Oe Groote Oorlog. No. 185. Dinsdag 16 November 1915. Elfde Jaargang. Verschijnt eiken MAANDAG-.JVOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. in Vrede en Christendom. Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes 0.75, daarbuiten 0.95 Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent. Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags. Kantoor v. d. Administratie: Ganzepoorfstraaf C 2o9, GOES. Tel. interc.Directie no. 33. Redactie no. 97. Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. Advertentiën van 15 regels ƒ0.50; iedere regel meer 10 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 _X berekend Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. k contant. De abonné's op dit blad, in het bezit der door de directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden, GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor; 1500 gulden bij verbes van beide banden, voeten of oogen. Voorts bij ongeneeselijke verstandsverbijstering fy'% gulden bij fl gulden bij #f| 1 M verlies van een jB K i 1 verlies a a 10U 1UU Du gulden bij verlies van een wijsvinger gulden bij verlies van eiken anderen vinger. De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollaridsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam. De Christelijke maatschappij, die zoo luisterryk haü gezegevierd over heiden dom en barbarisme, liep, nauwelijks tien eeuwen oud, gevaar ouder de slagen van een inwendigen vijand te bezwijken, ware bet niet, dat de Kerk als verhe vene vredespropagandiste te rechter tijd dat gevaar wist te bezweren. In de 10e en 11e eeuw toch was iu Europa door de tallooze leeten en bet immer driester optredende vuistrecht een toestand van verwildering ontstaan, die voor het ergste deed vreezen. Bij de minste beleediging verschafte men zich recht met de wapenen en voerde onder eikaar oorlog, zooals men thans processen voert. Om wetten of reclitsverordeningen maalde men niet; geen wonder, dat de aanslagen op liet leven, de eer en den eigendom van den evenmenscb op schrikbarende wijze toe namen. 'tLeek wel of men leefde onder een wet van bloed en geweld in stede van onder die des vredes eu der liefde; 't was, als bestond er geen goddelijk gebod, geen evangelische wet meer. 't Was in die benarde tijden, dat ette lijke Fransche bisschoppen, wien de was sende barbaarschheid onder het christen volk een gruwel was, samen meteenige goedgezinde edelen en burgers de han den aan het werk sloegen, om in dien baaiert van bloedig geweld de orde des vredes te scheppen. Er werden bijeenkomsten gehouden, waarop het heeroehende kwaad, dat vooral in Frankrijk welig tierde, man moedig werd onder de oogen gezien en middelen werden beraamd, om het te herstellen. Een wapenstilstand werd af gekondigd met streng verbod alsdan wapenen te dragenieder moest vrij en veilig zijns weegs kunnen gaan. De ker ken werden tot vrijplaatsen geprocla meerd: wie er binnen vluchtte voor zijn vervolgers, was onaantastbaar. De overtreders dezer bepalingen werden bedreigd met zware kerkelijke en wereld lijke straffen en in de overtuiging dat alle goed slechts dan kan gedijen, wanneer het gezegend wordt door God, werden de Vrijdagen en Zaterdagen als boetedagen aangewezen, waarop allen, grooten en kleinen, edelen en burgers door vasten en gebed de bloedschuld zouden uitwisschen en zich op den nieuwen vredestijd zouden voorbereiden. Deze lofwaaidige pogingen tot herstel van den christelljfceii vrede vonden luide toejuiching en steun van alle wel- gezinden, zoowel in Frankrijk als elders en wèl past het hier een eeresaluut te brengen aan de nagedachtenis dier edele vredes vrienden, een Petrus Damia- nus, een Odilo van Cluny, een Ivon van Chartres, een Richard van St. Vannes, een Anselmus, een Lanfranc van Kantelberg. Zij toch zijn het, die met woord en daaü de onchristelijke uitspattingen van het vuistrecht hebben gebreideld, de vijand schappen hebben geblu>cht, de biunen- lauüsche twisten hebben gedempt, den christehjken vrede in eere hebben her steld. Hun vredesarbeid legde den grond slag voor de „T r e u g a De i", den Gods vrede, die door de Pausen gesteund eu door de Concilies in vaste banen geleid de groote zegen is geworden der middel, eeuwsche maatschappij, toen de staat kundige orde vaak wankelend was eu de rechtspleging gebrekkig. De Godsvrede schreef voor, dat men van den Advent tot aan het octaaf van Driekoningen, tijdens den Grooten Vas ten en den geheelen Paaschtijd, zich van persoonlijke vijandelijkheden had te onthouden. Op de overtreding van dit verbod stonden zware kerkelijke en wereldlijke straffen. Door gedurende zoo langen tijd de menschen aan het afwezig zijn van vijandelijkheden, het ophouden van wapengeweld eu een vreedzaam enderling verkeer te gewen nen, meende de Kerk er de volken toe te kunnen brengen, het plegen van ge weld als een schande te gaan beschou wen voor den christennaam en de waar heid te gaan beseffen van hetgeen de meergenoemde Ivon van Chartres zijn tijdgenooten toeriep: „Jezus Christus is niet gekomen om slechts een geestelijken vre" de te brengen; ook een tijdelijken» aardschen vrede heeft Hij ge bracht, opdat alle christenen slechts één lichaam en eéne ziel vormen. In het rijk van Christus mag geen twee dracht meer bestaan. De zielen moeten vrij zijn van elke zonde, de handen van elke misdaad". Door den „Godsvrede" werden voor namelijk de zwakken en weerloozen, tot dan toe de grage buit van roofridders en aanzienlijke geweldenaars, onder de bescherming der Kerk gesteld, behoefden kooplieden en ambachtslui, vrouwen en kinderen niet langer te vreezen voor het geweld van de roof- en wraakzucht der machtigen, die hun vroeger als een Damocleszwaard boven het hoofd hingen. Eu al lieten zich de roofridders en adellijke heeren hun veeterecht zoo maar niet opeens ontnemen zoolang de wereld er is, zal het kwaad immer worstelen tegen het goede toch heeft de „Treuga Dei" het aanzienlijk inge perkt en voortdurend waakte de Kerk voor de handhaving van de heilzame bepalingen van den Godsvrede. Door do pausen Urbanus II en Alexander VU, zoowel als door de Kerkvergaderingen van Clermont in 1095 en van Lateranen in 1123, 1139 en 1179 werd de „Treuga Dei" gereglementeerd en voor de gansche christenmaatschappij verbindend gesteld. De pausen der middeleeuwen, zich van hun opperherderschap over Christus' kudde en de daarmede verbonden ver antwoordelijkheid bewust, hebben er met al bun krachten naar gestreefd, de christelijke vorsten in vrede en eendracht te bewaren en aan de oorlogen en liet bloedvergieten onder de christenvolken een einde te maken. En wanneer gekroonde geweldenaars aan hun vorstelijke positie liet recht meenden te ontieenen straffeloos de geboden Gods en de wetten der Kerk te schenden, aarzelden die stedehouders van Christus niet, met al de onverzet telijkheid die hun plichtsbesef hun aan de hand deed en met apostolische vrij moedigheid zich tegen zulke vorsten te verzetten, al kostte het hun de zwaarste offers, zooals o. a het leven der roem rijke pausen Gregorius VII, Inno- centius III en Bonifacius VIII getuigt. Wat de Pausen deden voor de hand having van den in- en uitwendigen vrede der christenheid, vult de jaarboeken onzer Kerkgeschiedenis met de heer lijkste bladzijden. Als in de 5e eeuw Attila's woeste horden Europa overstroomen en, na schier gansch Italië onder den voet te hebben geloopeu, Rome met algeheele verwoesting bedreigen, weet Paus Leo I, door in persoon bij den Hunnenvorst tusschenbeide te komen, de hoofdstad der christelijke beschaving voor vernie tiging te bewaren. Paus Innocentius I zien wij den vrede tot stand brengen tusschen koning Alarik der Westgothen en den keizer; ja, Paus Agapethus aarzelde niet heel naar Coiistantinopel te reizen, om een oorlog tusschen keizer Justinianus en de Üost-Gothen te voorkomen, in welk opzet hij gelukkig slaagde. Wordt Paus Gregorius 1 zelfs niet door niet-Katholieke geschiedschrijvers geprezen om hetgeen hij deed voor het bewaren van vrede en rust onder de christenen zijner dagen En men zegge niet, dat ijdel machtsbegeereii deRoom- sche opperpriesters zoo deed handelen. Zelfs toegegeven, dat de immer stijgende invloed der Pausen, als gevolg van bun vredeswerk, aan hun macht en aanzien ten goede kwam, zoo blijft het toch on betwistbaar, dat hun inzicht bij het be waren van den vrede rein, hun meening zuiver was, wat de geschriften, die zij ons hebben nagelaten, bewijzen. Alles hieromtrent aan te halen, zou ondoenlijk zijn. Toch willen we iets als voorbeeld geven. Het is een stuk van een brief van Paus Innocentius III aati den koning van Frankrijk en luidt als volgt „Op het oogenblik, dat Jezus zijn verlossingswerk komt voltooien, geeft Hij Zijnen leerlingen den vrede als erfenis, Hij wil dat zij dien ook be waren en overleveren aan hun nako melingen Wat Hij stervend zeide, bevestigde Hij ook na Zijn opstanding. „De vrede zij met u", dat waren de eerste woorden, die Hij tot Zijne apostelen richtte. De vrede is de uiting van barmhartigheid en naastenliefde. Bestaat er nog een grooter tegenstelling tot de naasten liefde dan menschenslachterij In haat geboren, is zij de bron van alle misdaden, verscheurt zij de banden van welwillendheid en lielde. Eu wie kan God liefhebben, die zijn naaste niet liefheeft? De menschen te voeren tot de barm hartigheid en den vrede, is de eerste taak van den onwaardigen vertegen woordiger van Jezus op aarde". Als heerlijke vrucht van de zegenrijke vredesbemoeiingen der Pausen mag liet feit vermeld worden, dat ganscn de Middeleeuwen door, de Heilige Stoel werd beschouwd als het intern atio naai vredesgerechtshof, als de hoogste rechtbank ter beslechting van volkrechtelijke eu staatkundige twistge dingen. De christenvorsten en volken richtten hun blik naar Rome „als naar een heilige wereldstad van eeuwigen vrede te midden van het strijdende menschdo m", zooals de niet-Katholieke historieschrijver Gregorovius het zoo kernachtig uitdrukt. Het gemis van zulk een gerechtshof in den lateren tijd ontlokte dan ook aan den geleerden Protestant Leibnitz de verzuchting„De vierschaar des Pausen, boven de vorsten verheven, om dezen den weg te w ij zen eu hen te oordeelen, zou bij ons de Gouden Eeuw terugvoeren". 't Is waar, thans herbergt het z. g. Vredespaleis te 's-Graveuhage een inter nationaal hof van arbitrage. Maar voor wie niet blijft hangen aan den schijn der dingen, is het duidelijk, dat Carnegie's geschenk steeds een „vredesdoodkist" in plaats vaneen „vre despaleis' zal blijven, zoolang de sluit steen ontbreekt, n.l. het gezag van den Man van het Vatikaau, wiens zedelijke invloed zoo buitengemeen veel vermag ten ba'e des vredes, gelijk Koningin Wilhelmina bij het eindtgen der Eerste Vredesconferentie (1899J aan Z. H. Paus Leo XIII schreef. Godlof, de enorme en geheel eenige verdiensten die de Pausen zich door hun vredesbemoeiingen voor de menschheid hebben verworven, vinden, nu de nevelen van onkunde en vooroordeel voor de steeds dieper doordringende stralen van het licht der waarheid vervagen, bij Roomsch eu Onroomsch alom waar deering. Met ingenomenheid vermelden wij wat Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman in het hoofdartikel van „De Nederlander" van 4 September j.l. schreef „De bekende Duitscher, dr. Hans Wehberg, publiceerde onlangs een zeer lezenswaardig geschrift, „das Papsttum und der Welti'riede", waarop wij de aandacht vestigen. Op echt Duitsche wijze, dos met vermelding van een massa literatuur, geeft hij een over zicht van wat de Pausen ten allen tijde in het belang van den vrede tusschen de volken hebben gedaan en gesproken. Het komt ons voor dat geen redelijk menseh, althans geen Christen, al- of Innoo. Epist. I. 355. niet protestaut, ontkennen kan, dat betgeen in dat opzicht door die Pausen verricht is, met den geest en de be doeling van onzen Heer en Heiland volkomen in overeenstemming is. Op treffende wijze zijn de grooten dezer aarde er op gewezen, dat zij menig maal de ordeningen Gods ter zijde hebben gesteld om toe te geven aan hun zucht naar heerschappij en macht. Trouw zijn de Pausen opgekomen voor het recht, voor de zwakken, voor de kleine staten, tegen onophoudelijke versterking der bewapeningenvoor scheidsgerechten. Geenszins hebben zij het recht en de verplichting ontkend om, desnoods gewapenderhand, eigen recht en eigen land te verde digen, maar krachtig komen zij tegen elke agressieve politiek op. De Pausen beriepen zich daarbij steeds op den Heer der Kerk, Jezus Christus, en ontleenden hun bevoegdheid tot spre ken met gezag aan hun „heilig ambt". Dit zijn f ei ten". Blijkbaar imponeerde dit den heer Lohman zoozeer, dat hij zich op het einde afvraagt, „of het zulk een groot nadeel voor de christelijke kerken zou zijn, indien er één herder was met ge noegzaam gezag bekleed om alle kudden bij een te houden", Ook de na-Middeleeuwsche pausen, tot aan Pius X en Benedictus XV toe, zijn in dien lof begrepenwij zullen hun werken en streven tot behoud des vredes bespreken in een volgend artikel, aan de vredesbeweging van den nieuwereu tijd gewijd. Want de ambtsdragers mogen veranderen, het Pausdom blijft en wel „vol leven en jeugdige kracht", zooals de Protestant Macauley schreef. Ook heden ten dage beschouwt meu de Ka tholieke Kerk, speciaal in haar hoossteu gezagsdrager, den Paus, als alleen in staat de strijdende natiën tot eikaar te brengen en den laaienden oorlogsbrand te blusschen. 't Is wederom een niet-Katholiek, die dit op welsprekende wijze betoogt „Er is eene Kerk" aldus de An- glikaan Newman Smyth in de „Constructive Quaterly,' „die altijd gereed staat. Eeuwen lang is er nooit een dag geweest, waarop zij de macht niet bezat haar leer met gezag te ver kondigen steeds heeft zij hare volge lingen geleid. In het oogenblik van nood belioeft zij niet te wachten. In den morgen kan hare stem uitgaan tot aan de uiteinden der aarde. Te middernacht kan zij spreken en als de zon over de wereld opgaat, zal het volk luisteren. In 't aanschijn derwe- reldsche machten kan zij zich op mil- lioeiien beroepen, op menschen van alle taal. Zij bezit geen wereldlijke souvereiniteit, zij kan niet bevelen, dat de oorlog ophoudt; toch is haar stem uitgegaan, pleitend om de liefde van Christus voor lijdenden en ge vangenen. De Kerk van Rome heeft een stem en kan die doen hooren zelfs te midden van den storm des oorlogs. De protestai.tsche kerken kunnen dat niet De stem der Kerk van Rome is een stem als de stem van vele wateren er is niemand om de meening der protestantsche kerken te vertolken, al zouden allen die willen hooren. Huu stem is als het gemurmel van loopende beekjes uit bronnen in de verte". De ontwikkelde lezer, die ons tot hiertoe met aandacht vólgde, zal wellicht deze opmerking maken U spreekt van wat de Pausen deden in het belang van den vrede. Maar de Kruistochten dan Werden zij niet door de Pausen verwekt en oudersteund eu hebben die expedities niet honderdduizenden doen ten offer vallen aan de gruwelen van den krijg Wij willen die opmerking gaarne be antwoorden in een volgend nummer, om Welk weder zullen wij hebben Verwachting tot den avond van 16 Nov.: Meest matige, tijdelijk wellicht krachtige zuidelijke tot westelijken wind. Meest zwaar bewolkt, waarschijnlijk regen of sneeuwbuien. Aanvankelijk iets zachter, dan met een beschouwing over de mo derne vredesbeweging ons onderwerp te beëindigen. De toestand. Generaal Alexejef, de nieuwe genera lissimus der Russische troepen, heeft niet alleen door zijn optreden een meer suc cesvolle actie verzekerd aan de Russische wapenen, maar ook aan het land zijn zelfvertrouwen hergeven, gelijk uit de Russische persberichten merkbaar is. Het Petersburgsciie Teiegraafagentschap b.v. gaf dezer dagen een overzicht van den militairen toestand, dat zeer roos kleurig laat men hopen niet al te rooskleurig was getint. Duitschland is lam geslagen, ziedaar de korte samenvoeging van dat overzicht. De tijd, dat de Duitschers, naar alle richtingen versterkingen konden over brengen volgens believen is onherroepe lijk voorbij. Het centrum en de vleugels van het Russische front houden de troe pen, die daar opereeren, stevig vast. En ook het aanvoeren van versterkingen is, tengevolge van het gebrek aau reserves, zeer moeilijk geworden. „Tengevolge van onze successen aan het zuidert'roiit", zoo heet het tenslotte, „zijn belangrijke vijandelijke contingenten tot onbeweeglijkheid genoodzaakt eu is het oogenblik gekomen, door de strategen voorspeld, dat de Duitschers het eene front niet meer ten koste van het andere kunnen versterkken. Dit feit maakt de eindoverwinning der Russen nog zeker der." 't Is mooi en klinkt hoopvol, maar op het Westerfront blijven de Duitschers zoowel België als noord-Frankrijk stevig omklemmen. Van een aanzienlijk achter- uitdrijven der Duitsche legers aldaar was na den jongsten 8ep tem bei-aanval geen spraak meer. Eu in Servië? Er wordt in de Engelsche bladen gewag gemaakt van het gunstig verloop der krijgsver richtingen. Nog slechts enkele mijlen en het contact tusschen Serviërs en Eran- schen is verkregen, zoo luidt het. Maar in gewijden weten, dat de hulp der Entente te laat kwam, dat het Servische Noorder- leger met ontbinding wordt bedreigd en dat met de inbezitneming van de spoor lijn BelgradoSulia de eerste partij van de Balkanonderneming door de Centralen is gewonnen, waarmede natuurlijk niet ontkend wordt, dat de Entente de vol gende partij kan winnen Doch een Hollandsch spreekwoord zegt: «wie het eerste komt, het eerste maalt." Een Wolff-telegram uit New-York meldt dat, volgens een mededeeling der „Asso ciated Press", de Ni/.am van Haiderabad een zeer aanzienlijk Indisch potentaat en een trouw vazal'van Engeland, doorzijn onderdanen zou zijn afgezet, een feit dat beschouwd wordt als het hoogtepunt van verschillende onlusten en dat ook de aanleiding 2011 zijn van lord Kitchener's reis, m. a. w. de geheimzinnige „ernstige reden waarvan Asquith Donderdag in het Lagerhuis gewaagde zonder zich er verder over uit te laten. Vaudaar dat, hoewel Kitchener zich naar den Balkan zal begeven, Egypte en Indië wel zijn einddoel zal zijn Van Britsche zijde nog zoo slecht niet gezien, want Kitchener, de held van Chartoem, is de man, die de Engelsch- indische toestanden op zijn duimpje kent. De Engelsche minister Churchill is uit baloorigheid weggeloopen, omdat men hem buiten den kleinen oorlogsraad hield.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1915 | | pagina 1