No. 5. UIT DE PERS. Kunst en Letteren. posterijen en Telegrafie. Gemengd Nieuws. Leen aan dit tijdig en krachtdadig ingrij pen, hoe treurig ook in zijn gevolgen, is het te danken, dat erger werd voor komen. Ware anders gehandeld, dan zou ongetwijfeld de geest van verzet zich krachtiger hebben ontwikkeld en tot ern stiger ongeregeldheden aanleiding gege ven hebben. Militair bericht. Naar aanleiding van het bericht, dat een Duitsche patrouille bij Hoogerheide onze grens zou hebben overschreden en toen niet is geïnterneerd, doch weder over de grens zou zijn teruggewezen, schijnt nog misverstand te heerschen. De handeling van den Nedeiiandschen commandant in deze is volkomen juist, in overeenstemming met de daarvoor vast gestelde regelen. Artikel 11 van het verdrag nopens de rechten en plichten der onzijdige mogend heden enz. bepaalt: „De onzijdige mogendheid, die op haar grondgebied troepen toelaat, tot de oorlog voerende legers behoorende, interneert deze, voor zooveel mogelijk, ver van het oorlogstooneel verwijderd. Een patrouille van enkele manschappen echter, die verdwaald is en daardoor over onze grenzen is geraakt, kan niet be schouwd worden als toegelaten tot ons gebied. Dit zou eerst het geval zijn, als ze onze grenswachten is gepasseerd. Blijkt bij ontmoeting met deze, dat zij> zich .on bewust op ons gebied bevindt, dan wordt haar aangezegd, dat zij niet kan worden toegelaten, tenzij zij zich laat interneeren. Is de patrouille dan onmiddellijk be reid ons grondgebied te verlaten, dan is er geen reden haar te interneeren, wijl zij niet is toegelaten. Slechts als de pa trouille zou weigeren, ons grondgebied te verlaten, zou zij moeten worden ge ïnterneerd. België handelde in 7071 eveneens. („De Tijd") De vermogens boven f75.000. Uit de pas verschenen „Jaarcijfers 1913" blijkt, dat het aantal aangesiage- nen in de Vermogens-belasting in het dienstjaar 191314, vergeleken bij het daaraan voorafgaande, van 99.803 tot 101.797 is gestegen. De getallen van de aangeslagenen voor vermogens boven f 75 000 (die dus in de gedwongen leening zouden worden aan geslagen, maar dan volgens den vóór 1 Mei 1914 vastgestelden aanslag over het dienstjaar 1914/15) zijn de volgende: 75,000 100,000 150,000 200,000 300,000 500,000 750,000 1,000,000 1,500,000 2,000,000 5,000,000 10,000,000 tot 100,000 150,000 200,000 300,000 500,000 750,0' 0 1,000,000 1,500,000 2,000,000 5,000,000 10,000,000 en daarboven 5293 5600 2772 2689 2070 878 378 335 134 165 18 7 Het totaal bedrag der vermogens vol gens de gegevens der Vermogensbelasting over genoemd jaar is dan 7607 millioen. Trekt men hiervan het totaal der ver mogens beneden f75,000 at, dan blijft 5254 millioen. Alle rubrieken van bovenvermeld staat je vertoonen bij het daaraan voorafgaande vergeleken, eenigen vooruitgang die tot aan f 3000,000 met tientallen die daar boven m«t enkele eenheden. Er zijn acht één-millionairs bijg-komen, terwijl de hoogste drie rubrieken een vooruitgang van elk één vertoonen. („De Tijd"). De Koningin in Limburg. Omirent den inspectietocht van II.M. in Limburg wordt uit Maastricht aan „Het Centrum" geschreven Maandagochtend ongeveer half twaalf arriveerde H. M. de Koningin per extra- trein, bestaande o.a. uit 5 salonrijtuigen, te Maastricht. Bij het station stonden duizenden menschen. H. M. werd begroet door den Commis saris der Koningin en was vergezeld door freule Sloet, generaal J. Schimmelpen- ninck, baron Bentinck en Jhr. Quarles van Üfford, ordonnance-ofticier. Per auto werd gereden langs den kort- sten weg naar het gouvernementsgebouw in de Bouillonstraat. H. M. werd geest driftig toegejuicht. in het Gouvernementsgebouw werd de Koningin verwelkomd door mevrouwRuys de Beerenbrouck. Ongeveer 70 personen uit alle deelen der provincie verschenen ter receptie, allen bestuursleden van vluchtelingen-comité's van plaatselijke steuncomité'sen Roode Kruis afdeelingen. Zoo werden aan H. M. voorgesteld hoeren uit Maastricht, Roermond, Venlo, Kerk- rade, Sittard, Heerlen, Weert, Valken burg, Eijsden, Houthem. Nadat H. M. de thee gebruikt had bij mevrouw Ruys, verliet de Koningin weer het Gouvernementsgebouw per auto, be zocht enkele posten en wachten en ver trok daarna in de richting Roermond, om onder weg nog even te iuspecteeren de troepen uit Maastricht, die dien mor gen waren uitgerukt voor een militairen marsch. Dinsdag keerde H. M. in de residentie terug. Koninklijk bezoek. Maandag heeft Z. K. H Prins Hendrik met gevolg een bezoek gebracht aan het R. K. Instituut voor doofstommen te St. Michiels-Gestel, waar de Prius werd verwelkomd door den directeur van het Instituut, den hoogeerw heer Mgr. A. Hermus. Zooals bekend, is het fraaie Doofstommen-Instituut bij het begin dei- mobilisatie ingericht, om bij geval van oorlog te dienen als hospitaal van liet Roode Kruis. Het instituut beschikt daar voor over driehonderd bedden. In de bestuurszaal werd een korte vergadering gehouden, waarin de secreta ris der Roode Kruisafdeeling te St. Michiels-Gestel, de heer Th. Spierings, verslag uitbracht over hetgeen in die gemeente door het Roode Kruis is tot stand gebracht Na deze vergadeting bezichtigde de Prins onder leiding van Mgr. Hermus, de ziekenzalen. Voorts bezocht de Prins de verschillende klassenlokalen, de gym nastiekzaal enz. In de hoogste klasse werd de Prins welkom geheeten door een aardig toespraakje van een der leerlingen. Z. K. H. toonde voor alles groote belang stelling en drukte meermalen zijn be wondering uit over hetgeen hij had gezien. Zeer voldaan verliet de Prins na een uur het Instituut, om zich vervolgens naar het Seminarie en het onderwijsinsti tuut der fraters „Ruwenberg" te begeven. Het systeem. Het „Nieuws van den Dag" doet uitko men, dat de gevangenneming van kardi naal Mercier het gevolg is van het Duit sche systeelm. Het blad bekijkt de zaak ironisch van Duitsche zijde en schrijft: „Is er iets indruk,wekken dors dan de kracht van he|t militaire systeJem? Is 't mechanisme niet bewonderenswaardig:, dat de Duitschers tot zoo hooglet vo-ffco- mendheid gebracht hebbeneen he-el volk, welks individuen plotseling, hersens en lichamen, deelen worden van een stelsel, met rang in de plaats van voortreffelijk heid, mechanisme in plaats van vrije ont wikkeling; een machine, waarin volstrekt alles wordt opgeofferd aan dat eene oog merk: de verplettering van den tegen stander. Het is bewonderenswaardig, als een grootsohe, haast onverbeterlijke im- kani-ek. Maar een mekaniek blijf: het. En dus staat het beneden den vrijen mensc|h. „He.t paste, bijvoorbeeld, in dal sy steem, vooraf te bepalen hoe er gehandeld moest worden tegenover vrijschutters, te gen verzet in geoccupeerd gebied, tegen over een min of m-eeir vijandige bevol king. Een parool werd uitgegeven, bij voorbaat, en natuurlijk stipt opge volgd. Niet-strijcters, die vijandige daden pleegden of beraamden, werden neerge veld. Dorpen, geheele steden veriant-, woordelijk gesteld vooir ondersteld mis- drijf van enkelen. Va© victisl Zwaar drukt de vuist van den sterkere Kon he;t anders Wij stellen ons voor 't oogen- blik geheel op Duitsch standpunt, nemen aan, dat de militair© overheid zich nooit vergiste, nooit onnoodig ruw optrad, dat de meerderen hun minderen altijd in toom hielden.Hoe moesten zij anders doen? België werd bezet, vooruit moest het le ger. Dur-chhauenl Voorwaarts en niet omzien. „Maar er bestaat nu eenmaal niets ter wereld, da,t van één standpunt bezien mag worden. Het oogpunt der „militaire noodzaak" is er één; dat van den bur ger1, wiens land door vreemde troepen overstroomd wordt, is het andere. Dat moet zelfs den Duitsoher duidelijk zijn, indien hij zich eens in het zeer eenvou dig geval verplaatst, dat de. verhouding in aantal tussc-hen Belgen en Duitsc.hers omgekeerd ware: dat een klein Duitsch land de invasie yan een .groot België te verduren had, ongeveer 't geval, waar in een eeuw geleden de verbrokkelde Duitsch© slaten verkeerden tegenover Na- peleon. „Van Belgisch standpunt nu wordt het militaristische, systeem vermoedelijk niet bewonderd. De militaire noodzaak van den vreemdeling laat hen koud. Zij voe len slechts de.n inval, ondervinden zijn nameloos wee-. „Burgemeester Max heeft uiting gegeven aan dat gevoel. Thans deed kardinaal Mercier het. Burgemeester Max en kar dinaal Mercier zijn gevangen genomen. Volkomen terecht dunkt ons van het standpunt van dein overwinnaar ge^ zien. Wie zulk optreden, zulke 'taal (waar (of niet waar; waardig of niet) duldde, hij zou den indruk geven van zwakheid. En wie slechts met geweld regeert, mag nooit zwiak lijken. Maar ziedaar nu, waar het systeem faalt. Ten slotte blijft ©en mensoh een mensch, of hij in een veroverd land leeft, onzijdig is, of zelfs lot dei natie der veroveraars behoort. De arrestatie van burgemeester Max zal vooral hij de neu tralen indruk gemaakt hebben. Diie van den kardinaal-aartsbisschop van Jteohee len zal ©en trilling doen gaan door de heel© wereld. Ook door Duitschland. En niet alleen in de zuiver' katholieke landen, óók in Duitschland. Een deirde deel der bevolking van hel Duitsche rijk is katholiek. Het „Nieuws" meent ten slotte, dat men de arrestatie van den Kardinaal niet zal durven handhaven, uiit vrees Voor de publieke opinie, vooral in de Ka tholieke wereld. Wij zullen afwachten! („De Tijd") Weemoedige Kerstgroet. Tot de Vlaamsche ballingen zoo le zen wij in „De Tijd" die in Noord- Nederland een vertroosting vonden in "donkere dagen, behoort de dichter Karei van den Oever. Zijn familie werd dooi den oorlog naar alle zijden verstrooid, en bijzonder gevoelt hij liet gemis van zijn broeder, den weleerw. heer Korn. van den Oever, die als aalmoezenier den veldtocht mede maakt en thans aan Yser en Leie te midden zijner landgenooten een heerlijk voorbeeld geeft van de troost en de kracht der priesterlijke roeping. Met Kerstmis herdacht de kunstenaar den afwezige met het volgende gedicht, hetwelk hij ons ter plaatsing toezond Afwezigheid. Aan mijn Eerw. Broeder Korn. van den Oever, op het slagveld. Ik weet in Vlaandren ievers ver, in 't druischend moordgewoel, een luttel diDgs, een kleinigheid: een leegen, stillen stoel. Die staat er weken, maanden reeds voor 'toud liarmoniom, dat zonder spel nu treurt en zwijgt, geluidloos, koel en stom Waar bleef hij, die in dezen stoel eens vroom van Vlaandren zong, soms 's avonds, 's zomers, als er zwoel een avondlucht daar hong? Waar bleef hij, die zoo vreugdig soms daarin 't „Pascalis" hief, eens, 's morgens als glycienengeur er roomzoet rook en lief? Waar bleef hij, nu het Kerstmis werd 't „Adeste" 2) zotig hij niet En droevig was die Kerstmis nu, ach, zonder spel en lied Waar bleef bij? God, de regen drupt en langs mijn ruiten drijft En niemand zegt me waar, waar toch mijn goede broeder blijft Baarn. KAREI, VAN DEN OEVER. Hier wordt gezinspeeld op de Paufcbliymne „Victimac paschali". ReJ. N. Z. Crt. 2) Hier wordt gezinspeeld op het bekende Latijnsche Kerstlied „Adeste fileles". Red. N. Z. Crt. Behandelde telegrammen en telefoongesprek ken gedurende het jaar 1914 Tele Telefoon- Kantoren. grammen. gesprekken Goes 51073 124056 Baarland 514 747 Boii-ss-elen 1265 1900 Colijnsplaat 1270 1792 Driewegen 487 652 Ellewoutsdijk 781 866 's Gravenpolder 1199 2599 "s H. Arendskerke 1359 1810 's Heerenhook 1104 1050 's H. H.Kinderen 195 Heinke-nszand 1070 605 Hoedekenskerke 752 1128 Kamperland 1237 1493 Kapello 2663 3232 Kats 562 573 Kloetinge 1149 Kortgene 2073 3672 Kiuiningen 2474 2077 Kwadendamme 457 676 Nieuwdorp 901 1535 Nisse 419 306 Oudelande 593 918 Ovezande 993 1091 Rilland 2088 2583 Schor© 1572 1637 Waarde 718 1391 Wissekerke 868 995 Wolphaartsdijk 1848 800 Totaal 8168*2 160184 Gedurende het jaar 1913 bedroeg het totaal behandelde telegrammen 69621 en het totaal behandelde -gesprekken 123605. Het avontuur van een li uw e- 1 ij k s r i n g. Op een der tochten van vluchtelingen bij de Zeeuwseli-Vlaam-clie grens trof de correspondent van „De Tijd" een jonge vrouw aan, wier lotgevallen bijzonder ontroerend waren. Ziehier het verhaal, zooals het hem door de lotge- nooten uit haar onmiddellijke omgeving werd meegedeeld „De jonge vrouw, geboren uit de ge fortuneerde middenstandsklasse, was se dert twee jaar getrouwd met een zoon van zeer fatsoenlijke lieden, maar een zwakkeling, die herhaaldelijk aan den drank was verslaafd, en die dikwijls zoo wel zijn moeder als zijn eclitgenoote groot verdriet veroorzaakte. De vrouwen leden stille armoede en hielden nog altijd de familieer hoog. Zoo erg neep de nood, dat bij het uitbreken van den oorlog de man besloot, het laatste kleinood, den gouden huwelijksring met diamanten steentje, door hem op den dag zijns hu welijks aan de jonge vrouw geschonken, te verkoopen. Inmiddels had de mobili satie plaats en ook de man werd opge roepen. Hij vocht een tijdlang dapper mee bij Luik en zijn chefs waren zeer tevreden over hem, zij prezen zijn moed, zijn doodsverachting en vaderlandsliefde. Terwijl hij op een nacht op een wacht post stond, liet hij zich evenwel verlei den om zich in een naburig estaminet te bedrinken. Uit zijn roes ontwaakt, dorst liij niet meer in het leger terug- keeren, legde zijn militaire kleeding af en zwierf door België rond van de eene stad naar de andere. Den jongsten tijd had hij zich aangesloten bij de slechte gezelschappen, die de verwoeste steden en dorpen van Belgie aftrekken, om kleine plunderingen te ondernemen en waarbij ook gevangenen beliooren, die tijdens de panieken uit gebombardeerde steden uit de cel waren losgelaten. Onlangs nu vond de jonge vrouw, die bitter schreiende en met haar kindje op den arm, overal rondzwierf om haar on gelukkige!] echtgenoot terug te vinden, dezen in een wijnhuis te Brussel, waar hij als een steeds dieper gevallen ver loren zoon goeden sier maakte in gezel schap van de verleidsters, die al zoo menig huwelijk rampzalig hebben getroffen. Uit het dronkemansgepraat van een der bandieten, die met nog eenige los bollen in het gezelschap aanwezig waren, begreep zij, dat haar man was aangeland bij een bende slagveldhyena's. Het slechte vrouwvolk, dat haar omringde, was over dadig versierd met gouden ringen, ont roofd aan de vingers van gevallen Duitsche officieren. Aan een der vingers van de ongelukkige schepsels zag zij ook haar eigen huwelijksring met diamanten schitteren. Zij gaf een schreeuw en viel in bezwijming De man was bleek ge worden van schrik, bij richtte zijn vroutv op, wiesch liaar de slapen en bracht haar tot bezinning. Toen zij de oogen opsloeg en haar blik met zacht verwijt den zijne trof, greep een groot berouw hem aan, en begonnen zijn Iranen overvloedig te vloeien. Woest sprong bij op, ontwrong aan het vreemde wijf, dat met hem verbleef, den gouden huwelijksring met liet diamantje, greep het kind uit de armen van zijn echtgenoote en gebruik makend van de verwarring en het ont stane tumult, verliet hij ijlings met haai de herberg. In liet huis van een vriend, dat niet ver vandaar lag bezwoer hij zijn vrouw op het hoofd van zijn kind, hem toch vergiffenis te schenken, terwijl hij haar verzekerde, dat hij wel in leegstaande villa's geplunderd, maar nooit op liet slagveld een ring of een ander voorwerp van een gesneuvelde geroofd had Hij zag nu de diepte van zijn val in, herkreeg zijn moreel en wilde tot eiken prijs al zijn fouten ook jegens zijn vaderland goedmaken. Hij wist een geweer machtig te worden, trok een gevonden Belgisch soldatenpak aan en streed met een der af en aan zwervende Belgische troepen, die aan de Duitschers den overgang der Nethe betwistten. Daar vond hij een heldhafcigen dood, na in een laatsten heroïsclien afweer met de kolf van zijn geweer nog drie Duitscln-r» het hoofd te hebben ingeslagen. Zijn misdadig leven was aldus verzoend en uitgeboet. Tien leeuwen in o or 1 og.sno|od Het „Berl. Tagebl." vertelt van tien leeuwen, die op het oogenblik in Berlijn, na allerlei avonturen, -gebrek lijden ten gevolge van den oorlog. De Oostenrijksche temmer Joseph Kuschlan werd op een reis door Rusland met zijn tien Berberleeuwen, dicht bij de grens, door den oorlog verrast. Hij zou gaarne gevlucht zijn, maar kon met zijn gezelschap niet vlug genoeg wegkomen. Onderweg bleef hij steken. Russische gra naten vlogen links en rec.hts om zijn wagens en één sloeg zelfs een gat in zijn woonwagen. De dieren brulden vreeselijk en de temmer had al zijn koelbloedigheid noodig om te zorgen, dat zij niet los raakten. Het gevaar werd nog grooter, toen de leeuwentemmer ook in het vuur van Duitsche zijde kwam. Dag en nacht waakte de oude man hij zijn dieren. Het brullen van de leeu wen beveiligde hem tegen de zwervende Kozakkenhorden. Toen de Duitschers hem hadden ontdekt, was voorloopig aan zijn nood een einde gemaakt. De leeuwen, die onmiddellijk tot compagniesleeuwen benoemd werden, hadden goede dagen, lederen da.g kregen zij versch vleesch van gevallen paarden. Een luitenant ontferm de zich ten slotte over 't gezelschap en zond het naar M-arlenberg, vanwaar het op bevel van de militaire overheid naar Berlijn geëxpedieerd werd. De eigen- naar moest echter al zijn hebben en hou den in den steek laten en kwam met niets anders dan zijn dieren in Berlijn aan. Zijn geld was nagenoeg op. Hij had niet eens genoeg om op het station de leeuwen in ontvangst te nemen. De vereeniging tot bescherming van die ren bezorgde den leeuwen ten slotte een onderkomen. Nu staan ze ergens in een voorstad van Berlijn. Zij en hun meester lijden echter honger. In den nauwen ge leenden hooiwagen loopen zé onrustig op en neer en schuren zich ongeduldig de huid stuk. Hun meester geeft hoog op van hun tegenwoordige bescheidenheid. Wat zij krijgen is op krediet gekocht. Zijn laatste beetje geld heeft Kuschlan gebruikt voor een advertentie om het me delijden van de menschen op te wekken. Maar niemand wil helpen. Voor het geld, dat het voedsel van één leeuw kost, kan men immers drie families te eten geven. Een gevecht met Orangs Oet.an. Eenige dagen geleden, verhaalt de Sum. Post van 18 November, heet' in Beneden-Langkat op een klein kebon netje een gevecht plaats gehad tussclhen menschen en orangs oetan. Een assistent, die met 4 of 5 Javaansche koelies in het bosch op w©g was naar een ploeg van ongeveer 30 rintissende koelies, ont moette 4 orangs oelan, die zich in de hoornen schuil hielden. Eén er Van had toen de aardigheid om met stukken hout denkelijk van afgebroken takken afkom stig, .i n de richting van den assistent met zijn koelies te gooien en kwam ver volgens, toen hem dit spelletje lang genoeg had geduurd, naar benedon. Eén der Ja vanen, die meende dat het 't beste was den orang oetan onschadelijk te maken, deed met zijn parang een houw naar het ondier, dat toen, woedend geworden op de menschen invloog. Die assistent loste nu een schot op het dier, dat ech ter niet geraakt werd en den assistent zelf in een parit smeet en hem een stuk vleesch uit het heen beet. Intusschen wa ren ook de drie andere orangs oetan Inaar beneden gekomen en stortten zich op de Javanen, die zich, zoo goed en zoo kwaad het ging, met hun parangs ver dedigden en trachtten door gillen en schreeuwen de verderop niets kwaads ver moedende koelies te waarschuwen. Ge lukkig hoorden zij de noodkreten en snelden toe en verdreven de monsters. De koelies bleken echter deerlijk geha vend, zoo, dat zij allen in het hospitaal ter verpleging moesten worden opgeno men. Moderne statio-nsbouw. Het nieuwe spoorwegstation te Stuttgart is zeer eigenaardig aangelegd. De treinen loopen daar niet naast elkaar, doch ho ven elkaar. Hiervoor heeft men een heek: stad door geweldige betonnen stellages moeten houwen van twee, drie of meer Verdiepingen. Dit systeem heeft het voor deel, dat een hotsing tusschen twee trei nen, die elkander moeten passeeren, abso luut is uitgesloten. De machinist weet, dat zijn baan vrij is en hoeft hij nadering der stad niet te wachten, zoodat een enorm tijdverlies gespaard wordt. De uit rijdende trein kan ook onmiddellijk vollen gang maken. De waarde van vruchtensap pen voor het lichaam. Het is be kend, -dat verschillende vruchten een ge nezende uitwerking hebben op lichamen, lijdende aan verschillende ziekten. Zoo is het aan te bevelen bij darmlijden boschbessen te gebruiken ,hij' keelaandoe ningen vlierblessen. De vruchten worden op allerlei manieren bereid en genuttigd. Het sap- drinkt men als limonade, of kookt het met suiker tot gelei. Men maakt van de vruchten marmelade of stooft, ze. Vossebessen worden beschouwd als een uitstekend middel tegen rheumatiek, niet alleen de bessen, doch ook de struikjes. Bladeren, takjes en wortels geven een even goed werkend aftreksel. Van deze thee wordt elke 2 uren een half kopje gedron ken. Na eenigen tijd zal de pijn vermin doren en ten slotte geheel ophouden. De vossebessen geven na het gebruik voel eetlust en worden daarom als voed. sel voor herstellenden aangeraden. De blauwe wijndruiven bezitten veel voedende bestanddeelen en zijn bloedzui verend. i Bramensap, met suiker vermengd, is teen hoeststillend middel. Perziken zijn, niet overrijp, 's morgens nog voor hot ontbijt genuttigd, 't gezond ste. Door het geregeld gebruik van teen sinaasappel op de nuchtere maag wordt de goede spijsvertering zeer bevorderd. Appelmoes en gekookte pruimen zijn als laxeermiddel, vooral bij kinderen, gezon der en aangenamer dan de anders daar voor gebruikte poeders. Tomatensap- wordt aanbevolen voor lij ders aan lever- en darmkwalen. Het sap van meloenen werkt gunstig hij, koorts- Ion nierziekten. 'I Kan in groote hoeveelheden gebruikt worden zonder na doel, doch moet, wanneer cholera-gevallen voorkomen, niet genuttigd worden. Citroensap, door koffie geroerd, vormt een goed middel tegen hoofdpijn. Het gebruik van al deze natuurlijke geneesmiddelen kan vooral daarom wor den aanbevolen, zegt de „Deutsche Hauus- und Kochsch.", wijl, tegelijk met het mid del, ook voeding in het lichaam wordt opgenomen en meestal, zoo ze niet baten, toeli ook niet schaden. Het schot van een dooie. Aan den „Elsass-er Ztg." wordt een zon derling verhaal gemeld, dat aan het Wes telijk front zou hebben plaatsgevonden. Een Elzasser stond klaar om te schieten, toen hij zelf door een kogel in bet hart werd getroffen, zoodat hij op de plaats dood bleef, maar het geweer bleef vast houden. Na den slag worden de dooden en gewonden weggehaald. Een soldaat wilde den dooden kameraad het geweer ontnemen, toen dit plotseling afging en den eerste in de borst trof, zoodat ook hij weldra een lijk was. Abonnementsprijs p. 3 Afzonderlijke nummers! Advertentiën worden ii[ half drie en Vrijdag De abonné's op dit blad, directie uitgereikte polis, daarvoor vastgestelde Vj GRATIS verzekerd t Een NederlanJ bij het Vaticaan. In „De Maasbode" breel een lans voor het herstel landsch gezantschap bij d< Na te hebben vermeld waaronder verschillende bij den Paus zijn vertegen Volgt hij aldus: Wie is er nu zóó dwaal nen, dat alleen godsdi denen al die mogendheden dreven hebben; dat alj rie van den H. Stoel di voor oogen stond. Ik veror mand. Neen, om wille va] dige redenen ondername heden de reis naar Rome zal nog toenemen, veronl Want om te zwijgen vanl invloed, welken de II. Stoel lieken aller landen ook in tl laangelegenheden heeft irl aan de gewichtige sociale I tiet hooghouden van het als komend uit God is een groote factor bij de wezenlijking van de vred< van de arbitrage-idee. Wanneer eenmaal de uitgewoed hebben, dan z sluiten van den vrede, èn bi delijke vredesbeweging daa beteekenis wezen de steil machtigen Kerkvorst te Roi van dit alles ingenomen. In het belang en vj v a n ons land is het kei ijk, dat bij den H. een Nederlandsch gezant meer, o-mdat 's-Gravenhage| metropool van den vrede worden, doordat aldaar he Permanente Hof van Arb-i heeft. Maar zoo hoor ik gen zijdelings, zoo ni bewijzen wij dan toch eenj wone beleefdheid aan de Katholieken. Latende rusten, of hen keerd zoude wezen, om b i van ons volk, aan priv n i g gewoon, door de dit gezantschap nog me ringswege voor zich te Katholieken zijn toch c steunpilaren voor het n zag wil ik alleen vraj Protestanten ook geen b rechten genieten? Onder" praktisch voor hen drie theologische faculteit] ook de Katholieken daartf niet bij? H o e nu kan die idee, bij den H. Stoel, zonder men te kosten, verweze: Op twee manieren 1. De Koningin accre- zant bij een ander staatd den Pans, b.v. daar natuu" bij het Quirinaal buiten gezant te Parijs, te Weet] en Servië accrediteerden Parijs ook bij het Vati 2. De Koningin accredi cialen gezant bij het het spreekt wel van zelf, Het eerste kost be dienstreizen, niets en I wel gedaan, zonder te v 'Generaal te kennen, om reden, er geen nieuwe te pas komt. Het twee men een zaakgelastigde m! lijken titel van gezant ai halve de dienstuitgaven, •bedrag van f 18,000. a. Traktement f6000. b. Verblijfsvergoeding, Jtedrag als di© voor den "Quirinaal genomen, f 1 c. Kanselarij-toelage f IC Wanneer dan de katho] dei-land, aan het brengen v vreemd, den gezant te Ron leerd gezantschapshotel

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1915 | | pagina 6