BUITENLAND. BINNENLAND. UIT ZEELAND. ris, kardinaal Gasparri ontvangen, waarin dank gebracht werd voor de huldebetui ging en de verschillende brochures, wel ke den H. Vader toegezonden waren. „In de overtuiging" gaat het schrijven voort, „dat alle goede werken om te bloeien en vruchten ,af te wierpen hulp en ondersteuning noodig hebben, zendt de H. Vader aan de Action sociale de Seine-et-Oise, niettegenstaande de moei lijke omstandigheden van het oogenblik, de bescheiden gift van 500 francs, die ik u hierbij doe toekomen." (Msbd.) 1 Een treffende en teere ontmoeting, die een Duitsch soldaat met een West- Vlaamsch meisje had, verhaalt een cor respondent van het „H.bl." Dat aardige kind met haar vertrouwe lijke oogen komt tot den soldaat, van wien zij wist, dat hij spoedig naar het front zóu gaan. „Ach meneer de soldaat 1 ik kom u vragen, wilt ge mij een groot genoegen doen „Zeker mijn kindwas 't vriendelijk antwoord. „Nu, neem dan dezen sinaasappel van mij aan, en ik zal u morgen vragen wat ik van u begeer". Den volgenden morgen komt de kleine terugin haar hand draagt ze een klein pakje, ze maakt het met bevende vinger tjes open. Er liggen twee portretten in. „Van mijn vader en van mijn broer", zegt de kleine. „Beiden zijn zij in den oorlog ach, meneer de soldaat, bezie ze eens goed, dat ge ze kent. Als gij nu in den oorlog zijt, gaat gij ze dan niet dood schieten?- Als getuigenis voor het moedig gedrag van onze Vlaamschgezinde jongens zegt de „VI. Stem", mag daaraan worden toe gevoegd, dat sergeant August van Cou- welaert, eenige dagen geleden, voor de tweede maal op de regimentsorder ver meld stond voor zijn dapper gedrag. Moge ons het leven van deze kranige kerels voor lateren strijd gespaard blijven. Wan neer mannen als eerw. Jan Bernaert, luitenant Van Hoorick, sergeant Aug. van Cauwelaert, seminarist van Waegen- bergh en zooveel andere flaminganten, met hunne eereteekens op het slagveld gewonnen, vooraan zullen treden, dan wil len wij eens zien, of de Franschgezinden nog zullen durven smalen op de Vlaam- sche Beweging, als .een vaderlandsch gevaar WASHINGTON. (V.D.) Uit gezagheb- bende bron wordt verklaard aat m de nieuwe nota aan Duitschland niet zal worden afgeweken van de houding die de vorige nota's is aangenomen. Gewei gerd wordt, hoewel de toon van de nota vriendschappelijk gesteld is, om de Duit- sche opvatting te aanvaarden. De Staats secretaris Lansing bevestigt dat het geval met de Orduna geen deel zal uitmaken van de nota. Reuter meldt uit Verona, dat met de toenemende warmte de cholera in Oos- tenrijk-Hongarije zich verspreidt. Volgens de laatste mededeelingen van gevangenen, komen er eiken dag eenige duizenden gevallen bij. Er zijn op het platteland bijzondere kampen voor de behandeling van de patiënten opgericht, daar de be volking in de groote steden in Oosten rijk, en vooral in Hongarije, wegens het gevaar voor besmetting, ze niet binnen de steden wil hebben. (N. R. Ct.) Mag men den Atheenschen correspon dent van de „Daily Chronicle" gelooven, dan hebben de Turken in Gallipoli nog maar voor ruim veertien dagen munitie. De Duitschers hebben den aanmaak van munitie in de beide Turksche tuighui zen tot 500 per dag opgevoerd, maar deze hoeveelheid is bij lange niet toereikend. De correspondent gelooft daarom ten volle aan het zenden van een soort ultimatum door Duitschland en Oostenrijk-Hongarije aan Roemeenië om munitie naar Turkije door te laten, en weet er bij te vertellen dat de centrale mogendheden troepen aan de Roemeensche grens hebben saamge trokken om hun eisch kracht bij te zetten. In de te Brussel verschijnende „Echo de la Presse" vinden we een offtcieele tegenspraak van het ook door ons ver melde bericht, dat mevr Carton de Wiart, de eclitgenoote van den Belgischen mi nister van justitie, op vrije voeten zou zijn gesteld. Zij ondergaat de straf, haar opgelegd wegens het onderhouden van briefwisseling met Havre, in een vrouwen gevangenis bij Berlijn. De duur van den oorlog. Gedurende een Wjesleyaanslche confe rentie, Zaterdag te Birmingham gehouden, verklaatrde de Engielsiche minister van onderwijs, Arthur Henderson, dat volgens zijin vaste overtuiging de oorlog nog min stens een jaar zou duren. (Msbd.) Van bet Argonnenwoud kwamen te Aken ruim 2000 Fransche krijgsgevange nen aan. Ook komen hier dagelijks langd treinen voorbij waarin zwaargewonds Duiitsche militairen, allen van het Weste lijk front. Ruim 5000 lijken van Duitsche mi litairen van het Westelijk front werden te Hasselt aangebracht, teneinde hier te worden begraven. [Thans zijn de Duitschers bezig een groot gedeelte van de Zuid-Limburgsohe grens met prikkeldraad waar electrischen stroom doorloopt, af te rasteren. Uit Venetië wordt gemeld, dat d'An- nunzio benoemd is tot officieel kroniek schrijver van den oorlog. De forten van Przemysl. De Oostenrijkers zijn thans druk bezig met ,het weder opbouwen en versterken van de forten y,an Przemysl volgens een Duitsch plan. Een tragisch „toeval". Een ritmeester vertelt in de „Frank1- furter Zeitung" het volgende eigenaardige gevalHet had gedurende den nacht flink geonweerd en daar ik vrij van dienst was, maakte ik ©en kleine wandeling, waarbij ik voorbij ©en soldatenkerkho-f kwam, dat ongeveer 300 pas van mijn kwartier ligt. Onze bnave dorpsgeestelijke zag ik naast een haar staan, waarop een zeer jonge huzaar lag. Daarnaast stonden vier oude mannen van den landstorm, die ijverig een .graf groeven, wat in den natten grond geen gemakkelijk wierk was. Een kort geL bied en de kluften vielen neer op het lijk. Reeds wilden de mannen van den landstorm weggaan, toen de geestelijke hun verzocht, nog een graf te graven, daar hij niet altijd mannen daarvoor had. Alleen een van de vier bleef ©n ging aan het werk. Ik sprak nog even met hem en hoorde, dat hij uit Baden kwam en een kleine hoer was met ©en groot|e familie. De oudste jongen moest nu ook opkomen. Tenslotte was hij klaar en rol trots zag hij op zijn werk, waarvoor de geestelijke hem hartelijk' dankte. Wie weet, zei hij bij het weggaan voor welk Vroh- lijke jongmensoh, ik oude kerel dit graf gegraven heb. Tegen den middag kwam ik Weer het kerkhof voorbij, toen ik zlooi gaan eten. Weer stonden daar eenige man nen van den landstorm met den geeste^ lijkie stil te hidden. Toen ik dichterbij kwiam, zag ik ,op die baar mijn landstorm- man. Op den terugweg was hij door een granaatsplinter getroffen. Hij had voor zichzelf het graf' gegraven. hkxicu. De gruwelen in Mexico. De „Köln. Volksz." publiceert den brief van een Duitscher in Mexico. Hij beves tigt de gruwelen, welke onze correspon dent te Chicago onlangs meededeelde Nieuw is het volgende De rooverhoofdman Zapata is omlei den jubel der bevolking en het gelui der klokken Mexico voor de tweede maal als „Redder" binnengetrokken. De stad leeft weer eenigszins op, vooral na de gruwelen der laatste dagen, waarbij vele inwoners na 9 uur op straat gewoon neergescho ten werden. Gisteren werden de kerken geplunderd: Ik zag o.a. een jongen met waardevolle kandelaars, uit een kerk af komstig een andere met een halve kerk- trapvelen met afgehouwen armen en beenen van houten heiligenbeelden, ja zelfs met planken, die uit dtn vloer der Godhuizen waren opgebroken, en nu als brandhout werden weggesleept. („De Tijd.") PORTlIGAIi. Een doode aan de betere hand. Berichten uit Lissabon melden, dat Don Alfonso Costa, de oud-minister, wiens overlijden dezer dagen gemeld was, zich aan de betere hand bevindt. «RIEKK1IILAA». De Griekse he Regeering. Koning Constantijn aanvaardde de ont slagaanvrage van den Griekschen minis ter van buitenlandsche zaken Zographos, die, naar deze reeds vroeger mededeelde, na de verkiezingen zou aftreden. De minister president Goenaris treedt ad interim als minister van buitenlandsche zaken op. Voorts wordt gemeld dat de Grieksche koning tot algeheel herstel naar het kasteel van Dekalia is vervoerd. (Maasbode.) Tweede Kamer. Zitting van Dinsdag. Dhr. Van Nispen presideert, we gens ongesteldheid van dhr. Borgesius. Besloten wordt, de Landstormwet aan de agenda toe te voegen en na de pauze te beslissen over het voorstel van dhr. Schaper, om daaraan ook toe te voegen de motie-Spiekman inzake de beroeps commissie. Bij de behandeling van het wetsont werp langer in dienst houden van de Landweer wenscht dhr. Ter Laan aan de Landweerplichtigen, die eigenlijk naar den Landstorm moesten overgaan, de voorrechten van den Landstorm toe te kennen. Hij kondigt een motie aan tegen de vervolging van gemobiliseerden wegens belastingschuld, indien de Regee ring geen besliste uitspraak doet. Hij wordt door den Voorzitter tot de orde geroepen, omdat hij zegt, naar aanleiding van het niet met verlof zenden van deserteurs van 1907, die zich na de aanneming der amnestiewet aanmeldden, terwijl de overige man schappen dier lichting w 1 met verlof gingen, dat de Regeering misbruik maakte van het door deze mannen in haar gestelde vertrouwen. Dhr. De Jong deelt Ter Laan's wensch, omtrent verplaatsing van land weerbataljons van de grenzen naar de omgeving der woonplaatsen van de landweerplichtigen. Spr ziet in het feit, dat das m i 1 i t a r zich thans meer laat gelden dan in den aanvang dei- mobilisatie, een der redenen van de heerschende ontevredenheid. Tegenover 's Ministers klacht, dat de Kamer zich tot tolk maakt van allerlei grieven en griefjes, zegt spr. dat ver scheiden regelingen minder goed zouden zijn geweest zonder tusschenpoozen. Dhr. Marchand acht ongepast het verwijt van den Min. van Oorlog, dat de Kamer mede de oorzaak was van de ontevredenheid in het leger door het uiten van allerlei grieven en griefjes. Het legerbestuur zelf is oorzaak van dien geest, zegt spr., die in dit verband uitvoerig de relletjes te Apeldoorn be spreekt. De Min. van Oorlog vraagt het woord om te verklaren dat de door dhr. Marchand aangevangen bespreking over de concentratie van ons leger niet in 's lands belang is te achten. Dhr. Marchand weigert aanvanke lijk zich hierbij naar aanleiding van dooi den Voorzitter gedaan verzoek, neer te leggen, maar doet dit, nog verklarende dat de leiding van het veldleger blijk baar in handen is van menschen, die tegen hun taak niet zijn opgewassen. Na nog eenige opmerkingen van dhh. Schaper en Hugenholtz, dient dhr. Lob man een door 11 leden onderteekend voorstel in, om, gehoord de kritiek op het beleid van den Minister, in comité generaal te gaan. Overeenkomstig het reglement van orde gelast de V o o r z. nu de deuren te sluiten. Na de heropening wordt de openbare beraadslaging voortgezet en de motie Ter Laan, strekkende om ook die landweer plichtigen der lichting 1907 (militielich ting 1899)welke onder de hoede der Amnestiewet onder de wapenen zijnge- komeD, (ex-deserteurs), onverwijld naar huis te zenden met 32 tegen 22 stemmen verworpen. Engeland blijft de Nederlandscbe onzijdigheid eerbiedigen. De berichtgever van de „N. R Ct." te Londen heeft een onderhoud gehad met minister Churchill, die zich over de eer biediging der Nederlandscbe onzijdigheid door Engeland als volgt uitliet De heer Churchill vei heelde mij zijn opvatting niet, dat, aardrijkskundig en strategisch beschouwd, de territoriale regeling aan den Scheldemond hem on natuurlijk voorkwam. En zij had de zaak der bondgenooten zonder twijfel geschaad. Indien Antwerpen transporten langs de Schelde had kunnen toegevoerd krijgen had het niet behoeven te vallenhet Belgische leger zou op de Nethe-Iinie hebben kunnen standhouden, in plaats van op de Yser-linie. Ik zei, dat niet iedereen in Nederland er zoo over dacht en de minister sprak mij niet tegen, toen ik te verstaan gaf, dat de nadeelen van onze heerschappij over de Schelde niet uitsluitend de ééne partij troffen, aan gezien zij op het oogenblik Antwerpen gesloten hield voor de Duitschers. Maar wat hiervan zij, „versta fnij niet verkeerd", sprak hij „ik bedoel geen verwijt". In dien Nederland deze schending van haar onzijdigheid had toegestaan, zou het zijn aangevallen en misschien voor een groot deel zijn bezet door de Duitsche legers. Dit zou een offer zijn geweest, dat nie mand het recht had van Nederland te vragen of te verwachten. Niemand heeft het recht om Nederland van zijn onzij digheid een verwijt te maken. Als onaf hankelijke staat zag het zijn belang daar en het had het volste recht om in over eenstemming ermee te handelen En hebben wij geen bewijs gegeven, dat wij dat recht meenen te erkennen Op het kritiekste oogenblik hebben wij het stipt ontzien. Wij hebben zelfs niet gevraagd, zelfs niet gezinspeeld op doortocht. Dat wij in het vervolg van den oorlog ons tot eenigen aanslag op Neerland's onzij digheid zouden laten verleiden, is onmo gelijk, ondenkbaar. Wij gaan het beginsel, waarom wij strijden, niet zelf vernielen, nadat we er zoo ontzettend veel voor hebben opgeofferd. Gij kunt er volkomen verzekerd van zijn, dat wij er onder geen omstandigheden aan zullen denken, om op Nederland eenigen druk te oefenen, ten einde het zijn onzijdigheid te doen verlaten. „Ik geloof wel, dat de Hollanders goed doen, zich gereed te houden Maar het gevaar dreigt nimmer van onzen kant. Ik behoef aan een Hollander wel niet uit te leggen, dat België in handen van de Duitschers het einde van Nederland's onafhankelijkheid zou beteekenen: een vrij Nederland is onbestaanbaar met een Diiitsch-Antwerpen. Maar dit zijn zaken,, waarin uw eigen staatslieden en uw eigen volk moeten beslissen. Er zijn intusschen mogelijkheden van gewezenlijk gevaar. Duitschland kan er toe gedreven worden om Holland aan te vallen. Duitschland raakt in de positie van het wilde beest in zijn kooi, dat de vlammen nader en nader ziet komen en links en rechts zijn wanhopige uitvallen doet. Gelukkig, dat gij een goed en dapper leger hebt, en dan uw bewonderenswaardige waterlinie. „In elk geval zult gij begrijpen, dat wij, die ons hebben opgeworpen als de kampioen van een verdrukte kleine natie, zonder ons zelf onmogelijk te maken geen andere kleine natie in haar onbetwistbare rechten kunnen gaan kreuken. En gij begrijpt ook, dat na dezen oorlog, wanneer wij hem tot een overwinning hebben gebracht en dat zullen wij zeker! - de positie der kleine staten sterker zal zijn dan ooit te voren. De misdadiger, die zich aan h t kleine België vergrepen heeft, zal daar staan, na zijn tuchtiging, als een afschrikwekkend voorbeeld. En wat gij nu zegt, dat sommigen in Holland bedacht zijn, dat op het vredescongres, wanneer de bondgenooten daar de lakens hebben uit te deelen, zou ter sprake komen, dat men Nederland zou voorstellen om Zeeuwsch-Vlaanderen af te staan tegen een stukje Duitsch gro dgebied, Oost Friesland of iets dergelijks, wij zijn nog zoo ver van den vrede afdeze zaken zijn nog] nauwelijk, zoo al, bespro ken. Maar nog eens, het zou tegen het diepste wezen van onze zaak indruischen om een land als Nederland slecht te be handelen of te dwingen met bedreigingen of met geweld, nu of later, en onder wat voorwendsel of omstandigheden ook". Mr. L. Regout. Het vertrek van mr. L. Regout naar Rome als gezant bij het Vaticaaii zal, naar wij vernemen, plaats hebben in de eerste helft der maand Augustus. Een dochter zal Z.Exc. naar Rome ver gezellen, terwijl eenigen tijd later ook Mevrouw Regout naar Rome zal gaan („Centrum" Weer vrijgelaten. De naar Schotland opgebrachte stoom trawlers uit IJmuiden zijn na eenige dagen oponthoud weer vrijgelaten. Na een reis bij IJsland gemaakt te hebben zijn reeds vier der schepen weer in ijmuiden teruggekeerd. (Maasbode.) De Rijksmiddelen. Wat zich tot dusver niet voordeed tijdens den oorlog heeft Juni opgeleverd de rijksmiddelen brachten meer op dan in de overeenkomende maand van het vorig jaar. Dat meerdere bedraagt f 699.393,273, waarvan echter de stijging der altijd wisselvallige successierechten met f587.254.65 het leen wei aandeel uit maakt. De geheele opbrengst der maand was f 17.797.900, tegen f17 098.516 in 1914. Mr. P. J. Troelstra. In) den toestand van mr. Troelstra is, naar „Het Volk" meldt, in zooverre eenige verbetering gekomen, dat de hoofd pijnen verminderen, hoewel het denken hem nog zeer vermoeit en hij liefst niet spreekt. Hij ligt nog den gauschen dag te bed, omdat do beenen hem nog dea dienst weigeren, als hij volgens dokters advies probeert te loopen. De rustige omgeving doet hom blijkbaar goed en er hebben zich geen verontrustende ver schijnselen meer voorgedaan, terwijl zijn gedachten helder zijn, maar zijn zenuw gestel heeft zeer geleden, zoodat er zeker lange tijd zal verloopen, voordat hij weer hersteld is. Logger overvaren. Men seint ons uit Maassluis De te Maassluis thuis behoorende log ger „Sch. 217 Loeloe" is door een En- gelsch oorlogschip op 70 mijl afstand van het eiland Fair overvaren en gezonken. De bemapning werd gered en),te Wight aan land gebracht. Goes. De openbare les [van.de Zangschool alhier, 1 ,behoorende bij de Maatschappij tot bevordering der Toon kunst afdeeiing Goes, had.Dinsdagavond in de tooneelzaal van V. O. V. onder buitengewone belangstelling van jong en oud plaats. Voor de pauze zongen de jongens [en meisjes één- en tweestemmige, liederen' uit „Jong Holland", „Minia tuurtjes", Lenteleven" en dergelijke kin derliederenbundels, gecomponeerd door Cath. v. Rennes. Ook stonden een vijf tal kinderliedjes van Nelly van der Lin den van Snelrewaard - Boudewijns op het program. Na de pauze werd het ilieve'.'zangspel „Als de kind'ren slapen" van M. A. Brants-Buijs Jr. opgevoerd, waarin de poppen als levende personen worden voorgesteld, profiteerend van den nacht om met elkaar plezier te maken. De blikken soldaatjes en het duiveltje in liet doosje doen ook mee. De kleine speelsters en spelers ver tolkten zoowel met zang als door gebaren en actie dit zangspel op allerliefste wijze en hielpen daardoor mede om ook deze openbare zangles uitnemend te doen slagen. De zangles werd geleid door den zang- leeraar de heer O. Lies Uit het 7de verslag van den inten- dancedienst van het Provinciaal vluch telingencomité in Zeeland, blijkt dat in de maanden April, Mei en Juni voorde Belgische vluchtelingen hier ter stede door bovengenoemde intendance zijn ver strekt 75 K. G. kaas. 4 mauscostuums, 8 mansbovenbroeken, 2 manshemden, 1 mansvest, 1 mansborstrok, 7 paar vrou wenkousen, 6 vrouwenbroeken, 6 vrou wenborstrokken, 3 vrouwenonderrokken, 1 vrouwenschort, 4 vrouwenblousen, 1 vrouwenbovenrok, 1 jongensjas, 1 jon- gensschort, 7 kinderhemden, 1 kinder- schort, 41/2 el stof voor een vrouwen- bovenrok, 71/2 el stof voor een vrouwen blouse en bovenrok, 1 wollen deken, 6 paar mansschoenen, 14 paar vrouwen schoenen, 1 paar vrouwenpantoffels, 2 paar jongensschoenun, 1 paar meisjes schoenen, 3 paar kinderschoenen, 23 H.L. geklopte cokes, 7 H.L. Ruhrkolen. Vlissingen. De uitslag van de herstem ming voor vijf leden van den (gemeenteraad was gisteren als volgt: Eerste district. Aantal' kiezers 1098. Uit gebracht 779 (740), van onwaarde 8 (22). De heer W. Anker (lib. aftr.) verkreeg 332 (172), 1'. F. Auer (lib. die zich had terug getrokken 65 (230), G. J. van den Broek (V. D.) 370 (183) en P. (1. Laernoes Sr. (A.-R.) 374 (314). Gekozen zijn dus de heeren Van den Broek en Laernoes. In liet tweede district zijn 1150 kiezers. Uitgebracht werden 850 stemmen (753), waarvan 7 van onwaarde (17). De heet I. 11. Dommisse (Chr. hist) verkreeg 420 (323), II. Duijm (S. D. A. P.) 221 (160), A. C. van Hal (S. I). A. P.) 303 (193) en J.'M. Stuart (lib. aftr.) 266 (150). Geko zen zijn dus de heeren Dommisse en Van Ha 1'. In district drie zijn 1088 kiezers. IJil- gehracht werden 707 stemmen (680), van onwaarde 17 (26). De heer P. F. Auer (aftr. lib.) verkreeg 366 (298) ©11 de lieer P. A. Praag (S. D. A. P.) 324 (239). Ge kozen alzoo de heer A u 0 r. De tusschen haakjes geplaatste cijfers zijn die van de stemming op 9 Juli. De uitslag is dus, dat de liberalen teruggaan van 8 op 4 zetels, dat rechts twee zetels wint en van 7 op 9 kond, dat de vrijzin nig-democraten van één op twee zetels komen en dat de S. D. A. P., behalve drie zetels in $rie, nu °°k één zetel in district één heeft. Alleen ka.11 nog veran dering komen doordat de heer Van Hal in twee en drie is gekozen en hij, ver moedelijk wel voor twee zal aannemen, en er, dus in drie dan nogmaals een stem ming zal moeten plaats bobben. Nog schrijft pien 011s van bevriende) zijde over deze verkiezing: Nu de verrassende uilslag van de gehouden Gemeenteraadsverkiezing be kend is, is ©en nader berichtje daarover in de krant zeker op zijn plaats. Bij de j.l. gehouden periodieke verkie zingen deed zich het geval oor, dat er 5 liberalen en 1 socialist moesten aftre den, waarvan 2 liberalen niet meer in aanmerking 'wilden komen. Van Christelijke z'ijde had men nu stel lig verwacht, dat er overleg zou ge pleegd zijn geworden. Doch de Bestuursleden van de liberale Kiesvereeniging achtten zulks zeker over bodig, want hij geen dér drie rechtsohe kiesver. kwam ©enig verzoek in. Na een paar besprekingen der Bestuurs leden dei' drie reehtsche Kiesverrenigin gen werd onder goedkeuring der telen der verschillende vereenigingen een „plan de campagne" opgemaakt en ten slotte be sloten alleen, één candirlaat te stellen voor elk der heide vacatures, mat hel, sue:es, dat de heide oandislaten gisteren 'met het hoogst© stemjiK-ncijfer a's gemeenteraads lid zijn gekozen. Voorwaar een mooi sur.cees voor do prettige samenwerking der drie reeht sche partijen. Doch de liberale partij: leed nog meer verhezen, want ondanks al het politiek gescharrel' en zelfs ondanks het terug trekken van een harer enndidaton, om toch maar vooral geen rei htsrhen candi daal. gekozen te krijgen, verloor zij nog een zetel aan de vrijzinnig-democraten e.i aan de socialisten en kon zij met veel moeite den zetel' van den aftredenden •wethouder van onderwijs, de heer Auer behouden. Deze uitslag maakt dat binnenkort in het 2e of 3e district oen nieuw© verkie zing noodzakelijk is, die naar geruchte spoedig nog gevolgd zal worden door een nieuwe verkiezing in District I, daar de heer v. d. Broek© - pas gekozen - binnenkort de stad zal gaan verlaten. De gemeenteraad bestaat thans uit: 4 Liberalten, 2 Vrijz.-Dcmoc.aten, 4 Socia listen, 4 Anti-Revolutionairen, 2 Chr.- Historischen, 2 Katholieken en 1 z.g. wilde. Het rijk van de Unitas-kliek, zooals ze in de volksmond van Vlissingon dik wijls genoemd wordt, is door deze ver kiezing voorgoed geëindigd. Door B,. en W. is met ingang van 1 Augustus 'benoemd tot tweede amb tenaar ter gemeente-secretarie, mejuffrouw; A. ,G. Domenie. (Z.) De „Prinses Juliana". De mailboot „Prinses Juliana" is hier) teruggekeerd met alle loden der beman ning, die in Engeland ondervraagd zijn 'in verhand met het vermoedelijk medereizian van ©en Duitsch officier.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1915 | | pagina 2