O
ioes.
touw!
nil en /n
De Groote Oorlog.
ida.
:n.
No. 10.
Zaterdag 23 Januari 1915.
Elfde Jaargang.
Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
ut, Kerkbanken,
banken enz enz.
n
■bij
le gevraagd,
e Dienstbode,
R.K. Dienstbode,
Ontstemd.
Losse Oorlogsberichten.
l, vindt dit
i verzuimde
luiten,
ik niet uit
BANK,
Ien gehvele bezending
uwe woning gezellig te
kwal. Chineesclie Vloer-
kleuren, voor slaapka-
3 flinke Gangmatten,
kmat (80 bij 50 c.M.),
:hte Bedmat, gratis 1
ering en 1 fijn Tafel-
ien 8 dagen briefkaart
dit alles en nog extra
en, 1 Lampekap, 1 fijne
lioodschm. of een lijn
r buiten zending rem-
iriek Prinsengracht 146,
egen Mei.
WINGERDER—Kuiper.
Cgd met 1 Februari a.s.
20 jaar en liefst uit den
Ir Ietter G aan het bureau
ond gevraagd
i>odig zich aan te melden.
Iw DE PAAUW—Geldof,
nge Kerkstraat, Goes.
ïder ons gezegd."
le betrekking, een veelbe-
m," meende mijnheer Sim-
igende met een zuurzoeten
had minstens een rechter
venvacht,
j nu uw woord als eerlijk
ging de „geheime" voort,
at gij1 zult hooren of zien
kb aar zwijgen te bewaren,
ach door blik, zoudt gij een
.e gezelschap of mij zeiven
fats het ook moge zijn ont-
erraden, dat u die persoon
1 is, verwacht mij, dan he
ien uren voor dit koffiehuis,
iiij naar de plaats uwer he-
„De Ondenvereld" vergezel-
u voor een ouden oom uit
uit, als er mij naar gevraagd
ien vroeger of later iots te
een paar flesschen Cham-
indering" moet het u natuur-
;omen."
ete lach van mijnheer Sim-
aalde zich nn nog eenigszins
antwoordde iets, maar wat
bordde, verstond zelfs de „go
(W.ordt vervolgd.).
Abonnementsprijs p. 3 maanden voor Goes f 0.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers 5 cent, duhbele bladen 10 cent.
Advertentiën worden ingewacht op Maandag en Woensdag vóór
half drie en Vrijdag vóór een uur 's namiddags.
Kantoor v. d. Administratis: Ganzepoorfsfraaf C 209, GOES
Tel. interc.: Directie no. 33. Redaclie no. 97.
Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 6 regels voor 25 Ct. k contant.
De abonné's op dit blad, in het bezit der door de
directie uitgereikte polis, zijn, overeenkomstig de
daarvoor vastgestelde Verzekeringsvoorwaarden,
GRATIS verzekerd tegen ongelukken voor
1500
gulden bij verlies van beide
handen, voeten of oogen.
Yoorts bij ongeneeselijke
verstandsverbijstering
gulden bij
verlies van een
hand, voet
of oog;
gulden bij
verlies
van een
duim;
ffe gulden bij
H- I I verlies van 0 Ijk
BB U wijsvinger. BB
gulden bij
verlies van
eiken anderen
vinger.
De uitkeering der bovenstaande bedragen is gewaarborgd door de „Hollandsche Algemeene Verzekerings-Bank" te Schiedam.
Wegens overvloed van nieuws
berichten heden geen feuilleton.
Afkeurenswaardig Chau
vinisme.
Een sprekend bewijs voor de waarheid,
dat niets op dit ondermaansche volmaakt
is, geeft ons het feit, dat zelfs 's men-
schen edelste gevoelens niejt zijn gevrij
waard van ziekelijke overdrijvling en ont
aarding.
Zoo is de wangestalte van godsdienst
ijver dweepzucht, van moed razernij, van
vaderlandsliefde chauvinisme.
Aan dit laatste euvel gaan thans min
of meer alle oorlogvoerende naties mank,
doch wel geene zoozèer als de Fransche,
wanneer althans wat de Fransche pers
dienaangaande openbaar maakt, als graad
meter mag gelden.
Eigenaardig, dat in het land van Ma
rianne vooral de Duitsche Keizer het mik
punt is van allerlei hatelijke, zelfs laster
lijke uitvallen. Herhaaldelijk wordt deze
vorst in de Franscihe couranten in het
meest ongunstige licht geplaatst. Nu eens
wordt hij hij voorgesteld als de aap van
Napoleon, in grijze 'jas, rijdende in een
grijze auto met een aanstaand St. Helena
als eenig werkelijk punt van overeenkomst
met den grooten Corsikaan. Dan weer
wordt van hem verteld, dat hij verteerd
wordt door wroeging over het leed, dat
hij door dezen oorlog moedwillig heet
gebracht te hebben over Europa. Dat zijn
onderdanen „barbaren" worden genoemd
en hij zelf de „Barbarenkeizer", spreekt
vanzelf.
Onlangs publiceerde een Fransch blad
zelfs een lasterlijke aantijging tegèn de
Duitsche en Oostenrijksche Keizers op
naam van twee Zwitsersche doctoren, die
achteraf bleken niet eens te bestaan!
Nog erger wordt het, wanneer de ge
wijde welsprekendheid het chauvinisme
gebruikt om valsche, overdreven voorstel
lingen bij de menigte te doen post vat
ten en, helaas, moet worden geconsta
teerd, dat een deel van den Franschen
clerus bij het bespreken van den oorlog
zich niet binnen de perken eener wijze
gematigdheid weet te houden. Ten bewijze
laten wij de volgende correspondentie vol
gen uit Parijs aan „De Tijd" gericht'.
PARIJS, 8 Januari (Van onzen cor
respondent). Reeds meer dan eens heb
ik afkeurend gewezen op de werkelijk
chauvinistische buitensporigheid, waar
aan zich een deel van de Fransche
geestelijkheid in overdreven vaderlands
liefde schuldig maakt, in tegenstelling!
met de Duitsche katholieke geestelijk
heid, die zich, vooral de jongste maan
den, zeer gereserveerd over Duitsch-
lands vijanden uitlaat. Thans is deze
dweepzucht gestegen tot haat en ik
kan het niet anders dan betreuren, dat
daarvoor de stoel der christelijke waar
heid in een der Parijsche hoofdkerken,
de Madeleine, is misbruikt.
Onder de bescherming van Z.E. kar
dinaal Amette, die er zich had doen
vertegenwoordigen door mgr. Odelin, vi
caris-generaal, had gisteren in deze kerk
een liefdadighieidspredicatie plaats ten
bate van het geslachtofferd België, in
het bijzonder voor de slachtoffers van
Mons, Doornik en Charleroi. De gezant
van België nam op de voorste banken
eene eereplaats in, en zoowel het schip
en de zijbanken als de tribunes waren
stampvol.
De predikatie werd gehouden door
den bekenden temperamentvollen ex-Je
zuïet Coubé, zeker een der beste re
denaars, die de hoofdstad bezit.. Hij
wist werkelijk zijn gehoor tot groote
geestdrift te brengen door zijn weer-
galooze welsprekendheid, maar daarom
vond ik het te meer jammer, dat hij
haar niet in teugel wist te houden.
Of wat zegt men van een zioo monster
achtige en lasterlijke zinspeling op Kei
zer Wilhelm als deze
De moderne Attila heeft zijn beve-
len gegeven. Hij "heeft zich zelf tot
„geesel Gods" uitgeroepen. Geen mede
lijden voor de onschuld der kleine kin
deren: „O, mijne dragonders, worgt
hen! Geen medelijden met de eer van
jonge vrouwen en meisjes; schendt
haar! Geen medelijden voor de hei
lige wijding van priestersfusilleert
hen! Geen medelijden voor de musea:
plundert ze. Geen medelijden voor de
verheven monumenten en de wonderen
der kunstbeschiet ze. Geen medelijden
voor de torens en de kerkenslaat
ze neer tot pnin. En deze bevelen van
Attila zijn stiptelijk uitgevoerd!"
Men begrijpt, hoe zulk een figuurlijke
voorstelling, alsof Keizer Wilhelm bevel
heeft gegeven kinderen te wurgen, vrou
wen te schenden, te plunderen en te
moorden, moet werken op de toch reeds
opgewonden en geprikkelde gevoelens
van lieden, die de hardheden van den
oorlog ondervonden. Ik kan het niet
helpen, maar ik vind zulk een nationa
lisme afschuwelijk en nog te erger, als
het van den kansel gehoord wordt bij
wijze van paraphrase op den werkelijk
waardigen en indrukwekkenden brief
van den Belgischen Kardinaal-primaat!
En welke affreuze beeldspraak om
de aanstaande bevrijding van België aan
te kondigen.
„Ja, het uur der gerechtigheid nadert.
Ja, de wilde dieren springen toe, ver
schrikkelijker dan die der amphithea
ters. Nero moge nóg zoo zijn woeste
lingen aansporen en zijn woestelingen
mogen nóg zoo luide brullen, zij zul
len moeten wijken of de grond besmeu
ren met hun bloed 1"
Het is te hopen, dat redenaars als
Coubé van hooger hand attent inogem
gemaakt worden op zooi teuggellooze
uitlatingen, die den godsdienst der lief
de slechts in miscrediet brengen!
Tot zoover de correspondent.
Het fraaist van alles is, dat voor deze
lasterlijke aantijging van Keizer Wilhelm
feitelijk geen andere grond is te vinden
dan de blinde animositeit van den re
denaar tegen al wat Duitsch is.
Immers uit de omstandigheid, dat Kei
zer Wilhelm de regeerder is van het te
gen Frankrijk oorlogvoerende Duitsche
rijk en de opperste „Kriegsherr" van het
Duitsche leger, volgt nog geenszins, dat
hij de schuld draagt van de euveldaden
door sommige zijner generaals, officie
ren en soldaten in het vijandelijk land
gepleegd.
Bij he,t vermelden toch dier gruwelen
was en is men in neutrale landen zoo
voorzichtig er bij te voegen, dat de theo
rie van het „ah uno disoe omnes" („zoo
één, zóó allen") hier evenmin als ergens
anders 'geldt en men om de wandaden van
enkelen niet een geheel leger, een geheel
volk als misdadig mag stempelen.
Ongetwijfeld is de verantwoordelijkheid
welke Keizer Wilhelm met het aangaan
van den krijg op zich nam, ontzettend
en niet zonder huivering denkt het Chris
telijk hart aan de enorme verantwoording
die deze vorst eenmaal aan zijn Meester
hierboven zal hebben af te leggen, maar
met dat al is het nog de vraag, of Kei
zer Wilhelm dezen oorlog gewild heeft
en of hij niet zelf hot slachtoffer is ge
worden van een macht, sterker dan zijn
eigen wil, en die velen aanduiden met
den naam van „Pruisisch militairisme".1)
De eerlijkheid gebiedt te erkennen, dat
Keizer Wilhelm, hoezeer wellicht wat pra
lerig en ostentatief in zijn optreden,
steeds er naar streefde zijn rijk in vrede
te houden en langs vreedzame paden zich
te laten ontwikkelen.
Tal van uitlatingen van vooraanstaan
de persoonlijkheden, ook uit het buiten
land, die met den Keizer in aanraking
kwamen, vestigden de meening, dat men
in Keizer Wilhelm een waren „vredes-
keizer" had te zien en nog' kort vóór
dezen oorlog moest de socialistische „Vor-
warts" uitdrukkelijk erkennen, dat de Kei
zer alles deed voor het behoud des vre-
des. Ook hetgeen de Keizer tot z'ijn om
geving moet gezegd hebben, toen mein
hem den gewelddadigen dood van aarts
hertog Frans Ferdinand bekend maakte,
n.l. dat zich een afgrond voor zijn voeten
opende, duidt erop dat hij oorlog, krijg
en strijd met andere oogen beschouwde
dan waarmede een Attila zulks pleegt
aan te Men.
Ook mag niet uit het oog worden ver
loren, dat Keizer Wilhelm herhaalde ma
len zij het wederom, wat pralerig en
pronkerig getuigenis aftegde van zijn
godsdienstzin en van zijn respect voor
het Katholicisme. Zijn vriendschap met
wijlen Leo XIII en den vorigen abt van
Maria Laach, Freiherr von Stotzingen,
het hoogaltaar in genoemde abdij door
hem den Benedictijnen geschonken, helt
„labarum" van keizer Constantijn, nauw
keurig gecopieerd, waarmede hij Paus Pius
X z.g. vereerde, getuigen niet s'.echts van
zijn welwillendheid ten opzichte der Ka
tholieken, maar spreken ook Van een ge
moedsgesteldheid, die zich kwalijk laat
rijmen met het beeld dat ons redenaar
Coubé van Keizer Wilhelm ophangt.
En -ten slotte wie zegt ons, dat
Keizer Wilhelm voor zich niet diep ervan
overtuigd is een wettigen krijg te voeren
voor het voortbestaan van zijn rijk? In
hllen gevalle kan hij, dunkt ons, daarvoor
betere en gewichtigere gronden aanvoeren
dan de eerwaarde heer Coubé voor zijn
tmeening, dat de Duitsche monarch in
één adem moet genoemd worden met Nero
en Attila.
Gelijk alle excessen, zoo schaadt ook
dit exces van z.g. patriotisme ten zeerste
de waarheid en de liefde, die aan elke
bëoordeeling, wil zij juist zijn, dienen ten
grondslag te liggen. Én een chauvinisme,
dat zich in woord en geschrift uit, gelijk
wij hierboven zagen, kan bij eiken eer
lijken, onbevooroordeelden mensch, van
welke nationaliteit ook, slechts afkeuring
en afkeer wekken.
Dat zelfs schrandere en ervaren vorsten
door verkeerde inlic) fcingen op een dwaal.-poor
kunnen wo-den gebracht, bewijst o.a. de volgende
mededeeling van den Weenschen correspondent
der „Giornnle d'Italia'.
Hij beweert, dat graaf B rchtold besloot heen
te gaan na een lrefrig onderhoud met keizer
Frans Jozef, die hem zou hebben verweten, dat
hij onkundig was gebleven over de gevolgen
van bet ultimatum aan Servië, daar Berchtnld
hem bad verzekerd dat Rusland niet tusscben-
beide zou komen err dat. Italië zich aau de zijde
van zijn bondgenouteu zou scliaren.
„De Zeeuw' is ontstemd over een me-
dedeeling in ons nummer van 16 Januari
j.I. aangaande den overgang van een
twaalftal Belgen, te Ellewoutsdijk ver
blijvende tot het Protestantisme.
üe ontstemming van het ons sympa
thieke antirevolutionaire orgaan is echter
verkeerd geplaatstzij moet niet ons gel
den, maar „De Tijd", van wien wij het
bericht overnamen, onder verwijzing naai
de bron.
Het spijt, ons, dat „De Zeeuw" ditmaal
den hoffelijken toon heeft vaarwel ge
zegd, het eenige middel om de netelige
„bekeerings"-kwestic over en weer ob
jectief te bespreken.
De volzin in het „Zeeuw" artikel, lui
dende „De mededeeling over Ellewouts
dijk in de „N. Zeeuwsche Courant" is
gelogen", hadden wij liever gemist, wijl
nu de indruk wordt gewekt, als zouden
wij willens en wetens onwaarheid heb
ben gesproken. Dit nu is beslist onjuist.
Indien iemand hier in gebreke is, dan
is liet in allen gevalle „Do Tijd" en niet
de „Nieuwe Zeeuwsche Courant".
Het doet ons genoegen uit het „Zeeuw"-
artikel te vernemen, dat het vluchtelingen
comité te Ellewoutsdijk het zijne deed
deed om in de godsdienstige behoeften
der Roomsche Belgen aldaar te voorzien
en het valt te bejammeren, dat het ge
loof dier Belgen van een zoo treurig ge
halte is, dat niemand hunner eenigen
aandrang gevoelde om au de aangeboden
diensten van het comité gebruik te maken.
Gaarne en met vreugde constateeren wij
dat het comité in deze vrij uitgaat. Ten
volle wordt hier bewaarheid wat wij in
ons nummer van 7 Januari schreven
'tls mogelijk, dat door de Katho
lieke Belgische vluchtelingen niet
overal die waardige fierheid van over
tuiging is betoond, die de Katholieke
Kerk van hen verlangt; dat velen
door hunne halfslachtigheid, hun on
verschilligheid blijk gaven het voor
recht, kind der Roomsch-Katholieke
Kerk te zijn, weinig op prijs te stellen
en hun geloof voor stoffelijke voor-
deelen veil hadden, gelijk Ezau zijn
eerstgeboorterecht voor een schotel
linzenmoes.
Maar dat dan ten minste van Pro-
testantsche zijde kan worden getuigd
vrij uit te gaan, en alles te zijn ver
meden wat als lok- of dwangmiddel
tot het doen omhelzen eener niet-
katholieke kerkleer kan worden be
schouwd.
Ook de voorstelling van „De Zeeuw"
in dit en in een vorig artikel, als zou de
Belgische geestelijkheid aansprakelijk zijn
voor de godsdienstige onverschilligheid
dier Belgen kunnen wij niet aanvaarden.
In alle koren is kaf en de vurigste zie
lenijver kan niet beletten, dat sommigen
afdwalen en van hun godsdienst vervreem
den, vooral niet, wanneer, zooals in België,
een vinnige anti-Katholieke pers keer op
keer de beste pogingen der zielzorgers
tot consolideering des geloofs en verdie
ping van den godsdienstzin komt dwars-
boomen.
De opwekking van Baron Van Wijn
bergen, door „DeZeeuw" aangehaald, om
andersdenkende vrienden en kennissen
met het Katholieke geloof in kennis te.
stellen mag niet op ééne lijn gesteld
worden met den door ons aangestipten
en door aalmoezenier Pieterse als .laf"
gekvvaüficeerden bekeeringsijver. Onder
het laatste verstaan wij het misbruik
maken van de jeugd, de hulpeloosheid,
de armoede en verlatenheid van Room
sche vluchtelingen om ze tot het Prote-
stantisme over te halen. En wijl dit op
Walcheren hier en daar was geschied,
daarom werd èn in het ingezonden stuk
van aalmoezenier Pieterse èn in onze ar
tikelen over die kwestie het epitheton
„laf" gebruikt.
Door dus van de „N. Zeeuwsche
Courant" te zeggen: dat zij hetgeen zij
„laffe"(n) bekeeringsijver scheldt", doet
het geachte anti-revoiutionair orgaan ons
onrecht.
Tenslotte zegt „De Zeeuw" „meer nog
dan de weg tot „de ware Kerk" heeft
voor den geloovigen Protestant de kennis
van Hem die de Weg is (Joh. 14:6)
beteekenisaan deze kennis en aan deze
alleen hangt het Eeuwige leven."
Wij willen geen theologisch dispuut
beginnen. Een courant is daarvoor trou
wens ook niet de aangewezen plaats.
Alleen deze vraag wenschen wij ,.De
Zeeuw" te stellenHeeft Christus een
Kerk gesticht? Ja? dan is de weg
tot Zijn Kerk vanzelf de ware
ook de weg tot Hem, die de
Weg is en beider beteekenis
identiek. Neen Dan mist het Evan
gelie dat ,.De Zeeuw" „zaaiend aan alle
wateren" wil brengen „tot een iegelijk",
een essentieel gedeelte en is alzoo niet
het Evangelie, dat de door Christus
gestichte Roomsch-Katholieke Kerk van
haren Stichter heeft ontvangen en tot op
heden trouw bewaart.
Eigen (telefonische en telegrafische) berichten
van 21 Januari, 5 uur 's namiddags.
Parijs. Communiqué van elf uur. Do
vijand slaagde er in voet te krijgen in
de loopgraaf noordelijk van Noilre Dame
de Lorette. Hij werd daaruit echter ver
dreven door een tegenaanval, waarbij' wijt
100 'krijgsgevangenen maakten. Bij. een
aanval in den nacht van 19 dezer ten
zuiden van Thiepval, bij Albert, bereikte do
vijand onze versperringen, doch werd te
ruggeslagen. Bij Laboiselle werden tlrie
opeenvolgende aanvallen afgeslagen. Een
aanval op Fontaine anx Charmes in Ar-
gonne werd na een gevecht van man tegen
man afgeslagen.
Welk weder zullen wij hebben
Verwachting tot den avond van 23 Jan.;
Zwakke tot matigen, later wellicht toe
nemende zuidelijke tot zuidwestelijken wind,
meest zwaarbewolkt,, waarschijnlijk regen
buien Weinig verandering van temperatuur.
Petersburg. Hot communiqué van den
generalen staf in don Kaukasus van 19
Januari zegt:
In de stretek van Ahalik, Lavsor èn
Kyagany had eene reeks gevechten plaats
tegen de Turksche achterhoeden, waar
van de overblijfselen overhaast terugtrek
ken.
Wij namen veel gevangenen en een
Turksch kamp.
Op 18 Januari bezetten wij Arda-
noetsch.
Een torpedoboot, uitgezonden ter inspec
tie van do kust, deed nabij Arkave twaalf
schepen met lading zinken.
Op andere gedeelten van het front is
er geen verandering van beteekenis.
Bern. De bladen melden, dat uit het
gevangenkamp in Krasnojarsek in Sibe
rië, 140 Duitsche, Oostenrijksche en Hon-
gaarsche gevangenen ontvlucht zijn. De
wachtposten werden gedood, daar de ge
vangenen in het bezit van wapenen wa
ren.
Berlijn. (Off.) Tusschen de kust en
de Leije hadden slechts artilleriogervech-
ten plaats. Een door ons eergisteren bij
Notre Da me de Lorette veroverde loop
graaf werd 's nachts weder verloren.
Ten Noorden van Atrecht, aan beide
zijden van den straatweg naar Rijssel
rukten de Franschen herhaaldelijk voor
waarts doch werden teruggeslagen.
Ten [Westen van Berry-au-Bac ontnamen
wij aan de Franschen twee loopgraven,
waar wij ons, ondanks heftige tegenaan
vallen handhaven.
Aanvallen ten Zuid-Oosten van St. Mi-
hiel zijn teruggeslagen.
Ten Noord-Westen van Pont-a-Mousson
gelukte het ons een deel der ons ont
nomen stellingen te heroveren; hierbij
vielen 4 kanonnen en verscheidene gevan
genen in onze handen. Om de rest wordt
nog gestreden. Bij Cernay duren de ge
vechten voort. Overigens is de toestand
aan het Westelijk front onveranderd.
De aanvallen ten Oosten van Licno
verloopen voor ons gunstig; 100 gevange
nen vielen in onze handen. Ook ten Wes
ten van den Weichsel en ten noordoosten
van Borginof vinden onze aanvallen voort
gang. Russische aanvallen ten Zuid-Wes
ten van Konskie werden afgeslagen.
Kaapstad. Langs de Oranjerivier is alle
terrein in ons (Engelsch) bezit. De vijand
bevindt zich nog met strijdmachten op
ons grondgebied nabij het Duitsche terri
toir, doch zijn opmarsch is tot. staan
gebracht.
Kardinaal Mercier
en Gouverneur Von Bissing
De ZearEerw. heer A. Bruijhzoels, af
gezant van kardinaal Mercier schrijft uit
Bergen op Zoom aan „De Tijd":
Naar wij een veertiental dagen geleden
uit zeer betrouwbare bron vernamen,
hoeft Kardinaal Mercier een onderhoud
gehad met Maarschalk Freiherr von Bis
sing, Gouverneur van België, waarbij de
Aatsbisschop van Mechelen voorop zettee
dat hij wel wenschte, dat het onderhoud
zon gebeuren volgens al de eischen der
beleefdheid en hoffelijkheid, doch zonder
uit het oog te verliezen ,dat;beiden tegen
over elkander stonden als behoorende tot
twee tsgen elkander oorlogvoerende na
tiën. Men ziet 'het, aan dubbelzinnigheid
werd hier geen plaats gelaten.
Mgr. Evrard, de déken van Stef Gudule
te Brussel, heeft een schrijven aan de
pastoors gericht luidende:
lk kom terug van Mechelen. Trots het
gisteravond ontvangen schriftelijk ver-