No. 5.
UIT DE PERS.
Kunst en Letteren.
posterijen en Telegrafie.
Gemengd Nieuws.
Leen aan dit tijdig en krachtdadig ingrij
pen, hoe treurig ook in zijn gevolgen,
is het te danken, dat erger werd voor
komen. Ware anders gehandeld, dan zou
ongetwijfeld de geest van verzet zich
krachtiger hebben ontwikkeld en tot ern
stiger ongeregeldheden aanleiding gege
ven hebben.
Militair bericht.
Naar aanleiding van het bericht, dat een
Duitsche patrouille bij Hoogerheide onze
grens zou hebben overschreden en toen
niet is geïnterneerd, doch weder over
de grens zou zijn teruggewezen, schijnt
nog misverstand te heerschen.
De handeling van den Nedeiiandschen
commandant in deze is volkomen juist, in
overeenstemming met de daarvoor vast
gestelde regelen.
Artikel 11 van het verdrag nopens de
rechten en plichten der onzijdige mogend
heden enz. bepaalt:
„De onzijdige mogendheid, die op haar
grondgebied troepen toelaat, tot de oorlog
voerende legers behoorende, interneert
deze, voor zooveel mogelijk, ver van het
oorlogstooneel verwijderd.
Een patrouille van enkele manschappen
echter, die verdwaald is en daardoor over
onze grenzen is geraakt, kan niet be
schouwd worden als toegelaten tot ons
gebied. Dit zou eerst het geval zijn, als
ze onze grenswachten is gepasseerd. Blijkt
bij ontmoeting met deze, dat zij> zich .on
bewust op ons gebied bevindt, dan wordt
haar aangezegd, dat zij niet kan worden
toegelaten, tenzij zij zich laat interneeren.
Is de patrouille dan onmiddellijk be
reid ons grondgebied te verlaten, dan is
er geen reden haar te interneeren, wijl
zij niet is toegelaten. Slechts als de pa
trouille zou weigeren, ons grondgebied
te verlaten, zou zij moeten worden ge
ïnterneerd. België handelde in 7071
eveneens. („De Tijd")
De vermogens boven f75.000.
Uit de pas verschenen „Jaarcijfers
1913" blijkt, dat het aantal aangesiage-
nen in de Vermogens-belasting in het
dienstjaar 191314, vergeleken bij het
daaraan voorafgaande, van 99.803 tot
101.797 is gestegen.
De getallen van de aangeslagenen voor
vermogens boven f 75 000 (die dus in de
gedwongen leening zouden worden aan
geslagen, maar dan volgens den vóór 1
Mei 1914 vastgestelden aanslag over het
dienstjaar 1914/15) zijn de volgende:
75,000
100,000
150,000
200,000
300,000
500,000
750,000
1,000,000
1,500,000
2,000,000
5,000,000
10,000,000
tot 100,000
150,000
200,000
300,000
500,000
750,0' 0
1,000,000
1,500,000
2,000,000
5,000,000
10,000,000
en daarboven
5293
5600
2772
2689
2070
878
378
335
134
165
18
7
Het totaal bedrag der vermogens vol
gens de gegevens der Vermogensbelasting
over genoemd jaar is dan 7607 millioen.
Trekt men hiervan het totaal der ver
mogens beneden f75,000 at, dan blijft
5254 millioen.
Alle rubrieken van bovenvermeld staat
je vertoonen bij het daaraan voorafgaande
vergeleken, eenigen vooruitgang die tot
aan f 3000,000 met tientallen die daar
boven m«t enkele eenheden. Er zijn acht
één-millionairs bijg-komen, terwijl de
hoogste drie rubrieken een vooruitgang
van elk één vertoonen. („De Tijd").
De Koningin in Limburg.
Omirent den inspectietocht van II.M.
in Limburg wordt uit Maastricht aan „Het
Centrum" geschreven
Maandagochtend ongeveer half twaalf
arriveerde H. M. de Koningin per extra-
trein, bestaande o.a. uit 5 salonrijtuigen,
te Maastricht. Bij het station stonden
duizenden menschen.
H. M. werd begroet door den Commis
saris der Koningin en was vergezeld door
freule Sloet, generaal J. Schimmelpen-
ninck, baron Bentinck en Jhr. Quarles
van Üfford, ordonnance-ofticier.
Per auto werd gereden langs den kort-
sten weg naar het gouvernementsgebouw
in de Bouillonstraat. H. M. werd geest
driftig toegejuicht.
in het Gouvernementsgebouw werd de
Koningin verwelkomd door mevrouwRuys
de Beerenbrouck. Ongeveer 70 personen
uit alle deelen der provincie verschenen
ter receptie, allen bestuursleden van
vluchtelingen-comité's van plaatselijke
steuncomité'sen Roode Kruis afdeelingen.
Zoo werden aan H. M. voorgesteld hoeren
uit Maastricht, Roermond, Venlo, Kerk-
rade, Sittard, Heerlen, Weert, Valken
burg, Eijsden, Houthem.
Nadat H. M. de thee gebruikt had bij
mevrouw Ruys, verliet de Koningin weer
het Gouvernementsgebouw per auto, be
zocht enkele posten en wachten en ver
trok daarna in de richting Roermond,
om onder weg nog even te iuspecteeren
de troepen uit Maastricht, die dien mor
gen waren uitgerukt voor een militairen
marsch.
Dinsdag keerde H. M. in de residentie
terug.
Koninklijk bezoek.
Maandag heeft Z. K. H Prins Hendrik
met gevolg een bezoek gebracht aan het
R. K. Instituut voor doofstommen te St.
Michiels-Gestel, waar de Prius werd
verwelkomd door den directeur van het
Instituut, den hoogeerw heer Mgr. A.
Hermus. Zooals bekend, is het fraaie
Doofstommen-Instituut bij het begin dei-
mobilisatie ingericht, om bij geval van
oorlog te dienen als hospitaal van liet
Roode Kruis. Het instituut beschikt daar
voor over driehonderd bedden.
In de bestuurszaal werd een korte
vergadering gehouden, waarin de secreta
ris der Roode Kruisafdeeling te St.
Michiels-Gestel, de heer Th. Spierings,
verslag uitbracht over hetgeen in die
gemeente door het Roode Kruis is tot
stand gebracht
Na deze vergadeting bezichtigde de
Prins onder leiding van Mgr. Hermus, de
ziekenzalen. Voorts bezocht de Prins de
verschillende klassenlokalen, de gym
nastiekzaal enz. In de hoogste klasse
werd de Prins welkom geheeten door een
aardig toespraakje van een der leerlingen.
Z. K. H. toonde voor alles groote belang
stelling en drukte meermalen zijn be
wondering uit over hetgeen hij had gezien.
Zeer voldaan verliet de Prins na een
uur het Instituut, om zich vervolgens
naar het Seminarie en het onderwijsinsti
tuut der fraters „Ruwenberg" te begeven.
Het systeem.
Het „Nieuws van den Dag" doet uitko
men, dat de gevangenneming van kardi
naal Mercier het gevolg is van het Duit
sche systeelm. Het blad bekijkt de zaak
ironisch van Duitsche zijde en schrijft:
„Is er iets indruk,wekken dors dan de
kracht van he|t militaire systeJem? Is 't
mechanisme niet bewonderenswaardig:,
dat de Duitschers tot zoo hooglet vo-ffco-
mendheid gebracht hebbeneen he-el volk,
welks individuen plotseling, hersens en
lichamen, deelen worden van een stelsel,
met rang in de plaats van voortreffelijk
heid, mechanisme in plaats van vrije ont
wikkeling; een machine, waarin volstrekt
alles wordt opgeofferd aan dat eene oog
merk: de verplettering van den tegen
stander. Het is bewonderenswaardig, als
een grootsohe, haast onverbeterlijke im-
kani-ek. Maar een mekaniek blijf: het. En
dus staat het beneden den vrijen mensc|h.
„He.t paste, bijvoorbeeld, in dal sy
steem, vooraf te bepalen hoe er gehandeld
moest worden tegenover vrijschutters, te
gen verzet in geoccupeerd gebied, tegen
over een min of m-eeir vijandige bevol
king. Een parool werd uitgegeven, bij
voorbaat, en natuurlijk stipt opge
volgd. Niet-strijcters, die vijandige daden
pleegden of beraamden, werden neerge
veld. Dorpen, geheele steden veriant-,
woordelijk gesteld vooir ondersteld mis-
drijf van enkelen. Va© victisl Zwaar
drukt de vuist van den sterkere Kon
he;t anders Wij stellen ons voor 't oogen-
blik geheel op Duitsch standpunt, nemen
aan, dat de militair© overheid zich nooit
vergiste, nooit onnoodig ruw optrad, dat
de meerderen hun minderen altijd in toom
hielden.Hoe moesten zij anders doen?
België werd bezet, vooruit moest het le
ger. Dur-chhauenl Voorwaarts en niet
omzien.
„Maar er bestaat nu eenmaal niets ter
wereld, da,t van één standpunt bezien
mag worden. Het oogpunt der „militaire
noodzaak" is er één; dat van den bur
ger1, wiens land door vreemde troepen
overstroomd wordt, is het andere. Dat
moet zelfs den Duitsoher duidelijk zijn,
indien hij zich eens in het zeer eenvou
dig geval verplaatst, dat de. verhouding
in aantal tussc-hen Belgen en Duitsc.hers
omgekeerd ware: dat een klein Duitsch
land de invasie yan een .groot België
te verduren had, ongeveer 't geval, waar
in een eeuw geleden de verbrokkelde
Duitsch© slaten verkeerden tegenover Na-
peleon.
„Van Belgisch standpunt nu wordt het
militaristische, systeem vermoedelijk niet
bewonderd. De militaire noodzaak van
den vreemdeling laat hen koud. Zij voe
len slechts de.n inval, ondervinden zijn
nameloos wee-.
„Burgemeester Max heeft uiting gegeven
aan dat gevoel. Thans deed kardinaal
Mercier het. Burgemeester Max en kar
dinaal Mercier zijn gevangen genomen.
Volkomen terecht dunkt ons van
het standpunt van dein overwinnaar ge^
zien. Wie zulk optreden, zulke 'taal (waar
(of niet waar; waardig of niet) duldde,
hij zou den indruk geven van zwakheid.
En wie slechts met geweld regeert, mag
nooit zwiak lijken.
Maar ziedaar nu, waar het systeem
faalt. Ten slotte blijft ©en mensoh een
mensch, of hij in een veroverd land leeft,
onzijdig is, of zelfs lot dei natie der
veroveraars behoort. De arrestatie van
burgemeester Max zal vooral hij de neu
tralen indruk gemaakt hebben. Diie van
den kardinaal-aartsbisschop van Jteohee
len zal ©en trilling doen gaan door de
heel© wereld.
Ook door Duitschland. En niet alleen
in de zuiver' katholieke landen, óók in
Duitschland. Een deirde deel der bevolking
van hel Duitsche rijk is katholiek.
Het „Nieuws" meent ten slotte, dat
men de arrestatie van den Kardinaal niet
zal durven handhaven, uiit vrees Voor
de publieke opinie, vooral in de Ka
tholieke wereld.
Wij zullen afwachten! („De Tijd")
Weemoedige Kerstgroet.
Tot de Vlaamsche ballingen zoo le
zen wij in „De Tijd" die in Noord-
Nederland een vertroosting vonden in
"donkere dagen, behoort de dichter Karei
van den Oever. Zijn familie werd dooi
den oorlog naar alle zijden verstrooid,
en bijzonder gevoelt hij liet gemis van
zijn broeder, den weleerw. heer Korn.
van den Oever, die als aalmoezenier den
veldtocht mede maakt en thans aan Yser
en Leie te midden zijner landgenooten
een heerlijk voorbeeld geeft van de troost
en de kracht der priesterlijke roeping.
Met Kerstmis herdacht de kunstenaar
den afwezige met het volgende gedicht,
hetwelk hij ons ter plaatsing toezond
Afwezigheid.
Aan mijn Eerw. Broeder Korn. van
den Oever, op het slagveld.
Ik weet in Vlaandren ievers ver,
in 't druischend moordgewoel,
een luttel diDgs, een kleinigheid:
een leegen, stillen stoel.
Die staat er weken, maanden reeds
voor 'toud liarmoniom,
dat zonder spel nu treurt en zwijgt,
geluidloos, koel en stom
Waar bleef hij, die in dezen stoel
eens vroom van Vlaandren zong,
soms 's avonds, 's zomers, als er zwoel
een avondlucht daar hong?
Waar bleef hij, die zoo vreugdig soms
daarin 't „Pascalis" hief,
eens, 's morgens als glycienengeur
er roomzoet rook en lief?
Waar bleef hij, nu het Kerstmis werd
't „Adeste" 2) zotig hij niet
En droevig was die Kerstmis nu,
ach, zonder spel en lied
Waar bleef bij?
God, de regen drupt
en langs mijn ruiten drijft
En niemand zegt me waar, waar toch
mijn goede broeder blijft
Baarn. KAREI, VAN DEN OEVER.
Hier wordt gezinspeeld op de Paufcbliymne
„Victimac paschali". ReJ. N. Z. Crt.
2) Hier wordt gezinspeeld op het bekende
Latijnsche Kerstlied „Adeste fileles". Red.
N. Z. Crt.
Behandelde telegrammen en telefoongesprek
ken gedurende het jaar 1914
Tele
Telefoon-
Kantoren.
grammen.
gesprekken
Goes
51073
124056
Baarland
514
747
Boii-ss-elen
1265
1900
Colijnsplaat
1270
1792
Driewegen
487
652
Ellewoutsdijk
781
866
's Gravenpolder
1199
2599
"s H. Arendskerke
1359
1810
's Heerenhook
1104
1050
's H. H.Kinderen
195
Heinke-nszand
1070
605
Hoedekenskerke
752
1128
Kamperland
1237
1493
Kapello
2663
3232
Kats
562
573
Kloetinge
1149
Kortgene
2073
3672
Kiuiningen
2474
2077
Kwadendamme
457
676
Nieuwdorp
901
1535
Nisse
419
306
Oudelande
593
918
Ovezande
993
1091
Rilland
2088
2583
Schor©
1572
1637
Waarde
718
1391
Wissekerke
868
995
Wolphaartsdijk
1848
800
Totaal
8168*2
160184
Gedurende het jaar 1913 bedroeg het
totaal behandelde telegrammen 69621 en
het totaal behandelde -gesprekken 123605.
Het avontuur van een li uw e-
1 ij k s r i n g. Op een der tochten van
vluchtelingen bij de Zeeuwseli-Vlaam-clie
grens trof de correspondent van „De Tijd"
een jonge vrouw aan, wier lotgevallen
bijzonder ontroerend waren. Ziehier het
verhaal, zooals het hem door de lotge-
nooten uit haar onmiddellijke omgeving
werd meegedeeld
„De jonge vrouw, geboren uit de ge
fortuneerde middenstandsklasse, was se
dert twee jaar getrouwd met een zoon
van zeer fatsoenlijke lieden, maar een
zwakkeling, die herhaaldelijk aan den
drank was verslaafd, en die dikwijls zoo
wel zijn moeder als zijn eclitgenoote
groot verdriet veroorzaakte. De vrouwen
leden stille armoede en hielden nog altijd
de familieer hoog. Zoo erg neep de nood,
dat bij het uitbreken van den oorlog de
man besloot, het laatste kleinood, den
gouden huwelijksring met diamanten
steentje, door hem op den dag zijns hu
welijks aan de jonge vrouw geschonken,
te verkoopen. Inmiddels had de mobili
satie plaats en ook de man werd opge
roepen. Hij vocht een tijdlang dapper
mee bij Luik en zijn chefs waren zeer
tevreden over hem, zij prezen zijn moed,
zijn doodsverachting en vaderlandsliefde.
Terwijl hij op een nacht op een wacht
post stond, liet hij zich evenwel verlei
den om zich in een naburig estaminet
te bedrinken. Uit zijn roes ontwaakt,
dorst liij niet meer in het leger terug-
keeren, legde zijn militaire kleeding af
en zwierf door België rond van de eene
stad naar de andere. Den jongsten tijd
had hij zich aangesloten bij de slechte
gezelschappen, die de verwoeste steden
en dorpen van Belgie aftrekken, om kleine
plunderingen te ondernemen en waarbij
ook gevangenen beliooren, die tijdens de
panieken uit gebombardeerde steden uit
de cel waren losgelaten.
Onlangs nu vond de jonge vrouw, die
bitter schreiende en met haar kindje op
den arm, overal rondzwierf om haar on
gelukkige!] echtgenoot terug te vinden,
dezen in een wijnhuis te Brussel, waar
hij als een steeds dieper gevallen ver
loren zoon goeden sier maakte in gezel
schap van de verleidsters, die al zoo menig
huwelijk rampzalig hebben getroffen.
Uit het dronkemansgepraat van een
der bandieten, die met nog eenige los
bollen in het gezelschap aanwezig waren,
begreep zij, dat haar man was aangeland
bij een bende slagveldhyena's. Het slechte
vrouwvolk, dat haar omringde, was over
dadig versierd met gouden ringen, ont
roofd aan de vingers van gevallen
Duitsche officieren. Aan een der vingers
van de ongelukkige schepsels zag zij ook
haar eigen huwelijksring met diamanten
schitteren. Zij gaf een schreeuw en viel
in bezwijming De man was bleek ge
worden van schrik, bij richtte zijn vroutv
op, wiesch liaar de slapen en bracht haar
tot bezinning. Toen zij de oogen opsloeg
en haar blik met zacht verwijt den zijne
trof, greep een groot berouw hem aan,
en begonnen zijn Iranen overvloedig te
vloeien. Woest sprong bij op, ontwrong
aan het vreemde wijf, dat met hem
verbleef, den gouden huwelijksring met
liet diamantje, greep het kind uit de
armen van zijn echtgenoote en gebruik
makend van de verwarring en het ont
stane tumult, verliet hij ijlings met haai
de herberg.
In liet huis van een vriend, dat niet
ver vandaar lag bezwoer hij zijn vrouw
op het hoofd van zijn kind, hem toch
vergiffenis te schenken, terwijl hij haar
verzekerde, dat hij wel in leegstaande
villa's geplunderd, maar nooit op liet
slagveld een ring of een ander voorwerp
van een gesneuvelde geroofd had Hij
zag nu de diepte van zijn val in, herkreeg
zijn moreel en wilde tot eiken prijs al
zijn fouten ook jegens zijn vaderland
goedmaken. Hij wist een geweer machtig
te worden, trok een gevonden Belgisch
soldatenpak aan en streed met een der
af en aan zwervende Belgische troepen,
die aan de Duitschers den overgang der
Nethe betwistten. Daar vond hij een
heldhafcigen dood, na in een laatsten
heroïsclien afweer met de kolf van zijn
geweer nog drie Duitscln-r» het hoofd te
hebben ingeslagen. Zijn misdadig leven
was aldus verzoend en uitgeboet.
Tien leeuwen in o or 1 og.sno|od
Het „Berl. Tagebl." vertelt van tien
leeuwen, die op het oogenblik in Berlijn,
na allerlei avonturen, -gebrek lijden ten
gevolge van den oorlog.
De Oostenrijksche temmer Joseph
Kuschlan werd op een reis door Rusland
met zijn tien Berberleeuwen, dicht bij
de grens, door den oorlog verrast. Hij zou
gaarne gevlucht zijn, maar kon met zijn
gezelschap niet vlug genoeg wegkomen.
Onderweg bleef hij steken. Russische gra
naten vlogen links en rec.hts om zijn
wagens en één sloeg zelfs een gat in zijn
woonwagen. De dieren brulden vreeselijk
en de temmer had al zijn koelbloedigheid
noodig om te zorgen, dat zij niet los
raakten. Het gevaar werd nog grooter, toen
de leeuwentemmer ook in het vuur van
Duitsche zijde kwam.
Dag en nacht waakte de oude man
hij zijn dieren. Het brullen van de leeu
wen beveiligde hem tegen de zwervende
Kozakkenhorden. Toen de Duitschers hem
hadden ontdekt, was voorloopig aan zijn
nood een einde gemaakt. De leeuwen,
die onmiddellijk tot compagniesleeuwen
benoemd werden, hadden goede dagen,
lederen da.g kregen zij versch vleesch van
gevallen paarden. Een luitenant ontferm
de zich ten slotte over 't gezelschap en
zond het naar M-arlenberg, vanwaar het
op bevel van de militaire overheid naar
Berlijn geëxpedieerd werd. De eigen-
naar moest echter al zijn hebben en hou
den in den steek laten en kwam met
niets anders dan zijn dieren in Berlijn
aan. Zijn geld was nagenoeg op. Hij had
niet eens genoeg om op het station de
leeuwen in ontvangst te nemen.
De vereeniging tot bescherming van die
ren bezorgde den leeuwen ten slotte een
onderkomen. Nu staan ze ergens in een
voorstad van Berlijn. Zij en hun meester
lijden echter honger. In den nauwen ge
leenden hooiwagen loopen zé onrustig op
en neer en schuren zich ongeduldig de
huid stuk. Hun meester geeft hoog op
van hun tegenwoordige bescheidenheid.
Wat zij krijgen is op krediet gekocht.
Zijn laatste beetje geld heeft Kuschlan
gebruikt voor een advertentie om het me
delijden van de menschen op te wekken.
Maar niemand wil helpen. Voor het geld,
dat het voedsel van één leeuw kost, kan
men immers drie families te eten geven.
Een gevecht met Orangs
Oet.an. Eenige dagen geleden, verhaalt
de Sum. Post van 18 November, heet'
in Beneden-Langkat op een klein kebon
netje een gevecht plaats gehad tussclhen
menschen en orangs oetan. Een assistent,
die met 4 of 5 Javaansche koelies in het
bosch op w©g was naar een ploeg van
ongeveer 30 rintissende koelies, ont
moette 4 orangs oelan, die zich in de
hoornen schuil hielden. Eén er Van had
toen de aardigheid om met stukken hout
denkelijk van afgebroken takken afkom
stig, .i n de richting van den assistent
met zijn koelies te gooien en kwam ver
volgens, toen hem dit spelletje lang genoeg
had geduurd, naar benedon. Eén der Ja
vanen, die meende dat het 't beste was
den orang oetan onschadelijk te maken,
deed met zijn parang een houw naar
het ondier, dat toen, woedend geworden
op de menschen invloog. Die assistent
loste nu een schot op het dier, dat ech
ter niet geraakt werd en den assistent
zelf in een parit smeet en hem een stuk
vleesch uit het heen beet. Intusschen wa
ren ook de drie andere orangs oetan Inaar
beneden gekomen en stortten zich op de
Javanen, die zich, zoo goed en zoo
kwaad het ging, met hun parangs ver
dedigden en trachtten door gillen en
schreeuwen de verderop niets kwaads ver
moedende koelies te waarschuwen. Ge
lukkig hoorden zij de noodkreten en
snelden toe en verdreven de monsters.
De koelies bleken echter deerlijk geha
vend, zoo, dat zij allen in het hospitaal
ter verpleging moesten worden opgeno
men.
Moderne statio-nsbouw. Het
nieuwe spoorwegstation te Stuttgart is
zeer eigenaardig aangelegd. De treinen
loopen daar niet naast elkaar, doch ho
ven elkaar. Hiervoor heeft men een heek:
stad door geweldige betonnen stellages
moeten houwen van twee, drie of meer
Verdiepingen. Dit systeem heeft het voor
deel, dat een hotsing tusschen twee trei
nen, die elkander moeten passeeren, abso
luut is uitgesloten. De machinist weet,
dat zijn baan vrij is en hoeft hij nadering
der stad niet te wachten, zoodat een
enorm tijdverlies gespaard wordt. De uit
rijdende trein kan ook onmiddellijk vollen
gang maken.
De waarde van vruchtensap
pen voor het lichaam. Het is be
kend, -dat verschillende vruchten een ge
nezende uitwerking hebben op lichamen,
lijdende aan verschillende ziekten. Zoo
is het aan te bevelen bij darmlijden
boschbessen te gebruiken ,hij' keelaandoe
ningen vlierblessen. De vruchten worden
op allerlei manieren bereid en genuttigd.
Het sap- drinkt men als limonade, of
kookt het met suiker tot gelei. Men maakt
van de vruchten marmelade of stooft, ze.
Vossebessen worden beschouwd als een
uitstekend middel tegen rheumatiek, niet
alleen de bessen, doch ook de struikjes.
Bladeren, takjes en wortels geven een even
goed werkend aftreksel. Van deze thee
wordt elke 2 uren een half kopje gedron
ken. Na eenigen tijd zal de pijn vermin
doren en ten slotte geheel ophouden.
De vossebessen geven na het gebruik
voel eetlust en worden daarom als voed.
sel voor herstellenden aangeraden.
De blauwe wijndruiven bezitten veel
voedende bestanddeelen en zijn bloedzui
verend. i
Bramensap, met suiker vermengd, is teen
hoeststillend middel.
Perziken zijn, niet overrijp, 's morgens
nog voor hot ontbijt genuttigd, 't gezond
ste.
Door het geregeld gebruik van teen
sinaasappel op de nuchtere maag wordt de
goede spijsvertering zeer bevorderd.
Appelmoes en gekookte pruimen zijn als
laxeermiddel, vooral bij kinderen, gezon
der en aangenamer dan de anders daar
voor gebruikte poeders.
Tomatensap- wordt aanbevolen voor lij
ders aan lever- en darmkwalen.
Het sap van meloenen werkt gunstig
hij, koorts- Ion nierziekten. 'I Kan in groote
hoeveelheden gebruikt worden zonder na
doel, doch moet, wanneer cholera-gevallen
voorkomen, niet genuttigd worden.
Citroensap, door koffie geroerd, vormt
een goed middel tegen hoofdpijn.
Het gebruik van al deze natuurlijke
geneesmiddelen kan vooral daarom wor
den aanbevolen, zegt de „Deutsche Hauus-
und Kochsch.", wijl, tegelijk met het mid
del, ook voeding in het lichaam wordt
opgenomen en meestal, zoo ze niet baten,
toeli ook niet schaden.
Het schot van een dooie.
Aan den „Elsass-er Ztg." wordt een zon
derling verhaal gemeld, dat aan het Wes
telijk front zou hebben plaatsgevonden.
Een Elzasser stond klaar om te schieten,
toen hij zelf door een kogel in bet hart
werd getroffen, zoodat hij op de plaats
dood bleef, maar het geweer bleef vast
houden. Na den slag worden de dooden
en gewonden weggehaald. Een soldaat
wilde den dooden kameraad het geweer
ontnemen, toen dit plotseling afging en
den eerste in de borst trof, zoodat ook
hij weldra een lijk was.
Abonnementsprijs p. 3
Afzonderlijke nummers!
Advertentiën worden ii[
half drie en Vrijdag
De abonné's op dit blad,
directie uitgereikte polis,
daarvoor vastgestelde Vj
GRATIS verzekerd t
Een NederlanJ
bij het Vaticaan.
In „De Maasbode" breel
een lans voor het herstel
landsch gezantschap bij d<
Na te hebben vermeld
waaronder verschillende
bij den Paus zijn vertegen
Volgt hij aldus:
Wie is er nu zóó dwaal
nen, dat alleen godsdi
denen al die mogendheden
dreven hebben; dat alj
rie van den H. Stoel di
voor oogen stond. Ik veror
mand. Neen, om wille va]
dige redenen ondername
heden de reis naar Rome
zal nog toenemen, veronl
Want om te zwijgen vanl
invloed, welken de II. Stoel
lieken aller landen ook in tl
laangelegenheden heeft irl
aan de gewichtige sociale I
tiet hooghouden van het
als komend uit God is
een groote factor bij de
wezenlijking van de vred<
van de arbitrage-idee.
Wanneer eenmaal de
uitgewoed hebben, dan z
sluiten van den vrede, èn bi
delijke vredesbeweging daa
beteekenis wezen de steil
machtigen Kerkvorst te Roi
van dit alles ingenomen.
In het belang en vj
v a n ons land is het
kei ijk, dat bij den H.
een Nederlandsch gezant
meer, o-mdat 's-Gravenhage|
metropool van den vrede
worden, doordat aldaar he
Permanente Hof van Arb-i
heeft.
Maar zoo hoor ik
gen zijdelings, zoo ni
bewijzen wij dan toch eenj
wone beleefdheid aan de
Katholieken.
Latende rusten, of hen
keerd zoude wezen, om b i
van ons volk, aan priv
n i g gewoon, door de
dit gezantschap nog me
ringswege voor zich te
Katholieken zijn toch c
steunpilaren voor het n
zag wil ik alleen vraj
Protestanten ook geen b
rechten genieten? Onder"
praktisch voor hen
drie theologische faculteit]
ook de Katholieken daartf
niet bij?
H o e nu kan die idee,
bij den H. Stoel, zonder
men te kosten, verweze:
Op twee manieren
1. De Koningin accre-
zant bij een ander staatd
den Pans, b.v. daar natuu"
bij het Quirinaal buiten
gezant te Parijs, te Weet]
en Servië accrediteerden
Parijs ook bij het Vati
2. De Koningin accredi
cialen gezant bij het
het spreekt wel van zelf,
Het eerste kost be
dienstreizen, niets en I
wel gedaan, zonder te v
'Generaal te kennen, om
reden, er geen nieuwe
te pas komt. Het twee
men een zaakgelastigde m!
lijken titel van gezant ai
halve de dienstuitgaven,
•bedrag van f 18,000.
a. Traktement f6000.
b. Verblijfsvergoeding,
Jtedrag als di© voor den
"Quirinaal genomen, f 1
c. Kanselarij-toelage f IC
Wanneer dan de katho]
dei-land, aan het brengen v
vreemd, den gezant te Ron
leerd gezantschapshotel