BUITENLAND.
BINNENLAND.
UIT ZEELAND.
ris, kardinaal Gasparri ontvangen, waarin
dank gebracht werd voor de huldebetui
ging en de verschillende brochures, wel
ke den H. Vader toegezonden waren.
„In de overtuiging" gaat het schrijven
voort, „dat alle goede werken om te
bloeien en vruchten ,af te wierpen hulp
en ondersteuning noodig hebben, zendt
de H. Vader aan de Action sociale de
Seine-et-Oise, niettegenstaande de moei
lijke omstandigheden van het oogenblik,
de bescheiden gift van 500 francs, die ik
u hierbij doe toekomen." (Msbd.)
1 Een treffende en teere ontmoeting,
die een Duitsch soldaat met een West-
Vlaamsch meisje had, verhaalt een cor
respondent van het „H.bl."
Dat aardige kind met haar vertrouwe
lijke oogen komt tot den soldaat, van
wien zij wist, dat hij spoedig naar het
front zóu gaan. „Ach meneer de soldaat 1
ik kom u vragen, wilt ge mij een groot
genoegen doen „Zeker mijn kindwas
't vriendelijk antwoord. „Nu, neem dan
dezen sinaasappel van mij aan, en ik zal
u morgen vragen wat ik van u begeer".
Den volgenden morgen komt de kleine
terugin haar hand draagt ze een klein
pakje, ze maakt het met bevende vinger
tjes open. Er liggen twee portretten in.
„Van mijn vader en van mijn broer",
zegt de kleine. „Beiden zijn zij in den
oorlog ach, meneer de soldaat, bezie ze
eens goed, dat ge ze kent. Als gij nu in
den oorlog zijt, gaat gij ze dan niet dood
schieten?-
Als getuigenis voor het moedig gedrag
van onze Vlaamschgezinde jongens zegt
de „VI. Stem", mag daaraan worden toe
gevoegd, dat sergeant August van Cou-
welaert, eenige dagen geleden, voor de
tweede maal op de regimentsorder ver
meld stond voor zijn dapper gedrag. Moge
ons het leven van deze kranige kerels
voor lateren strijd gespaard blijven. Wan
neer mannen als eerw. Jan Bernaert,
luitenant Van Hoorick, sergeant Aug.
van Cauwelaert, seminarist van Waegen-
bergh en zooveel andere flaminganten,
met hunne eereteekens op het slagveld
gewonnen, vooraan zullen treden, dan wil
len wij eens zien, of de Franschgezinden
nog zullen durven smalen op de Vlaam-
sche Beweging, als .een vaderlandsch
gevaar
WASHINGTON. (V.D.) Uit gezagheb-
bende bron wordt verklaard aat m de
nieuwe nota aan Duitschland niet zal
worden afgeweken van de houding die
de vorige nota's is aangenomen. Gewei
gerd wordt, hoewel de toon van de nota
vriendschappelijk gesteld is, om de Duit-
sche opvatting te aanvaarden. De Staats
secretaris Lansing bevestigt dat het geval
met de Orduna geen deel zal uitmaken
van de nota.
Reuter meldt uit Verona, dat met de
toenemende warmte de cholera in Oos-
tenrijk-Hongarije zich verspreidt. Volgens
de laatste mededeelingen van gevangenen,
komen er eiken dag eenige duizenden
gevallen bij. Er zijn op het platteland
bijzondere kampen voor de behandeling
van de patiënten opgericht, daar de be
volking in de groote steden in Oosten
rijk, en vooral in Hongarije, wegens het
gevaar voor besmetting, ze niet binnen
de steden wil hebben. (N. R. Ct.)
Mag men den Atheenschen correspon
dent van de „Daily Chronicle" gelooven,
dan hebben de Turken in Gallipoli nog
maar voor ruim veertien dagen munitie.
De Duitschers hebben den aanmaak van
munitie in de beide Turksche tuighui
zen tot 500 per dag opgevoerd, maar deze
hoeveelheid is bij lange niet toereikend.
De correspondent gelooft daarom ten volle
aan het zenden van een soort ultimatum
door Duitschland en Oostenrijk-Hongarije
aan Roemeenië om munitie naar Turkije
door te laten, en weet er bij te vertellen
dat de centrale mogendheden troepen aan
de Roemeensche grens hebben saamge
trokken om hun eisch kracht bij te zetten.
In de te Brussel verschijnende „Echo
de la Presse" vinden we een offtcieele
tegenspraak van het ook door ons ver
melde bericht, dat mevr Carton de Wiart,
de eclitgenoote van den Belgischen mi
nister van justitie, op vrije voeten zou
zijn gesteld. Zij ondergaat de straf, haar
opgelegd wegens het onderhouden van
briefwisseling met Havre, in een vrouwen
gevangenis bij Berlijn.
De duur van den oorlog.
Gedurende een Wjesleyaanslche confe
rentie, Zaterdag te Birmingham gehouden,
verklaatrde de Engielsiche minister van
onderwijs, Arthur Henderson, dat volgens
zijin vaste overtuiging de oorlog nog min
stens een jaar zou duren. (Msbd.)
Van bet Argonnenwoud kwamen te
Aken ruim 2000 Fransche krijgsgevange
nen aan. Ook komen hier dagelijks langd
treinen voorbij waarin zwaargewonds
Duiitsche militairen, allen van het Weste
lijk front.
Ruim 5000 lijken van Duitsche mi
litairen van het Westelijk front werden
te Hasselt aangebracht, teneinde hier te
worden begraven.
[Thans zijn de Duitschers bezig een
groot gedeelte van de Zuid-Limburgsohe
grens met prikkeldraad waar electrischen
stroom doorloopt, af te rasteren.
Uit Venetië wordt gemeld, dat d'An-
nunzio benoemd is tot officieel kroniek
schrijver van den oorlog.
De forten van Przemysl.
De Oostenrijkers zijn thans druk bezig
met ,het weder opbouwen en versterken van
de forten y,an Przemysl volgens een
Duitsch plan.
Een tragisch „toeval".
Een ritmeester vertelt in de „Frank1-
furter Zeitung" het volgende eigenaardige
gevalHet had gedurende den nacht flink
geonweerd en daar ik vrij van dienst was,
maakte ik ©en kleine wandeling, waarbij
ik voorbij ©en soldatenkerkho-f kwam, dat
ongeveer 300 pas van mijn kwartier ligt.
Onze bnave dorpsgeestelijke zag ik naast
een haar staan, waarop een zeer jonge
huzaar lag. Daarnaast stonden vier oude
mannen van den landstorm, die ijverig
een .graf groeven, wat in den natten grond
geen gemakkelijk wierk was. Een kort geL
bied en de kluften vielen neer op het
lijk. Reeds wilden de mannen van den
landstorm weggaan, toen de geestelijke
hun verzocht, nog een graf te graven,
daar hij niet altijd mannen daarvoor had.
Alleen een van de vier bleef ©n ging
aan het werk. Ik sprak nog even met
hem en hoorde, dat hij uit Baden kwam
en een kleine hoer was met ©en groot|e
familie. De oudste jongen moest nu ook
opkomen. Tenslotte was hij klaar en rol
trots zag hij op zijn werk, waarvoor de
geestelijke hem hartelijk' dankte. Wie weet,
zei hij bij het weggaan voor welk Vroh-
lijke jongmensoh, ik oude kerel dit graf
gegraven heb. Tegen den middag kwam
ik Weer het kerkhof voorbij, toen ik zlooi
gaan eten. Weer stonden daar eenige man
nen van den landstorm met den geeste^
lijkie stil te hidden. Toen ik dichterbij
kwiam, zag ik ,op die baar mijn landstorm-
man. Op den terugweg was hij door een
granaatsplinter getroffen. Hij had voor
zichzelf het graf' gegraven.
hkxicu.
De gruwelen in Mexico.
De „Köln. Volksz." publiceert den brief
van een Duitscher in Mexico. Hij beves
tigt de gruwelen, welke onze correspon
dent te Chicago onlangs meededeelde
Nieuw is het volgende
De rooverhoofdman Zapata is omlei
den jubel der bevolking en het gelui der
klokken Mexico voor de tweede maal als
„Redder" binnengetrokken. De stad leeft
weer eenigszins op, vooral na de gruwelen
der laatste dagen, waarbij vele inwoners
na 9 uur op straat gewoon neergescho
ten werden. Gisteren werden de kerken
geplunderd: Ik zag o.a. een jongen met
waardevolle kandelaars, uit een kerk af
komstig een andere met een halve kerk-
trapvelen met afgehouwen armen en
beenen van houten heiligenbeelden, ja
zelfs met planken, die uit dtn vloer der
Godhuizen waren opgebroken, en nu als
brandhout werden weggesleept.
(„De Tijd.")
PORTlIGAIi.
Een doode aan de betere hand.
Berichten uit Lissabon melden, dat
Don Alfonso Costa, de oud-minister, wiens
overlijden dezer dagen gemeld was, zich
aan de betere hand bevindt.
«RIEKK1IILAA».
De Griekse he Regeering.
Koning Constantijn aanvaardde de ont
slagaanvrage van den Griekschen minis
ter van buitenlandsche zaken Zographos,
die, naar deze reeds vroeger mededeelde,
na de verkiezingen zou aftreden. De
minister president Goenaris treedt ad
interim als minister van buitenlandsche
zaken op.
Voorts wordt gemeld dat de Grieksche
koning tot algeheel herstel naar het
kasteel van Dekalia is vervoerd.
(Maasbode.)
Tweede Kamer.
Zitting van Dinsdag.
Dhr. Van Nispen presideert, we
gens ongesteldheid van dhr. Borgesius.
Besloten wordt, de Landstormwet aan
de agenda toe te voegen en na de pauze
te beslissen over het voorstel van dhr.
Schaper, om daaraan ook toe te voegen
de motie-Spiekman inzake de beroeps
commissie.
Bij de behandeling van het wetsont
werp langer in dienst houden van de
Landweer wenscht dhr. Ter Laan
aan de Landweerplichtigen, die eigenlijk
naar den Landstorm moesten overgaan,
de voorrechten van den Landstorm toe
te kennen. Hij kondigt een motie aan
tegen de vervolging van gemobiliseerden
wegens belastingschuld, indien de Regee
ring geen besliste uitspraak doet.
Hij wordt door den Voorzitter
tot de orde geroepen, omdat hij zegt,
naar aanleiding van het niet met verlof
zenden van deserteurs van 1907, die
zich na de aanneming der amnestiewet
aanmeldden, terwijl de overige man
schappen dier lichting w 1 met verlof
gingen, dat de Regeering misbruik
maakte van het door deze mannen in
haar gestelde vertrouwen.
Dhr. De Jong deelt Ter Laan's
wensch, omtrent verplaatsing van land
weerbataljons van de grenzen naar de
omgeving der woonplaatsen van de
landweerplichtigen. Spr ziet in het feit,
dat das m i 1 i t a r zich thans meer
laat gelden dan in den aanvang dei-
mobilisatie, een der redenen van de
heerschende ontevredenheid.
Tegenover 's Ministers klacht, dat de
Kamer zich tot tolk maakt van allerlei
grieven en griefjes, zegt spr. dat ver
scheiden regelingen minder goed zouden
zijn geweest zonder tusschenpoozen.
Dhr. Marchand acht ongepast het
verwijt van den Min. van Oorlog, dat
de Kamer mede de oorzaak was van de
ontevredenheid in het leger door het
uiten van allerlei grieven en griefjes.
Het legerbestuur zelf is oorzaak van
dien geest, zegt spr., die in dit verband
uitvoerig de relletjes te Apeldoorn be
spreekt.
De Min. van Oorlog vraagt het
woord om te verklaren dat de door dhr.
Marchand aangevangen bespreking over
de concentratie van ons leger niet in 's
lands belang is te achten.
Dhr. Marchand weigert aanvanke
lijk zich hierbij naar aanleiding van dooi
den Voorzitter gedaan verzoek, neer te
leggen, maar doet dit, nog verklarende
dat de leiding van het veldleger blijk
baar in handen is van menschen, die
tegen hun taak niet zijn opgewassen.
Na nog eenige opmerkingen van dhh.
Schaper en Hugenholtz, dient dhr. Lob
man een door 11 leden onderteekend
voorstel in, om, gehoord de kritiek op
het beleid van den Minister, in comité
generaal te gaan.
Overeenkomstig het reglement van
orde gelast de V o o r z. nu de deuren
te sluiten.
Na de heropening wordt de openbare
beraadslaging voortgezet en de motie Ter
Laan, strekkende om ook die landweer
plichtigen der lichting 1907 (militielich
ting 1899)welke onder de hoede der
Amnestiewet onder de wapenen zijnge-
komeD, (ex-deserteurs), onverwijld naar
huis te zenden met 32 tegen 22 stemmen
verworpen.
Engeland blijft de Nederlandscbe onzijdigheid
eerbiedigen.
De berichtgever van de „N. R Ct." te
Londen heeft een onderhoud gehad met
minister Churchill, die zich over de eer
biediging der Nederlandscbe onzijdigheid
door Engeland als volgt uitliet
De heer Churchill vei heelde mij zijn
opvatting niet, dat, aardrijkskundig en
strategisch beschouwd, de territoriale
regeling aan den Scheldemond hem on
natuurlijk voorkwam. En zij had de zaak
der bondgenooten zonder twijfel geschaad.
Indien Antwerpen transporten langs de
Schelde had kunnen toegevoerd krijgen
had het niet behoeven te vallenhet
Belgische leger zou op de Nethe-Iinie
hebben kunnen standhouden, in plaats
van op de Yser-linie. Ik zei, dat niet
iedereen in Nederland er zoo over dacht
en de minister sprak mij niet tegen, toen
ik te verstaan gaf, dat de nadeelen van
onze heerschappij over de Schelde niet
uitsluitend de ééne partij troffen, aan
gezien zij op het oogenblik Antwerpen
gesloten hield voor de Duitschers. Maar
wat hiervan zij, „versta fnij niet verkeerd",
sprak hij „ik bedoel geen verwijt". In
dien Nederland deze schending van haar
onzijdigheid had toegestaan, zou het zijn
aangevallen en misschien voor een groot
deel zijn bezet door de Duitsche legers.
Dit zou een offer zijn geweest, dat nie
mand het recht had van Nederland te
vragen of te verwachten. Niemand heeft
het recht om Nederland van zijn onzij
digheid een verwijt te maken. Als onaf
hankelijke staat zag het zijn belang daar
en het had het volste recht om in over
eenstemming ermee te handelen En
hebben wij geen bewijs gegeven, dat wij
dat recht meenen te erkennen Op het
kritiekste oogenblik hebben wij het stipt
ontzien. Wij hebben zelfs niet gevraagd,
zelfs niet gezinspeeld op doortocht. Dat
wij in het vervolg van den oorlog ons
tot eenigen aanslag op Neerland's onzij
digheid zouden laten verleiden, is onmo
gelijk, ondenkbaar. Wij gaan het beginsel,
waarom wij strijden, niet zelf vernielen,
nadat we er zoo ontzettend veel voor
hebben opgeofferd. Gij kunt er volkomen
verzekerd van zijn, dat wij er onder geen
omstandigheden aan zullen denken, om
op Nederland eenigen druk te oefenen,
ten einde het zijn onzijdigheid te doen
verlaten.
„Ik geloof wel, dat de Hollanders goed
doen, zich gereed te houden Maar het
gevaar dreigt nimmer van onzen kant.
Ik behoef aan een Hollander wel niet
uit te leggen, dat België in handen van
de Duitschers het einde van Nederland's
onafhankelijkheid zou beteekenen: een
vrij Nederland is onbestaanbaar met een
Diiitsch-Antwerpen. Maar dit zijn zaken,,
waarin uw eigen staatslieden en uw eigen
volk moeten beslissen. Er zijn intusschen
mogelijkheden van gewezenlijk gevaar.
Duitschland kan er toe gedreven worden
om Holland aan te vallen. Duitschland
raakt in de positie van het wilde beest
in zijn kooi, dat de vlammen nader en
nader ziet komen en links en rechts zijn
wanhopige uitvallen doet. Gelukkig, dat
gij een goed en dapper leger hebt, en
dan uw bewonderenswaardige waterlinie.
„In elk geval zult gij begrijpen, dat
wij, die ons hebben opgeworpen als de
kampioen van een verdrukte kleine natie,
zonder ons zelf onmogelijk te maken geen
andere kleine natie in haar onbetwistbare
rechten kunnen gaan kreuken. En gij
begrijpt ook, dat na dezen oorlog, wanneer
wij hem tot een overwinning hebben
gebracht en dat zullen wij zeker! -
de positie der kleine staten sterker zal
zijn dan ooit te voren. De misdadiger,
die zich aan h t kleine België vergrepen
heeft, zal daar staan, na zijn tuchtiging,
als een afschrikwekkend voorbeeld. En
wat gij nu zegt, dat sommigen in Holland
bedacht zijn, dat op het vredescongres,
wanneer de bondgenooten daar de lakens
hebben uit te deelen, zou ter sprake
komen, dat men Nederland zou voorstellen
om Zeeuwsch-Vlaanderen af te staan
tegen een stukje Duitsch gro dgebied,
Oost Friesland of iets dergelijks, wij
zijn nog zoo ver van den vrede afdeze
zaken zijn nog] nauwelijk, zoo al, bespro
ken. Maar nog eens, het zou tegen het
diepste wezen van onze zaak indruischen
om een land als Nederland slecht te be
handelen of te dwingen met bedreigingen
of met geweld, nu of later, en onder
wat voorwendsel of omstandigheden ook".
Mr. L. Regout.
Het vertrek van mr. L. Regout naar
Rome als gezant bij het Vaticaaii zal,
naar wij vernemen, plaats hebben in de
eerste helft der maand Augustus.
Een dochter zal Z.Exc. naar Rome ver
gezellen, terwijl eenigen tijd later ook
Mevrouw Regout naar Rome zal gaan
(„Centrum"
Weer vrijgelaten.
De naar Schotland opgebrachte stoom
trawlers uit IJmuiden zijn na eenige
dagen oponthoud weer vrijgelaten. Na
een reis bij IJsland gemaakt te hebben
zijn reeds vier der schepen weer in
ijmuiden teruggekeerd. (Maasbode.)
De Rijksmiddelen.
Wat zich tot dusver niet voordeed
tijdens den oorlog heeft Juni opgeleverd
de rijksmiddelen brachten meer op dan
in de overeenkomende maand van het
vorig jaar. Dat meerdere bedraagt
f 699.393,273, waarvan echter de stijging
der altijd wisselvallige successierechten
met f587.254.65 het leen wei aandeel uit
maakt.
De geheele opbrengst der maand was
f 17.797.900, tegen f17 098.516 in 1914.
Mr. P. J. Troelstra.
In) den toestand van mr. Troelstra is,
naar „Het Volk" meldt, in zooverre
eenige verbetering gekomen, dat de hoofd
pijnen verminderen, hoewel het denken
hem nog zeer vermoeit en hij liefst niet
spreekt. Hij ligt nog den gauschen dag
te bed, omdat do beenen hem nog dea
dienst weigeren, als hij volgens dokters
advies probeert te loopen. De rustige
omgeving doet hom blijkbaar goed en
er hebben zich geen verontrustende ver
schijnselen meer voorgedaan, terwijl zijn
gedachten helder zijn, maar zijn zenuw
gestel heeft zeer geleden, zoodat er zeker
lange tijd zal verloopen, voordat hij weer
hersteld is.
Logger overvaren.
Men seint ons uit Maassluis
De te Maassluis thuis behoorende log
ger „Sch. 217 Loeloe" is door een En-
gelsch oorlogschip op 70 mijl afstand van
het eiland Fair overvaren en gezonken.
De bemapning werd gered en),te Wight
aan land gebracht.
Goes. De openbare les [van.de
Zangschool alhier, 1 ,behoorende bij de
Maatschappij tot bevordering der Toon
kunst afdeeiing Goes, had.Dinsdagavond
in de tooneelzaal van V. O. V. onder
buitengewone belangstelling van jong en
oud plaats. Voor de pauze zongen de
jongens [en meisjes één- en tweestemmige,
liederen' uit „Jong Holland", „Minia
tuurtjes", Lenteleven" en dergelijke kin
derliederenbundels, gecomponeerd door
Cath. v. Rennes. Ook stonden een vijf
tal kinderliedjes van Nelly van der Lin
den van Snelrewaard - Boudewijns op
het program.
Na de pauze werd het ilieve'.'zangspel
„Als de kind'ren slapen" van M. A.
Brants-Buijs Jr. opgevoerd, waarin de
poppen als levende personen worden
voorgesteld, profiteerend van den nacht
om met elkaar plezier te maken. De
blikken soldaatjes en het duiveltje in liet
doosje doen ook mee.
De kleine speelsters en spelers ver
tolkten zoowel met zang als door gebaren
en actie dit zangspel op allerliefste wijze
en hielpen daardoor mede om ook deze
openbare zangles uitnemend te doen
slagen.
De zangles werd geleid door den zang-
leeraar de heer O. Lies
Uit het 7de verslag van den inten-
dancedienst van het Provinciaal vluch
telingencomité in Zeeland, blijkt dat in
de maanden April, Mei en Juni voorde
Belgische vluchtelingen hier ter stede
door bovengenoemde intendance zijn ver
strekt 75 K. G. kaas. 4 mauscostuums,
8 mansbovenbroeken, 2 manshemden, 1
mansvest, 1 mansborstrok, 7 paar vrou
wenkousen, 6 vrouwenbroeken, 6 vrou
wenborstrokken, 3 vrouwenonderrokken,
1 vrouwenschort, 4 vrouwenblousen, 1
vrouwenbovenrok, 1 jongensjas, 1 jon-
gensschort, 7 kinderhemden, 1 kinder-
schort, 41/2 el stof voor een vrouwen-
bovenrok, 71/2 el stof voor een vrouwen
blouse en bovenrok, 1 wollen deken, 6
paar mansschoenen, 14 paar vrouwen
schoenen, 1 paar vrouwenpantoffels, 2
paar jongensschoenun, 1 paar meisjes
schoenen, 3 paar kinderschoenen, 23 H.L.
geklopte cokes, 7 H.L. Ruhrkolen.
Vlissingen. De uitslag van de herstem
ming voor vijf leden van den (gemeenteraad
was gisteren als volgt:
Eerste district. Aantal' kiezers 1098. Uit
gebracht 779 (740), van onwaarde 8 (22).
De heer W. Anker (lib. aftr.) verkreeg 332
(172), 1'. F. Auer (lib. die zich had terug
getrokken 65 (230), G. J. van den Broek
(V. D.) 370 (183) en P. (1. Laernoes Sr.
(A.-R.) 374 (314).
Gekozen zijn dus de heeren Van den
Broek en Laernoes.
In liet tweede district zijn 1150 kiezers.
Uitgebracht werden 850 stemmen (753),
waarvan 7 van onwaarde (17). De heet
I. 11. Dommisse (Chr. hist) verkreeg 420
(323), II. Duijm (S. D. A. P.) 221 (160),
A. C. van Hal (S. I). A. P.) 303 (193) en
J.'M. Stuart (lib. aftr.) 266 (150). Geko
zen zijn dus de heeren Dommisse en
Van Ha 1'.
In district drie zijn 1088 kiezers. IJil-
gehracht werden 707 stemmen (680), van
onwaarde 17 (26). De heer P. F. Auer
(aftr. lib.) verkreeg 366 (298) ©11 de lieer
P. A. Praag (S. D. A. P.) 324 (239). Ge
kozen alzoo de heer A u 0 r.
De tusschen haakjes geplaatste cijfers
zijn die van de stemming op 9 Juli. De
uitslag is dus, dat de liberalen teruggaan
van 8 op 4 zetels, dat rechts twee zetels
wint en van 7 op 9 kond, dat de vrijzin
nig-democraten van één op twee zetels
komen en dat de S. D. A. P., behalve
drie zetels in $rie, nu °°k één zetel in
district één heeft. Alleen ka.11 nog veran
dering komen doordat de heer Van Hal
in twee en drie is gekozen en hij, ver
moedelijk wel voor twee zal aannemen,
en er, dus in drie dan nogmaals een stem
ming zal moeten plaats bobben.
Nog schrijft pien 011s van bevriende)
zijde over deze verkiezing:
Nu de verrassende uilslag van de
gehouden Gemeenteraadsverkiezing be
kend is, is ©en nader berichtje daarover
in de krant zeker op zijn plaats.
Bij de j.l. gehouden periodieke verkie
zingen deed zich het geval oor, dat er
5 liberalen en 1 socialist moesten aftre
den, waarvan 2 liberalen niet meer in
aanmerking 'wilden komen.
Van Christelijke z'ijde had men nu stel
lig verwacht, dat er overleg zou ge
pleegd zijn geworden.
Doch de Bestuursleden van de liberale
Kiesvereeniging achtten zulks zeker over
bodig, want hij geen dér drie rechtsohe
kiesver. kwam ©enig verzoek in.
Na een paar besprekingen der Bestuurs
leden dei' drie reehtsche Kiesverrenigin
gen werd onder goedkeuring der telen der
verschillende vereenigingen een „plan de
campagne" opgemaakt en ten slotte be
sloten alleen, één candirlaat te stellen voor
elk der heide vacatures, mat hel, sue:es,
dat de heide oandislaten gisteren 'met het
hoogst© stemjiK-ncijfer a's gemeenteraads
lid zijn gekozen.
Voorwaar een mooi sur.cees voor do
prettige samenwerking der drie reeht
sche partijen.
Doch de liberale partij: leed nog meer
verhezen, want ondanks al het politiek
gescharrel' en zelfs ondanks het terug
trekken van een harer enndidaton, om
toch maar vooral geen rei htsrhen candi
daal. gekozen te krijgen, verloor zij nog
een zetel aan de vrijzinnig-democraten e.i
aan de socialisten en kon zij met veel
moeite den zetel' van den aftredenden
•wethouder van onderwijs, de heer Auer
behouden.
Deze uitslag maakt dat binnenkort in
het 2e of 3e district oen nieuw© verkie
zing noodzakelijk is, die naar geruchte
spoedig nog gevolgd zal worden door een
nieuwe verkiezing in District I, daar de
heer v. d. Broek© - pas gekozen -
binnenkort de stad zal gaan verlaten.
De gemeenteraad bestaat thans uit:
4 Liberalten, 2 Vrijz.-Dcmoc.aten, 4 Socia
listen, 4 Anti-Revolutionairen, 2 Chr.-
Historischen, 2 Katholieken en 1 z.g.
wilde.
Het rijk van de Unitas-kliek, zooals
ze in de volksmond van Vlissingon dik
wijls genoemd wordt, is door deze ver
kiezing voorgoed geëindigd.
Door B,. en W. is met ingang
van 1 Augustus 'benoemd tot tweede amb
tenaar ter gemeente-secretarie, mejuffrouw;
A. ,G. Domenie. (Z.)
De „Prinses Juliana".
De mailboot „Prinses Juliana" is hier)
teruggekeerd met alle loden der beman
ning, die in Engeland ondervraagd zijn 'in
verhand met het vermoedelijk medereizian
van ©en Duitsch officier.