De Groote
No. 8.
Losse Oorlogsberichten.
UIT DE PERS.
Land- en Tuinbouw.
Letteren en Kunst.
te Londen, een dubbele nieuwe serie
Roode Kruiszegels doen vervaardigen.
De zegels der eerste serie, die reeds
verkrijgbaar is, dragen de beeltenis van
koning Albert, die der tweede de naast
elkander geplaatste medaillon portretten
van den koning en de koningin der
Belgen. De laatste serie zal binnenkort
gereed zijn en van 25 Januari af voor
liet publiek verkrijgbaar zijn.
Een treffende redding van het
H. Sacrament. Uit een schrijven van
een eerw. Zuster, thans verblijvend Enge
land, gericht aan haar familie, ontleenen
wij nog het volgende, omtrent de ver
woesting van Haecht, een welvarend dorp
bij Mechelen.
„Dat het klooster der eerw. Zuster
Ursulinen te Thildonck gespaard bleef,
is den lezers reeds bekend. Het bleef
gespaard, maar het is als doorzeefd van
kogels. Het dorp Haecht is bijna tot deu
grond gelijk gemaakt; van de prachtige
kerk kapei en klooster, waarin het novi
ciaat der Zusters Ursulinen gevestigd was,
is niets meer over.
Toen men te Thildonck vernam, dat
't prachtige klooster te Haecht verwoest
was, maakte men zich ten zeerste ongerust
ovet het H. Sacrament, dat men tijdens
de algemeene verschrikking niet had
kunnen redden. De eerw. overste wende
zich tot een Duitsch officier, die Katholiek
was, met de vraag, of hij wilde onderzoe
ken, of het Allerheiligste nog aanwezig
was. Hij deed dit en bracht de tijding,
dat kapel slechts één puinhoop vormden
maar dat het hoogaltaar nog recht stond
en het tabernakel nog ongeschonden was.
Alsdan vroeg de overste, of het niet het
beste was, een priester te vragen, zich
daarheen te begeven en het Alleiheiligste
naar een veiligen plaats te brengen, doch
de officier raadde dit ten sterkste af,
omdat de priester alsdan een gewissen
dood tegemoet ging. Men kwam toen
overeen, dat de overste zelf met twee
zusters per rijtuig, geëscorteerd door den
officier, en met 'n Duitschen Katholieken
soldaat op den bok, zou trachten het
Allerheiligste in veiligheid te brengen. Te
Haecht aangekomen, zetten allen zich
eerbiedig op de knieën te midden der
puinhoopen.
De officier opende met zijn sabel het
tabernakel en bracht, met den diepsten
eerbied, twee cibories gevuld met H.
Hosties en een Monstrans bij de overste,
die dit alles in een kistje verborg, dat
zij had medegebracht.
Dan keerden zij naar het rijtuig terug,
de overste hield het kistje met den kost
baren inhoud tegen zich aangedrukt,
terwijl de Zusters aan weerszijden neder-
knieldenook de officier aanbad in
stilte zijn God en Koning. Alles was
stil, eenzaam, verlaten, het rijtuig ratelde
voort langs de puinhoopen, waar eenige
dagen te voren nog een schoon dorp met
prachtige kerk, kapel en klooster geweest
was. Opeens hoorden wij een schoone
stem zingen „Groszer Gott Dicli loben
wir." Wij luisterden aandachtig toe, het
was de soldaat, die op den bok zat en
zich vereenigde met de stille gebeden,
die in het rijtuig ten Hemel opstegen.
Wij allen waren ten zeerste getroffen
door zulk een kinderlijk en levendig ge
loof en bij het afscheid gaf de overste
aan den soldaat een gedachtenis, waar
onder zij schreef„Heer, ik heb U uit
puin en asch gered, red mij door Uwe
genade."
De soldaat was zóó ingenomen met
dit geschenk, dat hij het geheele voorval
aan den pastoor zijner geboorteplaats
mededeelde. In 't klooster van Thildonck
werd nog van II andere kerken het H.
Sacrament gebracht. Op een plaats, waar
kerk en altaar verwoest waren, wist men
niet, waar het Allerheiligste gebleven
was. Den volgenden dag kwam er een
vrouw in het klooster vragen, of er een
priester met haar wilde medegaan, om
liet H. Sacrament te halen, hetwelk zij
in een oven verborgen had.
Heldhaftige daden hebben er niet ont
broken en God zal ze in zijne vaderlijke
liefde weten te beloonen."
Maasbode".)
De brief van Kardinaal Mereier.
Een redacteur van „De Maasbode" is
dr. Delmot gaan opzoeken, kapelaan der
Lieve Vrouwekerk te Antwerpen, die Zon
dig j.l. ondanks het verbod van gou
verneur Von Bissing de brief van kar
dinaal Mereier van den preekstoel voor
las.
Ik begon aldus de redacteur
met hem een compliment te maken over
zijn gevoelvol optreden, en vroeg hem,
of hij niet dacht dat zooiets wel gevaar
lijk was, en of het waar was wat ik
vernomen had, dat dit met beslistheid
was verboden door de Duitsche auto
riteiten.
Hierop liet hij mij het bekende verbod
zien hetwelk vergezeld was van onder
staande getypt© verklaring
VERKLARING.
Ik verklaar, een afdruksel der, van zijne
excellentie, den heer generaal gouverneur
van België, aan de geestelijken van het
diocees Mechelen, gerichte bekendmaking
van 7 Januari 1915 no. 3796, ontvangen
te hebben.
Onderteekening:
Parochie.
Mijn zegsman had echter beslist ge
weigerd dezen brief te onderteekenen daar
volgens zijn beweren door Freiherr Von
Bissing, oen bevel van den kardinaal niet
kon worden te niet gedaan.
Op mijn verder vragen wat zijn eer
waarde van den toestand dacht, kreeg ik
ten antwoord, dat de D.uitschers in alle
opzichten hoffelijk waren en zoover hem
hekend geworden was, is er tot nog toe
geen dienst verstoord geworden. Doch wel
was, volgens hem, sinds den oorlog een
veel grooter kerkbezoek waai- te nemen.
Onder andere vertelde hij mij, dat de
vorige week hij het feest van het Hei
lig Hart, de liberale burgemeester, de
heer Jan de Vos, om een plaats heeft
laten vragen, en niet-officieel de plech
tigheid had bijgewoond, alsook de liberale
senator Van deir M ooien.
Daarop vroeg ik hem: „En wat denkt
u, moeten de Belgen, die in Nedelrlanu
wonen, naai' huis komen?"
Nu kwam ex vuur in den eenvoiuligen
man en met overtuiging zei hij„maak
toch in uw blad bekend, dat menschen,
zonder middelen, maar daar moeten blij
ven, doch dat het, volgens mij, zeer goed
zou zijn als er wat m-eer vermogende
Belgen terug kwamen om met ons te
probeeren onze minder bedeelde stadge-
nooten te ondersteunen.
En wil p ook eens aan de menschen
zeggen, dat ca- in de Nederiaiiclsclie cou
ranten vreeselijk wordt overdreven. Ik
las zoo pas nog, dat de pastoor van de
St. Jacobs gevangen genomen is, dit is
b e s 1 is t niet waar. Volgens mijn weten,
was aileen do pastoor van Schooten ge
vangen genomen, doch weer direct los
gelaten". i
Ik nam hiermede afscheid van hein
en ging heen met het gevoel, dat er
nog een andere moed bestaat, dan dia
met het zwaard.
De gruwelen van den oorlog.
PARIJS. (Van den Parijschen corres
pondent van „De Tijd").
Onder de brieven van liet front, die
in do dagbladen werden gepubliceerd of
die ik van vrienden en kennissen ter
inzage kreeg, heeft mij geen zoo'n pak
kend denkbeeld kunnen geven van de
afgrijselijke dingen, welke daarginds ge
schieden als het volgende schrijven,
hetwelk dezer dagen mijn bovenburen
ontvingen, wier man en broeder als
infanterie-officier in de loopgraven staat
De laatste krijgsverrichtingen bij Che-
vancourt moeten u wel verontrust hebben,
omdat ge mijn vorigen brief kreegt uit
dat dorp. Ik las gisteren het rapport van
den staf in de „Berliner Zeitung" en
breDg u zoo spoedig mogelijk op de hoogte,
hoe ik het er af bracht, ik hg met mijne
manschappen, van wie er verscheidene
den heldendood stierven of naar een
hospitaal vertrokken, in de achterhoede,
want ons bataljon is de eerste week niet
bruikbaar.
Wanneer ik u alles vertelde, liadt ge
geen rustigen nacht meerhet is haast
niet te beschrijven.
Sinds een week lagen wij ongeveer
honderdvijftig meter van elkaar en eiken
dag bracht de Fransehe schacht wat
dichter bij die der vijanden. Wij zijn op
dezen steenharden bodem nietminderdan
mijnwerkers en daarom zeg ik maar
schacht.
De situatie werd hoe langer hoe pijn
lijker, vooral omdat verscheidene Duitsche
gesneuvelden bij een paar bestormingen
waren blijven liggen in het veld en blijven
hangen in onze prikkeldraden, waaruit
ze onmogelijk verwijderd konden worden.
En dagen lang reeds streek de Westen
wind in ons gezicht een afgrijselijken
lijken stank. Nog ergerhet plasregende
met tussch°npoozen, en 's avonds, als
een windvlaag over de kuilen streek,
fonkelde het water, alsof zich daar gloei-
wormen bewogen het was gephosphori-
seerd door ontbindende lijken en de dood
gaf ons bijna eiken nacht licht-signalen.
Wij vroegen een wapenstilstand en ik
werd aangewezen als gedelegeerd officier.
Wij nemen een witten doek en ik hijsch
me over de verschansing. Ik ga tot het
midden en zie een Duitsch officier op mij
afkomen. Ge raadt nooit wie liet was.
Franc. Bden ingenieur, dien wij 't
vorig jaar in Miinchen ontmoetten. Ik
zou geen echte Franschman zijn, als ik
bij die [omstandigheden mijn verrassing
liad kunnen verbergeu. Wij stonden ver
steld, zeiden geen woord, maar ik geloof,
dat wij elkaar bijna om den lials vielen.
Ik geef hem de hand en vraag naar zijn
vrouw. Hij droeg het IJzeren Kruis naast
een medaillon. Welk een weerzien van
twee vriendenMet een paar woorden
laat hij mij 't medaillon zien met liet
portret van zijn vrouw. Ik, nog altijd
verbaasd, zeg hem iets zonderlings. Toen
praatten wij ook over u, lieve en ik
herinnerde mij opeens, dat hij over twee
dagen zijn naamdag viert. Wij praatten
zelfs over den wapenstilstand, maar liij
had strikte orders. Er kon niets van
komen.
Welk een afscheid, ge begrijpt het 1
Ik heb den geheelen dag aan hem ge
dacht. 's Avonds liet zich een varken
vangen bij onze compagnie, dat in een
van de zij-graven gevallen was en ik
kreeg van mijne manschappen ge laan,
dat het naar den overkant gejaagd werd,
niet een adres en een gelukwensch aan
mijn vriend Maar het toeval wilde, dat
de Duitschers liet in liun hoofd kregen
om een nieuwen aanval t e doen op dien
noodlottigen verjaardag. Niemand wist
beter dan ik, wat hen wachtte het voor
plan onzer loopgraven is ondermijnd, de
loopgraven zelf, het achterplan en geheel
het westelijk stuk van het dorp. Ieder
oogenblik kunnen wij een veroverde
hectare in de lucht laten vliegen, wanneer
een Duitsche compagnie haar betreedt.
Ik heb nog nooit zulk een neerslachtig
heid en wanhoop gevoeld en zoo'n
tweestrijd tusschen plicht en deze ramp
zalige vriendschap. Mijn hart was letterlijk
ver.-cheurd en ik kon nauwelijks denken.
Het gevecht begon met een kort bom
bardement, dat drie onzer mitrailleurs
onklaar maakte. Onmiddellijk daarop
begon een overstelpende bestorming. Het
gebeurde buitengewoon snel, aan onzen
linkerkant werd een loopgraaf geforceerd.
Er moest gehandeld worden. Ik ijl nu
naar het electriscli contact omdat ik links
en rechts reeds ontploffingen zie Door
mijn hersens vliegt de gedachte aan mijn
Duitschen vriend, zijn vrouw en hunne
kinderen. Ik voel den knop, ik druk,
neen, ik druk nog niet, ik hoor het getier
der soldaten dichter bij, ik druk en
schrik weer terug, druk weer niet; er
tuimelen een paar kameraden om me
heenik druk en de vonk vliegt in
het pyrineik hoor een oorverdoovende
ontploffingik wordt tegen den grond
gesmaktin ieder deeltje der luchtruimte
was rook en vuur, want in de kazerne
hadden wij een belangrijken voorraad
ammunitie opgeborgenhet is een la
waai als de losbranding van vijftig zware
batterijen, de toren der kerk waggelt en
stort in van dien vulkaan en een kwar
tier later regende er nog fijn puin uit
die ontzettende verwoesting.
Hoeveel erin die seconde gevierendeeld
en uiteengespat zijn, weet niemand van
ons, maar de aanval was gestuit. Geen
mensch zal u een beter beeld van de
gruwelen van dezen oorlog kunnen geven,
waarin zooveel ontzettende gebeurtenis
sen plaats hebben in minder dan een
minuut. En ik zie voortdurend onzen
vriend Franc; Bmet wien ik dat
tragische gesprek moest voeren en die
nu uifeengescheurd op het slagveld ligt.
Joffre.
Hoezeer men ook van Duitsche zijdet
het militair© karakter van Generaal Joffre,
zoowel als 't vernieuwde Fransehe leger
hoogstelt, blijkt uit. bet feit, dat ons uitl
Duitsche bron de volgende beschouwing
van de Duitschgezinde „Neue Zu richer
Zeitung" dcet toekomen
„Sedert Joffre het opperbevel heeft, ont
sloeg of verving hij niet minder dan 7
generaals, een getal dat intussehen nog
moet zijn toegenomen. Van alle „politieke"
generaals en legercommandanten, dit wil
zeggen van hen die hun positie te dan
ken hadden aan de tusschenkomst van
politiek© machthebbers is er maar één
enkele overgebleven, n.l. generaal Sax-
rail, die groot© strategische bekwaamheid
heeft getoond. De geringste misslag bij
de aanvoering der troepen wordt streng
gestraft. Men schat het getal der op die
manier „gemaszregelte" hoogere officie
ren op niet minder dan 150. Niet alleen
heeft Generaal Joffre de bevelvoering in
het Fransehe leger verjongd, doch hij
heeft ook voortdurend de lichamelijke en
geestelijk onbekwamen systematisch ver
drongen en. den algemeenen militaireh
geest sterk bevorderd. Die hecatombe der
politiek© generaals is natuurlijk niet zon
der tegenstand afgeloopen, doch Joffra
bleef onvermurwbaar en toen op zekeïc(a
dag een hooggeplaatste persoonlijkheid er
bij hem op aandrong zekere besluiten
terug te trekken verklaarde hij met be
slistheid, dat als men deze pogingen zou
voortzetten hij dan den degen aan de
kapstok zou hangen".
Het Suez-kanaal.
De bladen vernemen uit betrouwbare
bron, dat de Turken, vreezende dat een
landing van troepen in Syrië hun ver
bindingslijnen zou bedreigen, don voorge
nomen Egyptischen veldtocht heelemaal
hebben laten varen.
De toestand van het Bagdad-leger moet
jammerlijk zijn. De commandant van
het te Napels binnengekomen stoom
schip „Treves" verklaart, volgens de Ita-
lioansche bladen, dat de verdedigings
maatregelen door de Engelschen aan het
Suez-kanaal getroffen, overweldigend zijn.
Te Port-Said zijn ©en aantal stations voor
vliegtuigen ingericht, welke onophoudelijk
verkenningstochten uitvoeren. Volgens een
telegram uit Constantinopel aan de „Vos-
sische Zeitung" wordt het Suezkanaal
uiterst scherp bewaakt. Te Port Said zijn
de stations opgericht voor vliegers die
voortdurend verkenningstochten boven
beide oevers van het kanaal ondettie-
De wijn requisitles
WEERT In de Belgische Kempen zijn
door de Duitschers in verschillende ge
meenten in den grond gestopte hoeveel
heden wijn opgegraven. De burgers wei
geren hier en daar om het opgelegde aan
tal flessclien wijn te leveren; zooveel mo
gelijk verdoelen de burgemeesters de leve
ringen ponds-ponds-gewijze over de bevol
king. Wie geen wijnkelder bezit wordt
voor geld aangeslagen. De dorpen, die
niet het bepaalde aantal flessehen wijn
hebben opgebracht, kregen eene extra
zware belasting van andere artikelen.
Waar de Duitschers vermoeden, dat wijn
in voorraad is, hoewel hiervan geen aan
gifte is geschied, worden door hen stren
ge huis(kelder)zoekingen verricht. Op de
eventueel gevonden wijn wordt beslag ge
legd; de burger hoort dan nog wel wal
van de Duitsche overheid. Te Genck, het
centrum van het nieuwe in ontginning
zijnde kolenbekken, werden 3000 flessehen
opgevorderd en zonder dwang ingeleverd;
Sutendael bij Hasselt moet 500 flessehen
wijn leveren.
Een proclamatie. Door den gouv.-
generaal van België, Freiherr von Bissing,
is oen proclamatie uitgevaardigd, bepa
lende, dat uiterlijk 15 Januari door de
burgers alle vuurwapenen, degens, sahels,
kruit en patronen moeten worden inge
leverd ten raadhuize bij de burgemeesters.
De gouverneur moedigt het inleveren aan
door een premiestelsel; wie binnen den
uitersten termijn een geweer of bajonet
inlevert, ontvangt eene belooning van U/2
franc.
Von Falkenhayn junior neergeschoten.
Renter verneemt uit Parijs merkwaar
dige bijzonderheden over het neerschieten
verleden Zondag van een „Taube"
bij Amiens. Toen op dien dag een der
meest ervaren Fransehe vliegers met een
officier als waarnemer naar de Fransehe
linio's terugkeerde, werd bij Itijssel een
vijandelijke vlieger opgemerkt. Men besloot
jacht op hem te maken en zette dus de
motoren aan. De vervolging duurde een
uur en werd zóó handig verricht, dat de
Duitsche vlieger dacht, dat hij het ge
vaar ontkwam; hij ontdekte zijn fout te
laat Toen hij ongeveer twintig meter van
zijn tegenstander af was, nam de Fransehe
officier-waarnemer hem rustig op den kor
rel van zijn repeteergeweer en gaf vier
schoten af in geregelde -opvolging. Het
eerste schot trof den Duitsche officier
waarnemer midden in het hart (het bleek,
dat hij de zoon was van generaal v,
Falkenhayn, den chef van den generalen
staf); hel tweede en derde schot troffen
den bestuurder, het vierde raakte de ma
chinerie. Plotseling begon de „Taube" te
dalen en kwam neer midden tusschen de
Fransehe stellingen. De Fransehe machine
bereikte slechts enkele nieters verder den
grond. Toen volgde een treffend tooneel.
De twee bestuurders liepen o-p elkaar toe
en terwijl de Duitscher zijn ongewonden
hand uitstak, zeide hij„Hoewel mijn
vlucht mislukt is ben ik er trotseh op een
man, als gij zijt, tot mijn tegenstander
te hebben gehad."
Kapitein v. Falkenhayn was dadelijk
dood geweest. Het eenige papier, dat bij
hem gevonden werd, was een klacht van
zijn vader, dat het vliegerskorps niet die
goede diensten had bewezen, welke men
ervan verwacht had.
Da groote leening.
Wat allen hebben gehoopt, is geschied.
De leening werd volteekend.
In weerwil van de minder gunstige
berichten, die nog eenige da,gen vóór het
sluiten der inteekening liepen, is liet be
drag bereikt. Onze Staat heeft de 275
ihillioen, die er voor de bijzondeie maat
regelen noodig zijn, ter geschikking ge
kregen.
Meer dan dat, de geweldige som werd
verre, zeer verre overteekend!
Ziedaar vervuld de hoop, die meer
deren hebben gekoesterd zonder zó luide
te durven uitspreken.
Want, zooals door gezaghebbende fi
nanciers verzekerd werd, de financiëele
toestand van ons land was zóó bijzonder,
dat inen zich aan voorspellingen niet kon
wagen, dat eenig-e zekerheid niet bestond
©n dat zelfs door den heer Patijn het
denkbeeld aan de hand gedaan werd de
leening liever een 50 millioen lager te
stellen.
Ziehier dan de leening geworden tot wat
men in zijn beste wenschen noemdeeen
scliitterend, een klinkend succes.
Er was dan tot ons volk ter ètegei
doorgedrongen de overtuiging, dat hiel]
het vaderland moest geholpen worden,
maar dat ook met het verleenen van
hulp do meeste ernst moest worden ge
maakt, omdat het gold een financiëele
krachttoer van de eerste orde.
Het nuchter cijfer zegt u, dat niet aan
stonds; slechts nadenken en vergelijken
doet den enormen omvang van het ge
vraagde bedrag bevroeden.
In dit opzicht heeft de agitatie, welke
rondom het leeningsontvverp is gemaakt,
hoezeer ze te betreuren is, toch haa.11
goeden kant gehad, doordat ze heeft hij-
gedragen tot het besef van de extra ordi
naire hoogte der te leenen som.
Nu eenmaal tot de leening besloten
was, spoorde dat besef nog te meer aan
om alle krachten in te spannen, daar
toch ieder het weslagen wensohte.
Ieder?
Stellig. Immers in de Kamers hebben
woordvoerders van alle partijen omtrent
hun goede wenschen, geen twijfel gelaten.
Teekenend was ook de flinke inteelke-
ning, de daad, die vooral in deze tij
den meer waard is dan woorden, van
de financiëel-sterkste socialistische orga
nisatie, de A. N. D. B., welke haar daad
nog veredelde door de eerlijke erkenning
van haal" voorzitter, dat de arbeiders je
gens de Regeering ook een plicht van,
dankbaarheid hebben.
Aldus is de nationale krachttoer door
eendracht van heel ons volk grif gelukt,
veel meer dan geslaagd.
Dat kan niet anders dan ons dierbaar
land ten goede komen in de schatting
der andere natiën, waaronder Nederiand's
neutraliteit, naar het woord van Dr. No-
lens, ook haar benijders heeft.
Naast stipte naleving van de moeilijke
plichten dier neutraliteit, naast eervolle
daden van naastenliefde, waarmee ons
volk reeds jegens de bijna millioen Bel
gische vluchtelingen een begin heeft ge
maakt, kan tol verzekering onzer inter
nationale positie bijdragen deze onmis
kenbare toets van Nederiand's materiëele
kracht., de steun, welke de Regeering bij
ons volk in zoo overvloedige mate vindt
(„De Maasbode").
De Knobbelvoet der Lucerne.
In de laatste aflevering, van den 20en
jaargang van het „Tijdschrift over Plan
tenziekten", uitgave van de Nederland-
sche Phytopathologische Vereeniging, on
der redactie van prof. dr. J. Ritzema
Bos komt een artikel voor van prof. Rit
zema, getiteld: „De knobbelvoet der lu
cerne, veroorzaakt dooir Urophyctis
alfalfa© Magn". Na eene uiteenzet
ting van de beleekenis der lucemöbeelt in
de verschillende provinciën van Neder
land, warden de uiterlijke verschijnselen
dezer ziekte, die in den laatsten tijd in
Zeeuwsch-V laan deren en Zuid-
Be v e 1 a n d op meerdere plaateen door
hein werd waargenomen, besproken.
Zeer vallen de groote knobbelvormigö
opzwellingen aan den stengelvoet der aan
getaste planten in 't oog. Deze planten
blijven zeer ten achter mi haren gloei;
zij bereiken slechts 1/3 of J/4 van de nor
male lengte, ja sterren soms geheel af.
In de knobbels bevinden zich de bruine
oösporen van de wierzwam, welke de
ziekte ziekte Veroorzaakt. Als bestrijdings
maatregel wordt vooreerst aangegeven hot
uitgraven der aangetaste planten niet de
omgevende aarde, en het onschadelijk ma
ken van deze door verbranding of be
graving met ongebluschte kalk; verder
moet in meerdere jaren op "besmetten
grond geen lucerne geteeld worden; ook
moeten de voor de cultuur van "dit ge
was bestemde terreinen goed wordeli
drooggelegd. "(N. R. Crt.)
Men schrijft ons uit Boschkapelle:
Tot veler teleurstelling is ook de tweede
poging van het Zeeuwsehe Bemiddelings
bureau mislukt, om de hoeveelheid Chili
Salpeter aan te koopen, die door vereeni-
gingen en particulieren aan dit Bureau
was besteld. Als de handelstoestand, ver
oorzaakt door den oorlog, niet spoedig
verandert, zal het er dit jaar hoogst
waarschijnlijk slecht uitzien voor eene be
hoorlijke Chili-bemesting.
MIJN KONING.
Geheugt het u, mijn vriend? Wij tuurden op den zoom
van 't denhosch naar 't gedraaf der Gidsen rood sehadron
dat „sabre au cl air" ontzaglijk 'tgrootsc.h gevecht begon
en rende in blauwigheid van kruit- en uchtenddoom
Plots bleeft gij aarztend staan en tluisterdet vol schroom:
„Daar staat iemand"; en herfstig viel wat vage zon
ginds, aan den boord van 't bosc-h, op 'tgoud hrocaalgalon
van eenen blonden officier die bij een boom
stond lijk een schim en naar de verte keek,
zijn oogen strak, vol zloirg, getwijfel, hoop,
daar God alleen van alles uitkomst wist
Abonnementsprijs p. 3
Afzonderlijke numme
Advertentiën worden
half drie en Vrijdag
De abonné's op dit blad,
directie uitgereikte polis,
daarvoor vastgestelde 1
GRATIS verzekerd
En gij, mijn vriend, gij wendt van trotsheid bleek
en toen mij ook begeestering bekroop,
hoorde ik u zacht: „Respect!De Koning is 't".
Aan Zijne Majesteit
Koning Albert.
KAREL VAN DEN OEVER.
(Uit het „Centrum"
De toestand
Het belangrijke voordeel
hij Soissons werd behaal
troepen die generaal Vcl
Laon had doen aanrukken
Geld is de zenuw van d
niet minder het mensch
die partij welke voortdun
in de gelederen met ni
manschappen weet aan
er het beste voor. Ree
Duitschland vergeleken b
Frankrijk over een veelf
aantal beschikt doet een
weermacht in het rijk vl
moeden, terwijl het ster!
militaire karakter van
vergelijking van Frankri
vooral, die weermacht
mogelijke kwantum wist
Zelfs als het cijfer vi
manschappen, dat het
staande leger der Duitsi
dreven is, is dat leger to
De militaire medewerker
die toch zeker deu toe
sellers niet rooskleurigei
dan die is, komt) tot d
Duitschland achter de 4.9C
soldaten, waarover het 1
van den oorlog aanstonds
nog een reserve had var
die thans zeker in het v
nog eerder, beschikbaar
Er is dus voor de ve.
aan gelegen te zorgen dl
Jijke weermacht tegen d
land opgewassen blijkt
wijzen er in Engeland
durend op, hoe noodza
de weerbare mannen (e.
geen dienstplicht) zich v
leger disponibel stellen,
schat men liet aan het
Engelsche leger op een
Fransehe veldleger, dus
man. Het heeft zeer zw.
leden en lijdt die nog, zo
autoriteiten voortdurend
zijn op aanvulling. Hieri
nogal wel en zelfs kaï
breiding worden gerekei
Ook verluidt, dat het d<
leger weldra verjongd
getale van 100.000 geoef
pen de Duitschers zal
Eu wat het Fransehe lef
generaal Joffre enorme 1
raad hebben om die
oogenblik te gebruiken.
Gf met dat al de beci,
Franschen generaal Lac
bondgenooten meer sol
dan aan de Duitschers
twijfeld worden.
Zelfs in Duitsche krin:
dat de voordeelen te
geen verderen invloed
krijgsverrichtingen zulle,
blijtt het Duitsche leger'
v. d. generalen staf
„Frankrijk belegeren" en
„afknabbelen".
Of er dan niets verani.
Het schijnt, dat het Du|
waarmede de eindo verve
werd beschouwd, aanrnt
slinken.
Een briefschrijver va
meldt daaromtrent de vol
Een Duitsch zeeofficié
ben diende, schrijft ovl
van de Turken voor de;
log"„Zij kussen de
eeren ons Duitschers als
met dat al is er van dei
toon der eerste tijden
de gesprekken van de 1
meer te bespeuren. Eef
schrijft uit een groote
geestdrift op straat, va
gejuich in de koffiehui
niets meer. Maar hij ieo
al de kerken tot dring I
menschen, die bidden
kingen in den oorlog."