No. 7.
Zaterdag 15 Januari 1916
Twaalfde Jaargang.
De Groote Oorlog.
BIN N EN LA N D7
UIT ZEELAND.
Verschijnt eiken MAANDAG-,JOEHSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Losse Oorlogsberichten.
Welk weder zullen wij hebben?
NIEUWE ZHUWSCHE COUM
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Kanfoor v. d. Administratie: Gangepoorfstraaf C [2o9, GOES.
Tel. interc.Directie no. 33. Redactie no. 97.
Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bjj abonnement speciale prns.
Advertentiën van 1—5 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 _X berekend.
Dienstaanbiedingen 6 regels voor 25 Ct. k contant.
De abonné's op dit blad, in het bezit der door de Wm gulden bij verlies van beide M gulden bij
directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de jl I 11 I handen, voeten of oogen. jfl I I verlies van een
daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, 1 I 11 I Voorts bij ongeneeselijke fl fl hand, voet
GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor: verstandsverbijstering; of oog;
De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam.
P" gulden bij J A A gulden bij A gulden bij mm
jfl L_ I I verlies van een I K 3 13 verlies fl_ I fl verlies van I
I fl hand, voet 1 H 11 fl van een B% I I een M
of oog; fl^vvj duim; wijsvinger;
gulden bij
verlies van
eiken anderen
vinger.
De toestand.
Onlangs schreven wij dat het land, dat
van zijn neutraliteit een vinger prijs geelt,
weldra de geheele hand verliest.
Griekenland ondervindt dit nu weer met
het gebeurde ol Korfoe. Dit Grieksche
eiland, oudtijds Corcyras geheeten en be
kend door het buitenverblijf van keizerin
Elizabeth van Oostenrijk, dat in 1907 door
keizer Wilhelm werd overgenomen, is door
de Fransche troepen bezet. De ontscheping
begon Woensdagmorgen. De prefect van
het eiland protesteerde bij den bevelhebber
der troepen tegen de bezetting van het
eiland. In het Achilleion zoo is de naam
van het buitenverblijf werden 100 man
ingekwartierd. Daar en aan de kade, zoo
wel als in de stad, werd de Fransche
vlag geheschen.
De gezanten der entente hebben aan
de Grieksche regeering een nota over
handigd, waarin wordt verklaard, dat de
geallieerden het hun plicht achten om
in het belang der menschelijkheid ton
spoedigste het Servische leger uit Albanië
weg te brengen, teneinde het voor hon
gersnood en. vernietiging te vrijwaren.
Korfoe alleen was geschikt gelegen voor
het transport en de voorziening met le
vensmiddelen.
De entente is van oordeel, dat de Grie
ken zich niet zullen verzetten tegen de
overbrenging van hun Servische bondgo-
nooten, die er slechts kort zullen vertoe
ven.
Er is geen sprake van bezetting van
het eiland. De waarborgen die ten aan
zien van andere gedeelten van het Griek
sche grondgebied, tijdelijk in gebruik bij de
geallieerden, zijn gegeven, dat ze niet
bezet zullen blijven, gelden ook voor Kor
foe.
De Grieksche regeering zal wel pro
testeeren, maar vermoedelijk niets anders
doen, wijl er groot gebrek is aan graan
en de Engelschen elk oogenblik een hon
gersnood zouden kunnen veroorzaken.
In Montenegro schijnen de Oostenrij
kers succes te hebben. Vooral hun ver
overing van den Lacvenberg, die Cettinje
beheerscht, trekt de aandacht.
De macht van Oostenrijk aan de Oost
kust van de Adriatische Zee wordt door
het bezit van deze stelling zeer vergroot,
en in zoover is de bezetting ervan vooral
een klap voor Italië.
De „Daily New" vindt het voor de
bondgenooten een beschamend feit en be
grijpt niet, dat Montenegro niet door Italië
werd geholpen. Montenegro is niet ver
van Italië. Een Italiaansch leger is, vol
gens de berichten, al sedert eenige weken
in Albanië. Met de vermeestering van de
Lovcen is de val van Cettinje zeker.
Het koninkrijk Montenegro is dan feite-
lijk ingekrompen tot de omstreken van
Skoetari. Het zal weder opstaan, gelijk
België en Servië. Maar het valt te be
treuren, dat het een val heeft moeten
verduren, die door zeer bescheiden,
maar tijdige hulp had kunnen voorko
men worden.
Van Italië gesproken. Daar schijnt de
volksstemming lang zoo geestdriftig niet
meer te zijn als in het begin. In verband'
met de positie van Z. H. den Paus ont
leent „De Maasbode" aan de „Neue Zür-
cber Nachrichten" eenige belang wekkende
beschouwingen, o. a.
Bevoegde toeschouwers geven reeds de
verzekering, dat het jaar 1916 ook voor
de kerkelijke geschiedenis van groote be-
teekenis zal zijn. De grond voor een der
gelijke veronderstelling is reeds voorhan
den door de gevaarlijke positie, waarin
zich op het oogenblik het Vaticaan be
vindt.
Voor enkele maanden was het vertrou
wen op den oorlog nog groot. Nu gelooft
de verbitterde veldheer niet meer aan
pen eervol einde, gezwegen nog van een
overwinning.
Wie heeft de schuld? De regeering na
tuurlijk niet, want het volk heeft immers
oorlog gewild. In geen land is de
onwilligheid en moedeloosheid der sol
daten en officieren grooter dan in Ita
lië. Ja, het grenst aan oproer en revolutie,
wat men tegenwoordig van zieken en ge
wonde krijgers te hooren krijgt.
Zoo kan het niet langer duren. Het
volk lijdt verschrikkelijk. De vrijmetselaars
nu trekken de teugels naar dien kant over,
waar het oproer lichter kan oplaaien, naar
de zijde van het Vaticaan. liet mag on-
geloofelijk klinken, maar het is waar, dat
het Italiaansche volk nu -reeds, voorgehou
den wordt, dat de Paus de schuld van
den geheelen neteligen toestand is.
Dagelijks verschijnen in dezen zin zoo
genaamde „Italiaansche aanteekeningen,"
in de Italiaansche vrijmetselaarsbladern
Maar de bemoeiingen van de vrijmetse
laars gaan nog verder. Helaas is het hun
gelukt, in het Vaticaan zelfs op een Judas
de hand te leggen, wij willen niet zeggen,
tot welk ambt hij behoort, maar helaas
verstaat hij zijn werk 'maar al te goed.
Niet alleen is de Italiaansche regeering
thans over de geringste gebeurtenissen in
het Vaticaan óp de hoogte, maar juist de
Kerk vijandig gezinde bladen zijn over
alle audiënties, gesprekken en handelin
gen in het pauselijk paleis wonderlijk goed
op de hoogte. Er heerscht een eigenlijk
systeem van spionnage.
In de pers wordt dagelijks voorgesteld,
dat het pauselijk hof op de zijde der Duit-
schers is, en deze meeningen ?ijn onjder
het volk ongelooflijk snel verspreid gewor
den. Even snel zal het gaan, als het
de Italiaansche regeering invalt, het ge
peupel tegen het Vatikaan op te hitsen.
De Voorzienigheid heelt het zoo be
schikt, dat wij, Katholieken, onzen Op
perherder in nood zien, maar hem geen
hulp kunnen brengen.
(Zie verder laatste berichten.)
Een voorstel van het Belgisch aan het
0ult8Ch en Qastenrijksch Episcopaat.
Naar „De Tijd" verneemt zal1 spoedig
de Nederlandsche en Belgische tekst ver
schijnen van een protest der Belgische
Bisschoppen tegen de bekende beschuldi
ging van het Duitsche Witboek. Het blad
werd van dit protest inzage verstrekt.
Het draagt tot titel „L'Episcopat Beige
k l'Episcopat Allemand": „Het Belgische
Episcopaat aan het Duitsche Episcopaat".
Het wordt ingeleid door een voorwoord
van „een groep Belgen", en bestaat uit
een omstandig protest tegen de beschul
digingen, uitgebracht in Duitsche offici
euze bescheiden, in het opzienbarend te
legram van den Duitschen Keizer aan
President Wilson en in uitingen der Duit
sche pers. Het bevat vier toevoegsels,
waaronder brieven van Z. Em. Kardinaal
Mercier en Mgr. Heylen.
In het geschrift gaat het Belgisch Epis
copaat zóóver, dat het aan het Duitsche
Episcopaat als een verplichting aan
wijst, mede te werken tot een commissie
van Duitsche en Belgische Bisschoppen
onder voorzitterschap van een neutra
len, om de Duitsche beschuldigingen te
onderzoeken.
„De Maasbode" van gisteren (Donder
dagavond bevatte het bewuste schrijven
in de Nederlandsche vertaling.
Verklaringen van Mgr. Heylen.
Van Belgische zijde wordt aan „De
Maasbode" het volgende gemeld:
Mgr. Heylen, bisschop van Namen, werd
op zijn reis naar Rome in Zwitserland
geïnterviewd. Z. D. II. bevestigde, dat
hij in November j.l. aan Von Bissing,
gouverneur-generaal van het Duitsche Rijk
in België, alsmede aan al de vreemde
consulaten in dit land gevestigd, eene
gedetailleerde weerlegginng voorlegde van
het derde Duitsche witboek, betreffende
de legende der Belgische franc-tireurs.
Naderhand zonden kardinaal Mercier en
H.H. D.D. II.H. de bisschoppenn van Na
men, Luik en Doornik een gezamenlijk
schrijven aan het Duitsche episcopaat,
met verzoek bij de keizerlijke regeering
aan te dringen tot het instellen vau een
onderzoek over de Duitsche beschuldi
gingen ten opzichte der Belgische bur-
l
gers en geestelijkheid. Deze stap bleef
onbeantwoord.
De openbare en bijzondere liefdadig
heid verrichten nog immer wonderen in
België, zoo zeide de bisschop. Op Kerst
dag zond Mgr. Heylen pakjes met ge
schenken aan iederen krijgsgevangene van
zijn bisdom.
Mgr. Heylen bevestigde do algemeene
en onwankelbare trouw der Belgische be
volking aau het vaderland. Niettegenstaan
de al de pogingen door de Duitschers
aangewend en in strijd met al hun toe-
komstdroomen, blijft zij hopen in de eind
overwinning der geallieerden. Geen en
kele rechtzinnige Belg, zou den vrede
willen zien teekenen vóór de verwach
te zegepraal, die de veiligheid en de on
afhankelijkheid van het vaderland moet
verzekeren.
De dienstplicht in Engeland.
De conferentie tusschen minister Asquith
en de parlementsleden en leiders van de
Arbeiderspariij, welke Donderdag werd
gehouden te Londen en een half uur
duurde, liep bijna uitsluitend over de
mogelijke toepassing van de dienstplicht
wet bij de vakvereenigingen.
Asquith gaf de besliste verzekering,
dat deze toepassing geheel tegen de
bedoeling der regeering zou zijn en be-
loofdè de voorgestelde waarborgen in
overweging te nemen.
Een gift van den Paus.
Mgr. Dcploige is te Havre aangekomen,
om aan de Belgische regeering een gift
van 5.000 frankes over te brengen, die
door den Paus geschonken is voor de
slachtoffers van de ontploffing te Graville.
Generaal Joffre.
Generaal Joffre vierde Woensdag zijn
Olsten verjaardag.
Eerste Kamer.
De behandeling van de begrootingsont-
werpen zal waarschijnlijk niet voor
Februari ter hand worden genomen.
SS. „Maashaven" op een mijn geloopen.
De Maasbode meldt:
Het s. Maashaven is bewesten het
lichtschip Galloper vermoedelijk op een
mijn geloopen en door de bemanning
verlaten. Het sehip was drijvende, terwijl
het voorschip in brand stond. Het s.
Goentoer redde 11 man benevens het
journal en de scheepspapieren, de Prinses
Juliana redde S man.
s.s. Maashaven is 2689 bruto en 1689
ons groot, in 1906 bij Bonn v. Mees te
Rotterdam gebouwd en behoorde aan de
N' V. s.s. Maashaven (Gebr. v. Uden)
te Rotterdam. (Red.)
De storm.
Door den stormwind is gisteren Rotter
dam grootendeels overstroomdBeurs
plein, Blaak, GrooteMarkt, waren even
zoovele meren.
Er is groote schade veroorzaakt door
het overal binnenstroomende water, voor
al aan koopmansgoederen op het noor
dereiland.
Op de Vl'asmarkt wees de peilschaal
3.91 boven het gewone peil iets wat nog
nimmer te Rotterdam is waargenomen.
Thans is het water overal veel gezakt.
Hoezeer overal' de communicatie ver
broken was, kan blijken uit het feit, dat
een lezing voor „Katholiek Leven" niet
kon doorgaan, daar het vergaderlokaal
bovenzaal Suisse wegens den wa
tervloed 'niet te bereiken was.
Dan is nog een stuk van den Spoor
dijk tuisscben Rotterdam en Dordrecht
weggespoeld, zoodat het treinenverkeer
met het Zuiden is verbroken. De be
woners van den nabij'zijnden Varkenoord-
schenpolder moesten in overhaaste
vlucht het veege lijf redden.
Te Maassluis is de nieuwe verkeers
weg, die van den Dijk naar het stati
on liep, onder de kracht van het opstu
wende water bezweken. De weg was
eerst een half jaar geleden voltooid.
Ook Dordrecht en vele andere plaat
sen in Holland en Friesland zijn door
watersnood geteisterd.
(Zie verder laatste berichten.)
Vliegmachines.
Men meldde Woensdag uit Ylissingeu
aan „de Telegraaf":
Hedenmiddag viel een Dnitsch water
vliegtuig, genummerd 505, bij het licht
schip „Noordhinder" in zee. De twee in
zittende aviateurs werden aan boord van
het lichtschip opgenomen. De kapitein van
de Zeeland-boot, die juist naderde, bood
aan, hulp te biedeu, hetgeen echter niet
noodig was.
Nader verneemt de correspondent, dat
een torpedoboot de beide vliegers heeft
afgehaald.
De mail.
Van welingelichte zijde wordt verno
men, dat van de laatstelijk uit Amerika
aangekomen stoomschepen „Rotterdam"
en „Noordam" in Engeland de mail niet
van boord is gehaald, maar de Engelsche
autoriteiten deze booten ongehinderd
hebben laten doorreizen, zoodat genoem
de schepen de mail zelf aan land heb
ben gebracht.
Nederl weesjes uit Duitschland.
Onder leiding van den Eerwaarden pa
ter Capucijn Emmanuel arriveerden Dins
dagnamiddag te Leiden voor het huisves-
tings-comité de vijf Nederlandsche weesjes
uit Duisburg Markulo (vier jongetjes en
een meisje in den leeftijd van 2 tot 7 jaar).
Van Zevenaar af werden kinderen en
geleider op kosten van het ministerie van
binnenl. zaken vervoerd. Aan het station
te Leiden namen de heer en mevrouw
Kellenaers de weesjes in ontvangst.
De kinderen zullen voor altijd in Hol
land kunnen blijven en kunnen aange
nomen worden door gezinnen, die voor
altijd eon kind wenschen.
Goes Een waardige bekroning van het
zilveren jubilee der orkestvereeniging „Do
Symphonie" alhier vormde het groote con
cert, door de jubileerende vereeniging
Woensdagavond j.l. in de groote tot con
certhal gepromoveerde sociëtedtszaal „Van
Ongenuchten vrij" alhier gegeven.
Het Concert was inderdaad groot zoo
wel van opzet als van beteekenis en de
Symphonie, haar wakkere directeur de
heer F. X. Mannhardt op de eerste plaats,
mag er met groote voldoening en recht-
matigen trots op terugzien.
Het was reeds een hulde voor de ver
eeniging, da,t zooveel muzikale krachten
van elders aan dit concert belangloos
medewerkten, zooals de heer Horst uit
Bergen op Zoom, mejuffr. Dhont uit Mid
delburg, eenige stafmuzikanten van de
kapel van den heer Van der Glas enz.
Het program was ook in grooten stijl
werken van de eerste meestersBeet
hoven, Rubinstein, Schubert, wier na
men wel een Duitschen klank hebben,
doch wier geestelijke wetenschap het ge
meengoed is geworden der gansche kunst
lievende menschheid, waarbij alle natio
naliteit verdwijnt.
Het feestcomité uit den boezem der ver
eeniging had. ook nog voor een verras
sing gezorgd. Onder directie toch van
den heer S. J. Tamminga, voorzitter der
feestcommissie, werd vóór en ma het con
cert een heel aardige flotte marsch ten
gehoore gebracht als blijk van hulde aan,
den heer Mannhardt en de Symphonie.
Die marsch van heel eigenaardigen
opzet, "begint met een langen triller in
de eerste violen en houten blaasinstru
menten, terwijl hij bij de overigen forsch
spel laat klinken. Daarna komt een ge
syncopeerde periode voor melodie met
Verwachting tot den avond van 15 Jan.:
Krachtige tot matigen, tijdelijke wellicht
nog verder afnemende noordwestelijke tot
westelijken wind, aanvankelijk licht later
toenemend bewolkt, weinig of geon neerslag.
Koele nacht, overdag vrij zaoht
©en obligaat in de eerste violen, wat een
verrassend effect maakt.
Kortom een echte feestmarsch, al is
hij dan hier en daar wat druk, die den
componist, den heer K. H. Moed, staf
muzikant bij het 3e regiment, tot eere
strekt.
Het eigenlijke concert onder de supe
rieure leiding des heeren Mannhardt ver
liep uitstekend en 't talrijk opgekomen ge
hoor (onder de verschillende burgerlijke
en militaire autoriteiten, merkten wij op
den heer burgemeester, eere-voorzitter der
vereeniging) was een en al aandacht.
Op het publiek scheen over het al
gemeen de „paraphrase opi de Loreiey"
als gevende bekende melodieën, den mees
ten indruk te maken. Deskundigen
en er waren velen in de zaal gaven
de voorkeur aan Rubinstein's „melodie
in F" en aan Kreutzer's Nachtlager in
Grenada, welke nummers „main de
maïtre" werden uitgevoerd.
In de Loreiey was de consonans niet
altijd even zuiver en kwam de hoorn
nu en dan wat achteraan. Maar dat zijn
onbeteekenende vlekjes in het licht van
het succes, dat èn dirigent èn execu
tanten zich in ruime mate met hun mag
nifieke prestatie hebben verworven.
De heer Tamminga, die zoo pittig den
huldigingsmarsch dirigeerde, maakte zich
nog op .andere wijze verdienstelijk door
in het begin van den avond een huldi
gingsrede uit te spreken die klonk als
een klok. De heer'Tamminga memoreerde
vooreerst het heugelijk feit van het zil
veren jubilee der orkestvereeniging, ver
volgens het schitterend succes, dat het
beroep op de offervaardigheid der kunst
lievende stadgenooten afwierp, waardoor
de vereeniging financieel werd gesterkt
en in staat gesteld zich nieuwe muziek
aau te schaffen, waarvan een deel dan
ook in het concert van dezen avond wordt
verwerkt. Namens de geheele vereeniging
bracht de heer Tamminga daarvoor aan
de burgerij den besten dank.
Groote hilariteit verwekte de aardigheid
van den feestredenaar, dat de gemeente
raad voortaan f 1000 jaarlijks als subsidie
aau de Symphonie zal uitkeeren. Ook
donateurs en kunstlievende leden werd
dank gebracht voor hun steun en mede
werking.
Dan richtte zich de heer Tamminga
in het bijzonder tot den directeur den
heer F. X. Mannhardt en huldigde hem
in ongekunstelde taal, toeken der oprechte
waardeering, als den man die 25 jaren
lang de vereeniging heeft geleid met be
leid en ijver en opgewektheid tot aan
dezen zilveren mijlpaal en sprak: den
wensch uit, dat het hem gegeven moge
zijn de Orkestvereeniging te brengen tot
den gouden mijlpaal.
Daarna overhandigde hij den heer Mann
hardt een fraaien lauwerkrans onder luid
applaus aller aanwezigen.
Moge die lauwer voor Symphonie het
symbool zijn van haar verderen arbeid:
opgewekt voorwaarts op den roemrijken
weg der onsterfelijke Kunst.
Behoudens enkele afgewaaide sc-hoor-
'steenen en dakpannen is de vrij zware
storm, die in den afgeloopen nacht hier
woedde, voor zoover wij vernamen, nog al
goed afgeloopen. Bij café „De Tol" werd de
veranda in den tuin losgerukt en gedeel
telijk vernield. Dat in de tuinen en plant
soenen de hoornen het zwaar te verant
woorden hadden, spreekt vanzelf.
De morgenbladen die ons anders
even tien uur bereiken, waren vandaag
pas om half 4 in den namiddag in ons
bezit. Oorzaak: de verbreking van de
spoorwegverbinding met Rotterdam, als
gevolg van den storm. Men zie verder
onder Binnenland in dit nummer.