Zaterdag 22 Mei 1915.
Elfde Jaargang.
No. 60
IA.
iten,
IT.
Verschijnt eiken MAANDAG-,JVOENSDAG- en VRI1DAGAV0ND.
Difer Maat uit 6 men.
EERSTE BLAD.
PINKSTEREN.
UIT zeeland.
Kerkbanken,
ten enz enz.
bord-Brabant
3BEST
Idbekieeding,
kleuren. Le-
loncurreeren-
|rengste keur.
"(lichtingen.
vq leerlingen:
7 Juni,
hg 29 Mei van
pet opgave wor
datum van ge-
.t;
van ouders of
Delating verlangd
onderwijs ont-
Irlingen worden
lormiddags 9 uur
Iht.
j)e Directeur
Ïan BRUGGEN.
sje rij-
t ge uw
ieuw
IN Gz„
kt, Goes.
holle stem. „0,
deren dag de ge-
wat zal ik mij
dat mevrouw do
erliet, kwam da
op haar gewacht
toe en strekte de
prevelde zij' m6'
d af en steeg i*1
iet voor geslagen;
een vorschenden
izin, hetwelk door
lantaarn ten veile
luiidelijk te onder-
mbeschaamde Vol-
wenkbrauwen CU
lijntje zakken.
ïgs achter het rtJ'
ch aan het andera
uW-de mevrouw ds
k geef nooit a»"
de zwarte.
Wordt vervolgd-).
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes ƒ0.75, daarbuiten 0.95.
Afzonderlijke nummers 5 cent, dubbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Kantoor v. d. Administratie: Ganzepoorfsfraaf C 209, GOES.
Tel. interc.Directie no. 33. Redactie no. 97.
Reclameberiehten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Advertentiën van 15 regels 0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 _X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. a contant.
De abonné's op dit blad, in het bezit der door de 9 BjM rfpbi gulden bij verlies van beide
directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de JË HSL. 1 k handen, voeten of oogen.
daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoor waarden, B B a S Voorts bij ongeneeselijke
GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor: £g Ifcsf verstandsverbijstering;
De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam.
gulden bij
verlies van een
hand, voet
of oog;
gulden bij
verlies
van een
duim
gulden bij
verlies van
een
wijsvinger;
gulden bij
verlies van
eiken anderen
vinger.
Wegens het Hoogfeest van Pink
steren zal de „Nieuwe Zeeuwsehe
Courant" Maandagavond a. s. niet
verschijnen.
Plaatsgebrek noodzaakt ons een
gedeelte der rubriek rechtszaken
en enkele andere berichten tot een
voigend nummer te verschuiven.
Red.
Van oudsher is Pinksteren in de Ka
tholieke Kerk beschouwd als een Hoog
feest, d.w.z. als een gedenkdag van geheel
bijzondere beleekenis.
üp het Pinksterfeest herdenken wij een
der voornaamste gebeurtenissen in de ge
schiedenis der Kerk en wel die, waardoor,
het Pinksterfeest als het Levensfeest
der Kerk boven alle andere feesten uit
straalt.
Vol eenvoud, maar tevens vol van die
eigenaardige zalving welke de taal der
H. Schrift kenmerkt het zeker toeken
haren Goddelijke inspiratie beschrijft
da H. Lucas het grootsoh gebeuren op
den Eersten Cbristelijken Pinksterdag,
den viji'tigsten sedert 's Heoren Verrij-
zernis, den tienden sedert diens Hemel
vaart, aldus
- f t I
„En eensklaps ontstond er uit den
hemel een gectruisch als van een op
komenden hevigen wind en vervulde
het geheele huis, waar zij gezeten wa
ren. En er verschenen hun verdeelde
tongen als van vuur, welke hoven een
ieder van hen verbleven. Zij nu wer.-
den allen vervuld met den H. Geest
en begonnen te spreken in verschillende
talen, naar dat de H. Geest hun gaf
uit te spreken".
Door de nederdaling van den Heiligen
Geest over de Apostelen, in voorafgaande
Schriftuurplaats beschreven, ontving de
jeugdige Kerk haar volte rechtsmacht,
haar bevestiging en werd zij toegefusj
met al de bovennatuurlijke gaven van
wijsheid, kennis, kracht, raad, verstand,
vroomheid en vreeze Gods, die haar- in
staat stelden, de wereld in te treden
en haar goddelijk werk tot verlichting,
heiliging en zaligmaking der menschen
te 'beginnen. Thans werd vervuld wat
de Zaligmaker op den vooravond van
zijn lijden tot de Apostelen, de grondzui
len der Kerk, had gezegd: „Als de Para
kleet, dien Ik U van den Vader zienden
zal, den Geest der waarheid, die van
den Vader voortkomt, zal gekomen zijn,
zal Hij getuigenis van Mij geven. E n
gij zult getuigenis geven, om
dat gij van den beginne met Mij zijt'2)
Inderdaad, sinds den eersten Pinkster
dag hebben de apostelen niet opgehouden
getuigenis te geven van Christus en
Diens evangelie en. onophoudelijk wezen
zij erop, hoe de inwerking v,an dien Pink
ster-geest aan hun woord goddelijke kracht
en sanctie verleende. Tot den Hoogon
Raad der Joden hooren wij Petrus zog
gen: „En wij zijn hiervan getuigen èn
de H. Geest" 3) en in de eerste kerkver
gadering te Jeruzalem verklaren de apos
telen: „het heeft goedgeschenen aan den
Heiligen Geest en aan ons". Jj
Die inwerking van den Heiligen Geest
stempelt de geloofsverkondiging, de pre
diking des Evangelies der Apostelen tot
een godmenschelijke daad, de voortzetting
der Openbaring, gelijk Christus, de God-
mensch haar aan. de wereld gaf.
In die getuigenis van den H. Geest,
verhonden aan het woord van de door
Christus gezonden leeraars ligt het
eigenaardige karakter van het leergezag
der Katholieke Kerk en het wezen van
het Katholiek geloof, dat de bovennatuur
lijke waarheden aanneemt niet o p
eigen gezag, noch op een getuigenis
van den TI. Geest, w-elke een ieder eigen
dunkelijk in zichzelven beweert te ver
nemen, maar op het gezag dergenen,
die volgens Christus' instelling niet
bloot ais menschen spreken en
leeraren, doch door en in wie de
Heilige Geest spreekt.
Door zich aan het leergezag dar Kerk
te onderwerpen, buigt men niet voor een
mensch, maar voor God en is dus de
geloofsacts een daad van de hoogste
redelijkheid, in aanmerking nemende de
afhankelijkheid van het schepsel tot den
Schepper, in aanmerking ook nemende
de nietigheid -en bekrompenheid van ons
verstand iu betrekking tol Gods oneindige
en alles omvattende wijsheid.
Het is goed, op een iaest als het hui
dige, deze geloofswaarheden opnieuw in
ons te verlevendigen, waar zoo-veten om
ons heen met het geloof in Christus'
godheid ook het geloof in den Heiligen
Geest hebben verzaakt en zoo zij al spre
ken over den Geest Gods, daarmede hetzij
een persoonlijke kracht, hetzij een den
mensch aangeboren godsdienstig bewust
zijn bedoelen, maar altijd iets anders dan
wij Katholieken in onze geloofsbelijdenis,
den Credo der H. Mis, bidden: ik geloof
„in den Heiligen Geest, den
Heer en Levendmaker, die uit
den Vader en den Zoon voort
komt, die met den Vader en
den Zoon tegelijk aanbeden en
mede verheerlijkt wordt, die
door de profeten gesproken
heeft".
Het onveranderbaar gelooi in de God
heid des Heiligen Geestes, den derden
Persoon der Allerheiligste Drieëenheid,
belijdt de Katholieke Kerk alle eeuwen
door, Zij verdedigt het tegen alle aan
vallen, Zij beschouwt hel als het gelooi
in een der grondwaarheden des Christen-
doms. Ja, Zóó dierbaar is haar deze be
lijdenis, dat zoovaak hare kinderen de
heerlijke psalmen van den Koninklijken
Profeet aanhefien, zoovaak zij hunnen
gebeden opwaarts zenden tot Gods Trom,
z,ij steeds op haar verlangen de slotbede
er aan moeten toevoegen: „Eere zij den
Vader, den Zoon en den Heiligen Geest".
Onnooüig te zeggen, met hoeveel droef
heid de Kerk het gedrag van zoovele ba
rer kinderen gadeslaat, die ofschoon door
het H. Doopsel en Vormsel op biyziondeie
wijze door den H. Geest vervuid en ver
sterkt, in hun leven naar buiten zóó
weinig van dien Goddelijken Geest getui
gen, dat zij doen denken aan die Lorin-
thiërs, die, toen Paulus hun vroeg oï
zij den Heiligen Geest hadden ontvangen,
ten antwoord gaven: „maar wij hebben
met eens gehooid dat er .een Heilige
Geest is".
Moge ons gedrag getuigen, dat wij niet
tot de moderne lie.denen behooien en
stijge in deze Pinksterdagen, dagen,
heiaas, gekenmerkt door den onzaligen
geest van haat en Moedigen krijg, on
verpoosd onze bede opwaarts om over
vloedige uitstorting over de wereld van
den Heiligen Geest, die het aanschijn der
aarde hernieuwt.
Hand. JI 24.
Joan XV. 2t>—27.
a) Hand. V. 32.
4) Hand. XV. 28.
4) Deze belijdenis, gegrond op Chiistu&' ge
tuigenis ui de H. fcJebrift, werd tegenover de
dwaalleer van Maoeüonius vastgesteld op de 2e
algemeene kerkvergadering in 381.
Hand. XIX. 2.
Het tijdelijk gezantschap
hij den Paus.
„De Zeeuw" schrijft over dit onder
werp o.m.-
„Toch blijven er, ook al draagt de be
noeming slechts een tijdelijk "karakter,
nog enkele vragen. In de eerste plaats
of een gezantschap van den Nederland-
schen Staat, bij den Paus, die op het
oogenblik .slechts het Hoofd eener Kerk
is, toelaatbaar is. Zoo ja, .of, wanneer
het hoofd der R. K. Kerk, aldus in de
Vredeszaak wordt gekend, met name het
geestelijk hoofd der driehonderd miljoen
Kongfutsianen in China, het hoofd der
Luthersche kerk, bijv. in Scandinavië, of
van welke kerk ook, eigenlijk wel mogen
worden voorbijgegaan?"
Geen beter antwoord kunnen wij hier
op geven, dan wat het antirevolutionaire
Eerste Kamerlid Mr. L. W. C. van den
Berg schrijft in de (antirev.) „Rotter
dammer".
„In den laatsten tijd vind ik in ver
schillende organen van onze geestverwan
ten staatsrechtelijke bezwaren geopperd
tegen een eventueel herstel van een
Nederlandsch gezantschap bij het Vati
caan. Die bezwaren bestaan in hoofd
zaak daarin, dat de Paus geen souverein
meer zoude zijn, sedert de voormalige
Kerkelijke Staat een deel van het ko
ninkrijk Italië is geworden, en dat eene
diplomatieke vertegenwoordiging hij een
zuiver kerkelijk hoofd geen zin kan
hebben.
Daar ik in de Vergadering van de
Eerste Kamer der SJaten-Generaal van
10 Februari j.l. het herstel van bedoeld
gezantschap op gronden van b'uitenland-
sche politiek hebt verdedigd, wil ik
trachten de daartegen thans aangevoer
de juridische bezwaren te wederleggen.
Bij1 de wet van het koninklijk Italië
van 13 Mei 1871, gewoonlijk „de wel
op de waarborgen" genoemd, werd o.a.
bepaald
lo. dat de persoon van den Paus heilig
en onschendbaar is, dat hij persoonlijk
onttrokken is aan elke Italia.msohe juris
dictie, en dat hij noch gevangen kan
worden genomen, noch gedagvaard
(art. 1); i
2o. dat elke aanslag tegen zijn persoon
en elke uitlokking daarvan strafbaar
zijn, alsof deze feiten waren gepleegd
tegen den persoon des konings (art. 2);
3o. dat de Italiaansche autoriteiten in
alle deelen van het koninkrijk aan den
Paus de eerbewijzingen zullen geven
aan „souvercinen" verschuldigd, en dat
hij bevoegd is voor de bescherming van
zijn persoon en de bewaking van zijn
paleis het gebruikelijk aantal kiiji s'ieden
in dienst te houden (art. 3);
4o. dat de residentie van den Paus
exterritoriaal grondgebied is, zoodat geen
Italiaansch ambtenaar dit gebied mag be
treden zei is ter rechtmatige uitoefening
zijner functies, zonder uitdrukkelijke ver
gunning door of vanwege den Paus ge
geven (art. 7)
5o. dat de Paus het recht heeft van
actieve en passieve diplomatieke verte
genwoordiging bij en van vreemde staten
(art. 11);
Mijns inziens volgt uit deze bepalin
gen, welke, voor zooverre mij bekend,
door geen enkele mogendheid zijn be
streden, dat de Paus, behalve hoofd der
Roomsch-Katholieke Kerk, ook een sou
verein is, zij het dan een souverein zon
der ander wereldlijk gebied dan het Vati-
caan en omgeving. Eene vergelijking van
den Paus met andere bestaande of eventu
eel mogelijke hoofden van Christelijke
kerkgenootschappen in het buitenland,
welke ik dezer dagen las, gaat dus niet
op. Laatstgenoemden zijn immers onder
danen van hunne Regeeringen; doch de
Paus is niemands onderdaan, zelfs niet
van den koning van Italië blijkens diens
eigen wet op de waarborgen. Vandaar dat
de vertegenwoordiging van Nederland bij
het Vaticaan, bijaldien daartoe wordt be
sloten, wel degelijk moet ressorteeren on
der het Departement van Buitenlandsche
Zaken, en niet, gelijk wel eens werd be
toogd, onder het Departement, waartoe
do kerkgenootschappen behooren.
Men vergete ook niet, dat, wanneer
onze Regeering in de tegenwoordige
rechtspositie van don Paus een bezwaar
mocht zien tegen een gezantschap, zij op
denzelfden grond zal moeten weigeren den
internuntius als lid van het bij haar ge
accrediteerde corps diplomalicpie te ont
vangen. Ook hare practijk van officieele
vergunning te geven aan Nederlanders,
om Pauselijke ridderordern aan te nemen,
is alsdan niet anders dan een sedert
jaren bestaand misbruik, dat onverwijld
moet ophouden.
Wat méér zegt: aan beide verkeerde
handelingen zouden ook de leden van
de Volksvertegenwoordiging indirect
schuld hebben, in zoo verre, naar mijn
weten, daartegen nimmer door hen op
positie is gevoerd. Ik betwijfel óf de be
strijders van het eventueele gezantschap
bij, het Vaticaan op juridische 'gronden
deze consequentie van hun stelsel zul
len aanvaarden."
Tot zoover mr. Van den Berg.
Mogen toch zij, die uit Protestantsehe
kringen met allerlei - vaak overdreven
bezwaren komen aandragen, tegen de
tot standkoming eener tijdelijke Neder-
landsehe missie bij het Vatikaan, wel be
grijpen, dat onze Regeering dit voorstel
niet indient om de Katholieken in het
gevlei te komen, maar om wille van
het landsbelang, dat door een sa
menwerken met den Paus voor het tot
stand komen van den vrede gediend wordt.
Anders toch zou het wel eens kunnen
gebeuren, dat Nederland bij het sluiten
van den Europeeschen vrede er erger
aan toe was dan tijdens den oorlog en
op zich zou moeten zien toegepast het
bekende woord van den 17e eeuwschen
Franschen diplomaat: nous trailons chez
vous, de vous, sans vous", „Wij onder
handelen bij U, over U en zonder U".
Losse Oorlogsberichten.
BERLIJN. Honderd duizenden Italianen
verlaten thans de stad. Voor het italiaan
sche consulaat staat een groote manschen-
menigte, die ,op hu,nne passen wachten.
De meeste magazijnen van levensmiddelen
en de restaurants, die door Italianen wor
den gehouden, zijn reeds gesloten.
ROME. Betreffende de rede door den
Rijkskanselier gehouden, merkt „Giornale
d'ltalia" op, dat het thans te laat is nog
over concessies te spreken. Ook in
heeft Oostenrijk, Venetië eerst aangeboden,
nadat d® termijn reeds verstreken was,
die daarvoor was vastgesteld.
De Duitsche Rijkskanselier had beter
gedaan de geheele waarheid te zeggen
en niet slechts de Oostemijjksch-Hongaar-
sche concessies te vermelden, doch ook
de Italiaansche eischen te noemen en
te zeggen, dat het Oostenrijksch-Hon-
gaarsche aanbod te laat was gekomen.
Goes. In de ge mee nter aads ve r-
gadering van 20 Mei j.l. waren af
wezig de heeren A. F. de Paauw wegens
militieplichten, Joh. Pilaar en Wt. Ka-
kebeeke met kennisgeving, terwijl er n
vacature is, die vau den heen Temper-
man.
Voorzit telt was de heer De Beaufort,
burgemeester.
De notulen werden goedgekeurd. In
gekomen stukken waien de volgende
1. Goedkeuring 's Raadsbesluit van 22
April 1915, tot het aangaan eener geld-
leening van f32500.
2. Goedkeuring 's Raadsbesluit van 22
April 1915, tot het onderhands verhuien
van perceel A 64 aan den heer A. R.
Breetvelt.
3. Bericht van de heeren G. V. Pen-
nings en J. Ilusaiai'd en mej. A. M. van
de Linde, dat zij: onder dankzegging hunne
benoeming aanvaarden tot onderwijzer
aan do O. L. school B.
4. Idem van den heer J. A. van Har-
tingsveldt inzake zijn benoeming tot hoofd
der M.U.L.O. school.
5. Goedkeuring vau 's Raadsbesluit tot
het verfeenen van eervol ontslag aan mej.
L. J. Baardolf en dhr. P. G. C. Kousse-
maker, respectievelijk als onderwijzeres
en onderwijzer aan de O. L. school C,
in verband met de ophefling dim school'.
6. Herhaald verzoek van Gebrs. Rejjer-
se ter verkrijging van gemeentegrond in
erfpacht van den Westwal.
7. Verzoek van het dag. bestuur der
Welk weder zullen wij hebben
Verwachting tot den avond van 22 Mei -.
Zwakke tot matige winden, aanvankelijk
uit oostelijke richtingen; gedeeltelijk be
wolkt; waarschijnlijk droog, behoudens
kans op onweer. Weinig verandering van
temperatuur.
afd. Goes van de S. D. A. P. om te
bevorderen, dat in Goes wordt beschik
baar gesteld brood, meel, varkensvleesch,
vet, ingemaakte groenten enz.
De voorzitter stelde voor alle stukken
voor kennisgeving aan te nemen, ook
no. G wijl zich geen nieuwe gezichts
punten aan B. en W. hadden voorgedaan
om op hun vroeger besluit terug te ko
men en het toelaten van het zetten eener
broeikas door den heer Reijeise schadelijk
wordt geacht voor het plantsoen, in het
bijzonder voor de boomen aan den sloot
kant. De heer Dekker, die ter plaatse
een onderzoek had ingesteld, bestreed
zulks en adviseerde aanneming van het
verzoek van den beer Reijerse, tevens
op grond van het standpunt, dat de raad
dient in te nemen; n.I. de nijverheids-
ondernemingen der burgerij te bevorderen.
Wethouder Fransen v. d. Putte merkte
op, dat later de heer Reijerse last zou
Inrijgen van de boomen en dan roofing
z;ou kunnen eischen, iets waarvoor B.
én W. wei wat huiverig zijn. Het plant
soen is daar nog ongeschonden, men
moet djat zoo laten. Ten slotte legde
de heer Dekker zich bij hot advies van
B en. W. neder.
Ook het adres der S. D. A. P. meende
de voorzitter voor kennisgeving te mce-
Jten aannemen, wijl B. en W. iedieren'
dag wachtende zijn de ministerieele goed
keuring eener gemeentelijke regeling,
waarbij goedkoop regeeringsbrood zal
worden beschikbaar gesteld. Aldus be
sloten.
De punten2. Aanvragen om afschrij
ving of teruggaaf vau belasting; 3. Wij
ziging der gemeentebegrooting voor 1914;
en 4. Wijziging der gemeentebegrooting
voor 1915 werden goedgekeurd.
Tot leden der schattingscommissie wer
den benoemd de heeren J. F. van der
Leeuw, D. Dekker, J. Jongepier en G.
A. Hajenius.
Gedeputeerde Staten hebben een aan
vraag ingezonden aan de gemeente van
de .Naaml. Venn. Spoorwegmaatschappij
„Zuid-Beveland" om goedkeur.ng te hech
ten aan de wijze waarop de sioomtiiam-
lijneu in de omgeving van Goes zullen
worden aangelegd (hun richting, het snij
den van overwegen enz.)
B. en W. stellen voor die aanVraga
in te willigen, maar op advies van den
stadsbouwmeester nog nadere inlichtingen
te vragen omtrent de detailpunten van
den aanleg, die uit de bijgevoegde tee-
kening niet genoegzaam bleken.
De heer Donner vroeg of deze kweslie
wel behandeld kon worden, hangende de
vraag om subsidie. De heer Dekker vond
de zaak, mede door de toelichting van
B. en W. niet helder.
Uit de antwoorden van B. en Wi. bleek,
dat deze zaak onafhankelijk van de sub
sidiekwestie wordt beschouwd en onaf
hankelijk van het al of niet tot stand
komen eener kortere verbinding Wol-
faartsdijkGoes, waarover de heer Van
Dissel sprak; dat enkel in principe de
aanvraag wordt goedgekeurd onder voor
waarde, dat de gemeente later bij den
aanleg der lijnen, gelegenheid hebbe haar
wenschen en verlangens omtrent bepaalde
punten te kennen te geven en te ziein
ingewilligd. Hiermede gingen ten slotte
alle raadsleden accoord.
Alvorens in besloten vergadering tot
behandeling van punt 7 en 8 der agenda,
regeling der jaarwedden van de onderwij
zers, die door de leger- m o b i 1 i sat ie onder
de wapenen zijn geroepen, en vaststel
ling van het primitief kohier van den
hoofdelijken omslag van het jaar 1915
oyer te gaan vroeg de heer A. S. J.
Dekker het woord en diende het mayol-