De Groote No. 8. Losse Oorlogsberichten. UIT DE PERS. Land- en Tuinbouw. Letteren en Kunst. te Londen, een dubbele nieuwe serie Roode Kruiszegels doen vervaardigen. De zegels der eerste serie, die reeds verkrijgbaar is, dragen de beeltenis van koning Albert, die der tweede de naast elkander geplaatste medaillon portretten van den koning en de koningin der Belgen. De laatste serie zal binnenkort gereed zijn en van 25 Januari af voor liet publiek verkrijgbaar zijn. Een treffende redding van het H. Sacrament. Uit een schrijven van een eerw. Zuster, thans verblijvend Enge land, gericht aan haar familie, ontleenen wij nog het volgende, omtrent de ver woesting van Haecht, een welvarend dorp bij Mechelen. „Dat het klooster der eerw. Zuster Ursulinen te Thildonck gespaard bleef, is den lezers reeds bekend. Het bleef gespaard, maar het is als doorzeefd van kogels. Het dorp Haecht is bijna tot deu grond gelijk gemaakt; van de prachtige kerk kapei en klooster, waarin het novi ciaat der Zusters Ursulinen gevestigd was, is niets meer over. Toen men te Thildonck vernam, dat 't prachtige klooster te Haecht verwoest was, maakte men zich ten zeerste ongerust ovet het H. Sacrament, dat men tijdens de algemeene verschrikking niet had kunnen redden. De eerw. overste wende zich tot een Duitsch officier, die Katholiek was, met de vraag, of hij wilde onderzoe ken, of het Allerheiligste nog aanwezig was. Hij deed dit en bracht de tijding, dat kapel slechts één puinhoop vormden maar dat het hoogaltaar nog recht stond en het tabernakel nog ongeschonden was. Alsdan vroeg de overste, of het niet het beste was, een priester te vragen, zich daarheen te begeven en het Alleiheiligste naar een veiligen plaats te brengen, doch de officier raadde dit ten sterkste af, omdat de priester alsdan een gewissen dood tegemoet ging. Men kwam toen overeen, dat de overste zelf met twee zusters per rijtuig, geëscorteerd door den officier, en met 'n Duitschen Katholieken soldaat op den bok, zou trachten het Allerheiligste in veiligheid te brengen. Te Haecht aangekomen, zetten allen zich eerbiedig op de knieën te midden der puinhoopen. De officier opende met zijn sabel het tabernakel en bracht, met den diepsten eerbied, twee cibories gevuld met H. Hosties en een Monstrans bij de overste, die dit alles in een kistje verborg, dat zij had medegebracht. Dan keerden zij naar het rijtuig terug, de overste hield het kistje met den kost baren inhoud tegen zich aangedrukt, terwijl de Zusters aan weerszijden neder- knieldenook de officier aanbad in stilte zijn God en Koning. Alles was stil, eenzaam, verlaten, het rijtuig ratelde voort langs de puinhoopen, waar eenige dagen te voren nog een schoon dorp met prachtige kerk, kapel en klooster geweest was. Opeens hoorden wij een schoone stem zingen „Groszer Gott Dicli loben wir." Wij luisterden aandachtig toe, het was de soldaat, die op den bok zat en zich vereenigde met de stille gebeden, die in het rijtuig ten Hemel opstegen. Wij allen waren ten zeerste getroffen door zulk een kinderlijk en levendig ge loof en bij het afscheid gaf de overste aan den soldaat een gedachtenis, waar onder zij schreef„Heer, ik heb U uit puin en asch gered, red mij door Uwe genade." De soldaat was zóó ingenomen met dit geschenk, dat hij het geheele voorval aan den pastoor zijner geboorteplaats mededeelde. In 't klooster van Thildonck werd nog van II andere kerken het H. Sacrament gebracht. Op een plaats, waar kerk en altaar verwoest waren, wist men niet, waar het Allerheiligste gebleven was. Den volgenden dag kwam er een vrouw in het klooster vragen, of er een priester met haar wilde medegaan, om liet H. Sacrament te halen, hetwelk zij in een oven verborgen had. Heldhaftige daden hebben er niet ont broken en God zal ze in zijne vaderlijke liefde weten te beloonen." Maasbode".) De brief van Kardinaal Mereier. Een redacteur van „De Maasbode" is dr. Delmot gaan opzoeken, kapelaan der Lieve Vrouwekerk te Antwerpen, die Zon dig j.l. ondanks het verbod van gou verneur Von Bissing de brief van kar dinaal Mereier van den preekstoel voor las. Ik begon aldus de redacteur met hem een compliment te maken over zijn gevoelvol optreden, en vroeg hem, of hij niet dacht dat zooiets wel gevaar lijk was, en of het waar was wat ik vernomen had, dat dit met beslistheid was verboden door de Duitsche auto riteiten. Hierop liet hij mij het bekende verbod zien hetwelk vergezeld was van onder staande getypt© verklaring VERKLARING. Ik verklaar, een afdruksel der, van zijne excellentie, den heer generaal gouverneur van België, aan de geestelijken van het diocees Mechelen, gerichte bekendmaking van 7 Januari 1915 no. 3796, ontvangen te hebben. Onderteekening: Parochie. Mijn zegsman had echter beslist ge weigerd dezen brief te onderteekenen daar volgens zijn beweren door Freiherr Von Bissing, oen bevel van den kardinaal niet kon worden te niet gedaan. Op mijn verder vragen wat zijn eer waarde van den toestand dacht, kreeg ik ten antwoord, dat de D.uitschers in alle opzichten hoffelijk waren en zoover hem hekend geworden was, is er tot nog toe geen dienst verstoord geworden. Doch wel was, volgens hem, sinds den oorlog een veel grooter kerkbezoek waai- te nemen. Onder andere vertelde hij mij, dat de vorige week hij het feest van het Hei lig Hart, de liberale burgemeester, de heer Jan de Vos, om een plaats heeft laten vragen, en niet-officieel de plech tigheid had bijgewoond, alsook de liberale senator Van deir M ooien. Daarop vroeg ik hem: „En wat denkt u, moeten de Belgen, die in Nedelrlanu wonen, naai' huis komen?" Nu kwam ex vuur in den eenvoiuligen man en met overtuiging zei hij„maak toch in uw blad bekend, dat menschen, zonder middelen, maar daar moeten blij ven, doch dat het, volgens mij, zeer goed zou zijn als er wat m-eer vermogende Belgen terug kwamen om met ons te probeeren onze minder bedeelde stadge- nooten te ondersteunen. En wil p ook eens aan de menschen zeggen, dat ca- in de Nederiaiiclsclie cou ranten vreeselijk wordt overdreven. Ik las zoo pas nog, dat de pastoor van de St. Jacobs gevangen genomen is, dit is b e s 1 is t niet waar. Volgens mijn weten, was aileen do pastoor van Schooten ge vangen genomen, doch weer direct los gelaten". i Ik nam hiermede afscheid van hein en ging heen met het gevoel, dat er nog een andere moed bestaat, dan dia met het zwaard. De gruwelen van den oorlog. PARIJS. (Van den Parijschen corres pondent van „De Tijd"). Onder de brieven van liet front, die in do dagbladen werden gepubliceerd of die ik van vrienden en kennissen ter inzage kreeg, heeft mij geen zoo'n pak kend denkbeeld kunnen geven van de afgrijselijke dingen, welke daarginds ge schieden als het volgende schrijven, hetwelk dezer dagen mijn bovenburen ontvingen, wier man en broeder als infanterie-officier in de loopgraven staat De laatste krijgsverrichtingen bij Che- vancourt moeten u wel verontrust hebben, omdat ge mijn vorigen brief kreegt uit dat dorp. Ik las gisteren het rapport van den staf in de „Berliner Zeitung" en breDg u zoo spoedig mogelijk op de hoogte, hoe ik het er af bracht, ik hg met mijne manschappen, van wie er verscheidene den heldendood stierven of naar een hospitaal vertrokken, in de achterhoede, want ons bataljon is de eerste week niet bruikbaar. Wanneer ik u alles vertelde, liadt ge geen rustigen nacht meerhet is haast niet te beschrijven. Sinds een week lagen wij ongeveer honderdvijftig meter van elkaar en eiken dag bracht de Fransehe schacht wat dichter bij die der vijanden. Wij zijn op dezen steenharden bodem nietminderdan mijnwerkers en daarom zeg ik maar schacht. De situatie werd hoe langer hoe pijn lijker, vooral omdat verscheidene Duitsche gesneuvelden bij een paar bestormingen waren blijven liggen in het veld en blijven hangen in onze prikkeldraden, waaruit ze onmogelijk verwijderd konden worden. En dagen lang reeds streek de Westen wind in ons gezicht een afgrijselijken lijken stank. Nog ergerhet plasregende met tussch°npoozen, en 's avonds, als een windvlaag over de kuilen streek, fonkelde het water, alsof zich daar gloei- wormen bewogen het was gephosphori- seerd door ontbindende lijken en de dood gaf ons bijna eiken nacht licht-signalen. Wij vroegen een wapenstilstand en ik werd aangewezen als gedelegeerd officier. Wij nemen een witten doek en ik hijsch me over de verschansing. Ik ga tot het midden en zie een Duitsch officier op mij afkomen. Ge raadt nooit wie liet was. Franc. Bden ingenieur, dien wij 't vorig jaar in Miinchen ontmoetten. Ik zou geen echte Franschman zijn, als ik bij die [omstandigheden mijn verrassing liad kunnen verbergeu. Wij stonden ver steld, zeiden geen woord, maar ik geloof, dat wij elkaar bijna om den lials vielen. Ik geef hem de hand en vraag naar zijn vrouw. Hij droeg het IJzeren Kruis naast een medaillon. Welk een weerzien van twee vriendenMet een paar woorden laat hij mij 't medaillon zien met liet portret van zijn vrouw. Ik, nog altijd verbaasd, zeg hem iets zonderlings. Toen praatten wij ook over u, lieve en ik herinnerde mij opeens, dat hij over twee dagen zijn naamdag viert. Wij praatten zelfs over den wapenstilstand, maar liij had strikte orders. Er kon niets van komen. Welk een afscheid, ge begrijpt het 1 Ik heb den geheelen dag aan hem ge dacht. 's Avonds liet zich een varken vangen bij onze compagnie, dat in een van de zij-graven gevallen was en ik kreeg van mijne manschappen ge laan, dat het naar den overkant gejaagd werd, niet een adres en een gelukwensch aan mijn vriend Maar het toeval wilde, dat de Duitschers liet in liun hoofd kregen om een nieuwen aanval t e doen op dien noodlottigen verjaardag. Niemand wist beter dan ik, wat hen wachtte het voor plan onzer loopgraven is ondermijnd, de loopgraven zelf, het achterplan en geheel het westelijk stuk van het dorp. Ieder oogenblik kunnen wij een veroverde hectare in de lucht laten vliegen, wanneer een Duitsche compagnie haar betreedt. Ik heb nog nooit zulk een neerslachtig heid en wanhoop gevoeld en zoo'n tweestrijd tusschen plicht en deze ramp zalige vriendschap. Mijn hart was letterlijk ver.-cheurd en ik kon nauwelijks denken. Het gevecht begon met een kort bom bardement, dat drie onzer mitrailleurs onklaar maakte. Onmiddellijk daarop begon een overstelpende bestorming. Het gebeurde buitengewoon snel, aan onzen linkerkant werd een loopgraaf geforceerd. Er moest gehandeld worden. Ik ijl nu naar het electriscli contact omdat ik links en rechts reeds ontploffingen zie Door mijn hersens vliegt de gedachte aan mijn Duitschen vriend, zijn vrouw en hunne kinderen. Ik voel den knop, ik druk, neen, ik druk nog niet, ik hoor het getier der soldaten dichter bij, ik druk en schrik weer terug, druk weer niet; er tuimelen een paar kameraden om me heenik druk en de vonk vliegt in het pyrineik hoor een oorverdoovende ontploffingik wordt tegen den grond gesmaktin ieder deeltje der luchtruimte was rook en vuur, want in de kazerne hadden wij een belangrijken voorraad ammunitie opgeborgenhet is een la waai als de losbranding van vijftig zware batterijen, de toren der kerk waggelt en stort in van dien vulkaan en een kwar tier later regende er nog fijn puin uit die ontzettende verwoesting. Hoeveel erin die seconde gevierendeeld en uiteengespat zijn, weet niemand van ons, maar de aanval was gestuit. Geen mensch zal u een beter beeld van de gruwelen van dezen oorlog kunnen geven, waarin zooveel ontzettende gebeurtenis sen plaats hebben in minder dan een minuut. En ik zie voortdurend onzen vriend Franc; Bmet wien ik dat tragische gesprek moest voeren en die nu uifeengescheurd op het slagveld ligt. Joffre. Hoezeer men ook van Duitsche zijdet het militair© karakter van Generaal Joffre, zoowel als 't vernieuwde Fransehe leger hoogstelt, blijkt uit. bet feit, dat ons uitl Duitsche bron de volgende beschouwing van de Duitschgezinde „Neue Zu richer Zeitung" dcet toekomen „Sedert Joffre het opperbevel heeft, ont sloeg of verving hij niet minder dan 7 generaals, een getal dat intussehen nog moet zijn toegenomen. Van alle „politieke" generaals en legercommandanten, dit wil zeggen van hen die hun positie te dan ken hadden aan de tusschenkomst van politiek© machthebbers is er maar één enkele overgebleven, n.l. generaal Sax- rail, die groot© strategische bekwaamheid heeft getoond. De geringste misslag bij de aanvoering der troepen wordt streng gestraft. Men schat het getal der op die manier „gemaszregelte" hoogere officie ren op niet minder dan 150. Niet alleen heeft Generaal Joffre de bevelvoering in het Fransehe leger verjongd, doch hij heeft ook voortdurend de lichamelijke en geestelijk onbekwamen systematisch ver drongen en. den algemeenen militaireh geest sterk bevorderd. Die hecatombe der politiek© generaals is natuurlijk niet zon der tegenstand afgeloopen, doch Joffra bleef onvermurwbaar en toen op zekeïc(a dag een hooggeplaatste persoonlijkheid er bij hem op aandrong zekere besluiten terug te trekken verklaarde hij met be slistheid, dat als men deze pogingen zou voortzetten hij dan den degen aan de kapstok zou hangen". Het Suez-kanaal. De bladen vernemen uit betrouwbare bron, dat de Turken, vreezende dat een landing van troepen in Syrië hun ver bindingslijnen zou bedreigen, don voorge nomen Egyptischen veldtocht heelemaal hebben laten varen. De toestand van het Bagdad-leger moet jammerlijk zijn. De commandant van het te Napels binnengekomen stoom schip „Treves" verklaart, volgens de Ita- lioansche bladen, dat de verdedigings maatregelen door de Engelschen aan het Suez-kanaal getroffen, overweldigend zijn. Te Port-Said zijn ©en aantal stations voor vliegtuigen ingericht, welke onophoudelijk verkenningstochten uitvoeren. Volgens een telegram uit Constantinopel aan de „Vos- sische Zeitung" wordt het Suezkanaal uiterst scherp bewaakt. Te Port Said zijn de stations opgericht voor vliegers die voortdurend verkenningstochten boven beide oevers van het kanaal ondettie- De wijn requisitles WEERT In de Belgische Kempen zijn door de Duitschers in verschillende ge meenten in den grond gestopte hoeveel heden wijn opgegraven. De burgers wei geren hier en daar om het opgelegde aan tal flessclien wijn te leveren; zooveel mo gelijk verdoelen de burgemeesters de leve ringen ponds-ponds-gewijze over de bevol king. Wie geen wijnkelder bezit wordt voor geld aangeslagen. De dorpen, die niet het bepaalde aantal flessehen wijn hebben opgebracht, kregen eene extra zware belasting van andere artikelen. Waar de Duitschers vermoeden, dat wijn in voorraad is, hoewel hiervan geen aan gifte is geschied, worden door hen stren ge huis(kelder)zoekingen verricht. Op de eventueel gevonden wijn wordt beslag ge legd; de burger hoort dan nog wel wal van de Duitsche overheid. Te Genck, het centrum van het nieuwe in ontginning zijnde kolenbekken, werden 3000 flessehen opgevorderd en zonder dwang ingeleverd; Sutendael bij Hasselt moet 500 flessehen wijn leveren. Een proclamatie. Door den gouv.- generaal van België, Freiherr von Bissing, is oen proclamatie uitgevaardigd, bepa lende, dat uiterlijk 15 Januari door de burgers alle vuurwapenen, degens, sahels, kruit en patronen moeten worden inge leverd ten raadhuize bij de burgemeesters. De gouverneur moedigt het inleveren aan door een premiestelsel; wie binnen den uitersten termijn een geweer of bajonet inlevert, ontvangt eene belooning van U/2 franc. Von Falkenhayn junior neergeschoten. Renter verneemt uit Parijs merkwaar dige bijzonderheden over het neerschieten verleden Zondag van een „Taube" bij Amiens. Toen op dien dag een der meest ervaren Fransehe vliegers met een officier als waarnemer naar de Fransehe linio's terugkeerde, werd bij Itijssel een vijandelijke vlieger opgemerkt. Men besloot jacht op hem te maken en zette dus de motoren aan. De vervolging duurde een uur en werd zóó handig verricht, dat de Duitsche vlieger dacht, dat hij het ge vaar ontkwam; hij ontdekte zijn fout te laat Toen hij ongeveer twintig meter van zijn tegenstander af was, nam de Fransehe officier-waarnemer hem rustig op den kor rel van zijn repeteergeweer en gaf vier schoten af in geregelde -opvolging. Het eerste schot trof den Duitsche officier waarnemer midden in het hart (het bleek, dat hij de zoon was van generaal v, Falkenhayn, den chef van den generalen staf); hel tweede en derde schot troffen den bestuurder, het vierde raakte de ma chinerie. Plotseling begon de „Taube" te dalen en kwam neer midden tusschen de Fransehe stellingen. De Fransehe machine bereikte slechts enkele nieters verder den grond. Toen volgde een treffend tooneel. De twee bestuurders liepen o-p elkaar toe en terwijl de Duitscher zijn ongewonden hand uitstak, zeide hij„Hoewel mijn vlucht mislukt is ben ik er trotseh op een man, als gij zijt, tot mijn tegenstander te hebben gehad." Kapitein v. Falkenhayn was dadelijk dood geweest. Het eenige papier, dat bij hem gevonden werd, was een klacht van zijn vader, dat het vliegerskorps niet die goede diensten had bewezen, welke men ervan verwacht had. Da groote leening. Wat allen hebben gehoopt, is geschied. De leening werd volteekend. In weerwil van de minder gunstige berichten, die nog eenige da,gen vóór het sluiten der inteekening liepen, is liet be drag bereikt. Onze Staat heeft de 275 ihillioen, die er voor de bijzondeie maat regelen noodig zijn, ter geschikking ge kregen. Meer dan dat, de geweldige som werd verre, zeer verre overteekend! Ziedaar vervuld de hoop, die meer deren hebben gekoesterd zonder zó luide te durven uitspreken. Want, zooals door gezaghebbende fi nanciers verzekerd werd, de financiëele toestand van ons land was zóó bijzonder, dat inen zich aan voorspellingen niet kon wagen, dat eenig-e zekerheid niet bestond ©n dat zelfs door den heer Patijn het denkbeeld aan de hand gedaan werd de leening liever een 50 millioen lager te stellen. Ziehier dan de leening geworden tot wat men in zijn beste wenschen noemdeeen scliitterend, een klinkend succes. Er was dan tot ons volk ter ètegei doorgedrongen de overtuiging, dat hiel] het vaderland moest geholpen worden, maar dat ook met het verleenen van hulp do meeste ernst moest worden ge maakt, omdat het gold een financiëele krachttoer van de eerste orde. Het nuchter cijfer zegt u, dat niet aan stonds; slechts nadenken en vergelijken doet den enormen omvang van het ge vraagde bedrag bevroeden. In dit opzicht heeft de agitatie, welke rondom het leeningsontvverp is gemaakt, hoezeer ze te betreuren is, toch haa.11 goeden kant gehad, doordat ze heeft hij- gedragen tot het besef van de extra ordi naire hoogte der te leenen som. Nu eenmaal tot de leening besloten was, spoorde dat besef nog te meer aan om alle krachten in te spannen, daar toch ieder het weslagen wensohte. Ieder? Stellig. Immers in de Kamers hebben woordvoerders van alle partijen omtrent hun goede wenschen, geen twijfel gelaten. Teekenend was ook de flinke inteelke- ning, de daad, die vooral in deze tij den meer waard is dan woorden, van de financiëel-sterkste socialistische orga nisatie, de A. N. D. B., welke haar daad nog veredelde door de eerlijke erkenning van haal" voorzitter, dat de arbeiders je gens de Regeering ook een plicht van, dankbaarheid hebben. Aldus is de nationale krachttoer door eendracht van heel ons volk grif gelukt, veel meer dan geslaagd. Dat kan niet anders dan ons dierbaar land ten goede komen in de schatting der andere natiën, waaronder Nederiand's neutraliteit, naar het woord van Dr. No- lens, ook haar benijders heeft. Naast stipte naleving van de moeilijke plichten dier neutraliteit, naast eervolle daden van naastenliefde, waarmee ons volk reeds jegens de bijna millioen Bel gische vluchtelingen een begin heeft ge maakt, kan tol verzekering onzer inter nationale positie bijdragen deze onmis kenbare toets van Nederiand's materiëele kracht., de steun, welke de Regeering bij ons volk in zoo overvloedige mate vindt („De Maasbode"). De Knobbelvoet der Lucerne. In de laatste aflevering, van den 20en jaargang van het „Tijdschrift over Plan tenziekten", uitgave van de Nederland- sche Phytopathologische Vereeniging, on der redactie van prof. dr. J. Ritzema Bos komt een artikel voor van prof. Rit zema, getiteld: „De knobbelvoet der lu cerne, veroorzaakt dooir Urophyctis alfalfa© Magn". Na eene uiteenzet ting van de beleekenis der lucemöbeelt in de verschillende provinciën van Neder land, warden de uiterlijke verschijnselen dezer ziekte, die in den laatsten tijd in Zeeuwsch-V laan deren en Zuid- Be v e 1 a n d op meerdere plaateen door hein werd waargenomen, besproken. Zeer vallen de groote knobbelvormigö opzwellingen aan den stengelvoet der aan getaste planten in 't oog. Deze planten blijven zeer ten achter mi haren gloei; zij bereiken slechts 1/3 of J/4 van de nor male lengte, ja sterren soms geheel af. In de knobbels bevinden zich de bruine oösporen van de wierzwam, welke de ziekte ziekte Veroorzaakt. Als bestrijdings maatregel wordt vooreerst aangegeven hot uitgraven der aangetaste planten niet de omgevende aarde, en het onschadelijk ma ken van deze door verbranding of be graving met ongebluschte kalk; verder moet in meerdere jaren op "besmetten grond geen lucerne geteeld worden; ook moeten de voor de cultuur van "dit ge was bestemde terreinen goed wordeli drooggelegd. "(N. R. Crt.) Men schrijft ons uit Boschkapelle: Tot veler teleurstelling is ook de tweede poging van het Zeeuwsehe Bemiddelings bureau mislukt, om de hoeveelheid Chili Salpeter aan te koopen, die door vereeni- gingen en particulieren aan dit Bureau was besteld. Als de handelstoestand, ver oorzaakt door den oorlog, niet spoedig verandert, zal het er dit jaar hoogst waarschijnlijk slecht uitzien voor eene be hoorlijke Chili-bemesting. MIJN KONING. Geheugt het u, mijn vriend? Wij tuurden op den zoom van 't denhosch naar 't gedraaf der Gidsen rood sehadron dat „sabre au cl air" ontzaglijk 'tgrootsc.h gevecht begon en rende in blauwigheid van kruit- en uchtenddoom Plots bleeft gij aarztend staan en tluisterdet vol schroom: „Daar staat iemand"; en herfstig viel wat vage zon ginds, aan den boord van 't bosc-h, op 'tgoud hrocaalgalon van eenen blonden officier die bij een boom stond lijk een schim en naar de verte keek, zijn oogen strak, vol zloirg, getwijfel, hoop, daar God alleen van alles uitkomst wist Abonnementsprijs p. 3 Afzonderlijke numme Advertentiën worden half drie en Vrijdag De abonné's op dit blad, directie uitgereikte polis, daarvoor vastgestelde 1 GRATIS verzekerd En gij, mijn vriend, gij wendt van trotsheid bleek en toen mij ook begeestering bekroop, hoorde ik u zacht: „Respect!De Koning is 't". Aan Zijne Majesteit Koning Albert. KAREL VAN DEN OEVER. (Uit het „Centrum" De toestand Het belangrijke voordeel hij Soissons werd behaal troepen die generaal Vcl Laon had doen aanrukken Geld is de zenuw van d niet minder het mensch die partij welke voortdun in de gelederen met ni manschappen weet aan er het beste voor. Ree Duitschland vergeleken b Frankrijk over een veelf aantal beschikt doet een weermacht in het rijk vl moeden, terwijl het ster! militaire karakter van vergelijking van Frankri vooral, die weermacht mogelijke kwantum wist Zelfs als het cijfer vi manschappen, dat het staande leger der Duitsi dreven is, is dat leger to De militaire medewerker die toch zeker deu toe sellers niet rooskleurigei dan die is, komt) tot d Duitschland achter de 4.9C soldaten, waarover het 1 van den oorlog aanstonds nog een reserve had var die thans zeker in het v nog eerder, beschikbaar Er is dus voor de ve. aan gelegen te zorgen dl Jijke weermacht tegen d land opgewassen blijkt wijzen er in Engeland durend op, hoe noodza de weerbare mannen (e. geen dienstplicht) zich v leger disponibel stellen, schat men liet aan het Engelsche leger op een Fransehe veldleger, dus man. Het heeft zeer zw. leden en lijdt die nog, zo autoriteiten voortdurend zijn op aanvulling. Hieri nogal wel en zelfs kaï breiding worden gerekei Ook verluidt, dat het d< leger weldra verjongd getale van 100.000 geoef pen de Duitschers zal Eu wat het Fransehe lef generaal Joffre enorme 1 raad hebben om die oogenblik te gebruiken. Gf met dat al de beci, Franschen generaal Lac bondgenooten meer sol dan aan de Duitschers twijfeld worden. Zelfs in Duitsche krin: dat de voordeelen te geen verderen invloed krijgsverrichtingen zulle, blijtt het Duitsche leger' v. d. generalen staf „Frankrijk belegeren" en „afknabbelen". Of er dan niets verani. Het schijnt, dat het Du| waarmede de eindo verve werd beschouwd, aanrnt slinken. Een briefschrijver va meldt daaromtrent de vol Een Duitsch zeeofficié ben diende, schrijft ovl van de Turken voor de; log"„Zij kussen de eeren ons Duitschers als met dat al is er van dei toon der eerste tijden de gesprekken van de 1 meer te bespeuren. Eef schrijft uit een groote geestdrift op straat, va gejuich in de koffiehui niets meer. Maar hij ieo al de kerken tot dring I menschen, die bidden kingen in den oorlog."

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1915 | | pagina 6