De Groote Oorlog.
Twaafde Jaargang.
Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDA6AVONO.
Feuilleton.
Uit dagen van Strijd.
Losse Oorlogsberichten.
BINNENLAND.
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten 0.95
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Kantoor v. d. Administratie: Ganzepoortstraat C 2o9, GOES.
Tel. interc.Directie no. 33. Redactie no. 97.
Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Advertentiën van 15 regels 0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 _X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. k contant.
De abonné's op dit blad, in het bezit der door de
directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de
daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden,
GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor:
1500
gulden bij verlies van beide
handen, voeten of oogen.
Voorts bij ongeneeselijke
verstandsverbijstering
gulden bij J A jfMk gulden bij A A gulden bij A M
jfl I I verlies van een M 8 11 I verlies I verlies van m
g j| E hand, voet 1 I RI I van een M I een m
of oogduimLJ wijsvinger
gulden bij
verlies van
eiken anderen
vinger.
De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam.
Oe toestand.
Voor eenigen tijd ontruimden de Engel
schen hunne stellingen in het Westen
van het schiereiland Gallipoli, doch hiel
den de Zuidpunt bij Sed-ul-Bahr nog be
zet. Thans hebben zij ook dit ontruimd.
De morgenbladen van heden berichten
dienaangaande het volgende:
CONSTANTINOPEL, 9 Januari (W.
B.) Den 9den des nachts ontruimden
de Engelschen tengevolge van hevige
gevechten onder groote verliezen Sed-
ul-Bahr geheel en al. Geen enkele En-
gelschman is meer achtergebleven.
De correspondent van het MUli-bu-
reau aan de Dardanellen meldt, dat de
Turksche troepen den vijand van Sed-
nl-Bahr totaal verdreven hebben.
Het schiereiland Gallipoli is nu, van
vijanden gezuiverd.
LONDEN, 9 Januari. (R.O.) (Offici
eel.) Gallipoli is geheel ontruimd.
LONDEN, 9 Januari. (R.O.) Generaal
Monro meldt, dat het Gallipoli-schier-
eiland nu met succes geheel ontruimd
is. Alle kanonnen en houwitzers zijn
medegenomen, behalve 17 oude kanon
nen, welk© echter gedemonteerd wer
den voor zij werden achtergelaten.
De verliezen bedragen een Engelsch
officier en een Engelsch soldaat. De
Franschen hadden geen verliezen.
De Engelsch© marine heeft weer het
verlies te betreuren van een waardevol
schip, n.l. het slagschip „King Edward
VII" dat op een mijn stiet en door de
bemanning moest verlaten worden. Kort
daarop zonk het.
Een ©n ander is voor de Engelschen
geen prettige tijding, ofschoon erkend
moet worden, dat per slot van rekening
het opgeven der expeditie op Gallipoli
©en verstandig besluit is, Wijl die ex
peditie na enorme offers in geld en bloed
als met onvruchtbaarheid scheen geslagen.
Te Salonika zijn de Engelschen goeds
moeds. Generaal Macmahan die met zijn
Franschen collega generaal Sarrail een
gesprek voerde met koning Peter van Ser
vië gaf als zijn overtuiging te kennen, den
ouden vorst nog ééns wederom als koning
van Servië te zullen begroeten.
Het heet, dat men in Entente-kringen
te Salonika erop rekent bijl het leger 30.000
uit Albanië overgebrachte of nog over te
brengen Servische soldaten te kunnen in-
deelen. i
Op het versterkte kamp te Salonika ver
wachten dg goallieerden binnenkort een
aanval van JDuitschers en Bulgaren. Dat
zulks nog niet eerder is geschied, moet
8)
Verborgen voor alle nieuwsgierige oogen
in het binnenste van het hujs, gaf me
vrouw Nettervil'le toe aan den drang hareï
tranen en barstte los in luid geween.
Twee of drie vrouwelijke bedienden, die
niettegenstaande haar oogenschijnlij'ko
kalmte zeer goed de smart harer mees
teresse begrepen, Hopten aan do deur
■om haar nu te troosten; maar zij scheen
hen niet te hooren, of niet binnen te
willen laten, want zij antwoordde niet
en zonder dat, durfden zij de deur niei
openen. Ten laatste ging een hunner naai
Hamish, terecht meenende, dat indien ie
mand het kon wagen ongeroepen binnen
te treden, dit zeker het beste Nelly's voed
sterbroeder doen kon.
„Mevrouw", spraken zij tot Hamish, „is
dol! van droefheid, en wil ons' niet eens
antwoorden, op onze vraag om binnen
te mogen komen. Kunt gij geen middel
vinden om schijnbaar toevallig binnen te
gaan, en dan iets te zeggen, dat een
wending aan hare gedachten geven kan?"
„Een wending aan hare gedachten ge
ven?" zei de trouwe knecht, „een wen-
geweten worden aan oneenigheid tusschen
de Duitsche en Bulgaarsche generale
staven.
De Engelsche pers is nog vol over de
stemming der Britsche arbeiders tegen
d-e dienstplichtwet.
De „"Westminster Gazette" wijst crop,
dat het congres niet aldus besloten lieeft,
wijl het de wijze, waarop Engeland de
oorlog voert, afkeurt, doch enkel en alleen
omdat het de meening was toegedaan, dat
de noodige strijdkrachten wel onder het
vrijwilligersstelsel te krijgen zijn. Boven
dien vreesde het, dat de bevoegdheden,
die de regeering thans vraagt, gebruikt
zullen worden om het Engelsche volk
blijvend onder het juk van het millitarismo
te brengen, zoodat de arbeid dan ontwa
pend tegenover het kapitaal zou staan, niet
alleen in de munitie-fabrieken, maar ook
in de gewone nijverheid.
Staatsmansbeleid eischt, zegt het blad,
dat geen poging wordt gedaan om deze
tegenwerpingen met geweld te smoren,
maar -dat de regeering integendeel trachtte,
ze door overreding en overtuiging te ont
zenuwen.
In „Vrij België" schreef dezer dagen
de bekende Belgische afgevaardigde Frans
van Cauwelaert over den droom van som
mige landh-ongerigen, die bij eventueel suc
ces der der geallieerden België zouden wil
len vergrooten met de Rijnprovincis van
Pruisen. Hij zegt o. m.
„De verstandige Duitschers zien reeds
in, dat de aanwezigheid van 7V2 mil-
lioen vijandig-gezinde Belgen in den schoot
van het Rijk een zeer wonde plek zou
vormen, hoe zou het dan voor ons eigen
zelfbehoud niet doodsgevaarlijk wezen o-m
een vijandige bevolking op te nemen, wel
ke ongeveer een vierde v,an ons land
zou uitmaken?
De avontuurlijke uitlatingen over de
Rijngrens hebben echter nog een andere
onaangename zijde gehad; ze hebben eeni-
ge Duitschgezinde Nederlanders, welke
met leede oogen staan te kijken naar de
sterke sympathieën, welke onze zaak in
hun land bezit, de gelegenheid gegeven
om argwaan te wekken tegenover ons,
inzake Limburg en Zeeuwach-Viaanderen.
Gelukkig heeft 'tNederlandsohe volk on
middellijk gevoeld, van waar de wind
kwam.
Wij moeten bij Nederland, en Nederland
moet bij ons trouwe en daadwerkelijke
vriendschap vinden, welke voor beider
welzijn en veiligheid eensdaags en afdoen
de belang kan wezen.
En deze overtuiging bestaat niet al
leen bij Vlaamsche politici. Ik heb ze
ook gevonden tot bij de hoofdaanvoerders
van ons Belgisch leger. Geheel in het
begin van den oorlog had ik daarover
een zeer interessante gedachtenwisseling
ding aan hare gedachten geven? Denkt
gij, dat dit zoo gemakkelijk gaat? Heeft
zij niet echtgenoot en kind verloren, zon
der nog te spreken van den ouden lord,
die voor haar een vader was? En staat
zij zelve niet op het punt van uit haar
huis verdreven en naar Connaught ver
bannen te worden? En gij spreekt van een
wending aan hare gedachten te geven,
alsof het een nietigheid was, die haar
zoo bedroefd doet zijn?"
Niettegenstaande deze woorden, was het
hart van Hamish vol van zorg over den
bedroefden toestand zijner veriaten mees
teresse. Hij wachtte tot de meid was heen
gegaan en nu de deur der kamer nade
rend, tikte hij zachtkens om binnenga-
laten te worden. Hij kreeg echter geen
antwoord en na nog twee- of driemaal
geklopt te hebben, opende hij stil de deur
en keek naar binnen. De kamer had een
somber aanzien, daar zij geheel met ei
kenhout beschoten was; maar 't scheen
Hamish toe, dat zij te voren nimmer zoo
somber kon geweest zijh als nu-. Half
studeerkamer, half bidvertrek, gelijk wij
reeds zeiden, had mevrouw Netterville hier
menig uur in stil gebed doorgebracht als
haar echtgenoot en zijn vader streden on
der de vaan van hun koninklijken, maar
ondankbaren meester. Een groot kruisbeeld
in eikenhout gesneden stond op een soort
met een van onze hoogste en meest er
varene generaals, naar aanleiding van een
kort bezoek, dat ik naar Nederlandsche
vrienden brengen wou. Er werd toen veel
gepraat over de mogelijkheid, dat de gren
zen van Nederland ook niet zouden wor
den geëerbiedigd. „Ik geloof niet", sprak
mijn zegsman, „dat Engeland ooit tegen
over Nederland eenig geweld zal beproe
ven, maar ik ben van meening, dat, wan
neer het tocih gebeuren zou, Nederland
en België onmiddellijk moeten overeen,-
komen om in geen geval eenige vijande
lijke daad tegen elkander te ondernemen".
Deze generaal had gelijk. 'tWare een
ramp voor beide landen, een ramp voor
geheel westelijk Europa, indien er tus
schen ons plaats was voor vijandelijkheid,
zooals het een ramp zou wezen voor elk
van ons, indien een van beide zijne on
afhankelijkheid moest verliezen.
Laten wij dan het zwijgen opleggen
aan annexatielusten. Zij klinken bespotte
lijk, nu; en zij brengen geen heil voor
later".
Jaaroverzicht van den Oorlog.
8 Januari 1915. De Turken rukken
verder Perzië binnen en hervatten hun
aanvalspogingen in den Kaukasus.
De nota van de- Vereenigde Staten over
de sluiting der Noordzee en de Engelsche
contrabandelijst wordt door Engeland ont
wijkend beantwoord.
9 Januari. Het hernieuwd offensief
der Turken leidt tot de gevechten bij
Kara Oergan in den Kaukasus.
10 Januari. De Turken bezetten ver
schillende plaatsen in de Perzische provin
cie Aserbeidsjan.
13 Januari. De Oostenrijksche mi
nister van Buitenlandsche Zaken, graaf
Berchtold, treedt af. Burian volgt hem op.
1 21 4 Januari. Ten Noorden van
Soissons worden de Franschen over de
Aisne teruggedreven. Het wassen dier
rivier snijdt hunne verbindingslinies af
en belemmert hun terugtocht.
14 Januari. De Fransche duikboot
„Saphir" wordt vóór de Dardanellen in
den grond geboord.
Een luisterpost.
Een Belgisch officier heeft aan een re
dacteur van de „Crodx" een zonderling
verhaal gedaan. Niet lang geleden slaag
de in de omstreken van Dixmujden een
Belgische troepen afdeeling er in, de Duit
schers uit een vooruitgeschoven loopgraaf
te verdrijven. Zijl ontdekten daarin tot huin
groote verwondering 3 cementen putten,
die op gelijken afstand onderling waren
aangelegd en die alle eindigden in een
Van bidbank aan het einde der kamer en
daarbij stond een tafel met lessenaar en
boeken, die zij! gebruikte voor hare huis
houding. Kamer en bidstoel1, kruisbeeld
en tafel, waren allen aan Hamish goed
bekend. Hier was hij gewoon te komen
in zijn eerste jaren, om met zijne voed-
sterzuster te spelen aan de voeten hareï
moeder en te luisteren naar hare verha
len. Later, toen de verschillende stand
plaatsen in de maatschappij hunne open
bare scheiding eischte, bracht hij toch
in dit vertrek dagelijks zijn morgenoffers
van visch uit de heldere rivier of van
blauwe bessen van de rotsen. Hier kwam
hij om nieuws te hooren van het oorlogs
veld en van den meester, op denzelfden
dag dat de tijding van diens dood ge
bracht was; en hier zelfs, toen hiji ver
geefs Nelly trachtte te troosten, hier had
hij verwonderd gestaan, en jong als hij
was begrepen, welk een hooge mate van
zielegrootheid mevrouw Netterville bezat,
toen zij te midden harer eigen droefenis
nog kracht en moed vinden kon, om den
bejaarden vader en het jeugdige kind
moed in te spreken, alsof de slag, die
hen getroffen had, niet drievoudig op haar
was neergekomen. In de duisternis van
de kamer en in de verwarring zijnor ge
dachten zag hij zijne meesteresse niet,
en onwillekeurig blikte hij naar den bid-
onderaardsche galerij,, die naar de Bel
gische linies leidde en daar in een groote
kamer eindigde. In deze kamer bevond
zich een telefoonpost. Het bleek, dat men
alle geluiden, zelfs die van een K.M. af
stand, duidelijk in de kamer verstaan kon
Het marcheeren van troepen, de stemmen
der soldaten, in de Belgische loopgraaf,
zelfs wanneer zijl met gedempte stem spra
ken, resonneerden er luid. Het was een
„luisterpost" in den waren zin des woords.
Scheepsramp.
PARIJS, 8 Jan. (Reuter.) Uit Cettim
je wordt gemeld, dat een vair Brindisi
komend ItaJiaansch stoomschip-, geladen
met levensmiddelen en met 425 uit Ame
rika komende Montenegrijnsche recruten
aan boord, Vrijdag nabij de havenplaats
San Giovanni di Medua, op ©en mijn ge-
foopen -en aanstonds gezonken is. T w e e-
honderd passagiers kwamen
om het leven.
Een schadeloosstelling.
Uit Washington wordt geseind
Bernstorf heeft aan Lansing kennis
gegeven van Duitschland's voorstel, om
schadeloosstelling te betalen voor de
Amerikanen, die op de „Lusitania" het
leven hebben verloren.
Hij gaf de verzekering, dat de Duitsche
onderzeeërs in de Middellandsclie Zee
geen weerloos schip zonder
waarschuwing zouden aan
vallen.
De Vlaamsche Hoegeschool.
Wij lezen in Vrij België;
De Duitsche pers heeft met veel' be
slag gemeld, dat de Duitsche gouverneur
in België besloten heeft op de begrooting
van 1916 het noodige bedrag te laten in-
inschrijven voor de vervlaamsching van
de Gentsche Hoogeschool.
Wij kunnen ons niet voorstellen, dat
die maatregel op practisch gebied eenige
uitwerking zo-u hebben, want een Vlaam
sche universiteit, in dergelijke voorwaar
den geboren, zal1 geen boogleeraars en
geen studenten tellen. Het Vlaamsche volk
wil met die politieke kneep niets te ma
ken hebben.
De Vlaamschgezinden hebben aan den
h. von Bissing zooiets niet gevraagd, maar
wel overal en steeds laten hooren, dal
tij van het tijdelijk Duitsche regiem geen
gunsten verlangen.
De Frankf. Ztg. bevat een telegram
van haren Berlijnschen correspondent ten
betooge dat Londen als een vesting be
schouwd moet worden en dus door D uit
stoel, waar hij haar zoo dikwijls had zien
neerknielen in de ure van smart. Maar
zij was daar niet, en een kreet, van schrik
'ontsnapte hem, toen hij haar eindelijk ont
dekte, voorover liggende op den grond,
met loshangende haren, vergrijsd door de
droefheid, en alles rondom haar in de
grootste wanorde, te meer bevreemdend
voor den trouwen jonkman, wijl hiji hare
natuurlijke neiging tot netheid en orde ken
de. Zij lag daar, niet schreiende, niet
in zwijm, maar steunend en machteloos,
alsof haar lichaam den zwaren last van
het lijden piet langer had kunnen dra
gen. Toch was zij; naar het scheen, geheel
geheel onbewust van zijne tegenwoordig
heid, en hij beefde bij de gedachte dat
zij krankzinnig zom zijln geworden. Hoe
jong ook, Hamish was vertrouwd met het
lijden en bijl zag zeer goed het gevaar
-in. Koste, wat het koste, zijne meesteresse
moest op de been geholpen worden, al
zou zij daardoor tot het volle bewust
zijn van bare verlatenheid en haar verlies
gebracht worden. Hij ging langzaam ver
der, zich zacht voortbewegende uit eer
bied voor hare smart, een eerbied, dien
wij gevoelën in de tegenwoordigheid van
een stervende of een doode, en hij hield
zich eenige oogenblikken onledig de los
se papieren o,p haren lessenaar te rang
schikken en de bloemen te verplaatsen.
I l-i. I !U i!
Welk weder zullen
wij hebben
Verwachting tot ,den avond van II Jan.
Matige tot krachtigen, tijdelijk storm
achtige Zuidwestelijke tot Westelijken wind,
betrokken tot zwaarbewolkt, waarschijn
lijk regenbuien. Weinig verandering van tem
peratuur.
sche luchtschepen en vliegtuigen bestookt
kan worden.
De correspondent somt een aantal for
ten en verdedigingswerken op; die Lon
den langs de Theems tegen aanvallen uit
zee beschermen en besluit met te zeg
gen, dat men te doen heeft met werken,
die reeds in vredestijd zijn opgericht.
Daar komen dan nog allerlei verdedigings
werken bij; die gedurende den oorlog ron
dom Londen ontstaan zijn.
Rundvlee8ch.
Naar „de Telegr." verneemt, is namens
het departement van Landbouw, Nijver
heid en handel aan den directeur van
het Amsterdamsche abattoir, den heer
Van der Sluijs, diens meening gevraagd
omtrent de mogelijkheid van distributie
van rundvee, zooals nu van regeeriugs-
varkens.
De bemanning van den Engelschen oaderzeêar.
Men meldt uit den Haag dat het De
partement van Marine beslist heeft dat
de opvarenden van de Britsche ondeizee
boot E 17, die op 6 Januari door Hr. Ms.
„Noordbrabant" in de Noordzee gered
zijn, geïnterneerd zullen worden.
Als motief tot die interneering wordt
aangevoerd art. 13 van het Roode Kruis-
tractaatvan 1907.
Het vredesgezelschap van Ford.
Te 'sGravenhage is Zaterdag om 10.51
uur het Ford-gezelschap via Oldenzaal
aangekomen.
Aan het station werd het gezelschap
ontvangen door een regelingscomité en
door een aantal jonge dames. Door den
stations-chef was welwillend de eetzaal
van het restaurant voor de ontvangst
afgestaan.
Heden en morgen (Dinsdag) worden de
openbare vergaderingen gehouden in de
groote zaal van den Dierentuin in Den
Haag, Woensdag te Am-terdarn in Belle-
vue, en Vrijdag in de Doelezaal te Rot
terdam.
Het hoofdkwartier zal gevestigd zijn
in Hotel Wiltebrug te 's Gravenhage.
die Nelly nog kort geleden daar gebracht
had. Zij waren nu verdord, een treffend
beeld van den toestand, waarin aller ge
luk verkeerd was; hij deed frisch water
in de vaas, waarin zij stonden, als kon
dit hunne schoonheid herstellen.
Echter zuchtte hij diep onder deze be
zigheid, want de gedachte doorkruiste zijn
brein, dat het namelijk even hopeloos was
het hart dier diepbedroefde moeder tot
opgeruimdheid te stemmen, als aan dio
bloemen een nieuw leven te geven. Me
vrouw Netterville bemerkte hem nog niet,
schoon hij bij een en ander veel meer
leven maakte dan noodig was, alleen om
hare aandacht te trekken. Ten laatste wan
hopend door een beter middel' zijn doel
te bereiken, liet hij een drinkglas op den
vloer in duizend stukken vallen, die her
en derwaarts door de kamer vlogen, een
handelwijze die hiji andere gelegenheden
niet onberispt zoo voorbijgegaan zijin. Maar
hu l'ag zij daar op- korten afstand van hel
gebroken voorwerp; alsof zij' wezenlijk
dood was, en Hamish haar niet tot het
volle besef gebracht ziende, knielde naast
haar en tikte haar gevoelig op den schou
der, zelf verwonderd over zijne vrijmoe
digheid. Zij sidderde en mompelde half
ongeduldig, als iemand die uit zijne slui
mering wordt gewekt:
(Wordt vervolgd.)