De Groote Oorlog. No. 138 Donderdag 11 November 1915. Elfde Jaargang. Mijnt eiken MAAHDAG-, WOEHSDAG- en VRIJDAGAVOND. jfl B 9 verlies van een |B B B fl I verlies] B_ fl fl verlies van a EU. Vrede en Christendom. Losse Oorlogsberichten. Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten 0.95 Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent. Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags. Kantoor v. d. Administratie: Ganzepoortstraaf C 2o9, GOES. Tel. interc.Directie no. 33. Redactie no. 97. Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. Advertentiën van 15 regels 0.50; iedere regel meer 10 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 _X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. contant. De abonné's op dit blad, in het bezit der door de directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de daarvoor vastgestelde V erzekeringsvoorwaarden, GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor: 1500 gulden bij verhes van beide handen, voeten of oogen. Voorts bij ongeneeselijke verstandsverbijstering gulden bij verlies van een hand, voet of oog; De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de ..Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam. 1 B" gulden bij J A gulden bij A A gulden bij 4% BÊ0 1 1 hand, voet flI 11 I van een I I een M IHU of oog; U duim; wijsvinger; gulden bij verlies van eiken anderen vinger. i. Even innig als het verband is tusschen de vrucht en de plant, waaraan zij gedijde, is het verband tnsschen vrede en christendom. „Het werk der gerechtigheid is vrede", zegt lsaïas b en onze Heilige Vader Benedic- tus XV schreef 30 Aug. j.l. aan den vorst-primaat van Hongarije: „Daarom hebben wij in den laatsten tijd pogingen aangewend, om den koningen en volkeren den vrede als een werk der gerechtigheid aan te bevelen". Inderdaad, de verheven zending van Christus, stichter en koning des Chris tendoms, was geen andere dan het her stellen der oorspronkelijke gerechtigheid, d.w.z. het wederom aanknoopeu van den vredesband tusschen God en den mensch, welke band door de eerste zonde, welke tevens de eerste onrechtvaardigheid was, werd verbroken. En daarom troostten, reeds eeuwen vóór Christus' komst, de zieners des Ouden Verbonds hun tijdgenooten, zuch tend onder den vloek der erfzonde, met het vooruitzicht op de komst van den „Vredevorst", die de wereld zou redden en een tijdperk zou brengen van waar geluk en zoeten vrede. Zelfs bij de oude heidenen uit het klassi' ke Hellas en Lutium schemerde een vaag vermoedt n door van t en ge lukkige, vreedzame toekomst, die den menschen beschoren was en hun schrij vers gewagen dan ook van dez.g „Satur- nia regua den gouden tijd van Saturnus, waarin het krijgsrumoer zwijgt, bet- zwaard rust, vrede en welvaart, geluk en voorspoed der volkeren zalig bezit is. De vrees te wijdloopig te zullen wor den, weerhoudt ons bij al die profetieën stil te staan. Toch meenen wij even te moeten wijzen op de treffende overeen komst der schoone vredesvoorspelling, die wij bij lsaïas, II4 en bij Micheas, IV.3 vinden en wel in schier dezelfde be woordingen „De Heer zal richten vele volken en beslissen tusschen de geslachten. En zij zullen de zwaarden omsmeden tot ploegen en hun speren tot sikkels. Niet meer zal volk tegen volk het zwaard opheffen, niet meer zullen zij zich ten oor log oefene n". Ook was in het Oude Verbond de vredeswensch als zoetste der wenschen verre van onbekend. Hoe treffend b.v. klmkt het niet uit Heli's mond, als hij de zielsbedroefde Anna, Samuel's moeder, toevoegt: „Ga in vrede en de God van Israël geve U wat gij Hem hebt ge vraagd. 2) „Ik koester vredesgedachten en geen gedachten van onheil" zegt de Heer bij Jeremias (XXIX) en een frappant bewijs der waarheid, dat de Jahwe", de Jehova des Ouden Verbonds, dien het ongeloof zoo gaarne als een „Jupiter tonans", als wraaklievend en oorlogzuchtig afmaalt, den vrede ah den normalen evenwichts toestand der maatschappij beschouwt, is het volgendeToen het tot staatkundigen vrede gekomen Israëlitische volk in zijn nieuwen hoofdstad een monumentalen tempel zou gaan bouwen, .vertrouwde God de constructie van dat bouwwerk niet toe aan David, den schepper van het staatkundige Israël, maar aan diens zoon Salomo. En de reden? „Veel bloeds hebt gij vergoten, vele oorlogen hebt gij gevoerd. Gij zult Mijn Naam geen huis kunnen bouwen, na zooveel bloedsgestort te hebben".3)Zóó sprak de Heer tot David. Geen oorlogs handen alzoo aan hel gewijde vredeswerk. Maar ook omgekeerd, handen, bestemd voor de gewijde werken des vredes, passen niet voor oorlog en strijd. En nu begrijpen wij misschien beter, waarom de Katholieke Kerk er zich steeds zoo veel mogelijk tegen verzet, dat hare pries ters en levieten bij de strijdende legers worden ingedeeld Thans beseffen wij de smart, die het vaderhart van den onver- getelijken Pius X z g. verscheurde, toen hij bij het uitbreken van dezen wereld oorlog dacht aan de priesters, die krach tens de heillooze wetten hunner sectari- sche regeering waren bestemd om mee te vechten en het bloed van hun evenmensch te vergieten. Ook buiten de Katholieke Kerk wordt de huivering om geestelijken voor het bloedig wapenbedrijf op te leiden ge voeld. Nog dezer dagen hebben de aarts bisschoppen en bisschoppen der Angli- kaansche kerk zich verzet tegen het streven van lord Derby, den leider der militaire werving in Engeland, die ook de geestelijken bij het leger wilde inlijven. Doch keeren wij tot ons onderwerp terug. Wat in het Oude Verbond voorspelling en voorafbeelding was, werd in het Nieuwe Verbond vervulling en werke lijkheid en wij zien daar dan ook den alles overstralenden glans van Christus als „Vorst des vredes". Talloos toch zijn de plaatsen in de historie van 's Hee- ren omwandeling op aarde, die van den vrede als van een geheel bijzonder Gods geschenk gewagen; bij iedere gebeurtenis van eenige beteekenis klinkt het „Pax vobis": „vrede zij u" van 's Heilands goddelijke lippen. Geen wonder alzoo, dat Paulus later in zijn brief aan de Ephesiërs van het Evangelie spreekt als van een „Evangelie des vredes". 4) En als onloochenbaar teeken, dat de zending Zijns Eenigen Zoons hier op aarde voornamelijk een zending des vredes was, heeft du Almachtige Vader het wereld gebeuren van eeuwigheid af zóó geor dend, dat de geboorte van Christus zou geschieden op een tijdstip, waarop de geheele (toenmaals bekende) wereld in vrede verkeerde. En dat dit wel iets geheel bijzonders was, springt te meer in het oog, als men bedenkt-, dat de Janustempel te Rome, die men in vredes tijd placht te sluiten, sinds de dagen van den wijzen koning Numa Pompilius tot aan het einde van den 2en Puni- schen oorlog en daarna tot aan de regee ring van keizer Augustus d.w.z. circa 700 jaar achtereen niet ge sloten was geweest. Men overdrijft dus niet, als men er een goddelijke be schikking in ziet, dat juist in een tijd, toen een zoo ongekende gebeurtenis als een algemeene wereldvrede alom verbazing wekte, ook de vol heid der tij den gekomen was en „de Langverwachte" ging verschijnen, dien de profeten als de vredevorst bij uitnemendheid hadden aangekondigd. Met volle recht mochten dan ook de engelen in den allerheiligsten aller nach ten, toen het Kindeke van Bethlehem werd geboren, boven Ephrata's velden jubelen „Vrede op aarde den menschen van goeden wille". 't ls waar, de beteekenis dier woorden wordt niet zelden misduid. Immers on der den vrede, dien de engelen aankon digden, wordt allereerst verstaan de i n- wendige vrede met God, de verzoe ning van den door Adam's zonde ver gramden Schepper met het schepsel. Doch ook is het waar, dat hoe minder de menschen zich zullen bezig houden met het bloedige oorlogswerk, hoe meer zij de kwade hartstochten zullen intoo- men, die krijg en strijd en bloedvergieten verwekken, hoe minder gevaar zij zullen loopen den vrede met God te verliezen. Overigens, hoe men den Engelenzang van Bethlehem ook versta, vast staat, dat die zang de geboorte inluidde van den nieuwen Koning, die een rijk zou stichten, dat ofschoon i n de wereld, toch niet van de wereld is; die zijn volge lingen een vrede zou nalaten, zooals de wereld niet kan geven, een Koning, die zijne vreedzame veroveringendoor middel Zijner Kerk zou aanvangen en voorzetten, tot aan den jongsten dag, niet met geweld van wapenen, maar met de kracht der waarheid en der bovennatuurlijke genade, uit wier vereeniging gerechtigheid en vrede worden geboren, 5) Bijbelvaste lezers zullen hier tegen werpen: maar heeft Christus dan niet uitdrukkelijk gezegd„Ik ben niet den vrede komen brengen maar het zwaard Ongetwijfeld, doch als men deze woor den leest in hun tekstverband en met betrekking tot de paralelplaats (Luc. XII. 49) dan zal men aanstonds inzien, dat hier sprake is van een vrede, dien Chris tus noch kan noch mag bevorderen, n.l. den vrede der onverschillig heid en dat het door Christus genoemde zwaard niet het doodende ijzer is, maar het zwaard des geestes, dat, zooals Pau lus zegt, het woord Gods is, „doordringend tot op de scheiding van ziel en geest." 7) Staat alzoo de Christusfiguur in 'tliefe- lijk schijnsel des vredes, ook op Christus' geliefkoosde instelling, dè Heilige Kerk, was steeds de afstraling van dien vredes- glans merkbaar en een der pionniers van christelijke beschaving en wetenschap, de roemrijke Benediktijnerorde, voert als zinspreuk het kleine maar veelzeggende woord: „Pax", „Yrede". Doch hierover meer in een volgend artikel. Is. XXXII 17. -)l Kon (1 Sara.) 1.3) Paral. XXII. 8. Thomas v. Equine definieeit dan ook den vrede „tranqulllitas ordinis", d.w.z. vrede is de orde in rust. 4; Eph. VI. 15. 5) Zie Ps. 84. 11. 6) Mattk. X. 34. 7) Eph. VI. 17. ilebr. IV. 12 De toestand. De bezetting van Krusevac en het for- ceeren van de Morava, op andere punten, biedt den legers van v. Kövess en v. Gallwitz gelegenheid om in een breed front voorwaarts te rukken en de terug trekkende Serviërs te achtervolgen, breed front voorwaarts te rukken en de terugtrekkende Serviërs te achtervolgen. Die achtervolging is echter allesbehalve gemakkelijk. Wie in zijn schooljaren de klassieken vertaalde, zal zich nog wel uit Xenophon's „Anabasis" herinneren, welk een zware campagne voor de Grieksche soldaten de tocht was door de Cardu- chische bergen. De Oostenrijksch-Hongaarsche troepen van het leger van Von Kövess hebben thans de moeilijke taak om den tegen stander dwars over het gebergte te ver volgen. De troepen moeten meestal, zon der hulp van wegen, en over steile tot meer dan 1000 meter hooge woudgeberg ten marcheeren. De trein volgt geleidelijk over den dal- weg naar het gevechtsfront, waar slechts lastdragers en lastdieren kunnen opklou- teren. De verbindingscolonnes, tusschen de co lonnes in het Ibar-Marovitsadal hebben, na bloedige gevechten op de 900 M. hooge Jelitsa en Plamina, deze hoogten achter zich gekregen en zijn tot de linie der plaatsen Goetsa en Kapna doorgedrongen. De opmarsch tegen het Montenegrijnsche front houdt de sterke troepen der Tser- nogorzen bezig, waardoor de omtrekken de aanval der Montenegrijnsche bataljons tegen Sandsja, krachtdadig wordt verhin derd. De stelselmatige samenwerking der drie verbonden legers heeft tot nu toe op alle fronten van het Z.-O. oorlogsterrein het beste succes behaald. Naar de „National Tidende" 'uit Pe tersburg verneemt, hebben de Engelsch- Fransche troepen op den Balkan thans een getalsterkte van 150.000 man. Er komen echter nog voortdurend nieuwe troepen aan. Op het Oostelijk oorlogsterrein zijn de Russen in de buurt van Riga en Duna- burg weer offensief opgetreden en hebben daardoor hun defensief versterkt. Zij heb ben verschillende vorderingen gemaakt op den linkeroever van den benedenloop van de Aa, ten westen, van het Babitmeer en Zuidwestelijk en Oostelijk Duna- burg. De Duitschers worden er ongeduldig onder. In een dagorder van Von Bülow wordt uitdrukkelijk geëischt, dat Dwinsk, de sleutel tot Riga, door de Duitschers genomen zal worden. De eer van Duitsch- land eischt het. Jawel, ais het enkel met een legerorder kon geschieden1 De munitievoorraad bij: de Russen schijnt weer ruimschoots aangevuld te zijn, want generaal Roeski moet laatst in' een gesprek hebben medegedeeld, dat te Duna- burg verleden week een bezending munitie aankwam, waarvan elke kist het opschrift droeg: Wees niet zuinig met patronen. Op het Isonzofront heeft de Italiaan- sche vlag gewapperd boven de Col di Lana in de Doberdo hoogvlakte. Heeft ge wapperd; lang toch heeft het niet ge duurd. Immers, het Oostenrijksch sta-fcom- muniqué meldt: „om den Col di Lana wordt gestreden. In den namiddag viel de top van dezen berg in handen der Italianen, 's Avonds werd hij echter weer door een tegenaanval van onze troepen heroverd". De Italianen ontkennen dit echter, want in hun jongst© legerbericht lezen wij: Sterke vijandelijke afdeelingen trachtten den top van de Col di Lana te heroveren, maar de vijand werd teruggeslagen. De Italianen gingen toen tot het offensief over en namen den top van den berg Sief ten noorden, van Col di Lana. Een andere krachtige aanval van de Oostenrij kers op een hoogte bij Görz, waaraan een hevige artilleriebeschieting vooraf ging en een regen van handgranaten werd neerge- worpen, werd eveneens afgeslagen. De ver liezen van den vijand zijn vrij aanzienlijk. LONDEN, 8 Nov. (Part.) Op bevel van het Ministerie van Oorlog mogen sinds Zaterdag 6 Nov. geen dagbladen meer haar neutrale Europeesche landen gezon den worden, behalve door de uitgevers en agentschappen, die daarvoor een bizon- dere vergunning van het ministerie ont vangen hebben. De Handelsoorlog. PARIJS. (Officieel'.) Het stoomschip „Ys'er", vroeger het Amerikaansche stoom schip „Dacia", is getorpedeerd, nadat het de bemanning van een Italiaansch stoom schip, dat getorpedeerd was, had gered. Passagiers en bemanning zijn in veiligheid gebracht- De Balkan-oorlog. BERLIJN, 9 Nov. (W. B.) De Duitsche generale staf meldde Dinsdagmorgen: Ten Zuiden van Kraljevo en ten Zuiden van Krusevac werd de vijand uit zijn achterhoedestellingen geworpen. Onze troepen rukken verder op. Die hoogten bij Gjunis, op den linker oever van de Zuidelijke Morawa zijn stor menderhand veroverd. De buit van Krusevac is tot ongeveer 50 kanonnen, waaronder 10 zware, het aantal gevangenen tot ruim 7000 gestegen. Het leger van Bojadjef bereikte op den avond van den 7den November ten Noor- Zuid-W-esten van Nisj de Zuidelijke Mo- d-eti van Aleksinac en ten Westen en ten rava -en nam te zamen met andere uit het Zuiden oprukkende Bulgaarsche afdeelin gen, Leskovac. Een held en een heldin. In Kassei woonde een jonge vrouw met drie kinderen, wier man, zoodra de oorlog in Augustus 1914 uitbrak, naar het front vertrok. De vrouw wachtte maan den en maanden en hoorde niets van haar man. Niemand wist, waar hij was. Einde lijk meende zij, dat hij niet meer onder de levenden was, trok rouwkleeren aan en beweende hem als een doode. Tien, maanden waren voorbijgegaan, toen zij- op zekeren dag een gewonden soldaat ontmoette, dien zij kende. Hij deelde haar mee, dat hij onlangs met haar man in hetzelfde lazaret van een naburige stad had gelegen. „Maar hoe uw arme man er uitziet, dat kan ik u niet vertellen", zeide de gewonde soldaat. Welk weder zullen wij hebben Verwachting tot den avond van II Nov. Meest krachtige, tijdelijk stormachtige Zuidelijke tot Westelijken wind. Zwaar be wolkt tot betrokken met tijdelijke opklaring, waarschijnlijk regenbuien. Weinig veran dering van temperatuur. Met onbeschrijfelijke vreugde in het hart vertrok de arme vrouw naar de stad. Des avonds kwam zij bij het lazaret. Men bracht, haar naar kamer 46. Zij zag daar een menschelijk wezen zonder b-eenen.zonder armen.en zonder oogen Dat was haar man. Maar haar voet aarzelde niet; zij wierp zich op hem, om helsde en kuste hem. Voortaan week zij niet meer van zijn zijde en nu verpleegt zij zelf haar man. Hij vertelde van zijn gevechten, zij van haar wachten en ho pen. Haar liefde is de zijne waard. Om haar den gruwelijken aanblik te bespa ren, yilde hij liever voor haar dood zijn, daarom had hij haar zonder bericht ge laten. Nu echter verlangt hij naar den dag, dat hij met zijn vrouw naar huis mag terugkeeren. Eng land en de vereenigde Staten. NEW-YORK, 9 Nov. (R.O.) De Ameri kaansche pers bespreekt in kalme bewoor dingen de nota aan Engeland en voor spelt, dat er geen moeilijkheden zullen ontstaan om de blokkade-kwestie, indien noodig, door arbitrage te regelen. NEW-YORK, 9 Nov. (R. O.) De bladen publioeeren telegrammen uit Washington, meldende, dat officieele regeeringsperso- nen verwachten, dat de geschillen tus schen de Vereenigde Staten en Engeland •omtrent de blokkade eventueel aan arbi trage zouden kunnen worden onderwor pen. De aanslag te Antwerpen. De „Temps" van 25 October bevatte het bericht, dat te Antwerpen een aanslag zou zijn gepleegd op een huis, waarin Duitsche officieren verblijf hielden. De „Köln. Zeitung" bevestigt, dat op 9 September, 's avonds elf uur, in het aangewezen huis een ontploffing plaats had, waardoor een keldervenster bescha digd werd. De aanslag was blijkbaar ge richt tegen stafofficieren, die in een na burig huis ondergebracht waren. Niemand werd gekwetst. De verovering van Nisj. Uit Sofia wordt aan het „Berl. Tage- blatt" gemeld: De onverwacht spoedige verovering van Nisj heeft te Sofia een vreugdevolle stem ming teweeggebracht. De Bulgaren, die tot heden reeds trotsch op hun koelbloedig heid en op een zeker soort kalmte wa ren, met welke zij hun overwinning als iets natuurlijks beschouwden, kunnen nu moeilijk hun vreugde verbergen. Openbare en particuliere gebouwen zijn rijk bevlagd met de Duitsche, Hongaar- sche, Oostenrijksche, Bulgaarsche en Turk- sche kleuren. Door de straten trok heden een groote menschenmemgte-, met militaire muziek aan het hoofd, en overal zag men vroo- lijke groepen, die den val van de Servi sche oorlogshoofdstad bespraken. Het is een opgewekte, feestelijke stem ming, zooals de Bulgaren sedert de mobi lisatie van 1912 nog niet beleefd hebben. Toen de volksmenigte door den tuin van het koninklijk paleis trok, en den koning zag, weerklonk eindeloos gejubel. Koning Ferdinand hield van het balkon een toespraak, waarin hij .zeide: „Ik dank u voor uw ovatie en verheug mij over de uitdrukking van uw vaderlandsgezinde ge voelens, die in mijn volk zoozeer ont wikkeld zijn. Uw vreugde is des te meer gerechtvaardigd, daar van het slagveld slechts overwinningsberichten komen." Do koning bleef zichtbaar geroerd op het balkon het volk groeten, tot de laat sten zich verwijderd hadden.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1915 | | pagina 1