oorlog, welke ook naar Azië oversloeg.
Maar voldoende moge het wezen, na de
opsomming van dat" alles te constatee-
ren, dla.t zij, die den onderkoning het]
meest bestreden en belasterd hebben,
gedwongen geworden zijn, plechtig te
verklaren, 'dat zijn beleid uitstekend
was; dat (hij, die Idenburgs onmidi
dellijke vervanging als landvoogd geëischti
had, als minister -hem verzoeken moest,
langer aan te blijven; dat eindelijk
zij, die in politiek hemelsbreed van gou
verneur-generaal Idenburg verschilden,
niet nagelaten hebben te prijzen datgene^
wa.t hij in Indië gedaan en tot stand
gebracht heeft!
De Regeering heeft dat alles beloond
met de bevordering van den afgetreden,
landvoogd van commandeur tot groot
kruis in de Orde van den Nederlandschen
Leeuw.
Eenzelfde onderscheiding wordt door
de Regeering doorgaans verleend na
een vierjarig Tweede' Kamer-presidiëeren.
Men voelt 't: de vergelijking gaat nielt
op. Hadde Idenburg onder ander bewind,
bijv. onder Britsch of 'Spaansch bestuur
gediend, voor immer ware de naam
van zijn geslacht verbonden aan een
der steden van Insulinde m.a.w. ware
hij: verheven in den erfelijken adel
stand. Waartoe het artikel in de Grond
wet: ,,'de Koning verleent adeldom"
dient, als het bij zulke gelegenheden on
gebruikt gelaten wordt, weten wij nielt
Immers van 1 Augustus 1914 tot 21
Maart 1916 heeft de gouverneur-generaal
met zorg en toewijding van zijn persoon
onze heerlijke kolonie voor ons land be
waard, met meer moeite misschien dan
nu aan ons volk bekend is. Ons dunkt,
in historische tijden passen historische
belooningen. De Regeering laat evenwel
ten opzichte van Idenburg dien tijd onge
bruikt voorbijgaan.
Weergekeerd in zijn vaderland, ver
wacht ons volk van Idenburg nog veel,
vooral het Christelijk deel van ons volkl
s'telt zijn hoop op hem. "Misschien is de-
zo man meer dan iemand anders voor
bestemd, om na den dood van den groe
ten leider de belangen van de anti-revolu-
tionna.ire partij te behartigen, keiuze
zoude geen slechte zijn.
Tegenspraak van valsche geruchten.
(Officieel).
In de Nederlandsche pers is melding
gemaakt van eene aan het „Svenska. Da.g-
bladet" gezonden bericht, waarin wordt
beweerd, ,da.t de Britsche regeering aan
die van Nederland zoude hebben voorge
slagen den doortocht voor een leger door
Zeeuwsch-Vlaanderen toe te staan.
Het departement van Buitenlandsche
Zaken deelt dienaangaande mede, dat be
doelde bewering volkomen onwaar is.
Een protest van Engeland.
De Engelsche legatie in den Haag deelt
ons mede
Met het oog op het onverantwoordelijke
bericht, dat verscheen in het welbekende
Avondpost-bulletin in den namiddag van
den 31sten der afgeloopen maand, betref
fende de houding van Gnoot-Brittannië
jegens Nederland, heeft do Engelsche ge
zant een beroep gedaan op de Nederland
sche regeering; om de Avondpost ter ver
antwoording te roepen voor dit valsche
bericht, dat erop berekend was niet alleen
oin het publiek in het algemeen op te
hitsen, maar om in het bijzonder een stem
ming te wekken tegen ons volk, welks
betrekkingen met Nederland niet slechts
op dit oogenblik volkomen vriendschappe
lijk zijn, maar dat steeds zal trachten
2e aldus te handhaven.
Daar de Engelsche gezant vernomen
heeft, dat het onder de Nederlandsche wet
onmogelijk is een vervolging in te stellen
tegen de Avondpost, is hij. verplicht dezen
ongehraikelijken weg te baat te nemen
om liet Nederlandsche volk in te lich
ten, dat zijn regeering met groote walging
kennis genomen heeft van do praktijken,
welke gebezigd zijn om wantrouwen te
zaaien tegen de Engelsche regeering in
dit land en zij vertrouwt, dat elke her
nieuwde poging om deze gevoelens op
dergelijke wijze op te wekken met het
eenparige ongeloof zal worden ontvangen,
welke zij. verdient.
Een vaUch bericht.
Naar het Hdbl. verneemt, is het bericht
omtrent een ultimatum van Engeland,
dat Vrijdag 1.1. door een boekhandelaar
te Amsterdam gebulletineerd werd, en
dat ook verschillende bladen bevatten,
verspreid door het Duitsche consulaat.
De Duitsche consul-generaal deelt het
Hdbl. mede, dat hij het bericht uit den
Haag had vernomen en alle aanleiding
had om de juistheid ervan aan te nemen.
De boekhandelaar bovengenoemd ver
nam het bericht van den kanselarij-secre
taris van het Duitsche consulaat. Later
had de consul-generaal vernomen, dat
het alleen ging over demogelijkheid
van een ulimatum en dit aan verschil
lende personen medegedeeld.
Nederland en Duitschland.
Een telegram van de „Korr. Norden"
pit Berlijn meldt
De berichten die in Hen loop van den
namiddag gisteren te Berlij'n werden ont
vangen over den uitslag van de geheime
Kamerzitting in Den Haag bevestigen bij
de Regeering den indruk dat de maatrege
len die door de Nederlandsche Regeering
genomen werden in geen geval in ver
hand staan met een wijziging in de be
trekkingen tot Duitschland. De betrekkin
gen blijven bij voortduring goed en er
bestaat gegrond© hoop dat daarin niet
licht wijziging zal komen.